Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 juli 2023
gepubliceerd op 26 juli 2023

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de inkomensverklaring als bedoeld in artikel 242, § 1/1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2023043917
pub.
26/07/2023
prom.
17/07/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de inkomensverklaring als bedoeld in artikel 242, § 1/1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wet van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2022 pub. 29/12/2022 numac 2022043130 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen type wet prom. 21/12/2022 pub. 30/12/2022 numac 2022043134 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16 (EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (1) sluiten houdende diverse fiscale bepalingen heeft in artikel 242 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) een paragraaf 1/1 ingevoegd om de aftrek van onderhoudsuitkeringen onder bepaalde voorwaarden ook mogelijk te maken voor inwoners van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte die niet voldoen aan de 75 pct.-regel maar in hun woonstaat omwille van de geringe omvang van inkomsten die in de woonstaat belastbaar zijn, geen of slechts een beperkt fiscaal voordeel kunnen genieten voor die onderhoudsuitkeringen. De belastingplichtige moet aantonen dat dit het geval is aan de hand van een inkomensverklaring van de belastingautoriteit van zijn woonstaat. Dit besluit legt de inhoud van die inkomensverklaring vast. De vorm van de verklaring zal worden vastgelegd door de Minister van Financiën of zijn afgevaardigde.

Eerst en vooral moet de inkomensverklaring aangeven voor welk inkomstenjaar ze wordt afgeleverd. De inkomensverklaring geldt enkel voor dat inkomstenjaar. De inkomenssituatie van de belastingplichtige kan immers van jaar tot jaar verschillen.

De inkomensverklaring moet ook de gegevens vermelden die toelaten om de belastingplichtige te identificeren. Het gaat hierbij om de naam en voornamen, de geboortedatum en het volledige adres van de belastingplichtige in zijn fiscale woonstaat evenals zijn fiscaal identificatienummer in de woonstaat. Als de onderhoudsuitkeringen door beide echtgenoten verschuldigd zijn, moeten de identificatiegegevens van beide echtgenoten vermeld worden.

Daarnaast wordt gevraagd om de verkrijger van de onderhoudsgelden te identificeren aan de hand van zijn naam en voornaam en zijn adresgegevens. Deze gegevens maken dat de belastingautoriteit van de woonstaat kan verklaren dat voor de betrokken onderhoudsuitkeringen in beginsel een belastingvoordeel kan worden verleend in de woonstaat (zie hierna). De gegevens met betrekking tot de verkrijger van de onderhoudsgelden die de belastingplichtige zal moeten verstrekken wanneer de Belgische belastingadministratie hem vraagt om de aftrek te rechtvaardigen van de onderhoudsgelden die hij in zijn aangifte (of in zijn bezwaarschrift) heeft gevraagd, en die die administratie moeten toelaten om na te gaan of de in artikel 104, WIB 92 vermelde basisvoorwaarden voldaan zijn, zullen moeten overeenstemmen met de gegevens die in de inkomensverklaring vermeld zijn.

De verklaring moet ook preciseren welke dienst van de belastingautoriteit van de woonstaat de verklaring aflevert en op welke datum dit gebeurt. De gegevens van de dienst kunnen ook blijken uit een stempel. Ook de naam en voornaam van de persoon die de verklaring namens die dienst ondertekent, moeten worden vermeld.

De belastingautoriteit van de woonstaat moet een aantal elementen attesteren die de Belgische belastingadministratie moeten in staat stellen om na te gaan of aan bepaalde voorwaarden voor de toepassing voor artikel 242, § 1/1, WIB 92 is voldaan. Het gaat om: - de bevestiging dat de belastingplichtige fiscaal inwoner is van de betrokken staat; - de bevestiging dat de woonstaat in beginsel een voordeel verleent voor de onderhoudsuitkeringen (zie ook de memorie van toelichting bij de wet van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2022 pub. 29/12/2022 numac 2022043130 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen type wet prom. 21/12/2022 pub. 30/12/2022 numac 2022043134 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16 (EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (1) sluiten houdende diverse fiscale bepalingen - Parl. St. Kamer DOC 55 3012/001, p. 16 -17); - de bevestiging dat de belastingplichtige (en eventueel zijn echtgenoot) het belastingvoordeel voor onderhoudsuitkeringen voor het betrokken inkomstenjaar niet effectief kan/kunnen genieten omwille van de geringe omvang van zijn(/hun) in de woonstaat belastbare inkomsten; - de bevestiging dat het belastingvoordeel voor de onderhoudsuitkeringen in de woonstaat niet kan worden overgedragen naar een volgend inkomstenjaar (cf. voorwaarde vervat in artikel 242, § 1/1, eerste lid, WIB 92, in fine); - het bedrag van de onderhoudsuitkeringen die in het inkomstenjaar werden betaald; - het bedrag van de onderhoudsuitkeringen waarvoor geen belastingvoordeel kan worden verleend in de woonstaat omwille van het geringe bedrag van de inkomsten.

Naast de officiële Nederlandstalige en Franstalige versie van de inkomensverklaring, zal ook een Engelstalige modelverklaring ter beschikking worden gesteld door de fiscale administratie.

Wanneer de belastingplichtige de aftrek van onderhoudsuitkeringen onmiddellijk in zijn aangifte in de belasting van niet-inwoners aanvraagt, moet hij de inkomensverklaring ter beschikking houden van de belastingadministratie. Wanneer hij de aftrek aanvraagt via een bezwaarschrift, moet de inkomensverklaring bij het bezwaarschrift worden gevoegd.

Dit besluit is, net als artikel 242, § 1/1, WIB 92, van toepassing vanaf aanslagjaar 2023.

Wat de opmerking van de Raad van State in verband met een eventuele overgangsbepaling voor het aanslagjaar 2023 betreft, wordt erop gewezen dat de aangiften in de belasting van niet-inwoners/ natuurlijke personen uiterlijk op 24 november 2023 moeten worden ingediend. De belastingplichtigen hebben dus nog ruim de tijd om een inkomensverklaring te laten afleveren door hun woonstaat. Wanneer een belastingplichtige toch niet tijdig over de inkomensverklaring (die niet enkel dient als bewijs, maar vaak ook nodig is om de aangifte correct te kunnen invullen) zou beschikken, kan hij later de aftrek alsnog vragen via een bezwaarschrift.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

ADVIES 73.653/3 VAN 19 JUNI 2023 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET KB/WIB 92 INZAKE DE INKOMENSVERKLARING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 242, § 1/1, VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992' Op 17 mei 2023 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de inkomensverklaring als bedoeld in artikel 242, § 1/1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992'.

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 13 juni 2023. De kamer was samengesteld uit Jeroen Van Nieuwenhove, kamervoorzitter, Koen Muylle en Toon Moonen, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters, assessoren, en Johan Pas, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Lise Vandenhende, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen Van Nieuwenhove, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 19 juni 2023. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking van het ontwerp 2. Het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe de inhoud en de vorm van de inkomensverklaring vast te leggen waarmee wordt aangetoond dat de belastingplichtige en, desgevallend, de echtgenoot van de belastingplichtige de aftrek van onderhoudsuitkeringen vermeld in artikel 104 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92) in de woonstaat niet kunnen genieten omwille van de geringe omvang van hun in die staat belastbare inkomsten en die aftrek niet kan worden overgedragen naar een volgend belastbaar tijdperk.Die inkomensverklaring wordt overeenkomstig artikel 242, § 1/1, van het WIB 92 opgemaakt door de belastingautoriteit van de woonstaat van de belastingplichtige.

Het ontworpen artikel 79/3 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 19/11/2015 numac 2015000628 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 04/03/2016 numac 2016000121 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel III sluiten `tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992' (hierna: KB/WIB 92) bevat nadere regels met betrekking tot die inkomensverklaring (artikel 1 van het ontwerp). De ontworpen paragraaf 1 van dat artikel legt de inhoud van de inkomensverklaring vast. Bij de ontworpen paragraaf 2 wordt de minister bevoegd voor financiën of zijn afgevaardigde gemachtigd om de vorm van de inkomensverklaring vast te leggen. De ontworpen paragraaf 3 bepaalt dat de belastingplichtige de inkomensverklaring ter beschikking moet houden van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen als hij de toepassing aanvraagt van de aftrek in zijn aangifte in de belasting van niet-inwoners, en dat hij ze bij zijn bezwaarschrift moet voegen als hij de aftrek vraagt bij wege van bezwaar.

Het te nemen besluit is van toepassing vanaf aanslagjaar 2023 (artikel 2).

Rechtsgrond 3. Het ontworpen artikel 79/3, §§ 1 en 2, van het KB/WIB 92 vindt rechtsgrond in artikel 242, § 1/1, derde lid, van het WIB 92, dat de Koning machtigt om de inhoud en de vorm van de inkomensverklaring vast te leggen. Voor het ontworpen artikel 79/3, § 3, van het KB/WIB 92 kan worden gesteund op de algemene uitvoeringsbevoegdheid die de Koning ontleent aan artikel 108 van Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 242, § 1/1, van het WIB 92.

Vormvereisten 4. Het ontwerp bevat bepalingen die de verwerking van persoonsgegevens regelen. Artikel 36, lid 4, van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 `betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)', gelezen in samenhang met artikel 57, lid 1, c), en overweging 96 van die verordening, voorziet in een verplichting om de toezichthoudende autoriteit, in dit geval de Gegevensbeschermingsautoriteit bedoeld in de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit sluiten `tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit', te raadplegen bij het opstellen van een voorstel voor een door een nationaal parlement vast te stellen wetgevingsmaatregel, of een daarop gebaseerde regelgevingsmaatregel in verband met verwerking.

Aan de gemachtigde werd gevraagd of het advies werd gevraagd van de Gegevensbeschermingsautoriteit en zo neen, om toe te lichten waarom dat advies niet vereist zou zijn. De gemachtigde antwoordde als volgt: "Het advies van de gegevensbeschermingsautoriteit werd niet gevraagd.

De inkomensverklaring wordt op vraag van de belastingplichtige afgeleverd door de belastingadministratie van de woonstaat (lidstaat van de EER), die in het kader van haar opdracht over de gegevens beschikt die op de inkomensverklaring worden gevraagd. De aftrek van onderhoudsgelden in toepassing van artikel 242, § 1/1, WIB 92 kan enkel worden verleend wanneer er ook in de woonstaat een fiscaal voordeel wordt verleend voor onderhoudsgelden. De woonstaat kent in dat kader ook de identiteit van de verkrijger van de onderhoudsgelden en het bedrag van de onderhoudsgelden.

De belastingplichtige houdt de inkomensverklaring ter beschikking van de FOD Financiën, die ze in het kader van een controle kan opvragen, of bezorgt de inkomensverklaring zelf aan de FOD Financiën in het kader van een bezwaarschrift. De inkomensverklaring bevat de gegevens die de belastingplichtige sowieso zou moeten bezorgen aan de FOD Financiën om aan te tonen dat aan de voorwaarden voor de aftrek is voldaan. Met de inkomensverklaring worden die gegevens bevestigd door de belastingadministratie van de woonstaat. Er vindt dus in beginsel geen nieuwe verwerking van gegevens plaats. De gegevens op de inkomensverklaring zullen ook niet automatisch verder worden verwerkt.

De FOD Financiën behandelt de gegevens die voorkomen in de inkomensverklaring in overeenstemming met de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003257 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten type wet prom. 03/08/2012 pub. 31/01/2013 numac 2013000047 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten. - Duitse vertaling sluiten houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten." Met die zienswijze kan niet worden ingestemd. Het gegeven dat de belastingplichtige hoe dan ook de inkomensverklaring moet bezorgen aan de Federale Overheidsdienst Financiën om aan te tonen dat aan de voorwaarden voor de aftrek is voldaan, neemt niet weg dat het ontwerp een nieuwe wijze van verwerking van persoonsgegevens regelt. Dat die verwerking gebeurt conform de regelgeving inzake de verwerking van persoonsgegevens, doet bovendien geen afbreuk aan de voormelde adviesverplichting.

Het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit moet bijgevolg nog worden ingewonnen vooraleer het ontwerp doorgang kan vinden.

Indien de aan de Raad van State voorgelegde tekst ten gevolge van het inwinnen van dat advies nog wijzigingen zou ondergaan, (1) moeten de gewijzigde of toegevoegde bepalingen, ter inachtneming van het voorschrift van artikel 3, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, aan de afdeling Wetgeving worden voorgelegd.

Algemene Opmerking 5. Aangezien het te nemen besluit overeenkomstig artikel 2 ervan van toepassing is vanaf aanslagjaar 2023, en dus op onderhoudsuitkeringen die in de loop van het inkomstenjaar 2022 zijn betaald, rijst de vraag of het voor de betrokken belastingplichtigen steeds mogelijk zal zijn om nu nog, en in elk geval voor de uiterste datum voor de indiening van de aangifte in de belasting van niet-inwoners (24 november 2023), de vereiste verklaring van de belastingautoriteit van de woonstaat te bekomen om aan te kunnen tonen dat men recht heeft op de betrokken aftrek. De omstandigheid dat die verklaring van de belastingautoriteit van de woonstaat reeds wordt vereist bij artikel 242, § 1/1, van het WIB 92, dat zelf van toepassing is vanaf aanslagjaar 2023, neemt immers niet weg dat het niet zeker is dat de belastingplichtige een verklaring kan bekomen met de verscheidene elementen die in de ontworpen regeling worden opgesomd, en waarvan zowel de belastingplichtige als de belastingautoriteit van de woonstaat pas kennis kan nemen vanaf de bekendmaking van het te nemen besluit. In voorkomend geval moet worden overwogen om de vereiste elementen aan te passen, bijvoorbeeld door een overgangsbepaling voor het aanslagjaar 2023.

De griffier, De voorzitter, J. Pas J. Van Nieuwenhove _______ Nota (1) Namelijk andere wijzigingen dan diegene waarvan in dit advies melding wordt gemaakt of wijzigingen die ertoe strekken tegemoet te komen aan hetgeen in dit advies wordt opgemerkt. 17 JULI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de inkomensverklaring als bedoeld in artikel 242, § 1/1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 242, § 1/1, derde lid, ingevoegd bij de wet van 21 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2022 pub. 29/12/2022 numac 2022043130 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen type wet prom. 21/12/2022 pub. 30/12/2022 numac 2022043134 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van Richtlijn 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16 (EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (1) sluiten;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/05/2022 pub. 10/06/2022 numac 2022041447 bron interfederaal korps van de inspectie van financien Koninklijk besluit betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole sluiten betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole, artikel 6;

Overwegende dat dit besluit een loutere uitvoering van een bestaande wettelijke regeling is en op zich geen bijkomende invloed heeft op de ontvangsten van de Staat, noch nieuwe uitgaven kan doen ontstaan;

Dat het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting bijgevolg niet vereist is;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 30 juni 2023, verwijzend naar het standaardadvies nr. 65/2023 van 24 maart 2023;

Gelet op het advies 73.653/3 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk I van het KB/WIB 92 wordt een afdeling XXVIII/2 ingevoegd, die het artikel 79/3 bevat, luidende: "Afdeling XXVIII/2. - Inkomensverklaring voor de aftrek van onderhoudsgelden door bepaalde niet-inwoners (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 242, § 1/1, derde lid)

Art. 79/3.§ 1. De in artikel 242, § 1/1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde inkomensverklaring: 1° vermeldt het inkomstenjaar waarop de verklaring betrekking heeft;2° vermeldt de volgende identificatiegegevens van de schuldenaar van de onderhoudsuitkeringen: a) de naam en voornaam of voornamen;b) de geboortedatum;c) het volledige adres in de woonstaat;d) het fiscaal identificatienummer in de woonstaat;3° vermeldt de naam, de voornaam of voornamen en het volledige adres van de begunstigde van de onderhoudsuitkeringen;4° vermeldt de gegevens van de dienst van de belastingautoriteit van de woonstaat die de verklaring aflevert, de naam en voornaam van de persoon die de verklaring in naam van die dienst ondertekent en de datum waarop de verklaring door die dienst wordt afgeleverd;5° bevat de verklaring van de belastingautoriteit van de woonstaat: a) dat de schuldenaar van de onderhoudsuitkeringen fiscaal inwoner is van de betrokken staat;b) dat de woonstaat in beginsel een belastingvoordeel verleent voor de onderhoudsuitkeringen;c) dat de schuldenaar van de onderhoudsuitkeringen en, desgevallend, diens echtgenoot het belastingvoordeel voor de onderhoudsuitkeringen voor het betrokken inkomstenjaar niet effectief kan (kunnen), genieten omwille van de geringe omvang van zijn (hun) in de woonstaat belastbare inkomsten;d) dat het belastingvoordeel voor de onderhoudsuitkeringen in de woonstaat niet kan worden overgedragen naar een volgend inkomstenjaar;e) inzake het totale bedrag van de onderhoudsuitkeringen die in het betrokken inkomstenjaar werkelijk werden betaald;f) inzake het bedrag van de tijdens het inkomstenjaar werkelijk betaalde onderhoudsuitkeringen waarvoor geen fiscaal voordeel kan worden verleend in de woonstaat omwille van de geringe omvang van de inkomsten. Wanneer de onderhoudsuitkeringen door beide echtgenoten verschuldigd zijn, vermeldt de inkomensverklaring de in het eerste lid, 2°, vermelde gegevens van elke echtgenoot. § 2. De minister bevoegd voor Financiën of zijn afgevaardigde legt de vorm van de inkomensverklaring vast. § 3. De belastingplichtige die in toepassing van artikel 242, § 1/1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de aftrek van onderhoudsuitkeringen in zijn aangifte in de belasting van niet-inwoners aanvraagt, houdt de inkomensverklaring ter beschikking van de administratie belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen.

De belastingplichtige die de voormelde aftrek van onderhoudsuitkeringen bij wege van bezwaar aanvraagt, voegt de inkomensverklaring bij zijn bezwaarschrift. ".

Art. 2.Dit besluit is van toepassing vanaf aanslagjaar 2023.

Art. 3.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juli 2023.

FILIP Van Koningswege : De minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

^