Etaamb.openjustice.be
Wet van 21 december 2022
gepubliceerd op 30 december 2022

Wet tot omzetting van Richtlijn 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16 (EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (1)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2022043134
pub.
30/12/2022
prom.
21/12/2022
ELI
eli/wet/2022/12/21/2022043134/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2022. - Wet tot omzetting van Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16 (EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. § 2. Deze wet regelt de verplichtingen van de exploitanten van digitale platformen en van de FOD Financiën inzake de inlichtingen die moeten worden meegedeeld aan een bevoegde autoriteit van een ander rechtsgebied in het kader van een automatische gegevensuitwisseling met betrekking tot de handelingen gerealiseerd door de tussenpersoon-digitaal platform, overeenkomstig de Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16(EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen of overeenkomstig artikel 6 van de Gezamenlijke overeenkomst tussen de Raad van Europa en de OESO van 25 januari 1988 inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden.

Deze wet verzekert eveneens de omzetting van de Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16(EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen.

Art. 2.Artikel 18, tweede lid van de wet houdende dringende diverse fiscale en fraudebestrijding bepalingen van 20 december 2020 wordt opgeheven. HOOFDSTUK 2 - Wijzigingen aan het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

Art. 3.In Titel VII, Hoofdstuk III, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt het opschrift van afdeling Iquater, vervangen als volgt: "Afdeling Iquater - Plichten van rapporterende platformexploitanten"

Art. 4.Artikel 321quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044502 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende dringende diverse fiscale en fraudebestrijding bepalingen type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 321quater.Voor de toepassing van deze afdeling worden de volgende termen als volgt gedefinieerd: 1° "Platform": de term "platform" betekent elke software, met inbegrip van een website of onderdeel daarvan en toepassingen waaronder mobiele toepassingen, die toegankelijk zijn voor gebruikers en waardoor verkopers in staat worden gesteld verbonden te zijn met andere gebruikers voor het verrichten van een relevante activiteit, direct of indirect, ten behoeve van dergelijke andere gebruikers.Daaronder begrepen zijn ook alle regelingen voor de inning en betaling van een tegenprestatie met betrekking tot de relevante activiteit.

De term "platform" omvat niet de software die zonder enige verdere interventie bij het verrichten van een relevante activiteit uitsluitend een van de volgende activiteiten mogelijk maakt: a) het uitvoeren van betalingen in verband met een relevante activiteit;b) het aanbieden of adverteren van een relevante activiteit door gebruikers;c) het doorverwijzen of overbrengen van gebruikers naar een platform;2° "Platformexploitant": een entiteit die een overeenkomst sluit met verkopers om een platform geheel of gedeeltelijk beschikbaar te stellen aan die verkopers;3° "Uitgesloten platformexploitant": een platformexploitant die vooraf en jaarlijks ten genoegen van de bevoegde autoriteit waaraan hij anders had moeten rapporteren, overeenkomstig de voorschriften van artikel 321sexies, heeft aangetoond dat het volledige bedrijfsmodel van het platform van dusdanige aard is dat het niet over te rapporteren verkopers beschikt;4° "Rapporterende platformexploitant": een andere platformexploitant dan een uitgesloten platformexploitant, die in een van de volgende situaties verkeert: a) hij is een Belgische fiscaal ingezetene of, indien dat niet het geval is, voldoet aan één van de volgende voorwaarden: i) hij is opgericht in overeenstemming met de Belgische wetgeving; ii) zijn plaats van leiding (inclusief de werkelijke leiding) bevindt zich in België; iii) hij heeft een vaste inrichting in België en is geen gekwalificeerde platformexploitant buiten de Unie; b) hij is geen fiscaal ingezetene van een lidstaat, noch is hij opgericht of wordt hij bestuurd in een lidstaat, noch heeft hij een vaste inrichting in een lidstaat, maar hij faciliteert de verrichting van een relevante activiteit door te rapporteren verkopers of een relevante activiteit bestaande uit de verhuur van onroerend goed dat in een lidstaat is gelegen, en hij is geen gekwalificeerde platformexploitant buiten de Unie;5° "Gekwalificeerde platformexploitant buiten de Unie": een platformexploitant van wie alle relevante activiteiten die hij faciliteert ook gekwalificeerde relevante activiteiten zijn en die een fiscaal ingezetene is van een gekwalificeerd rechtsgebied buiten de Unie of, indien hij geen fiscaal ingezetene is van een gekwalificeerd rechtsgebied buiten de Unie, die aan een van de volgende voorwaarden voldoet: a) hij is opgericht in overeenstemming met de wetgeving van een gekwalificeerd rechtsgebied buiten de Unie;of b) zijn plaats van leiding (inclusief de werkelijke leiding) bevindt zich in een gekwalificeerd rechtsgebied buiten de Unie;6° "Gekwalificeerd rechtsgebied buiten de Unie": een rechtsgebied buiten de Unie dat een van kracht zijnde adequate overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten heeft gesloten met de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten die in een door dit rechtsgebied buiten de Unie gepubliceerde lijst zijn aangemerkt als te rapporteren rechtsgebieden;7° "Van kracht zijnde adequate overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten": een overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat en een rechtsgebied buiten de Unie, die de automatische en verplichte uitwisseling oplegt van inlichtingen die gelijkwaardig zijn aan die welke in artikel 321sexies, § 5, zijn gespecificeerd, zoals bevestigd in een uitvoeringshandeling overeenkomstig artikel 8 bis quater, lid 7 van de richtlijn 2011/16, zoals gewijzigd bij de richtlijn 2021/514;8° "Relevante activiteit": een van de onderstaande activiteiten die worden verricht voor een tegenprestatie: a) de verhuur van een onroerend goed, daaronder begrepen zakelijk en niet-zakelijk onroerend goed, alsmede elk ander onroerend goed en parkeerruimten;b) een persoonlijke dienst;c) de verkoop van goederen;d) de verhuur van transportmiddelen; De term "relevante activiteit" omvat niet de activiteiten die door een verkoper worden verricht in de hoedanigheid van werknemer van de rapporterende platformexploitant of van een met de platformexploitant gelieerde entiteit. 9° "Gekwalificeerde relevante activiteit": elke relevante activiteit die valt onder de automatische uitwisseling op grond van een van kracht zijnde adequate overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten;10° "Tegenprestatie": een compensatie onder welke vorm ook, met aftrek van de kosten, commissielonen of belastingen die door de rapporterende platformexploitant worden ingehouden of geheven, die wordt betaald of gecrediteerd aan een verkoper in verband met de relevante activiteit, en waarvan het bedrag door de platformexploitant gekend is of redelijkerwijs gekend kan zijn;11° "Persoonlijke dienst": een dienst die een tijdgebonden of taakgerichte activiteit omvat die door een of meer natuurlijke personen wordt uitgevoerd, hetzij zelfstandig, hetzij namens een entiteit, en die wordt verricht op verzoek van een gebruiker, hetzij online, hetzij fysiek offline, na facilitering door een platform;12° "Verkoper": een gebruiker van een platform, hetzij een natuurlijke persoon, hetzij een entiteit, die op enig ogenblik tijdens de rapporteringsperiode op het platform is geregistreerd en een relevante activiteit verricht;13° "Actieve verkoper": elke verkoper die tijdens de rapporteringsperiode een relevante activiteit verricht, of aan wie een tegenprestatie wordt betaald of gecrediteerd in verband met een relevante activiteit tijdens de rapporteringsperiode;14° "Te rapporteren verkoper": elke actieve verkoper, die geen uitgesloten verkoper is, die een ingezetene is van een aan rapportering onderworpen rechtsgebied of die een onroerend goed heeft verhuurd dat in een aan rapportering onderworpen rechtsgebied is gelegen;15° "Uitgesloten verkoper": elke verkoper: a) die een overheidsinstantie is;b) die een entiteit is waarvan de aandelen regelmatig worden verhandeld op een erkende effectenbeurs of een gelieerde entiteit is van een entiteit waarvan de aandelen regelmatig worden verhandeld op een erkende effectenbeurs; c) die een entiteit is waarvoor de platformexploitant tijdens de rapporteringsperiode meer dan 2.000 relevante activiteiten heeft gefaciliteerd door de verhuur van onroerend goed met betrekking tot een eigendomslijst; of d) voor wie de platformexploitant tijdens de rapporteringsperiode minder dan 30 relevante activiteiten heeft gefaciliteerd door de verkoop van goederen, en waarvoor het totale bedrag van de tegenprestatie dat is betaald of gecrediteerd, ten hoogste 2.000 euro bedroeg;

Het uitgesloten karakter van een verkoper beoogd door punt c) en d) wordt beoordeeld op het einde van de periode waarvoor de mededeling aan de Belgische bevoegde autoriteit moet worden gedaan. 16° "Entiteit": een rechtspersoon of een juridische constructie, zoals een vennootschap, samenwerkingsverband, trust of stichting.Een entiteit is een gelieerde entiteit van een andere entiteit indien een van beide entiteiten zeggenschap heeft over de andere, of indien beide entiteiten onder een gemeenschappelijk zeggenschap vallen. Daartoe wordt onder zeggenschap mede verstaan de directe of indirecte deelneming van meer dan 50 % van het aantal stemmen of van de waarde in een entiteit. Bij indirecte deelneming wordt de nakoming van het vereiste dat meer dan 50 % van het eigendomsrecht in het kapitaal van de andere entiteit wordt gehouden, bepaald door vermenigvuldiging van de deelnemingspercentages door de opeenvolgende niveaus heen. Een persoon die meer dan 50 % van de stemrechten houdt, wordt geacht 100 % van die rechten te houden; 17° "Overheidsinstantie": de regering van een lidstaat of van een ander rechtsgebied, een staatkundig onderdeel van een lidstaat of van een ander rechtsgebied (met inbegrip van een staat, gemeenschap, gewest, provincie, of gemeente), of elk agentschap dat of elke instantie die volledig behoort tot de voornoemde entiteiten;18° "TIN": een fiscaal identificatienummer, of een functioneel equivalent bij gebreke van een fiscaal identificatienummer, toegekend door een lidstaat of door het rechtsgebied waarvan de verkoper ingezetene is;19° "Btw-identificatienummer": het unieke nummer ter identificatie van een belastingplichtige of van een niet-belastingplichtige rechtspersoon, die is geregistreerd voor btw-doeleinden;20° "Hoofdadres": het adres van de hoofdverblijfplaats van een verkoper die de hoedanigheid van natuurlijke persoon heeft, alsook het adres van de hoofdzetel van een verkoper die de hoedanigheid van entiteit heeft;21° "Rapporteringsperiode": het kalenderjaar waarvoor de rapportage wordt gedaan op grond van artikel 321sexies;22° "Eigendomslijst": alle onroerende goederen die op hetzelfde adres gelegen zijn, in het bezit zijn van dezelfde eigenaar en door dezelfde verkoper via een platform te huur worden aangeboden;23° "Identificatiecode van de financiële rekening": het unieke identificatienummer of referentienummer van de rekening bij een bank of van elke andere rekening bij een vergelijkbare betalingsdienst waarover de platformexploitant beschikt en waarop de tegenprestatie wordt betaald of gecrediteerd;24° "Goederen": elke lichamelijke zaak; 25° "Aan rapportering onderworpen rechtsgebied" betekent alle lidstaten en elk rechtsgebied buiten de Unie dat als zodanig is geïdentificeerd op een door België gepubliceerde lijst."

Art. 5.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 321quinquies ingevoegd, luidende: "

Art. 321quinquies.§ 1. De rapporterende platformexploitant als omschreven in artikel 321quater, 4° verzamelt, voor elke verkoper natuurlijke persoon, alle volgende inlichtingen: a) de naam en voornaam;b) het hoofdadres;c) elk aan die verkoper afgegeven TIN, met vermelding van elk rechtsgebied van afgifte, en, bij gebrek van het TIN, de geboorteplaats van die verkoper;d) het btw-identificatienummer van die verkoper, indien van toepassing;e) de geboortedatum. Voor elke verkoper die de hoedanigheid van entiteit heeft, zonder een uitgesloten verkoper te zijn, als omschreven in artikel 321quater, 15°, a tot c, verzamelt de rapporterende platformexploitant alle volgende inlichtingen: a) de handelsnaam;b) het hoofdadres;c) elk aan die verkoper afgegeven TIN, met de vermelding van elk rechtsgebied van afgifte;d) in voorkomend geval, het btw-identificatienummer van deze verkoper;e) het bedrijfsregistratienummer;f) het bestaan van elke vaste inrichting met behulp waarvan relevante activiteiten worden verricht in de Unie, in voorkomend geval, met aanduiding van elke lidstaat waar een vaste inrichting is gelegen. In afwijking van het eerste en tweede lid, is de rapporterende platformexploitant niet verplicht de inlichtingen als bedoeld in het eerste lid, b) tot e), en in het tweede lid, b) tot f), te verzamelen indien de inlichtingen gebaseerd zijn op een directe bevestiging van de identiteit en de woonplaats van de verkoper via een identificatiedienst die door een aan rapportering onderworpen rechtsgebied of door de Europese Unie beschikbaar is gesteld om de identiteit en de fiscale woonplaats van de verkoper vast te stellen.

In afwijking van de leden 1, c), en 2, c) en e), is de rapporterende platformexploitant niet verplicht het TIN of, naargelang het geval, het bedrijfsregistratienummer te verzamelen in de volgende gevallen: a) Het rechtsgebied waarvan de verkoper een ingezetene is, geeft geen TIN of bedrijfsregistratienummer af aan de verkoper;b) Het rechtsgebied waarvan de verkoper een ingezetene is, vereist niet dat het aan de verkoper afgegeven TIN wordt verzameld. § 2. Teneinde te bepalen of een verkoper kan beschouwd worden als een uitgesloten verkoper in de zin van artikel 321quater, 15°, a en b, kan de rapporterende platformexploitant zich baseren op de openbaar beschikbare informatie of een bevestiging van de verkoper die de hoedanigheid heeft van entiteit.

Teneinde te bepalen of een verkoper kan worden beschouwd als een uitgesloten verkoper in de zin van artikel 321quater, 15°, c en d, kan de rapporterende platformexploitant zich baseren op de registers waarover hij beschikt. § 3. De rapporterende platformexploitant bepaalt of de inlichtingen die zijn verzameld op grond van § 1, eerste lid en tweede lid, a) tot e) en van §§ 2 en 5, betrouwbaar zijn, door gebruik te maken van alle inlichtingen en documenten waarover hij in zijn registers beschikt, alsmede van elke elektronische interface die gratis beschikbaar is gesteld door een aan rapportering onderworpen rechtsgebied of door de Europese Unie teneinde de geldigheid van het TIN en/of van het btw-identificatienummer vast te stellen. Niettegenstaande het vorige lid, kan de rapporterende platformexploitant voor de voltooiing van de due diligence-procedures overeenkomstig § 6, tweede lid, bepalen of de inlichtingen die zijn verzameld op grond van § 1, eerste lid, tweede lid a) tot e) en van §§ 2 en 5, betrouwbaar zijn door gebruik te maken van de inlichtingen en documenten waarover hij in zijn elektronisch doorzoekbare registers beschikt.

In toepassing van § 6, derde lid, b), en niettegenstaande het eerste en tweede lid van huidige paragraaf, ingeval de rapporterende platformexploitant redenen heeft om aan te nemen dat gegevens als bedoeld in § 1 of in § 5 onnauwkeurig kunnen zijn op basis van inlichtingen die zijn verstrekt door de bevoegde autoriteit van een aan rapportering onderworpen rechtsgebied naar aanleiding van een verzoek betreffende een specifieke verkoper, verzoekt hij de verkoper de gegevens die niet correct zijn gebleken, te corrigeren, en ondersteunende documenten, gegevens of inlichtingen te verstrekken die betrouwbaar zijn en afkomstig zijn uit een onafhankelijke bron, zoals: a) een geldig identiteitsbewijs afgegeven door de nationale autoriteiten;b) een recent certificaat van fiscale woonplaats. § 4. Een rapporterende platformexploitant beschouwt de verkoper als een ingezetene van het rechtsgebied waar deze verkoper zijn hoofdadres heeft. Indien het rechtsgebied waarvan de verkoper ingezetene is, verschillend is van het rechtsgebied waar het hoofdadres van de verkoper gelegen is, beschouwt de rapporterende platformexploitant de verkoper ook als een ingezetene van het rechtsgebied dat aan de verkoper een TIN heeft afgegeven, indien dit rechtsgebied eveneens een lidstaat is. Indien de verkoper inlichtingen heeft verstrekt in verband met het bestaan van een vaste inrichting op grond van § 1, tweede lid, f), beschouwt de rapporterende platformexploitant de verkoper ook als een ingezetene van die lidstaat die de verkoper heeft opgegeven.

Niettegenstaande het eerste lid, beschouwt de rapporterende platformexploitant de verkoper als een ingezetene van elk rapporterend rechtsgebied dat wordt bevestigd door een elektronische identificatiedienst die door een aan rapportering onderworpen rechtsgebied of door de Unie op grond van § 1, derde lid, beschikbaar is gesteld. § 5. Indien een verkoper een relevante activiteit bestaande uit de verhuur van onroerend goed verricht, verzamelt de rapporterende platformexploitant de adresgegevens van elke eigendomslijst en, voor zover toegekend, het respectieve kadasternummer of het equivalent daarvan in het nationale recht van het rechtsgebied waar het onroerend goed gelegen is. Indien een rapporterende platformexploitant meer dan 2.000 relevante activiteiten heeft gefaciliteerd door een eigendomslijst te verhuren voor dezelfde verkoper die de hoedanigheid van entiteit heeft, verzamelt de rapporterende platformexploitant ondersteunende documenten, gegevens of inlichtingen waaruit blijkt dat de eigendomslijst eigendom is van dezelfde eigenaar. § 6. De rapporterende platformexploitant voltooit uiterlijk op 31 december van de rapporteringsperiode de due diligence-procedures zoals bedoeld in de §§ 1 tot 5.

In afwijking van het eerste lid, moeten voor verkopers die al op het platform waren geregistreerd op datum van 1 januari 2023 of op de datum waarop een entiteit een rapporterende platformexploitant wordt, de in §§ 1 tot 5 bedoelde due diligence-procedures worden voltooid uiterlijk op 31 december van de tweede rapporteringsperiode door de rapporterende platformexploitant.

Niettegenstaande het eerste lid, kan een rapporterende platformexploitant zich baseren op de due diligence-procedures die in eerdere rapporteringsperioden werden uitgevoerd, mits: a) de in § 1, eerste en tweede lid, vereiste inlichtingen over de verkoper werden hetzij verzameld en geverifieerd, hetzij bevestigd, in de laatste 36 maanden;en b) er voor de rapporterende platformexploitant geen redenen zijn om aan te nemen dat de inlichtingen die op grond van de §§ 1 en 5 zijn verzameld, niet of niet meer betrouwbaar of correct zijn. § 7. De rapporterende platformexploitant kan ervoor kiezen de in §§ 1 tot 6 bepaalde due diligence-procedures uitsluitend te voltooien voor actieve verkopers in de zin van artikel 321quater, 13°. § 8. Een rapporterende platformexploitant kan een beroep doen op een externe dienstverlener om de in dit artikel bedoelde due diligence-verplichtingen te vervullen, maar de verantwoordelijkheid ter zake blijft bij de rapporterende platformexploitant berusten.

Indien een platformexploitant de due diligence-verplichtingen vervult voor een rapporterende platformexploitant met betrekking tot hetzelfde platform overeenkomstig het eerste lid, voert die platformexploitant de due diligence-procedures op grond van de voorschriften van dit artikel uit. De verantwoordelijkheid voor het vervullen van de due diligence-verplichtingen blijft bij de rapporterende platformexploitant berusten. § 9. De platformexploitant houdt een register bij van de stappen die zijn genomen en van eventuele inlichtingen die zijn gebruikt voor de uitvoering van de due diligence-procedures en zijn rapportageverplichtingen aan de Belgische bevoegde autoriteit."

Art. 6.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 321sexies ingevoegd, luidende: "

Art. 321sexies.§ 1. Een rapporterende platformexploitant in de zin van artikel 321quater, 4°, a), verstrekt aan de bevoegde autoriteit van de FOD Financiën de in § 5, vermelde inlichtingen met betrekking tot de rapporteringsperiode uiterlijk op 31 januari van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de verkoper als te rapporteren verkoper is aangemerkt. Indien er meer dan één rapporterende platformexploitant is, is eenieder onder hen die overeenkomstig het nationale recht kan aantonen dat dezelfde inlichtingen door een andere rapporterende platformexploitant zijn verstrekt, vrijgesteld van de verplichting die inlichtingen te verstrekken.

Indien een rapporterende platformexploitant in de zin van artikel 321quater, 4°, a), in meer dan een lidstaat voldoet aan een van de daarin genoemde voorwaarden, kiest hij een van die lidstaten uit waarin hij aan de rapportageverplichtingen van dit artikel zal voldoen. De rapporterende platformexploitant die ervoor kiest om deze verplichtingen in België te voldoen geeft kennis van zijn keuze aan het geheel van bevoegde autoriteiten van de andere betrokken bevoegde lidstaten en verstrekt de in § 5 genoemde inlichtingen met betrekking tot de rapporteringsperiode aan de bevoegde autoriteit uiterlijk op 31 januari van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de verkoper is aangemerkt als een te rapporteren verkoper.

Indien er meer dan één rapporterende platformexploitant is, is eenieder onder hen die overeenkomstig het nationale recht kan aantonen dat dezelfde inlichtingen door een andere rapporterende platformexploitant zijn verstrekt in een andere lidstaat of in een bevoegd rechtsgebied buiten de Unie, vrijgesteld van de verplichting die inlichtingen te verstrekken. § 2. Een rapporterende platformexploitant in de zin van artikel 321quater, 4°, b), die in België geregistreerd is overeenkomstig artikel 321septies verstrekt de in § 5 genoemde inlichtingen met betrekking tot de rapporteringsperiode aan de Belgische bevoegde autoriteit, uiterlijk op 31 januari van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de verkoper is aangemerkt als een te rapporteren verkoper.

Niettegenstaande het voorafgaande lid, is een rapporterende platformexploitant in de zin van artikel 321quater, 4°, b), niet verplicht de in § 5 bedoelde informatie te verstrekken met betrekking tot gekwalificeerde relevante activiteiten die vallen onder een van kracht zijnde adequate overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten, die reeds voorziet in de automatische uitwisseling van gelijkwaardige inlichtingen met een lidstaat over te rapporteren verkopers die ingezetene zijn van die lidstaat. § 3. Een rapporterende platformexploitant verstrekt tevens de in § 5, 2) en 3) vermelde inlichtingen aan de te rapporteren verkoper waarop zij betrekking hebben, uiterlijk op 31 januari van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de verkoper is aangemerkt als een te rapporteren verkoper. § 4. De inlichtingen met betrekking tot de tegenprestatie die is betaald of gecrediteerd in een fiduciaire valuta, worden verstrekt in de munt waarin zij is betaald of gecrediteerd. Ingeval de tegenprestatie is betaald of gecrediteerd in een andere vorm dan een fiduciaire valuta, worden de inlichtingen gerapporteerd in de lokale munt, omgezet of gewaardeerd op een door de rapporterende platformexploitant consistent vastgestelde wijze.

Inlichtingen over de tegenprestatie en andere bedragen worden verstrekt voor het kwartaal van de rapporteringsperiode waarin de tegenprestatie is betaald of gecrediteerd. § 5. Elke rapporterende platformexploitant verstrekt de volgende inlichtingen: 1) de naam, het adres van de hoofdzetel, het TIN en, in voorkomend geval, het door de Belgische bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 321septies toegewezen individueel identificatienummer van de rapporterende platformexploitant, alsook de handelsnamen van het (de) platform(s) waarover de rapporterende platformexploitant rapporteert;2) Met betrekking tot elke te rapporteren verkoper die een andere relevante activiteit heeft verricht dan de verhuur van onroerend goed: a) de inlichtingen die op grond van artikel 321quinquies verzameld moeten worden;b) de identificatiecode van de financiële rekening, voor zover bekend aan de rapporterende platformexploitant en voor zover de bevoegde autoriteit van het aan rapportering onderworpen rechtsgebied waarvan de te rapporteren verkoper een ingezetene is in de zin van artikel 321quinquies, § 4, niet heeft bekendgemaakt dat zij niet voornemens is de identificatiecode van de financiële rekening voor dat doel te gebruiken;c) indien verschillend van de naam van de te rapporteren verkoper, bovenop de identificatiecode van de financiële rekening, de naam van de houder van de financiële rekening waarop de tegenprestatie wordt betaald of gecrediteerd, voor zover bekend aan de rapporterende platformexploitant, alsook alle andere financiële identificatiegegevens waarover de rapporterende platformexploitant beschikt met betrekking tot die rekeninghouder;d) elk rechtsgebied waarvan de te rapporteren verkoper een ingezetene is in de zin van artikel 321quinquies, § 4;e) het totale bedrag van de tegenprestatie die is betaald of gecrediteerd tijdens elk kwartaal van de rapporteringsperiode, en het aantal relevante activiteiten waarvoor deze is betaald of gecrediteerd;f) alle kosten, commissielonen of belastingen die door de rapporterende platformexploitant tijdens elk kwartaal van de rapporteringsperiode ingehouden of geheven werden;3) Met betrekking tot elke te rapporteren verkoper die een relevante activiteit bestaande uit de verhuur van onroerend goed heeft verricht: a) de inlichtingen die op grond van artikel 321quinquies, verzameld moeten worden;b) de identificatiecode van de financiële rekening, voor zover bekend aan de rapporterende platformexploitant en voor zover de bevoegde autoriteit van het aan rapportering onderworpen rechtsgebied waarvan de te rapporteren verkoper een ingezetene is in de zin van artikel 321quinquies, § 4, niet heeft bekendgemaakt dat zij niet voornemens is de identificatiecode van de financiële rekening voor dat doel te gebruiken;c) indien verschillend van de naam van de te rapporteren verkoper, bovenop de identificatiecode van de financiële rekening, de naam van de houder van de financiële rekening waarop de tegenprestatie wordt betaald of gecrediteerd, voor zover bekend aan de rapporterende platformexploitant, alsook alle andere financiële identificatiegegevens waarover de rapporterende platformexploitant beschikt met betrekking tot die rekeninghouder;d) elk rechtsgebied waarvan de te rapporteren verkoper een ingezetene is in de zin van artikel 321quinquies, § 4;e) het adres van elke eigendomslijst, vastgesteld op basis van de procedures als omschreven in artikel 321quinquies, § 5, en het respectieve kadasternummer of het equivalent daarvan in het nationale recht van het rechtsgebied waar het goed gelegen is, in voorkomend geval;f) het totale bedrag van de tegenprestatie die is betaald of gecrediteerd tijdens elk kwartaal van de rapporteringsperiode, en het aantal relevante activiteiten dat is verricht voor elke eigendomslijst;g) alle kosten, commissielonen of belastingen die door de rapporterende platformexploitant tijdens elk kwartaal van de rapporteringsperiode ingehouden of geheven werden;h) voor zover beschikbaar, het aantal dagen dat elke eigendomslijst werd verhuurd tijdens de rapporteringsperiode en het type van elke eigendomslijst. § 6. Wanneer op grond van § 1, eerste lid, in fine en derde lid de rapporterende platformexploitant vrijgesteld is om de inlichtingen bedoeld in § 5 te verstrekken, verstrekt deze laatste aan de administratie de identiteit van de platformexploitant die reeds de mededeling heeft uitgevoerd die deze vrijstelling rechtvaardigt. § 7. Wanneer de platformexploitant geen enkele inlichting heeft te verstrekken over actieve verkopers of te rapporteren verkopers voor een bepaalde periode, dan vervolledigt deze laatste het mededelingsformulier in die zin."

Art. 7.In hetzelfde wetboek, wordt een artikel 321septies ingevoegd, luidende: "Art. 321septies § 1. De rapporterende platformexploitant in de zin van artikel 321quater, 4°, b), registreert zich, indien hij niet heeft gekozen om zich in een andere lidstaat te registreren, bij de Belgische bevoegde autoriteit wanneer hij zijn activiteit als platformexploitant begint of uiterlijk op 31 maart 2023 indien hij deze activiteit reeds uitoefende voor de inwerkingtreding van deze bepaling. § 2. De platformexploitant verstrekt aan de Belgische bevoegde autoriteit, voor zijn unieke registratie: a) zijn naam;b) zijn postadres;c) zijn e-mailadres, met inbegrip van websites;d) elk TIN dat hem zou zijn toegekend;e) een verklaring met informatie over de identificatie van die rapporterende platformexploitant voor btw-doeleinden binnen de Unie, overeenkomstig titel XII, hoofdstuk 6, afdelingen 2 en 3, van Richtlijn 2006/112 (EG) van de Raad;f) de lidstaten waarvan de te rapporteren verkopers ingezetenen zijn, overeenkomstig artikel 321quinquies, § 4. § 3. De rapporterende platformexploitant stelt de Belgische bevoegde autoriteit in kennis van alle wijzigingen van de inlichtingen bepaald in § 2. § 4. De bevoegde autoriteit kent een individueel identificatienummer toe aan de rapporterende platformexploitant en deelt dit via elektronische weg mee aan de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten. § 5. Indien een rapporterende platformexploitant niet voldoet aan zijn rapportageverplichtingen zoals voorzien in artikel 321sexies, herroept de Belgische bevoegde autoriteit, na twee aanmaningen en het verstrijken van een termijn van ten minste 30 dagen en voor het verstrijken van een termijn van 90 dagen na de datum van de tweede aanmaning, de registratie van de rapporterende platformexploitant. § 6. De rapporterende platformexploitant waarvan de registratie werd herroepen overeenkomstig paragraaf 5 wordt slechts toegelaten om opnieuw te worden geregistreerd op voorwaarde van het leveren van voldoende waarborgen van zijn engagement om zijn rapportageverplichtingen te vervullen, hieronder begrepen deze waaraan hij nog niet aan heeft voldaan."

Art. 8.In hetzelfde wetboek, wordt een artikel 321octies ingevoegd, luidende: "

Art. 321octies.Indien een verkoper de rapporterende platformexploitant niet de inlichtingen verstrekt zoals vereist in artikel 321quinquies, § 1, na twee aanmaningen die zijn gedaan na het eerste verzoek dat door de rapporterende platformexploitant is verzonden, maar niet voor het verstrijken van een termijn van 60 dagen, sluit de rapporterende platformexploitant de rekening van de verkoper af en voorkomt hij dat die verkoper zich opnieuw zou registreren op het platform of houdt hij de betaling in van de tegenprestatie die bedoeld is voor de verkoper zolang de verkoper niet de gevraagde inlichtingen heeft verstrekt."

Art. 9.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 321nonies ingevoegd, luidende: "

Art. 321nonies.De Koning bepaalt de modellen van de formulieren, de verzendingsmodaliteiten aan de FOD Financiën voor het verstrekken van de in artikel 321sexies, § 5 bedoelde inlichtingen, de te volgen modaliteiten zodat de platformexploitant kan worden beschouwd als uitgesloten in de zin van artikel 321quater, 3°, de te volgen modaliteiten zodat de platformexploitant België kan aanduiden met het oog op het voldoen van zijn rapportageverplichtingen overeenkomstig artikel 321sexies, § 1, tweede lid, alsook de modaliteiten zodat de platformexploitant de in artikel 321sexies, §§ 6 en 7 bedoelde mededelingen kan uitvoeren."

Art. 10.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 321decies ingevoegd, luidende: "

Art. 321decies.De rapporterende platformexploitanten bewaren de in artikel 321quinquies, § 9, beoogde registers en de overeenkomstig artikelen 321quinquies en 321sexies verkregen en verstrekte persoonsgegevens gedurende de bewaartermijn van de boeken en documenten vastgesteld in de artikelen 315 en 315bis. In voorkomend geval worden deze gegevens na deze periode bewaard indien dit noodzakelijk is voor de behandeling van een geschil.

De belastingadministratie bewaart de persoonsgegevens die haar zijn verstrekt overeenkomstig artikel 321sexies voor de periode waarin zij, krachtens de artikelen 333 en 354, de belasting kan vestigen en onderzoeken kan instellen. In voorkomend geval worden deze gegevens na deze periode bewaard indien dit noodzakelijk is voor de behandeling van een geschil.

In afwijking van het eerste lid, bewaart, wanneer bij het verstrijken van de rapportageperiode een verkoper wordt beschouwd als uitgesloten, de platformexploitant niet langer dan 36 maanden, voorzien door artikel 321quinquies, § 6, derde lid, a), de gegevens die enkel bestemd waren ter mededeling van de Belgische bevoegde autoriteit.

Art. 11.In artikel 338 van het hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013003281 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 16 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG sluiten en gewijzigd bij de wetten van 31 augustus 2017 en 9 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, worden de bepalingen onder 11°, a) en c) vervangen als volgt: "a) voor de toepassing van paragrafen 6, eerste lid, 6/1, 6/3, 6/4 en 6/5, de systematische mededeling met regelmatige, vooraf vastgestelde tussenpozen, zonder voorafgaand verzoek, van vooraf bepaalde inlichtingen aan een andere lidstaat;c) voor de toepassing van alle andere bepalingen van dit artikel, dan de bepalingen van voormelde paragrafen 6, eerste lid, 6/1, 6/3, 6/4 en 6/5, de systematische mededeling van vooraf bepaalde inlichtingen, bepaald in de punten a) en b)";2° paragraaf 2 wordt aangevuld als volgt: "22° "Gezamenlijke audit": een administratief onderzoek dat gezamenlijk door de bevoegde autoriteiten van twee of meer lidstaten wordt uitgevoerd, en verband houdt met een of meer personen van gezamenlijk of complementair belang voor de bevoegde autoriteiten van die lidstaten;23° "Gegevensinbreuk": een inbreuk op de beveiliging die leidt tot vernietiging, verlies, wijziging of elk voorval van ongepaste of ongeoorloofde inzage, openbaarmaking of gebruik van inlichtingen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, persoonsgegevens die worden doorgegeven, opgeslagen of anderszins verwerkt, als gevolg van opzettelijke onwettige handelingen, nalatigheid of ongevallen.Een gegevensinbreuk kan betrekking hebben op de vertrouwelijkheid, de beschikbaarheid en de integriteit van gegevens."; 3° een paragraaf 5/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 5/1.Wat betreft een in paragraaf 4 en in paragraaf 5 bedoeld verzoek worden de verzochte inlichtingen geacht van verwacht belang te zijn indien op het ogenblik van het verzoek de verzoekende autoriteit van oordeel is dat er overeenkomstig haar nationale wetgeving een redelijke mogelijkheid bestaat dat de verzochte inlichtingen van belang zullen zijn voor de belastingaangelegenheden van één of meer belastingplichtigen, hetzij bij naam geïdentificeerd of anderszins, en het verzoek gerechtvaardigd is voor de doeleinden van het onderzoek.

Om het verwacht belang van de verzochte inlichtingen aan te tonen, verstrekt de verzoekende autoriteit ten minste de volgende inlichtingen aan de aangezochte autoriteit: a) het fiscale doel waarvoor de informatie wordt opgevraagd; b) een specificering van de inlichtingen die nodig zijn voor de uitvoering of handhaving van haar nationale recht." 4° een paragraaf 5/2 wordt ingevoegd, luidende: " § 5/2.Een in § 4 en in § 5 bedoeld verzoek kan betrekking hebben op een groep belastingplichtigen die niet individueel kunnen worden geïdentificeerd, maar die uitsluitend kunnen worden aangeduid op basis van een gemeenschappelijke reeks kenmerken.

In dergelijke gevallen, verstrekt de bevoegde verzoekende autoriteit de volgende informatie aan de aangezochte autoriteit: a) een gedetailleerde beschrijving van de groep;b) een toelichting bij de toepasselijke wetgeving en bij de feiten op basis waarvan redelijkerwijze vermoed kan worden dat de belastingplichtigen in de groep de toepasselijke wetgeving niet hebben nageleefd;c) een toelichting bij de manier waarop de gevraagde inlichtingen zouden bijdragen tot het bepalen van de mate waarin de belastingplichtigen in de groep aan hun verplichtingen voldoen; d) in voorkomend geval, feiten en omstandigheden die verband houden met de tussenkomst van een derde die actief heeft bijgedragen tot de mogelijke niet-naleving van de toepasselijke wetgeving door de belastingplichtigen in de groep."; 5° in § 5, vijfde lid, worden de woorden "uiterlijk zes maanden" vervangen door de woorden "uiterlijk drie maanden";6° in § 5 wordt het achtste lid aangevuld met de volgende zin: "Deze termijn mag niet langer zijn dan zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek";7° § 6, eerste lid, wordt vervangen als volgt: " § 6.De Belgische bevoegde autoriteit verstrekt de buitenlandse bevoegde autoriteit automatisch alle inlichtingen waarover zij ten aanzien van ingezetenen van die andere lidstaat beschikt inzake de volgende specifieke inkomsten- en vermogenscategorieën, op te vatten in de zin van de Belgische wetgeving: a) inkomen uit een dienstbetrekking;b) tantièmes en presentiegelden;c) levensverzekeringsproducten die niet vallen onder andere Unierechtsinstrumenten inzake de uitwisseling van inlichtingen noch onder soortgelijke voorschriften;d) pensioenen;e) eigendom van en inkomsten uit onroerend goed;f) royalty's. Voor belastingtijdvakken die ingaan op of na 1 januari 2024, omvat de verstrekking van de in de eerste alinea genoemde inlichtingen het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer (TIN) van ingezetenen.

België stelt de Commissie jaarlijks in kennis van ten minste twee inkomsten- en vermogenscategorieën die zijn opgenomen in de eerste alinea ten aanzien waarvan zij inlichtingen verstrekken over ingezetenen van een andere lidstaat."; 8° § 6/1, 5°, a) wordt vervangen als volgt: "a) voor de op grond van 1° uitgewisselde inlichtingen: onverwijld zodra de voorafgaande grensoverschrijdende rulings of voorafgaande verrekenprijsafspraken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd en uiterlijk binnen drie maanden na het einde van het semester van het kalenderjaar waarin de voorafgaande grensoverschrijdende rulings of voorafgaande verrekenprijsafspraken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd;"; 9° § 6/1, 6°, b) wordt vervangen als volgt: "b) een samenvatting van de voorafgaande grensoverschrijdende ruling of voorafgaande verrekenprijsafspraak, daaronder begrepen een omschrijving van de relevante zakelijke activiteiten of transacties of reeks van transacties, alsook alle andere inlichtingen die voor de bevoegde autoriteit nuttig kunnen zijn bij de evaluatie van een mogelijk belastingrisico, die niet mag leiden tot de openbaarmaking van een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze, of van inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde;"; 10° § 6/2 wordt vervangen als volgt: " § 6/2.De Belgische bevoegde autoriteit verstrekt de Commissie jaarlijks de statistieken over de omvang van de automatische uitwisseling van inlichtingen uit hoofde van de §§ 6, eerste lid, 6/1 en 6/5, alsmede gegevens betreffende administratieve en andere relevante kosten en baten voor belastingdiensten en derden die betrekking hebben op de verrichte uitwisselingen, en mogelijke veranderingen."; 11° een § 6/5 wordt ingevoegd, luidende: " § 6/5.De bevoegde dienst van de FOD Financiën die de in artikel 321sexies, bedoelde rapportering heeft ontvangen, verstrekt, door middel van een automatische uitwisseling en in de vorm en binnen de termijn vastgesteld in het derde lid, aan de bevoegde autoriteit van het aan rapportering onderworpen rechtsgebied waarvan de te rapporteren verkoper een ingezetene is, vastgesteld overeenkomstig artikel 321quinquies, § 4, en indien de te rapporteren verkoper onroerend goed verhuurt, in ieder geval aan de bevoegde autoriteit van het aan rapportering onderworpen rechtsgebied waarin het onroerend goed is gelegen, de volgende inlichtingen over elke te rapporteren verkoper: 1) de naam, het adres van de hoofdzetel, het TIN en, in voorkomend geval, het door de Belgische bevoegde autoriteit toegewezen individueel identificatienummer van de rapporterende platformexploitant, alsook de handelsnamen van de platforms waarover de rapporterende platformexploitant rapporteert;2) de voor- en achternaam van de te rapporteren verkoper als het gaat om een natuurlijke persoon, en de handelsnaam van de te rapporteren verkoper die de hoedanigheid van een entiteit heeft;3) het hoofdadres;4) elk TIN van de te rapporteren verkoper, met vermelding van elk rechtsgebied van afgifte, of, bij ontstentenis daarvan, de geboorteplaats van de te rapporteren verkoper die de hoedanigheid van een natuurlijke persoon heeft;5) het bedrijfsregistratienummer van de te rapporteren verkoper die de hoedanigheid van een entiteit heeft;6) het btw-identificatienummer van de te rapporteren verkoper, in voorkomend geval;7) de geboortedatum van de te rapporteren verkoper die de hoedanigheid van een natuurlijke persoon heeft;8) de identificatiecode van de financiële rekening waarop de tegenprestatie wordt betaald of gecrediteerd, voor zover bekend aan de rapporterende platformexploitant en voor zover de bevoegde autoriteit van het aan rapportering onderworpen rechtsgebied waarvan de te rapporteren verkoper een ingezetene is in de zin van artikel 321quinquies, § 4 niet heeft bekendgemaakt dat zij niet voornemens is de identificatiecode van de financiële rekening voor dat doel te gebruiken;9) indien verschillend van de naam van de te rapporteren verkoper, bovenop de identificatiecode van de financiële rekening, de naam van de houder van de financiële rekening waarop de tegenprestatie wordt betaald of gecrediteerd, voor zover bekend aan de rapporterende platformexploitant, alsook alle andere financiële identificatiegegevens waarover de rapporterende platformexploitant beschikt met betrekking tot die rekeninghouder;10) elke lidstaat waarvan de te rapporteren verkoper een ingezetene is zoals bepaald in de zin van artikel 321quinquies, § 4;11) het totale bedrag van de tegenprestatie die is betaald of gecrediteerd tijdens elk kwartaal van de rapporteringsperiode, en het aantal relevante activiteiten waarvoor ze is betaald of gecrediteerd;12) alle kosten, commissielonen of belastingen die door het rapporterende platform tijdens elk kwartaal van de rapporteringsperiode ingehouden of geheven werden. Indien de te rapporteren verkoper verhuurdiensten verstrekt van onroerende goederen, worden de volgende aanvullende inlichtingen meegedeeld: 1) het adres van elke eigendomslijst, vastgesteld op basis van de procedures als omschreven in artikel 321quinquies, § 5, en het respectieve kadasternummer of het equivalent daarvan in het nationaal recht van het rechtsgebied waar het gelegen is, indien beschikbaar;2) het totale bedrag van de tegenprestatie die is betaald of gecrediteerd tijdens elk kwartaal van de rapporteringsperiode, en het aantal relevante activiteiten dat is verricht voor elke eigendomslijst;3) in voorkomend geval, het aantal verhuurdagen voor elke eigendomslijst tijdens de rapporteringsperiode en het type van elke eigendomslijst. De in het eerste lid van deze paragraaf bedoelde mededeling wordt gedaan met gebruikmaking van het geautomatiseerde standaardformaat dat door de Europese Commissie is goedgekeurd en dat ontworpen is om die automatische uitwisseling te faciliteren, uiterlijk twee maanden na het einde van de rapporteringsperiode waarop de op de rapporterende platformexploitant toepasselijke verplichtingen betrekking hebben. De eerste inlichtingen worden meegedeeld voor rapporteringsperiodes vanaf 1 januari 2023.

Wanneer een platformexploitant wordt beschouwd als een door de Belgische bevoegde autoriteit uitgesloten platformexploitant, informeert deze laatste de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten, alsook elke latere wijziging."; 12° § 9 wordt vervangen als volgt: " § 9.Met het oog op de uitwisseling van de inlichtingen als bedoeld in § 1, kan de Belgische bevoegde autoriteit een buitenlandse bevoegde autoriteit verzoeken dat door eerstgenoemde gemachtigde ambtenaren onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de buitenlandse bevoegde autoriteit mogen: 1° aanwezig zijn, op het grondgebied van de lidstaat, in de kantoren waar de administratieve autoriteiten van de lidstaat hun taken vervullen;2° aanwezig zijn bij administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op het grondgebied van de buitenlandse bevoegde autoriteit;3° deelnemen aan de administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op het grondgebied van de andere lidstaat, met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, in voorkomend geval. In de gevallen waarin de door België gemachtigde ambtenaren aanwezig zijn bij de administratieve onderzoeken of eraan deelnemen door middel van elektronische communicatiemiddelen, kunnen zij personen ondervragen en bescheiden onderzoeken, onder voorbehoud van de door de buitenlandse bevoegde autoriteit gedefinieerde proceduremodaliteiten."; 13° § 10 wordt vervangen als volgt: " § 10.Met het oog op de uitwisseling van de in § 1 bedoelde inlichtingen kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat de Belgische bevoegde autoriteit verzoeken dat door eerstgenoemde gemachtigde ambtenaren onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Belgische bevoegde autoriteit mogen: 1° aanwezig zijn, in België, in de kantoren waar de FOD Financiën zijn taken vervult;2° aanwezig zijn bij administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op Belgisch grondgebied;3° deelnemen aan de administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op Belgisch grondgebied, met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, in voorkomend geval. De Belgische bevoegde autoriteit antwoordt op het overeenkomstig de eerste alinea ingediende verzoek binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst van het verzoek, om haar instemming te bevestigen of haar gemotiveerde weigering aan de buitenlandse bevoegde autoriteit mee te delen.

Indien de gevraagde inlichtingen vermeld staan in bescheiden waartoe de ambtenaren van de Belgische bevoegde autoriteit toegang hebben, ontvangen de ambtenaren van de verzoekende autoriteit een afschrift van die bescheiden.

Indien ambtenaren van de verzoekende autoriteit aanwezig zijn tijdens een administratief onderzoek of daaraan deelnemen met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, mogen zij personen ondervragen en bescheiden onderzoeken, onder de procedurevoorwaarden die zijn vastgesteld door de Belgische bevoegde autoriteit.

Elke weigering door een persoon op wie een onderzoek betrekking heeft, om de controlemaatregelen van de ambtenaren van de verzoekende autoriteit na te leven, wordt door de Belgische bevoegde autoriteit beschouwd als een weigering tegenover haar eigen ambtenaren.

De door de verzoekende lidstaat gemachtigde ambtenaren die overeenkomstig het eerste lid in België aanwezig zijn, moeten steeds een schriftelijk mandaat kunnen voorleggen waarin hun identiteit en hun officiële hoedanigheid worden vermeld."; 14° In § 11, derde lid, wordt de laatste zin aangevuld met de woorden "binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het voorstel."; 15° Er wordt een § 11/1 ingevoegd, luidende: " § 11/1.De bevoegde autoriteit van een of meer lidstaten kan de Belgische bevoegde autoriteit verzoeken een gezamenlijke audit uit te voeren. De Belgische bevoegde autoriteit aanvaardt of weigert het verzoek om een gezamenlijke audit binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek en motiveert haar beslissing ingeval ze het verzoek verwerpt.

Gezamenlijke audits worden op vooraf overeengekomen en gecoördineerde wijze, met inbegrip van taalregelingen, uitgevoerd door de bevoegde autoriteit van de verzoekende lidstaat, door de Belgische bevoegde autoriteit, en in voorkomend geval, door de bevoegde autoriteiten van de andere aangezochte lidstaten en in overeenstemming met de Belgische wetgeving en procedurele voorschriften. De Belgische bevoegde autoriteit wijst een vertegenwoordiger aan die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de coördinatie van de gezamenlijke audit op Belgisch grondgebied.

De rechten en plichten van de ambtenaren van lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke audit op Belgisch grondgebied, worden vastgesteld overeenkomstig de Belgische wetgeving. Tegelijk met het naleven van die wetgeving, oefenen de ambtenaren van een andere lidstaat geen bevoegdheden uit die verder zouden gaan dan de bevoegdheden die hun krachtens de wetgeving van hun lidstaat zijn verleend.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, zijn de ambtenaren van andere lidstaten die deelnemen aan de activiteiten van de gezamenlijke audit, gemachtigd om personen te ondervragen en bescheiden te onderzoeken in samenspraak met de ambtenaren van de Belgische bevoegde autoriteit, met inachtneming van de in België bepaalde proceduremaartregelen.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, kan het bewijsmateriaal dat tijdens de activiteiten van de gezamenlijke audit is verzameld, worden beoordeeld, ook op de ontvankelijkheid ervan, onder dezelfde juridische voorwaarden als in het geval van een klassieke audit, uitgevoerd in België door Belgische ambtenaren, onder meer in de loop van een bezwaar-, herzienings- of beroepsprocedures.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, genieten personen die aan een gezamenlijke audit worden onderworpen of erdoor worden geraakt, dezelfde rechten en hebben ze dezelfde plichten als in het geval van een klassieke audit waaraan alleen Belgische ambtenaren deelnemen, onder meer in de loop van een klachten-, herzienings- of beroepsprocedures.

Indien de Belgische bevoegde autoriteit en de bevoegde autoriteit van een of meer lidstaten een gezamenlijke audit verrichten, trachten zij het eens te worden over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke audit, en streven zij naar overeenstemming over de fiscale positie van de geaudite persoon of personen op basis van de resultaten van de gezamenlijke audit. De bevindingen van de gezamenlijke audit worden neergelegd in een eindverslag. Punten waarover de bevoegde autoriteiten het eens zijn, worden in de conclusies van het eindverslag opgenomen en worden in aanmerking genomen in de relevante instrumenten die de bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten naar aanleiding van die gezamenlijke audit uitvaardigen.

De geaudite persoon of personen word(t)en in kennis gesteld van het resultaat van de gezamenlijke audit en krijgt/krijgen een kopie van het eindverslag binnen 60 dagen na het uitbrengen van het eindverslag."; 16° Er wordt een § 11/2 ingevoegd, luidende: " § 11/2.De Belgische bevoegde autoriteit kan de bevoegde autoriteit van een andere of meerdere lidstaten verzoeken een gezamenlijke audit uit te voeren.

Gezamenlijke audits worden op vooraf overeengekomen en gecoördineerde wijze, met inbegrip van taalregelingen, uitgevoerd door de betrokken bevoegde autoriteiten, en in overeenstemming met de wetgeving en de procedurele voorschriften van de lidstaat waar de activiteiten van de gezamenlijke audit plaatsvinden.

De rechten en plichten van de Belgische ambtenaren die deelnemen aan de gezamenlijke audit op het grondgebied van een andere lidstaat, worden vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat.

Tegelijk met het naleven van deze wetgeving, oefenen de Belgische ambtenaren geen bevoegdheden uit die verder zouden gaan dan de bevoegdheden die hun krachtens de Belgische wetgeving zijn verleend.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op het grondgebied van een andere lidstaat, kan het bewijsmateriaal dat tijdens de activiteiten van de gezamenlijke audit is verzameld, worden beoordeeld, ook op de ontvankelijkheid ervan, onder dezelfde juridische voorwaarden als in het geval van een klassieke audit uitgevoerd in België door Belgische ambtenaren.

Indien de Belgische bevoegde autoriteit en de bevoegde autoriteit van een of meerdere andere lidstaten een gezamenlijke audit verrichten, trachten zij het eens te worden over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke audit, en streven zij naar overeenstemming over de fiscale positie van de geaudite persoon of personen op basis van de resultaten van de gezamenlijke audit. De bevindingen van de gezamenlijke audit worden neergelegd in een eindverslag. De punten waarover de bevoegde autoriteiten het eens zijn, worden in de conclusies van het eindverslag opgenomen en worden in aanmerking genomen in de relevante instrumenten die de bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten naar aanleiding van die gezamenlijke audit uitvaardigen.

De geaudite persoon of personen worden in kennis gesteld van het resultaat van de gezamenlijke audit en krijgen een kopie van het eindverslag binnen 60 dagen na het uitbrengen van het eindverslag."; 17° in § 17, tweede lid, wordt de bepaling 1° vervangen door wat volgt: "1° voor de vestiging, de toepassing en de controle van de in artikel 2 van de richtlijn bedoelde belastingen, alsook op de btw en op andere indirecte belastingen, alsook op de toepassing van het Belgisch recht;"; 18° in § 17, wordt het vijfde lid vervangen als volgt: "Indien de Belgische bevoegde autoriteit van oordeel is dat de door een buitenlandse bevoegde autoriteit doorgegeven inlichtingen gebruikt kunnen worden voor de in het derde lid bedoelde doelen, en dat deze doelen niet het voorwerp uitmaken van een mededeling, door een bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan de inlichtingen afkomstig zijn, die het automatisch gebruik van deze inlichtingen voor de door de Belgische bevoegde autoriteit doeleinden toelaten, vraagt zij hiervoor toestemming aan de bevoegde autoriteit waarvan de inlichtingen afkomstig zijn."; 19° In § 18, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De Belgische bevoegde autoriteit deelt, in voorkomend geval, aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten een lijst mee van andere dan in paragraaf 1 bedoelde doeleinden waarvoor overeenkomstig haar nationale recht, de inlichtingen en bescheiden kunnen worden gebruikt.De bevoegde autoriteit die inlichtingen en bescheiden ontvangt, kan de ontvangen inlichtingen en bescheiden zonder de in het eerste lid bedoelde toestemming gebruiken voor alle doeleinden die de Belgische bevoegde autoriteit heeft opgenoemd."; 20° § 23 wordt vervangen als volgt: " § 23.Verzoeken om inlichtingen en de administratieve onderzoeken die zijn ingediend op grond van § 4, alsook de antwoorden op grond van § 5, de ontvangstbevestigingen, de verzoeken om inlichtingen van algemene aard en de verklaringen van ongeschiktheid of weigering krachtens § 5 worden, voor zover mogelijk, overgemaakt door middel van een door de Commissie goedgekeurd standaardformulier. Er mogen rapporten, certificaten en andere bescheiden, of andere voor eensluidend verklaarde afschriften of uittreksels daarvan bij de standaardformulieren gevoegd worden.

De in het eerste lid bedoelde standaardformulieren bevatten ten minste de volgende gegevens, die de verzoekende autoriteit moet verstrekken: a) de identiteit van de persoon naar wie het onderzoek of de controle is ingesteld en, in het geval van vragen betreffende een groep zoals bedoeld in § 5/2, een gedetailleerde beschrijving van de groep;b) het fiscale doel van de gevraagde informatie. De Belgische bevoegde autoriteit kan, voor zover bekend en in overeenstemming met de ontwikkeling van de internationale situatie, de namen en adressen verstrekken van alle personen van wie er redenen zijn om aan te nemen dat ze in het bezit zijn van de gevraagde informatie, alsook alle elementen die het verzamelen van informatie door de aangezochte autoriteit kunnen vergemakkelijken.

De spontane gegevensuitwisseling en de desbetreffende ontvangstbevestiging respectievelijk op grond van de §§ 7 en 8, de verzoeken tot administratieve kennisgeving op grond van §§ 12 en 13, de terugmeldingen op grond van §§ 14 en 15, de inlichtingen op grond van §§ 17, tweede lid, en 18, en van § 25, tweede lid, worden overgemaakt door middel van de door de Commissie goedgekeurde standaardformulieren.

De automatische inlichtingenuitwisseling op grond van de §§ 6 en 6/1 wordt verricht in een geautomatiseerd standaardformaat dat ontworpen is om die automatische uitwisseling te vergemakkelijken en dat is goedgekeurd door de Commissie."; 21° in § 24/1 worden de woorden "31 en 40" vervangen door de woorden "31, 32bis en 40".

Art. 12.In artikel 445 van hetzelfde wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 februari 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/02/2021 pub. 24/02/2021 numac 2021040541 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten, wordt een paragraaf 6 ingevoegd, luidende: " § 6. In afwijking van paragraaf 1 legt de bevoegde adviseur-generaal of de door hem gedelegeerde ambtenaar, een administratieve boete van 25.000 euro op aan de platformexploitant, in geval van niet-naleving van diens registratieverplichtingen zoals bepaald in artikel 321septies, § 1.

In afwijking van paragraaf 1 legt de bevoegde adviseur-generaal of de door hem gedelegeerde ambtenaar, een administratieve boete van 50.000 euro op aan de platformexploitant, in geval van voortzetting door de platformexploitant van zijn activiteit op het grondgebied van België, na de intrekking van zijn registratie door de Belgische bevoegde autoriteit, zoals bepaald in artikel 321septies, § 5.

De in het eerste en tweede lid bedoelde boetes worden verhoogd met 50 % per opeenvolgende toepassing van deze laatste.

In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, legt de door de bevoegde adviseur-generaal gedelegeerde ambtenaar, een administratieve boete van 1.250 euro tot 12.500 euro op voor een inbreuk op de bepalingen van artikel 321sexies, alsook op de ter uitvoering ervan genomen besluiten, en die bestaat uit het onvolledig verstrekken van de in dat artikel bedoelde inlichtingen. Voor dergelijke inbreuken gepleegd met een frauduleus oogmerk of met het oogmerk om te schaden wordt een boete opgelegd van 2.500 euro tot 25.000 euro.

De door de bevoegde adviseur-generaal gedelegeerde ambtenaar legt, voor een inbreuk op de bepalingen van artikel 321sexies alsook op de ter uitvoering ervan genomen besluiten, die bestaat uit het niet of laattijdig indienen van de in hetzelfde artikel beoogde inlichtingen, een boete op van 2.500 euro tot 25.000 euro. Voor dergelijke inbreuken gepleegd met een frauduleus oogmerk of met het oogmerk om te schaden wordt een boete opgelegd van 5.000 euro tot 50.000 euro.

Bij ontbreken van kwade trouw, kan worden afgezien van de toepassing van de boete.

De Koning bepaalt de schalen van de in het vierde en vijfde lid bedoelde administratieve boetes en regelt de wijze van toepassing ervan."

Art. 13.In hetzelfde wetboek wordt een artikel 448/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 448/1.§ 1. De minister van Financiën kan, wanneer een rapporterende platformexploitant in de zin van artikel 321quater, b), zijn activiteit uitoefent zonder eerst zijn unieke registratie te hebben uitgevoerd of na intrekking van zijn registratie zoals bepaald in artikel 321septies, § 5, bij een met redenen omkleed besluit, deze platformexploitant verbieden zijn diensten aan te bieden op het grondgebied van België, wanneer deze exploitant gedurende twee opeenvolgende jaren is onderworpen aan een sanctie bedoeld in artikel 445, § 6, eerste of tweede lid. § 2. Het in § 1 bedoelde besluit kan slechts worden genomen nadat de platformexploitant is uitgenodigd om te verschijnen, om te worden gehoord, door een ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Financiën, met een hogere titel dan degene die de feiten vastgesteld heeft, doch op zijn minst met de titel van adviseur.

De platformexploitant mag zich door een raadsman laten bijstaan.

Er wordt een proces-verbaal van dit verhoor opgemaakt. Na voorlezing wordt het proces-verbaal door de ambtenaar en door de vertegenwoordiger van de platformexploitant ondertekend. Zij laten hun handtekening voorafgaan door de met de handgeschreven woorden "Gelezen en goedgekeurd". Indien de betrokkene weigert te ondertekenen, dan wordt hiervan melding gemaakt in het proces-verbaal, dat de reden van de weigering nader omschrijft.

Een eensluidend verklaard afschrift van het proces-verbaal wordt binnen acht dagen na zijn dagtekening aan de platformexploitant ter kennis gegeven. § 3. In afwijking van § 2, kan de minister van Financiën, indien de platformexploitant niet verschijnt binnen de 30 dagen na de uitnodiging om te verschijnen, het besluit uitvaardigen zonder de platformexploitant te horen. § 4. Het in § 1 bedoelde besluit, waarvan een voor eensluidend verklaard afschrift bij ter post aangetekende brief aan de platformexploitant wordt bezorgd, wordt bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, tenzij de belanghebbende in beroep is gegaan bij de Raad van State. In dat geval zal de publicatie in het Belgisch Staatsblad enkel plaatsvinden indien het besluit niet is vernietigd door de Raad van State. § 5. Het door de platformexploitant ingediende beroep bij de Raad van State tegen het besluit van de minister van Financiën heeft een schorsende werking op het besluit." HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het Wetboek der successierechten

Art. 14.In artikel 146quater van het Wetboek der successierechten, ingevoegd bij de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013003281 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 16 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG sluiten en gewijzigd bij de wetten van 31 juli 2017 en 20 december 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° § 2 wordt vervolledigd als volgt: "19° "gezamenlijke audit": een administratief onderzoek dat gezamenlijk door de bevoegde autoriteiten van twee of meer lidstaten wordt uitgevoerd, en verband houdt met een of meer personen van gezamenlijk of complementair belang voor de bevoegde autoriteiten van die lidstaten;20° "gegevensinbreuk": een inbreuk op de beveiliging die leidt tot vernietiging, verlies, wijziging of elk voorval van ongepaste of ongeoorloofde inzage, openbaarmaking of gebruik van inlichtingen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, persoonsgegevens die worden doorgegeven, opgeslagen of anderszins verwerkt, als gevolg van opzettelijke onwettige handelingen, nalatigheid of ongevallen.Een gegevensinbreuk kan betrekking hebben op de vertrouwelijkheid, de beschikbaarheid en de integriteit van gegevens."; 2° in § 5, vijfde lid, worden de woorden "uiterlijk zes maanden" vervangen door de woorden "uiterlijk drie maanden"; 3° in § 5, wordt het achtste lid vervolledigd met de volgende zin: "Deze termijn mag niet langer zijn dan zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek."; 4° er wordt een § 5/1 ingevoegd, luidende: " § 5/1.Wat betreft een in paragraaf 4 en in paragraaf 5 bedoeld verzoek worden de verzochte inlichtingen geacht van verwacht belang te zijn indien op het ogenblik van het verzoek de verzoekende autoriteit van oordeel is dat er overeenkomstig haar nationale wetgeving een redelijke mogelijkheid bestaat dat de verzochte inlichtingen van belang zullen zijn voor de belastingaangelegenheden van één of meer belastingplichtigen, hetzij bij naam geïdentificeerd of anderszins, en het verzoek gerechtvaardigd is voor de doeleinden van het onderzoek.

Om het verwacht belang van de verzochte inlichtingen aan te tonen, verstrekt de verzoekende autoriteit ten minste de volgende inlichtingen aan de aangezochte autoriteit: a) het fiscale doel waarvoor de informatie wordt opgevraagd; b) een specificering van de inlichtingen die nodig zijn voor de uitvoering of handhaving van haar nationale recht."; 5° er wordt een § 5/2 ingevoegd, luidende: " § 5/2.Een in paragraaf 4 en in paragraaf 5 bedoeld verzoek kan betrekking hebben op een groep belastingplichtigen die niet individueel kunnen worden geïdentificeerd, maar die uitsluitend kunnen worden aangeduid op basis van een gemeenschappelijke reeks kenmerken.

In dergelijke gevallen, verstrekt de verzoekende autoriteit de volgende informatie aan de aangezochte autoriteit: a) een gedetailleerde beschrijving van de groep;b) een toelichting bij de toepasselijke wetgeving en bij de feiten op basis waarvan redelijkerwijze vermoed kan worden dat de belastingplichtigen in de groep de toepasselijke wetgeving niet hebben nageleefd;c) een toelichting bij de manier waarop de gevraagde inlichtingen zouden bijdragen tot het bepalen van de mate waarin de belastingplichtigen in de groep aan hun verplichtingen voldoen; d) in voorkomend geval, feiten en omstandigheden die verband houden met de tussenkomst van een derde die actief heeft bijgedragen tot de mogelijke niet-naleving van de toepasselijke wetgeving door de belastingplichtigen in de groep."; 6° § 6, eerste lid wordt vervangen als volgt: " § 6.De Belgische bevoegde autoriteit verstrekt de buitenlandse bevoegde autoriteit automatisch alle inlichtingen waarover zij ten aanzien van ingezetenen van die andere lidstaat beschikt inzake de volgende specifieke inkomsten- en vermogenscategorieën, op te vatten in de zin van de Belgische wetgeving: a) inkomen uit een dienstbetrekking;b) tantièmes en presentiegelden;c) levensverzekeringsproducten die niet vallen onder andere Unierechtsinstrumenten inzake de uitwisseling van inlichtingen noch onder soortgelijke voorschriften;d) pensioenen;e) eigendom van en inkomsten uit onroerend goed;f) royalty's. Voor belastingtijdvakken die ingaan op of na 1 januari 2024, omvat de verstrekking van de in de eerste alinea genoemde inlichtingen het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer (TIN) van ingezetenen.

België stelt de Commissie jaarlijks in kennis van ten minste twee inkomsten- en vermogenscategorieën die zijn opgenomen in het eerste lid ten aanzien waarvan zij inlichtingen verstrekken over ingezetenen van een andere lidstaat."; 7° § 6/1, 4°, a) wordt vervangen als volgt: "a) voor de op grond van 1° uitgewisselde inlichtingen: onverwijld zodra de voorafgaande grensoverschrijdende rulings of voorafgaande verrekenprijsafspraken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd en uiterlijk binnen drie maanden na het einde van het semester van het kalenderjaar waarin de voorafgaande grensoverschrijdende rulings of voorafgaande verrekenprijsafspraken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd."; 8° § 6/1, 5°, b) wordt vervangen als volgt: "b) een samenvatting van de voorafgaande grensoverschrijdende ruling of voorafgaande verrekenprijsafspraak, daaronder begrepen een omschrijving van de relevante zakelijke activiteiten of transacties of reeks van transacties, alsook alle andere inlichtingen die voor de bevoegde autoriteit nuttig kunnen zijn bij de evaluatie van een mogelijk belastingrisico, die niet mag leiden tot de openbaarmaking van een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze, of van inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde."; 9° § 9 wordt vervangen als volgt: " § 9.Met het oog op de uitwisseling van de inlichtingen als bedoeld in § 1, kan de Belgische bevoegde autoriteit een buitenlandse bevoegde autoriteit verzoeken dat door eerstgenoemde gemachtigde ambtenaren onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de buitenlandse bevoegde autoriteit mogen: 1° aanwezig zijn, op het grondgebied van de lidstaat, in de kantoren waar de administratieve autoriteiten van de lidstaat hun taken vervullen;2° aanwezig zijn bij administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op het grondgebied van de buitenlandse bevoegde autoriteit;3° deelnemen aan de administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op het grondgebied van de andere lidstaat, met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, in voorkomend geval. In de gevallen waarin de door België gemachtigde ambtenaren aanwezig zijn bij de administratieve onderzoeken of eraan deelnemen door middel van elektronische communicatiemiddelen, kunnen zij personen ondervragen en bescheiden onderzoeken, onder voorbehoud van de door de buitenlandse bevoegde autoriteit gedefinieerde proceduremodaliteiten."; 10° § 10 wordt vervangen als volgt: " § 10.Met het oog op de uitwisseling van de in § 1 bedoelde inlichtingen kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat de Belgische bevoegde autoriteit verzoeken dat door eerstgenoemde gemachtigde ambtenaren onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Belgische bevoegde autoriteit mogen: 1° aanwezig zijn, in België, in de kantoren waar de FOD Financiën zijn taken vervult;2° aanwezig zijn bij administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op Belgisch grondgebied;3° deelnemen aan de administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op Belgisch grondgebied, met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, in voorkomend geval. De Belgische bevoegde autoriteit antwoordt op het overeenkomstig de eerste alinea ingediende verzoek binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst van het verzoek, om haar instemming te bevestigen of haar gemotiveerde weigering aan de buitenlandse bevoegde autoriteit mee te delen.

Indien de gevraagde inlichtingen vermeld staan in bescheiden waartoe de ambtenaren van de Belgische bevoegde autoriteit toegang hebben, ontvangen de ambtenaren van de verzoekende autoriteit een afschrift van die bescheiden.

Indien ambtenaren van de verzoekende autoriteit aanwezig zijn tijdens een administratief onderzoek of daaraan deelnemen met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, mogen zij personen ondervragen en bescheiden onderzoeken, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Belgische bevoegde autoriteit.

Elke weigering door een persoon op wie een onderzoek betrekking heeft, om de controlemaatregelen van de ambtenaren van de verzoekende autoriteit na te leven, wordt door de Belgische bevoegde autoriteit beschouwd als een weigering tegenover haar eigen ambtenaren.

De door de verzoekende lidstaat gemachtigde ambtenaren die overeenkomstig het eerste lid in België aanwezig zijn, moeten steeds een schriftelijk mandaat kunnen voorleggen waarin hun identiteit en hun officiële hoedanigheid worden vermeld."; 11° In § 11, derde lid, wordt de laatste zin aangevuld met de woorden "binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het voorstel."; 12° Er wordt een § 11/1 ingevoegd, luidende: " § 11/1.De bevoegde autoriteit van een of meer lidstaten kan de Belgische bevoegde autoriteit verzoeken een gezamenlijke audit uit te voeren. De Belgische bevoegde autoriteit aanvaardt of weigert het verzoek om een gezamenlijke audit binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek en motiveert haar beslissing ingeval ze het verzoek verwerpt.

Gezamenlijke audits worden op vooraf overeengekomen en gecoördineerde wijze, met inbegrip van taalregelingen, uitgevoerd door de bevoegde autoriteit van de verzoekende lidstaat, door de Belgische bevoegde autoriteit en, in voorkomend geval, door de bevoegde autoriteiten van de andere aangezochte lidstaten, en in overeenstemming met de Belgische wetgeving en procedurele voorschriften. De Belgische bevoegde autoriteit wijst een vertegenwoordiger aan die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de coördinatie van de gezamenlijke audit op Belgisch grondgebied.

De rechten en plichten van de ambtenaren van lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke audit op Belgisch grondgebied, worden vastgesteld overeenkomstig de Belgische wetgeving. Tegelijk met het naleven van die wetgeving, oefenen de ambtenaren van een andere lidstaat geen bevoegdheden uit die verder zouden gaan dan de bevoegdheden die hun krachtens de wetgeving van hun lidstaat zijn verleend.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, zijn de ambtenaren van andere lidstaten die deelnemen aan de activiteiten van de gezamenlijke audit, gemachtigd om personen te ondervragen en bescheiden te onderzoeken in samenspraak met de ambtenaren van de Belgische bevoegde autoriteit, met inachtneming van de in België bepaalde procedurele regelingen.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, kan het bewijsmateriaal dat tijdens de activiteiten van de gezamenlijke audit is verzameld, worden beoordeeld, ook op de ontvankelijkheid ervan, onder dezelfde juridische voorwaarden als in het geval van een klassieke audit, uitgevoerd in België door Belgische ambtenaren, onder meer in de loop van een bezwaar-, herzienings- of beroepsprocedures.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, genieten personen die aan een gezamenlijke audit worden onderworpen of erdoor worden geraakt, dezelfde rechten en hebben ze dezelfde plichten als in het geval van een klassieke audit waaraan alleen Belgische ambtenaren deelnemen, onder meer in de loop van een bezwaar-, herzienings- of beroepsprocedures.

Indien de Belgische bevoegde autoriteit en de bevoegde autoriteit van een of meer lidstaten een gezamenlijke audit verrichten, trachten zij het eens te worden over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke audit, en streven zij naar overeenstemming over de fiscale positie van de geaudite persoon of personen op basis van de resultaten van de gezamenlijke audit. De bevindingen van de gezamenlijke audit worden neergelegd in een eindverslag. Punten waarover de bevoegde autoriteiten het eens zijn, worden in de conclusies van het eindverslag opgenomen en worden in aanmerking genomen in de relevante instrumenten die de bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten naar aanleiding van die gezamenlijke audit uitvaardigen.

De geaudite persoon of personen word(t)en in kennis gesteld van het resultaat van de gezamenlijke audit en krijgt/krijgen een kopie van het eindverslag binnen 60 dagen na het uitbrengen van het eindverslag."; 13° Er wordt een § 11/2 ingevoegd, luidende: " § 11/2.De Belgische bevoegde autoriteit kan de bevoegde autoriteit van een andere of meerdere lidstaten verzoeken een gezamenlijke audit uit te voeren.

Gezamenlijke audits worden op vooraf overeengekomen en gecoördineerde wijze, met inbegrip van taalregelingen, uitgevoerd door de betrokken bevoegde autoriteiten, en in overeenstemming met de wetgeving en de procedurele voorschriften van de lidstaat waar de activiteiten van de gezamenlijke audit plaatsvinden.

De rechten en plichten van de Belgische ambtenaren die deelnemen aan de gezamenlijke audit op het grondgebied van een andere lidstaat, worden vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat.

Tegelijk met het naleven van deze wetgeving, oefenen de Belgische ambtenaren geen bevoegdheden uit die verder zouden gaan dan de bevoegdheden die hun krachtens de Belgische wetgeving zijn verleend.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op het grondgebied van een andere lidstaat, kan het bewijsmateriaal dat tijdens de activiteiten van de gezamenlijke audit is verzameld, worden beoordeeld, ook op de ontvankelijkheid ervan, onder dezelfde juridische voorwaarden als in het geval van een klassieke audit uitgevoerd in België door Belgische ambtenaren.

Indien de Belgische bevoegde autoriteit en de bevoegde autoriteit van een of meerdere andere lidstaten een gezamenlijke audit verrichten, trachten zij het eens te worden over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke audit, en streven zij naar overeenstemming over de fiscale positie van de geaudite persoon of personen op basis van de resultaten van de gezamenlijke audit. De bevindingen van de gezamenlijke audit worden neergelegd in een eindverslag. De punten waarover de bevoegde autoriteiten het eens zijn, worden in de conclusies van het eindverslag opgenomen en worden in aanmerking genomen in de relevante instrumenten die de bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten naar aanleiding van die gezamenlijke audit uitvaardigen.

De geaudite persoon of personen worden in kennis gesteld van het resultaat van de gezamenlijke audit en krijgen een kopie van het eindverslag binnen 60 dagen na het uitbrengen van het eindverslag."; 14° in § 17, tweede lid wordt 1° vervangen als volgt: "1° voor de vestiging, de toepassing en de controle van de in artikel 2 van de richtlijn bedoelde belastingen, alsook op de btw en op andere indirecte belastingen, alsook op de toepassing van het Belgisch recht;"; 15° in § 17, wordt het vijfde lid vervangen als volgt: "Indien de Belgische bevoegde autoriteit van oordeel is dat de door een buitenlandse bevoegde autoriteit doorgegeven inlichtingen gebruikt kunnen worden voor de in het derde lid bedoelde doelen, en dat deze doelen niet het voorwerp uitmaken, door een bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan de inlichtingen afkomstig zijn, van een mededeling die het automatisch gebruik van deze inlichtingen voor de door de Belgische bevoegde autoriteit doeleinden toelaten, vraagt zij hiervoor toestemming aan de bevoegde autoriteit waarvan de inlichtingen afkomstig zijn."; 16° In § 18, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De Belgische bevoegde autoriteit deelt aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten een lijst mee van andere dan in paragraaf 1 bedoelde doeleinden waarvoor overeenkomstig haar nationale recht, de inlichtingen en bescheiden kunnen worden gebruikt.De bevoegde autoriteit die inlichtingen en bescheiden ontvangt, kan de ontvangen inlichtingen en bescheiden zonder de in het eerste lid bedoelde toestemming gebruiken voor alle doeleinden die de Belgische bevoegde autoriteit heeft opgenoemd."; 17° § 23 wordt vervangen als volgt: " § 23.Verzoeken om inlichtingen en de administratieve onderzoeken die zijn ingediend op grond van § 4, alsook de antwoorden op grond van § 5, de ontvangstbevestigingen, de verzoeken om inlichtingen van algemene aard en de verklaringen van ongeschiktheid of weigering krachtens § 5 worden, voor zover mogelijk, overgemaakt door middel van een door de Commissie goedgekeurd standaardformulier. Er mogen rapporten, certificaten en andere bescheiden, of andere voor eensluidend verklaarde afschriften of uittreksels daarvan bij de standaardformulieren gevoegd worden.

De in het eerste lid bedoelde standaardformulieren bevatten ten minste de volgende gegevens, die de verzoekende autoriteit moet verstrekken: a) de identiteit van de persoon naar wie het onderzoek of de controle is ingesteld en, in het geval van vragen betreffende een groep zoals bedoeld in § 5/2, een gedetailleerde beschrijving van de groep;b) het fiscale doel van de gevraagde informatie. De Belgische bevoegde autoriteit kan, voor zover bekend en in overeenstemming met de ontwikkeling van de internationale situatie, de namen en adressen verstrekken van alle personen van wie er redenen zijn om aan te nemen dat ze in het bezit zijn van de gevraagde informatie, alsook alle elementen die het verzamelen van informatie door de aangezochte autoriteit kunnen vergemakkelijken.

De spontane gegevensuitwisseling en de desbetreffende ontvangstbevestiging respectievelijk op grond van de §§ 7 en 8, de verzoeken tot administratieve kennisgeving op grond van §§ 12 en 13, de terugmeldingen op grond van §§ 14 en 15, de inlichtingen op grond van §§ 17, tweede lid en 18, en van § 25, tweede lid, worden overgemaakt door middel van de door de Commissie goedgekeurde standaardformulieren.

De automatische inlichtingenuitwisseling op grond van de §§ 6 en 6/1 wordt verricht in een geautomatiseerd standaardformaat dat ontworpen is om die automatische uitwisseling te vergemakkelijken en dat is goedgekeurd door de Commissie.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen aan het Wetboek diverse rechten en taksen

Art. 15.In artikel 211bis van het Wetboek diverse rechten en taksen, ingevoegd bij de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013003281 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 16 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG sluiten en gewijzigd bij de wetten van 31 juli 2017 en 20 december 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° § 2 wordt vervolledigd als volgt: "19° "gezamenlijke audit": een administratief onderzoek dat gezamenlijk door de bevoegde autoriteiten van twee of meer lidstaten wordt uitgevoerd, en verband houdt met een of meer personen van gezamenlijk of complementair belang voor de bevoegde autoriteiten van die lidstaten;20° "gegevensinbreuk": een inbreuk op de beveiliging die leidt tot vernietiging, verlies, wijziging of elk voorval van ongepaste of ongeoorloofde inzage, openbaarmaking of gebruik van inlichtingen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, persoonsgegevens die worden doorgegeven, opgeslagen of anderszins verwerkt, als gevolg van opzettelijke onwettige handelingen, nalatigheid of ongevallen.Een gegevensinbreuk kan betrekking hebben op de vertrouwelijkheid, de beschikbaarheid en de integriteit van gegevens."; 2° in § 5, vijfde lid worden de woorden "uiterlijk zes maanden" vervangen door de woorden "uiterlijk drie maanden"; 3° in § 5 wordt het achtste lid vervolledigd met de volgende zin: "Deze termijn mag niet langer zijn dan zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek."; 4° er wordt een § 5/1 ingevoegd, luidende: " § 5/1.Wat betreft een in paragraaf 4 en in paragraaf 5 bedoeld verzoek worden de verzochte inlichtingen geacht van verwacht belang te zijn indien op het ogenblik van het verzoek de verzoekende autoriteit van oordeel is dat er overeenkomstig haar nationale wetgeving een redelijke mogelijkheid bestaat dat de verzochte inlichtingen van belang zullen zijn voor de belastingaangelegenheden van één of meer belastingplichtigen, hetzij bij naam geïdentificeerd of anderszins, en het verzoek gerechtvaardigd is voor de doeleinden van het onderzoek.

Om het verwacht belang van de verzochte inlichtingen aan te tonen, verstrekt de verzoekende autoriteit ten minste de volgende inlichtingen aan de aangezochte autoriteit: a) het fiscale doel waarvoor de informatie wordt opgevraagd; b) een specificering van de inlichtingen die nodig zijn voor de uitvoering of handhaving van haar nationale recht."; 5° er wordt een § 5/2 ingevoegd, luidende: " § 5/2.Een in § 4 en in § 5 bedoeld verzoek kan betrekking hebben op een groep belastingplichtigen die niet individueel kunnen worden geïdentificeerd, maar die uitsluitend kunnen worden aangeduid op basis van een gemeenschappelijke reeks kenmerken.

In dergelijke gevallen, verstrekt de verzoekende autoriteit de volgende informatie aan de aangezochte autoriteit: a) een gedetailleerde beschrijving van de groep;b) een toelichting bij de toepasselijke wetgeving en bij de feiten op basis waarvan redelijkerwijze vermoed kan worden dat de belastingplichtigen in de groep de toepasselijke wetgeving niet hebben nageleefd;c) een toelichting bij de manier waarop de gevraagde inlichtingen zouden bijdragen tot het bepalen van de mate waarin de belastingplichtigen in de groep aan hun verplichtingen voldoen; d) in voorkomend geval, feiten en omstandigheden die verband houden met de tussenkomst van een derde die actief heeft bijgedragen tot de mogelijke niet-naleving van de toepasselijke wetgeving door de belastingplichtigen in de groep."; 6° § 6, eerste lid, wordt vervangen als volgt: " § 6.De Belgische bevoegde autoriteit verstrekt de buitenlandse bevoegde autoriteit automatisch alle inlichtingen waarover zij ten aanzien van ingezetenen van die andere lidstaat beschikt inzake de volgende specifieke inkomsten- en vermogenscategorieën, op te vatten in de zin van de Belgische wetgeving: a) inkomen uit een dienstbetrekking;b) tantièmes en presentiegelden;c) levensverzekeringsproducten die niet vallen onder andere Unierechtsinstrumenten inzake de uitwisseling van inlichtingen noch onder soortgelijke voorschriften;d) pensioenen;e) eigendom van en inkomsten uit onroerend goed;f) royalty's. Voor belastingtijdvakken die ingaan op of na 1 januari 2024, omvat de verstrekking van de in de eerste alinea genoemde inlichtingen het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer (TIN) van ingezetenen.

België stelt de Commissie jaarlijks in kennis van ten minste twee inkomsten- en vermogenscategorieën die zijn opgenomen in de eerste alinea ten aanzien waarvan zij inlichtingen verstrekken over ingezetenen van een andere lidstaat."; 7° § 6/1, 4°, a) wordt vervangen als volgt: "a) voor de op grond van 1° uitgewisselde inlichtingen: onverwijld zodra de voorafgaande grensoverschrijdende rulings of voorafgaande verrekenprijsafspraken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd en uiterlijk binnen drie maanden na het einde van het semester van het kalenderjaar waarin de voorafgaande grensoverschrijdende rulings of voorafgaande verrekenprijsafspraken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd;"; 8° § 6/1, 5°, b) wordt vervangen als volgt: "b) een samenvatting van de voorafgaande grensoverschrijdende ruling of voorafgaande verrekenprijsafspraak, daaronder begrepen een omschrijving van de relevante zakelijke activiteiten of transacties of reeks van transacties, alsook alle andere inlichtingen die voor de bevoegde autoriteit nuttig kunnen zijn bij de evaluatie van een mogelijk belastingrisico, die niet mag leiden tot de openbaarmaking van een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze, of van inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde;"; 9° § 9 wordt vervangen als volgt: " § 9.Met het oog op de uitwisseling van de inlichtingen als bedoeld in § 1, kan de Belgische bevoegde autoriteit een buitenlandse bevoegde autoriteit verzoeken dat door eerstgenoemde gemachtigde ambtenaren onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de buitenlandse bevoegde autoriteit mogen: 1° aanwezig zijn, op het grondgebied van de lidstaat, in de kantoren waar de administratieve autoriteiten van de lidstaatzijn taken vervullen;2° aanwezig zijn bij administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op het grondgebied van de buitenlandse bevoegde autoriteit;3° deelnemen aan de administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op het grondgebied van de andere lidstaat, met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, in voorkomend geval. In de gevallen waarin de door België gemachtigde ambtenaren aanwezig zijn bij de administratieve onderzoeken of eraan deelnemen door middel van elektronische communicatiemiddelen, kunnen zij personen ondervragen en bescheiden onderzoeke, onder voorbehoud van de door de buitenlandse bevoegde autoriteit gedefinieerde proceduremodaliteiten."; 10° § 10 wordt vervangen als volgt: " § 10.Met het oog op de uitwisseling van de in § 1 bedoelde inlichtingen kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat de Belgische bevoegde autoriteit verzoeken dat door eerstgenoemde gemachtigde ambtenaren onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Belgische bevoegde autoriteit mogen: 1° aanwezig zijn, in België, in de kantoren waar de FOD Financiën zijn taken vervult;2° aanwezig zijn bij administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op Belgisch grondgebied;3° deelnemen aan de administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op Belgisch grondgebied, met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, in voorkomend geval. De Belgische bevoegde autoriteit antwoordt op het overeenkomstig de eerste alinea ingediende verzoek binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst van het verzoek, om haar instemming te bevestigen of haar gemotiveerde weigering aan de buitenlandse bevoegde autoriteit mee te delen.

Indien de gevraagde inlichtingen vermeld staan in bescheiden waartoe de ambtenaren van de Belgische bevoegde autoriteit toegang hebben, ontvangen de ambtenaren van de verzoekende autoriteit een afschrift van die bescheiden.

Indien ambtenaren van de verzoekende autoriteit aanwezig zijn tijdens een administratief onderzoek of daaraan deelnemen met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, mogen zij personen ondervragen en bescheiden onderzoeken, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Belgische bevoegde autoriteit.

Elke weigering door een persoon op wie een onderzoek betrekking heeft, om de controlemaatregelen van de ambtenaren van de verzoekende autoriteit na te leven, wordt door de Belgische bevoegde autoriteit beschouwd als een weigering tegenover haar eigen ambtenaren.

De door de verzoekende lidstaat gemachtigde ambtenaren die overeenkomstig het eerste lid in België aanwezig zijn, moeten steeds een schriftelijk mandaat kunnen voorleggen waarin hun identiteit en hun officiële hoedanigheid worden vermeld."; 11° In § 11, derde lid, wordt de laatste zin aangevuld met de woorden "binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het voorstel."; 12° Er wordt een § 11/1 ingevoegd, luidende: " § 11/1.De bevoegde autoriteit van een of meer lidstaten kan de Belgische bevoegde autoriteit verzoeken een gezamenlijke audit uit te voeren. De Belgische bevoegde autoriteit aanvaardt of weigert het verzoek om een gezamenlijke audit binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek en motiveert haar beslissing ingeval ze het verzoek verwerpt.

Gezamenlijke audits worden op vooraf overeengekomen en gecoördineerde wijze, met inbegrip van taalregelingen, uitgevoerd door de bevoegde autoriteit van de verzoekende lidstaat, door de Belgische bevoegde autoriteit, en in voorkomend geval, door de bevoegde autoriteiten van de andere aangezochte lidstaten en in overeenstemming met de Belgische wetgeving en procedurele voorschriften.

De Belgische bevoegde autoriteit wijst een vertegenwoordiger aan die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de coördinatie van de gezamenlijke audit op Belgisch grondgebied.

De rechten en plichten van de ambtenaren van lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke audit op Belgisch grondgebied, worden vastgesteld overeenkomstig de Belgische wetgeving. Tegelijk met het naleven van die wetgeving, oefenen de ambtenaren van een andere lidstaat geen bevoegdheden uit die verder zouden gaan dan de bevoegdheden die hun krachtens de wetgeving van hun lidstaat zijn verleend.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, zijn de ambtenaren van andere lidstaten die deelnemen aan de activiteiten van de gezamenlijke audit, gemachtigd om personen te ondervragen en bescheiden te onderzoeken in samenspraak met de ambtenaren van de Belgische bevoegde autoriteit, met inachtneming van de in België bepaalde procedurele regelingen.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, kan het bewijsmateriaal dat tijdens de activiteiten van de gezamenlijke audit is verzameld, worden beoordeeld, ook op de ontvankelijkheid ervan, onder dezelfde juridische voorwaarden als in het geval van een klassieke audit, uitgevoerd in België door Belgische ambtenaren, onder meer in de loop van een bezwaar-, herzienings- of beroepsprocedures.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, genieten personen die aan een gezamenlijke audit worden onderworpen of erdoor worden geraakt, dezelfde rechten en hebben ze dezelfde plichten als in het geval van een klassieke audit waaraan alleen Belgische ambtenaren deelnemen, onder meer in de loop van een bezwaar-, herzienings- of beroepsprocedures.

Indien de Belgische bevoegde autoriteit en de bevoegde autoriteit van een of meer lidstaten een gezamenlijke audit verrichten, trachten zij het eens te worden over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke audit, en streven zij naar overeenstemming over de fiscale positie van de geaudite persoon of personen op basis van de resultaten van de gezamenlijke audit. De bevindingen van de gezamenlijke audit worden neergelegd in een eindverslag. Punten waarover de bevoegde autoriteiten het eens zijn, worden in de conclusies van het eindverslag opgenomen en worden in aanmerking genomen in de relevante instrumenten die de bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten naar aanleiding van die gezamenlijke audit uitvaardigen.

De geaudite persoon of personen word(t)en in kennis gesteld van het resultaat van de gezamenlijke audit en krijgt/krijgen een kopie van het eindverslag binnen 60 dagen na het uitbrengen van het eindverslag."; 13° Er wordt een § 11/2 ingevoegd, luidende: " § 11/2.De Belgische bevoegde autoriteit kan de bevoegde autoriteit van een andere of meerdere lidstaten verzoeken een gezamenlijke audit uit te voeren.

Gezamenlijke audits worden op vooraf overeengekomen en gecoördineerde wijze, met inbegrip van taalregelingen, uitgevoerd door de betrokken bevoegde autoriteiten, en in overeenstemming met de wetgeving en de procedurele voorschriften van de lidstaat waar de activiteiten van de gezamenlijke audit plaatsvinden.

De rechten en plichten van de Belgische ambtenaren die deelnemen aan de gezamenlijke audit op het grondgebied van een andere lidstaat, worden vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat.

Tegelijk met het naleven van deze wetgeving, oefenen de Belgische ambtenaren geen bevoegdheden uit die verder zouden gaan dan de bevoegdheden die hun krachtens de Belgische wetgeving zijn verleend.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op het grondgebied van een andere lidstaat, kan het bewijsmateriaal dat tijdens de activiteiten van de gezamenlijke audit is verzameld, worden beoordeeld, ook op de ontvankelijkheid ervan, onder dezelfde juridische voorwaarden als in het geval van een klassieke audit uitgevoerd in België door Belgische ambtenaren.

Indien de Belgische bevoegde autoriteit en de bevoegde autoriteit van een of meerdere andere lidstaten een gezamenlijke audit verrichten, trachten zij het eens te worden over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke audit, en streven zij naar overeenstemming over de fiscale positie van de geaudite persoon of personen op basis van de resultaten van de gezamenlijke audit. De bevindingen van de gezamenlijke audit worden neergelegd in een eindverslag. De punten waarover de bevoegde autoriteiten het eens zijn, worden in de conclusies van het eindverslag opgenomen en worden in aanmerking genomen in de relevante instrumenten die de bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten naar aanleiding van die gezamenlijke audit uitvaardigen.

De geaudite persoon of personen worden in kennis gesteld van het resultaat van de gezamenlijke audit en krijgen een kopie van het eindverslag binnen 60 dagen na het uitbrengen van het eindverslag."; 14° in § 17, tweede lid wordt de bepaling 1° vervangen als volgt: "1° voor de vestiging, de toepassing en de controle van de in artikel 2 van de richtlijn bedoelde belastingen, alsook op de btw en op andere indirecte belastingen, alsook op de toepassing van het Belgisch recht;"; 15° in § 17 wordt het vijfde lid vervangen als volgt: "Indien de Belgische bevoegde autoriteit van oordeel is dat de door een buitenlandse bevoegde autoriteit doorgegeven inlichtingen gebruikt kunnen worden voor de in het derde lid bedoelde doelen, en dat deze doelen niet het voorwerp uitmaken, door een bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan de inlichtingen afkomstig zijn, van een mededeling die het automatisch gebruik van deze inlichtingen voor de door de Belgische bevoegde autoriteit doeleinden toelaten, vraagt zij hiervoor toestemming aan de bevoegde autoriteit waarvan de inlichtingen afkomstig zijn."; 16° In § 18, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De Belgische bevoegde autoriteit deelt aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten een lijst mee van andere dan in paragraaf 1 bedoelde doeleinden waarvoor overeenkomstig haar nationale recht, de inlichtingen en bescheiden kunnen worden gebruikt.De bevoegde autoriteit die inlichtingen en bescheiden ontvangt, kan de ontvangen inlichtingen en bescheiden zonder de in het eerste lid bedoelde toestemming gebruiken voor alle doeleinden die de Belgische bevoegde autoriteit heeft opgenoemd."; 17° § 23 wordt vervangen als volgt: " § 23.Verzoeken om inlichtingen en de administratieve onderzoeken die zijn ingediend op grond van § 4, alsook de antwoorden op grond van § 5, de ontvangstbevestigingen, de verzoeken om inlichtingen van algemene aard en de verklaringen van ongeschiktheid of weigering krachtens § 5 worden, voor zover mogelijk, overgemaakt door middel van een door de Commissie goedgekeurd standaardformulier. Er mogen rapporten, certificaten en andere bescheiden, of andere voor eensluidend verklaarde afschriften of uittreksels daarvan bij de standaardformulieren gevoegd worden.

De in het eerste lid bedoelde standaardformulieren bevatten ten minste de volgende gegevens, die de verzoekende autoriteit moet verstrekken: a) de identiteit van de persoon naar wie het onderzoek of de controle is ingesteld en, in het geval van vragen betreffende een groep zoals bedoeld in § 5/2, een gedetailleerde beschrijving van de groep;b) het fiscale doel van de gevraagde informatie. De Belgische bevoegde autoriteit kan, voor zover bekend en in overeenstemming met de ontwikkeling van de internationale situatie, de namen en adressen verstrekken van alle personen van wie er redenen zijn om aan te nemen dat ze in het bezit zijn van de gevraagde informatie, alsook alle elementen die het verzamelen van informatie door de aangezochte autoriteit kunnen vergemakkelijken.

De spontane gegevensuitwisseling en de desbetreffende ontvangstbevestiging respectievelijk op grond van de §§ 7 en 8, verzoeken tot administratieve kennisgeving op grond van §§ 12 en 13, terugmeldingen op grond van §§ 14 en 15, de inlichtingen op grond van §§ 17, tweede lid en 18, en van § 25, tweede lid, worden overgemaakt door middel van de door de Commissie goedgekeurde standaardformulieren.

De automatische inlichtingenuitwisseling op grond van de §§ 6 en 6/1 wordt verricht in een geautomatiseerd standaardformaat dat ontworpen is om die automatische uitwisseling te vergemakkelijken en dat is goedgekeurd door de Commissie.". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen aan het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten

Art. 16.In artikel 289bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, ingevoegd bij de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013003281 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 16 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG sluiten en gewijzigd bij de wetten van 31 juli 2017, 20 december 2019 en 26 januari 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° § 2 wordt vervolledigd als volgt: "19° "gezamenlijke audit": een administratief onderzoek dat gezamenlijk door de bevoegde autoriteiten van twee of meer lidstaten wordt uitgevoerd, en verband houdt met een of meer personen van gezamenlijk of complementair belang voor de bevoegde autoriteiten van die lidstaten;20° "gegevensinbreuk": een inbreuk op de beveiliging die leidt tot vernietiging, verlies, wijziging of elk voorval van ongepaste of ongeoorloofde inzage, openbaarmaking of gebruik van inlichtingen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, persoonsgegevens die worden doorgegeven, opgeslagen of anderszins verwerkt, als gevolg van opzettelijke onwettige handelingen, nalatigheid of ongevallen.Een gegevensinbreuk kan betrekking hebben op de vertrouwelijkheid, de beschikbaarheid en de integriteit van gegevens."; 2° in § 5, vijfde lid worden de woorden "uiterlijk zes maanden" vervangen door de woorden "uiterlijk drie maanden"; 3° in § 5 wordt het achtste lid vervolledigd met de volgende zin: "Deze termijn mag niet langer zijn dan zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek."; 4° er wordt een § 5/1 ingevoegd, luidende: " § 5/1.Wat betreft een in paragraaf 4 en in paragraaf 5 bedoeld verzoek worden de verzochte inlichtingen geacht van verwacht belang te zijn indien op het ogenblik van het verzoek de verzoekende autoriteit van oordeel is dat er overeenkomstig haar nationale wetgeving een redelijke mogelijkheid bestaat dat de verzochte inlichtingen van belang zullen zijn voor de belastingaangelegenheden van één of meer belastingplichtigen, hetzij bij naam geïdentificeerd of anderszins, en het verzoek gerechtvaardigd is voor de doeleinden van het onderzoek.

Om het verwacht belang van de verzochte inlichtingen aan te tonen, verstrekt de verzoekende autoriteit ten minste de volgende inlichtingen aan de aangezochte autoriteit: a) het fiscale doel waarvoor de informatie wordt opgevraagd; b) een specificering van de inlichtingen die nodig zijn voor de uitvoering of handhaving van haar nationale recht."; 5° er wordt een § 5/2 ingevoegd, luidende: " § 5/2.Een in § 4 en in § 5 bedoeld verzoek kan betrekking hebben op een groep belastingplichtigen die niet individueel kunnen worden geïdentificeerd, maar die uitsluitend kunnen worden aangeduid op basis van een gemeenschappelijke reeks kenmerken.

In dergelijke gevallen, verstrekt de verzoekende autoriteit de volgende informatie aan de aangezochte autoriteit: a) een gedetailleerde beschrijving van de groep;b) een toelichting bij de toepasselijke wetgeving en bij de feiten op basis waarvan redelijkerwijze vermoed kan worden dat de belastingplichtigen in de groep de toepasselijke wetgeving niet hebben nageleefd;c) een toelichting bij de manier waarop de gevraagde inlichtingen zouden bijdragen tot het bepalen van de mate waarin de belastingplichtigen in de groep aan hun verplichtingen voldoen; d) in voorkomend geval, feiten en omstandigheden die verband houden met de tussenkomst van een derde die actief heeft bijgedragen tot de mogelijke niet-naleving van de toepasselijke wetgeving door de belastingplichtigen in de groep."; 6° § 6, eerste lid wordt vervangen als volgt: " § 6.De Belgische bevoegde autoriteit verstrekt de buitenlandse bevoegde autoriteit automatisch alle inlichtingen waarover zij ten aanzien van ingezetenen van die andere lidstaat beschikt inzake de volgende specifieke inkomsten- en vermogenscategorieën, op te vatten in de zin van de Belgische wetgeving: a) inkomen uit een dienstbetrekking;b) tantièmes en presentiegelden;c) levensverzekeringsproducten die niet vallen onder andere Unierechtsinstrumenten inzake de uitwisseling van inlichtingen noch onder soortgelijke voorschriften;d) pensioenen;e) eigendom van en inkomsten uit onroerend goed;f) royalty's. Voor belastingtijdvakken die ingaan op of na 1 januari 2024, omvat de verstrekking van de in de eerste alinea genoemde inlichtingen het door de lidstaat van verblijf afgegeven fiscaal identificatienummer (TIN) van ingezetenen.

België stelt de Commissie jaarlijks in kennis van ten minste twee inkomsten- en vermogenscategorieën die zijn opgenomen in de eerste alinea ten aanzien waarvan zij inlichtingen verstrekken over ingezetenen van een andere lidstaat."; 7° § 6/1, 4°, a) wordt vervangen als volgt: "a) voor de op grond van 1° uitgewisselde inlichtingen: onverwijld zodra de voorafgaande grensoverschrijdende rulings of voorafgaande verrekenprijsafspraken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd en uiterlijk binnen drie maanden na het einde van het semester van het kalenderjaar waarin de voorafgaande grensoverschrijdende rulings of voorafgaande verrekenprijsafspraken zijn afgegeven of gemaakt, gewijzigd of hernieuwd."; 8° § 6/1, 5°, b) wordt vervangen als volgt: "b) een samenvatting van de voorafgaande grensoverschrijdende ruling of voorafgaande verrekenprijsafspraak, daaronder begrepen een omschrijving van de relevante zakelijke activiteiten of transacties of reeks van transacties, alsook alle andere inlichtingen die voor de bevoegde autoriteit nuttig kunnen zijn bij de evaluatie van een mogelijk belastingrisico, die niet mag leiden tot de openbaarmaking van een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze, of van inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde."; 9° § 9 wordt vervangen als volgt: " § 9.Met het oog op de uitwisseling van de inlichtingen als bedoeld in § 1, kan de Belgische bevoegde autoriteit een buitenlandse bevoegde autoriteit verzoeken dat door eerstgenoemde gemachtigde ambtenaren onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de buitenlandse bevoegde autoriteit mogen: 1° aanwezig zijn, op het grondgebied van de lidstaat, in de kantoren waar de administratieve autoriteiten van de lidstaat taken vervullen;2° aanwezig zijn bij administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op het grondgebied van de buitenlandse bevoegde autoriteit;3° deelnemen aan de administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op het grondgebied van de andere lidstaat, met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, in voorkomend geval. In de gevallen waarin de door België gemachtigde ambtenaren aanwezig zijn bij de administratieve onderzoeken of eraan deelnemen door middel van elektronische communicatiemiddelen, kunnen zij personen ondervragen en bescheiden onderzoeken, onder voorbehoud van de door de buitenlandse bevoegde autoriteit gedefinieerde proceduremodaliteiten."; 10° § 10 wordt vervangen als volgt: " § 10.Met het oog op de uitwisseling van de in § 1 bedoelde inlichtingen kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat de Belgische bevoegde autoriteit verzoeken dat door eerstgenoemde gemachtigde ambtenaren onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Belgische bevoegde autoriteit mogen: 1° aanwezig zijn, in België, in de kantoren waar de FOD Financiën zijn taken vervult;2° aanwezig zijn bij administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op Belgisch grondgebied;3° deelnemen aan de administratieve onderzoeken die worden uitgevoerd op Belgisch grondgebied, met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, in voorkomend geval. De Belgische bevoegde autoriteit antwoordt op het overeenkomstig de eerste alinea ingediende verzoek binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst van het verzoek, om haar instemming te bevestigen of haar gemotiveerde weigering aan de buitenlandse bevoegde autoriteit mee te delen.

Indien de gevraagde inlichtingen vermeld staan in bescheiden waartoe de ambtenaren van de Belgische bevoegde autoriteit toegang hebben, ontvangen de ambtenaren van de verzoekende autoriteit een afschrift van die bescheiden.

Indien ambtenaren van de verzoekende autoriteit aanwezig zijn tijdens een administratief onderzoek of daaraan deelnemen met gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, mogen zij personen ondervragen en bescheiden onderzoeken, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de Belgische bevoegde autoriteit.

Elke weigering door een persoon op wie een onderzoek betrekking heeft, om de controlemaatregelen van de ambtenaren van de verzoekende autoriteit na te leven, wordt door de Belgische bevoegde autoriteit beschouwd als een weigering tegenover haar eigen ambtenaren.

De door de verzoekende lidstaat gemachtigde ambtenaren die overeenkomstig het eerste lid in België aanwezig zijn, moeten steeds een schriftelijk mandaat kunnen voorleggen waarin hun identiteit en hun officiële hoedanigheid worden vermeld."; 11° In § 11, derde lid, wordt de laatste zin aangevuld met de woorden "binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het voorstel."; 12° Er wordt een § 11/1 ingevoegd luidende: " § 11/1.De bevoegde autoriteit van een of meer lidstaten kan de Belgische bevoegde autoriteit verzoeken een gezamenlijke audit uit te voeren. De Belgische bevoegde autoriteit aanvaardt of weigert het verzoek om een gezamenlijke audit binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek en motiveert haar beslissing ingeval ze het verzoek verwerpt.

Gezamenlijke audits worden op vooraf overeengekomen en gecoördineerde wijze, met inbegrip van taalregelingen, uitgevoerd door de bevoegde autoriteit van de verzoekende lidstaat, door de Belgische bevoegde autoriteit, en in voorkomend geval, door de bevoegde autoriteiten van de andere aangezochte lidstaten en in overeenstemming met de Belgische wetgeving en procedurele voorschriften. De Belgische bevoegde autoriteit wijst een vertegenwoordiger aan die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de coördinatie van de gezamenlijke audit op Belgisch grondgebied.

De rechten en plichten van de ambtenaren van lidstaten die deelnemen aan de gezamenlijke audit op Belgisch grondgebied, worden vastgesteld overeenkomstig de Belgische wetgeving. Tegelijk met het naleven van die wetgeving, oefenen de ambtenaren van een andere lidstaat geen bevoegdheden uit die verder zouden gaan dan de bevoegdheden die hun krachtens de wetgeving van hun lidstaat zijn verleend.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, zijn de ambtenaren van andere lidstaten die deelnemen aan de activiteiten van de gezamenlijke audit, gemachtigd om personen te ondervragen en bescheiden te onderzoeken in samenspraak met de ambtenaren van de Belgische bevoegde autoriteit, met inachtneming van de in België bepaalde procedurele regelingen.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, kan het bewijsmateriaal dat tijdens de activiteiten van de gezamenlijke audit is verzameld, worden beoordeeld, ook op de ontvankelijkheid ervan, onder dezelfde juridische voorwaarden als in het geval van een klassieke audit, uitgevoerd in België door Belgische ambtenaren, onder meer in de loop van een bezwaar-, herzienings- of beroepsprocedures.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op Belgisch grondgebied, genieten personen die aan een gezamenlijke audit worden onderworpen of erdoor worden geraakt, dezelfde rechten en hebben ze dezelfde plichten als in het geval van een klassieke audit waaraan alleen Belgische ambtenaren deelnemen, onder meer in de loop van een bezwaar-, herzienings- of beroepsprocedures.

Indien de Belgische bevoegde autoriteit en de bevoegde autoriteit van een of meer lidstaten een gezamenlijke audit verrichten, trachten zij het eens te worden over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke audit, en streven zij naar overeenstemming over de fiscale positie van de geaudite persoon of personen op basis van de resultaten van de gezamenlijke audit. De bevindingen van de gezamenlijke audit worden neergelegd in een eindverslag. Punten waarover de bevoegde autoriteiten het eens zijn, worden in de conclusies van het eindverslag opgenomen en worden in aanmerking genomen in de relevante instrumenten die de bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten naar aanleiding van die gezamenlijke audit uitvaardigen.

De geaudite persoon of personen word(t)en in kennis gesteld van het resultaat van de gezamenlijke audit en krijgt/krijgen een kopie van het eindverslag binnen 60 dagen na het uitbrengen van het eindverslag."; 13° Er wordt een § 11/2 ingevoegd, luidende: " § 11/2.De Belgische bevoegde autoriteit kan de bevoegde autoriteit van een andere of meerdere lidstaten verzoeken een gezamenlijke audit uit te voeren.

Gezamenlijke audits worden op vooraf overeengekomen en gecoördineerde wijze, met inbegrip van taalregelingen, uitgevoerd door de betrokken bevoegde autoriteiten, en in overeenstemming met de wetgeving en de procedurele voorschriften van de lidstaat waar de activiteiten van de gezamenlijke audit plaatsvinden.

De rechten en plichten van de Belgische ambtenaren die deelnemen aan de gezamenlijke audit op het grondgebied van een andere lidstaat, worden vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat.

Tegelijk met het naleven van deze wetgeving, oefenen de Belgische ambtenaren geen bevoegdheden uit die verder zouden gaan dan de bevoegdheden die hun krachtens de Belgische wetgeving zijn verleend.

Onverminderd het tweede en derde lid en voor de toepassing van de in het eerste lid bedoelde gezamenlijke audits, gerealiseerd op het grondgebied van een andere lidstaat, kan het bewijsmateriaal dat tijdens de activiteiten van de gezamenlijke audit is verzameld, worden beoordeeld, ook op de ontvankelijkheid ervan, onder dezelfde juridische voorwaarden als in het geval van een klassieke audit uitgevoerd in België door Belgische ambtenaren.

Indien de Belgische bevoegde autoriteit en de bevoegde autoriteit van een of meerdere andere lidstaten een gezamenlijke audit verrichten, trachten zij het eens te worden over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke audit, en streven zij naar overeenstemming over de fiscale positie van de geaudite persoon of personen op basis van de resultaten van de gezamenlijke audit. De bevindingen van de gezamenlijke audit worden neergelegd in een eindverslag. De punten waarover de bevoegde autoriteiten het eens zijn, worden in de conclusies van het eindverslag opgenomen en worden in aanmerking genomen in de relevante instrumenten die de bevoegde autoriteiten van de deelnemende lidstaten naar aanleiding van die gezamenlijke audit uitvaardigen.

De geaudite persoon of personen worden in kennis gesteld van het resultaat van de gezamenlijke audit en krijgen een kopie van het eindverslag binnen 60 dagen na het uitbrengen van het eindverslag."; 14° in § 17, tweede lid wordt de bepaling 1° vervangen als volgt: "1° voor de vestiging, de toepassing en de controle van de in artikel 2 van de richtlijn bedoelde belastingen, alsook op de btw en op andere indirecte belastingen, alsook op de toepassing van het Belgisch recht;"; 15° in § 17 wordt het vijfde lid vervangen als volgt: "Indien de Belgische bevoegde autoriteit van oordeel is dat de door een buitenlandse bevoegde autoriteit doorgegeven inlichtingen gebruikt kunnen worden voor de in het derde lid bedoelde doelen, en dat deze doelen niet het voorwerp uitmaken, door een bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan de inlichtingen afkomstig zijn, van een mededeling die het automatisch gebruik van deze inlichtingen voor de door de Belgische bevoegde autoriteit doeleinden toelaten, vraagt zij hiervoor toestemming aan de bevoegde autoriteit waarvan de inlichtingen afkomstig zijn."; 16° In § 18, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De Belgische bevoegde autoriteit deelt aan de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten een lijst mee van andere dan in paragraaf 1 bedoelde doeleinden waarvoor overeenkomstig haar nationale recht, de inlichtingen en bescheiden kunnen worden gebruikt.De bevoegde autoriteit die inlichtingen en bescheiden ontvangt, kan de ontvangen inlichtingen en bescheiden zonder de in het eerste lid bedoelde toestemming gebruiken voor alle doeleinden die de Belgische bevoegde autoriteit heeft opgenoemd."; 17° § 23 wordt vervangen als volgt: " § 23.Verzoeken om inlichtingen en de administratieve onderzoeken die zijn ingediend op grond van § 4, alsook de antwoorden op grond van § 5, de ontvangstbevestigingen, de verzoeken om inlichtingen van algemene aard en de verklaringen van ongeschiktheid of weigering krachtens § 5 worden, voor zover mogelijk, overgemaakt door middel van een door de Commissie goedgekeurd standaardformulier. Er mogen rapporten, certificaten en andere bescheiden, of andere voor eensluidend verklaarde afschriften of uittreksels daarvan bij de standaardformulieren gevoegd worden.

De in het eerste lid bedoelde standaardformulieren bevatten ten minste de volgende gegevens, die de verzoekende autoriteit moet verstrekken: a) de identiteit van de persoon naar wie het onderzoek of de controle is ingesteld en, in het geval van vragen betreffende een groep zoals bedoeld in § 5/2, een gedetailleerde beschrijving van de groep; b) het fiscale doel van de gevraagde informatie." De Belgische bevoegde autoriteit kan, voor zover bekend en in overeenstemming met de ontwikkeling van de internationale situatie, de namen en adressen verstrekken van alle personen van wie er redenen zijn om aan te nemen dat ze in het bezit zijn van de gevraagde informatie, alsook alle elementen die het verzamelen van informatie door de aangezochte autoriteit kunnen vergemakkelijken.

De spontane gegevensuitwisseling en de desbetreffende ontvangstbevestiging respectievelijk op grond van de §§ 7 en 8, verzoeken tot administratieve kennisgeving op grond van §§ 12 en 13, terugmeldingen op grond van §§ 14 en 15, de inlichtingen op grond van §§ 17, tweede lid en 18, en van § 25, tweede lid, worden overgemaakt door middel van de door de Commissie goedgekeurde standaardformulieren.

De automatische inlichtingenuitwisseling op grond van de §§ 6 en 6/1 wordt verricht in een geautomatiseerd standaardformaat dat ontworpen is om die automatische uitwisseling te vergemakkelijken en dat is goedgekeurd door de Commissie.". HOOFDSTUK 6. - Overgangsbepaling en inwerkingtreding

Art. 17.Artikel 321quater van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zoals ingevoegd door artikel 15 van de wet houdende dringende diverse fiscale en fraudebestrijding bepalingen van 20 december 2020 en zoals deze bestond alvorens vervangen geworden te zijn door artikel 4 van huidige wet, blijft van toepassing tot en met 31 maart 2023.

Art. 18.De huidige wet treedt in werking op 1 januari 2023.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 december 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-3000 Integraal verslag: 15 december 2022.

^