gepubliceerd op 14 december 2018
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van de instanties bedoeld in artikel 28 derde lid van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie
20 SEPTEMBER 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van de instanties bedoeld in artikel 28 derde lid van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie
De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Gelet op de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie, het artikel 28 gewijzigd door het artikel 8 van de ordonnantie van 14 juni 2018 houdende verschillende procedurewijzigingen inzake tewerkstelling en economie ;
Gelet op de gendertest, uitgevoerd op 4 juni 2018;
Gelet op de evaluatie door de minister belast met Tewerkstelling uitgevoerd op 3 juli 2018 besluitend tot het gebrek aan weerslag op de situatie van personen met een handicap overeenkomstig artikel 4, § 3, van de ordonnantie van 8 december 2016 betreffende de integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juni 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 29 juni 2018;
Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, van rechtswege verlengd met vijftien dagen, die op 19 juli 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de terugwerkende kracht van de administratieve documenten toegestaan is zodra ze noodzakelijk is voor de continuïteit van de openbare dienstverlening en voor de regularisatie van een bestaande feitelijke situatie of rechtstoestand, in zoverre ze de rechtszekerheid en de individuele rechten respecteert;
Overwegende dat de terugwerkende kracht ook toegelaten is zodra ze noodzakelijk is voor de uitvoering van de wet;
Overwegende dat door een dergelijk besluit met terugwerkende kracht goed te keuren de rechtszekerheid wordt versterkt op het vlak van gegevensoverdracht ingevoerd door artikel 8 van de ordonnantie van 14 juni houdende verschillende procedurewijzigingen inzake werkgelegenheid en economie;
Overwegende dat een terugwerkende kracht op 1 juni 2018 noodzakelijk is, gelet op de datum van inwerkingtreding van deze ordonnantie.
Op de voordracht van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In uitvoering van artikel 28, derde lid van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie, gewijzigd door artikel 8 van de ordonnantie van 14 juni 2018 houdende verschillende procedurewijzigingen inzake werkgelegenheid en economie, wordt de volgende lijst van de bedoelde instanties opgesteld : 1° De hoven en rechtbanken;2° De arbeidsauditoraten en de parketten;3° De inspectiediensten die het proces-verbaal hebben opgesteld dat heeft geleid tot een beslissing inzake een administratieve geldboete, te weten: a) De economische inspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;b) De gewestelijke werkgelegenheidsinspectie van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;c) De inspectiediensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn inzake economie of werkgelegenheid;d) De inspectiediensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn inzake economie of werkgelegenheid;e) De inspectiediensten van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd zijn inzake economie of werkgelegenheid;f) De inspectiediensten van de socialezekerheidsinstellingen;g) De inspectiediensten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;h) De politiediensten;4° De dienst van de administratieve geldboetes van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;5° De diensten van het Waals Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake economie en werkgelegenheid;6° De diensten van het Vlaams Gewest die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake economie en werkgelegenheid;7° De diensten van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd zijn voor de administratieve geldboetes inzake economie en werkgelegenheid;8° De Algemene Directie Vreemdelingenzaken van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;9° De curator aangeduid in geval van een faillissement;10° De Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit in het geval van een niet-betaling van de administratieve boete binnen de drie maanden;11° De cel Verwerking Financiële Informatie;12° De FOD Financiën.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2018.
Art. 3.De minister van Economie en Tewerkstelling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie en Tewerkstelling, D. GOSUIN