gepubliceerd op 14 juni 2007
Koninklijk besluit houdende wijziging van verscheidene reglementaire bepalingen betreffende de loopbaan
7 JUNI 2007. - Koninklijk besluit houdende wijziging van verscheidene reglementaire bepalingen betreffende de loopbaan
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, tweede lid, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 29bis ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 november 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 15sexies, § 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 augustus 2004 en 30 januari 2006 en artikel 16, vierde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, inzonderheid op artikel 34, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 25 april 2004 en 22 november 2006, op artikel 35, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 25 april 2004 en 22 november 2006, op artikel 36, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 25 april 2004 en 22 november 2006, op artikel 38, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 2006 en op artikel 40, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, inzonderheid op artikel 223, § 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2004 houdende wijziging van verscheidene reglementaire bepalingen betreffende de competentiemetingen, inzonderheid op artikel 23, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 218, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen, inzonderheid op artikel 33;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar, inzonderheid op de artikelen 18, 19 en 20;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 november 2006 houdende diverse maatregelen inzake de loopbaan van het Rijkspersoneel van de niveaus A, B, C en D, inzonderheid op de artikelen 9, 12, 13, 56, 6°, 63, 64 en 66;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 februari 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 16 maart 2007;
Gelet op het protocol nr 588 van 27 maart 2007 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het advies 42.726/3 van de Raad van State, gegeven op 24 april 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel
Artikel 1.In artikel 29bis, ingevoegd in het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel bij het koninklijk besluit van 22 november 2006, wordt § 5, tweede lid, vervangen als volgt : « Deze paragraaf is niet van toepassing op de geslaagden die hun kandidatuur niet hebben gesteld overeenkomstig § 2 en § 3 wanneer betrekkingen vacant werden verklaard. ». HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van sommige instellingen van openbaar nut
Art. 2.In de Franse tekst van artikel 15sexies, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van sommige instellingen van openbaar nut, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 augustus 2004 en 30 januari 2006, worden de woorden « de la différence « vervangen door de woorden« de la moitié de la différence ».
Art. 3.In artikel 16, vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, worden de woorden « In de openbare instellingen van sociale zekerheid » vervangen door de woorden « In de openbare instellingen van sociale zekerheid en in instellingen van openbaar nut bedoeld in het koninklijk besluit van 16 november 2006 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de management- en staffuncties in sommige instellingen van openbaar nut ». HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden
Art. 4.In artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3, tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 25 april 2004 en 22 november 2006, worden de woorden « in het voorgaande artikel » vervangen door de woorden « in § 2 »;2° in § 5, tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 25 april 2004 en 22 november 2006, worden de woorden « in het voorgaande artikel » vervangen door de woorden « in § 4 »;
Art. 5.In artikel 35 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 5, tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 25 april 2004 en 22 november 2006, worden de woorden « in het voorgaande artikel » vervangen door de woorden « in § 4 »;2° in § 7, tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 25 april 2004 en 22 november 2006, worden de woorden « in het voorgaande artikel » vervangen door de woorden « in § 6 ».
Art. 6.In artikel 36, § 3, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002 en 22 november 2006, worden de woorden « in de comptentiemeting 3 of 4 « vervangen door de woorden « in de competentiemeting 2, 3 of 4 ».2° in het tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002, 25 april 2004 en 22 november 2006, worden de woorden « in het voorgaande artikel » vervangen door de woorden « in § 2 ».
Art. 7.In artikel 38 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 2006, worden de woorden « die niet de voorwaarden vervult bepaald in artikel 40, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel en » geschrapt.
Art. 8.In artikel 40 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 2006, worden de woorden « die niet de voorwaarden vervult bepaald in artikel 40, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel en » geschrapt. HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen
Art. 9.In artikel 223, § 5, van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, wordt het woord « onmiddellijk » door de woorden « op dat ogenblik » vervangen. HOOFDSTUK V. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2004 houdende wijziging van verscheidene reglementaire bepalingen betreffende de competentiemetingen
Art. 10.In artikel 23 van het koninklijk besluit van 25 april 2004 houdende wijziging van verscheidene reglementaire bepalingen betreffende de competentiemetingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 2006, worden de woorden « representatieve vakorganisatie overeenkomstig artikel 7 » vervangen door de woorden « vakorganisatie overeenkomstig artikel 18 ». HOOFDSTUK VI. - Wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel
Art. 11.Artikel 218 van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 2006, wordt vervangen als volgt : «
Art. 218.In afwijking van artikel 25 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren die op 1 december 2004 in de loopbaan van niveau A geïntegreerd zijn en die vroeger bezoldigd waren in de weddenschaal 10 A, automatisch de weddenschaal A 12 zodra ze een gecumuleerde anciënniteit van vier jaar in de vorige graad van adjunct-adviseur, vertaler-revisor, industrieel ingenieur, architect of sociaal inspecteur en in de klasse A1 tellen.
De ambtenaren bedoeld in het eerste lid, die zich ingeschreven hebben voor een gecertificeerde opleiding wanneer zij de weddenschaal A11 genoten en die in deze gecertificeerde opleiding slagen, behouden het voordeel van dit slagen gedurende een periode van 6 jaar die begint op de datum van hun bevordering in A 12 indien deze bevordering gebeurt binnen de 18 maanden die volgen op hun inschrijving voor deze gecertificeerde opleiding. ». HOOFDSTUK VII. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen
Art. 12.In artikel 33 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de loopbaan van niveau D van het Rijkspersoneel en houdende diverse bepalingen betreffende de competentiemetingen en de gecertificeerde opleidingen, worden de woorden « geslaagd zijn » vervangen door de woorden « ingeschreven zijn ». HOOFDSTUK VIII. - Wijziging aan het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing
Art. 13.Artikel 18 van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing wordt vervangen als volgt : «
Art. 18.In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de overgeplaatste militairen in de graad van administratief of technisch assistent : 1° die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van eerste sergeant de weddenschaal CA2 of CT2 wanneer ze twee jaar graadanciënniteit tellen indien ze voor de competentiemeting 1 slagen;2° die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van eerste sergeant-chef de weddenschaal CA2 of CT2 indien ze voor de competentiemeting 1 slagen. In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van administratief of technisch assistent, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van eerste sergeant en die voor het examen voor overgang naar de graad van eerste sergeant-majoor geslaagd zijn, de weddenschaal CA2 of CT2. Ze kunnen aan de competentiemeting 3 deelnemen wanneer ze zes jaar graadanciënniteit tellen.
In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van administratief of technisch assistent, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van eerste sergeant-majoor, de weddenschaal CA2 of CT2. Ze kunnen aan de competentiemeting 3 deelnemen wanneer ze drie jaar graadanciënniteit tellen.
In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van administratief of technisch assistent, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van adjudant, de weddenschaal CA2 of CT2. Ze bekomen de weddenschaal CA3 of CT3 wanneer ze vier jaar graadanciënniteit tellen indien ze in de competentiemeting 3 slagen.
In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van administratief of technisch assistent, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van adjudant-chef en adjudant-majoor, de weddenschaal CA3 of CT3. ».
Art. 14.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 19.In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de overgeplaatste militairen in de graad van administratief deskundige of technisch deskundige : 1° die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van eerste sergeant-chef de weddenschalen BA2 of BT2 wanneer ze zeven jaar graadanciënniteit tellen indien ze voor de competentiemeting 1 slagen.2° die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van eerste sergeant en die voor het examen voor overgang naar de graad van eerste sergeant-majoor geslaagd zijn, de weddenschalen BA2 of BT2 wanneer ze vijf jaar graadanciënniteit tellen indien ze voor de competentiemeting 1 slagen. In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van administratief deskundige of technisch deskundige, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van eerste sergeant-majoor, de weddenschaal BA2 of BT2. Ze kunnen aan de competentiemeting 2 deelnemen wanneer ze overgeplaatst worden.
In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van administratief deskundige of technisch deskundige, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van adjudant-chef, de weddenschaal BA2 of BT2. Ze bekomen de weddenschalen BA3 of BT3 wanneer ze vijf jaar graadanciënniteit tellen indien ze voor de competentiemeting 3 slagen.
In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van administratief deskundige of technisch deskundige, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van adjudant-majoor, de weddenschaal BA3 of BT3. ».
Art. 15.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 20.- In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de overgeplaatste militairen in de graad van ICT-deskundige, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van eerste sergeant-majoor de weddenschaal BI2 wanneer ze drie jaar graadanciënniteit tellen indien ze voor de competentiemeting 1 slagen.
In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van ICT- deskundige, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van adjudant, de weddenschaal BI2. Ze kunnen aan de competentiemeting 3 deelnemen wanneer ze overgeplaatst worden.
In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van ICT- deskundige, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van adjudant-chef, de weddenschaal BI2. Ze kunnen aan de competentiemeting 4 deelnemen wanneer ze overgeplaatst worden.
In afwijking van de bepalingen van hetzelfde besluit, bekomen de terbeschikking gestelde en de overgeplaatste militairen in de graad van ICT-deskundige, die op de dag van hun terbeschikkingstelling bekleed waren met de graad van adjudant-majoor, de weddenschaal BI2.
Ze bekomen de weddenschaal BI2 wanneer ze drie jaar graadanciënniteit tellen indien ze voor de competentiemeting 4 slagen, waaraan ze kunnen deelnemen wanneer ze overgeplaatst worden. ». HOOFDSTUK IX. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 2006 houdende diverse maatregelen inzake de loopbaan van het Rijkspersoneel van de niveaus A, B, C en D
Art. 16.In artikel 63 van het koninklijk besluit van 22 november 2006 houdende diverse maatregelen inzake de loopbaan van het Rijkspersoneel van de niveaus A, B, C en D worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden de woorden « en met een graadanciënniteit van maximaal acht jaar » vervangen door de woorden « en met een graadanciënniteit van minder dan acht jaar op 1 januari 2007 »;2° in § 2, worden de woorden « en met een graadanciënniteit van minstens acht jaar en maximaal zestien jaar » vervangen door de woorden « en met een graadanciënniteit van minstens acht jaar en minder dan zestien jaar op 1 januari 2007 »;3° in § 3, worden de woorden « en met een graadanciënniteit van minstens zestien jaar en maximaal vierentwintig jaar » vervangen door de woorden « en met een graadanciënniteit van minstens zestien jaar en minder dan vierentwintig jaar op 1 januari 2007 »;4° in § 4, worden de woorden « en met een graadanciënniteit van meer dan vierentwintig jaar » vervangen door de woorden « en met een graadanciënniteit van minstens vierentwintig jaar op 1 januari 2007 ».
Art. 17.Artikel 64 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 64.De Rijksambtenaren, benoemd in de niveaus 1, 2+, 2, 3 en 4, die op het ogenblik van hun integratie respectievelijk in de niveaus A, B, C of D, werden bezoldigd in de laatste weddenschaal van hun graad of van hun klasse en die bezoldigd blijven in deze zelfde schaal, kunnen genieten van een premie voor competentieontwikkeling wanneer zij slagen voor een competentiemeting of gecertificeerde opleiding.
De ambtenaren bedoeld in het eerste lid die een gecertificeerde opleiding hebben gevolgd en hierin zijn geslaagd voor 1 september 2007 worden beschouwd voor deze gecertificeerde opleiding ingeschreven te zijn op 31 augustus 2007. ».
Art. 18.In artikel 66 van hetzelfde besluit worden de woorden « per schijf van drie jaren » vervangen door de woorden « met een maximum van een bijkomend jaar anciënniteit B per jaar. ».
Art. 19.Artikel 56, 6°, van hetzelfde besluit wordt ingetrokken. HOOFDSTUK X. - Overgangsbepalingen.
Art. 20.De geldigheidsduur van de competentiemeting waarin de personeelsleden geslaagd zijn voor 1 januari 2007, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, wordt op 6 jaar gebracht voor de ICT-deskundigen en op 8 jaar voor de administratief deskundigen, de technisch deskundigen en de financieel deskundigen.
Op het einde van deze geldigheidsduur, bekomen de ambtenaren die de eerste weddenschaal van hun graad genoten, de tweede weddenschaal van hun graad.
Het eerste lid is niet van toepassing op de bevorderingen door verhoging in weddenschaal bedoeld in artikel 22, §§ 1 tot 4.
Art. 21.§ 1. De administratief assistent die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 1, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal CA2, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen bedoeld zijn.
De administratief assistent die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 3, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal CA3, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De administratief assistent bedoeld in artikel 223, § 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, die vóór 1 januari 2007 niet geslaagd was voor de competentiemeting 4, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, kan onmiddellijk aan competentiemeting 3 deelnemen en bekomt onmiddellijk de weddenschaal CA3 indien hij erin slaagt.
De administratief assistent bedoeld in artikel 223, § 6bis, van hetzelfde besluit, die in een competentiemeting geslaagd is, overeenkomstig artikel 64 van het koninklijk besluit van 22 november 2006 houdende diverse maatregelen inzake de loopbaan van het Rijkspersoneel van de niveaus A, B, C en D, geniet de gunstigste regeling tussen de weddenschaal 22B en de weddenschaal CA3 vermeerderd met de premie voor competentieontwikkeling. § 2. De technisch assistent die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 1, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal CT2, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De techisch assistent die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 3, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal CT3, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De technisch assistent bedoeld in artikel 223, § 6, eerste lid van hetzelfde besluit, die vóór 1 januari 2007 niet geslaagd was voor de competentiemeting 4, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, kan onmiddellijk aan competentiemeting 3 deelnemen en bekomt onmiddellijk de weddenschaal CT3 indien hij erin slaagt.
De technisch assistent bedoeld in artikel 223, § 6bis, van hetzelfde besluit, die in een competentiemeting geslaagd is, overeenkomstig artikel 64 van het koninklijk besluit van 22 november 2006 houdende diverse maatregelen inzake de loopbaan van het Rijkspersoneel van de niveaus A, B, C en D, geniet de gunstigste regeling tussen de weddenschaal 22B en de weddenschaal CA3 vermeerderd met de premie voor competentieontwikkeling.
Art. 22.§ 1. De administratief deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 2, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BA2, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De administratief deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 5, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BA3, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn. § 2. De technisch deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 2, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BT2, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De technisch deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 5, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BT3, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De technisch deskundige bedoeld in artikel 225, § 7, eerste en tweede lid van hetzelfde besluit, die vóór 1 januari 2007 niet geslaagd was voor de competentiemeting 2, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, kan onmiddellijk aan competentiemeting 1 deelnemen en bekomt, indien hij erin slaagt, de weddenschaal BT2 zodra hij 18 jaar graadanciëniteit telt. § 3. De financieel deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 2, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BF2, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De financieel deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 5, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BF3, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De financieel deskundige bedoeld in artikel 225, § 7, eerste en tweede lid van hetzelfde besluit, die vóór 1 januari 2007 niet geslaagd was voor de competentiemeting 2, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, kan onmiddelijk aan competentiemeting 1 deelnemen en bekomt, indien hij erin slaagt, de weddenschaal BF2 zodra hij 18 jaar graadanciëniteit telt. § 4. De ICT-deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 4, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BI2, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De ICT-deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 8 of de competentiemeting 9, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BI3, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, in voorkomend geval met een jaar verminderd indien hij bovendien de voorwaarden vervult die in artikel 226 van het besluit van 5 september 2002 bedoeld zijn.
De ICT-deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 5, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, kan, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting, aan de competentiemeting 3 deelnemen. § 5. De administratief deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 4, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BA3, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting. Artikel 226 van hetzelfde besluit is op hem niet van toepassing.
De technisch deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 4, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BT3, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting. Artikel 226 van hetzelfde besluit is op hem niet van toepassing.
De financiëel deskundige die vóór 1 januari 2007 geslaagd was voor de competentiemeting 4, overeenkomstig de bepalingen die toen van kracht waren, bekomt de weddenschaal BF3, op het einde van de geldigheidsduur van die competentiemeting. Artikel 226 van hetzelfde besluit is op hem niet van toepassing.
Art. 23.De technisch medewerkers die voor 1 januari 2002 bekleed waren met de graad van vakman, en die geslaagd zijn in het examen voor verhoging in weddenschaal voor de graad van werkmeester, worden beschouwd als geslaagd in de eerste gecertificeerde opleiding waarvoor zij zich inschrijven.
Art. 24.De Rijksambtenaren van de niveaus B en C die zijn ingedeeld in een functiefamilie bedoeld in bijlage VII van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel en die op 1 april 2007 een gunstige beslissing hebben gekregen na afloop van het eerste deel van de competentiemeting, kunnen hetzij een gecertificeerde opleiding volgen die overeenstemt met hun functiefamilie, hetzij, tot 30 juni 2007, het tweede deel van de competentiemeting afleggen.
Art. 25.De stagiairs van de niveaus B, C en D, de stagiairs van niveau A en de ambtenaren van niveau A die bevorderd worden door verhoging naar de hogere klasse genieten vanaf 1 september 2005 respectievelijk van de bepalingen van de artikelen 40, 46 en 47 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel.
Art. 26.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007, met uitzondering van de artikelen 2, 10 en 11, die uitwerking hebben met ingang van 1 december 2004, van de artikelen 4, 5 en 6, die uitwerking hebben met ingang van 30 april 2004, van artikel 12, dat uitwerking heeft met ingang van 17 augustus 2005, van artikel 17 dat in werking treedt op 1 augustus 2007 en van artikel 24 dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2007.
Art. 27.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven Brussel, 7 juni 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT