Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2005
gepubliceerd op 17 augustus 2005

Koninklijk besluit betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2005002086
pub.
17/08/2005
prom.
10/08/2005
ELI
eli/besluit/2005/08/10/2005002086/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 70, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 september 1969 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 december 2000, 5 september 2002 en 4 augustus 2004, op artikel 70bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 en vervangen bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, op artikel 73bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2002, op artikel 75, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 oktober 1988 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 april 1995, 22 december 2000, 5 september 2002, 18 maart 2004 en 4 augustus 2004 en op artikel 76, § 1, opnieuw opgenomen bij het koninklijk besluit van 25 april 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 33, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, op artikel 34, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 september 1969 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, op artikel 35, § 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 en op artikel 46, opnieuw opgenomen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 augustus 1973, 13 september 1979, 26 januari 1984, 13 juli 1987, 25 november 1993, 14 september 1994, 17 maart 1995, 31 maart 1995, 10 april 1995, 6 februari 1997, 15 september 1997, 19 november 1998, 26 april 1999, 13 mei 1999, 18 oktober 2001, 5 september 2002, 14 oktober 2002 en 4 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, inzonderheid op bijlage 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen, inzonderheid op artikel 3, § 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 februari 1989 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 augustus 1996, 5 september 2002, 25 april 2004 en 4 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 december 1998, 5 september 2002, 25 april 2004, 3 augustus 2004 en 4 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, inzonderheid op artikel 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, op artikel 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, op artikel 32, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 september 2003, op artikel 37, zoals hersteld bij het koninklijk besluit van 25 april 2004 en op artikel 38, zoals hersteld bij het koninklijk besluit van 25 april 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, op artikel 18bis, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 februari 2003 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 april 2004 en 3 augustus 2004 en op artikel 19, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 2001 en 4 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, inzonderheid op artikel 218, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 2002 tot vaststelling van de indelingsmodaliteiten van sommige personeelsleden van de Rijksbesturen in een functiefamilie, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 20 juni 2003, 18 juni 2004 en 25 februari 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 2002 tot toekenning van een integratiepremie aan sommige personeelsleden van sommige overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2003;

Overwegende dat aan het Rijkspersoneel geherwaardeerde loopbanen moeten worden aangeboden, die toegespitst zijn op de ontwikkeling van competenties, en dit om de overheidsdiensten performanter te maken;

Overwegende dat op dit moment enkel de loopbaan van de personeelsleden van niveau D niet wordt geregeld door het principe van de herwaardering van de competenties en dat het noodzakelijk is, om de uitdagingen die de administratie moet aangaan, tot een goed einde te brengen, de loopbaan van deze minst gekwalificeerde personeelsleden toe te spitsen op de ontwikkeling van competenties en bijgevolg hun vorming aan te moedigen;

Overwegende dat het met het oog hierop aangewezen is de personeelsleden van niveau D de mogelijkheid te bieden op vrijwillige basis deel te nemen aan gecertificeerde opleidingen die toegespitst zijn op hun beroep en die hen in staat zullen stellen enerzijds een competentietoelage te krijgen wanneer zij slagen voor de valideringsproef en anderzijds vooruitgang te boeken in hun loopbaan;

Overwegende dat, om een betere leesbaarheid van de teksten te waarborgen, een herstructurering noodzakelijk is van de bepalingen met betrekking tot de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen van alle niveaus, die op dit moment verspreid staan;

Overwegende ten slotte dat de gecertificeerde opleidingen de personeelsleden de mogelijkheid moeten bieden zich aan te passen aan de technische evoluties in de inhoud van hun taken; dat het bijgevolg noodzakelijk is dat deze opleidingen toegankelijk zijn aan een min of meer hoog tempo in functie van hun beroep, opdat hun vorming continu zou zijn; dat het dus nodig is de gecertificeerde opleidingen te voorzien van een geldigheidsduur die verschilt in functie van de inhoud van hun taken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 januari 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 2 mei 2005;

Gelet op het protocol nr. 521 van 29 maart 2005 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op het advies 38.379/1 van de Raad van State, gegeven op 26 mei 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel

Artikel 1.In artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 september 1969 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 december 2000, 5 september 2002 en 4 augustus 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° § 2, eerste lid,wordt vervangen als volgt : « De bevordering door verhoging in weddenschaal of door verhoging naar de hogere klasse kan afhankelijk worden gesteld van het slagen voor een competentiemeting of een gecertificeerde opleiding.»; 2° in § 2, derde lid, worden de woorden « In niveau A, wordt ze per vakrichting georganiseerd.» geschrapt; 3° een § 2bis wordt ingevoegd, luidende : « § 2bis.De gecertificeerde opleiding wordt in niveau A per vakrichting en in niveau D per functiefamilie georganiseerd.

De competentiemeting wordt in de niveaus B en C per functiefamilie georganiseerd.

Voor de niveaus B, C en D worden de functiefamilies vastgesteld door Ons, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de minister die de ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft. Onder functiefamilies wordt verstaan een groep functies die gelijkenissen vertoont, zowel op het gebied van de te verrichten taken als op het gebied van de verantwoordelijkheden die opgenomen moeten worden, de te ontwikkelen generieke gedragsgerichte competenties en de gedragsindicatoren die ze ondersteunen.

In afwijking van het tweede lid, wordt de competentiemeting vervangen door een gecertificeerde opleiding voor de functiefamilies van niveaus B en C die vastgesteld zijn door Ons, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de minister die de ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft. »

Art. 2.Artikel 70bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 en vervangen bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, wordt vervangen als volgt : «

Art. 70bis.§ 1. De afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - organiseert de vergelijkende selecties voor overgang naar het hogere niveau en de competentiemetingen.

Hij kan onder zijn toezicht de organisatie van die selecties en metingen echter geheel of gedeeltelijk opdragen aan de betrokken federale overheidsdienst. § 2. Het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid, hierna het Instituut genoemd, organiseert de gecertificeerde opleidingen.

Volgens de behoeften : 1° zorgt het Instituut zelf voor de opleidingen;2° delegeert het deze, onder zijn toezicht, aan andere opleidingsinstellingen van het federaal bestuur of, op basis van een samenwerkingsakkoord, aan opleidingsinstellingen van de Gemeenschappen en de Gewesten;3° vertrouwt het ze toe aan onderwijsinstellingen van een niveau dat overeenstemt met de graad of vakklasse waarop de gecertificeerde opleiding betrekking heeft, of aan geassimileerde instellingen. De gecertificeerde opleiding wordt afgesloten door een gunstige of ongunstige beslissing.

De houder van de managementfunctie N-1 bij het Instituut of zijn afgevaardigde geeft de getuigschriften van de validering van de verworven kennis af op basis van de documenten afgegeven door de opleiders bij het einde van de gecertificeerde opleiding. »

Art. 3.Artikel 73bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2002, wordt vervangen als volgt : «

Art. 73bis.In afwijking van artikel 70, § 2, kan de bevordering door verhoging in weddenschaal of door verhoging naar de hogere klasse afhankelijk worden gesteld van het slagen voor een selectie georganiseerd door SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - waarvan de voorwaarden en nadere regels vastgesteld worden door de bevoegde minister, met het akkoord van de minister bevoegd voor ambtenarenzaken.

De afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid kan onder zijn toezicht de organisatie van die selecties echter geheel of gedeeltelijk opdragen aan de betrokken federale overheidsdienst. »

Art. 4.In artikel 75 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 oktober 1988 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 april 1995, 22 december 2000, 5 september 2002, 18 maart 2004 en 4 augustus 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « aan een selectie voor verhoging in weddenschaal of » geschrapt;2° in § 2 worden de woorden « selectie of » geschrapt.

Art. 5.Artikel 76, § 1, van hetzelfde besluit, zoals opnieuw opgenomen bij het koninklijk besluit van 25 april 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt vervangen als volgt : « § 1. De ambtenaar die houder is van een graad van niveau D, C of B, en die niet bezoldigd wordt in de laatste weddenschaal, heeft het recht om een competentiemeting af te leggen of een gecertificeerde opleiding te volgen wanneer hij ten minste één jaar niveau-anciënniteit bezit.

De anciënniteitsvoorwaarde moet vervuld zijn op het ogenblik van de inschrijving voor de competentiemeting of voor de gecertificeerde opleiding. Evenwel kan de stagiair zich inschrijven in de loop van de laatste maand van de stage. Deze inschrijving heeft slechts uitwerking voor zover de stagiair benoemd wordt op de eerste dag van de maand die erop volgt. » HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel

Art. 6.Artikel 33 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt opgeheven.

Art. 7.In artikel 34 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 september 1969 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, worden de woorden « Een koninklijk besluit genomen » vervangen door de woorden « De bevoegde minister, ».

Art. 8.Het opschrift van afdeling II van hoofdstuk IV van titel II van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « Afdeling II. - Gecertificeerde opleidingen en competentiemetingen in de niveaus B, C en D ».

Art. 9.Artikel 35, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt vervangen als volgt : « § 1. De functiefamilies in de niveaus B, C en D worden vastgesteld in bijlage VI. De functiefamilies in de niveaus B en C, waarvoor de competentiemeting wordt vervangen door een gecertificeerde opleiding, worden vastgesteld in bijlage VII. De lijst van de gecertificeerde opleidingen in de niveaus B, C en D wordt per functiefamilie vastgesteld door de minister die bevoegd is voor ambtenarenzaken.

Deze paragraaf is van toepassing op de personeelsleden die in dienst genomen zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst. »

Art. 10.Artikel 36 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 19 september 1990, wordt hersteld in de volgende lezing: «

Art. 36.§ 1. De gecertificeerde opleidingen hebben een geldigheidsduur van : 1° vijf jaar voor de graden van administratief deskundige, technisch deskundige en financieel deskundige;2° drie jaar voor de graad van ICT-deskundige;3° acht jaar voor de graad van administratief assistent en technisch assistent;4° acht jaar voor de graad van administratief medewerker en technisch medewerker. De geldigheidsduur van een gecertificeerde opleiding vangt aan de eerste dag van de maand volgend op de inschrijving van de ambtenaar voor deze opleiding en ten vroegste bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorgaande gecertificeerde opleiding.

De duur die in aanmerking wordt genomen voor de bevordering door verhoging in weddenschaal is identiek aan de duur die in aanmerking wordt genomen voor de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleidingen. § 2. De ambtenaar van niveau C of D die een competentietoelage ontvangt of die met de laatste weddenschaal van zijn graad bekleed wordt en die bevorderd wordt naar een andere graad, kan zich onmiddellijk inschrijven voor de gecertificeerde opleiding die overeenstemt met zijn nieuwe graad. § 3. In geval van verandering van graad behoudt de ambtenaar het voordeel van zijn competentietoelage. § 4. De ambtenaar die niet slaagt in een gecertificeerde opleiding kan zich 365 dagen na zijn vorige inschrijving herinschrijven. »

Art. 11.Artikel 37 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 2 juni 1998, wordt hersteld in de volgende lezing : «

Art. 37.§ 1. De ambtenaren van de niveaus B, C en D worden op basis van de inhoud van hun functies en op basis van dialoog met de betrokkenen gerangschikt in één van de families binnen het niveau waartoe de ambtenaar behoort. De functionele chef betekent deze rangschikking aan zijn ambtenaren.

Onder functionele chef wordt verstaan de persoon die de leiding en/of de dagelijkse controle heeft over het functioneren van de ambtenaar. § 2. De ambtenaar die niet akkoord gaat met zijn rangschikking kan binnen tien werkdagen na de betekening van zijn rangschikking, beroep aantekenen bij het directiecomité.

Het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën mag de bevoegdheid om te fungeren als beroepsinstantie delegeren aan een comité ad hoc, onder de leiding van een administrateur-generaal, met zijn administrateurs.

Voor de andere federale overheidsdiensten dan de Federale Overheidsdienst Financiën, mag de bevoegdheid van het directiecomité om te fungeren als beroepsinstantie door Ons, op voorstel van de bevoegde minister, worden gedelegeerd aan een comité dat hiertoe werd opgericht en samengesteld, mits het akkoord van de Minister die Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheden heeft. § 3. Het directiecomité spreekt zich uit over het beroep binnen tien werkdagen na ontvangst ervan. De ambtenaar en zijn functionele chef worden gehoord. De ambtenaar mag worden bijgestaan door een persoon naar zijn keuze.

De gemotiveerde beslissing van het directiecomité wordt aan de ambtenaar en zijn functionele chef betekend. § 4. Elke Federale Overheidsdienst informeert regelmatig de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie over de wijze waarop hij te werk is gegaan bij de rangschikking in functiefamilies, alsook de motieven van de eventuele beroepen. § 5. De Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie waakt over de coherentie van de rangschikkingen en kan, indien hij dit nuttig acht, zich wenden tot de voorzitter van het directiecomité en zo nodig tot de Ministerraad. § 6. Dit artikel is van toepassing op de stagiairs en op de personeelsleden die in dienst genomen zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst. »

Art. 12.Artikel 38 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 28 februari 1986, wordt hersteld in de volgende lezing : «

Art. 38.§ 1. De ambtenaar van niveau B, C of D die een gecertificeerde opleiding wil volgen kiest een opleiding in de lijst die overeenstemt met zijn functiefamilie. Hij stelt deze keuze voor aan zijn hiërarchische meerdere.

Tijdens een onderhoud sluit de hiërarchische meerdere zich ofwel aan bij de keuze van de ambtenaar, ofwel stelt hij hem een andere keuze voor. Wanneer overeenstemming kan worden bereikt, wordt de keuze meegedeeld aan de stafdienst personeel en organisatie of aan de personeelsdienst, daar waar er geen stafdienst personeel en organisatie bestaat.

Wanneer er onenigheid blijft bestaan, neemt de hiërarchische meerdere de beslissing. In dat geval kan de ambtenaar beroep instellen bij de directeur van de stafdienst personeel en organisatie of zijn gemachtigde of bij de directeur van de personeelsdienst, daar waar er geen stafdienst personeel en organisatie bestaat. Deze of zijn afgevaardigde neemt de definitieve beslissing, nadat hij de partijen heeft gehoord. § 2. De ambtenaar mag geen tweede maal dezelfde gecertificeerde opleiding volgen, indien hij hiervoor reeds geslaagd is. § 3. Wanneer de ambtenaar van de dienst verwijderd is, informeert de stafdienst personeel en organisatie of de personeelsdienst, daar waar er geen stafdienst personeel en organisatie bestaat, de ambtenaar over de lijst van de gecertificeerde opleidingen van zijn familiefunctie, ontvangt de keuze van de ambtenaar en stelt indien mogelijk bij gemeen akkoord de opleiding vast. ».

Art. 13.In titel II, hoofdstuk IV, van hetzelfde besluit, wordt een afdeling IIbis ingevoegd, dat de huidige tekst van artikel 41 bevat, met volgend opschrift : « Afdeling II bis. - Voorwaarden voor de bevordering in niveau A ».

Art. 14.Het opschrift van afdeling IIbis van hoofdstuk IV van Titel II van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt vervangen door het volgende opschrift : « Afdeling III bis. - Gecertificeerde opleidingen in niveau A ».

Art. 15.Artikel 46 van hetzelfde besluit, opnieuw opgenomen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt opgeheven.

Art. 16.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bijlage VI en een bijlage VII opgenomen in bijlage 1 en in bijlage 2 van dit besluit. HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut

Art. 17.Artikel 3, § 1, 7°, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, opnieuw opgenomen bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2002, wordt vervangen als volgt : « 7° Koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen. » HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten

Art. 18.Bijlage I van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt vervangen: 1° door bijlage 3 van dit besluit vanaf 1 juni 2005;2° door bijlage 4 van dit besluit vanaf 1 september 2006;3° door bijlage 5 van dit besluit vanaf 1 september 2007. HOOFDSTUK V. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen

Art. 19.In artikel 3, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 april 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, worden de woorden « of een gecertificeerde opleiding » ingevoegd tussen de woorden « hij geslaagd is in een competentiemeting » en « voor zover hij de gelegenheid heeft gehad hieraan deel te nemen ». HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten

Art. 20.Aan artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 december 1998, 5 september 2002, 25 april 2004, 3 augustus 2004 en 4 augustus 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, tweede lid wordt vervangen als volgt: « Om aanspraak te kunnen maken op de competentietoelage verbonden aan de graad of aan de vakklasse waarin de in artikel 1 bedoelde personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen werden, moeten deze personen echter slagen in de competentiemeting 1 behorend bij deze graad of in de gecertificeerde opleiding verbonden aan de graad of aan de eerste weddenschaal van de vakklasse. Om aan de competentiemeting of gecertificeerde opleiding deel te nemen moeten deze personen ten minste één jaar zonder onderbreking in het desbetreffende niveau in dienst zijn. Wordt niet als onderbreking beschouwd het feit dat men een nieuwe overeenkomst krijgt binnen het federaal administratief openbaar ambt, voor zover er niet meer dan drie maanden verstreken zijn na het einde van de vorige overeenkomst.

Voor de bepaling van de periode van een jaar, zoals bedoeld in het derde lid, worden de vervangingscontracten van minder dan drie maanden niet in aanmerking genomen. » ; 2° in § 3 worden de woorden « De artikelen 32 tot 36bis » vervangen door de woorden « De artikelen 32 tot 36ter » en worden de woorden « met uitzondering van artikel 36bis, § 5.» vervangen door de woorden « met uitzondering van artikel 36ter, § 5. »; 3° in § 4, wordt het volgende lid ingevoegd tussen het eerste en het tweede lid: « Op basis van de voorwaarden bedoeld in § 3, ontvangt het personeelslid bekleed met de graad van medewerker keuken/schoonmaak dat slaagt in een gecertificeerde opleiding, een competentietoelage van 800 EUR gedurende een periode van acht jaar.»; 4° in § 4, tweede lid, dat het derde lid is geworden, worden de woorden « met de graad van medewerker restaurant/schoonmaak, » vervangen door de woorden « met een graad van niveau D, ». HOOFDSTUK VII. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden

Art. 21.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.De weddenschaal DA1 is verbonden aan de graad van administratief medewerker.

De weddenschaal DT2 is verbonden aan de graad van technisch medewerker. »

Art. 22.Artikel 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.De ambtenaar houder van de graad van administratief medewerker of van de graad van technisch medewerker, die bezoldigd wordt in de weddenschaal vermeld in kolom 1 van onderstaande tabel en die geslaagd is voor de gecertificeerde opleiding bedoeld in artikel 70 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, krijgt op het einde van een periode van acht jaar de weddenschaal die vermeld is in kolom 2. » Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 23.De inleidende zin van artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 september 2003, wordt vervangen door de volgende tekst : « Het statutaire personeelslid bekleed met de graad van administratief of technisch medewerker krijgt een jaarlijkse premie voor leidinggevenden van 500 EUR, als hij een van de volgende voorwaarden vervult : ».

Art. 24.In hoofdstuk I, afdeling 3, van hetzelfde besluit wordt een artikel 33ter ingevoegd, luidende : «

Art. 33ter.De ambtenaar bekleed met de graad van administratief medewerker of technisch medewerker, die bezoldigd wordt in de weddenschaal DA 1, DA2, DA3, DT2, DT3 of DT4 en geslaagd is voor een gecertificeerde opleiding, krijgt een competentietoelage van 1.000 EUR gedurende acht jaar. »

Art. 25.Artikel 37, eerste lid, van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 25 april 2004, wordt vervangen door de volgende tekst : « De ambtenaar van niveau D of C die een competentietoelage genoot of, naargelang van het geval, was ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding of een competentiemeting en die, na bevordering naar een graad van niveau C of B geen recht heeft op een competentietoelage verbonden aan deze nieuwe graad, heeft recht op de competentietoelage verbonden aan zijn vorige graad, onder twee voorwaarden : 1° dat de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding of de competentiemeting niet verstreken is;2° dat hij sedert minder dan twaalf maanden houder is van zijn nieuwe graad.»

Art. 26.Artikel 38 van hetzelfde besluit, opnieuw opgenomen bij het koninklijk besluit van 25 april 2004, wordt vervangen als volgt : «

Art. 38.De stagiair in een graad van niveau B, C of D, die een competentietoelage genoot of die, naargelang van het geval, was ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding of een competentiemeting als personeelslid hetzij aangeworven met arbeidsovereenkomst in het administratief federaal openbaar ambt, hetzij aldaar benoemd, ontvangt de competentietoelage verbonden aan zijn vorige toestand, onder twee voorwaarden : 1° dat de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding of de competentiemeting niet verstreken is;2° dat hij sedert minder dan twaalf maanden houder is van zijn nieuwe graad.» HOOFDSTUK VIII. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het Rijkspersoneel

Art. 27.In artikel 4, tweede lid, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, worden de woorden « of het artikel 70bis, tweede lid » vervangen door de woorden « , artikel 70bis, § 1, tweede lid of artikel 73bis, tweede lid ».

Art. 28.Aan artikel 18bis van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 februari 2003 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 april 2004 en 3 augustus 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, worden de woorden « van artikel 76, tweede lid, » vervangen door de woorden « van artikel 76, § 1, tweede lid, »;2° §§ 3 en 4 worden opgeheven.

Art. 29.In artikel 19, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 2001 et 4 augustus 2004, worden de woorden « van het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries » vervangen door de woorden « van het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten ». HOOFDSTUK IX. - Wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen

Art. 30.Artikel 218 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2004, wordt opgeheven. HOOFDSTUK X. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 december 2002 tot toekenning van een integratiepremie aan sommige personeelsleden van sommige overheidsdiensten

Art. 31.Artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 december 2002 tot toekenning van een integratiepremie aan sommige personeelsleden van sommige overheidsdiensten wordt aangevuld als volgt : « , voor zover ze, in september van het jaar van de uitbetaling van de premie, geen competentietoelage ontvangen. » HOOFDSTUK XI. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 32.De competentietoelage wordt betaald voor de eerste keer vanaf 1 september 2006 voor de personeelsleden bekleed met de graad van technisch medewerker en vanaf 1 september 2007 voor de personeelsleden bekleed met de graad van administratief medewerker en de graad van medewerker keuken/schoonmaak.

Art. 33.De personeelsleden die houder zijn van de graad van technisch medewerker, voldoen aan de voorwaarden om een gecertificeerde opleiding te volgen op 31 augustus 2005 en geslaagd zijn voor deze opleiding uiterlijk op 31 maart 2007, worden geacht te zijn ingeschreven in de maand vóór 1 september 2005.

Art. 34.Het koninklijk besluit van 14 oktober 2002 tot vaststelling van de indelingsmodaliteiten van sommige personeelsleden van de Rijksbesturen in een functiefamilie, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 20 juni 2003, 18 juni 2004 en 25 februari 2005, wordt opgeheven.

Art. 35.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van : 1° artikel 6 dat in werking treedt op 1 september 2006 voor de personeelsleden van de Staat die houder zijn van de graad van technisch medewerker en op 1 september 2007 voor de personeelsleden van de Staat die houder zijn van de graad van administratief medewerker;2° artikel 18 dat in werking treedt op de data die erin vastgesteld worden;3° artikel 22 dat in werking treedt op 1 september 2006 voor de personeelsleden van de Staat die houder zijn van de graad van technisch medewerker en op 1 september 2007 voor de personeelsleden van de Staat die houder zijn van de graad van administratief medewerker. Gegeven te Nice; 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT

Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen I. Functiefamilies voor het niveau B - administratieve ondersteuning - budgetbeheer - controle - directiesecretariaat - documentatiebeheer - dossierbeheer - leiding geven - logistieke ondersteuning - selectiedeskundige - sociaal deskundige - audio-visueel deskundige - cartografie - collectiebeheerder - ICT-deskundige - laborant - landmeter - medisch deskundige - meteorologie - paramedisch deskundige - tekenaar - trainer - veiligheids- en welzijnsdeskundige - veiligheidsinterventie - vertaling II. Functiefamilies voor het niveau C - administratieve ondersteuning - begeleiding van personen - budgetbeheer - controle - documentatiebeheer - dossierbeheer - leiding geven - logistieke ondersteuning - onthaal - assistent meteoroloog - badmeester - cartograaf - collectiebeheerder - drukker - fotograaf - graficus - hondenmeester - informatica-assistent - kinderverzorger - kok - laborant - medisch assistent - operationeel assistent interventie - technicus - tekenaar - veiligheids- en welzijnsassistent III. Functiefamilies voor het niveau D - administratieve ondersteuning - budgetbeheer - controle - dossierbeheer - onthaal - leiding geven - materiaal- of productbeheer - collectiebeheer - publicatie en drukwerken - keuken en bediening - interventie - technische ondersteuning - ICT ondersteuning - veiligheid - onderhoud - transport Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT

Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen Competentiemetingen vervangen door gecertificeerde opleidingen I. Functiefamilies in het niveau B - audio-visueel deskundige - budgetbeheer - cartograaf - controle - collectiebeheerder - ICT-deskundige - laborant - landmeter - logistieke ondersteuning - medisch deskundige - meteoroloog - paramedisch deskundige - sociaal deskundige - tekenaar - trainer - veiligheids- en welzijnsdeskundige - veiligheidsinterventie - vertaling II. Functiefamilies in het niveau C - assistent meteoroloog - badmeester - begeleiding van personen - budgetbeheer - cartograaf - collectiebeheerder - controle - drukker - fotograaf - graficus - hondenmeester - informatica-assistent - kinderverzorger - kok - laborant - logistieke ondersteuning - medisch assistent - onthaal - operationeel assistent interventie - technicus - tekenaar - veiligheids- en welzijnsassistent.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT Bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT Bijlage 4 bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT Bijlage 5 bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT

^