Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 06 maart 2019
gepubliceerd op 13 maart 2019

Ordonnantie betreffende de classificatie van de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen per comfortniveau

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019040687
pub.
13/03/2019
prom.
06/03/2019
ELI
eli/ordonnantie/2019/03/06/2019040687/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MAART 2019. - Ordonnantie betreffende de classificatie van de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen per comfortniveau


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten verstaat men onder : 1° de ordonnantie van 8 mei 2014 : de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies ;2° de toeristische logiesverstrekkende inrichting : de inrichting die toeristische logies als bepaald in artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 8 mei 2014 aanbiedt ;3° de exploitant : de persoon zoals omschreven in artikel 3, 10°, van de ordonnantie van 8 mei 2014 ;4° de categorieën toeristische logies : de categorieën bepaald in artikel 3, 4° tot 9°, van de ordonnantie van 8 mei 2014, de bijkomende en subcategorieën zoals door de Regering bepaald krachtens artikel 4 van de ordonnantie van 8 mei 2014 ;5° de Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ;6° het Bestuur : de dienst Economie bij Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. HOOFDSTUK 2. - Classificatie van een toeristische logiesverstrekkende inrichting Afdeling 1. - Classificatiecriteria

Art. 3.§ 1. De classificatie van een toeristische logiesverstrekkende inrichting is afhankelijk van de naleving door deze inrichting van de door de Regering vastgelegde criteria betreffende de voorzieningen en de kwaliteit van de diensten voor de categorie toeristisch logies waaronder de inrichting geregistreerd is. Deze classificatiecriteria omschrijven de verschillende comfortniveaus binnen de categorie toeristisch logies. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde classificatiecriteria per comfortniveau kunnen onder meer betrekking hebben op de inrichting, de uitrusting en het ontwerp van het toeristische logies, de directe omgeving ervan en de toegang ernaar, evenals op het onderhoud van de inrichting en de dienstverlening, het onthaal, de voorgestelde activiteiten en recreatie. § 3. De Regering kan criteria bepalen voor de classificatie volgens comfortniveau en de benaming van die niveaus evenals de regels en de berekeningsmethode voor het toestaan van afwijkingen op deze criteria voor elke categorie toeristisch logies als bedoeld in artikel 3, 4° tot 9° van de ordonnantie van 8 mei 2014 of voor een van de bijkomende categorieën of subcategorieën vastgesteld krachtens de ordonnantie van 8 mei 2014.

Per categorie toeristisch logies en voor elk comfortniveau onderscheiden de afwijkingsregels de verplichte criteria van de facultatieve criteria waaraan moet worden voldaan om een comfortniveau te bereiken. Zij bepalen voor elk classificatiecriterium een aantal punten waaraan per comfortniveau moet worden voldaan. Per categorie toeristisch logies en voor elk comfortniveau bepalen deze regels het maximaal aantal criteria waarvan mag worden afgeweken en het aantal punten dat behaald moet worden om de criteria te compenseren waarvoor een afwijking is toegestaan. Afdeling 2. - Begunstigden

Art. 4.§ 1. Kunnen een classificatie genieten de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen die : 1° in overeenstemming met artikel 4 van de ordonnantie van 8 mei 2014 geregistreerd zijn ;2° niet in een van de omstandigheden als bedoeld in artikel 20 van de ordonnantie van 8 mei 2014 verkeren ;3° onder een of meer categorieën geregistreerd zijn waarvoor de Regering classificatiecriteria bepaald heeft. § 2. De exploitant van een onder verschillende categorieën toeristische logies geregistreerde inrichting, kan voor die inrichting een classificatie genieten voor elk registratienummer dat onder een categorie valt waarvoor de Regering classificatiecriteria bepaald heeft. Afdeling 3. - Classificatieprocedure

Art. 5.§ 1. De exploitant dient de classificatieaanvraag voor zijn toeristische logiesverstrekkende inrichting in bij het Bestuur.

In zijn classificatieaanvraag vermeldt de exploitant het comfortniveau dat hij voor zijn inrichting wil verkrijgen. § 2. De Regering bepaalt de documenten die de exploitant toevoegt aan zijn classificatieaanvraag.

Art. 6.De classificatieaanvraag geeft aanleiding tot een evaluatie door het Bestuur van het comfortniveau van de toeristische logiesverstrekkende inrichting op basis van de door de Regering bepaalde classificatiecriteria. Deze evaluatie wordt de audit genoemd.

De audit vindt plaats in de betrokken inrichting.

Na de audit maakt het Bestuur een auditverslag op waarvan de vorm en minimale inhoud door de Regering bepaald worden.

Het comfortniveau wordt voor een onbepaalde duur toegekend op grond van de conclusies van het auditverslag bedoeld in het tweede lid en overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in dit hoofdstuk.

Art. 7.§ 1. Aan de bekendmaking van de classificatiebeslissing wordt een classificatieattest en een herkenningsbord toegevoegd waarop het logo staat afgebeeld dat beantwoordt aan het toegekende comfortniveau.

Het classificatieattest verleent de exploitant het recht in elke communicatie of reclame betreffende de exploitatie van zijn logiesverstrekkende inrichting bestemd voor toeristen en derden gebruik te maken van de benaming en de grafische voorstelling van het comfortniveau dat hem voor zijn inrichting werd toegekend.

Het in het eerste lid bedoelde herkenningsbord blijft eigendom van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van het in de eerste paragraaf bedoelde classificatieattest. § 3. De Regering bepaalt het model van het in de eerste paragraaf bedoelde logo evenals de regels voor het aanbrengen en gebruik ervan. § 4. Het Bestuur stelt een register van de geclassificeerde toeristische logiesverstrekkende inrichtingen publiekelijk ter beschikking. Voor elke geclassificeerd toeristische logiesverstrekkende inrichting bevat het register minstens de volgende vermeldingen : 1° het registratienummer ;2° de handelsnaam ;3° de onthaalcapaciteit ;4° het toegekende comfortniveau. De Regering bepaalt de wijze van publicatie van het in het eerste lid bedoelde register.

Art. 8.Niemand mag gebruik maken van het in artikel 7, § 1, bedoelde logo of van eender welke grafische voorstelling die verwarring kan creëren met het logo als hij niet over een geldig classificatieattest beschikt zoals bedoeld in artikel 7, § 1.

Art. 9.Niemand mag zijn toeristische logiesverstrekkende inrichting aanbieden of er reclame voor voeren door te laten doorschijnen dat zijn inrichting geclassificeerd is krachtens deze ordonnantie zonder over een geldig classificatieattest te beschikken zoals bedoeld in artikel 7, § 1.

Art. 10.De regering bepaalt de procedure voor classificatie van een toeristische logiesverstrekkende inrichting. Afdeling 4. - Afwijkingen van de classificatiecriteria

Art. 11.Op vraag van de exploitant, kan de Regering, in voorkomend geval met compenserende maatregelen, een afwijking toestaan van een of meerdere classificatiecriteria voor zover de exploitant aantoont dat zijn toeristische logiesverstrekkende inrichting, rekening houdend met de bijzondere kenmerken ervan, in de technische of financiële onmogelijkheid verkeert om aan die criteria te voldoen.

De afwijkingen en compensatiemaatregelen bedoeld in het eerste lid worden toegestaan op grond van de regels bedoeld in artikel 3, § 3.

De Regering bepaalt de procedure voor de afwijking. Afdeling 5. - Weigering van classificatie

Art. 12.§ 1. De classificatie van een toeristische logiesverstrekkende inrichting kan worden geweigerd wanneer : 1° de toeristische logiesverstrekkende inrichting de bepalingen van deze ordonnantie of van haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft ;2° de exploitant de bepalingen van deze ordonnantie of van haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft ;3° de classificatieaanvraag niet conform is ;4° de aanvraag tot classificatie onvolledig is na het verstrijken van de termijn die de exploitant is toegekend om deze op te stellen ;deze termijn wordt bepaald door de Regering ; 5° het in artikel 6, tweede lid, bedoelde auditverslag aantoont dat er niet voldaan wordt aan de classificatievoorwaarden ;6° de door de Regering aangewezen ambtenaar een afwijking bedoeld in artikel 11 niet toekent ;7° de exploitant zich verzet tegen het uitvoeren van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde audit. § 2. De Regering bepaalt de procedure voor de weigering van de classificatie. Afdeling 6. - Herziening van het toegekende comfortniveau

Art. 13.§ 1. Het comfortniveau van een geclassificeerde toeristische logiesverstrekkende inrichting kan herzien worden wanneer deze voldoet aan de voorwaarden die overeenstemmen met een hoger of een lager classificatieniveau.

Het comfortniveau kan worden herzien hetzij : 1° na afloop van een controle als bedoeld in artikel 18, § 2 ;2° op vraag van de exploitant. § 2. De Regering bepaalt de procedures voor de herziening van het toegekende comfortniveau. HOOFDSTUK 3. - Verplichtingen ten laste van de exploitant van een geclassificeerde toeristische logiesverstrekkende inrichting

Art. 14.§ 1. De exploitant van een geclassificeerd toeristisch logies is ertoe gehouden : 1° de classificatiecriteria van de krachtens de ordonnantie aan zijn inrichting toegekende comfortniveau na te leven zolang zijn inrichting in dat niveau geclassificeerd blijft ;2° het Bestuur binnen zestig dagen na de wijziging op de hoogte te brengen van elke wijziging aan een element van de toeristische logiesverstrekkende inrichting dat het voorwerp uitmaakt van een classificatiecriterium van het toegekende comfortniveau ;3° het in artikel 7, § 1, bedoelde erkenningsteken aan te brengen overeenkomstig de door de Regering bepaalde nadere regels ;4° zijn toeristisch logies niet aan te bieden of er reclame voor te maken door aanspraak te maken op een andere comfortclassificatie dan de classificatie die hem werd toegekend ;5° de toeristen op de hoogte te brengen van de wijzigingen die de classificatie van zijn toeristische logiesverstrekkende inrichting tijdelijk zouden kunnen beïnvloeden. § 2. De Regering bepaalt de procedure voor het overbrengen van de in paragraaf 1, 2°, bedoelde informatie. § 3. De Regering bepaalt de in paragraaf 1, 5°, bedoelde informatie die de exploitant ter beschikking moet stellen van de toeristen evenals de middelen waarmee die informatie ter beschikking gesteld moet worden. HOOFDSTUK 4. - Intrekking van het comfortniveau

Art. 15.§ 1. De Regering kan het comfortniveau van een toeristische logiesverstrekkende inrichting intrekken wanneer : 1° de exploitant de bepalingen van deze ordonnantie of van haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft ;2° de exploitant bij toepassing van de artikelen 14, 2° en 5°, onvolledige of onjuiste informatie met frauduleuze bedoelingen bezorgt ;3° de exploitant het Bestuur niet op de hoogt brengt van een wijziging aan een element van de toeristische logiesverstrekkende inrichting dat het voorwerp uitmaakt van een classificatiecriterium van het comfortniveau in overeenstemming met artikel 14, 2° ;4° de exploitant de opvolgingsbezoeken en de controles die georganiseerd worden krachtens deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten verhindert ;5° de toeristische logiesverstrekkende inrichting de bepalingen van deze ordonnantie en van haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft ;6° de in artikel 18 bedoelde controle tot het niet-nakomen van de classificatiecriteria concludeert ;7° de exploitant hierom verzoekt ;8° de exploitatie van het toeristische logies wordt beëindigd. § 2. De intrekking van het comfortniveau houdt automatisch het verlies in van het recht gebruik te maken van de benaming en de grafische voorstelling van het voor de inrichting ingetrokken comfortniveau in elke communicatie of reclame betreffende de exploitatie van zijn logiesverstrekkende inrichting bestemd voor toeristen en derden. § 3. De Regering bepaalt de procedure voor de intrekking van het comfortniveau. HOOFDSTUK 5. - Beroepen Afdeling 1. - Beroepsprocedure

Art. 16.§ 1. De exploitant kan een gemotiveerd beroep bij de Regering indienen tegen een beslissing tot weigering of intrekking van het comfortniveau, herziening van het comfortniveau of weigering om de gevraagde herziening van het comfortniveau toe te kennen.

De exploitant kan een aanvraag tot afwijking bij zijn beroep voegen.

Hij kan ook vragen om door de beroepscommissie bedoeld in artikel 17 te worden gehoord. § 2. Het beroep is niet opschortend behalve wanneer het betrekking heeft op een beslissing tot intrekking of een beslissing tot herziening van een comfortniveau op initiatief van de door de Regering aangewezen ambtenaar. In dat geval wordt de beslissing opgeschort tot aan de beslissing van de Regering die zich uitspreekt over het beroep. § 3. De Regering spreekt zich uit over het beroep op basis van het advies van de beroepscommissie bedoeld in artikel 17. De Regering kan een comfortniveau toekennen op basis van dat advies. § 4. De Regering bepaalt de procedure van het beroep. Afdeling 2. - Beroepscommissie

Art. 17.§ 1. Er wordt een beroepscommissie opgericht die adviezen moet uitbrengen in het kader van de beroepsprocedures bedoeld in artikel 16 en in geval van een afwijkingsaanvraag bedoeld in artikel 11.

De Regering bepaalt de samenstelling en de werking van de in het eerste lid bedoelde beroepscommissie. § 2. De commissieleden hebben recht op een presentiegeld en op een vergoeding als compensatie voor verplaatsingskosten die zij gemaakt hebben voor hun opdracht. De Regering bepaalt het bedrag van het presentiegeld en van de vergoeding voor verplaatsingskosten, alsook de regels voor de herziening van deze bedragen. § 3. De Regering bepaalt de adviesaanvraagprocedure en de termijn waarbinnen de commissie haar advies geeft indien het buiten een beroepsprocedure wordt gevraagd. HOOFDSTUK 6. - Audit, controle, toezicht en sancties Afdeling 1. - Audit en controle

Art. 18.§ 1. De Regering wijst de ambtenaren aan die in de artikel 6, eerste lid, bedoelde audit moeten uitvoeren.

Naast hun auditopdracht, moeten de in het eerste lid bedoelde ambtenaren, toezien op de naleving van de classificatiecriteria van het krachtens deze ordonnantie toegekende comfortniveau. § 2. Tijdens de uitvoering van hun opdrachten voeren de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren controles uit in de lokalen van de inrichting.

De ambtenaar licht de exploitant voorafgaandelijk in van de datum van het controlebezoek. § 3. De Regering bepaalt de procedure van de in artikel 6, eerste lid, bedoelde audit en de controleprocedure voor de naleving van de classificatiecriteria voor het toegekende comfortniveau.

Art. 19.§ 1. Tijdens de uitvoering van hun opdrachten, mogen de in de artikel 18, § 1, bedoelde ambtenaren : 1° elke plaats betreden die aan hun controle onderworpen is, na voorafgaande waarschuwing aan de exploitant en onder voorbehoud van het verkrijgen van de voorafgaande toelating van de exploitant ;2° de bewoonde plaatsen betreden onder voorbehoud van het verkrijgen van de voorafgaande schriftelijke toelating van de bewoner, met inbegrip van de toerist die er verblijft ;3° vaststellingen doen en beelden maken. De in 3°, bedoelde vaststellingen en beelden worden gedaan en gemaakt mits voorafgaande toestemming van de exploitant en, in voorkomend geval, de inwoner wanneer het om een bewoond lokaal gaat.

De in de artikelen 18, § 1, bedoelde ambtenaren leven het vertrouwelijke karakter na van de informatie waarvan zij kennis nemen tijdens de uitvoering van hun opdrachten. § 2. Tijdens de uitvoering van hun opdrachten, maken de in het artikel 18, § 1, bedoelde ambtenaren zich bekend door middel van een legitimatiekaart waarvan de inhoud en de vorm bepaald worden door de Regering. Afdeling 2. - Toezicht

Art. 20.§ 1. Onverminderd de bevoegdheid van de federale en lokale politie moeten de door de Regering aangewezen ambtenaren toezien op de naleving van de artikelen 8, 9, 14, 3° tot 5°, om, via processen-verbaal, de inbreuken op die verplichtingen op te sporen en vast te stellen. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren kunnen : 1° verwittigingen geven ;2° de exploitant een termijn opleggen om zich in orde te stellen;3° processen-verbaal opmaken. De processen-verbaal die ze opmaken gelden tot bewijs van het tegendeel, voor zover er binnen vijftien kalenderdagen na de vaststelling van de inbreuken een kopie van die processen-verbaal aan de overtreder en aan de Regering bezorgd wordt.

De Regering kan algemene regels eisen voor de vorm en de inhoud van de processen-verbaal.

De materiële vaststellingen die door de in paragraaf 1 bedoelde ambtenaren worden gedaan bij het opmaken van de processen-verbaal kunnen gebruikt worden door ambtenaren die toezien op de controle en de naleving van andere wetgevingen.

Art. 21.§ 1. De in artikel 20 bedoelde ambtenaren kunnen, tijdens de uitvoering van hun opdrachten, overgaan tot eender welk onderzoek, controle en verhoor, met name : 1° eender wie ondervragen over om het even welk nuttig feit voor de uitoefening van hun toezicht- en controleopdrachten ;2° zonder zich te verplaatsen, zich alle inlichtingen en documenten laten overleggen, met inbegrip van de informatiedragers die de voor de uitoefening van hun opdracht nodige gegevens bevatten die ze nuttig achten ;3° elke plaats betreden die aan hun controle onderworpen is, onder voorbehoud van het verkrijgen van de voorafgaande schriftelijke toelating van de exploitant ;4° de bewoonde plaatsen betreden onder voorbehoud van het verkrijgen van de voorafgaande schriftelijke toelating van de bewoner, met inbegrip van de toerist die er verblijft ;5° vaststellingen op beeld vastleggen, ongeacht de drager. De in 5° bedoelde vaststellingen, beelden en het gebruik van de beelden worden gedaan en gemaakt mits voorafgaande toestemming van de exploitant en, in voorkomend geval, de inwoner wanneer het om een bewoond lokaal gaat.

De in artikel 20 bedoelde ambtenaren leven het vertrouwelijke karakter na van de informatie waarvan zij kennis nemen tijdens de uitvoering van hun opdrachten.

Wanneer de exploitant of de overtreder zich actief of passief verzet tegen de door de in het artikel 20 bedoelde ambtenaren uitgevoerde controle, wordt een proces-verbaal opgemaakt voor verhindering van toezicht. § 2. Tijdens de uitvoering van hun opdrachten, maken de in artikel 20 bedoelde ambtenaren zich bekend door middel van een legitimatiekaart waarvan de inhoud en de vorm bepaald worden door de Regering. Afdeling 3. - Sancties

Art. 22.§ 1. Een administratieve geldboete van 10 tot 4.000 euro kan opgelegd worden aan : 1° de exploitant van een krachtens deze ordonnantie geclassificeerd toeristisch logies die de in de artikelen 14, 3° tot 5° bedoelde verplichtingen niet naleeft ;2° elke persoon die zich verzet tegen de controle waarin afdeling 2 van hoofdstuk 6 voorziet ;3° de exploitant van een krachtens deze ordonnantie geclassificeerd toeristisch logies die het logo van een comfortniveau gebruikt dat niet overeenstemt met het toegekende comfortniveau ;4° eender wie gebruik maakt van een grafische voorstelling die tot verwarring zou kunnen leiden met het logo van het krachtens deze ordonnantie door de Regering bepaalde comfortniveau ;5° eender wie zijn toeristische logiesverstrekkende inrichting aanbiedt of er reclame voor voert en daarbij laat uitschijnen dat zijn inrichting geclassificeerd is krachtens deze ordonnantie zonder over een geldig classificatieattest te beschikken zoals bedoeld in artikel 7, § 1. § 2. De bepalingen van de ordonnantie van 9 juli 2015 houdende geharmoniseerde regels betreffende de administratieve geldboeten bepaald bij de wetgeving op het vlak van werkgelegenheid en economie zijn van toepassing op de administratieve geldboeten bepaald in paragraaf 1. HOOFDSTUK 7. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 23.De Regering bepaalt de overgangsmaatregelen die moeten zorgen voor de inwerkingtreding van deze ordonnantie.

Art. 24.Deze ordonnantie treedt in werking op de door de Regering bepaalde datum.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 6 maart 2019.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, C. FREMAULT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2017-2018 A-721/1 Ontwerp van ordonnantie.

Gewone zitting 2018-2019 A-721/2 Verslag.

Integraal verslag Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 15 februari 2019.

^