gepubliceerd op 30 december 2020
Wet houdende dringende diverse fiscale en fraudebestrijding bepalingen
20 DECEMBER 2020. - Wet houdende dringende diverse fiscale en fraudebestrijding bepalingen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1 - Algemene bepaling
Artikel 1.De bepalingen van deze wet regelen een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2 - Wijziging van artikel 2753 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 2.Artikel 2753, § 1, zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen IV type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014380 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen III sluiten, en opgeheven bij de wet van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen IV type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014380 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen III sluiten, wordt hersteld als volgt: "Eenzelfde vrijstelling van storting van de bedrijfsvoorheffing ten belope van 80 pct. van die bedrijfsvoorheffing wordt toegekend aan ondernemingen die bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan onderzoekers die zijn tewerkgesteld in onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of - programma's en die een in § 2, 3° of 4°, bedoeld diploma hebben.".
Art. 3.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020 en is van toepassing op de bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 januari 2020. HOOFDSTUK 3 - Interestaftrekbeperking
Art. 4.Dit hoofdstuk heeft de omzetting tot doel van richtlijn 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt.
Art. 5.In artikel 198/1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen IV type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014380 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen III sluiten en gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/05/2019 pub. 15/05/2019 numac 2019012436 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I. type wet prom. 02/05/2019 pub. 22/05/2019 numac 2019012202 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, eerste streepje, worden de woorden "die overeenkomstig de artikelen 49, 52, 2°, 54 en 55" vervangen door de woorden "die overeenkomstig de overige artikelen uit dit Wetboek";2° in paragraaf 2, tweede lid, inleidende zin, worden de woorden "de interesten" vervangen door de woorden "de interesten en andere door de Koning omschreven kosten of opbrengsten die economisch gelijkwaardig zijn aan interesten";3° in paragraaf 2, tweede lid, tweede streepje, worden de woorden "die worden gesloten in uitvoering van een project van publiek-private samenwerking gegund na inmededingingstelling overeenkomstig de reglementering inzake overheidsopdrachten," vervangen door de woorden "die worden gesloten in uitvoering van een langlopend openbaar infrastructuurproject,";4° in paragraaf 3, eerste lid, worden in de bepaling onder b), de woorden "van de overeenkomstig het tweede lid samengestelde" vervangen door de woorden "van de overeenkomstig deze paragraaf samengestelde";5° in paragraaf 3, tweede lid, negende streepje, worden de woorden "in uitvoering van een project van publiek-private samenwerking gegund na inmededingingstelling overeenkomstig de reglementering inzake overheidsopdrachten," vervangen door de woorden "in uitvoering van een langlopend openbaar infrastructuurproject,";6° in paragraaf 6, eerste lid, 13°, worden de woorden "een project van publiek-private samenwerking gegund na inmededingingstelling conform de reglementering inzake overheidsopdrachten," vervangen door de woorden "een langlopend openbaar infrastructuurproject,";7° in paragraaf 6, eerste lid, worden de bepalingen onder 15° en 16° opgeheven; 8° paragraaf 6 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De Koning kan de wijze bepalen waarop het bewijs moet worden geleverd dat de belastingplichtige zich binnen het toepassingsgebied bevindt van een van de in het eerste lid bedoelde definities.".
Art. 6.Dit hoofdstuk treedt in werking op 31 december 2020 en is van toepassing op de belastbare tijdperken die vanaf die datum worden afgesloten. HOOFDSTUK 4 - Defensieve maatregelen ten aanzien van rechtsgebieden die zijn opgenomen op de EU-lijst van niet coöperatieve rechtsgebieden
Art. 7.In artikel 2, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/05/2019 pub. 15/05/2019 numac 2019012436 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I. type wet prom. 02/05/2019 pub. 22/05/2019 numac 2019012202 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 13°, b), wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende: "De in het eerste lid bedoelde vennootschap, vereniging, inrichting, instelling of entiteit, die rechtspersoonlijkheid bezit en die gevestigd is in een rechtsgebied dat op het einde van het belastbare tijdperk werd opgenomen op de EU-lijst van niet coöperatieve rechtsgebieden wordt eveneens vermoed te voldoen aan alle in het eerste lid bedoelde criteria van het eerste lid."; 2° de paragraaf wordt aangevuld met een bepaling onder 19°, luidende: "19° EU-lijst van niet coöperatieve rechtsgebieden Onder EU-lijst van niet coöperatieve rechtsgebieden wordt de EU-lijst van landen en rechtsgebieden die niet coöperatief zijn op belastinggebied begrepen die door de Raad van de Europese Unie wordt vastgelegd en waarvan elke door de Raad vastgestelde wijziging wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.".
Art. 8.In artikel 185/2, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen IV type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014380 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen III sluiten, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "De in het eerste lid bedoelde voorwaarden moeten buiten beschouwing worden gelaten indien de in het eerste lid bedoelde buitenlandse vennootschap is gevestigd in een rechtsgebied dat op het einde van het belastbare tijdperk werd opgenomen op de EU-lijst van niet coöperatieve rechtsgebieden.".
Art. 9.In artikel 203, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen IV type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014380 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen III sluiten, wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden "of die gevestigd is in een rechtsgebied dat op het einde van het belastbare tijdperk is opgenomen op de EU-lijst van niet coöperatieve rechtsgebieden".
Art. 10.In artikel 307, § 1/2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014381 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen IV type wet prom. 25/12/2017 pub. 29/12/2017 numac 2017014380 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen III sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, wordt de inleidende zin aangevuld met de woorden "op het tijdstip waarop de betaling heeft plaatsgevonden";2° in het eerste lid, in de bepaling onder a), worden de woorden "op het ogenblik waarop de betaling heeft plaatsgevonden," opgeheven; 3° het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder c), luidende: "c) ofwel is opgenomen op de EU-lijst van niet coöperatieve rechtsgebieden.".
Art. 11.Dit hoofdstuk treedt in werking op 31 december 2020.
De artikelen 7, 1°, en 8 zijn van toepassing op de belastbare tijdperken die vanaf 31 december 2020 worden afgesloten.
Artikel 9 is van toepassing op de in artikel 202, § 1, 1° en 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde dividenden die zijn verleend of toegekend vanaf 1 januari 2021.
Artikel 10 is van toepassing op de betalingen gedaan vanaf 1 januari 2021. HOOFDSTUK 5 - Platformeconomie
Art. 12."In artikel 90, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 1° bis, wordt in de inleidende zin, ingevoegd bij de programmawet van 1 juli 2016Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 01/07/2016 pub. 04/07/2016 numac 2016021055 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, gewijzigd bij de wet van 18 juli 2018 en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr.53/2020 van het Grondwettelijk Hof, het woord "uitsluitend" ingevoegd tussen de woorden "andere dan diensten die" en de woorden "inkomsten genereren die overeenkomstig de artikelen 7 of 17 of het 5° van dit lid aan de belasting worden onderworpen,"; 2° in de plaats van het derde lid, ingevoegd bij de programmawet van 1 juli 2016Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 01/07/2016 pub. 04/07/2016 numac 2016021055 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, vervangen bij de wet van 18 juli 2018 en vernietigd bij arrest nr.53/2020 van het Grondwettelijk Hof, wordt het als volgt luidende derde lid ingevoegd: "De inkomsten van onroerende goederen, de in artikel 17, § 1, 3° en 5°, bedoelde inkomsten van roerende goederen evenals de in het eerste lid, 5°, bedoelde inkomsten uit onderverhuring van onroerende goederen worden als in het eerste lid, 1 bis, vermelde inkomsten aangemerkt in de mate dat die goederen door de verkrijger van die inkomsten worden gebruikt voor het verwerven van de voormelde inkomsten.".
Art. 13.Artikel 97/1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de programmawet van 1 juli 2016Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 01/07/2016 pub. 04/07/2016 numac 2016021055 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, opgeheven bij de wet van 18 juli 2018 en hersteld ingevolge de wet van 11 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/02/2019 pub. 22/03/2019 numac 2019040488 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen sluiten, wordt vervangen als volgt: "
Art. 97/1.De in artikel 90, eerste lid, 1° bis, bedoelde inkomsten worden naar het netto bedrag ervan in aanmerking genomen, dit is het bruto bedrag verminderd met 50 pct. forfaitaire kosten.
Het bruto bedrag omvat het bedrag dat door of door tussenkomst van het platform daadwerkelijk is betaald of toegekend, verhoogd met alle sommen die door het platform of door tussenkomst van het platform zijn ingehouden.".
Art. 14.Artikel 102ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/02/2019 pub. 22/03/2019 numac 2019040488 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen sluiten, wordt opgeheven.
Art. 15.In titel VII, hoofdstuk III, van hetzelfde Wetboek, wordt een afdeling 1quater ingevoegd luidende "Afdeling 1quater - Plichten van exploitanten van een digitaal samenwerkingsplatform".
Art. 16.In afdeling 1quater, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 321quater ingevoegd, luidende: "
Art. 321quater.§ 1. "De onderneming die als exploitant van een digitaal samenwerkingsplatform personen op afstand verbindt voor de levering van een dienst, is ertoe gehouden: 1° bij elke totstandkoming van een overeenkomst via het platform volledige informatie te verstrekken over de fiscale en sociale verplichtingen die rusten op de personen die door haar tussenkomst diensten leveren.Ze is er tevens toe gehouden deze personen een elektronische link naar de websites van de overheidsdiensten ter beschikking te stellen, die hen in staat stelt aan deze verplichtingen te voldoen, en, in voorkomend geval, de naam van de in paragraaf 3 bedoelde vertegenwoordiger mee te delen; 2° uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op dat waarvoor de informatie wordt verstrekt, via elektronische weg aan de natuurlijke personen die als gebruiker van het platform, bedragen hebben ontvangen voor het verrichten van diensten in het kader van een overeenkomst die via het platform tot stand is gekomen en waarvan de onderneming op de hoogte is, een document met de volgende informatie toe te zenden: a) de identiteit van de gebruiker en zijn fiscaal nummer of, wanneer de verkrijger niet over een fiscaal nummer beschikt, zijn geboortedatum, voornaam en naam en volledige adres;b) de datum van aanvang of van stopzetting van zijn activiteit;c) de omschrijving van de door de gebruiker geleverde diensten;d) het bruto bedrag van de door de gebruiker verrichte transacties, desgevallend opgesplitst volgens de aard van de verrichte dienst;e) desgevallend, het bedrag en de aard van eventuele ingehouden sommen, desgevallend opgesplitst volgens de aard van de verrichte dienst. De in het eerste lid bedoelde diensten zijn de diensten in de zin van het Wetboek van de belasting op de toegevoegde waarde die worden verleend aan natuurlijke personen of rechtspersonen door een natuurlijke persoon die inwoner is van België of die in België worden verleend door een niet-inwoner.
Het in het eerste lid, 2°, a, bedoelde fiscaal nummer is het rijksregisternummer van de gebruiker of, voor niet-inwoners die geen rijksregisternummer hebben, het bis-identificatienummer toegekend door de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid. Het gebruik van het rijksregisternummer en het bis-identificatienummer is beperkt tot het doeleinde van het opstellen van het in het eerste lid, 2°, en paragraaf 2 bedoelde document.
De Koning bepaalt hoe de in het eerste lid, 2°, c, bedoelde omschrijving van de geleverde diensten dient te gebeuren. § 2. Uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarvoor de informatie wordt verstrekt, zendt de onderneming via elektronische weg een document aan de belastingadministratie, waarin alle in paragraaf 1, eerste lid, 2°, bedoelde informatie wordt samengevat. De Koning bepaalt de vorm waarin het document bij de bevoegde administratie wordt ingediend. § 3. Wanneer de in paragraaf 1 bedoelde onderneming in het buitenland is gevestigd zonder vestiging in België, benoemt zij een in België gevestigde vertegenwoordiger die persoonlijk verantwoordelijk is voor het nakomen van de verplichtingen van de onderneming. Hiertoe sluit de onderneming een schriftelijke overeenkomst met de persoon die haar voor België zal vertegenwoordigen. Een kopie van deze overeenkomst wordt via elektronische weg bezorgd aan de Federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
De Federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie houdt een lijst bij van vertegenwoordigers van de in paragraaf 1 bedoelde ondernemingen die in het buitenland zijn gevestigd zonder vestiging in België en maakt die bekend op haar webpagina. § 4. De in paragraaf 1, eerste lid, 2°, en paragraaf 2 bedoelde verplichtingen gelden niet voor de gegevens die bij toepassing van artikel 90, tweede lid, worden meegedeeld aan de verkrijger van de aldaar bedoelde inkomsten en aan de bevoegde fiscale administratie. § 5. De in paragraaf 1, eerste lid, 2°, en paragraaf 2 bedoelde documenten worden voor het eerst uiterlijk op 31 maart 2022 toegezonden aan de gebruiker van het platform en aan de belastingadministratie.".
Art. 17.Op de inkomsten als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2021 voor diensten die vóór die datum zijn geleverd, zijn dezelfde bepalingen van toepassing als op de inkomsten die vanaf 1 januari 2021 worden betaald of toegekend en betrekking hebben op diensten die vanaf diezelfde datum zijn geleverd.
Art. 18.De artikelen 12 tot 14 en 17 treden in werking op 1 januari 2021 en zijn van toepassing op de inkomsten die worden betaald of toegekend vanaf 1 januari 2021.
De artikelen 15 en 16 treden buiten werking op de dag waarop de richtlijn over administratieve samenwerking op belastinggebied in ons intern recht in werking treedt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 20 december 2020.
FILIP Van Koningswege : De Vice-eersteminister en Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-1683 Integraal verslag: 15 en 17 december 2020.