Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 13 oktober 2023
gepubliceerd op 08 december 2023

Ordonnantie tot wijziging van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2023046395
pub.
08/12/2023
prom.
13/10/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 OKTOBER 2023. - Ordonnantie tot wijziging van de wet van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2001 pub. 24/07/2001 numac 2001009636 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van artikel 186bis van het Gerechtelijk Wetboek sluiten tot bevordering van buurtdiensten en -banen


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 2, § 1, van de wet van 20 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2001 pub. 24/07/2001 numac 2001009636 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van artikel 186bis van het Gerechtelijk Wetboek sluiten tot bevordering van buurtdiensten en -banen, laatst gewijzigd bij de ordonnantie van 13 juli 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in 2° ) worden de woorden "aangeduid door het bestuur na een overheidsopdrachtprocedure" ingevoegd tussen het woord "bedrijf" en de woorden "dat de dienstencheques uitgeeft"; 2° 8°, opgeheven bij de wet van 22 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2008 pub. 18/02/2009 numac 2009003025 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2008 type wet prom. 22/12/2008 pub. 14/01/2009 numac 2009009010 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wetgeving betreffende de tijdelijke personeelsformaties bij de hoven van beroep en van de parketten-generaal type wet prom. 22/12/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008021117 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet tot wijziging van de wet van 16 november 1993 houdende vaststelling van de Civiele Lijst voor de duur van de regering van Koning Albert II, tot toekenning van een jaarlijkse en levenslange dotatie aan Hare Majesteit Koningin Fabiola en van een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip en van de wet van 7 mei 2000 houdende toekenning van een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip, een jaarlijkse dotatie aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid en een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Laurent type wet prom. 22/12/2008 pub. 29/12/2008 numac 2008021118 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten, wordt hersteld als volgt: "8° opleiding: een beroepsopleiding die het mogelijk maakt vaardigheden te verwerven die verband houden met activiteiten op het gebied van dienstencheques en/of een beroepsopleiding die de beroepsmobiliteit van werknemers binnen of buiten de dienstenchequesector bevordert.".

Art. 3.In artikel 2, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij de wet van 22 juni 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° c.wordt vervangen als volgt: "c. de onderneming verplicht zich ten aanzien van deeltijdwerkers om hen prioritair toegang te geven tot een voltijdse betrekking of een andere vacante deeltijdse betrekking die, op zich alleen of bijkomend opgenomen, hen een nieuwe deeltijdse arbeidsregeling verschaft waarvan de wekelijkse arbeidsduur hoger ligt dan die van de deeltijdse arbeidsregeling waarin hij voordien werkte;"; 2° f.wordt vervangen als volgt: "f. de onderneming verbindt zich ertoe: 1) om niet in staat van faillissement te verkeren;2) in de voorbije drie jaar niet verwikkeld te zijn geweest in een faillissement, vereffening of gelijkaardige verrichting;3) binnen tien werkdagen nadat ze is ingegaan, aan het bestuur schriftelijk elke wijziging mee te delen wat betreft de aanstelling van personen die de erkende onderneming beheren, alsook de algemene contactgegevens van de erkende onderneming, met name het adres van de maatschappelijke zetel en het e-mailadres waarnaar alle formele communicatie inzake het dienstenchequestelsel wordt verzonden.Bij verzuim hiervan kan aan de erkende onderneming een administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 7, worden opgelegd."; 3° in het eerste lid, na de bepaling van de letter g.en voor het lid dat begint met de woorden "De Koning kan," worden de volgende bepalingen ingevoegd: "h. Onverminderd de verplichtingen van de werkgever en de verantwoordelijkheden van de interne overlegorganen op het gebied van het welzijn van de werknemers, zorgt de erkende onderneming voor permanente begeleiding van haar dienstenchequewerknemers door elk jaar minstens een individueel gesprek en twee fysieke groepsgesprekken te organiseren. De permanente begeleiding via deze gesprekken heeft tot doel de band tussen de onderneming en haar werknemers te versterken, verslag uit te brengen over de moeilijkheid van het werk, de implementatie van oplossingen en opleidingen om dit te verhelpen aan te moedigen en goede werkpraktijken te verspreiden.

Tijdens elk van deze gesprekken vult de erkende onderneming een individuele of collectieve begeleidingsfiche in, waarvan de templates door de regering worden opgesteld.

Onverminderd een schorsing of intrekking van de erkenning na advies van de adviescommissie erkenningen kan bij niet-naleving van de begeleidingsverplichting aan de erkende onderneming een administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 8, worden opgelegd.

De begeleidingsverplichting is niet van toepassing op erkende ondernemingen die minder dan 2.000 dienstencheques hebben ingediend bij het uitgiftebedrijf in het kalenderjaar dat voorafgaat aan dat waarin de begeleidingssubsidie wordt berekend; i. De erkende onderneming deelt aan al haar dienstenchequewerknemers de contactgegevens mee van het contactpunt waarmee contact moet worden opgenomen in geval van een probleem op de werkplek, tijdens de werkdag of op weg naar het werk.Dit contactpunt moet gedurende de hele werktijd van de werknemers bereikbaar zijn.

Bij niet-naleving van deze verplichting kan aan de erkende onderneming een administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 8, worden opgelegd; j. De erkende onderneming deelt aan al haar gebruikers van dienstencheques de contactgegevens mee van het contactpunt waarmee contact moet worden opgenomen in geval van een probleem met de medewerker tijdens de uitvoering van de werkprestaties.Deze contactpersoon moet gedurende de werktijd van de dienstenchequewerknemers bereikbaar zijn.

Bij niet-naleving van deze verplichting kan aan de erkende onderneming een administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 8, worden opgelegd; k. De erkende onderneming deelt het uitgiftebedrijf een e-mailadres mee voor de officiële communicatie van alle operationele berichten die in het kader van de werking van het dienstenchequesysteem worden verspreid.Indien nodig wordt dit adres onmiddellijk bijgewerkt bij het uitgiftebedrijf.

Bij niet-naleving van deze verplichting, inclusief het niet bijwerken van dit adres, kan aan de erkende onderneming een administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 8, worden opgelegd; l. De erkende onderneming bezorgt al haar dienstenchequewerknemers ten laatste bij hun indiensttreding en elk jaar tijdens de collectieve gesprekken, de door de regering bepaalde documenten en informatie over goede werkpraktijken, welzijn op het werk, beroepsrisico's, ergonomie en opleiding. De erkende onderneming overhandigt een formulier aan de werknemer, die het dateert en ondertekent als bewijs van ontvangst van al deze documenten en informatie.

De ondertekende formulieren worden gedurende drie jaar na de ondertekening van de werknemer bewaard op de maatschappelijke zetel van de onderneming.

Bij niet-naleving van de verplichting tot overhandiging van de documenten of in geval van afwezigheid van een door de werknemer gedateerd en ondertekend ontvangstformulier binnen de gestelde termijn kan aan de erkende onderneming een administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 8, worden opgelegd; m. De erkende onderneming schrijft elke nieuwe werknemer die in de dienstenchequesector aan de slag gaat in voor het door de regering bepaalde verplichte opleidingstraject van minimum 9 uur, het zogenaamde "nieuwkomerstraject", dat minstens 3 uur opleiding inzake ergonomie omvat. Bij niet-naleving van deze verplichting kan aan de erkende onderneming een administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 8, worden opgelegd; n. De erkende onderneming biedt jaarlijks zestien uur opleiding aan elke voltijdse werknemer met een arbeidsovereenkomst voor dienstencheques, die werkzaam is in een vestigingseenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, volgens de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalde regels. Er wordt een bewijsstuk in de exploitatiezetel bewaard waaruit blijkt dat elke werknemer dit aanbod heeft gekregen.

Bij gebrek aan dit bewijs kan aan de erkende onderneming een administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 8, worden opgelegd; o. Vanaf het vierde kalenderjaar volgend op het jaar waarin de erkenning werd verleend, bedraagt de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd die is overeengekomen voor werknemers met een arbeidsovereenkomst dienstencheques en die tewerkgesteld zijn in een vestigingseenheid die gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de erkende onderneming, minstens twintig uur, overeenkomstig de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vastgestelde modaliteiten. In geval van niet-naleving van deze verplichting is de erkende onderneming onderworpen aan de administratieve geldboete bedoeld in artikel 10ter, § 8; p. De onderneming heeft noch rechtstreeks noch via tussenpersonen onder haar bestuurders, zaakvoerders, vertegenwoordigers of personen die bevoegd zijn de onderneming te binden, een persoon: 1) van wie de burgerlijke en politieke rechten zijn ontnomen;2) die een verbod heeft gekregen om een onderneming uit te baten krachtens Boek XX, Titel IX van het Wetboek van economisch recht;3) die in de afgelopen vijf jaar verantwoordelijk is gehouden voor de verbintenissen of de schulden van een failliet verklaarde vennootschap of vereniging of waarvoor de rechter de kwijtschelding van de schulden niet uitgesproken heeft;4) die in de afgelopen vijf jaar veroordeeld werd voor elke overtreding begaan op fiscaal of sociaal vlak of op het gebied van de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de uitoefening van de activiteit van de erkende onderneming;5) die in de voorbije drie jaar verwikkeld is geweest in een faillissement, verlieslatende vereffening of gelijkaardige verrichting;6) die in de afgelopen drie jaar betrokken is geweest bij een bedrijf waarvan de erkenning is ingetrokken;7) die in de laatste tien jaar veroordeeld is wegens intimidatie of discriminerende praktijken;q. De onderneming neemt de in Boek VI van het Wetboek van economisch recht neergelegde regels ter bescherming van de consument ten opzichte van de gebruikers in acht;r. De onderneming leeft de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 30/06/1998 numac 1998015016 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst over het Wegvervoer tussen het Koninkrijk België, de Republiek Estland, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ondertekend te Athene op 11 juni 1992 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, de Codex over het Welzijn op het Werk en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 72 van 30 maart 1999 betreffende het beleid ter voorkoming van stress door het werk na, en is niet veroordeeld voor pesterijen of discriminerende praktijken."; 4° h.wordt hernummerd en wordt het s.

Art. 4.In artikel 2ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de ordonnantie van 13 juli 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het derde lid wordt vervangen als volgt: "Op straffe van een administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 7, dient de begunstigde onderneming het bestuur binnen dertig kalenderdagen na hun beëindiging schriftelijk in te lichten over de besloten operaties als bedoeld in het eerste lid."; 2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Indien een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen erkende onderneming, die een natuurlijke persoon is, een rechtspersoon opricht met maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, om er haar dienstenchequeactiviteiten aan over te dragen, zorgt het bestuur ervoor dat de borgsom op naam van de natuurlijke persoon automatisch op naam van de opgerichte rechtspersoon wordt gezet. Binnen twee maanden na de ontvangst van de erkenning voor zijn dienstenchequeactiviteiten in de hoedanigheid van rechtspersoon, verzoekt de natuurlijke persoon het bestuur om zijn eigen erkenning betreffende de overgedragen activiteiten vrijwillig in te trekken.

Wanneer een van de in dit artikel beschreven situaties zich voordoet, mag de begunstigde erkende of de opgerichte onderneming het bestuur verzoeken het maximale terugbetalingsrecht voor opleidingskosten dat toebehoorde aan de overdragende erkende onderneming of aan de voordien als natuurlijke persoon opgerichte onderneming aan haar over te maken, berekend in toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/06/2007 pub. 11/07/2007 numac 2007201784 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het opleidingsfonds dienstencheques sluiten betreffende het opleidingsfonds dienstencheques.".

Art. 5.Artikel 3bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 juli 2011 en gewijzigd door de ordonnantie van 13 juli 2017 wordt vervangen als volgt: "

Art. 3bis.Een natuurlijke persoon met hoofdverblijfplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan bij beslissing van het bestuur in de volgende gevallen van het recht om dienstencheques te gebruiken en te bestellen worden uitgesloten voor een periode van ten hoogste drie jaar en kan gedwongen worden tot terugbetaling van de tegemoetkoming vermeld in artikel 3, vijfde lid: 1° die persoon heeft opzettelijk deelgenomen aan een inbreuk tegen de bepalingen van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan, gepleegd door de erkende onderneming;2° die persoon heeft dienstencheques gebruikt voor buurtwerken of -diensten waarvan hij wist of behoorde te weten dat die niet toegelaten zijn;3° die persoon heeft dienstencheques gebruikt voor prestaties ten gunste van een persoon die geen lid van zijn familie is;4° die persoon heeft dienstencheques gebruikt zonder dat daar werkelijke prestaties tegenover staan;5° die persoon heeft een daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk begaan, vermeld in artikel 32ter van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 30/06/1998 numac 1998015016 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst over het Wegvervoer tussen het Koninkrijk België, de Republiek Estland, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ondertekend te Athene op 11 juni 1992 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, ten aanzien van de werknemer die de buurtwerken of -diensten uitvoert. In geval van wettelijke herhaling bedraagt de periode van uitsluiting vermeld in het eerste lid ten hoogste vijf jaar.

De uitsluiting en de duur ervan staan in verhouding tot de ernst van de inbreuk. De beslissing tot uitsluiting vermeldt de relevante elementen. Minstens volgende elementen worden hierbij in overweging genomen: a) de aard van de inbreuk;b) de intentie van de gebruiker;c) de omvang van de inbreuk;d) de duur van de inbreuk. Het bestuur kan ook een beslissing tot uitsluiting nemen voor alle personen die op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn als de persoon die krachtens de voorgaande leden is uitgesloten, en dit voor dezelfde duur.

In dat geval motiveert het bestuur zijn beslissing, rekening houdend met de aard en de ernst van de gepleegde feiten en het risico dat de aanvankelijke beslissing tot uitsluiting wordt omzeild door tussenkomst van een gebruiker die op hetzelfde adres woont als de eerder uitgesloten gebruiker.".

Art. 6.In artikel 4bis van dezelfde wet, gewijzigd bij de ordonnantie van 13 juli 2017, wordt de tweede zin aangevuld met de woorden "en het uitgiftebedrijf".

Art. 7.Artikel 4ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/12/2009 pub. 15/01/2010 numac 2010009013 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (1) type wet prom. 30/12/2009 pub. 15/01/2010 numac 2010003001 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap betreffende de onverenigbaarheden voor de leden van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 4ter.De Brusselse Hoofdstedelijke Regerin kan een charter van goed gedrag voor de gebruikers van dienstencheques vaststellen evenals de verplichte bepalingen die hierin moeten worden vermeld.".

Art. 8.Artikel 5 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "Art.5 De bijkomende administratieve kosten en de verplaatsingskosten die erkende ondernemingen aan de gebruikers factureren, mogen geen onredelijk karakter hebben.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan nadere regels bepalen voor de bijkomende administratieve of verplaatsingskosten die erkende ondernemingen factureren aan de gebruikers bovenop de kosten van de dienstencheque in het kader van de diensten die krachtens deze wet of haar uitvoeringsbesluiten worden verleend.".

Art. 9.Artikel 6 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/12/2009 pub. 15/01/2010 numac 2010009013 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (1) type wet prom. 30/12/2009 pub. 15/01/2010 numac 2010003001 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap betreffende de onverenigbaarheden voor de leden van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 6.§ 1. De erkende onderneming en de gebruiker sluiten een dienstenovereenkomst in het kader van huishoudelijke hulp wanneer deze bij de gebruiker thuis wordt verricht.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt welke bepalingen de in het eerste lid vermelde overeenkomst minstens moet bevatten.

Deze minimumbepalingen hebben ten minste betrekking op de volgende onderwerpen: - de verplichte kenmerken van het materiaal of de producten ter beschikking gesteld door de gebruiker; - een herinnering aan het verbod op intimiderend en/of discriminerend gedrag; - een herinnering aan de toegestane en verboden taken; - de voorwaarden voor de uitvoering en annulering van de geplande dienst en de daaruit voortvloeiende facturering; - de toestemming van de gebruiker voor een voorafgaand bezoek aan de woning voor de organisatie van het werk; - de door de erkende onderneming getroffen regelingen in geval van schade aan goederen of personen tijdens de uitvoering van de overeenkomst.

Wanneer de in het eerste lid bedoelde overeenkomst voorziet in de mogelijkheid om de werkzaamheden in de woonplaats van de gebruiker uit te voeren, begeleidt de erkende onderneming de werknemer naar de plaats van uitvoering vóór de eerste uitvoering van de werkzaamheden of de buurtdienst, teneinde het welzijn van de werknemers tijdens de uitvoering van hun werk te garanderen.

Een bewijsstuk waaruit deze begeleiding blijkt, ondertekend door de gebruiker, de werknemer en de vertegenwoordiger van de onderneming, wordt op de vestigingsplaats bewaard. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde overeenkomst is van rechtswege ontbonden indien: 1° de onderneming haar erkenning verliest;2° de gebruiker zonder hoofdverblijf in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van het dienstenchequestelsel van dit Gewest uitgesloten is. § 3. Voor de eerste arbeidsprestaties legt de erkende onderneming de in paragraaf 1 bedoelde overeenkomst ter ondertekening voor aan elke nieuwe gebruiker.

Zolang de erkende onderneming niet beschikt over de door de gebruiker ondertekende overeenkomst mogen geen arbeidsprestaties worden verricht.

Met het oog op controle wordt het origineel van de overeenkomst bewaard op de uitbatingszetel van de erkende onderneming. § 4. Vanaf de dag die volgt op de inwerkingtreding van deze bepaling beschikt de erkende onderneming over een overgangsperiode van zes maanden om van alle gebruikers, die al bij haar een dienstencheque hebben ingediend voor de voormelde inwerkingtreding, de ondertekende overeenkomst te ontvangen, voor zover deze gebruikers willen blijven gebruikmaken van haar diensten.

Indien de gebruiker bij het verstrijken van de voormelde termijn geen overeenkomst met de erkende onderneming heeft ondertekend, schort zij jegens hem onmiddellijk alle arbeidsprestaties met dienstencheques op. § 5. Na advies van de adviescommissie erkenningen kan de erkenning van de onderneming worden ingetrokken indien ze deze bepaling niet naleeft.".

Art. 10.Artikel 9bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2007 numac 2007001039 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/12/2006 pub. 01/02/2013 numac 2013000041 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/12/2006 pub. 04/12/2007 numac 2007000975 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/12/2006 pub. 23/11/2010 numac 2010000650 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 03/09/2007 numac 2007000733 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Duitse vertaling sluiten en gewijzigd bij de ordonnantie van 13 juli 2017, wordt aangevuld met twee paragrafen, luidende: " § 3. Onverminderd de administratieve geldboete als bedoeld in artikel 10ter, § 6 en de invordering van onterechte terugbetalingen, mag het bestuur na advies van de commissie als bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/06/2007 pub. 11/07/2007 numac 2007201784 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het opleidingsfonds dienstencheques sluiten betreffende het opleidingsfonds dienstencheques, het gedeeltelijke terugbetalingsrecht deels of volledig aan de erkende onderneming ontzeggen gedurende een periode van ten hoogste drie jaar, indien ze onjuiste of valse verklaringen heeft afgelegd. § 4. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt de nadere regels voor de subsidie met betrekking tot de kosten voor de begeleiding van de werknemers en de wijze van berekening, kennisgeving, betaling en terugvordering ervan.".

Art. 11.In artikel 10ter van dezelfde wet, hersteld bij de ordonnantie van 9 juli 2015 en gewijzigd bij de ordonnantie van 13 juli 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, 2° worden de woorden "voor de toepassing van artikel 3, paragraaf 2, eerste lid, en artikel 6 van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 22/12/2001 numac 2001013259 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van financien Koninklijk besluit betreffende de dienstencheques type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 17/03/2006 numac 2006000115 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de dienstencheques. - Duitse vertaling sluiten betreffende de dienstencheques" vervangen door de woorden "bij de bestelling van dienstencheques, de ondertekening van een papieren dienstencheque of de validering van een werkprestatie in het kader van elektronische dienstencheques";2° in de zesde paragraaf worden de woorden "of valse" ingevoegd tussen het woord "onjuiste" en het woord "informatie";3° het artikel wordt aangevuld met drie paragrafen, luidende: " § 7.Wordt bestraft met een administratieve geldboete van 100 euro, de erkende onderneming die: 1° nalaat aan het bestuur tijdig de inlichtingen te bezorgen als vermeld in artikel 2, § 2, eerste lid, f., 3), en in artikel 2ter, derde lid; 2° nalaat aan het bestuur het in artikel 2quater, § 4, 2bis, van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 22/12/2001 numac 2001013259 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van financien Koninklijk besluit betreffende de dienstencheques type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 17/03/2006 numac 2006000115 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de dienstencheques. - Duitse vertaling sluiten betreffende de dienstencheques vermelde, ondertekende en geldige charter te bezorgen;3° het in artikel 2bis, § 1, van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 22/12/2001 numac 2001013259 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van financien Koninklijk besluit betreffende de dienstencheques type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 17/03/2006 numac 2006000115 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de dienstencheques. - Duitse vertaling sluiten betreffende de dienstencheques bepaalde percentage niet naleeft. In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal ontbrekende werknemers om tot het vereiste percentage te komen; 4° in strijd met artikel 5 van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, op onredelijke wijze extra administratieve of verplaatsingskosten heeft gefactureerd. In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal gebruikers aan wie dergelijke kosten werden gefactureerd. § 8. Wordt bestraft met een administratieve geldboete van 25 euro, de erkende onderneming die: 1° de in artikel 2, § 2, eerste lid, h.bedoelde verplichting tot begeleiding van haar dienstenchequewerknemers niet heeft nageleefd.

In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers; 2° de in artikel 2, § 2, eerste lid, i.bedoelde verplichting tot communicatie aan haar werknemers niet heeft nageleefd.

In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers; 3° de in artikel 2, § 2, eerste lid, j.bedoelde verplichting tot communicatie aan haar gebruikers niet heeft nageleefd.

In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal betrokken gebruikers; 4° de in artikel 2, § 2, eerste lid, k.bedoelde verplichting tot communicatie of bijwerking niet heeft nageleefd; 5° de in artikel 2, § 2, eerste lid, l.bedoelde verplichting tot jaarlijkse overhandiging van de vereiste documenten aan de dienstenchequewerknemers niet heeft nageleefd.

In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers; 6° de in artikel 2, § 2, eerste lid, m.bedoelde verplichting tot inschrijving van haar dienstenchequewerknemers niet heeft nageleefd.

In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers; 7° het in artikel 2, § 2, eerste lid, n.bedoelde bewijsstuk niet kan voorleggen.

In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers; 8° de in artikel 2, § 2, eerste lid, o bedoelde gemiddelde overeengekomen wekelijkse arbeidsduur van de tewerkgestelde werknemers niet heeft nageleefd. In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers; 9° het in artikel 6, § 1, vijfde lid bedoelde bewijsstuk niet kan voorleggen. In dat geval wordt de administratieve boete vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers. § 9. De vermenigvuldigde geldboete mag niet meer dan het honderdvoud van de maximum geldboete bedragen.".

Art. 12.Artikel 10octies, ingevoegd door de wet van 4 juli 2011 en gewijzigd door de ordonnantie van 13 juli 2017, wordt aangevuld met een laatste lid dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid, kunnen beroepen tegen administratieve beslissingen met betrekking tot de uitsluiting van een gebruiker bedoeld in artikel 3bis uitsluitend bij de Raad van State worden ingesteld.".

Art. 13.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk IV/3 ingevoegd, luidende "Hoofdstuk IV/3 - Verwerking van persoonsgegevens".

Art. 14.In hoofdstuk IV/3, wordt een artikel 10nonies ingevoegd, luidende: "Art. 10nonies . Het bestuur is de verantwoordelijke voor de verwerking als bedoeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het systeem van de dienstencheques.".

Art. 15.In hoofdstuk IV/3, wordt een artikel 10decies ingevoegd, luidende: "Art. 10decies . Het uitgiftbedrijf treedt ten aanzien van ondernemingen, werknemers en gebruikers op als verwerker in de zin van artikel 4, 8), van de algemene verordening gegevensbescherming, op de wijze als bij deze wet bepaald.".

Art. 16.In hoofdstuk IV/3, wordt een artikel 10undecies ingevoegd, luidende: "

Art. 10undecies.De verwerkingen van persoonsgegevens voorzien in het kader van deze wet en zijn uitvoeringsmaatregelen hebben tot doel het volgende mogelijk te maken: 1° de instructie, het beheer en de controle van de erkenning van ondernemingen, met name ten aanzien van hun bestuurders, beheerders, mandatarissen of werknemers;2° de controle op de voorwaarden voor de verwerving, het gebruik en de terugbetaling van dienstencheques en de maatregelen tot uitsluiting van gebruikers van het systeem;3° de controle van de voorwaarden en modaliteiten met betrekking tot de verplichting om niet-werkende werkzoekenden of deeltijds werkzoekenden en begunstigden van het leefloon in dienst te nemen;4° de verificatie van de voorwaarden voor de uitvoering van het arbeidscontract, met name wat betreft de arbeidsduur en het toegekende minimumloon;5° de controle van de verwantschap tussen een werknemer en een gebruiker of een lid van zijn familie;6° de controle van de aspecten in verband met het opleidingsfonds voor dienstencheques, zowel voor de werknemers als voor de opleiders;7° het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen;8° de communicatie met ondernemingen, met inbegrip van hun bestuurders, beheerders, mandatarissen, gebruikers en werknemers, in verband met het systeem;9° het opstellen van anonieme statistieken; 10° de uitwisseling van informatie met de organismen bedoeld in artikel 10tredecies.".

Art. 17.In hoofdstuk IV/3, wordt een artikel 10duodecies ingevoegd, luidende: "

Art. 10duodecies.De categorieën persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het bereiken van de doeleinden bedoeld in artikel 10undecies, zijn de volgende: 1° de identificatie-, adres- en contactgegevens van de erkende ondernemingen, werknemers, gebruikers en personen die in welke hoedanigheid dan ook in het systeem ingrijpen;2° de financiële gegevens van de erkende onderneming;3° de gegevens over de tewerkstelling van werknemers en de gegevens over de door hen geleverde prestaties;4° de gegevens betreffende strafrechtelijke en administratieve sancties en betreffende de feiten of situaties van de personen bedoeld in artikel 2, § 2, f); 5° de gegevens die noodzakelijk zijn voor de controle op de naleving van de voorwaarden voor de erkenning en de terugbetaling van de opleidingskosten van de werknemers en de opleiders.".

Art. 18.In hoofdstuk IV/3, wordt een artikel 10tredecies ingevoegd, luidende: "

Art. 10tredecies.De gegevens verzameld in het kader van de dienstencheque systeem kunnen worden uitgewisseld met de volgende organismen: 1° het Rijksregister van de natuurlijke personen, de FOD Werkgelegenheid, FOD Economie, de FOD Financiën, de FOD Justitie, de Nationale Bank van België, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen en Statbel, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doeleinden bedoeld in artikel 10undecies;2° het uitgiftbedrijf;3° Brussel Fiscaliteit, voor de inhouding, terugvordering en niet-vereffening van steun; 4° de gewestelijke dienstenintegrator, overeenkomstig artikel 12 van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator, voor de vervulling van zijn opdrachten van dienstenintegratie.".

Art. 19.In hoofdstuk IV/3, wordt een artikel 10quattuordecies ingevoegd, luidende: "

Art. 10quattuordecies.De persoonsgegevens van gebruikers en ondernemingen die door het bestuur worden verzameld en verwerkt, worden bewaard gedurende de tijd die nodig is voor de in deze wet genoemde doelstellingen, met een maximale bewaringstermijn van tien jaar na de verjaring van alle onder de bevoegdheid van de verantwoordelijke voor de verwerking vallende handelingen en, in voorkomend geval, de definitieve beëindiging van de gerechtelijke, administratieve en buitengerechtelijke procedures en beroepen die voortvloeien uit de verwerking van deze gegevens.".

Art. 20.In hoofdstuk IV/3, wordt een artikel 10quindecies ingevoegd, luidende: "

Art. 10quindecies.In het kader van deze wet, is het bestuur gemachtigd om rijksregisternummers op te vragen en te gebruiken, overeenkomstig artikel 8, § 1, derde lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.".

Art. 21.Deze ordonnantie treedt in werking op de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalde datum.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 13 oktober 2023.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN den BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement: Gewone zitting 2022-2023 A-736/1 Ontwerp van ordonnantie Gewone zitting 2023-2024 A-736/2 Verslag A-736/3 Amendementen na verslag.

Integraal verslag: Bespreking en aanneming: vergadering van vrijdag 13 oktober 2023

^