gepubliceerd op 17 juli 2015
Ordonnantie houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie
9 JULI 2015. - Ordonnantie houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie (1)
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor zover deze daarnaar verwijzen, zijn de bepalingen van deze ordonnantie van toepassing op de wetgeving en reglementering aangenomen of geldend krachtens artikel 6, § 1, VI en IX, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen die in een stelsel van administratieve geldboeten voorzien. HOOFDSTUK 2. - De op de administratieve geldboeten toepasselijke regels Afdeling 1. - Opdeciemen
Art. 3.De opdeciemen bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opdécimes op de strafrechtelijke geldboeten zijn eveneens van toepassing op de administratieve geldboeten.
De ambtenaar als bedoeld in artikel 10, § 3, maakt in zijn beslissing melding van de vermenigvuldiging ingevolge de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, en vermeldt het getal dat het gevolg is van deze verhoging. Afdeling 2. - Herhaling
Art. 4.In geval van herhaling binnen het jaar dat volgt op een gerechtelijke beslissing tot schuldigverklaring, op een bestuurlijke beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete of een veroordeling tot een gevangenisstraf of tot betaling van een administratieve of strafrechtelijke geldboete wegens inbreuk op wetgeving of reglementering als bedoeld in artikel 2, kan het bedrag van de administratieve geldboete op het dubbel van het maximum worden gebracht.
De termijn van een jaar vangt aan op de dag waarop de bestuurlijke beslissing niet langer vatbaar is voor beroep of op de dag dat de gerechtelijke beslissing in kracht van gewijsde is gegaan.
Hij wordt gerekend van de zoveelste tot de dag voor de zoveelste, vanaf de dag na die van de handeling of van de gebeurtenis welke hem doet ingaan. Afdeling 3. - Meerdaadse samenloop van inbreuken
Art. 5.In geval van samenloop van verschillende inbreuken worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd zonder dat ze evenwel het dubbele van het maximum van de hoogste administratieve geldboete mogen overschrijden. Afdeling 4. - Eendaadse samenloop van inbreuken en samenloop door
eenheid van opzet
Art. 6.Wanneer eenzelfde feit verscheidene inbreuken oplevert of wanneer verschillende inbreuken die gelijktijdig worden voorgelegd aan de bevoegde administratie de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van hetzelfde misdadig opzet, wordt alleen de zwaarste administratieve geldboete uitgesproken.
Wanneer de bevoegde administratie vaststelt dat inbreuken reeds het voorwerp waren van een beslissing tot oplegging van een definitieve administratieve geldboete, en andere feiten die bij haar aanhangig zijn en die in de vooronderstelling dat zij bewezen zouden zijn, aan die beslissing voorafgaan en samen met de eerste inbreuken de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van een zelfde misdadig opzet, houdt zij bij de toemeting van de administratieve geldboete rekening met de reeds opgelegde administratieve geldboeten. Indien deze haar voor een juiste bestraffing van al de inbreuken voldoende lijken, spreekt zij zich uit over de schuldvraag en verwijst zij in haar beslissing naar de reeds opgelegde administratieve geldboeten.
Het totaal van de administratieve geldboeten opgelegd met toepassing van dit artikel mag het maximum van de zwaarste administratieve geldboete niet te boven gaan. Afdeling 5. - Uitwissing van administratieve geldboeten
Art. 7.Voor de vaststelling van het bedrag van de geldboete mag geen rekening gehouden worden met een beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete of tot schuldigverklaring die drie jaar of meer voor de feiten is gewezen. Deze termijn van drie jaar vangt aan op het ogenblik dat de beslissing uitvoerbare kracht heeft gekregen of wanneer de gerechtelijke beslissing over het beroep van de inbreukpleger in kracht van gewijsde is gegaan. Afdeling 6. - Verzachtende omstandigheden
Art. 8.Indien verzachtende omstandigheden aanwezig zijn, is de in artikel 10, § 3, bedoelde ambtenaar, de rechtbank van eerste aanleg of de arbeidsrechtbank gerechtigd om de administratieve geldboete te verminderen tot een bedrag onder het wettelijk minimum, waarbij het evenwel niet lager mag zijn dan 40 percent van het voorgeschreven minimumbedrag. Afdeling 7. - Uitstel
Art. 9.§ 1. De ambtenaar als bedoeld in artikel 10, § 3, mag besluiten dat de beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete niet of slechts gedeeltelijk zal worden ten uitvoer gelegd, voor zover, tijdens de vijf jaren die de nieuwe inbreuk voorafgaan : 1° aan de inbreukpleger geen administratieve geldboete van 25 tot 250 euro, van 50 tot 500 euro, of van 300 tot 3.000 euro werd opgelegd; 2° de inbreukpleger niet veroordeeld werd tot een strafrechtelijke geldboete van 50 tot 500 euro, van 100 tot 1.000 euro, van 600 tot 6.000 euro, of een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar.
Enige strafrechtelijke sanctie of administratieve geldboete die vroeger uitgesproken was of opgelegd werd voor feiten die voortvloeien uit eenzelfde misdadig opzet, vormen geen beletsel voor het verlenen van een uitstel. § 2. De ambtenaar als bedoeld in artikel 10, § 3, verleent het uitstel bij dezelfde beslissing als die met welke hij de geldboete oplegt. § 3. De referteperiode mag niet minder zijn dan een jaar en niet meer dan drie jaar, te rekenen van de datum van de kennisgeving van de beslissing tot oplegging van de administratieve geldboete. § 4. Het uitstel wordt van rechtswege herroepen ingeval gedurende de referteperiode een nieuwe inbreuk begaan is die de toepassing meebrengt van een administratieve geldboete van een hoger niveau dan de administratieve geldboete die tevoren gepaard ging met uitstel. § 5. Het uitstel kan herroepen worden ingeval gedurende de referteperiode een nieuwe inbreuk begaan is die de toepassing meebrengt van een administratieve geldboete van een gelijk of lager niveau dan de administratieve geldboete die tevoren gepaard ging met uitstel. § 6. Voor de vergelijking van niveaus als bedoeld in §§ 4 en 5 van de geldboeten worden ze niet vermenigvuldigd met, al naargelang het geval, het aantal betrokken werknemers als bedoeld in artikel 3, 1°, van de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen, het aantal betrokken afnemers van de diensten, of enige andere factor bepaald in de wetten en reglementen als bedoeld in artikel 2. § 7. Het uitstel wordt herroepen bij dezelfde beslissing als die waarbij de administratieve geldboete wordt opgelegd voor de nieuwe inbreuk die begaan is tijdens de referteperiode.
De vermelding van de herroeping van het uitstel in de beslissing geschiedt zowel wanneer de herroeping van rechtswege gebeurt, als wanneer deze ter beoordeling van de bevoegde administratie wordt gelaten. § 8. - De administratieve geldboete die uitvoerbaar wordt als gevolg van de herroeping van het uitstel wordt zonder beperking samengevoegd met die welke opgelegd is wegens de nieuwe inbreuk. § 9. - In geval van beroep tegen de beslissing van de bevoegde administratie tot oplegging van een administratieve geldboete kunnen al naargelang het geval de rechtbank van eerste aanleg of de arbeidsrechtbank het uitstel dat door de bevoegde administratie werd verleend niet herroepen. Ze kunnen evenwel het uitstel verlenen wanneer de bevoegde administratie het geweigerd heeft. HOOFDSTUK 3. - De op de administratieve vervolging toepasselijke regels Afdeling 1. - Het bepalen van de wijze van vervolging
Art. 10.§ 1. De inbreuken op de wetgeving en reglementeringen waarvoor de dader zich niet blootstelt aan een strafvervolging, worden vervolgd bij wege van administratieve geldboete. § 2. Onverminderd de rechten van de burgerlijke partij, worden de inbreuken op de wetgeving en reglementeringen waarvoor de dader zich blootstelt aan een strafvervolging, vervolgd bij wege van administratieve geldboete, tenzij ze op initiatief van het openbaar ministerie aanleiding geven tot strafvervolging, tot een minnelijke schikking, tot een bemiddeling in strafzaken als bedoeld in artikel 216ter van het Wetboek van strafvordering of tot een rechtsvordering als bedoeld in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek. § 3. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wijst, op voordracht van de bevoegde Minister, de bevoegde administratie en de ambtenaren van deze administratie aan om administratieve geldboeten op te leggen, dan wel om het dossier te klasseren zonder gevolg.
Teneinde deze ambtenaar toe te laten een administratieve geldboete op te leggen, bezorgen de inspecteurs, aangewezen door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering om toezicht uit te oefenen op de wetten en reglementen als bedoeld in artikel 2, hem een exemplaar van het proces-verbaal dat de inbreuk vaststelt.
Art. 11.De toepassing van een administratieve geldboete is uitgesloten bij : 1° strafvervolging, ook wanneer die tot vrijspraak heeft geleid of de rechtsvordering ongegrond wordt verklaard;2° minnelijke schikking;3° bemiddeling in strafzaken als bedoeld in artikel 216ter van het Wetboek van strafvordering;4° een rechtsvordering die uitgaat van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 12.Het openbaar ministerie bezorgt aan de bevoegde administratie een kennisgeving van zijn beslissing tot een handeling als bedoeld in artikel 10, § 2.
Wanneer het openbaar ministerie afziet van die mogelijke handeling, of wanneer het verzuimt een beslissing te nemen binnen een termijn van zes maanden te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal waarin de inbreuk werd vastgesteld, beslist de bevoegde administratie, of de procedure voor de administratieve geldboete moet worden opgestart. Afdeling 2. - Verweermiddelen van de inbreukpleger
Art. 13.De administratieve geldboete kan uitsluitend aan de inbreukpleger als omschreven in de bepalingen betreffende de strafrechtelijke en administratieve sancties in de wetten en reglementen aangenomen of geldend krachtens artikel 6, § 1, VI en IX, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, worden opgelegd, zelfs indien de inbreuk is begaan door een aangestelde of een lasthebber, behalve als hij kan aantonen dat hij geen fout heeft begaan, omdat hij naar zijn vermogen alle maatregelen heeft genomen om te verhinderen dat het materiële element van de inbreuk zich voordoet.
Art. 14.De inbreukpleger wordt bij een ter post aangetekend schrijven de mogelijkheid geboden zijn verweermiddelen naar voren te brengen.
Het schrijven vermeldt de volgende gegevens : 1° de referenties van het proces-verbaal tot vaststelling van de inbreuk en houdende het relaas van de feiten die aan de aanvang van de procedure ten grondslag liggen;2° het recht van de inbreukpleger om zijn verweermiddelen in te dienen binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de dag van de kennisgeving, namelijk op de dag dat het aangetekend schrijven door de postdiensten aangeboden is aan de bestemmeling in persoon, op zijn hoofdverblijfplaats of op de maatschappelijke zetel;3° het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman;4° het adres van de bevoegde administratie waar de inbreukpleger zijn dossier kan inzien, alsmede de openingsuren gedurende welke hij er hiervoor bij terecht kan;5° het recht van de inbreukpleger of van zijn raadsman op een afschrift van het dossier;6° de adressen en openingsuren van de gewestelijke diensten die belast zijn met het toezicht op de desbetreffende wetgeving, met het oog op de indiening van de verweermiddelen;7° het postadres en het e-mailadres van de bevoegde administratie alsook de openingsuren ervan, met het oog op de indiening van de verweermiddelen. Indien de inbreukpleger verzuimd heeft om het aangetekend schrijven bij de post af te halen binnen de vastgestelde termijn, kan de bevoegde administratie hem bij gewone brief, ter informatie, nog een tweede uitnodiging toesturen om zijn verweermiddelen in te dienen.
Deze tweede uitnodiging doet geen nieuwe termijn van dertig dagen lopen voor de indiening van verweermiddelen.
Art. 15.De verweermiddelen kunnen schriftelijk maar ook langs elektronische weg worden ingediend.
Ze kunnen ook mondeling worden ingediend, hetzij bij de bevoegde administratie, hetzij bij één van de gewestelijke diensten die belast zijn met het toezicht op de desbetreffende wetgeving. Deze laatsten bezorgen deze onverwijld aan de bevoegde administratie na er akte te hebben van genomen.
Art. 16.De bevoegde administratie stelt het dossier met betrekking tot de inbreuken welke aanleiding kunnen geven tot een administratieve geldboete ter beschikking van de inbreukpleger of diens raadsman, zodat hij het er kan raadplegen en, op diens verzoek, geeft zij toelating om een kopie te maken van de stukken van het dossier.
De kosten van de kopieën kunnen ten laste van de inbreukpleger worden gelegd.
Art. 17.Elk gebruik van door de inzage of het nemen van een afschrift van het dossier verkregen inlichtingen, dat tot doel of tot gevolg heeft het verloop van het onderzoek te hinderen, inbreuk te maken op het privéleven, de fysieke of morele integriteit of de goederen van een in het dossier genoemde persoon, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar of met een geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro. Afdeling 3. - Beslissing tot oplegging van een administratieve
geldboete
Art. 18.De administratieve geldboete kan niet meer worden opgelegd vijf jaar na de feiten die de bij de wetten en reglementen bedoelde inbreuken opleveren.
De daden van onderzoek of van vervolging, met inbegrip van de kennisgevingen van de beslissingen van het openbaar ministerie omtrent het al dan niet instellen van strafvervolging en het verzoek ten aanzien van de inbreukpleger om verweermiddelen in te dienen, verricht binnen de in het eerste lid bedoelde termijn, stuiten evenwel de loop ervan. Met die daden vangt een nieuwe termijn van gelijke duur aan, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren.
Art. 19.De administratieve geldboete mag niet worden opgelegd voor het eind van de termijn vermeld in artikel 14, of voor het schriftelijk of mondeling verweer van de inbreukpleger, wanneer dit wordt ingediend voor het einde van de voormelde termijn.
Art. 20.Indien de duur van de vervolging door de bevoegde administratie de redelijke termijn overschrijdt, kan deze een administratieve geldboete opleggen die lager is dan het wettelijk minimum.
Art. 21.De beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete is met redenen omkleed. Ze vormt een verzoek tot betaling en omvat onder andere de overwegingen die feitelijk en rechtens aan de basis liggen van de beslissing, enerzijds als antwoord op de ingediende verweermiddelen en anderzijds als motivering voor het bedrag van de administratieve geldboete.
Ze omvat daarenboven inzonderheid de volgende elementen : 1° de bepalingen die de rechtsgrond ervan uitmaken;2° de referenties van het proces-verbaal tot vaststelling van de inbreuk en houdende het relaas van de feiten die aan de aanvang van de procedure ten grondslag lagen;3° de datum van het verzoek tot indiening van de verweermiddelen;4° het bedrag van de administratieve geldboete;5° de bepalingen van artikel 26 met betrekking tot de betaling van de geldboete;6° de bepaling van artikel 25 betreffende het beroep tegen de beslissing.
Art. 22.De beslissing als bedoeld in artikel 21 wordt aan de inbreukpleger ter kennis gebracht bij een ter post aangetekend schrijven met inbegrip van het verzoek tot betaling van de boete binnen de termijn bepaald bij artikel 26.
Die termijn gaat in op de dag dat het aangetekend schrijven door de postdiensten aangeboden is aan de bestemmeling in persoon, op zijn hoofdverblijfplaats of op de maatschappelijke zetel.
De kennisgeving doet de strafvordering vervallen.
Indien de inbreukpleger verzuimd heeft het aangetekend schrijven bij de post af te halen binnen de vastgestelde termijn, kan de bevoegde administratie hem ter informatie bij gewone brief een afschrift van de beslissing toezenden. Dit tweede schrijven doet geen nieuwe termijn van drie maanden lopen voor de indiening van het beroep als bedoeld in artikel 25.
Art. 23.Onverminderd het bepaalde van de artikelen 22 en 25, heeft de beslissing uitvoerbare kracht.
Art. 24.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan nadere regelen en procedures bepalen voor het opleggen van een administratieve geldboete. Afdeling 4. - Beroep
Art. 25.De inbreukpleger die de beslissing van de bevoegde administratie bedoeld in artikel 21 betwist, tekent op straffe van verval binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing bij wege van verzoekschrift beroep aan bij, al naargelang het geval, de arbeidsrechtbank of de rechtbank van eerste aanleg, overeenkomstig de bepalingen van Deel IV, Boek II, Titel I, Hoofdstuk I van het Gerechtelijk Wetboek.
Dit beroep schorst de uitvoering van de beslissing. Afdeling 5. - Betaling van de administratieve geldboete
Art. 26.De administratieve geldboete moet betaald worden binnen een termijn van drie maanden, die ingaat op de dag van de kennisgeving van de beslissing tot oplegging van de administratieve geldboete of op de dag waarop de gerechtelijke beslissing in kracht van gewijsde is gegaan.
De bevoegde administratie kan evenwel de inbreukpleger op diens verzoek en indien daartoe aanleiding bestaat een langere termijn toekennen die geenszins de verjaringstermijn van de rechtsvordering tot invordering van de geldboete als bedoeld bij artikel 30 mag overschrijden. In dat geval deelt de bevoegde administratie het afbetalingsplan schriftelijk mee aan de inbreukpleger.
Art. 27.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan nadere regelen en procedures bepalen voor de betaling van de administratieve geldboete.
Art. 28.Indien de inbreukpleger in gebreke blijft voor de betaling van de administratieve geldboete, hetzij binnen de termijn van drie maanden bepaald in artikel 26, hetzij na een in kracht van gewijsde gegane gerechtelijke beslissing of het hem overeenkomstig artikel 26 toegekende afbetalingsplan niet nakomt, maakt de bevoegde administratie het dossier aanhangig bij de bevoegde diensten en de ambtenaren van deze diensten, die, op voordracht van de bevoegde Minister, door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering worden aangewezen om administratieve geldboeten in te vorderen.
Met het oog op de invordering bezorgt de bevoegde administratie een kopie van de administratieve beslissing en eventueel van de in kracht van gewijsde gegane gerechtelijke beslissing aan de gezegde diensten en ambtenaren. Deze laatsten kunnen een dwangbevel uitvaardigen. Het uitgevaardigde dwangbevel wordt door de gezegde ambtenaren geviseerd en uitvoerbaar verklaard.
Art. 29.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan nadere regelen en procedures bepalen voor de invordering van een administratieve geldboete.
Art. 30.De rechtsvordering tot invordering van de administratieve geldboete verjaart tien jaar na de dag waarop geen beroep meer kan worden aangetekend tegen de beslissing van de bevoegde administratie.
Art. 31.Door de betaling van de geldboete vervalt de rechtsvordering van de bevoegde administratie. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijzigingsbepaling van de wet van 19 februari 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten
betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen
Art. 32.In de wet van 19 februari 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen wordt een artikel 13/2 ingevoegd, luidend : «
Art. 13/2.De bepalingen van de ordonnantie van [...] houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie zijn van toepassing op de administratieve geldboeten bepaald door deze wet. ». Afdeling 2. - Wijzigingsbepalingen van de herstelwet van 22 januari
1985 houdende sociale bepalingen
Art. 33.In het opschrift van onderafdeling 4 van afdeling 6 van hoofdstuk IV van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen, worden de woorden « en strafbepalingen » vervangen door de woorden « , strafbepalingen en administratieve geldboeten ».
Art. 34.In het opschrift van deeltitel 2 van onderafdeling 4 van afdeling 6 van hoofdstuk IV van dezelfde wet, worden de woorden « en administratieve geldboeten » toegevoegd aan het woord « Strafbepalingen ».
Art. 35.In dezelfde wet wordt artikel 132, opgeheven bij wet van 6 juni 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/06/2010 pub. 01/07/2010 numac 2010009589 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Sociaal Strafwetboek sluiten, hersteld als volgt : «
Art. 132.De bepalingen van de ordonnantie van [...] houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie zijn van toepassing op de administratieve geldboeten bepaald in deze onderafdeling. ». Afdeling 3. - Wijzigingsbepalingen van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten
betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers
Art. 36.In het opschrift van hoofdstuk V van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, worden de woorden « en strafbepalingen » vervangen door de woorden « , strafbepalingen en administratieve geldboeten ».
Art. 37.In het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk V van dezelfde wet, worden de woorden « en administratieve geldboeten » toegevoegd aan het woord « Strafbepalingen ».
Art. 38.In dezelfde wet wordt artikel 39bis, opgeheven bij wet van 6 juni 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/06/2010 pub. 01/07/2010 numac 2010009589 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Sociaal Strafwetboek sluiten, hersteld als volgt : «
Art. 39bis.De bepalingen van de ordonnantie van [...] houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie zijn van toepassing op de administratieve geldboeten bepaald in artikel 39. ». Afdeling 4. - Wijzigingsbepalingen van de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten
betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers
Art. 39.In het opschrift van hoofdstuk VII van de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, worden de woorden « en administratieve geldboeten » toegevoegd aan het woord « Strafbepalingen ».
Art. 40.In dezelfde wet wordt artikel 14, opgeheven bij wet van 6 juni 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/06/2010 pub. 01/07/2010 numac 2010009589 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Sociaal Strafwetboek sluiten, hersteld als volgt : «
Art. 14.De bepalingen van de ordonnantie van [...] houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie zijn van toepassing op de administratieve geldboeten bepaald in artikel 12. ». Afdeling 5. - Wijzigingsbepalingen van de wet van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2001 pub. 24/07/2001 numac 2001009636 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van artikel 186bis van het Gerechtelijk Wetboek sluiten tot
bevordering van buurtdiensten en -banen
Art. 41.In het opschrift van hoofdstuk IV/1 van de wet van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2001 pub. 24/07/2001 numac 2001009636 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van artikel 186bis van het Gerechtelijk Wetboek sluiten tot bevordering van buurtdiensten en -banen, worden de woorden « en administratieve geldboeten » toegevoegd aan het woord « Strafbepalingen ».
Art. 42.In dezelfde wet wordt artikel 10quater, opgeheven bij wet van 22 juni 2012, hersteld als volgt : «
Art. 10quater.De bepalingen van de ordonnantie van [...] houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie zijn van toepassing op de administratieve geldboeten bepaald in artikel 10ter. ». Afdeling 6. - Wijzigingsbepalingen van de ordonnantie van 4 september
2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling
Art. 43.In artikel 19/1 van de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « door de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen » vervangen door de woorden « in de bepalingen van de ordonnantie van [...] houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie »; 2° het derde lid wordt opgeheven. Afdeling 7. - Wijzigingsbepalingen van de ordonnantie van 30 april
2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen
Art. 44.In artikel 21 van de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen worden de woorden « de artikelen 26 tot 34 » vervangen door de woorden « de bepalingen van de ordonnantie van [...] houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie ».
Art. 45.De artikelen 26 tot en met 33 van dezelfde ordonnantie worden opgeheven.
Art. 46.Artikel 34 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met een lid, luidend : « De bepalingen van de ordonnantie van [...] houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie zijn daarop van toepassing. ». Afdeling 8. - Wijzigingsbepalingen van de ordonnantie van 14 juli 2011
betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 47.In artikel 24 van de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « door de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen » vervangen door de woorden « in de bepalingen van de ordonnantie van [...] houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie »; 2° het derde lid wordt opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 48.De Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze ordonnantie.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 9 juli 2015.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT _______ Nota (1) Gewone zitting 2014-2015. Documenten van het Parlement. - Ontwerp van ordonnantie, A-164/1 Verslag, A-164/2.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 3 juli 2015.