gepubliceerd op 17 juni 2011
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2009 betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen
1 JUNI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2009 pub. 25/03/2009 numac 2009003114 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen sluiten betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, artikel 110bis 2, ingevoegd bij de wet van 23 december 1994, zoals hernummerd bij de wet van 25 februari 2003, § 1, vierde lid, vervangen bij de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen (I), en § 2, derde lid;
Gelet op de wet van 6 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/1995 pub. 29/05/2012 numac 2012000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, artikel 113, § 1, vijfde lid, vervangen bij de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen (I) en § 2, derde lid, vervangen bij de wet van 17 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 2004;
Gelet op de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 36/24, § 1, eerste lid, 1°, ingevoegd bij artikel 195 van koninklijk besluit van 3 maart 2011;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2008 pub. 17/11/2008 numac 2008003450 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 15 oktober 2008 houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit, voor wat betreft de bescherming van de deposito's en de levensverzekeringen, en tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten tot uitvoering van de wet van 15 oktober 2008 houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit, voor wat betreft de bescherming van de deposito's en de levensverzekeringen, en tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, bekrachtigd bij artikel 199 van de programmawet van 22 december 2008 en gewijzigd bij de wetten van 23 december 2009 en 29 december 2010, artikelen 3, tweede lid, 4, § 2, tweede en derde lid, 5, derde lid, 6, zevende lid, 8, § 1, derde lid, en 9, § 3, derde lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2009 pub. 25/03/2009 numac 2009003114 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen sluiten betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 maart 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op11 april 2011;
Gelet op de adviezen 49.112/2 en 49.532/2 van de Raad van State, gegeven respectievelijk op 17 januari en 11 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2009 pub. 25/03/2009 numac 2009003114 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen sluiten betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen wordt aangevuld met een 5°, luidende : « 5° autoriteit belast met het prudentiële toezicht : de Nationale Bank van België of de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, al naargelang het het toezicht op een instelling of een onderneming bedoeld in artikel 2, 1°, 2° of 5° dan wel een onderneming bedoeld in artikel 2, 3° of 4° betreft. ».
Art. 2.In artikel 2, 5°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « en de mogelijkheid benutten die hun wordt geboden door artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit » opgeheven.
Art. 3.In hetzelfde besluit, in afdeling 2, wordt het opschrift van onderafdeling 2 vervangen als volgt : « Onderafdeling 2. - Aanmelding van de verzekeringsondernemingen bij het Fonds en diens optreden in geval zij hun verplichtingen tegenover het Fonds of het reclameverbod niet naleven. »
Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Vooraleer hun activiteit als verzekeraar van levensverzekeringen met gewaarborgd rendement behorend tot tak 21 zoals bepaald in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, aan te vatten, dienen de verzekeringsondernemingen zich aan te melden bij het Fonds en inzonderheid te vermelden : 1° hun maatschappelijke benaming;2° het adres van hun maatschappelijke zetel. Ze verschaffen de Minister van Financiën, op zijn verzoek, de bijkomende uitleg die hij nodig acht. ».
Art. 5.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.Indien een verzekeringsonderneming zijn verplichtingen tegenover het Fonds niet nakomt of het reclameverbod bedoeld in artikel 6, achtste lid van het koninklijk besluit overtreedt, wendt het Fonds zich tot de autoriteit belast met het prudentiële toezicht.
Indien vervolgens de geldelijke verplichtingen tegenover het Fonds niet binnen drie maanden worden nagekomen, bezorgt het Fonds zijn schuldvorderingen met het oog op hun invordering aan de daartoe bevoegde administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën. ».
Art. 6.In hetzelfde besluit, in afdeling 2, wordt het opschrift van onderafdeling 3 vervangen als volgt : « Onderafdeling 3. - Tegemoetkomingen bij deficiëntie van een kredietinstelling of een beleggingsonderneming naar Belgisch recht of van een verzekeringsonderneming. »
Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2010 pub. 24/01/2011 numac 2011009022 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 84 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden bepalingen onder 1° en 2° vervangen als volgt : « 1° wanneer die instelling of onderneming failliet werd verklaard, of 2° wanneer de autoriteit belast met het prudentiële toezicht, ook al is er geen vonnis van faillietverklaring, het Fonds ter kennis heeft gebracht dat zij heeft vastgesteld dat die instelling of onderneming, gezien haar financiële positie, de terugbetaling van een opeisbaar tegoed heeft moeten weigeren en niet meer in staat is om dergelijke tegoeden onmiddellijk noch binnen afzienbare termijn terug te betalen. »; 2° in het tweede lid worden de woorden « artikel 6, vijfde lid, van het koninklijk besluit » vervangen door de woorden « artikel 6, zesde lid, van het koninklijk besluit ».
Art. 8.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de bepalingen onder 2° vervangen als volgt : « 2° deposito's van fondsen, uitgedrukt in de munt van een andere Staat, voor zover het gaat om deposito's bestemd voor de verwerving van financiële instrumenten of voor terugbetalingen;als de fondsen niet zijn gedeponeerd op een contantenrekening die exclusief is gekoppeld aan de werking van een effectenrekening, is het aan de cliënt om te bewijzen waarvoor de deposito's werden bestemd; het bewijs wordt geleverd door aankooporders, die, rekening houdend met de marktvoorwaarden, realistisch zijn, of door verkoopborderellen voor financiële instrumenten die dateren van minder dan twaalf maanden vóór de datum waarop de in artikel 5 bedoelde omstandigheden zich hebben voorgedaan; ».
Art. 9.In artikel 9, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel 6, tweede en derde lid, van het koninklijk besluit » vervangen door de woorden « artikel 6, derde en vierde lid, van het koninklijk besluit ».
Art. 10.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13/1 ingevoegd, luidende : «
Art. 13/1.De tegoeden, met inbegrip van deze die zijn uitgedrukt in de munt van een Lidstaat die de euro niet heeft aangenomen of van een niet-lidstaat, worden terugbetaald in euro met toepassing van artikel 11, eerste lid, 6°. ».
Art. 12.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « In geval van deficiëntie van een kredietinstelling, beursvennootschap of een beleggingsonderneming bedoeld in artikel 2, 3° en 4° maakt het Fonds in het Belgisch Staatsblad en op zijn webstek bekend dat de in artikel 5, eerste lid beschreven omstandigheden zich voordoen en welke termijnen zijn vooropgesteld om de tegemoetkomingen te betalen.Het Fonds maakt tevens de beslissing van de autoriteit belast met het prudentiële toezicht, om de termijn voor betaling van de tegemoetkomingen te verlengen, in het Belgisch Staatsblad en op zijn webstek bekend. Het Fonds maakt diezelfde informatie openbaar in de vestigingslanden van de in artikel 13 bedoelde bijkantoren op de aldaar officiële of gebruikelijke wijze. »; 2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 13.In hetzelfde besluit worden de artikelen 14/1 tot 14/7 ingevoegd, luidende : «
Art. 14/1.§ 1. In geval van deficiëntie van een kredietinstelling of een beursvennootschap dient de kredietinstelling of beursvennootschap of de curator aan het Fonds de juiste gegevens mee te delen die nodig zijn om de tegemoetkomingen in het kader van de bescherming van deposito's te betalen, inzonderheid : 1° de gegevens die vereist zijn voor de identificatie van de houder van een tegoed dat in aanmerking komt voor een tegemoetkoming;2° het bedrag van de tegemoetkoming dat is vastgesteld overeenkomstig artikel 11 en dat beperkt is tot het bedrag bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit;3° de onbeschikbaarheid van het tegoed wegens wettelijke, gerechtelijke of conventionele bepalingen, en de aard ervan;4° de gevallen waarin de tegemoetkoming uitsluitend op aanvraag van de houder door het Fonds kan worden terugbetaald, inzonderheid de gevallen bedoeld in artikel 14/2, tweede lid. De mededeling van de gegevens gebeurt zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen zeven werkdagen te rekenen vanaf de in artikel 5 bedoelde beslissing of vaststelling.
Zodra de kredietinstelling of beursvennootschap of de curator er kennis van hebben dat de in het eerste lid, 3°, bedoelde onbeschikbaarheid van het tegoed eindigt, delen zij dit binnen twee werkdagen aan het Fonds mee.
De mededeling van de gegevens bedoeld in het eerste tot het derde lid aan het Fonds gebeurt volgens de technische standaard en de nadere specificaties die het Fonds na overleg met Febelfin op uniforme wijze vaststelt. § 2. De kredietinstellingen en beursvennootschappen stellen een beschrijving op van de procedure om in geval van hun deficiëntie de in de § 1, eerste en derde lid, bedoelde gegevens tijdig te bekomen en mee te delen aan het Fonds. In geval van faillissement stellen zij deze beschrijving onmiddellijk ter beschikking van de curator.
Art. 14/2.Het Fonds betaalt de tegoeden die daarvoor in aanmerking komen in het kader van de bescherming van deposito's hetzij uit eigen beweging, hetzij op aanvraag van de houders terug.
De houders moeten een aanvraag tot tegemoetkoming indienen bij het Fonds inzonderheid in de volgende gevallen : 1° het tegoed bestaat uit een in artikel 6, 1°, bedoeld saldo van elektronische eenheden;2° het in artikel 6, 2°, bedoelde bewijs dient te worden geleverd;3° de in artikel 6, 3°, bedoelde kasbons, obligaties of andere bancaire schuldvorderingsbewijzen zijn bij een andere instelling dan de deficiënte kredietinstelling gedematerialiseerd of in open bewaargeving gehouden;4° het in artikel 11, eerste lid, 3°, bedoelde bewijs dient te worden geleverd voor kasbons, obligaties of andere bancaire schuldvorderingsbewijzen die minder dan één maand vóór de deficiëntie vastgesteld krachtens artikel 5, op naam zijn gesteld, gedematerialiseerd zijn of in open bewaargeving zijn gegeven;5° het in artikel 11, eerste lid, 4°, bedoelde bewijs dient te worden geleverd voor kasbons, obligaties en andere bancaire schuldvorderingsbewijzen als bedoeld in artikel 6, 3°, die hetzij op naam zijn gesteld van een andere persoon dan de rechthebbende van die tegoeden, hetzij gedematerialiseerd zijn op naam van een andere persoon dan de rechthebbende van die tegoeden, hetzij in open bewaargeving zijn gegeven op naam van een andere persoon dan de rechthebbende van die tegoeden;6° het gaat om een tegoed bedoeld in artikel 11, eerste lid, 12°;7° de kredietinstelling of de beursvennootschap kan niet beschikken over de gegevens die nodig zijn om het in artikel 14/1, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde bedrag van de tegemoetkoming vast te stellen;8° in alle gevallen waarin het onzeker is of iemand recht heeft op een tegemoetkoming, dan wel of hij over het tegoed mag beschikken. Zodra het Fonds kennis heeft van gevallen bedoeld in het tweede lid, 7° en 8°, kan het deze bekendmaken in het Belgisch Staatsblad en op zijn webstek.
Art. 14/3.In geval van deficiëntie van een vennootschap als bedoeld in artikel 2, 3° en 4°, moeten de houders van de in artikel 8 bedoelde tegoeden een aanvraag tot tegemoetkoming indienen bij het Fonds.
Art. 14/4.Voor de aanvragen tot tegemoetkoming in het kader van de bescherming van deposito's moet gebruik worden gemaakt : 1° voor wat betreft tegoeden bij zetels of agentschappen in België, van formulieren die het Fonds heeft opgesteld in één van de officiële talen in België overeenkomstig de in België geldende regels op het taalgebruik;2° voor wat betreft tegoeden bij bijkantoren gevestigd in andere Staten, van formulieren die het Fonds heeft opgesteld in de of één van de officiële talen van die Staten overeenkomstig de voorschriften op het taalgebruik in hun nationaal recht.
Art. 14/5.Niettegenstaande de termijn bedoeld in artikel 110bis 2, § 1, derde lid, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen en artikel 113, § 1, vierde lid, van de wet van 6 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/1995 pub. 29/05/2012 numac 2012000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, kan het Fonds : 1° bij twijfel over de juistheid van de gegevens die hem door een kredietinstelling, beursvennootschap of curator in uitvoering van artikel 14/1, § 1, zijn verstrekt, de uitkering van de tegemoetkomingen opschorten tot het bewijs wordt geleverd dat deze gegevens juist zijn;2° als de aanvrager van een tegemoetkoming de gevraagde gegevens voor het onderzoek van zijn aanvraag om tegemoetkoming niet verstrekt, dan wel bij twijfel over de juistheid van de gegevens waarop die aanvraag steunt, de uitkering van de tegemoetkoming opschorten, respectievelijk tot de gevraagde gegevens worden verstrekt of tot het bewijs wordt geleverd dat de hierboven bedoelde gegevens juist zijn.
Art. 14/6.De aanvragen tot tegemoetkoming in het kader van de bescherming van deposito's moeten, op straffe van verval, bij het Fonds worden ingediend uiterlijk op een door het Fonds te bepalen datum. Het Fonds maakt deze datum in het Belgisch Staatsblad en op zijn webstek bekend.
Het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde datum doet geen afbreuk aan het recht op tegemoetkoming van een houder van tegoeden die daarvoor in aanmerking komen, wanneer die houder, om gewettigde redenen aanvaard door het Fonds, niet in staat was om zijn tegemoetkomingsaanvraag tijdig in te dienen.
Art. 14/7.In geval van deficiëntie van een verzekeringsonderneming maakt het Fonds in het Belgisch Staatsblad en op zijn webstek bekend dat de in artikel 5, tweede lid, beschreven omstandigheden zich voordoen en welke termijnen zijn vooropgesteld om de tegemoetkomingen te betalen. ».
Art. 14.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 15.Het Fonds keert de tegemoetkomingen uit voor tegoeden die daarvoor in aanmerking komen in het kader van de bescherming van levensverzekeringen, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de dag van de in artikel 5 bedoelde beslissing of vaststelling.
In zeer uitzonderlijke omstandigheden kan het Fonds de autoriteit belast met het prudentiële toezicht ten hoogste driemaal om een verlenging verzoeken van de in het eerste lid bedoelde termijn voor de terugbetaling van de tegoeden die daarvoor in aanmerking komen bij een welbepaalde verzekeringsonderneming; elke verlenging mag niet meer dan drie maanden bedragen.
Het Fonds maakt de beslissing van de autoriteit belast met het prudentiële toezicht openbaar overeenkomstig artikel 14/7. ».
Art. 15.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 16.Houders van tegoeden die voor een tegemoetkoming in aanmerking komen in het kader van de bescherming van levensverzekeringen, moeten voor hun aanvragen tot tegemoetkoming gebruik maken van formulieren die het Fonds heeft opgesteld in één van de officiële talen in België overeenkomstig de in België geldende regels op het taalgebruik. ».
Art. 16.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De aanvragen tot tegemoetkoming in het kader van de bescherming van levensverzekeringen moeten, op straffe van verval, bij het Fonds worden ingediend uiterlijk bij het verstrijken van een termijn van 2 maanden te rekenen vanaf de bekendmaking door het Fonds overeenkomstig artikel 14/7.»; 2° in het tweede lid worden de woorden « artikel 14 » vervangen door de woorden « artikel 14/7 ».
Art. 17.Artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2010 pub. 24/01/2011 numac 2011009022 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 84 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen sluiten, wordt vervangen als volgt : «
Art. 18.Bij faillissement van een verzekeringsonderneming moet de schuldeiser aangifte hebben gedaan van zijn schuldvordering. Hij voegt het bewijs hiervan bij zijn aanvraag tot tegemoetkoming. Er mag voor de schuldvordering nog geen uitkering in een faillissement zijn geschied. ».
Art. 18.Artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2010 pub. 24/01/2011 numac 2011009022 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 84 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen sluiten, wordt vervangen als volgt : «
Art. 19.Niettegenstaande de in artikel 15 bepaalde termijnen, kan het Fonds, als de cliënt de gevraagde gegevens voor het onderzoek van zijn aanvraag tot tegemoetkoming niet verstrekt, dan wel bij twijfel over de gegrondheid van de gegevens waarop die aanvraag steunt, de uitkering van de tegemoetkoming in het kader van de bescherming van levensverzekeringen opschorten, respectievelijk tot de gevraagde gegevens worden verstrekt of tot het bewijs wordt geleverd dat de hierboven bedoelde gegevens gegrond zijn.
In de in het eerste lid bedoelde hypothese, kan het Fonds, bij faillissement, de uitkering van de tegemoetkoming opschorten tot de vordering mag worden opgenomen in het passief van het faillissement. ».
Art. 19.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden « in het kader van de bescherming van levensverzekeringen » ingevoegd tussen de woorden « De terugbetalingen » en de woorden « kunnen slechts ».
Art. 20.In artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juli 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010003418 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2009 betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Wanneer één van de in artikel 5 bedoelde omstandigheden zich voordoet, deelt het Fonds aan elke belanghebbende de voorwaarden, regels en wijze van terugbetaling en schadeloosstelling mee, in de overeenkomstig de artikelen 14/4 en 16 bepaalde taal.»; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt : « Onverminderd het reclameverbod bedoeld in artikel 6, achtste lid, van het koninklijk besluit, moeten : 1° de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen de effectieve of potentiële cliënten in de overeenkomstig artikel 14/4 bepaalde taal op de hoogte brengen van de informatie bedoeld in het koninklijk besluit van 25 mei 1999 betreffende de informatieverstrekking aan deposanten en beleggers;2° de verzekeringsondernemingen de effectieve of potentiële cliënten schriftelijk en in de overeenkomstig de artikel 16 bepaalde taal op de hoogte brengen van de dekking die voortvloeit uit de desbetreffende beschermingsregeling, de hoofdkenmerken van die regeling en het adres van het Fonds.».
Art. 21.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen » vervangen door de woorden « autoriteit belast met het prudentiële toezicht »;2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Elke verzekeringsonderneming die op 1 januari van het jaar erkend is in de hoedanigheid van verzekeraar van levensverzekeringen met gewaarborgd rendement behorend tot tak 21 zoals bepaald in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen stort jaarlijks de bijdrage, bepaald in artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit;die bijdragen worden aan het Fonds betaald met 1 april als valutadatum en zijn definitief en in hun geheel verworven door het Fonds. »; 3° in het vierde lid wordt het woord « toegetreden » opgeheven.
Art. 22.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 25.De verzekeringsondernemingen bedoeld in artikel 2, 5°, storten hun eerste jaarlijkse bijdragen bepaald in artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit aan het Fonds vooraleer hun activiteit als verzekeraar van levensverzekeringen met gewaarborgd rendement behorend tot tak 21 zoals bepaald in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, aan te vatten. De toegangsrechten die vóór 1 januari 2011 aan het Fonds zijn betaald en deze jaarlijkse bijdragen, zijn definitief en in hun geheel verworven door het Fonds. ».
Art. 23.In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Het Fonds kan de uitkering van de terugbetalingen uitstellen tot het de in het eerste lid bedoelde ramingen heeft kunnen maken en uiterlijk tot het verstrijken van de overeenkomstig artikel 110bis 2, § 1, derde lid, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, artikel 113, § 1, vierde lid, van de wet van 6 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/1995 pub. 29/05/2012 numac 2012000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen of artikel 15 vastgestelde termijnen. ».
Art. 24.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Als de beschikbare middelen van de Interventiereserve als bedoeld in het artikel 28, § 2, niet volstaan voor de volledige financiering van één of meer tegemoetkomingen vereist op grond van de in artikel 5 bepaalde omstandigheden, wordt 50 % van de latere bijdragen die de verzekeringsondernemingen jaarlijks aan het Fonds storten, door het Fonds gebruikt om het door de Kas voorgeschoten bedrag aan te zuiveren.»; 2° het derde lid wordt opgeheven.
Art. 25.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 28.§ 1. In het Fonds wordt een Interventiereserve gevormd voor de kredietinstellingen en de beursvennootschappen. Deze Interventiereserve bestaat uit : 1° alle bijdragen die de kredietinstellingen en de beursvennootschappen storten krachtens artikel 24, met uitzondering van het gedeelte van de bijdragen dat in uitvoering van artikel 27, eerste lid wordt gebruikt om het voorschot van de Kas aan te zuiveren;2° alle toegangsrechten die de kredietinstellingen en de beursvennootschappen storten krachtens artikel 8, § 3, van het koninklijk besluit;3° de liquide middelen die aan het Fonds worden gestort voor rekening van de Interventiereserve, maar die geen bijdragen zijn als bedoeld in de 1° en de 2°. § 2. In het Fonds wordt een Interventiereserve gevormd voor de verzekeringsondernemingen. Deze Interventiereserve bestaat uit : 1° alle bijdragen die de verzekeringsondernemingen storten krachtens artikel 24, met uitzondering van het gedeelte van de bijdragen dat in uitvoering van artikel 27, tweede lid, wordt gebruikt om het voorschot van de Kas aan te zuiveren;2° alle toegangsrechten die de verzekeringsondernemingen vóór 1 januari 2011 hebben gestort;3° de liquide middelen die aan het Fonds worden gestort voor rekening van de Interventiereserve, maar die geen bijdragen of toegangsrechten zijn als bedoeld in de 1° en 2°.».
Art. 26.In artikel 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 juli 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/07/2010 pub. 05/08/2010 numac 2010003418 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2009 betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito's en levensverzekeringen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt : « Het bedrag van de tegemoetkomingen en de bijhorende kosten die ingevolge de deficiëntie van een kredietinstelling of een beursvennootschap en overeenkomstig artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit en de artikelen 5 tot 7 en 10 tot 22 betaald moeten worden of waarvoor een voorziening moet worden aangelegd, komen ten laste van de Interventiereserve bedoeld in artikel 28, § 1.»; 2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Het bedrag van de tegemoetkomingen en de bijhorende kosten die ingevolge de deficiëntie van een verzekeringsonderneming en overeenkomstig artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit, en de artikelen 5, 9, 10, 11 en 14/7 tot 22, betaald moeten worden of waarvoor een voorziening moet worden aangelegd, komen ten laste van de Interventiereserve bedoeld in artikel 28, § 2.
Terugwinningen van bedragen uitbetaald overeenkomstig het eerste lid worden bij voorrang aangewend om de voorschotten aan te zuiveren die de Kas heeft verstrekt in geval van deficiëntie van een verzekeringsonderneming. Het eventuele saldo ervan wordt teruggestort in de Interventiereserve bedoeld in het eerste lid. ».
Art. 27.In artikel 30, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikelen 8, 10, 11 en 13 tot 22 » vervangen door de woorden « artikelen 5, 8, 10, 11, 13, 14, 14/3 tot 14/6, 21 en 22 ».
Art. 28.Artikel 31, 1°, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 29.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 32.Het Fonds treedt slechts op, binnen de grenzen van artikel 33, om een terugbetaling te doen voor de tegoeden die daarvoor in aanmerking komen in het kader van de depositobescherming, in de zin van de artikelen 6 tot 8, 10 en 11 in die gevallen waarin de rechtbanken van de lidstaat van herkomst van de kredietinstelling of de beleggingsonderneming, dan wel de bevoegde autoriteit van die Staat, de in artikel 5, eerste lid bedoelde beslissingen hebben genomen of zijn overgegaan tot de aldaar bedoelde vaststelling, of wanneer zij soortgelijke beslissingen hebben genomen of tot soortgelijke vaststellingen zijn overgegaan inzake de beschikbaarheid van deposito's. ».
Art. 30.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 33.Het Fonds verleent een terugbetaling voor de tegoeden die daarvoor in aanmerking komen in het kader van de depositobescherming overeenkomstig artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit, en de artikelen 6 tot 8, 10 en 11, tot een maximum van 100.000 euro per cliënt. ».
Art. 31.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de woorden « artikelen 14 tot 22 en 26 » vervangen door de woorden « artikelen 13/1 tot 14/6, 21, 22 en 26 ».
Art. 32.Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 39.In afwijking van artikel 3, eerste lid, dienen de verzekeringsondernemingen die op 1 januari 2011 actief zijn als verzekeraar van levensverzekeringen met gewaarborgd rendement behorend tot tak 21 zoals bepaald in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/1991 pub. 08/09/2005 numac 2005000468 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, en die op 31 december 2010 niet deelnemen aan het Fonds, zich bij het Fonds aan te melden binnen 10 dagen na de inwerkingtreding van dit besluit. Tegelijk delen zij het Fonds het bedrag op 30 september 2010 van de inventarisreserves, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit sluiten betreffende de levensverzekeringsactiviteit, van de beschermde contracten mee.
In afwijking van de artikelen 24, tweede lid, en 25 dienen de in het eerste lid bedoelde verzekeringsondernemingen hun eerste jaarlijkse bijdrage, bepaald in artikel 8, § 1, eerste lid, 2°, aan het Fonds te storten met als valutadatum de twintigste dag na de inwerkingtreding van dit besluit en als deze dag geen werkdag is, de eerste daarop volgende werkdag. ».
Art. 33.In artikel 40 van hetzelfde besluit worden de woorden « , met uitzondering van artikel 39 dat uitwerking heeft met ingang van 20 januari 2009 » opgeheven.
Art. 34.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 35.De Minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 juni 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS