Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 januari 2022
gepubliceerd op 20 januari 2022

Koninklijk besluit betreffende de registratie en spreiding van voor het publiek opengestelde apotheken en tot opheffing van de koninklijk besluiten van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken en van 21 september 2004 betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven

bron
federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
numac
2021043531
pub.
20/01/2022
prom.
16/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit betreffende de registratie en spreiding van voor het publiek opengestelde apotheken en tot opheffing van de koninklijk besluiten van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken en van 21 september 2004 betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen, beoogt uitvoering te geven aan hoofdstuk 8 van de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, dat de regels inzake opening, overbrenging, fusie en sluiting van apotheken, zoals opgenomen in de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, wijzigt.

Het besluit komt in de plaats van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, alsook het koninklijk besluit van 21 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004022786 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven sluiten betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven.

In grote lijnen bevat het besluit de volgende aanpassingen ten opzichte van de huidige spreidingsregeling voor apotheken: - de opheffing van de vestigingscommissie en de invoering een publieke consultatie voorafgaand aan de beslissing; - de invoering van de mogelijkheid bij fusie om, onder bepaalde voorwaarden de overblijvende apotheek over te brengen; - de verkorting van de duur van de tijdelijke sluiting van een apotheek; - de invoering, bij opening of overplaatsing van een apotheek, van een voorafgaande inspectie; - de mogelijkheid tot het vergunnen van een aangrenzend en niet-aangrenzend perceel voor het uitoefenen van bepaalde apotheekactiviteiten; - de invoering van een mathematische methode voor de evaluatie van aanvragen voor overbrenging in de onmiddellijke nabijheid; - de vereenvoudiging van de demografische criteria; - de invoering van de mogelijkheid om in elke gemeente minstens één apotheek te vergunnen.

Met dit verslag wordt tegemoet gekomen aan de expliciete vraag van de Raad van State, in zijn advies nr. 70.421/2 van 29 november 2021, om welbepaalde aspecten van het besluit toe te lichten in een Verslag aan de Koning. Anderzijds strekt onderhavig verslag ertoe aan te stippen op welke punten het advies van de Raad van State niet kan worden gevolgd en de redenen daartoe te duiden.

Het merendeel van de opmerkingen van de Raad van State werd evenwel gevolgd.

I. Bijzondere toelichtingen op vraag van de Raad van State De in het ontwerp van koninklijk besluit vervatte spreidingsregels kunnen niet in strijd worden geacht met artikel 49 VWEU en het arrest van het Hof van Justitie d.d. 1 juni 2010 in de zaak Blanco Perez et Chao Gomez.

Niettegenstaande de ontworpen spreidingsreglementering voor apotheken overduidelijk een beperking vormt van de in artikel 49 VWEU vervatte vrijheid van vestiging, kan deze beperking worden gerechtvaardigd.

In het vermelde arrest heeft het Hof geoordeeld dat een Lidstaat een regeling kan vaststellen waarbij slechts één apotheek per zoveel inwoners kan worden gevestigd. Een dergelijke voorwaarde kan er immers toe leiden dat apotheken worden gevestigd in delen van het nationale grondgebied waar onvoldoende toegang tot de farmaceutische zorg is.

Doordat apothekers zich niet mogen vestigen in gebieden waar reeds voldoende apotheken zijn, worden zij aangemoedigd om zich te vestigen in gebieden met te weinig apotheken.

Bijgevolg kan deze voorwaarde leiden tot een evenwichtige spreiding van apotheken over het nationale grondgebied, zodat de gehele bevolking adequate toegang tot de farmaceutische zorg heeft en de veiligheid en de kwaliteit van de geneesmiddelenvoorziening van de bevolking wordt verhoogd.

De loutere toepassing van de voorwaarde met betrekking tot het aantal inwoners volstaat mogelijkerwijs niet om te voorkomen dat apotheken zich binnen een volgens die voorwaarde afgebakend geografisch gebied voornamelijk vestigen in bepaalde aantrekkelijke plaatsen daarvan, wat kan leiden tot overlappingen, terwijl er in andere delen van dat gebied te weinig apotheken zijn. Het Hof heeft dan ook geoordeeld dat een lidstaat aanvullende voorwaarden kan vaststellen om een dergelijke concentratie te voorkomen, bijvoorbeeld minimumafstanden tussen apotheken, zoals voorzien in onderhavig besluit. Aan de hand daarvan worden concentraties per definitie voorkomen en kunnen apotheken dus evenwichtiger worden gespreid binnen een bepaald geografisch gebied.

Door de voorwaarde met betrekking tot de minimumafstand hebben patiënten ook meer zekerheid dat er een apotheek in de nabijheid is en zij dus over gemakkelijke en snelle toegang tot adequate farmaceutische zorg beschikken. Het opleggen van minimumafstanden leidt dus zowel tot een betere spreiding van de apotheken als tot een grotere nabijheid voor de patiënten, hetgeen de volksgezondheid ten goede komt.

De bij voorliggend besluit uitgewerkte spreidingsregels passen binnen dit kader en worden noodzakelijk en proportioneel geacht om een veilige en kwalitatief hoogstaande geneesmiddelenvoorziening van de bevolking te waarborgen. Deze doelstelling wordt door het Hof in het vermelde arrest als een rechtvaardiging voor de beperking van de vrijheid van vestiging beschouwd.

Uit het arrest blijkt evenwel ook dat artikel 49 VWEU zich verzet tegen een nationale regeling waarbij beperkingen worden gesteld aan de vestiging van nieuwe apotheken door middel van demografische en geografische criteria voor zover de toepassing van die criteria ertoe leidt dat "niet in alle geografische gebieden met bijzondere demografische kenmerken voldoende apotheken kunnen worden gevestigd om adequate farmaceutische zorg te waarborgen".

De in het besluit opgenomen spreidingsregels garanderen de vestiging van voldoende apotheken in alle geografische gebieden met bijzondere demografische kenmerken. In het bijzonder voorziet artikel 8, § 2 (in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: artikel 23, § 2) dat er in een gemeente toch een vestigingsvergunning kan worden toegekend aan één apotheek, ook al telt deze gemeente minder dan 5000 inwoners en zou de toepassing van de in artikel 8 § 1, eerste lid, 1° (in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: artikel 23, § 1, eerste lid, 1° ), iuncto derde lid vervatte regels ertoe leiden dat er geen apotheek in een dergelijke gemeente kan worden geopend. De reden waarom de criteria voor de opening van een nieuwe apotheek (artikel 8; in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: artikel 23) strenger zijn dan de criteria op grond waarvan een apotheek kan worden overgebracht naar een nieuwe locatie (artikel 10; in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: artikel 25) is het grote aantal apotheken in België in vergelijking met het Europees gemiddelde.Het is dan ook wenselijk dat eventuele afwijkingen t.o.v. het maximaal toegelaten aantal apotheken binnen een gemeente niet opgevangen worden door het openen van een nieuwe apotheek, maar door het overbrengen van een bestaande apotheek uit een zone waar een overconcentratie bestaat, zoals stadskernen. Dit moet resulteren in een betere bereikbaarheid voor de bevolking én in de verbetering van de leefbaarheid van de bestaande apotheken, wat uiteindelijk ook zal bijdragen aan de kwaliteit van de aangeboden farmaceutische zorg.

Gelet op het aanzienlijk aantal apotheken in ons land beoogt het besluit apotheken ook aan te zetten tot fusies. Te dien einde geniet de fusie-apotheek gedurende tien jaar van een beschermingsperimeter waarvan de grootte afhankelijk is van het inwonersaantal van de gemeente.

Ook overgebrachte apotheken genieten overigens van een beschermingsperimeter (van 1500 meter) gedurende een periode van twee jaar, dit om te vermijden dat bijvoorbeeld het creëren van een nieuwe verkaveling in een overconcentratie aan apotheken zou resulteren.

De ogenschijnlijke tegenstrijdigheid tussen artikel 8 (oud artikel 23), § 1, eerste lid, 1° (opening nieuwe apotheek mag in een gemeente niet leiden tot een aantal apotheken > bevolkingscijfer/5000) en artikel 9 (oud artikel 24), 2° (fusie mag er niet toe leiden dat in elke betrokken gemeente aantal apotheken < bevolkingscijfer/5000) valt als volgt te verklaren: de mogelijkheid tot fusie beoogt het totale aantal apotheken te verminderen, maar niet zodanig dat het aantal apotheken daardoor in een bepaalde gemeente onder het maximum daalt waardoor de bereikbaarheid voor de bevolking minder gunstig kan worden. Bovendien, mocht het moratorium komen te vervallen, zou een daling tot onder het maximum ertoe leiden dat een nieuwe, extra apotheek in de betrokken gemeente kan worden geopend.

De afschaffing van de vestigingscommissies, die slechts over een adviserende bevoegdheid beschikken, kadert in een streven naar meer rechtszekerheid. De spreidingsregels opgenomen in het KB van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken laten veel marge voor appreciatie. In de gevallen waarin de vestigingscommissie gebruik maakt van haar appreciatiebevoegdheid, wordt vastgesteld dat de ministeriële beslissingen die gebaseerd zijn op het advies van de commissie vaak aangevochten worden voor de Raad van State. Een nauwkeurigere en eenduidigere omschrijving van de spreidingsregels, zijnde één van de betrachtingen van huidig ontwerp, neemt de bestaansreden van de vestigingscommissies weg. Dit geldt eveneens voor de afschaffing van de verplichting om het advies in te winnen van allerlei externe instanties: de meerwaarde van deze adviezen verdwijnt door de strikt omschreven spreidingsregels.

II. Inachtneming van het advies van de Raad van State Op een aantal punten kon het advies van de Raad van State niet of slechts gedeeltelijk worden gevolgd, of behoeft de wijze waarop rekening werd gehouden met dit advies enige toelichting.

Er wordt akte genomen van de opmerking van de Gegevensbeschermingsautoriteit dat een voldoende wettelijke omkadering van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het kadaster en de CoBRHA-databank, ontbreekt.

De Raad van State herhaalt deze bedenking, doch kan hierin niet worden gevolgd. Wat de CoBRHA-databank betreft: Deze gegevensbank vormt een onderdeel van het systeem van gebruikers- en toegangsbeheer dat het eHealth-platform krachtens artikel 5, 4. van de wet van 21 augustus 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/08/2008 pub. 13/10/2008 numac 2008022534 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform sluiten houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform, moet inrichten. Dat systeem staat nader omschreven in artikel 8 van de bestuursovereenkomst tussen het eHealth-platform en de Belgische staat, bekrachtigd bij het, in Ministerraad overlegd, koninklijk besluit van 21 april 2016 tot goedkeuring van de derde bestuursovereenkomst van het eHealthplatform.

Considerans 41 van de AVG bepaalt "wanneer in deze verordening naar een rechtsgrond of een wetgevingsmaatregel wordt verwezen, vereist dit niet noodzakelijkerwijs dat een door een parlement vastgestelde wetgevingshandeling nodig is, onverminderd de vereisten overeenkomstig de grondwettelijke orde van de lidstaat in kwestie. Deze rechtsgrond of wetgevingsmaatregel moet evenwel duidelijk en nauwkeurig zijn, en de toepassing daarvan moet voorspelbaar zijn voor degenen op wie deze van toepassing is, zoals vereist door de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie ("Hof van Justitie") en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.". In casu zijn de details van de gegevensstromen rond CoBRHA geregeld in de beraadslaging van het Informatieveiligheidscomité waarnaar in het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit wordt verwezen en die krachtens artikel 39, § 2, van de wet van 5 september 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2018 pub. 10/09/2018 numac 2018203892 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst beleid en ondersteuning en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van het informatieveiligheidscomité en tot wijziging van diverse wetten betreffende de uitvoering van verordening 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG sluiten (tot oprichting van het informatieveiligheidscomité en tot wijziging van diverse wetten betreffende de uitvoering van verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG), een algemene bindende draagwijdte heeft.

Aan de opmerking van de Gegevensbeschermingsautoriteit is derhalve voldaan.

Wat het kadaster betreft, heeft de Gegevensbeschermingsautoriteit in zijn advies het volgende verklaard in het kader van het legaliteitsprincipe: "Aangezien de, ingevolge het ontwerp in te voeren gegevensverwerkingen op zich geen belangrijke inmenging in de rechten en vrijheden van de betrokken vertegenwoordigen, kunnen voormelde (aanvullende) essentiële gegevensverwerkingselementen in principe door de uitvoerende macht worden bepaald". Aan deze opmerking werd tegemoetgekomen, in het bijzonder door de invoeging van een hoofdstuk "Verwerking van persoonsgegevens".

Verder stelt de Raad van State dat, door enkel te bepalen dat het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten de modelformulieren vaststelt voor de aanvraag van een vestigingsvergunning, zonder te preciseren welke elementen deze aanvraag dient te bevatten, een niet toegestane reglementaire bevoegdheid wordt verleend aan het agentschap. De Raad van State adviseert dan ook de inhoudelijke elementen van de vergunningsaanvraag bij ministerieel besluit te bepalen. In afwachting van de publicatie van dat besluit zouden er evenwel geen nieuwe vestigingsaanvragen kunnen worden ingediend. Om een dergelijke, onwenselijke situatie te vermijden, werd ervoor geopteerd de inhoud van de vestigingsaanvragen, die overigens impliciet kan worden afgeleid uit de overige bepalingen van het besluit, in voorliggend besluit op te nemen.

Wat de opmerking van de Raad van State bij artikel 30 (in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: artikel 5) betreft, spreekt het voor zich dat de delegatie, door de apotheker-titularis, aan de houder van de uitbatingsvergunning, enkel mogelijk is indien er effectief reeds een uitbatingsvergunning is afgeleverd. Slechts in het geval van opening van een nieuwe apotheek - hetgeen momenteel wordt verhinderd door het moratorium - zal dat niet het geval zijn.

De Raad van State werpt op dat artikel 10 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, bepaalt dat de Koning "de voorwaarden en nadere regelen vaststelt waaronder de uitbatingsvergunning kan worden geschorst of opgeheven, alsook het gebruik van de lokalen, ruimten, installaties en voorwerpen van de apotheek kan worden beperkt, opgeschort of verboden", terwijl het ontwerp de Minister of - naar aanleiding van de opmerking van de Raad van State - zijn afgevaardigde, machtigt om dit soort beslissingen te nemen, maar nalaat de voorwaarden en nadere regelen daartoe te bepalen. Deze stelling kan niet worden bijgetreden: artikel 42 (in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: artikel 17) stelt als voorwaarde dat er redenen van volksgezondheid moeten voorliggen opdat de Minister de vermelde maatregelen kan nemen. Artikel 43 (in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: artikel 18) beschrijft op zijn beurt op limitatieve wijze de vijf specifieke situaties waarin de Minister of zijn afgevaardigde de uitbatingsvergunning opheft. Artikel 10 van de gecoördineerde wet behoeft geen verdere uitvoering om te kunnen worden toegepast.

Aangaande de vraag van de Raad van State tot herziening/ verduidelijking van artikel 12 (in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: artikel 22), dat voorziet in het verval van de vestigingsvergunning indien de houder er feitelijk gebruik van maakt (en uiterlijk twee jaar na de publicatie), kan het volgende worden meegedeeld: Een vestigingsvergunning verliest zijn nut eens er gebruik van gemaakt is, i.e. eens de apotheek voor de locatie waarvoor de vestigingsvergunning was verleend, een uitbatingsvergunning heeft verkregen, zijnde de enige vergunning in het kader van dit besluit waarover elke geopende apotheek dient te beschikken.

Ook de aanbeveling van de Raad van State over de artikelen 8 tot 10 (in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: de artikelen 23 tot 25) van het ontwerp, waarin telkens wordt vermeld dat de Minister of zijn afgevaardigde de vergunning "kan" verlenen, kan niet worden uitgevoerd. Niet omdat de Minister over een discretionaire bevoegdheid zou beschikken om af te wijken van de in het besluit vervatte spreidingsregels, maar omdat de in de vermelde artikelen opgenomen (demografische en geografische) criteria voor het verlenen van een vestigingsvergunning niet de enige criteria zijn op grond waarvan een vergunning wordt verleend, dan wel geweigerd. In het bijzonder moet de Minister of zijn afgevaardigde, bij het nemen van zijn beslissing, ook rekening houden met de bepalingen van artikel 14 (in de versie van de tekst voorgelegd aan de Raad van State: artikel 28) die nopen tot inachtneming van bepaalde, eerder verleende vergunningen. De Raad van State kan evenmin volledig worden bijgetreden wat betreft de uitzonderingen, in artikel 48, tweede lid, op het tijdelijk blijven gelden van de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken. Enkel de uitzondering met betrekking tot artikel 19 van het KB van 25 september 1974 kan inderdaad worden weggelaten, aangezien de commissie uitsluitend uit ambtenaren zal zijn samengesteld, waardoor de vraag naar de terugbetaling van reiskosten, verblijfsvergoedingen, presentiegeld en erelonen zich niet stelt.

Het in casu niet toepassen van de artikelen 16, eerste en tweede lid, en 17 van het KB van 25 september 1974, zoals de Raad van State voorstelt, eerder dan het voorzien van formele uitzonderingen in onderhavig besluit, zou evenwel tot de aantasting van de geldigheid van de door de Commissie uitgebrachte adviezen kunnen leiden.

Ten slotte wordt de door de Raad van State gevraagde wijzing aan artikel 51, tweede lid, in fine, niet doorgevoerd aangezien deze niet strookt met het opzet van de tekst. Het is immers wel degelijk de bedoeling dat de termijn van twee jaar ingaat na de effectieve opening volgend op de overbrenging. De formele overbrenging volstaat niet om deze termijn te laten lopen.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

Raad van State afdeling Wetgeving Advies 70.421/2 van 29 november 2021 over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de registratie en spreiding van voor het publiek opengestelde apotheken en tot opheffing van de koninklijk besluiten van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken en van 21 september 2004 betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven' Op 29 oktober 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de registratie en spreiding van voor het publiek opengestelde apotheken en tot opheffing van de koninklijk besluiten van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken en van 21 september 2004 betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 29 november 2021. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Patrick Ronvaux en Christine Horevoets, staatsraden, Christian Behrendt en Marianne Dony, assessoren, en Béatrice Drapier, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Stéphane Tellier, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 29 november 2021.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

ALGEMENE OPMERKINGEN 1. In haar advies 63.329/2-3 van 22 mei 2018 over een voorontwerp dat heeft geleid tot de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten `houdende diverse bepalingen inzake gezondheid' heeft de afdeling Wetgeving het volgende opgemerkt over de bepalingen tot hervorming van de spreidingsregeling voor apotheken: "2. De aldus geconcipieerde regeling inzake territoriale planning van de apotheken dient in het licht van het recht van de Europese Unie gezien te worden als een beperking van de vrijheid van vestiging, welke vrijheid gehuldigd wordt in artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.(1) (...) Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie zou artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zich evenwel verzetten tegen een nationale regeling inzake territoriale spreiding van de apotheken op grond van criteria betreffende een minimumafstand tussen apotheken en de omvang van de bevolking die bereikt wordt, wanneer de toepassing van de gekozen criteria er in de praktijk toe zou leiden dat niet meer in alle geografische gebieden met bijzondere demografische kenmerken gezorgd kan worden voor een voldoende aantal apotheken om adequate farmaceutische zorg te kunnen waarborgen.(2) (3) Gelet op de informatiegegevens waarover de afdeling Wetgeving beschikt, lijken de ontworpen bepalingen in dat opzicht in overeenstemming te zijn met artikel 49 van het VWEU, aangezien de machtiging die bij het ontworpen artikel 9, § 2, eerste lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten aan de Koning verleend wordt, ten uitvoer gelegd moet worden `teneinde ter bescherming van de volksgezondheid in alle streken van het land een adequate, doeltreffende en regelmatige geneesmiddelenvoorziening te verzekeren, met inachtneming van de verschillende vormen van terhandstelling', hetgeen noodzakelijkerwijze `de vestiging van voldoende apotheken [lijkt te impliceren] om adequate farmaceutische zorg te waarborgen in alle geografische gebieden met bijzondere demografische kenmerken' in de zin van het arrest-Blanco Perez.

Hoe dan ook zal de Koning uiteindelijk, op het moment dat Hij de criteria vaststelt waarvoor aan de onderzochte machtigingen rechtsgrond ontleend wordt, het nagestreefde doel, namelijk `een afname van het aantal apotheken', moeten verzoenen met voornoemd minimumvereiste zoals dat uit het recht van de Europese Unie voortvloeit".(4) Gelet op die conclusie wordt vastgesteld dat het ontworpen koninklijk besluit op de volgende punten verschilt van de huidige regeling zoals die is vastgesteld bij het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 `betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken': 1° Volgens artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 mag het aantal apotheken per gemeente niet hoger liggen dan het quotiënt van de deling van het totaal aantal inwoners door respectievelijk: - 3000 voor gemeenten van meer dan 30.000 inwoners; - 2500 voor gemeenten van 7500 tot 30.000 inwoners; - 2000 voor gemeenten van minder dan 7500 inwoners.

Artikel 23, § 1, eerste lid, 1°, van het ontwerp stelt de regel in het vooruitzicht dat een vestigingsvergunning wordt verleend(5) indien "door de opening (...) het aantal apotheken in de betrokken gemeente niet hoger [zal] liggen dan het quotiënt van de deling van het bevolkingscijfer door 5000".(6) 2° Volgens artikel 1, § 3bis, van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 kan de vestiging van een bijkomende apotheek worden toegestaan: - indien de dichtstbijgelegen apotheek zich op minstens 1 km bevindt van de geplande apotheek en indien deze laatste de behoeften dekt van ten minste 2500 inwoners;of - indien de dichtstbijgelegen apotheek zich op minstens 3 km bevindt van de geplande apotheek en indien deze laatste de behoeften dekt van ten minste 2000 inwoners; of - indien de dichtstbijgelegen apotheek zich op minstens 5 km bevindt van de geplande apotheek en indien deze laatste de behoeften dekt van ten minste 1500 inwoners.

Het ontwerp neemt die bepalingen over als extra voorwaarden naast de voorwaarde vermeld in artikel 23, § 1, eerste lid, 1°, die naargelang van het geval moeten worden vervuld met het oog op de toekenning van een vestigingsvergunning. Dat dispositief verschilt van de tekst van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 aangezien die voorwaarden daar niet te maken hebben met de mogelijkheid om de vestiging van een bijkomende apotheek toe te staan. 3° Voorts bepaalt artikel 23, § 1, derde lid, van het ontwerp dat het quotiënt dat in artikel 1, 1°, wordt vermeld "naar beneden [wordt] afgerond".4° Volgens artikel 23, § 2, van het ontwerp kan, in afwijking van de regels die in paragraaf 1 worden bepaald, een vergunning worden verleend aan een apotheek in een gemeente waar zich nog geen apotheek bevindt.5° Voorts bepaalt artikel 24, 2°, dat in geval van een fusie het aantal voor het publiek opengestelde apotheken niet lager mag liggen dan het maximum dat op basis van artikel 23, § 1, eerste lid, 1°, is berekend. Bijgevolg wordt vastgesteld dat de regeling voor de spreiding van apotheken duidelijk restrictiever is dan de regeling die voortvloeit uit de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3.

Op een vraag over de verenigbaarheid van de aldus in aanmerking genomen criteria met de vrijheid van vestiging heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Artikel 23, § 1, derde lid voorziet inderdaad dat het quotiënt van de deling naar beneden wordt afgerond. Op die regel vormt § 2 echter een uitzondering, net om te vermijden dat niet in alle geografische gebieden met bijzondere demografische kenmerken gezorgd kan worden voor een voldoende aantal apotheken om adequate farmaceutische zorg te kunnen waarborgen: indien het quotiënt van de deling, afgerond naar beneden, nul is, dan kan er toch een vestigingsvergunning worden toegekend aan één apotheek. Het feit dat het woord `kan' wordt gebruikt, is louter om te vermijden dat de Minister een aanvraag zou moeten goedkeuren, zelfs indien het dossier inhoudelijk niet in orde zou zijn.

De bepalingen van artikel 23 betreffen de opening van een nieuwe apotheek. Hierbij moet opgemerkt worden dat het moratorium dit momenteel uitsluit. De reden voor de restrictievere bepalingen t.o.v. artikel 25, dat o.a. een overbrenging beoogt, is dat het aantal apotheken in België momenteel erg hoog is. Het is dan ook wenselijk dat eventuele afwijkingen t.o.v. het maximale [aantal] apotheken binnen een gemeente niet opgevangen worden door het openen van een nieuwe apotheek, maar door het overbrengen van een bestaande apotheek uit een zone waar een overconcentratie bestaat (vb. stadskernen). Dit moet resulteren in een betere bereikbaarheid voor de bevolking én [e]en verbetering van de leefbaarheid van de bestaande apotheken, wat uiteindelijk ook de kwaliteit van de aangeboden farmaceutische zorg zal bevorderen".

Gelet op dat antwoord en op de aanzienlijke vermindering van het maximumaantal apotheken dat op basis van artikel 23 van het ontwerp gevestigd zou kunnen worden, rijst de vraag of "ter bescherming van de volksgezondheid in alle streken van het land een adequate, doeltreffende en regelmatige geneesmiddelenvoorziening [kan worden verzekerd], met inachtneming van de verschillende vormen van terhandstelling".

De afdeling Wetgeving beschikt niet over de feitelijke gegevens om die vraag te kunnen beantwoorden. Toch lijkt het onwaarschijnlijk dat de beoogde spreidingsregeling zou beletten dat in eender welke geografische zone met bijzondere demografische kenmerken voldoende apotheken worden ingericht om adequate farmaceutische zorg te kunnen waarborgen. Men dient immers rekening te houden met de in artikel 24, 2°, vervatte regel, die waarborgt dat de fusie van apotheken er niet kan toe leiden dat er minder apotheken zijn dan het maximum dat op basis van artikel 23, § 1, eerste lid, 1°, van het ontwerp is berekend, met de in artikel 23, § 2, van het ontwerp vervatte regel, die het mogelijk maakt dat een gemeente van niet meer dan 5000 inwoners een apotheek waarvoor een vergunning is verleend op haar grondgebied heeft, en ten slotte met de bepaling waarin artikel 44, § 1, van het ontwerp voorziet, waaruit volgt dat, tot 7 december 2024, "[h]et maximum aantal apotheken (...) gelijk [is] aan het aantal apotheken waarvoor op die datum een uitbatingsvergunning(7) is verleend".

Hoe dan ook zou een verslag aan de Koning bij het ontwerp moeten worden gevoegd waarin de antwoorden van de gemachtigde van de minister te lezen staan, alsook elk ander gegeven waarmee de aantasting van de vrijheid van vestiging, gewaarborgd bij het Europees recht, ten aanzien van de voornoemde rechtspraak kan worden verantwoord. 2. De afdeling Wetgeving sluit zich aan bij de opmerkingen die de Gegevensbeschermingsautoriteit heeft gemaakt in de punten 28 tot 33 en in het laatste punt van de conclusie van haar advies 150/2021 van 10 september 2021 over het ontwerp van koninklijk besluit, met betrekking tot het kadaster dat wordt ingevoerd en de overdracht van persoonsgegevens naar de databank CoBRHA.(8) Ze benadrukt de noodzaak elke verwerking van persoonsgegevens in verband met de invoering van dat kadaster en met de overdracht naar de CoBRHA-databank bij wet te regelen. 3. De spreidingsregeling betreffende voor het publiek opengestelde apotheken die het ontwerp in het vooruitzicht stelt, vereist dat een vestigingsvergunning, een registratie van de apotheek en een uitbatingsvergunning voorhanden zijn. Die vereisten vloeien weliswaar voort uit de wijzigingen die bij de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten `houdende diverse bepalingen inzake gezondheid' zijn aangebracht in de wet `betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen', gecoördineerd op 10 mei 2015 (hierna: "de gecoördineerde wet"), maar de steller van het ontwerp moet erop toezien dat de verschillende vereiste procedures op elkaar worden afgestemd. Ook moet de steller nauwkeuriger zijn wat het woordgebruik betreft, zoals uit de volgende voorbeelden uit het ontwerp naar voren komt: - het ontwerp heeft het over de "houder" van een vergunning, maar in sommige bepalingen wordt de "aanvrager" van een vergunning bedoeld; - in het ontwerp wordt de "houder van de uitbatingsvergunning" vermeld terwijl het om de "houder van de vestigingsvergunning" moet gaan;(9) - de registratie dient volgens het ontwerp door de houder van de uitbatingsvergunning te worden uitgevoerd, terwijl ze krachtens artikel 18, § 2, van de gecoördineerde wet aan de uitbatingsvergunning moet voorafgaan.(10) Zoals uit de toelichtingen van de gemachtigde van de minister(11) en uit de bepalingen van de gecoördineerde wet blijkt, moeten de verschillende procedures waarin het voorliggende ontwerp voorziet, bovendien in de volgende volgorde worden doorlopen: eerst de procedure voor de vestigingsvergunning, dan de procedure voor de registratie en ten slotte de procedure voor de uitbatingsvergunning.

De algemene opbouw van de tekst kan de lezer dus op een dwaalspoor brengen aangezien de tekst eerst de procedure voor de registratie regelt (hoofdstuk II), dan de procedure voor de uitbatingsvergunning (hoofdstuk III) en ten slotte de procedure voor de vestigingsvergunning (hoofdstuk IV).

Omwille van de samenhang en de rechtszekerheid, en ook omwille van de leesbaarheid van de tekst, zouden de bepalingen van hoofdstuk IV vóór de bepalingen van de hoofdstukken II en III moeten staan. 4. Volgens artikel 7 van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 moet, voordat de vergunningsaanvraag wordt voorgelegd aan de vestigingscommissie, het advies van de volgende instanties worden ingewonnen: a) de provinciegouverneur;b) de Geneeskundige commissie van het ambtsgebied;c) de ambtenaar bedoeld in het koninklijk besluit van 17 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten0 `betreffende het toezicht uit te oefenen door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten';d) de meest representatieve farmaceutische beroepsorganisaties. Artikel 31, § 1, van het ontwerp vereist enkel nog het advies van de ambtenaar bedoeld in het koninklijk besluit van 17 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten0.

Naar aanleiding van een vraag over het feit dat niet alleen de bepalingen over de vestigingscommissie worden opgeheven(12) maar dat ook de andere instanties bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 niet meer worden geraadpleegd, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "De huidige werking van de vestigingscommissie heeft ons geleerd dat de geleverde adviezen van beperkte waarde zijn. Het is zeker zo dat er in bepaalde gevallen nuttige informatie aangeleverd wordt, maar in veel gevallen zagen we ook een verdediging van de commerciële belangen van de omliggende apotheken doorschemeren, of werd een advies verleend dat weliswaar interessant was, maar geen invloed kon uitoefenen gezien de bestaande bepalingen. De kosten-batenanalyse gaf dan ook aan dat het beter was deze administratieve last tot het minimum te bepalen".

Voorts zijn de gemachtigde van de minister vragen gesteld over de algemene richting die het ontwerp de spreidingregeling betreffende voor het publiek opengestelde apotheken uit duwt - in die regeling is geen sprake meer van adviesverlening door organen van buiten de administratie maar wordt voorzien in een vergunningsregeling waarin, ook wat betreft de vereiste adviezen, enkel nog de bevoegde minister of zijn administratie een rol speelt. De gemachtigde van de minister heeft in haar antwoord het volgende gesteld: "De ervaring leert dat in de gevallen waarin de vestigingscommissie gebruik maakt van haar appreciatiebevoegdheid, de daarop gebaseerde ministeriële beslissingen zeer vaak aangevochten worden voor de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het is daarom aangewezen om deze flexibiliteit weg te nemen en de burger in de plaats daarvan meer rechtszekerheid te bieden. Vandaar de betrachting om in dit ontwerp de spreidingsregels zo nauwkeuring en eenduidig mogelijk te omschrijven. Dit zal een deel van de flexibiliteit waarover de huidige Vestigingscommissie beschikt, wegnemen. Deze `onafhankelijke' instelling heeft overigens geen beslissings- maar slechts een adviserende bevoegdheid: de uiteindelijke beslissing wordt door de Minister genomen".

Dat antwoord zou het best in het verslag aan de Koning worden opgenomen, zodat duidelijk wordt waarom in de beoogde vergunningsregeling geen beroep meer wordt gedaan op die externe organen. 5. Volgens de artikelen 12, § 2, tweede lid, en 13, § 3, tweede lid, van het ontwerp verleent de directeur-generaal of zijn gemachtigde enkel een positief advies over de aanvraag tot uitbatingsvergunning indien het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 `houdende onderrichtingen voor de apothekers' is nageleefd. Er wordt op gewezen dat de Algemene Pharmaceutische Bond (APB) in zijn advies van 19 oktober 2021 over dat koninklijk besluit het volgende heeft gesteld: "Het FAGG heeft samen met de beroepsverenigingen van apothekers het KB van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers herzien om aan deze door de wetgever en het Grondwettelijk Hof gepercipieerde noodzaak tegemoet te komen".(13) Op een vraag over de effectieve vaststelling van de bepalingen tot herziening van het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 is opgesteld en aangemeld via de TRIS-procedure. Het besluit wordt eerstdaags voorgelegd aan de Staatssecretaris voor Begroting, waarna overleg in Ministerraad zal volgen. Aangezien de periode van status quo vastgesteld krachtens artikel 6, § 1 van de Richtlijn 2015/1535/EG pas eindigt op 31 januari 2022, zal het besluit alleszins niet voor deze datum kunnen worden afgekondigd. Het betrokken ontwerpbesluit bevat geen expliciete bepaling omtrent de inwerkingtreding".

Gelet op dat antwoord wordt er akte van genomen dat de Gids voor goede officinale farmaceutische praktijken die in het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 te lezen staat en waarmee rekening wordt gehouden om vergunningen voor de uitbating van apotheken te verlenen, gewijzigd zal worden op een latere datum dan de datum van de inwerkingtreding van het voorliggende koninklijk besluit. Dat impliceert dat de "goede praktijken" die moeten worden gevolgd, mogelijk verschillend zullen zijn van de praktijken die op 1 december 2021 gelden.

BIJZONDERE OPMERKINGEN AANHEF 1. Gelet op de bijzondere opmerking 1 die wordt geformuleerd bij artikel 53 van het ontwerp, moet het tweede lid van de aanhef worden weggelaten.2. In het derde lid van de aanhef: - moeten in de Franse tekst de woorden " § 1, dernièrement modifié" worden vervangen door de woorden " § 1er, modifié en dernier lieu"; - moet worden gepreciseerd dat artikel 12bis, § 3, van de wet van 25 maart 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/03/1964 pub. 11/12/2017 numac 2017031760 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Wet op de geneesmiddelen - Bekendmaking overeenkomstig artikel 13bis, § 2quinquies, laatste lid, van de geïndexeerde bedragen van de heffingen en retributies type wet prom. 25/03/1964 pub. 21/06/2011 numac 2011000361 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de geneesmiddelen sluiten `op de geneesmiddelen' is ingevoegd bij de wet van 1 mei 2006. 3. De gemachtigde van de minister is het ermee eens dat er in het vijfde lid geen reden is om te verwijzen naar artikel 14 van de gecoördineerde wet.4. In de aanhef moeten nieuwe leden worden ingevoegd waarin wordt verwezen naar de teksten die worden opgeheven bij artikel 48, eerste lid, van het ontwerp.5. In het elfde lid van de Franse tekst moet het woord "recommandation" worden vervangen door het woord "proposition". DISPOSITIEF Artikel 1 Aangezien in artikel 1, 20°, wordt bepaald dat voor de toepassing van dit besluit onder "Wet" de wet `betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015' moet worden verstaan, dient in de onderdelen 1°, 12°, 14°, 15° en 18° van hetzelfde artikel "wet" te worden geschreven in plaats van het volledige opschrift van die wet.

Waar in het ontwerp naar die wet wordt verwezen, moet "wet", en niet "Wet". worden geschreven.

Artikel 2 1. Ook al worden de in paragraaf 3 bedoelde ambtenaren in artikel 1, 17°, gedefinieerd als "vestigingsambten[aren]", die paragraaf zou leesbaarder zijn indien het woord "ambtenaar" werd vervangen door de woorden "een Nederlandstalige en een Franstalige vestigingsambtenaar". Duidelijkheidshalve zouden in de Franse tekst ook de woorden "un fonctionnaire d'implantation" moeten worden ingevoegd tussen de woorden "néerlandophone et" et "francophone". 2. In de Franse tekst van artikel 2, § 4 dient te worden geschreven "par extrait au Moniteur belge". Artikel 3 Artikel 3, § 2, bepaalt dat het Agentschap het model van het formulier voor de aanvraag van een vestigingsvergunning vaststelt.

Op de vraag of dat voorschrift inhoudt dat het Agentschap ook bepaalt welke elementen de aanvraag moet bevatten, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Aangaande de vestigingsvergunning klopt het dat het KB niet expliciet bepaalt welke informatie via de modelformulieren zal dienen te worden meegedeeld aan het FAGG. Het spreekt echter voor zich dat het FAGG enkel die gegevens zal opvragen die nuttig en toereikend zijn voor de beoordeling van de aanvraag, met name: identificatie bestaande apotheek (vergunningsnummer + adres), geplande apotheek (adres + geografische coördinaten), eventueel te fusioneren apotheek, eventuele dwingende redenen voor aanvraag <5 jaar na de vorige, landmeterverslag met demografische/geografische invloedssfeer + afstanden t.o.v. andere apotheken zoals bepaald in hoofdstuk IV. Ook hier blijft de delegatie o.i. derhalve beperkt tot het technisch ter beschikking stellen van een standaardformulier".

Gelet op dat antwoord, dat inhoudt dat het Agentschap ter zake met een verordenende bevoegdheid wordt bekleed, moet de delegatie aan de minister worden verleend omdat niet in het ontwerp zelf wordt geregeld waarop die delegatie juist betrekking heeft.(14) De tekst die aldus wordt vastgesteld moet noodzakelijkerwijs in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

Hoofdstuk II 1. Hoofdstuk II, dat betrekking heeft op de registratie van apotheken, bevat, naast een afdeling "[a]lgemene bepalingen" (afdeling 1), ook afdelingen die betrekking hebben op de "[r]egistratie van de opening, overbrenging of de fusie van een apotheek" (afdeling 2), op de "[r]egistratie van een niet-aangrenzend kadastraal perceel" (afdeling 3), op de "[r]egistratie van de overdracht" (afdeling 4) en op de "[r]egistratie van de sluiting" (afdeling 5). Op de vraag waarom er geen afdeling is die specifiek is gewijd aan de registratie van aangrenzende percelen, heeft de gemachtigde van de minister het volgende gesteld: "Artikel 13, § 2, van het ontwerp voorziet dat ook voor aangrenzende percelen een registratieprocedure moet worden gevolgd, hoewel deze procedure inderdaad niet is voorzien in hoofdstuk II. We stellen daarom voor om het opschrift van afdeling 3 als volgt te hernoemen: `Afdeling 3. Registratie van een aangrenzend of niet-aangrenzend kadastraal perceel' en vervolgens een paragraaf 3 toe te voegen aan artikel 9, die als volgt zou luiden: ` § 3. Indien de apotheek een activiteit uitvoert of wil uitvoeren op een aangrenzend perceel zoals bedoeld in artikel 16, § 1, van de Wet, laat de houder van een uitbatingsvergunning bedoeld in artikel 18, § 1, van de Wet, van de betrokken apotheek de volgende gegevens registreren op een formulier dat daartoe door het Agentschap wordt gepubliceerd op zijn website, vergezeld van bewijsstukken: 1° het adres van het aangrenzende kadastraal perceel; 2° in voorkomend geval de datum van de definitieve stopzetting van de activiteit op het aangrenzend perceel'." Hoofdstuk II van het ontwerp moet overeenkomstig die suggesties worden gewijzigd, met dien verstande evenwel dat het woord "Wet" met een kleine letter moet worden geschreven en dat in punt 2° "het aangrenzende perceel" wordt geschreven zoals in punt 1°. 2. In de Franse tekst moet de nummering van de afdelingen van hoofdstuk II worden herzien. Artikel 5 Artikel 5, § 1, derde lid, bepaalt dat de houder van de uitbatingsvergunning in voorkomend geval de persoon is die belast is met het aanvragen van de registratie van een apotheek. Artikel 18, § 2, eerste lid, van de gecoördineerde wet luidt echter als volgt: "[de] in paragraaf 1 bedoelde uitbatingsvergunning wordt verleend aan de aanvrager (...), na het volgen van een registratieprocedure onder de voorwaarden en nadere regelen vastgesteld door de Koning" (eigen cursivering).

Dat wordt bevestigd in artikel 12, § 1, 1°, van het ontwerp.

Gevraagd naar meer uitleg over de ontworpen bepaling, volgens welke een registratieaanvrager reeds houder kan zijn van een uitbatingsvergunning, terwijl die geacht wordt te zijn verkregen na de registratie, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Enkel in het geval van de opening van een nieuwe apotheek (hetgeen momenteel niet is toegelaten omwille van het moratorium) is de aanvrager geen houder van een uitbatingsvergunning. In de andere gevallen, met name overbrenging van de apotheek, fusie, toevoeging van een (niet-) aangrenzend perceel, overdracht of sluiting van de apotheek, is het wel degelijk mogelijk dat er een houder is van een uitbatingsvergunning, die evenwel het voorwerp vormt van een wijziging".

De nuances die in dat antwoord worden aangebracht, komen niet tot uiting in de redactie van de ontworpen tekst aangezien die aldus kan worden geïnterpreteerd dat de houder van de exploitatievergunning de registratie kan uitvoeren, zelfs bij het openen van een nieuwe apotheek.

Artikel 5 behoort dienovereenkomstig te worden herzien.

Artikel 8 1. In de bepalingen onder 3° en 7° van artikel 8, § 1, eerste lid, is niet duidelijk wat de betekenis is van de invoeging tussen haakjes van een woord of, in de Nederlandse tekst, van een gedeelte van een woord in de tekst. Indien het de bedoeling is dat met die formulering zowel het begrip wordt bedoeld dat aangeduid wordt met het woord of de woorden zonder het deel tussen haakjes, als het begrip dat aangeduid wordt met het woord of de woorden inclusief het deel tussen haakjes, moet de tekst duidelijker in die zin worden geformuleerd door het gebruik van de haakjes te vermijden.

Indien dat de bedoeling is: - zou punt 3° als volgt moeten worden geredigeerd: "de naam of de fantasienaam van de apotheek"; - en zou punt 7° als volgt moeten worden geredigeerd: "zijn woonplaats of zijn gekozen woonplaats".

Dezelfde opmerking geldt voor artikel 10, § 2, eerste lid, 3°. 2. In de Franse tekst van artikel 8, § 1, eerste lid, 10°, dient te worden geschreven "la date de début et, le cas échéant, de fin (...)". 3. Aangezien het beginsel van minimale gegevensverwerking reeds voorgeschreven is bij artikel 5, lid 1, c), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 `betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)', hoeft dat niet in herinnering te worden gebracht in artikel 8, § 1, tweede lid, van het ontwerp.Een dergelijke verwijzing naar een regel die, net als die welke voortvloeit uit die Europese verordening, een rechtstreekse werking heeft, heeft bovendien het nadeel dat de indruk zou ontstaan dat het aan de steller van de voorliggende tekst staat om die regel te formuleren, wat niet toelaatbaar is.

De zinsnede ", volgens het beginsel van de minimale gegevensverwerking," moet dan ook uit dat lid worden weggelaten.

Diezelfde opmerking geldt voor artikel 10, § 2, tweede lid. 4. De gemachtigde van de minister is het ermee eens dat in artikel 8, § 1, derde lid, dient te worden verwezen naar de "houder van de vestigingsvergunning" in plaats van naar de "houder van de uitbatingsvergunning".(15) Die opmerking geldt ook voor artikel 10, § 2, vierde lid, met dien verstande dat de gemachtigde met betrekking tot die bepaling het volgende heeft gepreciseerd: "In artikel 10, § 2, vierde lid zullen we `houder van de uitbatingsvergunning' vervangen door `overnemer'". 5. In de Franse tekst van artikel 8, § 2, tweede lid, dient "le titulaire de l'autorisation d'exploitation" te worden geschreven. Artikel 9 In artikel 9, § 2, eerste streepje, moet het leesteken en de woorden ", van de wet" worden toegevoegd na de woorden "artikel 16, § 2, 1° of 2° ". Artikel 10 In artikel 10, § 1, moeten de woorden "overeenkomstig de bepalingen van artikel 2" worden vervangen door de woorden "gedaan overeenkomstig artikel 2".

Artikel 11 In de Franse tekst van artikel 11, tweede lid, van het ontwerp moet het getal "10" telkens voluit worden geschreven.

Een soortgelijke opmerking geldt voor het vervolg van het ontwerp.

Artikel 12 1. In de Franse tekst van artikel 12, § 2, derde lid, van het ontwerp moet het werkwoord "envoyer" in de onvoltooid tegenwoordige tijd worden vervoegd. Die opmerking geldt eveneens voor paragraaf 3, vijfde lid, van hetzelfde artikel en voor artikel 13, § 3, derde lid. 2. In hetzelfde lid moet het woord "houder" worden vervangen door het woord "aanvrager". Die opmerking geldt ook voor artikel 12, § 3, eerste, tweede, vierde(16) en vijfde lid, en voor artikel 13, § 3, derde lid en § 4, eerste lid. 3. Artikel 12, § 3, tweede lid, bepaalt dat de vergunninghouder eveneens de geplande datum van "overdracht" vermeldt.Artikel 12, § 1, 1°, bepaalt evenwel dat het uitbatingsvergunningsnummer wordt toegekend na het volgen van de registratieprocedure overeenkomstig artikel 8, dat enkel betrekking heeft op de gevallen van opening, overbrenging of fusie van apotheken, maar niet op de gevallen van overdracht die ter sprake komen in artikel 10.

Daarover om uitleg gevraagd, heeft de gemachtigde van de minister het volgende gesteld: "De woorden `of overdracht' in artikel 12, § 3, tweede lid, maar ook in artikel 13, § 4, vierde lid, moeten worden geschrapt. De toekenning van een uitbatingsvergunning aan de overnemer wordt immers geregeld in artikel 16 van het ontwerp".

De door de gemachtigde ambtenaar voorgestelde wijzigingen moeten worden aangebracht, met dien verstande dat de betreffende wijziging moet worden aangebracht in het tweede en niet in het vierde lid van artikel 13, § 4. 4. In de Franse tekst van artikel 12, § 3, derde lid, moet het woord "le" vóór de woorden "[d]irecteur général" worden ingevoegd. Artikel 13 1. Aangezien "het in [paragraaf] 1 bedoelde perceel" een aangrenzend of een niet-aangrenzend perceel van de betrokken apotheek kan zijn en rekening houdend met het voorstel tot wijziging van artikel 9 waarvan sprake is in de hierboven onder hoofdstuk II geformuleerde opmerking 1, dient in artikel 13, § 2, 1°, te worden verwezen naar de bepalingen van artikel 9.2. In artikel 13, § 3, tweede lid, van het ontwerp: - moeten in de bepaling onder 1° de woorden "aan artikel 16, § 1, respectievelijk § 2, van de Wet" worden vervangen door de woorden "aan artikel 16, § 1 of § 2, van de wet, naargelang het type perceel waar het om gaat". - moet in de bepaling onder 2° het woord "indien" worden vervangen door de woorden "wat betreft" en moet het woord "gebeurde" vervangen worden door het woord "gedaan"; deze opmerking geldt ook voor de bepalingen onder 3° en 4°.

Artikel 14 In artikel 14 van het ontwerp schrijve men "bedoeld in artikel 15".

Artikel 15 1. De nummering van de opsomming in de Franse tekst van artikel 15 moet worden herzien.2. In de bepaling onder 8° dient het woord "respectievelijk" vervangen te worden door het woord "of". Artikelen 17 en 18 De artikelen 17 en 18 geven uitvoering aan de machtiging die verleend is aan de Koning bij artikel 10 van de gecoördineerde wet en die betrekking heeft op "de voorwaarden en nadere regelen (...) waaronder de in artikel 18 bedoelde uitbatingsvergunning kan worden geschorst of opgeheven, alsook het gebruik van de lokalen, ruimten, installaties en voorwerpen van de apotheek kan worden beperkt, opgeschort of verboden".

Bij paragraaf 2 van artikel 17 van het ontwerp wordt de minister gemachtigd om die beslissingen te nemen "om redenen van volksgezondheid". Door het gebruik van de persoonsvorm "kan" wordt die machtiging geconcipieerd als facultatief.

Volgens artikel 18 is de minister of zijn gemachtigde er evenwel in vijf gevallen toe gehouden de uitbatingsvergunning op te heffen; die vijf gevallen worden opgesomd als volgt: "1° (...) apotheek die na de fusie wordt gesloten, op de datum bedoeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 8° ; 2° (...) apotheek [van] de vestigingsplaats vóór overbrenging, bij het verlenen van de uitbatingsvergunning voor de overgebrachte apotheek overeenkomstig artikel 25, § 1, 4° ; 3° (...) niet regelmatig[e] overdracht [van de apotheek] zoals bedoeld in artikel 16, § 2, 2° ; 4° (...) apotheek die is gesloten zonder sluitingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 36, eerste lid, nadat het Agentschap de uitbatingsvergunninghouder heeft aangemaand om een sluitingsvergunning aan te vragen en de uitbatingsvergunninghouder binnen een termijn van zestig dagen geen aanvraag heeft ingediend; 5° (...) (definitieve sluiting) van de apotheek, op de geregistreerde datum van [die sluiting]".(17) Het is de afdeling Wetgeving niet duidelijk waarom de redenen van volksgezondheid waarvan sprake is in artikel 17, § 2, niet ook, op dezelfde manier, de verplichting inhouden voor de overheid om de uitbatingsvergunning op te schorten of op te heffen.

Er dient eveneens opgemerkt te worden dat de Koning krachtens artikel 10 van de gecoördineerde wet gemachtigd is om "de voorwaarden en nadere regelen vast [te stellen] waaronder (...) het gebruik van de lokalen, ruimten, installaties en voorwerpen van de apotheek kan worden beperkt, opgeschort of verboden", wat niet gebeurt in het ontwerp, aangezien het zich ertoe bepaalt de minister te machtigen om zulke beslissingen te nemen zonder "de voorwaarden en nadere regelen" daaromtrent vast te stellen.

Het heeft overigens geen zin er in datzelfde artikel 17, § 2, op te wijzen dat de beslissingen van de minister met redenen omkleed moeten zijn, aangezien de verplichtingen die voorgeschreven worden bij de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten `betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen' van rechtswege gelden.

Hoofdstuk IV In de Franse tekst van het opschrift van hoofdstuk IV dient het woord "de" vervangen te worden door "d".

Artikel 19 1. In artikel 19, § 1, eerste lid, dient gepreciseerd te worden dat het gaat om de "vestigingsaanvraag".2. In de Franse tekst van paragraaf 1, tweede lid, dient in de eerste zin "d'influence" geschreven te worden en in de tweede zin "visés". Artikel 21 In de Franse tekst schrijve men "les autorisations d'implantation portant transfert temporaire".

Artikel 22 1. Het lijkt onlogisch te bepalen, zoals artikel 22 doet, dat een bestuursrechtelijke vergunning vervalt wanneer er "gebruik" van wordt gemaakt, terwijl zulk een vergunning in principe net bedoeld is om de tenuitvoerlegging ervan mogelijk te maken in functie van haar doel. De tekst moet aldus worden herzien dat de strekking ervan verduidelijkt wordt. 2. Onder dat voorbehoud dient het volgende te worden opgemerkt. In artikel 22 dienen de woorden "van de artikelen 34 respectievelijk 35, § 1" vervangen te worden door de woorden "van artikel 34 of, in voorkomend geval, artikel 35, § 1".

De gemachtigde van de minister heeft overigens toegegeven dat het niet wenselijk is om deze bepaling in te voegen in de afdeling "Algemene bepalingen voor de bepaling van de spreidingscriteria", aangezien dat artikel 22 daar geen betrekking op heeft.

Deze bepaling dient ingevoegd te worden in artikel 26 van het ontwerp, waar ze een nieuwe paragraaf moet vormen.

Artikelen 23 tot 25 In de artikelen 23 tot 25 wordt bepaald dat de minister of zijn gemachtigde een vestigingsvergunning, een vergunning voor de fusie van verschillende apotheken of een vergunning voor de overbrenging van een apotheek "kan verlenen", hetgeen de indruk kan doen ontstaan dat hij over een discretionaire bevoegdheid beschikt voor het verlenen van zulke vergunningen.

Uit het ontwerp volgt evenwel dat de criteria die gehanteerd moeten worden om de betreffende beslissingen te nemen - zo die criteria voorhanden zijn(18) - zich niet lenen tot enige discretionaire bevoegdheid.

De antwoorden van de gemachtigde van de minister die hiervóór zijn weergegeven in het kader van algemene opmerking nr. 1, wijzen in die richting; daarin staat immers het volgende: "Artikel 23, § 1, derde lid voorziet inderdaad dat het quotiënt van de deling naar beneden wordt afgerond. Op die regel vormt § 2 echter een uitzondering, net om te vermijden dat niet in alle geografische gebieden met bijzondere demografische kenmerken gezorgd kan worden voor een voldoende aantal apotheken om adequate farmaceutische zorg te kunnen waarborgen: indien het quotiënt van de deling, afgerond naar beneden, nul is, dan kan er toch een vestigingsvergunning worden toegekend aan één apotheek. Het feit dat het woord `kan' wordt gebruikt, is louter om te vermijden dat de Minister een aanvraag zou moeten goedkeuren, zelfs indien het dossier inhoudelijk niet in orde zou zijn." Aangezien het dus niet de bedoeling is om een discretionaire bevoegdheid te verlenen aan de minister, dienen de woorden "kan verlenen" vervangen te worden door het woord "verleent".

In artikel 23, § 2, wordt dan weer in geen enkel criterium voorzien voor het verlenen van een vestigingsvergunning in de gemeenten waar er, op grond van de criteria vermeld in paragraaf 1 van die bepaling, nog geen apotheek is.

De vraag rijst of deze bepaling aldus, net als de overige bepalingen van de artikelen 23 tot 25, geïnterpreteerd dient te worden als zou daarbij een gebonden bevoegdheid verleend worden aan de minister, die bijgevolg verplicht wordt om in dat geval die vestigingsvergunning te verlenen, dan wel of zijn bevoegdheid discretionair van aard blijft.

In het eerste geval zou de tekst in die zin gesteld moeten worden.

Indien daarentegen beslist zou worden om aan de minister of aan zijn gemachtigde een beoordelingsbevoegdheid te verlenen die verder reikt dan de loutere controle of daadwerkelijk voldaan is aan de voorwaarden voor het verlenen van de vergunningen, om aldus te vermijden dat een minister een aanvraag zou moeten goedkeuren "zelfs indien het dossier inhoudelijk niet in orde zou zijn", zou in het dispositief van het ontwerp gepreciseerd moeten worden in verband met welk beoordelingselement die bevoegdheid uitgeoefend zou moeten worden.

Artikel 23(19) 1. In de inleidende zin van artikel 23, § 1, eerste lid, moeten de woorden "op voorwaarde dat cumulatief aan de volgende voorwaarden voldaan is" vervangen worden door de woorden "op voorwaarde dat voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden".2. In de Franse tekst van artikel 23, § 1, eerste lid, schrijve men in de bepaling onder 1° « ne dépasse pas » en in de bepaling onder 2°, a), b) en c), « couvre ». Ook moeten in de bepaling onder 2° de woorden "zijn de volgende voorwaarden vervuld" worden weggelaten.

Artikel 24 1. Op een vraag over de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid die vervat ligt in artikel 24, 2°, volgens hetwelk, na fusie, het aantal apotheken in elk van de betrokken gemeenten niet lager mag liggen dan het met toepassing van artikel 23, § 1, eerste lid, 1°, vastgestelde maximum, terwijl in die laatste bepaling staat dat een vestigingsvergunning enkel mag worden verleend wanneer het aantal apotheken in de betrokken gemeente niet hoger ligt dan het maximale aantal dat berekend is zoals vermeld in die bepaling - met andere woorden, niet méér bedraagt dan dat maximum - heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Momenteel is er een overconcentratie aan apotheken in België, en is in zeer veel gemeenten het aantal apotheken hoger dan wat zou kunnen toegelaten worden op basis van artikel 23, § 1, eerste lid, 1°.Deze situatie bestond reeds toen het KB van 1974 werd aangenomen. Het principe van de fusie beoogt dus het aantal apotheken te verminderen, echter niet zodanig dat het aantal apotheken in de gemeente onder het maximum daalt, omdat hierdoor een mogelijkheid zou gecreëerd worden om een nieuwe apotheek te openen (mocht het moratorium niet behouden blijven) en om een goede beschikbaarheid van apotheken voor de bevolking te garanderen".

Het verdient aanbeveling die toelichting in het verslag aan de Koning op te nemen. 2. In artikel 24, 2°, dient verwezen te worden naar artikel 23, § 1, eerste lid, 1° ;een soortgelijke opmerking geldt voor de bepaling onder 3° van hetzelfde artikel, waarin verwezen moet worden naar artikel 23, § 1, eerste lid, 2°.

Artikel 25 In de inleidende zin van artikel 25, § 2, dient in de Nederlandse versie "naar een voor het publiek opengesteld luchthavengebouw" geschreven te worden en, in de Franse versie, "vers un bâtiment ouvert au public d'un aéroport".

Artikel 26 1. In paragraaf 1, eerste lid, in fine, dient verwezen te worden naar artikel 8, § 1, eerste lid, 5°.2. Gelet op het gevolg beschreven in artikel 26, § 2, van het ontwerp, namelijk dat "de uitbatingsvergunning van de apotheek van rechtswege geacht [wordt] te zijn vervallen", dient deze bepaling verplaatst te worden naar artikel 18 van het ontwerp, dat betrekking heeft op de gevallen waarin de uitbatingsvergunningen vervallen.De gemachtigde van de minister is het daarmee eens.

Artikel 27 1. Terwijl in artikel 29, eerste lid, van het ontwerp wordt bepaald dat het secretariaat inzonderheid nagaat "of het type van aanvraag correct is", wordt dit geval(20) in artikel 27, eerste lid, niet beschouwd als een grond van niet-ontvankelijkheid.De gemachtigde van de minister heeft na een verzoek om meer uitleg het volgende gesteld: "We stellen voor om artikel 27, eerste lid, als volgt te herformuleren: `De aanvragen tot vestigingsvergunning bedoeld in dit hoofdstuk worden per aangetekend schrijven gericht aan het Agentschap op het in artikel 3, § 2, bedoelde, volledig ingevuld[e] en ondertekend[e] formulier volgens het correcte type van aanvraag, op straffe van onontvankelijkheid'".

Artikel 27 eerste lid, moet in die zin worden gewijzigd. 2. In artikel 27, tweede lid, moeten de woorden "de aanvraag tot registratie" vervangen worden door de woorden "de aanvraag van een vestigingsvergunning". Artikel 28 1. In artikel 28, tweede lid, moet het woord "beslissing" vervangen worden door het woord "aanvraag". Voorts moet in de Franse tekst het woord "décidée" vervangen worden door de woorden "fait l'objet d'une décision". 2. Wat hetzelfde lid betreft, heeft de gemachtigde van de minister op de vraag in welke volgorde de aanvragen tot tijdelijke overbrenging of overbrenging in de onmiddellijke nabijheid behandeld worden, de volgende toelichting gegeven: "De aanvragen tot overbrenging in de onmiddellijke nabijheid en tot tijdelijke overbrenging worden, onafhankelijk van de andere aanvragen, in volgorde van indiening behandeld.Deze aanvragen worden onafhankelijk behandeld gezien in het verleden soms van (...) deze snellere procedure [gebruik] werd gemaakt om te proberen een bestaande aanvraag voor een overbrenging te blokkeren.

Aangezien dit inderdaad niet duidelijk uit het ontwerp blijkt, stellen we de volgende toevoeging aan artikel 28, derde lid, voor: `Elke aanvraag wordt behandeld en maakt het voorwerp uit van een beslissing in volgorde van de datum van verzending of de dag van de elektronische indiening, met uitzondering van de beslissing tot tijdelijke overbrenging of overbrenging in de onmiddellijke nabijheid.

De aanvragen tot overbrenging in de onmiddellijke nabijheid en de tijdelijke overbrenging worden behandeld en maken het voorwerp uit van een beslissing in volgorde van de datum van verzending of de dag van de elektronische indiening, doch onafhankelijk van de andere types aanvragen.'" Met dat tekstvoorstel kan worden ingestemd, mits de redactie ervan als volgt wordt aangepast: "Elke aanvraag wordt behandeld en over elke aanvraag wordt een beslissing genomen in volgorde van de datum van verzending of elektronische indiening, met uitzondering van de aanvragen tot tijdelijke overbrenging of overbrenging in de onmiddellijke nabijheid.

De aanvragen tot overbrenging in de onmiddellijke nabijheid en tijdelijke overbrenging worden behandeld en over die aanvragen wordt een beslissing genomen in volgorde van de datum van verzending of elektronische indiening, doch onafhankelijk van de andere types aanvragen." 3. In artikel 28, derde lid, van het ontwerp[00ef][0081][008c]21) - moeten de woorden "binnen een termijn die loopt" verplaatst worden naar het begin van de bepaling onder 2° ; - moeten in de tekst van de bepaling onder 2° de woorden "op grond van een eerdere aanvraag" vervangen worden door de woorden "toegekend op grond van een eerdere aanvraag". 4. In artikel 28, vierde lid, 1°, schrijve men "de vergunning tot fusie" teneinde dezelfde woorden te gebruiken als die welke in artikel 24 van het ontwerp gebezigd worden. Die opmerking geldt ook voor de bepaling onder 2° van hetzelfde lid. 5. Op de vraag wat het verschil is tussen het verbod een vestigingsvergunning toe te kennen op grond van een latere aanvraag dat geldt voor een termijn die loopt tot twee jaar vanaf de toekenning van de vestigingsvergunning op grond van een eerdere aanvraag (artikel 28, derde lid, 2°, van het ontwerp) enerzijds, en het verbod een vestigingsvergunning toe te kennen op grond van een latere aanvraag dat geldt voor een termijn van tien jaar die loopt vanaf de toekenning van de vergunning tot fusie op grond van een eerdere aanvraag (artikel 28, vierde lid, 2°, van het ontwerp) anderzijds, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Deze regeling beoogt apotheken aan te zetten tot fusioneren, gelet op het feit dat er op dit moment zeer veel apotheken zijn.Bij fusie sluit immers één van de apotheken en blijft er slechts één apotheek over - bijgevolg is dit een belangrijke investering die gevalideerd wordt door een beschermingsperiode van tien jaar toe te kennen. Die bescherming van twee jaar voor de gewone procedures dient om te vermijden dat bijvoorbeeld bij het creëren van een nieuwe verkaveling er een stormloop van aanvragen is die in een overconcentratie aan apotheken zou resulteren." Het verdient aanbeveling dat antwoord in het verslag aan de Koning op te nemen. 6. Aangezien artikel 28, vijfde lid, zeer onduidelijk gesteld is, wordt voorgesteld om die bepaling als volgt te redigeren: "In afwijking van artikel 24 mag voor de apotheek waarvoor een in artikel 24 bedoelde vergunning tot fusie is afgegeven, behoudens dwingende redenen, gedurende vijf jaar te rekenen vanaf het moment dat de door de minister toegekende vergunning tot fusie vervallen is krachtens artikel 22, geen nieuwe aanvraag meer worden gedaan." Artikel 29 1. In artikel 29, eerste lid, moeten de woorden "en ondertekend is" ingevoegd worden na de woorden "volledig is ingevuld", aangezien de niet-ondertekening volgens artikel 27 een grond vormt om de aanvraag onontvankelijk te verklaren.2. In het vijfde lid moeten de woorden "van dit artikel" weggelaten worden.3. In het zesde lid schrijve men ter wille van de duidelijkheid "binnen de in het vierde lid bedoelde termijn".4. In het zevende lid van de Franse tekst moeten de woorden "de l'irrecevabilité de la demande" verplaatst worden en ingevoegd worden tussen de woorden "le demandeur" en de woorden "dans le délai visé à l'alinéa 1er". In de beide taalversies moeten de overbodige woorden "overeenkomstig het tweede lid" weggelaten worden.

In de Nederlandse tekst dient het tweede deel van hetzelfde lid bovendien gesteld te worden als volgt: "en de aanvrager niet op exhaustieve wijze gemeld heeft welke elementen in de aanvraag ontbreken, overeenkomstig het derde lid, dan wordt de aanvraag van rechtswege geacht ontvankelijk te zijn".

Artikel 31 Naar aanleiding van een vraag over de betekenis(22) en de formulering(23) van artikel 31, § 1, tweede lid, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "De dubbele negatie stemt wel degelijk overeen met onze bedoeling.

Het advies van de ambtenaar-inspecteur met betrekking tot een overbrenging (buiten de onmiddellijke nabijheid) kan niet gevraagd worden zolang er nog een eerder ingediende aanvraag tot overbrenging of fusie loopt of zolang de periode van twee, respectievelijk tien jaar na de toekenning van de uitbatingsvergunning op grond van een eerder aangevraagde vergunning tot overbrenging, respectievelijk fusie [nog niet verstreken is].

Het advies dient in el[k] geval te worden gevraagd, maar in het geval hierboven beschreven kan het pas worden gevraagd indien over de eerdere aanvragen is beslist, of na het verstrijken van de termijn van twee of tien jaar.

Misschien is de volgende herformulering van het lid duidelijker: "Het in het eerste lid bedoelde advies kan niet gevraagd worden indien de vergunning niet kan worden toegekend in de gevallen bedoeld in artikel 28, derde en vierde lid. In afwijking van het eerste lid begint de termijn van tien werkdagen in dit geval te lopen op de dag dat de Minister of zijn afgevaardigde over alle in deze paragraaf artikel 28, derde en vierde lid, bedoelde oudere aanvragen heeft beslist of de dag volgend op de termijn bedoeld in artikel 28, derde lid, 2° of artikel 28, vierde lid, 2°. " Er wordt voorgesteld om die bepaling als volgt te redigeren: "Het in het eerste lid bedoelde advies kan niet gevraagd worden indien de vestigingsvergunning niet krachtens artikel 28, derde of vierde lid, toegekend kan worden. In dat geval begint de in het eerste lid bedoelde termijn van tien werkdagen te lopen hetzij op de dag dat de minister of zijn gemachtigde (het woord "afgevaardigde" dient overigens in het hele ontwerp vervangen te worden door het woord "gemachtigde") beslist heeft over alle eerdere aanvragen in de zin van artikel 28, derde of vierde lid, hetzij op de dag die volgt op de termijn van twee jaar bedoeld in artikel 28, derde lid, 2°, of de termijn van tien jaar bedoeld in artikel 28, vierde lid, 2°. " Artikel 32 1. De gemachtigde van de minister is het ermee eens dat, aangezien het begrip "geografische invloedssfeer" in artikel 1, 6°, gedefinieerd wordt ten opzichte van de vestigingsplaats van de apotheken, in artikel 32, § 1, eerste lid, de woorden "en van een vestigingsvergunning" ingevoegd moeten worden tussen de woorden "Houders van een uitbatingsvergunning" en de woorden "van een apotheek".2. In hetzelfde lid moeten de woorden en het teken "gevraagde vestigingsplaats," vervangen worden door het woord "plaats" en moeten de woorden "dewelke het voorwerp is van de aangevraagde vestigingsvergunning" vervangen worden door de woorden "waarop de vestigingsaanvraag betrekking heeft".3. In artikel 32, § 2, van het ontwerp moeten de woorden "nodigt de Vestigingsambtenaar de in § 1 bedoelde houders uit die opmerkingen hebben ingediend overeenkomstig de bepalingen van § 1 indien zij hierom schriftelijk verzocht hebben bij de indiening" vervangen worden door de woorden "hoort de vestigingsambtenaar de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde houders die hun opmerkingen hebben ingediend en die daar bij die gelegenheid schriftelijk om hebben verzocht".4. Aangezien de vergunningaanvrager ook kan vragen om gehoord te worden na het horen van de in paragraaf 1 bedoelde houders, moet bepaald worden dat de opmerkingen van deze laatsten aan hem meegedeeld worden en dat de termijn van dertig werkdagen voor de aanvrager begint te lopen vanaf de ontvangst van die opmerkingen. Artikel 35 1. Het begin van de eerste zin van artikel 35, § 1, moet als volgt aangepast worden: "In afwijking van de bepalingen van de artikelen 33 en 34, beslist de vestigingsambtenaar, indien het in artikel 31 bedoelde advies positief is, over de aanvragen (voorts zoals in het ontwerp)." 2. In artikel 35, § 2, moeten de woorden en het teken ", conform artikel 26" weggelaten worden. Artikel 36 In het tweede lid moeten de woorden "van de aanvraag" vervangen worden door de woorden "van de vergunning".

Artikel 42 De woorden "overeenkomstig de bepalingen van artikel 41" moeten weggelaten worden.

Artikel 43 De vermelding dat "[d]e artikelen 30 tot 35, § 1, (...) van overeenkomstige toepassing [zijn]" creëert onzekerheid over de draagwijdte van die bepaling.

Artikel 43 moet aldus herzien worden dat daarin uitdrukkelijk vermeld wordt op welke wijze de bepalingen vervat in de artikelen 30 tot 35, § 1, van het ontwerp van toepassing zijn.

Hoofdstuk VI In de Franse tekst moet de nummering van het hoofdstuk waarin artikel 44 opgenomen is, herzien worden.

Artikel 45 In paragraaf 1 schrijve men "neemt voor elke apotheek die over een uitbatingsvergunning beschikt de volgende gegevens op in het kadaster".

Artikel 46 In de Franse tekst van artikel 46 moet de tweede vermelding van het woord "Règlement" weggelaten worden.

Voorts moeten de beide taalversies van de tekst melding maken van de datum en het volledige opschrift van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 `betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)'.

Artikel 47 1. In plaats van in paragraaf 1 CoBRHA te omschrijven als "een databank onder het beheer van het eHealthplatform, ten behoeve van het gebruik, door de apothekers, van eHealthdiensten" dient er melding gemaakt te worden van de wettekst op grond waarvan die databank opgericht is.Met betrekking tot die wettelijke basis heeft de gemachtigde van de minister de volgende toelichting gegeven: "De gegevensbank CoBRHA is een onderdeel van het systeem van gebruikers- en toegangsbeheer dat het eHealth-platform krachtens artikel 5, 4 van haar organieke wet (zie https://www.ehealth.fgov.be/ ehealthplatform/nl/ wet-van-21-augustus-2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/08/2008 pub. 13/10/2008 numac 2008022534 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform sluiten-houdende-oprichting-en-organisatie-van-het-ehealth-platform) moet inrichten. Dat systeem staat nader omschreven in artikel 8 van de bestuursovereenkomst tussen het eHealth-platform en de Belgische staat, bekrachtigd bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit (zie https://www.ehealth.fgov.be/ ehealthplatform/file/view/f9f1a745699384f360fa018da7c707f1? filename=ca_eh_2016-2018_final_version_18_mars_2016_nl_.pdf)."(24) 2. Op de vraag of het nodig is om alle persoonsgegevens die genoemd worden in artikel 45 van het ontwerp op de website van het agentschap bekend te maken, terwijl sommige van die gegevens er niet toe bijdragen dat het in artikel 47, § 2, beoogde doel bereikt kan worden dat erin bestaat dat derden "zich ervan [kunnen] vergewissen dat een welbepaalde apotheek over de vereiste vergunningen beschikt", heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "De naam van de vergunninghouder (en indien verschillend, van de uitbater) is het enige persoonsgegeven dat zal worden gepubliceerd op de website van het Agentschap.We menen dat deze informatie noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken: het laat de groothandelaar-verdeler toe om te verifiëren dat hij wel degelijk aan een vergunde apotheek, en meer bepaald aan de vergunninghouder, geneesmiddelen aflevert. Dit is een essentieel onderdeel van de verplichting van de groothandelaar, vervat in artikel 12ter, § 1, 11de lid, van de wet van 25 maart 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/03/1964 pub. 11/12/2017 numac 2017031760 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Wet op de geneesmiddelen - Bekendmaking overeenkomstig artikel 13bis, § 2quinquies, laatste lid, van de geïndexeerde bedragen van de heffingen en retributies type wet prom. 25/03/1964 pub. 21/06/2011 numac 2011000361 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de geneesmiddelen sluiten op de geneesmiddelen dat bepaalt: `De houders van een vergunning voor de groothandel in geneesmiddelen mogen geneesmiddelen voor menselijk gebruik uitsluitend leveren aan andere vergunninghouders voor de groothandel in geneesmiddelen of aan personen die ertoe gemachtigd zijn geneesmiddelen af te leveren aan het publiek. De houders van een vergunning voor de groothandel in geneesmiddelen mogen geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik uitsluitend leveren aan andere vergunninghouders voor de groothandel in geneesmiddelen aan personen die gemachtigd zijn om geneesmiddelen af te leveren aan het publiek of geneesmiddelen te verschaffen aan de verantwoordelijken van de dieren, of in het geval van gemedicineerde voormengsels, ook aan erkende fabrikanten van gemedicineerde diervoeders. De houder van een vergunning voor de groothandel in geneesmiddelen die belast is met verplichtingen inzake openbare dienstverlening mag geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik uitsluitend leveren aan andere vergunninghouders voor de groothandel in geneesmiddelen of aan personen die gemachtigd zijn om geneesmiddelen af te leveren aan het publiek of geneesmiddelen te verschaffen aan de verantwoordelijken van de dieren. De Koning kan nadere voorwaarden en regels vastleggen voor de toepassing van deze bepalingen.' De groothandelaar moet derhalve wel degelijk de identiteit van de vergunninghouder kunnen kennen en controleren, teneinde te verifiëren dat hij aan deze (strafrechtelijk beteugelde) bepaling voldoet.

Bovendien zijn deze persoonsgegevens ook al publiek toegankelijk via de kruispuntenbank voor ondernemingen, met dien verstande dat het in de KBO niet altijd onmiddellijk duidelijk is dat een onderneming vergunninghouder is voor een apotheek." In het licht van dat antwoord lijkt de beoogde bekendmaking van persoonsgegevens aanvaardbaar.

Artikel 48 1. De Franse tekst van de inleidende zin van het eerste lid moet als volgt gesteld worden: "Sont abrogés:". 2. In de Franse tekst van artikel 48, tweede lid, moeten de woorden "s'appliquent pour l'application de l'article 49, § 1er, alinéas 1er et 2 » verplaatst worden en ingevoegd worden vóór de woorden "à l'exception des articles 16 [...]".

De vraag rijst of die bepaling niet in het hoofdstuk betreffende de overgangsbepalingen opgenomen moet worden, aangezien de voorgenomen afwijking betrekking heeft op het geval waarin artikel 49, § 1, eerste en tweede lid, van toepassing is en die leden overgangsmaatregelen bevatten. Voorts is het niet duidelijk wat het nut is van die bepaling, aangezien reeds uit artikel 49, § 1, eerste lid, blijkt dat de besluiten die bij artikel 48, eerste lid, opgeheven worden, blijven gelden voor de lopende procedures. 3. De afwijking waarin artikel 48, tweede lid, voorziet, houdt zelf uitzonderingen in. Op het verzoek die uitzonderingen te verantwoorden(25) heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Artikel 17 van het [K]B van 25 september 1974 bepaalt inderdaad dat ten minste één lid van de Franstalige vestigingscommissie, (effectief of plaatsvervangend lid[)], het bewijs moet leveren van zijn kennis van de Duitse taal.

Op grond van het ontwerp zal er niet langer een Franstalige en Nederlandstalige vestigingscommissie zijn: slechts één vestigingscommissie zal de aanvragen behandelen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van het ontwerp.

Het aantal aanvragen dat in de Duitse taal zal worden ingediend vóór deze datum is dermate beperkt dat het ons een onnodig zwaar vereiste lijkt om van één van de vier leden van de commissie het bewijs van (gevorderde) kennis van de Duitse taal te eisen. Overigens was deze bepaling uit het KB van 1974 nogal vaag: `kennis' kan zowel basiskennis (die wellicht ontoereikend zal zijn voor de behandeling van een vestigingsdossier) als gevorderde kennis betekenen. Het lijkt ons belangrijker om deze commissie samen te stellen met ambtenaren die de spreidingsregels terdege beheersen. Dat neemt niet weg dat, wanneer een dossier in het Duits wordt ingediend, de vestigingscommissie, zo nodig met de hulp van de vertaaldienst van het FAGG, dit dossier even zorgvuldig zal behandelen als de dossiers ingediend in een andere landstaal.

Aangaande de toepassing van artikel 19 van het KB van 25 september 1974, kan ik meedelen dat alle leden van de vestigingscommissie gedurende de overgangsperiode ambtenaren zullen zijn. Er is bijgevolg geen nood aan de terugbetaling van reiskosten, verblijfsvergoedingen, presentiegeld en erelonen." In plaats van bij koninklijk besluit te bepalen dat de artikelen 16, eerste en tweede lid, 17 en 19, van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 niet van toepassing zijn ingeval een vergunningaanvraag binnen de werkingssfeer van artikel 49, § 1, eerste en tweede lid, valt, zou het beter zijn niet in die uitzonderingen te voorzien en die bepalingen van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 niet toe te passen wanneer de gevallen waarop ze betrekking hebben zich niet in concreto voordoen.

Artikel 50 1. In paragraaf 2 schrijve men "de publicatie van de geografische coördinaten".2. In de Franse tekst van paragraaf 3 moeten de woorden "après approbation de" vervangen worden door de woorden "approuvées par"; voorts moet in de Franse tekst "sont de plein droit réputées" geschreven worden.

Artikel 51 Aangezien de spreiding van de apotheken volgens de artikelen 23 en volgende van het ontwerp in meters berekend wordt, moeten in artikel 51, tweede lid, de woorden "van anderhalve kilometer" vervangen worden door de woorden "van 1500 meter".

In hetzelfde lid moeten de woorden "na de na de opening na de overbrenging" vervangen worden door de woorden "na de overbrenging".

Artikel 52 Op de vraag wat het verband is tussen artikel 52 van het ontwerp en artikel 29, eerste, tweede, derde, zevende en achtste lid, ervan heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Zonder de geografische coördinaten te kennen, kan een aanvraag tot vestigingsvergunning niet worden onderzocht. Het FAGG beschikt echter krachtens het ontworpen artikel 50 over een termijn van drie maanden na de inwerkingtreding van het besluit om deze coördinaten te bepalen.

Bijkomend kunnen deze coördinaten worden betwist gedurende een termijn van twee maanden na de publicatie ervan. Om die reden hebben we een soort van stand-still bepaling ingevoerd waardoor de hierna volgende termijnen worden opgeschort tot op het moment dat de geografische coördinaten niet meer kunnen worden betwist (eigenlijk betreft het slechts één termijn, namelijk deze van artikel 29, eerste lid, maar ik heb, misschien ten overvloede, ook de leden van artikel 29 waarin wordt verwezen naar dat eerste lid, vermeld) (...)." Gelet op dat antwoord dient in artikel 52 van het ontwerp enkel naar artikel 29, eerste lid, verwezen te worden.

Artikel 53 1. Aangezien artikel 63 van de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten `houdende diverse bepalingen inzake gezondheid' bepaalt dat "[d]e artikelen van dit hoofdstuk (...) in werking [treden] op de datum bepaald door de Koning en uiterlijk op 1 december 2021", heeft de bepaling in artikel 53 luidens welke "de bepalingen van hoofdstuk 8 van de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid (...) in werking [treden] op 1 december 2021" geen juridische draagwijdte.

De woorden "en de bepalingen van hoofdstuk 8 van de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid" moeten dan ook geschrapt worden. 2. Indien het ontworpen koninklijk besluit na 1 december 2021 vastgesteld zou worden, zou het terugwerkende kracht krijgen.Die terugwerkende kracht kan aanvaard worden in het licht van de inwerkingtreding van hoofdstuk 8 van de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten, waarin artikel 63 van die wet voorziet.

In dat geval moeten de woorden "treden in werking op" vervangen worden door de woorden "hebben uitwerking met ingang van".

SLOTOPMERKING De beide taalversies van het ontwerp moeten zorgvuldig worden nagelezen op taalkundig vlak.(26) De griffier, Béatrice Drapier De voorzitter, Pierre Vandernoot _______ Nota's (1) Voetnoot 2 van het geciteerde advies: HvJ 1 juni 2010, Blanco Perez en Chao Gomez, punten 53 tot 60;HvJ 5 december 2013, Venturini, punt 32. (2) Voetnoot 6 van het geciteerde advies: HvJ, Blanco Perez, punt 114.(3) Voetnoot 7 van het geciteerde advies: In arrest nr.219.366 van 15 mei 2012 heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de beginselen die afgeleid zijn uit het arrest-Blanco Perez toegepast om te kunnen nagaan of een regeling inzake territoriale spreiding van de apotheken conform artikel 49 van het VWEU is. Bij de Raad van State was een beroep tot nietigverklaring ingediend tegen een ministeriële beslissing waarbij een vergunning tot overbrenging van een apotheek geweigerd was. De verzoekende partij had tegen de bestreden beslissing ingebracht dat bij de berekening van het aantal personen dat deel uitmaakt van het klantenwervingsgebied van de apotheek, geen rekening gehouden was met de personen die behoren tot de toevallige klanten, die volgens de verzoekende partij een bijzonder groot deel van de klanten vertegenwoordigen, waardoor zij van oordeel was dat de criteria waarop het vergunningensysteem steunde, indruisten tegen artikel 49 van het VWEU zoals het uitgelegd was in het arrest-Blanco Perez. In arrest nr. 219.366 van 15 mei 2012 is het beroep verworpen op grond van het feit dat, opdat gesteld kan worden dat een nationale regeling strijdig is met artikel 49 van het VWEU, zoals het uitgelegd is in het arrest-Blanco Perez, de regeling moet steunen op criteria die ertoe leiden dat het niet mogelijk is om binnen het geografisch gebied waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft, een voldoende aantal apotheken in te richten om adequate farmaceutische zorg te kunnen waarborgen. In het arrest wordt evenwel vastgesteld dat de verzoekende partij geen cijfergegevens aanvoert op grond waarvan in die zin geconcludeerd zou kunnen worden. (4) Advies 63.329/2-3, op 22 mei 2018 gegeven over een voorontwerp dat heeft geleid tot de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten `houdende diverse bepalingen inzake gezondheid', algemene opmerking A.2 (Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 3226/001, 393-394; http://www.raadvst-consetat.be/dbx/adviezen/63329.pdf). (5) Buiten de moratoriumperiode waarin hoofdstuk VI voorziet.(6) De beoogde berekeningswijze zou ertoe leiden dat er minder apotheken zullen zijn dan dat er momenteel toegestaan zijn. Bijvoorbeeld: - in Brussel zouden er nog 37 apotheken worden toegestaan, in plaats van de 109 die momenteel geopend zijn; - in Gent zouden er nog 52 apotheken worden toegestaan, in plaats van de 146 die momenteel geopend zijn; - in Namen zouden er nog 22 apotheken worden toegestaan zijn, in plaats van de 62 die momenteel geopend zijn. (7) Vermoedelijk wordt hier "een vestigingsvergunning" bedoeld, aangezien de toepasselijke regeling op 8 december 1999 nog niet in een uitbatingsvergunning voorzag.(8) Zie artikel 47, § 1, van het ontwerp.(9) Zie artikel 8, § 1, derde lid, en opmerking 4 bij artikel 8.(10) Zie in dat verband de opmerking bij artikel 5.(11) Zo heeft de gemachtigde van de minister het volgende gesteld: "Artikel 18, § 2, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten bepaalt dat de uitbatingsvergunning wordt verleend na het volgen van een registratieprocedure en dat deze registratieprocedure onder meer moet worden gevolgd indien de houder gebruik maakt van de vestigingsvergunning bedoeld in de artikelen 9 en 17. Er zal dus eerst een vestigingsvergunning worden verleend. Indien de houder van deze vestigingsvergunning er effectief gebruik van wenst te maken, volgt hij de registratieprocedure waarna, mits een positief advies van het directoraat-generaal Inspectie van het FAGG, de uitbatingsvergunning kan worden verleend. Pas dan kan de apotheek worden uitgebaat (op het nieuwe adres)". (12) In artikel 13 van de gecoördineerde wet zoals gewijzigd bij de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten is geen sprake meer van de vestigingscommissie als adviesorgaan.(13) In dat advies wordt naar arrest nr.97/2021 van het Grondwettelijk Hof van 1 juli 2021 verwezen. (14) Die opmerking kan niet gemaakt worden bij artikel 6 van het ontwerp, aangezien de gemachtigde het volgende heeft gezegd met betrekking tot de formulieren voor de registratieaanvraag: "Wat de registratie en wijziging van de registratie betreft, blijken de via de modelformulieren mee te delen gegevens duidelijk uit de artikelen 8, 9, § 1, 10, § 2 en 11 van het ontwerp.Het is daarbij niet de bedoeling om het FAGG een verordenende bevoegdheid te verschaffen, het KB bepaalt enkel dat het FAGG een standaardformulier hiertoe ter beschikking moet stellen". (15) In zoverre er in artikel 8, § 1, eerste lid, 7°, waarnaar wordt verwezen, sprake is van de "houder van de vestigingsvergunning".(16) In de Franse tekst van het vierde lid moet het woord "titulaire" worden vervangen.(17) Er wordt eveneens verwezen naar de opmerking gemaakt bij artikel 26.(18) Zie immers artikel 23, § 2, van het ontwerp, waarin staat dat voor het daarin beschreven geval, een vergunning "kan worden toegekend" zonder dat voorzien wordt in criteria waaraan voldaan moet zijn om de betreffende beslissing te staven.(19) De opmerkingen die hier geformuleerd worden, komen bovenop de algemene opmerkingen die hiervóór zijn gemaakt met betrekking tot die bepaling.(20) Verondersteld wordt het gebruik van een niet-gepast formulier.(21) In deze bepaling wordt de regel vervat in artikel 1, § 6, van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 anders geformuleerd.(22) Meer bepaald wat voor nut het heeft om in een andere termijn te voorzien indien het in het eerste lid bedoelde advies van de ambtenaar niet gevraagd kan worden.(23) Meer bepaald over de dubbele negatie aan het begin van het lid.(24) Zie evenwel algemene opmerking 2 over het wettelijk kader van de databank CoBRHA.(25) Met name wanneer een aanvraag van een vestigingsvergunning in het Duits behandeld moet worden.(26) Bij wijze van voorbeeld kunnen, naast de hiervoor in het advies aangehaalde voorbeelden en naast de talrijke "verschrijvingen", de artikelen 6, 23, § 2, en 50, § 3, vermeld worden in de Franse versie. 16 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit betreffende de registratie en spreiding van voor het publiek opengestelde apotheken en tot opheffing van de koninklijk besluiten van 25 september 1974 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken en van 21 september 2004 betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 8, en de artikelen 9, 10, 12, 16, 17 en 18, §§ 2 en 3, vervangen bij de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten;

Gelet op de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, artikel 63, gewijzigd bij de wet van 4 november 2020 tot wijziging van de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid met het oog op het uitstel van de inwerkingtreding van de wettelijke bepalingen inzake de vestiging van voor het publiek opengestelde apotheken;

Gelet op de wet van 25 maart 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/03/1964 pub. 11/12/2017 numac 2017031760 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Wet op de geneesmiddelen - Bekendmaking overeenkomstig artikel 13bis, § 2quinquies, laatste lid, van de geïndexeerde bedragen van de heffingen en retributies type wet prom. 25/03/1964 pub. 21/06/2011 numac 2011000361 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de geneesmiddelen sluiten op de geneesmiddelen, artikel 3, § 1, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, § 2, ingevoegd bij de wet van 1 mei 2006, en § 4, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 1 mei 2006, en derde lid, ingevoegd bij de wet van 20 juni 2013, artikel 12bis, § 3, ingevoegd bij de wet van 1 mei 2006 en gewijzigd bij de wet van 23 december 2009, en artikel 12septies, eerste lid, ingevoegd bij wet van 1 mei 2006;

Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, artikel 2, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004022786 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven sluiten betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten2 houdende benoeming van de leden van de vestigingscommissies bedoeld in artikel 4, § 3, 4° van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten4 houdende benoeming van een lid van de Franstalige vestigingscommissies bedoeld in artikel 13 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidzorgberoepen;

Gelet op het advies van de meest representatieve farmaceutische beroepsorganisaties, verstrekt op 19 oktober 2021 met toepassing van de artikelen 9, §§ 2, 3 en 4; 18, §§ 2 en 3, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, vervangen bij de wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, nr. 150/2021, gegeven op 10 september 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 oktober 2021;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 25 oktober 2021;

Gelet op het advies 70.421/2 van de Raad van State, gegeven op 29 november 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Binnenlandse Zaken op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - DEFINITIES, ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder: 1° "apotheek": apotheek zoals bedoeld in artikel 9 van de wet;2° "afstand over de weg": de kortste afstand gemeten over het midden van de openbare weg tussen twee voor het publiek geopende apotheken, zijnde de afstand tussen de snijpunten van de kortste loodlijn van de geografisch coördinaten van de apotheek op het midden van de openbare weg aan dewelke het administratief adres aanligt.Bij de bepaling wordt geen rekening gehouden met het autoverkeer; 3° "Agentschap": het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten zoals ingesteld bij de wet van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2006 pub. 08/09/2006 numac 2006022888 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten sluiten betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;4° "coördinator van het kadaster": de coördinator of de adjunct-coördinator bedoeld in artikel 2, § 2;5° "demografische invloedssfeer": het aantal inwoners binnen de geografische invloedssfeer van een voor het publiek geopende apotheek;6° "geografische invloedssfeer": het geheel van straten en delen van straten die vallen binnen het gebied rond een voor het publiek geopende apotheek dat is afgebakend door de halve afstanden over de weg tot de vestigingsplaatsen van de andere apotheken;7° "kadaster": het door het Agentschap gehouden openbaar register van apotheken;8° "landmeter": een landmeter-expert beëdigd en erkend door de Federale Raad van landmeters-experten;9° "Minister": De minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;10° "de onmiddellijke nabijheid": alle geografische punten die vallen binnen de zone afgebakend door een cirkel met een straal van honderd meter rond de vestigingsplaats van de betrokken apotheek of binnen de zone afgebakend door de rondom liggende apotheken op basis van de methode, genaamd de vijfentwintig procent-regel, die is opgenomen in bijlage 1 van dit besluit;11° "secretariaat": het secretariaat zoals bedoeld in artikel 3;12° "sluitingsvergunning": de vergunning bedoeld in artikel 9, § 4, van de wet;13° "straal": afstand in vogelvlucht vanaf een vestigingsplaats van een apotheek;14° "uitbatingsvergunning": de vergunning bedoeld in artikel 18, § 1, van de wet, zijnde de toelating om een apotheek uit te baten;15° "verantwoordelijke voor de registratie": de apotheker-titularis of, indien er meerdere zijn, de apotheker-titularis die werd aangeduid als verantwoordelijke voor het vervullen van de administratieve formaliteiten vereist in het kader van de registratieprocedure overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, eerste lid van de wet;16° "vestigingsplaats": het kadastraal perceel waarvoor een apotheek vergund is om open te zijn voor het publiek en die wordt geïdentificeerd door de geografische coördinaten die liggen of worden geacht te liggen in de voor het publiek opengestelde ruimte van de vergunde of geplande apotheek en die vastgelegd worden overeenkomstig artikel 50 van dit besluit;17° "vestigingsambtenaar": de ambtenaar bedoeld in artikel 2, § 3;18° "vestigingsvergunning": de vergunning bedoeld in de artikelen 9 en 17, van de wet, zijnde de toelating om een apotheek te openen, over te brengen of te fuseren;19° "werkdagen" : de kalenderdagen met uitzondering van de wettelijke feestdagen, zaterdagen, zondagen, de brugdagen vastgelegd door de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, 2 en 15 november en de dagen vanaf 26 december tot en met 31 december;20° "Wet": de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015.

Art. 2.§ 1. De administrateur-generaal van het Agentschap wordt voor de toepassing van dit besluit aangeduid als afgevaardigde van de minister. De minister kan tevens andere personeelsleden van het Agentschap aanduiden als afgevaardigde, met vermelding van de grens van de hen gedelegeerde bevoegdheden. § 2. De minister of zijn afgevaardigde wijst, onder de personeelsleden van het Agentschap, de coördinator van het kadaster aan. Hij wijst tevens een adjunct-coördinator aan van de andere taalrol. § 3. De minister benoemt onder de personeelsleden van het Agentschap een Nederlandstalige en een Franstalige vestigingsambtenaar belast met het onderzoek van de aanvragen tot vestigingsvergunning. § 4. De bevoegdheidsdelegaties verleend op grond van dit besluit worden bij uittreksel bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.§ 1. Het Agentschap verzekert het secretariaat van de coördinator van het kadaster en de vestigingsambtenaar. Het verzekert de verschillende administratieve taken, het bewaren van de dossiers en de vertalingen conform de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966. § 2. Het Agentschap stelt het model van het formulier voor de aanvraag van een vestigingsvergunning vast en maakt dit bekend op zijn website.

Art. 4.Dit besluit is van toepassing op de voor het publiek opengestelde apotheken. HOOFDSTUK II. - OPENING, OVERBRENGING EN FUSIE VAN APOTHEKEN Afdeling 1. - Algemene bepalingen voor de bepaling

van de spreidingscriteria

Art. 5.§ 1. De in dit hoofdstuk bedoelde afstanden en de geografische invloedssfeer worden, op straffe van onontvankelijkheid van de aanvraag tot vestigingsvergunning, vastgesteld door een landmeter.

De demografische invloedssfeer van een apotheek wordt op straffe van onontvankelijkheid van de aanvraag vastgesteld door een landmeter op basis van de door hem vastgestelde geografische invloedssfeer en de overeenkomstig artikel 6 verstrekte cijfers. Op straffe van onontvankelijkheid van de aanvraag mag de verstrekking van de cijfers, zoals bedoeld in artikel 6, op het moment van de aanvraag niet langer dan zes maanden geleden hebben plaatsgevonden. § 2. De bevolkingscijfers van de gemeenten blijken uit de meest recente beschikbare bevolkingscijfers, zoals gepubliceerd door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Instellingen en Bevolking. Het Agentschap vraagt de cijfers op bij de behandeling van het dossier en vermeldt deze in de beslissing.

Art. 6.In afwijking van artikel 12 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister, verstrekken gemeenten op schriftelijk verzoek van een landmeter met opgave van dit besluit en de door hem vastgestelde geografische invloedssfeer, de cijfers van het aantal inwoners die vallen binnen deze invloedssfeer.

De door de gemeente afgeleverde gegevens maken de identificatie van de in deze registers ingeschreven personen niet mogelijk.

Art. 7.Voor de toepassing van de spreidingscriteria in dit hoofdstuk wordt geen rekening gehouden met de tijdelijke vestigingsplaatsen, noch met de vestigingsvergunningen houdende tijdelijke overbrenging, zoals bedoeld in artikel 11. Afdeling 2. - Voorwaarden voor de verlening

van een vestigingsvergunning

Art. 8.§ 1. De Minister of zijn afgevaardigde kan een vestigingsvergunning verlenen voor de opening van een apotheek, op voorwaarde dat cumulatief aan de volgende voorwaarden voldaan is: 1° door de opening ligt het aantal apotheken in de betrokken gemeente niet hoger dan het quotiënt van de deling van het bevolkingscijfer door 5000;2° naar gelang het geval: a) indien de dichtstbijgelegen apotheek zich op minstens 1000 meter bevindt: de geplande apotheek dekt op het moment van de aanvraag de behoeften van ten minste 2500 inwoners;b) indien de dichtstbijgelegen apotheek zich op minstens 3000 meter bevindt: de geplande apotheek dekt op het moment van de aanvraag de behoeften van ten minste 2000 inwoners;c) indien de dichtstbijgelegen apotheek zich op minstens 5000 meter bevindt: de geplande apotheek dekt op het moment van de aanvraag de behoeften van ten minste 1500 inwoners. Voor de bepalingen van dit artikel wordt voor het bepalen van de afstand de afstand over de weg begrepen.

Bij de berekening bedoeld in het eerste lid, 1°, wordt het quotiënt van de deling naar beneden afgerond. § 2. In afwijking van § 1 kan een vestigingsvergunning worden toegekend aan één apotheek, in een gemeente waar zich nog geen apotheek bevindt,.

Art. 9.De Minister of zijn afgevaardigde kan een vergunning verlenen aan de houder(s) van de uitbatingsvergunning voor de fusie van twee of meer apotheken, op voorwaarde dat: 1° zij in dezelfde gemeente of een aangrenzende gemeente gevestigd zijn;en 2° na fusie, het aantal apotheken in elk van de betrokken gemeenten niet lager zal liggen dan het met toepassing van artikel 8, § 1, eerste lid, 1° vastgestelde maximum;en 3° de apotheek die na de betrokken fusie zou worden gesloten, zich niet bevindt op een afstand als bedoeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, van de dichtst bijgelegen apotheek, en de behoeften dekt van het met die afstand overeenstemmend minimum aantal inwoners.

Art. 10.§ 1. De Minister of zijn afgevaardigde kan een vergunning verlenen aan de houder van de uitbatingsvergunning voor de overbrenging van een apotheek, op voorwaarde dat: 1° voldaan is aan de bepalingen van artikel 8, § 1, eerste lid, 1° of § 2;of 2° voldaan is aan de bepalingen van artikel 8, § 1, eerste lid, 2° ; of 3° indien het gaat om een overbrenging naar een plaats in de onmiddellijke nabijheid van de over te brengen apotheek;of 4° indien cumulatief: a) de aanvrager beschikt op het ogenblik van de aanvraag tot vestigingsvergunning over uitbatingsvergunningen voor twee apotheken, waarvan hij één wenst over te brengen en de andere te sluiten;b) de vergunde coördinaten van de apotheek op de geplande vestigingsplaats zich binnen een straal van 3000 meter bevinden ten opzichte van de vergunde coördinaten van één van de twee apotheken die onderdeel uitmaken van de aanvraag;c) de vergunde coördinaten van de apotheek van de geplande vestigingsplaats zich buiten een straal van 100, 500 of 1000 meter bevinden van de vergunde coördinaten van andere apotheken al naargelang het bevolkingscijfer van de gemeente van de nieuwe vestigingsplaats respectievelijk meer dan 30000 inwoners, 7500 tot 30000 inwoners of minder dan 7500 inwoners bedraagt;d) ten gevolge van de overbrenging en het verval van de uitbatingsvergunning vermeld in artikel 43, 2°, het aantal vergunde apotheken in de gemeente(n) op het moment van de aanvraag niet lager zal zijn dan één. § 2. In afwijking van § 1, kan de Minister of zijn afgevaardigde een vergunning verlenen aan de houder van de uitbatingsvergunning voor de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een publiek opengesteld luchthavengebouw, op voorwaarde dat: 1° de apotheek die de overplaatsing aanvraagt zich op het moment van de aanvraag bevindt op een afstand over de weg van minder dan duizend meter van de dichtstbijzijnde apotheek ;2° slechts één uitbatingsvergunning wordt verleend in het betrokken luchthavengebouw. § 3. Onverminderd de bepalingen van §§ 1 en 2, en behoudens duidelijk gebleken dwingende redenen, kan de Minister of zijn afgevaardigde de overbrenging van een apotheek slechts vergunnen na een termijn van vijf jaar die aanvangt op de datum van de eerste verlening van een uitbatingsvergunning overeenkomstig de bepalingen van artikel 37 op de actuele vestigingsplaats of op de oorspronkelijke plaats indien de apotheek tijdelijk werd overgebracht.

Art. 11.De tijdelijke overbrenging van een apotheek kan worden vergund naar een plaats in de onmiddellijke nabijheid van deze apotheek voor een niet-verlengbare periode van maximum drie jaar die aanvangt op de datum van opening op de tijdelijke vestigingsplaats bedoeld in artikel 33, § 1, eerste lid, 5°.

De vestigingsvergunning houdende tijdelijke overbrenging omvat de vergunning om de apotheek terug over te brengen naar de oorspronkelijke vestigingsplaats gedurende de vergunde periode, onverminderd de bepalingen van artikel 33.

Art. 12.Een vestigingsvergunning vervalt indien de houder er feitelijk gebruik van maakt en uiterlijk twee jaar na de publicatie overeenkomstig de bepalingen van de artikel 20 of, in voorkomend geval, artikel 21, § 1. Afdeling 3. - Procedure

Art. 13.De aanvragen tot vestigingsvergunning bedoeld in dit hoofdstuk worden per aangetekend schrijven gericht aan het Agentschap op het in artikel 3, § 2, bedoelde, volledig ingevuld en ondertekend formulier volgens het correcte type van aanvraag, op straffe van onontvankelijkheid.

De aanvraag bevat de volgende elementen: 1° identificatie van de bestaande apotheek, of in geval van een fusie, van de bestaande apotheken: vergunningsnummer(s) en adres(sen);2° identificatie van de geplande apotheek: adres en geografische coördinaten;3° in voorkomend geval, de dwingende redenen bedoeld in artikel 14, vijfde lid;4° het verslag van de landmeter met opgave van de demografische/geografische invloedssfeer en de afstanden ten opzichte van andere apotheken. De Minister kan de inhoud van het aanvraagformulier nader bepalen.

In afwijking van het eerste lid, mag de aanvraag tot vestigingsvergunning elektronisch worden ingediend aan de hand van een door het Agentschap vastgestelde procedure, op voorwaarde dat het formulier wordt verzonden door een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging die voldoet aan de in artikel 44 van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt, vastgestelde eisen. De Minister kan de elektronische indiening verplicht stellen. Hij stelt hiertoe de nadere regelen vast.

Art. 14.De aanvragen tot vestigingsvergunning worden bij ontvangst chronologisch ingeschreven in een daartoe bestemd register op postdatum van verzending van de aanvraag of de dag van elektronische indiening. De vernietiging van een vestigingsvergunning, door de Raad van State, laat de inschrijving in dit register onverlet.

Elke aanvraag wordt behandeld en maakt het voorwerp uit van een beslissing in volgorde van de datum van verzending of de dag van de elektronische indiening, met uitzondering van de aanvraag tot tijdelijke overbrenging of overbrenging in de onmiddellijke nabijheid.

De aanvragen tot tijdelijke overbrenging en overbrenging in de onmiddellijke nabijheid worden behandeld en maken het voorwerp uit van een beslissing in volgorde van de datum van verzending of de dag van de elektronische indiening, doch onafhankelijk van de andere types aanvragen.

Geen enkele vestigingsvergunning bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4°, mag op grond van een latere aanvraag worden toegestaan binnen een straal van 1500 meter rond een nieuwe of geplande vestigingsplaats, binnen een termijn die loopt: 1° zo lang de vestigingsvergunning bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4° op grond van een eerdere aanvraag niet is toegekend of niet werd geweigerd;of 2° tot twee jaar te rekenen vanaf de dag van de toekenningsdatum van de uitbatingsvergunning die wordt toegekend op basis van een vestigingsvergunning bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4° op grond van een eerdere aanvraag. Geen enkele vestigingsvergunning bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, 2° of 4° mag, op grond van een latere aanvraag, worden toegestaan binnen een straal van 500, 1000 of 1500 meter rond de apotheek die na de fusie zou blijven bestaan, naargelang het bevolkingscijfer van de gemeente respectievelijk meer dan 30000 inwoners, 7500 tot 30000 inwoners of minder dan 7500 inwoners bedraagt: 1° zo lang de vergunning tot fusie bedoeld in artikel 9 niet is toegekend of niet werd geweigerd;of 2° tot tien jaar te rekenen vanaf de dag van de toekenningsdatum van de uitbatingsvergunning, die wordt toegekend op basis van een vergunning tot fusie bedoeld in artikel 9 op grond van een eerdere aanvraag. In afwijking van artikel 9, vanaf het moment dat de vergunning tot fusie toegekend door de Minister overeenkomstig artikel 12 vervallen is, mag de apotheek die het voorwerp heeft uitgemaakt van een aanvraag tot fusie bedoeld in artikel 9 gedurende vijf jaar, behoudens dwingende redenen, niet het voorwerp uitmaken van een nieuwe aanvraag op grond van artikel 9.

Art. 15.Het secretariaat ontvangt de aanvragen bedoeld in artikel 13 en gaat binnen de dertig werkdagen na de ontvangst van de aanvraag na of het formulier bedoeld in artikel 13 volledig is ingevuld en ondertekend, en of het type van aanvraag correct is. Het secretariaat spreekt zich louter uit over de vormvereisten van de aanvraag en niet over de grond van de aanvraag.

Indien de aanvraag werd ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 13 verklaart het secretariaat de aanvraag ontvankelijk en brengt het de aanvrager binnen de termijn bedoeld in het eerste lid hiervan op de hoogte.

Indien de aanvraag niet werd ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 13, deelt het secretariaat dit mede aan de aanvrager binnen de termijn bedoeld in het eerste lid met een exhaustieve vermelding van de elementen die ontbreken.

De aanvrager beschikt over dertig werkdagen vanaf de ontvangst van deze mededeling om de aanvraag te vervolledigen volgens de daarin vermelde instructies.

Binnen een termijn van dertig werkdagen na het verstrijken van het in het vierde lid bedoelde termijn, doet het secretariaat uitspraak over de ontvankelijkheid van het dossier overeenkomstig het eerste lid.

Indien de aanvrager de aanvraag niet vervolledigt overeenkomstig de instructies binnen de termijn bedoeld in het vierde lid, wordt de aanvraag onontvankelijk verklaard door de Minister of zijn afgevaardigde.

Indien het secretariaat binnen de in het eerste lid bedoelde termijn de aanvrager niet op de hoogte heeft gesteld van de onontvankelijkheid van de aanvraag en aan de aanvrager geen melding heeft gemaakt van de exhaustieve elementen die in de aanvraag ontbreken overeenkomstig het derde lid, dan wordt de aanvraag van rechtswege geacht ontvankelijk te zijn.

Indien het secretariaat binnen de in het vijfde lid bedoelde termijn de aanvrager niet op de hoogte heeft gesteld over de al dan niet ontvankelijkheid van de aanvraag, dan wordt de aanvraag van rechtswege geacht ontvankelijk te zijn.

Art. 16.Elke aanvraag houdende een vestigingsvergunning, wordt binnen de tien werkdagen na de datum van de ontvankelijkheidverklaring door het secretariaat op de website van het Agentschap gepubliceerd, waarbij minstens de volgende informatie wordt vermeld: 1° behoudens een aanvraag tot opening: het(de) nummer(s) van de uitbatingsvergunning;2° de huidige en geplande vestigingsplaats(en) van de apothe(e)k(en);3° het type van aangevraagde vestigingsvergunning;4° de datum van publicatie op de site;5° de apotheek die sluit in het geval van een fusie.

Art. 17.§ 1. Het secretariaat vraagt binnen een termijn van tien werkdagen na de in artikel 16 bedoelde dag van publicatie, het advies van de ambtenaar bedoeld in het koninklijk besluit van 17 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten0 betreffende het toezicht uit te oefenen door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten.

Het in het eerste lid bedoelde advies kan niet gevraagd worden indien de vestigingsvergunning niet kan worden toegekend op grond van artikel 14, derde en vierde lid. In dat geval begint de termijn van tien werkdagen bedoeld in het eerste lid te lopen hetzij op de dag dat de Minister of zijn afgevaardigde over alle oudere aanvragen bedoeld in artikel 14, derde of vierde lid heeft beslist, hetzij op de dag volgend op de termijn van twee jaar bedoeld in artikel 14, derde lid, 2° of de termijn van tien jaar bedoeld in artikel 14, vierde lid, 2°. § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaar verstrekt zijn advies binnen de veertig werkdagen na de datum van ontvankelijkheidsverklaring van de aanvraag overeenkomstig artikel 15. Indien het advies niet binnen die termijn door de ambtenaar is verstrekt, wordt het geacht gunstig te zijn.

Art. 18.§ 1. Houders van een uitbatingsvergunning of vestigingsvergunning van een apotheek waarvan de geografische invloedssfeer raakt aan de geografische invloedssfeer van de plaats die het voorwerp uitmaakt van de aanvraag tot vestiging, kunnen hun opmerkingen indienen bij het Agentschap. Zij doen dit binnen een termijn van dertig dagen, op straffe van verval. Deze termijn vangt aan op de dag na de in artikel 16 bedoelde publicatie. Als datum van indiening geldt de postdatum van verzending van de opmerkingen of de dag van elektronische indiening.

De opmerkingen bedoeld in het eerste lid worden ondertekend door de houder of zijn gemachtigde en per aangetekend schrijven gericht aan het Agentschap.

In afwijking van het tweede lid mogen de opmerkingen elektronisch worden ingediend aan de hand van een door het Agentschap vastgestelde procedure, op voorwaarde dat de opmerkingen worden verzonden door een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging die voldoet aan de in artikel 44 van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt, vastgestelde eisen.

De Minister kan de elektronische indiening verplicht stellen. Hij stelt hiertoe de nadere regelen vast. § 2. Uiterlijk binnen de dertig werkdagen na het ontvangen van het advies bedoeld in artikel 17, § 2, hoort de Vestigingsambtenaar de in § 1 bedoelde houders die opmerkingen hebben ingediend en naar aanleiding daarvan schriftelijk verzocht hebben te worden gehoord.

De opmerkingen bedoeld in § 1, eerste lid, worden door de Vestigingsambtenaar aan de aanvrager overgemaakt. Indien de aanvrager hierom schriftelijk verzoekt binnen de tien werkdagen na ontvangst van de opmerkingen, wordt hij gehoord binnen een termijn van dertig werkdagen na de ontvangst van de opmerkingen en in elk geval nadat de Vestigingsambtenaar de in § 1 bedoelde houders heeft gehoord.

Art. 19.Uiterlijk binnen een termijn van dertig werkdagen die aanvangt na het ontvangen van het advies bedoeld in artikel 17 of uiterlijk vijftien werkdagen na de laatste hoorzitting op grond van artikel 18, wordt het onderzoek afgesloten met het verslag van de Vestigingsambtenaar.

Art. 20.De Minister of zijn afgevaardigde beslist over de vestigingsaanvraag binnen een termijn van dertig werkdagen die aanvangt op de dag van de verlening van het in artikel 19 bedoelde verslag. Het secretariaat stelt de aanvrager onverwijld in kennis van deze beslissing. Het secretariaat publiceert het dispositief van de beslissing binnen een termijn van tien werkdagen op de website van het Agentschap.

Art. 21.§ 1. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 19 en 20, indien het in artikel 17 bedoelde advies positief is, beslist de Vestigingsambtenaar over aanvragen voor een vestigingsvergunning houdende overbrenging zoals bedoeld in artikel 10, § 1, 3° en artikel 11, en dit binnen een termijn van dertig werkdagen die aanvangt na het ontvangen van het advies bedoeld in artikel 17 of uiterlijk vijftien werkdagen na de laatste hoorzitting op grond van artikel 18. Het secretariaat stelt de aanvrager onverwijld in kennis van deze beslissing. Het secretariaat publiceert het dispositief van de beslissing binnen een termijn van tien werkdagen op de website van het Agentschap. § 2. De vergunning tot tijdelijke overbrenging van een apotheek vermeldt de periode gedurende dewelke die overbrenging wordt toegestaan. HOOFDSTUK III. DE SLUITING VAN APOTHEKEN Afdeling 1. - Voorwaarden

Art. 22.Het is verboden een apotheek te sluiten voor meer dan zestig dagen zonder sluitingsvergunning.

In afwijking van het eerste lid, schorst een aanvraag tot vestigingsvergunning de in het eerste lid en in artikel 23 bedoelde termijnen tot de notificatie van de verlening of weigering van de vergunning aan de aanvrager.

Art. 23.De Minister of zijn afgevaardigde weigert de tijdelijke sluitingsvergunning met behoud van de uitbatingsvergunning indien de sluiting de regelmatige geneesmiddelenvoorziening in het gedrang brengt. De tijdelijke sluitingsvergunning met behoud van de uitbatingsvergunning vervalt na maximum één jaar.

Onverminderd artikel 18, § 4, van de wet en in afwijking van het eerste lid, kan in geval van dwingende redenen de tijdelijke sluitingsvergunning met behoud van de uitbatingsvergunning verlengd worden telkens voor een periode van maximum één jaar en tot maximum drie jaar na het begin van de sluiting van de apotheek. Afdeling 2. - Procedure

Onderafdeling 1. - Algemeen

Art. 24.Het Agentschap stelt het model van het formulier voor de aanvragen van een sluitingsvergunning vast en maakt dit bekend op zijn website.

Art. 25.De aanvragen tot sluitingsvergunning bedoeld in dit hoofdstuk worden per aangetekend schrijven gericht aan het Agentschap op het in artikel 24 bedoelde, en op straffe van onontvankelijkheid, volledig ingevuld en ondertekend formulier.

In afwijking van het eerste lid, mag de aanvraag elektronisch worden ingediend aan de hand van een door het Agentschap vastgestelde procedure, op voorwaarde dat het formulier wordt verzonden door een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging die voldoet aan de in artikel 44 van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt, vastgestelde eisen. De Minister kan de elektronische indiening verplicht stellen. Hij stelt hiertoe de nadere regelen vast.

Art. 26.De aanvraag wordt bij ontvangst onmiddellijk ingeschreven in een daartoe bestemd register. De postdatum bepaalt de volgorde van de behandeling van de aanvraag.

Art. 27.Het secretariaat gaat binnen de vijftien werkdagen na de ontvangst van de aanvraag na of de aanvraag ontvankelijk is overeenkomstig de bepalingen van artikel 15.

Onderafdeling 2. - Definitieve sluiting

Art. 28.De Vestigingsambtenaar verleent de vergunning voor de definitieve sluiting van de apotheek binnen een termijn van tien werkdagen nadat de aanvraag ontvankelijk werd verklaard.

Onderafdeling 3. - Tijdelijke sluiting

Art. 29.De aanvragen voor de vergunning tot tijdelijke sluiting met behoud van de uitbatingsvergunning van een apotheek worden behandeld zoals een vestigingsaanvraag voor een overbrenging in de onmiddellijke nabijheid. De artikelen 16 tot 21, § 1, zijn van toepassing op deze procedure. HOOFDSTUK IV. - REGISTRATIE VAN APOTHEKEN Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 30.§ 1. Op straffe van onontvankelijkheid, worden de verzoeken bedoeld in dit hoofdstuk ondertekend door de verantwoordelijke voor de registratie of, met toepassing van het derde lid, door de betrokken vergunninghouder, en per aangetekend schrijven gericht aan het Agentschap.

In afwijking van het eerste lid, mag de aanvraag tot registratie elektronisch worden ingediend aan de hand van een door het Agentschap vastgestelde procedure, op voorwaarde dat het formulier wordt verzonden door een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging die voldoet aan de in artikel 44 van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt, vastgestelde eisen. De Minister kan de elektronische indiening verplicht stellen. Hij stelt hiertoe de nadere regelen vast.

Wanneer de apotheker-titularis niet de houder van de uitbatingsvergunning is, kan hij, zonder dat hij wordt ontslagen van zijn aansprakelijkheid, de administratieve formaliteiten aan de houder delegeren. In dit geval heeft de houder een verplichting om de apotheker-titularis te informeren over de ondernomen administratieve stappen. § 2. De coördinator van het kadaster gaat, binnen een termijn van vijftien werkdagen na ontvangst van het verzoek door het secretariaat, na of het verzoek tot registratie deugdelijk werd ingevuld en volledig is overeenkomstig de bepalingen van dit Hoofdstuk.

Indien het verzoek ontvankelijk is, gaat de coördinator van het kadaster over tot registratie in een intern door het Agentschap gehouden register binnen de tien werkdagen en bevestigt de ontvankelijkheid aan de verantwoordelijke voor de registratie of, in het geval bedoeld in § 1, derde lid, aan de houder van de uitbatingsvergunning.

Indien het verzoek niet werd ingediend overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1, deelt de coördinator van het kadaster dit schriftelijk mee aan de verantwoordelijke voor de registratie of, in het geval bedoeld in § 1, derde lid, de houder van de uitbatingsvergunning, binnen de tien werkdagen na het verstrijken van de termijn bedoeld in het eerste lid, met exhaustieve vermelding van de elementen die ontbreken.

Op straffe van onontvankelijkheid van het verzoek, beschikt de aanvrager over dertig kalenderdagen vanaf deze mededeling om het verzoek te vervolledigen volgens de daarin vermelde instructies.

De aanvulling bedoeld in het vierde lid wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van het eerste en tweede lid.

Art. 31.Het Agentschap stelt modelformulieren op voor de registratie en voor de wijziging van geregistreerde gegevens en publiceert deze op zijn website.

Art. 32.De gegevens die worden geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk kunnen enkel worden ingeroepen tegen derden vanaf de datum bedoeld in artikel 45, § 2. Afdeling 2. - Registratie van de opening, de overbrenging

of de fusie van een apotheek

Art. 33.§ 1. Indien de houder van een vestigingsvergunning bedoeld in artikel 9, § 1, eerste lid, van de wet gebruik maakt van de verleende vergunning, laat hij de volgende gegevens registreren op formulieren die daartoe door het Agentschap op zijn website worden gepubliceerd, vergezeld van bewijsstukken: 1° zijn ondernemingsnummer of, bij gebreke daaraan, zijn rijksregisternummer;2° de vestigingsplaats;3° de naam of de fantasienaam van de apotheek;4° in geval van opening of overbrenging: de geplande datum van opening of overbrenging van de apotheek;5° in geval van tijdelijke overbrenging: de tijdelijke vestigingsplaats en de vergunde periode;6° indien de houder van de vestigingsvergunning een natuurlijke persoon is die zich geregistreerd heeft door middel van zijn ondernemingsnummer, zijn woonplaats;7° indien de houder van de vestigingsvergunning een natuurlijke persoon is die geen in het Rijksregister geregistreerde woonplaats heeft in België, of indien hij een andere woonplaats wenst te kiezen voor zijn registratie bij het Agentschap: zijn woonplaats of gekozen woonplaats;8° in geval van fusie: de datum van definitieve sluiting van de na fusie definitief gesloten apothe(e)k(e)n en het adres van de fusie-apotheek;9° het rijksregisternummer van de verantwoordelijke voor de registratie en, in voorkomend geval van de andere apotheker-titularissen;10° de datum van het begin en desgevallend einde van de opdracht van de onder 9° bedoelde personen. Het Agentschap heeft toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en de Kruispuntbank van Ondernemingen om, aan de hand van het met toepassing van het eerste lid meegedeelde rijksregisternummer of ondernemingsnummer, de naam van de in het eerste lid bedoelde personen en hun woonplaats of maatschappelijke zetel te kennen en te registreren.

Indien de houder van de vestigingsvergunning van de mogelijkheid bedoeld in het eerste lid, 7°, gebruik heeft gemaakt, worden alle kennisgevingen aan het gekozen adres geacht aan deze vergunninghouder te zijn verricht. § 2. Elke wijziging aan de in § 1, eerste lid, 6°, 7°, 9° en 10°, bedoelde gegevens wordt door de verantwoordelijke voor de registratie onverwijld aan het Agentschap meegedeeld via een daartoe ter beschikking gesteld formulier.

Indien de in het eerste lid bedoelde wijziging betrekking heeft op de aanduiding van een nieuwe verantwoordelijke voor de registratie, wordt het formulier gezamenlijk ondertekend door de verantwoordelijke voor de registratie en de houder van de uitbatingsvergunning, behoudens duidelijk gebleken dwingende redenen. Afdeling 3. - Registratie van een aangrenzend

of niet-aangrenzend kadastraal perceel

Art. 34.§ 1. Indien de apotheek een activiteit uitvoert of wil uitvoeren op een niet-aangrenzend perceel zoals bedoeld in artikel 16, § 2, 1° of 2°, van de wet, laat de houder van een uitbatingsvergunning bedoeld in artikel 18, § 1, van de wet, van de betrokken apotheek de volgende gegevens registreren op formulieren die daartoe door het Agentschap worden gepubliceerd op zijn website, vergezeld van bewijsstukken: 1° het adres van het niet-aangrenzende kadastraal perceel;2° de activiteit zoals bedoeld in artikel 16, § 2, 1° of 2°, van de wet;3° in voorkomend geval de datum van de definitieve stopzetting van de activiteit op het niet-aangrenzend perceel. § 2. De in § 1 bedoelde registratie is slechts ontvankelijk op voorwaarde dat: - ze betrekking heeft op maximaal één niet-aangrenzend perceel per activiteit zoals bedoeld in artikel 16, § 2, 1° of 2°, van de wet; en - voor dezelfde apotheek nog geen niet-aangrenzend perceel werd geregistreerd voor dezelfde activiteit zoals bedoeld in artikel 16, § 2, 1° of 2°, van de wet. § 3. Indien de apotheek een activiteit uitvoert of wil uitvoeren op een aangrenzend perceel zoals bedoeld in artikel 16, § 1, van de wet, laat de houder van een uitbatingsvergunning bedoeld in artikel 18, § 1, van de wet, van de betrokken apotheek de volgende gegevens registreren op een formulier dat daartoe door het Agentschap wordt gepubliceerd op zijn website, vergezeld van bewijsstukken: 1° het adres van het aangrenzende kadastraal perceel;2° in voorkomend geval, de datum van de definitieve stopzetting van de activiteit op het aangrenzend perceel. Afdeling 4. - Registratie van de overdracht

Art. 35.§ 1. De coördinator van het kadaster registreert de kennisgeving van de overdracht van het handelsfonds overeenkomstig de bepalingen van artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 april 1977 tot vaststelling van de regels die toelaten de waarde van de overdracht der apotheken vast te stellen en toezicht uit te oefenen op deze overdracht. § 2. De overnemer laat de volgende gegevens registreren op formulieren die daartoe door het Agentschap worden gepubliceerd op zijn website, vergezeld van bewijsstukken: 1° zijn ondernemingsnummer of, bij gebreke daaraan, zijn rijksregisternummer;2° indien de overnemer een natuurlijke persoon is die zich geregistreerd heeft door middel van zijn ondernemingsnummer, zijn woonplaats;3° indien de overnemer een natuurlijke persoon is die geen in het Rijksregister geregistreerde woonplaats heeft in België, of indien hij een andere woonplaats wenst te kiezen voor zijn registratie bij het Agentschap: zijn woonplaats of gekozen woonplaats. Het Agentschap heeft toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en de Kruispuntbank van Ondernemingen om, aan de hand van het met toepassing van het eerste lid meegedeelde rijksregisternummer of ondernemingsnummer, de naam van de overnemer en zijn woonplaats of maatschappelijke zetel te kennen en te registreren.

De in het eerste lid bedoelde registratieaanvraag wordt op straffe van nietigheid ten vroegste ingediend samen met de in § 1 bedoelde kennisgeving.

Indien de overnemer van de mogelijkheid bedoeld in het eerste lid, 3°, gebruik heeft gemaakt, worden alle kennisgevingen aan het gekozen adres geacht aan deze vergunninghouder te zijn verricht.

Elke wijziging aan de in het eerste lid, 2° of 3°, bedoelde gegevens wordt door de verantwoordelijke voor de registratie onverwijld aan het Agentschap meegedeeld via een daartoe ter beschikking gesteld formulier. Afdeling 5. - Registratie van de sluiting

Art. 36.Indien de houder van een sluitingsvergunning bedoeld in artikel 9, § 4, van de wet, gebruik maakt van de verleende vergunning, laat hij de volgende gegevens registreren op formulieren die daartoe door het Agentschap worden gepubliceerd op zijn website, vergezeld van bewijsstukken: 1° de datum van sluiting;2° in geval van tijdelijke sluiting met behoud van de uitbatingsvergunning, en voorafgaand aan de heropening: de datum van heropening. Deze formaliteit moet minstens tien dagen vóór de effectieve sluiting worden gedaan behoudens dwingende redenen. Indien de datum van heropening nog niet gekend is op het ogenblik van de registratie van de datum van sluiting, wordt deze minstens tien dagen vóór de heropening bij het Agentschap geregistreerd.

De apotheek mag ten vroegste worden heropend op de geregistreerde datum van heropening. HOOFDSTUK V. - UITBATINGSVERGUNNING VAN EEN APOTHEEK Afdeling 1. - Aanvraag van de uitbatingsvergunning

Art. 37.§ 1. De Minister of zijn afgevaardigde kent een uitbatingsvergunningsnummer toe aan de apotheek en verleent de vergunning zoals bedoeld in artikel 18, § 1, van de wet: 1° na het volgen van de registratieprocedure overeenkomstig de bepalingen van artikel 33;en 2° na het in § 2 bedoelde positief advies te hebben ontvangen. § 2. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen die aanvangt op de datum bedoeld in artikel 30, § 2, tweede lid, inspecteert het Agentschap de lokalen, het materiaal en de uitrusting van de apotheek, in voorkomend geval inclusief deze van een aangrenzend en niet-aangrenzend kadastraal perceel, en verleent de in het tweede lid bedoelde directeur-generaal of zijn afgevaardigde zijn advies.

De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Inspectie van het Agentschap of zijn afgevaardigde verleent een positief advies indien: 1° de lokalen, het materiaal en de uitrusting op datum van overbrenging voldoen aan de Gids voor de goede officinale farmaceutische praktijken, zoals vervat in bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 houdende onderrichtingen voor de apothekers;en 2° voldaan is aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 houdende onderrichtingen voor de apothekers. Het Agentschap zendt een schriftelijke kennisgeving van dit advies aan de aanvrager. § 3. Indien het in § 2, tweede lid bedoelde advies negatief is, kan de vergunninghouder een herinspectie vragen. Hij dient hiertoe een schriftelijk verzoek in bij het Agentschap door middel van een formulier dat op de website van het Agentschap ter beschikking wordt gesteld.

De vergunninghouder vermeldt op het formulier eveneens een nieuwe geplande datum van opening.

Het Agentschap gaat over tot een herinspectie, hierbij rekening houdende met de bepalingen van § 2, tweede lid, 1° en 2° en de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Inspectie van het Agentschap of zijn afgevaardigde verleent een nieuw advies binnen een termijn van dertig kalenderdagen na het ontvangen van het in het eerste lid bedoelde verzoek tot herinspectie.

De herinspectie kan zich, afhankelijk van de eerder vastgestelde tekortkomingen en de door de vergunninghouder verschafte bewijsstukken, beperken tot een onderzoek op afstand van de overgemaakte stukken.

Het Agentschap zendt een schriftelijke kennisgeving van dit advies aan de vergunninghouder.

Art. 38.§ 1. De uitoefening van de activiteiten van een apotheek op een aangrenzend perceel zoals bedoeld in artikel 16, § 1, van de wet, of op een niet-aangrenzend kadastraal perceel zoals bedoeld in artikel 16, § 2, van de wet, is verboden indien dit perceel niet is opgenomen in de uitbatingsvergunning. § 2. De Minister of zijn afgevaardigde voegt het in § 1 bedoelde perceel toe aan de uitbatingsvergunning en verleent de aangepaste vergunning: 1° na het volgen van de registratieprocedure overeenkomstig de bepalingen van artikel 34;en 2° na het in § 3 bedoelde positief advies. § 3. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen die aanvangt op de datum bedoeld in artikel 30, § 2, tweede lid, inspecteert het Agentschap de lokalen, het materiaal en de uitrusting op het kadastraal perceel, en verleent de in het tweede lid bedoelde directeur-generaal of zijn afgevaardigde zijn advies.

De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Inspectie van het Agentschap of zijn afgevaardigde verleent een positief advies indien: 1° het perceel beantwoordt aan artikel 16, § 1 of § 2, van de wet, naargelang het type van het betrokken perceel;2° indien de registratie gebeurde voor activiteiten bedoeld in artikel 16, § 1 van de wet: de lokalen, het materiaal en de uitrusting voldoen aan de Gids voor de goede officinale farmaceutische praktijken, zoals vervat in bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 houdende onderrichtingen voor de apothekers;3° indien de registratie gebeurde voor activiteiten bedoeld in artikel 16, § 2, 1° van de wet: de lokalen, het materiaal en de uitrusting voldoen aan de Gids voor de goede officinale farmaceutische praktijken, zoals vervat in bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 houdende onderrichtingen voor de apothekers;4° indien de registratie gebeurde voor activiteiten bedoeld in artikel 16, § 2, 2° van de wet: voldaan is aan de bepalingen vastgesteld krachtens artikel 12 bis, § 3, van de wet van 25 maart 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/03/1964 pub. 11/12/2017 numac 2017031760 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Wet op de geneesmiddelen - Bekendmaking overeenkomstig artikel 13bis, § 2quinquies, laatste lid, van de geïndexeerde bedragen van de heffingen en retributies type wet prom. 25/03/1964 pub. 21/06/2011 numac 2011000361 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de geneesmiddelen sluiten op de geneesmiddelen, met betrekking tot geautomatiseerde individuele medicatievoorbereiding;5° het perceel beantwoordt aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 21 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten1 houdende onderrichtingen voor de apothekers. Het Agentschap zendt een schriftelijke kennisgeving van dit advies aan de vergunninghouder. § 4. Indien het in § 3 bedoelde advies negatief is, dan kan de in artikel 34 bedoelde houder van de uitbatingsvergunning een herinspectie vragen. Hij dient hiertoe een schriftelijk verzoek in bij het Agentschap door middel van een formulier dat op de website van het Agentschap wordt ter beschikking gesteld.

Hij vermeldt op het formulier eveneens een nieuwe geplande datum van opening.

Het Agentschap gaat over tot een herinspectie, hierbij rekening houdende met de bepalingen van § 3, tweede lid, en verleent een nieuw advies binnen een termijn van dertig dagen na het ontvangen van het in het eerste lid bedoelde verzoek tot herinspectie.

De herinspectie kan zich, afhankelijk van de eerder vastgestelde tekortkomingen en de door de vergunninghouder verschafte bewijsstukken, beperken tot een onderzoek op afstand van de overgemaakte stukken.

Het Agentschap zendt een schriftelijke kennisgeving van dit advies aan de vergunninghouder.

Art. 39.De Minister of zijn afgevaardigde past de uitbatingsvergunning aan indien de gegevens bedoeld in het artikel 40 wijzigen naar aanleiding van een registratie overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 35 of 36 of beperkingen aan de uitbatingsvergunning opgelegd op grond van artikel 42, § 2.

Art. 40.De uitbatingsvergunning vermeldt: 1° het vergunningsnummer;2° de naam en het rijksregisternummer dan wel het het ondernemingsnummer van de houder, afhankelijk van of het gaat om een natuurlijk persoon of een rechtspersoon;3° de vestigingsplaats;4° het aan het perceel van de vestigingsplaats toegekend adres;5° de datum van verlening van de uitbatingsvergunning;6° in geval van tijdelijke overbrenging: de vergunde periode;7° beperkingen aan de uitbatingsvergunning op grond van artikel 42, § 2, indien van toepassing;8° indien van toepassing, het administratief adres van de percelen zoals bedoeld in artikel 16, § 1 of § 2, 1° of 2°, van de wet. Afdeling 2. - Verval, schorsing en opheffing

van de uitbatingsvergunning

Art. 41.§ 1. In geval van verval van de uitbatingsvergunning op grond van artikel 18, § 4, 2°, van de Wet verkrijgt de overnemer van rechtswege een tijdelijke uitbatingsvergunning, onverminderd § 2. § 2. De in § 1 bedoelde tijdelijke uitbatingsvergunning vervalt: 1° bij gebreke van registratie overeenkomstig artikel 35, binnen de termijn vastgesteld bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 april 1977 tot vaststelling van de regels die toelaten de waarde van de overdracht der apotheken vast te stellen en toezicht uit te oefenen op deze overdracht, vermeerderd met dertig dagen;2° indien de overdracht niet gebeurde overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 april 1977 tot vaststelling van de regels die toelaten de waarde van de overdracht der apotheken vast te stellen en toezicht uit te oefenen op deze overdracht;3° bij het verlenen van de definitieve uitbatingsvergunning overeenkomstig de bepalingen van § 3. § 3. De Minister of zijn afgevaardigde verleent de uitbatingsvergunning zoals bedoeld in artikel 18, § 1, van de wet aan de overnemer: 1° na het volgen van de registratieprocedure overeenkomstig de bepalingen van artikel 35, § 2;en 2° na een positief advies zoals bedoeld in § 4. § 4. De Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Inspectie van het Agentschap of zijn afgevaardigde verleent een advies over de rechtmatigheid van de overdracht bedoeld in artikel 35, § 1, binnen een termijn van vijftien dagen na de kennisgeving. Alvorens een negatief advies te verlenen, stelt het Agentschap de kennisgevers bedoeld in artikel 35, § 1, in kennis van zijn intentie en hoort ze indien ze hierom binnen tien dagen na mededeling van de intentieverzoeken.

Art. 42.§ 1. De uitbatingsvergunning is van rechtswege geschorst tijdens de periode van tijdelijke sluiting met behoud van de uitbatingsvergunning.

Indien de in artikel 11, § 1 bedoelde apotheek langer dan drie jaar geopend is op het tijdelijke vestigingsadres en indien geen definitieve nieuwe vestigingsvergunning overeenkomstig de bepalingen van dit besluit werd bekomen en geen definitieve uitbatingsvergunning werd bekomen voor het tijdelijke vestigingsadres, wordt de uitbatingsvergunning van de apotheek van rechtswege geacht te zijn vervallen. § 2. De Minister of zijn afgevaardigde kan de uitbatingsvergunning om redenen van volksgezondheid, schorsen of opheffen, alsook het gebruik van de lokalen, ruimten, installaties en voorwerpen van de apotheek beperken, opschorten of verbieden.

Art. 43.De Minister of zijn afgevaardigde heft de uitbatingsvergunning op: 1° van de apotheek die na de fusie wordt gesloten, op de datum bedoeld in artikel 33, § 1, eerste lid, 8° ;2° van de apotheek voor de vestigingsplaats vóór overbrenging, bij het verlenen van de uitbatingsvergunning voor de overgebrachte apotheek overeenkomstig artikel 10, § 1, 4° ;3° van de apotheek na vaststelling dat de overdracht ervan niet regelmatig is zoals bedoeld in artikel 41, § 2, 2° ;4° van de apotheek die is gesloten zonder sluitingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 22, eerste lid, nadat het Agentschap de uitbatingsvergunninghouder heeft aangemaand om een sluitingsvergunning aan te vragen en de uitbatingsvergunninghouder binnen een termijn van zestig dagen geen aanvraag heeft ingediend;5° van de apotheek, op de geregistreerde datum van definitieve sluiting. HOOFDSTUK VI. - MORATORIUM OP APOTHEKEN

Art. 44.§ 1. Het maximum aantal apotheken is, voor een periode van vijfentwintig jaar welke ingaat op 8 december 1999, gelijk aan het aantal apotheken waarvoor op die datum een vergunning is verleend. Dit aantal wordt verlaagd met het aantal apotheken die definitief gesloten worden. § 2. Tot en met 7 december 2024, kunnen er geen aanvragen of hernieuwde aanvragen tot vestigingsvergunning voor de opening van een nieuwe vestiging worden ingediend. HOOFDSTUK VII. - HET KADASTER

Art. 45.§ 1. De coördinator van het kadaster neemt voor elke apotheek die over een uitbatingsvergunning beschikt de volgende gegevens op in het kadaster en maakt deze openbaar via de website van het Agentschap: 1° het uitbatingsvergunningsnummer;2° de (fantasie)naam van de apotheek;3° het adres van de apotheek;4° de naam van de vergunninghouder;5° indien gekend, het ondernemingsnummer van de vergunninghouder;6° de naam van de uitbater, indien verschillend van de persoon bedoeld onder 4° ;7° het ondernemingsnummer van de uitbater, indien verschillend van de persoon bedoeld onder 4° ;8° in voorkomend geval, de vermelding dat de apotheek tijdelijk gesloten is;9° de in artikel 50 bedoelde geografische coördinaten. § 2. De in het kadaster gepubliceerde gegevens zijn tegenstelbaar aan derden vanaf de dag volgend op de dag van publicatie. HOOFDSTUK VIII. - VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

Art. 46.Het Agentschap treedt op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, 7), van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), voor de in dit besluit bedoelde verwerkingen van persoonsgegevens.

Art. 47.§ 1. De in het Kadaster gepubliceerde persoonsgegevens en de naam en het rijksregisternummer van de apotheker-titularis(sen) bedoeld in artikel 33, § 1, eerste lid, 9° wordt dagelijks gekopieerd in CoBRHA (Common Base Registry For Healthcare Actor), een onderdeel van het systeem van gebruikers- en toegangsbeheer dat het eHealth platform moet inrichten krachtens artikel 5, 4 van de wet van 21 augustus 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/08/2008 pub. 13/10/2008 numac 2008022534 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform sluiten houdende oprichting en organisatie van het eHealth-platform. § 2. De in artikel 45 bedoelde persoonsgegevens worden op de website van het Agentschap bekend gemaakt teneinde derden, zoals groothandelaars-verdelers, toe te laten zich ervan te vergewissen dat een welbepaalde apotheek over de vereiste vergunningen beschikt. HOOFDSTUK IX. - OPHEFFINGSBEPALINGEN

Art. 48.Opgeheven worden: koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken;koninklijk besluit van 21 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2004 pub. 12/10/2004 numac 2004022786 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven sluiten betreffende de overbrenging van een voor het publiek opengestelde apotheek naar een gebouw van een luchthaven;koninklijk besluit van 25 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten4 houdende benoeming van een lid van de Franstalige vestigingscommissies bedoeld in artikel 13 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidzorgberoepen;koninklijk besluit van 13 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten2 houdende benoeming van de leden van de vestigingscommissies bedoeld in artikel 4, § 3, 4° van het koninklijk besluit nr.78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

In afwijking van het eerste lid blijven de in het eerste lid, 1° en 2° bedoelde besluiten gelden voor de toepassing van artikel 49, § 1, eerste en tweede lid, met uitzondering van de artikelen 16, eerste en tweede lid, en 17 van het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken. HOOFDSTUK X. - OVERGANGSBEPALINGEN

Art. 49.§ 1. De lopende procedures op het moment van de dag van de inwerkingtreding van dit besluit worden behandeld volgens de procedure die van toepassing was vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

In de gevallen bedoeld in het eerste lid gelden de criteria voor het verlenen van de vergunning die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Voor de overbrengingsaanvraag in de onmiddellijke nabijheid, ingediend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, die niet aanvaard wordt als aanvraag in de onmiddellijke nabijheid, kan de aanvrager binnen de dertig dagen na kennisgeving hiervan een nieuwe aanvraag indienen volgens de bepalingen van huidig besluit met behoud van de volgorde van behandeling van de oorspronkelijke aanvraag. Deze nieuwe aanvraag wordt behandeld volgens de procedure en criteria van huidig besluit. § 2. Voor de toepassing van § 1 is de Vestigingscommissie, belast met het onderzoek van de in § 1 bedoelde dossiers, samengesteld uit: 1° de Nederlandstalige en Franstalige Vestigingsambtenaar;2° twee ambtenaren van het Agentschap, waaronder één houder van het diploma van master in de rechten die de Vestigingscommissie voorzit, beiden aangeduid door de Minister. De wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 26/05/2011 numac 2011000307 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid is van toepassing op de in het eerste lid bedoelde commissie.

De Vestigingscommissie beraadslaagt geldig indien minstens de voorzitter en twee andere leden aanwezig zijn. Indien dit quorum niet bereikt wordt, kan de voorzitter besluiten tot een schriftelijke beraadslaging. Het advies wordt verstrekt op basis van de resultaten van deze beraadslaging.

Het statuut van inspecteur is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Vestigingscommissie.

Art. 50.§ 1. Het Agentschap stelt de geografische coördinaten van de vóór de inwerkingtreding van dit besluit vergunde apotheken vast op het eerste verzoek van de houder van een uitbatingsvergunning met het oog op de indiening van een aanvraag tot vestigingsvergunning of uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit. Tot de opname van deze coördinaten in het kadaster en behoudens bewijs van het tegendeel, worden deze geografische coördinaten geacht overeen te stemmen met de vestigingsplaats van de betrokken apotheek. Het bewijs van het tegendeel wordt op straffe van nietigheid geleverd door een landmeter. § 2. Vanaf de publicatie van de geografische coördinaten op de site van het Agentschap, heeft de houder van de uitbatingsvergunning het recht om dit punt te betwisten. Op straffe van verval, dient hij hiertoe een aanvraag in te dienen binnen een termijn van twee maanden die loopt vanaf de publicatie op de website en met een voorstel van geografische coördinaten met de verklaring van een landmeter dat deze coördinaten vallen binnen de publieksruimte van de betrokken apotheek. § 3. De coördinaten aangegeven overeenkomstig § 2 en goedgekeurd door het Agentschap worden door de coördinator van het kadaster onverwijld als vestigingsplaats gepubliceerd in het kadaster. De in het kadaster opgenomen geografische coördinaten worden van rechtswege geacht binnen de publieksruimte van de betrokken apotheek te liggen.

Art. 51.Dit besluit doet geen afbreuk aan de vergunningen die reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding ervan werden verleend op grond van de wet en het koninklijk besluit van 25 september 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten3 betreffende de opening, de overbrenging en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken.

Dit besluit doet geen afbreuk aan de toegekende bescherming na fusie of overbrenging: er kan geen enkele apotheek geopend of overgebracht worden binnen een straal van 1500 meter rond de fusieapotheek of het adres van de overbrenging vergund vóór de inwerkingtreding van dit besluit gedurende de resterende periode van tien jaar na de fusie of de resterende periode van twee jaar na de opening na de overbrenging.

Art. 52.De termijn bedoeld in artikel 15, eerste lid begint te lopen op de datum van publicatie van de geografische coördinaten zoals bedoeld in artikel 50, verlengd met de termijn van twee maanden bedoeld in artikel 50, § 2. HOOFDSTUK XI. - INWERKINGTREDING

Art. 53.De bepalingen van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 december 2021.

Art. 54.De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 januari 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^