Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 april 2009
gepubliceerd op 06 augustus 2009

Decreet tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029376
pub.
06/08/2009
prom.
30/04/2009
ELI
eli/decreet/2009/04/30/2009029376/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 APRIL 2009. - Decreet tot wijziging van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Artikel 7 van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 17 juli 2003, wordt vervangen door een artikel 7 luidend als volgt : «

Art. 7.Kunnen enkel in aanmerking worden genomen voor het bekomen van subsidies, de gebieden van het onderwijs waarin te vinden zijn : 1° ten hoogste, de maximale structuur omschreven in artikel 4, § 2;2° tenminste, de minimale structuur die de volgende richtingen organiseert : a) voor het gebied van de plastische, visuele kunsten en ruimtekunsten, de voorbereidende filières, de filières voor opleiding en voor kwalificatie;b) voor de gebieden van muziek en dans alsook voor de gebieden van woordkunsten en toneel, de filières voor opleiding en kwalificatie.»

Art. 2.Artikel 16 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 17 juli 2003, wordt aangevuld met een laatste lid, luidend als volgt : « Binnen het gebied van de plastische, visuele kunsten en ruimtekunsten, wordt het diploma uitgereikt aan de regelmatig ingeschreven leerling wanneer hij, buiten de voorwaarden vastgesteld in § 2, voldaan heeft aan de bijkomende cursus kunstgeschiedenis en esthetische analyse. »

Art. 3.Een artikel 23bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde decreet : «

Art. 23bis.De scholen bedoeld in artikel 23 kunnen, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en op advies van de Inspectiedienst voor Kunstonderwijs en van de Raad voor perfectionnering, een « transdisciplinaire artistieke opleiding met gemeenschappelijke kern » organiseren die de vier gebieden van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan bevat. »

Art. 4.In artikel 31 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 17 juli 2003 en van 19 juli 2007, wordt § 4 vervangen door : « § 4. De Inrichtende Machten kunnen, voor een schooljaar, lestijden overhevelen tussen verschillende onderwijsdomeinen en -inrichtingen die zij organiseren op voorwaarde dat : - zij de rechten van het personeel garanderen binnen de naleving van de decreten van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs; - die overhevelingen geen terbeschikkingstellingen tot gevolg hebben wegens ontstentenis van betrekkingen of gedeeltelijk opdrachtverlies; - zij niet 8% van de dotatie van het oorspronkelijk domein overschrijden; - de inrichtende macht het pedagogische en artistieke doel van de overheveling(en) motiveert, er de overeenstemming met het schoolproject, de specifieke behoeften van het begunstigd domein alsook de evolutie, de onderwijsomstandigheden en de specifieke behoeften van het oorspronkelijk domein uitlegt; - de aanvraag samen wordt ingediend met de notulen van de vergadering van de Studieraad gedurende welke het onderwerp werd besproken en van die van de COPALOC voor het officieel gesubsidieerd onderwijs, of naargelang van het geval voor het vrij gesubsidieerd onderwijs, van de vergadering van de ondernemingsraad, van de plaatselijke overleginstantie of, bij gebrek, van de vakvereniging om dezelfde reden bijeengekomen. »

Art. 5.Artikel 38 van hetzelfde decreet wordt vervangen door een artikel 38, luidend als volgt : «

Art. 38.Voor de organisatie van initiaties tot kunstpraktijken bedoeld in artikel 27 en onverminderd de dotaties van lestijden bedoeld bij dit hoofdstuk, kan de Regering lestijden van aanvullende lessen toekennen.

De Regering stelt de objectieve criteria vast die de notie en de verkiesbaarheid van die projecten voor positieve discriminatie bepalen, zij keurt die goed overeenkomstig artikel 28. »

Art. 6.Een artikel 38bis luidend als volgt wordt ingevoegd in hetzelfde decreet : «

Art. 38bis.Binnen de perken van de kredieten die daartoe toegekend worden en op gunstig advies van de Inspectiedienst voor Kunstonderwijs, kan de Regering kunstinitiatieven en vernieuwende kunstexperimenten subsidiëren.

De voorwaarden voor de toekenning van de subsidies bedoeld in het 1e lid zijn : 1. de notulen van de vergadering van de Studieraad overleggen gedurende welke dat punt werd besproken;2. de bijzonderheid van het project bewijzen en aantonen dat het niet in de structuur van de instelling kan worden geïntegreerd;3. op relevante wijze zijn toekomstwaarde en zijn bijdrage in de artistieke opleiding van de leerlingen aantonen;4. de doelstellingen van het project in overeenstemming brengen met de doelstellingen van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan zoals bepaald in de artikelen 3 en 4 van dit decreet;5. het experimenteringsproject integreren in het pedagogisch project van de inrichting;6. het aantal lestijden die besteed moeten worden, het activiteitenprogramma en hun periodiciteit alsook het aantal en het niveau van de betrokken leerlingen nader bepalen.»

Art. 7.Artikel 41bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 december 2001, wordt vervangen door een artikel 41bis, luidend als volgt : «

Art. 41bis.De voorwaarden waaronder de programmatie en de toelating tot subsidies voor nieuwe inrichtingen en domeinen, binnen de perken van de beschikbare kredieten, aan de Regering kunnen worden voorgesteld, zijn : 1. op meer dan 30 km van een inrichting of een vestiging die de betrokken studiedomein(en) organiseert, gelegen zijn;2. artikel 24 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving naleven;3. een artistiek pedagogisch project hebben waarbij op relevante wijze de bijdragen van het nieuwe domein of van de nieuwe inrichting worden aangetoond;4. voor de lessen die daar georganiseerd worden, over lessenprogramma's beschikken die goedgekeurd worden door de Minister bevoegd voor het Kunstsecundair Onderwijs met Beperkt Leerplan;5. het advies van de Vervolmakingsraad ingewonnen hebben.»

Art. 8.Artikel 45 van hetzelfde decreet wordt vervangen door : « § 1. Onverminderd artikel 24, § 2, 8° van voormelde wet van 29 mei 1959, kan de afwijking die in uitzonderlijke gevallen toegekend wordt voor de organisatie van lessen buiten het grondgebied van de gemeente, binnen de perken van de beschikbare kredieten, toegekend worden onder de volgende voorwaarden : a) de afwezigheid van dezelfde domein(en) binnen een straal van 15 kilometer;b) het uitbouwen van een pedagogisch project gebaseerd op de pedagogische en artistieke bijdragen in rechtstreeks verband met het project van de school en de educatieve projecten van de betrokken gemeenten;c) het gunstig advies van de Studieraad;d) een overeenkomst tussen de twee inrichtende machten samen met de besluiten van de betrokken gemeenteraden of raden van bestuur;e) de naleving van de bekwaamheidsbewijzen en ambten bepaald bij dit decreet en van de statutaire bepalingen vastgesteld bij de decreten van 6 juni 1994 voor het officieel gesubsidieerd onderwijs en van 1 februari 1993 voor het vrij gesubsidieerd onderwijs;f) de aanvraag moet samen worden ingediend met het advies van de COPALOC voor het officieel gesubsidieerd onderwijs of, naargelang van het geval voor het vrij gesubsidieerd onderwijs, van de vergadering van de ondernemingsraad, van de plaatselijke overleginstantie, of bij gebrek, van de vakvereniging vergaderend voor hetzelfde doel;g) het advies van de Vervolmakingsraad. § 2. In afwijking van artikel 24, § 2, 8°, van voormelde wet van 29 mei 1959, wordt de verplichting voor een inrichting om vakken te organiseren op het grondgebied van dezelfde gemeente niet opgelegd voor de inrichtingen die voortvloeien uit de fusies bedoeld in de artikelen 43 en 44. In dat geval is een afwijking niet noodzakelijk. »

Art. 9.In artikel 51 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 17 juli 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 : a) in punt 2° worden de woorden « leraar kunstgeschiedenis en esthetiek » vervangen door de woorden « leraar kunstgeschiedenis en esthetische analyse »;b) in punt 3°, wordt letter c) « boekkunst : inbinding-vergulden/typografie en studie van het letterteken » vervangen door een nieuwe letter c), luidend als volgt : « c) boekkunst : inbinden-vergulden »;c) in punt 4° : - wordt letter e) « infografie » vervangen door een nieuwe letter e), luidend als volgt : « e) digitale kunsten »; - wordt een letter f) toegevoegd, luidend als volgt : « f) boekkunst : typografie en studie van het letterteken ». d) in punt 5° : - onder letter f) worden de woorden « cinegrafie, videografie en klanktechniek » vervangen door het woord « videografie »; - wordt een letter h) toegevoegd, luidend als volgt : « h) cinegrafie ». e) in punt 6° : - onder letter a) wordt het woord « sierkunst » vervangen door de woorden « binnenhuisarchitect-decorateur/decoratie »; - onder letter b) wordt het woord « binnenhuisarchitect-decorateur » vervangen door een nieuwe letter b), luidend als volgt : « b) design »; f) onder punt 7° : - wordt letter « c) bedrukte stof » geschrapt; - wordt letter « d) ontwerp van theaterkostuums, decors, maskers » vervangen door een nieuwe letter c), luidend als volgt : « c) modeontwerpen, sieraden en maskers »; - wordt letter « e) kantwerk » vervangen door een nieuwe letter d) luidend als volgt : « d) kantwerk »; g) punt 8° wordt vervangen door een punt 8° luidend als volgt : « 8° leraar monumentale kunsten »;h) onder punt 10° : - wordt letter « c) beeldhouwceramiek » geschrapt; - wordt letter « d) metaal » letter « c) metaal »; - wordt letter « e) glaskunst » letter « d) glaskunst »; i) artikel 51, § 2 wordt aangevuld met een punt 12° luidend als volgt : « 12° leraar vakoverschrijdende creatie »;2° in § 3 wordt de lijst als volgt aangevuld : « 21° leraar praktijk wereldmuziekritmes;22° leraar improvisatie;23° leraar erfgoedinstrumenten.».

Art. 10.In artikel 100 van hetzelfde decreet worden §§ 2 tot 4 vervangen door §§ 2 tot 5 luidend als volgt : « § 2. De vereiste bekwaamheidsbewijzen bedoeld in § 1 kunnen de volgende zijn : - diploma's; - getuigschriften; - buitenlandse bekwaamheidsbewijzen zoals bepaald in § 3; - een professionele, artistieke of wetenschappelijke bekendheid zoals bepaald in § 4; - de erkenning van nuttige ervaring zoals bepaald in artikel 100bis van het decreet van 2 juni 1998. § 3. De buitenlandse bekwaamheidsbewijzen bedoeld in § 2 van dit artikel zijn de bekwaamheidsbewijzen waarvan de gelijkstelling erkend kan worden krachtens de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften, van het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden en van artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 september 1972 tot vaststelling, wat betreft het kunstonderwijs, van de voorwaarden tot en de procedure van het verlenen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften. § 4. De professionele, artistieke of wetenschappelijke bekendheid bedoeld in § 2 van dit artikel is die behaald krachtens artikel 82, § 2, van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten).

In dat kader worden de bekendheden opgenomen voor de titels van specialiteiten van kunstvakken die overeenstemmen met een titel van een specialiteit van een kunstvak georganiseerd in het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan. § 5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt het diploma van het hoger kunstonderwijs of van het kunsthoger onderwijs met beperkt leerplan uitgereikt binnen de te geven specialiteit ofwel wanneer de titel overeenstemt met de titel van het bedoelde ambt ofwel wanneer de hoofdvakken die de opleiding van de recipiendus uitmaken in verband liggen met het bedoelde ambt.

In dat tweede geval beslist de Regering, op advies van de Inspectiedienst voor het Kunstonderwijs, of het diploma aan de recipiendus toelaat het ambt binnen de beschouwde specialiteit uit te oefenen.

Voor het domein van de dans beslist de Regering, op advies van de Inspectiedienst voor Kunstonderwijs, of het geheel van de artistieke opleiding gevolgd door de eiser hem toelaat het ambt uit te oefenen binnen de beschouwde specialiteit. »

Art. 11.In hetzelfde decreet wordt een artikel 100bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 100bis.De nuttige ervaring wordt bewezen overeenkomstig de bepalingen van dit artikel. § 1. De nuttige ervaring bedoeld in § 2 bestaat uit de artistieke bekwaamheden verworven ofwel binnen het activiteitenkader uitgeoefend voor eigen rekening, ofwel binnen een dienst of een openbare of privé-instelling, ofwel binnen een beroep, een ambt of een artistieke praktijk. § 2. De Regering richt een Commissie voor de erkenning van nuttige ervaring op, hierna de Commissie genoemd, voor de leden van het onderwijzend personeel van het geheel van de gebieden van het kunstsecundair onderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.

Op advies van de Commissie bepaalt de Regering of de bekwaamheden die met een getuigschrift bekrachtigd of verklaard en bewezen zijn, ertoe bijdragen het vereiste ambt waar te nemen voor het te begeven ambt. § 3. De Commissie is als volgt samengesteld : 1° een voorzitter : de Directeur-generaal van de Algemene Directie Personeel van het Gesubsidieerd Onderwijs of zijn afgevaardigde van ten minste rang 15;2° een werkend lid en zijn plaatsvervanger, houder van een graad gerangschikt op een van de rangen 10 tot 12 van de algemene directie personeel van het gesubsidieerd onderwijs, in vast verband benoemd, aangesteld door de Regering;3° vier leden van de Inspectiedienst van het Kunstonderwijs die elk een gebied van het kunstonderwijs vertegenwoordigen;4° vier niet-onderwijzende deskundige leden en hun plaatsvervangers die elk een domein van het kunstonderwijs vertegenwoordigen, gekozen door de Regering op advies van de Inspectiedienst van het Kunstonderwijs;5° vier deskundige onderwijzende leden en hun plaatsvervangers die elk een domein van het kunstonderwijs vertegenwoordigen, gekozen door de Regering op advies van de vervolmakingsraad van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan;6° drie leden en hun plaatsvervangers die vakverenigingen vertegenwoordigen die binnen het Comité van sector IX zetelen, van het Comité van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - afdeling II en van het Onderhandelingscomité voor de personeelsstatuten van het vrij gesubsidieerd onderwijs, in verhouding tot één vertegenwoordiger per vakvereniging, aangesteld door de Regering op de voordracht van hun respectieve vakvereniging onder de in vast verband benoemde of aangeworven personeelsleden;7° twee leden en hun plaatsvervangers die representatieve en coördinatieorganen van de Inrichtende machten vertegenwoordigen, aangesteld door de Regering op de voordracht van hun federatie. De Commissie verkiest haar ondervoorzitter onder de leden bedoeld in 2° en 3° van deze paragraaf. De voorzitter, de ondervoorzitter, de werkende en plaatsvervangende leden van de Commissie worden aangesteld door de Regering voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.

De Commissie kan aanvullende deskundigen raadplegen alvorens een definitief advies te geven. § 4. De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast. Dat reglement wordt door de Regering goedgekeurd.

De Commissie wordt bijgestaan door een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aangesteld door de Regering onder de ambtenaren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, houder van een graad van minstens niveau 2+.

De secretaris en de plaatsvervangend secretaris zijn niet stemgerechtigd. § 5. De Commissie beraadslaagt en beslist geldig als minstens de helft van de leden aanwezig is.

De adviezen worden gegeven bij gewone meerderheid van de aanwezige leden. Bij eenparigheid is de stem van de voorzitter beslissend. § 6. De aanvraag moet het geheel van de elementen bevatten die de Commissie toelaten een advies te geven met kennis van zaken alsook de stukken om de volgende elementen te controleren : - de kopie van de bekwaamheidsbewijzen (diploma's, gelijkwaardigheid, bekendheid...) in het bezit van de aanvrager; - zijn curriculum vitae ; - zijn motivatiebrief; - in voorkomend geval een brief van het hoofd van de inrichting en/of van de Inrichtende macht die de aanvrager als leraar wil aanstellen; - aanbevelingsbrieven; - elk document dat de ervaring van de specialiteit betreffende de artistieke loopbaan, de verdiensten, de beroepservaring en de artistieke praktijk van de kandidaat kan bewijzen betreffende de aanvraag zoals : publicaties, gedateerde persartikels of -kritieken,..., getuigschriften van beroep, overeenkomsten, spektakelprogramma's, CD, CD-Rom, website, reproducties van kunstwerken, getuigschriften van stages, van stagemeesters, bewijzen en verklaringen van verscheidene ervaringen, enz. § 7. Ten hoogste binnen de vier maanden volgend op de datum van ontvangst van de aanvraag gaat de Commissie : 1° ofwel aan de Regering een advies van erkenning van nuttige ervaring zoals bepaald in dit artikel meedelen;2° ofwel de aanvrager bij ter post aangetekend schrijven informeren dat zij niet over genoeg elementen beschikt om haar definitief advies te verlenen.De aanvrager beschikt dan over een termijn van vijftien werkdagen vanaf de bekendmaking om bijkomende elementen aan de Commissie mee te delen. In dat geval wordt de Commissie ertoe gehouden haar advies aan de Regering te geven binnen de zes maanden volgend op de datum van ontvangst van de oorspronkelijke aanvraag. § 8. Voor de uitoefening van de ambten bedoeld in de artikelen 105 en 108 van hetzelfde decreet kan de Regering beslissen op advies van voormelde Commissie, dat de erkenning van nuttige ervaring een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs is wanneer : a) de bekwaamheidsbewijzen overeenstemmende met de ambten, uit te oefenen in het kunstsecundair onderwijs, niet of niet meer uitgereikt worden in het hoger kunstonderwijs;b) het hoger kunstonderwijs niet het betrokken domein organiseert;c) voormelde commissie de wanverhouding vaststelt tussen de behoeften en de leraren in het kunstsecundair onderwijs en het aantal houders van bekwaamheidsbewijzen voor een bepaald vak.»

Art. 12.Artikel 102 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de volgende woorden : « ; of uit een diploma van master met didactische finaliteit. »

Art. 13.In artikel 104, 1e lid, van hetzelfde decreet wordt de volgende wijzigingsbepaling aangebracht : punt 5° wordt vervangen door een punt 5° luidend als volgt : « 5° aan het personeelslid dat zijn kandidatuur voorlegt voor een betrekking van leraar multidisciplinaire opleiding door in vast verband benoemd te zijn binnen een van de volgende ambten : a) leraar grafisch en picturaal onderzoek voor de volgende specialiteiten : - tekenen, schilderen, illustratie en stripverhalen, infografie, digitale kunsten.b) leraar gedrukt beeld voor de volgende specialiteiten : - prentkunst, lithografie, serigrafie, fotografie, infografie.c) leraar geschiktmaking voor de volgende specialiteiten : - sierkunst, binnenhuisarchitect-decorateur, scenografie, binnenhuisarchitect/decorateur-decoratie, design.d) leraar textiele creatie voor de volgende specialiteiten : - tapijtkunst, weverij, ontwerp van theaterkostuums, decors, maskers, modeontwerpen, sieraden en maskers.e) leraar monumentale kunsten voor de volgende specialiteiten : - monumentale schilderij, monumentaal beeldhouwwerk, monumentale kunsten.f) leraar volumes voor de volgende specialiteiten : - beeldhouwwerk, beeldhouwceramiek.g) leraar vuurkunsten voor de volgende specialiteiten : - aardewerk, ceramiek, beeldhouwceramiek.h) leraar transdisciplinaire creatie.»

Art. 14.Een artikel 104bis luidend als volgt wordt ingevoegd in hetzelfde decreet : «

Art. 104bis.Voor het lezen van de artikelen 105, 106 en 107 omvat de vermelde academische graad « masterdiploma » de diploma's van : master, master met gespecialiseerde finaliteit of master met grondige finaliteit. »

Art. 15.Artikel 105 van hetzelfde decreet wordt vervangen door een artikel 105, luidend als volgt : « De vereiste bekwaamheidsbewijzen, de als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen en de bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs voor de ambten bedoeld in artikel 51, § 2, die de leden van het onderwijzend personeel kunnen uitoefenen in de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten worden als volgt bepaald : 1° leraar pluridisciplinaire opleiding : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van hoger kunstonderwijs of kunsthoger onderwijs met volledig leerplan van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten; - diploma van didactische master van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van gegradueerde in de plastische, visuele en ruimtekunsten, uitgereikt op het einde van het kunsthoger onderwijs van het korte type, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van bachelor in de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, uitgereikt op het einde van het hoger kunstonderwijs van het korte type en aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs in lichamelijke opvoeding, aangevuld met een erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van hoger kunstonderwijs met beperkt leerplan of diploma van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan (overgangsfilière) aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - de erkenning van nuttige ervaring aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO van een multidisciplinaire opleiding van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten; - GPBO transdisciplinaire creatie; - GHSO van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten. 2° leraar kunstgeschiedenis en esthetische analyse : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs van de groep kunstgeschiedenis en archeologie; - diploma van licentiaat of master in de kunstgeschiedenis en archeologie aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs van de 2e of de 3e graad van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master uit de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de kunstgeschiedenis en archeologie; - diploma van didactische master uit de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - diploma van licentiaat of master in de kunstgeschiedenis en archeologie; - diploma van het hoger kunstonderwijs van de 2e of de 3e graad uit de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten; - diploma van licentiaat of master uit de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten. c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO kunstgeschiedenis en esthetische analyse; - GHSO van de groep kunstgeschiedenis en archeologie; - GHSO uit de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten. 3° leraar artistieke beroepen, grafisch en picturaal onderzoek, gedrukt beeld, sierkunst, textiele creatie, monumentale kunsten, volumes en vuurkunsten : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs of van het kunsthoger onderwijs met volledig leerplan uitgereikt in de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, uitgereikt binnen de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven; - diploma van licentiaat of van master van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten uitgereikt binnen de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie uitgereikt in de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven; - diploma van licentiaat of van master van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie uitgereikt in de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs met beperkt leerplan of diploma van het kunstsecundair onderwijs met beperkt leerplan (overgangsfilière) uitgereikt in de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - voormelde diploma's, uitgereikt in een andere specialiteit dan de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs in plastische opvoeding aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - een bekendheid aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid, voor de volgende specialiteiten : kunstsmeedwerk, schrijnwerk, juwelierskunst-juwelenmakerij, brandschilderkunst, kantwerk, metaal, glaskunst. b) Voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GHSO van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten; - GHSO van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie; - GPBO van de specialiteit waarover les wordt gegeven; - GPBO van een andere specialiteit; - schilderkunst : GPBO voor monumentale schilderkunst; - beeldhouwkunst : GPBO voor monumentale beeldhouwkunst; - illustratie en stripverhalen : GPBO voor tekenen; - beeldhouwceramiek : GPBO ceramiek; - boekkunst : inbinden vergulden : GPBO boekkunst : inbinden vergulden/typografie en studie van het letterteken; - boekkunst : typografie en studie van het letterteken : GPBO boekkunst : inbinden vergulden/typografie en studie van het letterteken; - infografie : GPBO digitale kunsten; - videografie : GPBO cinegrafie, videografie en klanktechniek; - cinegrafie : GPBO cinegrafie, videografie en klanktechniek; - binnenhuisarchitect/decorateur - decoratie : GPBO decoratie of GPBO binnenhuisarchitect-decorateur; - modeontwerpen, sieraden en maskers : GPBO kostuums, decors, maskers; - monumentale kunsten : GPBO monumentale schilderkunst of GPBO monumentale beeldhouwkunst. 4° leraar kunsttechnieken : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van doctor uitgereikt in de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven; - diploma van ingenieur, apotheker, architect, industrieel ingenieur, technisch ingenieur, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master uitgereikt in de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring; - schooldiploma of diploma van technische vakken van de 3e graad uitgereikt in de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO van de specialiteit waarover les wordt gegeven; - GHSO van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten; - GHSO uitgereikt door een universitaire inrichting. 5° leraar transdisciplinaire creatie : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het kunsthoger onderwijs van de 2e of de 3e graad van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten; - diploma van licentiaat of van master van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - een bekendheid aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring in transdisciplinaire creatie en een bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO van transdisciplinaire creatie; - GHSO van de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten. »

Art. 16.In artikel 106, § 1 van hetzelfde decreet : a) worden de punten 2° tot 17° vervangen door de volgende punten 2° tot 17° luidend als volgt : « 2° leraar samenzang : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor koordirectie; - diploma van het hoger kunstonderwijs voor notenleer, muziekpedagogie, zang of lyrische kunst aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master, afdeling schriftuur en muziektheorie, optie koordirectie of muziekvorming of muziekopvoeding, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master, richting schriftuur en muziektheorie, optie koordirectie of optie muziekvorming of optie muziekopvoeding; - diploma van licentiaat of van master, afdeling stemvorming, optie zang of lyrische kunst, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master, richting stemvorming, optie zang of lyrische kunst. b) Voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs van notenleer, muziekpedagogie, zang of lyrische kunst; - diploma van licentiaat of master, richting schriftuur en muziektheorie, optie koordirectie of muziekvorming of muziekopvoeding; - diploma van licentiaat of master, afdeling stemvorming, optie zang of lyrische kunst; - master met de gespecialiseerde of grondige finaliteit, optie zang of lyrische kunst; c) Bewijzen voor pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - DPBO van de stemvakken; - DPBO zang of lyrische kunst; - GPBO samenzang; - GPBO stemvorming; - GHSO in het muziekdomein. 3° leraar muziekgeschiedenis - analyse a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs van de groep kunstgeschiedenis en archeologie (afdeling musicologie); - diploma van licentiaat of master van de groep kunstgeschiedenis en archeologie (afdeling of richting musicologie), aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de kunstgeschiedenis en archeologie, richting musicologie; - diploma van het hoger kunstonderwijs van muziekgeschiedenis, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van laureaat van het hoger kunstonderwijs (alle specialiteiten) aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - met uitzondering van de diploma's van licentiaat of van master van de afdelingen jazz en lichte muziek of electroakoestische muziek, elk diploma van licentiaat of master in de muziek aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - met uitzondering van de didactische master van de afdelingen jazz en lichte muziek of elektroakoestische muziek, elke didactische master in de muziek. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid : - GPBO muziekgeschiedenis - analyse; - GHSO musicologie; - GHSO in het muziekdomein. 4° leraar schriftuur - analyse : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - dipoma van het hoger kunstonderwijs voor harmonie, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van laureaat van het hoger kunstonderwijs (muziekpedagogie, orgel, clavecimbel, fuga en compositie), aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master afdeling schriftuur en muziektheorie, optie klassieke schriftuur of compositie of orkestdirectie of koordirectie, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master afdeling schriftuur en muziektheorie, optie klassieke schriftuur of compositie of orkestdirectie of koordirectie. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid c) bewijs van pedagogische bekwaamheid van onderwijs : - GPBO schriftuur - analyse; - GHSO van het muziekdomein. 5° leraar algemene jazzvorming : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor jazzharmonie, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs voor een instrument, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling jazz en lichte muziek, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling jazz en lichte muziek; - de erkenning van nuttige ervaring aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid van het onderwijs : - DPBO van het vak waarover les wordt gegeven; - GPBO algemene jazzvorming; - GHSO van het muziekdomein. 6° Leraar instrumentale vorming (verscheidene klassieke en oude specialiteiten) : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs uitgereikt voor de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs van een instrument uitgereikt voor een andere specialiteit, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of van master in de muziek, afdeling oude muziek, instrumentale vorming, uitgereikt in de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling oude muziek, instrumentale vorming, uitgereikt in de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, uitgereikt in de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, uitgereikt in de optie die overeenstemt met de specialiteit waarover les wordt gegeven; - diploma van licentiaat of master afdeling instrumentale vorming, uitgereikt in een optie die overeenstemt met een andere specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, uitgereikt in een optie die overeenstemt met een andere specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid van het onderwijs : - DPBO van het vak waarover les wordt gegeven; - GPBO instrumentale vorming, klassieke of oude instrumenten, van de specialiteit waarover les wordt gegeven; - GHSO van het domein van de muziek. 7° leraar instrumentale vorming jazz en leraar jazzensemble : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs jazzinstrument, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs instrument, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling jazz en lichte muziek, uitgereikt in de specialiteit waarover les wordt gegeven, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling jazz en lichte muziek, uitgereikt in de specialiteit waarin les gegeven wordt; - de erkenning van nuttige ervaring aangevuld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de vereiste bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - CPBO instrumentale vorming jazz en jazzensemble; - GHSO in het muziekdomein. 8° leraar instrumentaal ensemble : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor orkestdirectie; - diploma van het hoger kunstonderwijs voor kamermuziek aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs (verscheidene specialiteiten) aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling schriftuur en muziektheorie, optie orkestdirectie; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, alle opties, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, alle opties. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor kamermuziek; - diploma van het hoger kunstonderwijs voor een instrument (verscheidene specialiteiten); - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, alle opties; c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO instrumentaal ensemble; - GHSO van het muziekdomein. 9° leraar instrumentale kamermuziek : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor orkestdirectie; - diploma van het hoger kunstonderwijs voor kamermuziek, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, alle opties uitgezonderd jazz en lichte muziek, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, alle opties uitgezonderd jazz en lichte muziek; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling oude muziek, instrumentale vorming, alle opties, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling oude muziek : instrumentale vorming, alle opties. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor kamermuziek; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, alle opties uitgezonderd jazz en lichte muziek; - diploma van licentiaat of master in oude muziek, afdeling instrumentale vorming, alle opties. c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO instrumentale kamermuziek; - GHSO van het muziekdomein. 10° leraar van het blad lezen - transpositie a) vereiste bekwaamheidsbewijzen - diploma van het hoger kunstonderwijs voor een instrument aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs uitgereikt in een andere specialiteit aangevuld met het eindstudiegetuigschrift van de transpositielessen en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master in de muziek aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO van het blad lezen - transpositie; - GHSO van het muziekdomein. 11° leraar stemvorming, zang en vocale kamermuziek : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs zang of lyrische kunst aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling stemvorming, optie zang of lyrische kunst aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling stemvorming, optie zang of lyrische kunst. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid van het onderwijs : - DPBO stemvakken; - GPBO stemvorming, zang en vocale kamermuziek. 12° leraar lyrische kunst : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor lyrische kunst aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling stemvorming, optie lyrische kunst, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling stemvorming, optie lyrische kunst. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO lyrische kunst; - GHSO van het muziekdomein. 13° leraar belast met klavecimbelbegeleiding (continuo en specifieke begeleiding) : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs uitgereikt in de specialiteit klavecimbel; - diploma van licentiaat of master of didactische master in de muziek, afdeling oude muziek, instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit klavecimbel; - diploma van licentiaat of master of didactische master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit klavecimbel. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - geen.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - geen.14° leraar belast met de orgelbegeleiding : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor een instrument in de specialiteit orgel; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit orgel; - diploma van didactische master in de muziek, optie klavierinstrumenten, specialiteit orgel. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - geen;c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid : - geen.15° leraar belast met de pianobegeleiding : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor pianobegeleiding; - diploma van het hoger kunstonderwijs voor piano, jazzpiano of jazzklavierinstrumenten, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - eindgetuigschrift pianobegeleiding, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master in instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit pianobegeleiding; - diploma van licentiaat of master instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit pianobegeleiding; - diploma van didactische master instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO pianobegeleiding.16° leraar ritmiek : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - bekwaamheidsbewijs van licentiaat lichamelijke opvoeding aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van master in de motorische wetenschappen, richting lichamelijke opvoeding, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - einddiploma van het « Institut de Rythmique Jaques-Dalcroze de Belgique » uitgereikt in de specialiteit ritmiek, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - elk diploma van het hoger kunstonderwijs of van het kunsthoger onderwijs, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en het bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO ritmiek.17° leraar lichaamsexpressie : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van licentiaat lichamelijke opvoeding, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van master in de motorische wetenschappen, richting lichamelijke opvoeding, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - einddiploma van het « Institut Rythmique Jaques-Dalcroze de Belgique » uitgereikt in de specialiteit lichaamsexpressie, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - elk diploma van het hoger kunstonderwijs of van het kunsthoger onderwijs, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en het bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO lichamelijke expressie ».b) de punten 20° tot 22° luidend als volgt, worden toegevoegd : « 20° leraar praktijk muziekritmes van de wereld : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - de erkenning van nuttige ervaring aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid.b) voldoend geacht bekwaamheidsbewijs : - de erkenning van nuttige ervaring.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO praktijk muziekritmes van de wereld; - GHSO muziekdomein. 21° leraar improvisatie : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - de erkenning van nuttige ervaring aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid.b) voldoend geacht bekwaamheidsbewijs : - de erkenning van nuttige ervaring.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO improvisatie; - GHSO muziekdomein. 22° leraar erfgoedinstrumenten : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - de erkenning van nuttige ervaring aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid.b) voldoend geacht bekwaamheidsbewijs : - de erkenning van nuttige ervaring.c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO erfgoedinstrumenten; - GHSO muziekdomein. » c) § 2 wordt geschrapt.

Art. 17.In artikel 107, § 1 van hetzelfde decreet : a) worden de punten 1° tot 7° vervangen door de volgende punten 1° tot 7°, luidend als volgt : « 1° leraar dictie - voordrachtkunst : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voordrachtkunst, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs van de 3e graad, uitgereikt in de specialiteit "toneelkunst", aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs van het korte type, uitgereikt in de specialiteit "toneelvertolking", aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van het toneel en woordkunsten, optie redekunsten, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van het toneel en de woordkunsten, optie toneelkunst, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie, optie dramatische vertolking of toneel en communicatietechnieken, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master van de domeinen van het toneel en de woordkunsten, optie redekunsten; - diploma van didactische master van de domeinen van het toneel en de woordkunsten, optie dramatsiche kunst aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring; - diploma van didactische master van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie, optie dramatische vertolking of toneel en communicatietechnieken. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid;c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid : - DPBO gesproken Frans; - GPBO dictie-voordrachtkunst; - GHSO van de domeinen van het toneel en de woordkunsten; - GHSO van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie. 2° leraar toneelkunst : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor toneelkunst, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs van de 3e graad, uitgereikt in de specialiteit "toneelkunst", aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs van het korte type, uitgereikt in de specialiteit "dramatische interpretatie", aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van het toneel en de woordkunsten, optie toneelkunst, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van het toneel en de woordkunsten, optie redekunsten, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie, optie dramatische vertolking of toneel en communicatietechnieken, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master van de domeinen van het toneel en de woordkunsten, optie toneelkunst; - diploma van didactische master van de domeinen van het toneel en de woordkunsten, optie redekunsten, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring; - diploma van didactische master van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder het bewijs van pedagogische bekwaamheid;c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid : - GPBO toneelkunst; - GHSO van de domeinen van het toneel en de woordkunsten; - GHSO van de domeinen van de vertoningskunsten en de technieken voor de verspreiding en de communicatie. 3° leraar litteratuur- en toneelgeschiedenis : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs van de groep filosofie en letteren (afdeling Romaanse filologie); - diploma van licentiaat of master van de groep filosofie en letteren, afdeling Romaanse filologie, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs afdeling litteratuur- en toneelgeschiedenis, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van het hoger kunstonderwijs van de 3e graad uitgereikt in de specialiteit "toneelkunst", aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van het toneel en de woordkunsten, optie toneelkunst, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie, optie toneel en communicatietechnieken, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master van de domeinen van het toneel en de woordkunsten, optie toneelkunst; - diploma van didactische master van de vertoningskunsten en de technieken voor de verspreiding en de communicatie, optie toneel en communicatietechnieken; - diploma van master Franse en Romaanse taal- en letterkunde, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master Franse en Romaanse taal- en letterkunde; - diploma van licentiaat of master in de vertoningskunsten, uitgereikt door een universiteit, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master van de domeinen van de vertoningskunsten, uitgereikt door een universiteit; - diploma van geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs in de vertongingskunsten, uitgereikt door een universiteit. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid.c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid : - GPBO litteratuur- en toneelgeschiedenis; - GHSO van de domeinen van de vertoningskunsten en de techniek voor de verspreiding en de communicatie; - GHSO van de domeinen van het toneel en de woordkunsten; - GHSO in de vertoningskunsten uitgereikt door een universiteit. 4° leraar lichaamsexpressie : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma licentiaat lichamelijke opvoeding, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van master in de motorische wetenschappen, richting lichamelijke opvoeding, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - einddiploma van het "Institut de Rythmique Jacques Dalcroze de Belgique", uitgereikt in de specialiteit lichaamsexpressie, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - elk diploma van het hoger kunstonderwijs of van het kunsthoger onderwijs, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en het bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - de bekwaamheidsbewijzen opgenomen onder a) zonder bewijs van pedagogische bekwaamheid;c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO lichaamsexpressie;5° leraar belast met klavecimbelbegeleiding (continuo en specifieke begeleiding) : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor een instrument, uitgereikt in de specialiteit klavecimbel; - diploma van licentiaat of master of didactische master in de muziek, afdeling oude muziek, instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit klavecimbel; - diploma van licentiaat of master of didactische master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit klavecimbel. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : geen c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : geen 6° leraar belast met orgelbegeleiding : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor een instrument, uitgereikt in de specialiteit orgel; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit orgel; - diploma van didactische master in de muziek, optie klavierinstrumenten, specialiteit orgel. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : geen c) bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : geen.7° leraar belast met pianobegeleiding : a) vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor pianobegeleiding; - diploma van het hoger kunstonderwijs voor piano, jazzpiano of jazzklavierinstrumenten, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - eindgetuigschrift van begeleidende piano, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit pianobegeleiding; - diploma van licentiaat of master instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit pianobegeleiding; - diploma van didactische master instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - diploma van het hoger kunstonderwijs voor piano, jazzpiano of jazzklavierinstrumenten; - eindgetuigschrift van pianobegeleiding aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring; - diploma van licentiaat of master instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano. c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : GPBO pianobegeleiding.» b) § 2 wordt geschrapt.

Art. 18.Artikel 108 van hetzelfde decreet wordt vervangen door een artikel 108 luidend als volgt : «

Art. 108.De vereiste bekwaamheidsbewijzen, de als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen en de bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor de ambten bedoeld bij artikel 51, § 5, die de personeelsleden kunnen uitoefenen voor het onderwijzen van de danskunst, worden als volgt vastgesteld : 1° leraar klassieke dans : a) vereist bekwaamheidsbewijs : - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid;b) als voldoend geacht bekwaamheidsbewijs : - de erkenning van nuttige ervaring;c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO klassieke dans;2° leraar hedendaagse dans : a) vereist bekwaamheidsbewijs : - de erkenning van nuttige ervaring aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid;b) als voldoend geacht bekwaamheidsbewijs : - de erkenning van nuttige ervaring c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO hedendaagse dans;3° leraar jazzdans : a) vereist bekwaamheidsbewijs : - de erkenning van nuttige ervaring, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid;b) als voldoend geacht bekwaamheidsbewijs : - de erkenning van nuttige ervaring;c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : GPGO jazzdans;4° leraar belast met pianobegeleiding op de leergangen klassieke dans : a) Vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano of pianobegeleiding, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling jazz en lichte muziek, optie instrument, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano of pianobegeleiding; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling jazz en lichte muziek, optie instrument; - diploma van het hoger kunstonderwijs piano, jazzpiano of jazzklavierinstrumenten, aangevuld met het bewijs van pedagogische bekwaamheid; - eindgetuigschrift pianobegeleiding, aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring en een bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie klavierinstrumenten, specialiteit piano of pianobegeleiding; - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling jazz en lichte muziek, optie instrument; - diploma van het hoger kunstonderwijs voor pianobegeleiding; - diploma van het hoger kunstonderwijs voor piano, jazzpiano of jazzklavierinstrumenten; - eindgetuigschrift pianobegeleiding aangevuld met de erkenning van nuttige ervaring. c) bewijs van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO pianobegeleiding van de cursussen klassieke dans; - GHSO van het muziekdomein. 5° leraar belast met de begeleiding van de leergangen hedendaagse dans en jazzdans : a) Vereiste bekwaamheidsbewijzen : - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie slagwerk, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid; - diploma van didactische master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie slagwerk; - diploma van het hoger kunstonderwijs slagwerk of jazzslagwerk, aangevuld met een bewijs van pedagogische bekwaamheid. b) Als voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen : - diploma van licentiaat of master in de muziek, afdeling instrumentale vorming, optie slagwerk; - diploma van het hoger kunstonderwijs slagwerk of jazzslagwerk. c) Bewijzen van pedagogische bekwaamheid voor het onderwijs : - GPBO begeleiding leergangen hedendaagse dans en jazzdans - GHSO van het muziekdomein.»

Art. 19.In artikel 114 van hetzelfde decreet worden de woorden « of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden « op advies van het bestuur ».

Art. 20.§ 1. In de domeinen van de plastische, visuele en ruimtekunsten : 1° Worden de leden van het onderwijzend personeel, die de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd zijn in het ambt van leraar kunstgeschiedenis en esthetica, geacht tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd te zijn in het ambt van leraar kunstgeschiedenis en esthetische analyse op de datum van inwerkingtreding van dit decreet;2° Worden de leden van het onderwijzend personeel, die de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd zijn in het ambt van leraar van de kunstambten voor de specialiteit « boekkunst : inbinden-vergulden/typografie en studie van het letterteken », geacht tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd te zijn in het ambt van leraar kunstberoepen voor de specialiteit « boekkunst : inbinden-vergulden » op de datum van inwerkingtreding van dit decreet;3° Worden de leden van het onderwijzend personeel, die de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd zijn in het ambt van leraar grafisch en picturaal onderzoek specialiteit « infografie », geacht tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd te zijn in het ambt van leraar grafisch en picturaal onderzoek specialiteit « digitale kunsten » op de datum van inwerkingtreding van dit decreet;4° Worden de leden van het onderwijzend personeel, die de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd zijn in het ambt van leraar gedrukt beeld voor de specialiteit « cinegrafie, viedeografie, klanktechniek », houder van een diploma in de specialiteit « filmregisseur », geacht tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd te zijn in het ambt van leraar gedrukt beeld voor de specialiteit « cinegrafie » op de datum van inwerkingtreding van dit decreet;5° Worden de leden van het onderwijzend personeel, die de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd zijn in het ambt van leraar gedrukt beeld voor de specialiteit « cinegrafie, viedeografie, klanktechniek », houder van een ander diploma dan dat vermeld in punt 4°, geacht tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd te zijn in het ambt van leraar gedrukt beeld voor de specialiteit « videografie » op de datum van inwerkingtreding van dit decreet;6° Worden de leden van het onderwijzend personeel, die de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd zijn in het ambt van leraar inrichting voor de specialiteit « decoratie » of van leraar inrichting voor de specialiteit « binnenhuisarchitect/decorateur », geacht tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd te zijn in het ambt van leraar inrichting voor de specialiteit « binnenhuisarchitect-decorateur/decoratie » op de datum van inwerkingtreding van dit decreet;7° Worden de leden van het onderwijzend personeel, die de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd zijn in het ambt van leraar textielcreatie voor de specialiteit « kostuums, decors, maskers », geacht tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd te zijn in het ambt van leraar textielcreatie voor de specialiteit « modeontwerpen, sieraden en maskers »op de datum van inwerkingtreding van dit decreet;8° Worden de leden van het onderwijzend personeel, die de dag voor de inwerkingtreding van dit decreet tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd zijn in het ambt van leraar monumentale kunsten voor de specialiteit « monumentale schilderkunst » of voor de specialiteit « monumentale beeldhouwkunst », geacht tijdelijk aangesteld of in vast verband benoemd te zijn in het ambt van leraar monumentale kunsten op de datum van inwerkingtreding van dit decreet; § 2. De diensten gepresteerd door de leden van het onderwijzend personeel bedoeld in § 1 in een ambt waarvan de benaming gewijzigd is bij dit decreet worden op de datum van inwerkingtreding van dit decreet geacht gepresteerd te zijn in het nieuwe ambt.

Art. 21.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2009.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, C. DUPONT De Minister van Cultuur en Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA _______ Nota's (1) Zitting 2008-2009 : Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 687-1. - Verslag, nr. 687-2 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 28 april 2009.

Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

begin


Publicatie : 2009-08-06 Numac : 2009029376

^