Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 april 2014
gepubliceerd op 10 juni 2014

Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het invoeren van een nieuwe geldelijke loopbaan voor het gerechtspersoneel en van een mandatensysteem voor de hoofdgriffiers en de hoofdsecretarissen

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2014009225
pub.
10/06/2014
prom.
10/04/2014
ELI
eli/wet/2014/04/10/2014009225/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

10 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het invoeren van een nieuwe geldelijke loopbaan voor het gerechtspersoneel en van een mandatensysteem voor de hoofdgriffiers en de hoofdsecretarissen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2.In artikel 160, § 8, van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt aangevuld met de woorden "of aangewezen";2° de paragraaf wordt aangevuld met drie leden, luidende : "De hoofdgriffier en de hoofdsecretaris die een griffie of een parketsecretariaat leiden waarvan de personeelsformatie meer dan honderd personeelsleden telt, worden aangewezen voor een hernieuwbaar mandaat van vijf jaar.De aanwijzing tot deze functie leidt van rechtswege tot de vacature van het ambt uitgeoefend op het tijdstip van de aanwijzing.

De mandaathouder kan vragen dat een einde wordt gesteld aan zijn aanwijzing, mits een opzeggingstermijn van zes maanden. Indien de korpschef bedoeld in artikel 58bis, 2°, akkoord gaat, kan deze termijn worden ingekort.

Op het einde van de periode van aanwijzing wordt de mandaathouder ter beschikking gesteld van zijn gerecht, parket of dienst van oorsprong, in voorkomend geval in overtal. Hij krijgt overeenkomstig artikel 372quinquies de bezoldiging terug die verbonden is aan de laatste functie waarin hij werd benoemd. Indien hij als hoofdgriffier of hoofdsecretaris was benoemd, is hij gemachtigd ten persoonlijken titel de titel verbonden aan die functie te dragen, en dit tot de dag van zijn inrustestelling, zijn ontslag, zijn afzetting of, in voorkomend geval, zijn benoeming in een ander ambt of functie.".

Art. 3.In artikel 161 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden het derde en het vierde lid opgeheven.

Art. 4.In artikel 163 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "of aangewezen" ingevoegd tussen de woorden "worden benoemd" en de woorden "in twee niveaus";2° in het tweede lid worden de woorden "of aangewezen" ingevoegd tussen de woorden "die benoemd" en de woorden "worden in niveau A".

Art. 5.In artikel 172 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "of aangewezen" ingevoegd tussen de woorden "worden benoemd" en de woorden "in twee niveaus";2° in het tweede lid worden de woorden "of aangewezen" ingevoegd tussen de woorden "die benoemd" en de woorden "in niveau A".

Art. 6.Artikel 262 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wetten van 29 december 2010 en 1 december 2013, wordt aangevuld met een § 3, luidende : " § 3. Om overeenkomstig artikel 160, § 8, derde lid, aangewezen te worden in een klasse van niveau A met de titel van hoofdgriffier, moet de kandidaat : 1° vast benoemd zijn in het niveau A als lid van het gerechtspersoneel;2° beschikken over een niveau-anciënniteit van ten minste 6 jaar;3° en geslaagd zijn voor een vergelijkende selectie voor het desbetreffende ambt die wordt georganiseerd door Selor - het Selectiebureau van de federale overheid. De vergelijkende selectie bestaat uit een onderhoud op grond van een praktijkgeval dat verband houdt met de gerechtelijke context van de functie.

De werkelijk gepresteerde diensten in de hoedanigheid van contractueel personeelslid worden in aanmerking genomen voor de berekening van de vereiste niveau-anciënniteit.".

Art. 7.Artikel 265 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, wordt aangevuld met een § 3, luidende : " § 3. Om overeenkomstig artikel 160, § 8, derde lid, aangewezen te worden in een klasse van niveau A, met de titel van hoofdsecretaris, moet de kandidaat : 1° vast benoemd zijn in het niveau A als lid van het gerechtspersoneel;2° beschikken over een niveau-anciënniteit van ten minste 6 jaar;3° en geslaagd zijn voor een vergelijkende selectie voor het desbetreffende ambt die wordt georganiseerd door Selor - het Selectiebureau van de federale overheid. De vergelijkende selectie bestaat uit een onderhoud op grond van een praktijkgeval dat verband houdt met de gerechtelijke context van de functie.

De werkelijk gepresteerde diensten in de hoedanigheid van contractueel personeelslid worden in aanmerking genomen voor de berekening van de vereiste niveau-anciënniteit.".

Art. 8.In artikel 274 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 1 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, tweede lid, worden de woorden "of, in voorkomend geval, de aanwijzing" ingevoegd tussen de woorden "de benoeming" en de woorden "tot hoofdgriffier";2° in § 5 worden de woorden "of, in voorkomend geval, wijst aan" ingevoegd tussen de woorden "De Koning benoemt" en de woorden "uit de kandidaten".

Art. 9.In artikel 276 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 waarvan de bestaande tekst het enige lid zal vormen wordt het 2° vervangen als volgt : "2° wat de geldelijke loopbaan betreft, is de bevordering de toekenning aan het personeelslid in zijn graad of in zijn klasse van de weddeschaal die hoger is dan die welke hij genoot;ze wordt "bevordering in weddeschaal" genoemd;" 2° paragraaf 2 wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 277 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : " § 1.Om tot de klasse A2 te worden bevorderd moet het personeelslid ten minste twee jaar anciënniteit in de klasse A1 hebben.

Om tot de klasse A3 te worden bevorderd moet het personeelslid ten minste vier jaar anciënniteit in de klasse A2 hebben of ten minste zes jaar anciënniteit in de klasse A1 of ten minste zes jaar anciënniteit in de klassen A1 en A2 samen.

Om tot de klasse A4 te worden bevorderd moet het personeelslid met de klasse A3 bekleed zijn.

Om tot de klasse A5 te worden bevorderd moet het personeelslid ten minste twee jaar anciënniteit in de klasse A4 hebben."; 2° paragrafen 3 en 4 worden opgeheven.

Art. 11.In deel II, boek I, titel IV, hoofdstuk VI, afdeling III van hetzelfde Wetboek, wordt onderafdeling II, die de artikelen 279 tot 287bis bevat, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wetten van 30 december 2009 en 31 december 2012, opgeheven.

Art. 12.In deel II, boek I, titel IV, hoofdstuk VI, afdeling IV van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 287ter/1 ingevoegd, luidende : "Art. 287ter/1. § 1. In afwijking van artikel 287ter, wordt elke houder van een functie van hoofdgriffier of hoofdsecretaris, bedoeld in artikel 160, § 8, derde lid, tijdens zijn mandaat jaarlijks geëvalueerd door de korpschef, bedoeld in artikel 58bis, 2°. De eerste vier cycli worden met een tussentijdse evaluatie afgesloten. De laatste cyclus eindigt zes maanden voor het verstrijken van het mandaat en wordt met een eindevaluatie afgesloten. § 2. De mandaathouder wordt geëvalueerd op de wijze waarop de dienst die hij leidt heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen bepaald in het beheersplan, bedoeld in artikel 185/6, rekening houdend met de resultaatgebieden die in zijn functieprofiel nader worden bepaald.

Hij wordt bovendien geëvalueerd op de wijze waarop hij zijn taak van evaluator heeft vervuld. De controle op deze taak wordt uitgevoerd volgens de regels die van toepassing zijn op de hoofdgriffiers en hoofdsecretarissen die geen mandaathouder zijn.

In voorkomend geval wordt geen rekening gehouden met de doelstellingen waarvan het niet bereiken geenszins aan de geëvalueerde kan worden toegeschreven. In ieder geval houdt de evaluatie van de eigen bijdrage van de geëvalueerde rekening met wat redelijkerwijze van hem kan worden verwacht. § 3. Op het einde van elke evaluatiecyclus nodigt de korpschef bedoeld in artikel 58bis, 2°, de mandaathouder uit voor een evaluatiegesprek.

Een personeelslid belast met personeelsaangelegenheden kan dit gesprek als secretaris bijwonen.

In ieder geval heeft de korpschef bedoeld in artikel 58bis, 2°, een functioneringsgesprek met de te evalueren mandaathouder met het oog op zijn evaluatie. § 4. Na het evaluatiegesprek werkt de korpschef bedoeld in artikel 58bis, 2°, het evaluatieverslag af dat binnen twintig kalenderdagen na het evaluatiegesprek tegen ontvangstbewijs aan de geëvalueerde wordt bezorgd.

Het model van het evaluatieverslag wordt door de Koning bepaald.

De houder van een mandaat van hoofdgriffier of hoofdsecretaris wiens tussentijdse evaluatie resulteert in de vermelding "onvoldoende" of wiens eindevaluatie niet resulteert in de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" of de vermelding "uitzonderlijk", kan, per aangetekende zending, beroep instellen bij de beroepscommissie bedoeld in artikel 287quater, binnen vijftien kalenderdagen na de betekening van het evaluatieverslag.

Het beroep is opschortend. In voorkomend geval wordt het mandaat verlengd tot het einde van de beroepsprocedure bedoeld in artikel 287quater. § 5. Elke evaluatie wordt afgesloten met een van de volgende vermeldingen : "uitzonderlijk", "voldoet aan de verwachtingen", "te verbeteren", of "onvoldoende".

De evaluatie van de mandaathouder wordt afgesloten met de vermelding "onvoldoende" als eruit blijkt dat de doelstellingen voor de dienst die hij leidt, omschreven in het beheersplan bedoeld in artikel 185/6, en in het bijzonder in de resultaatgebieden die in het functieprofiel van de functiehouder nader worden bepaald, klaarblijkelijk niet zijn verwezenlijkt tijdens de geëvalueerde periode.

De vermelding "onvoldoende" wordt bovendien toegekend als minder dan 70 % van de evaluaties waarmee hij belast is, uitgevoerd zijn binnen de vastgestelde termijnen en overeenkomstig artikel 287ter.

De evaluatie van de mandaathouder wordt afgesloten met de vermelding "te verbeteren" als eruit blijkt dat de doelstellingen voor de dienst die hij leidt, omschreven in het beheersplan bedoeld in artikel 185/6, en in het bijzonder in de resultaatgebieden die in het functieprofiel van de functiehouder nader worden bepaald, slechts gedeeltelijk zijn verwezenlijkt tijdens de geëvalueerde periode.

Behalve als de vermelding "onvoldoende" zich opdringt, wordt de vermelding "te verbeteren" bovendien ambtshalve toegekend als minder dan 90 % van de evaluaties waarmee hij belast is uitgevoerd zijn, of als de evaluaties buiten de vastgestelde termijnen of niet overeenkomstig artikel 287ter uitgevoerd zijn.

De evaluatie van de mandaathouder wordt afgesloten met de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" als eruit blijkt dat de meerderheid van de doelstellingen voor de dienst die hij leidt, omschreven in het beheersplan bedoeld in artikel 185/6, en in het bijzonder in de resultaatgebieden die in het functieprofiel van de functiehouder nader worden bepaald, werden verwezenlijkt tijdens de geëvalueerde periode.

De vermelding "voldoet aan de verwachtingen" wordt bovendien pas toegekend als ten minste 90 % van alle evaluaties waarmee hij belast is, uitgevoerd zijn binnen de vastgestelde termijnen en overeenkomstig artikel 287ter.

De evaluatie van de mandaathouder wordt afgesloten met de vermelding "uitzonderlijk" als eruit blijkt dat de meerderheid van de doelstellingen voor de dienst die hij leidt, omschreven in het beheersplan bedoeld in artikel 185/6, en in het bijzonder in de resultaatgebieden die in het functieprofiel van de functiehouder nader worden bepaald, werden verwezenlijkt tijdens de geëvalueerde periode en dat sommige overtroffen werden.

De toekenning van de vermelding "uitzonderlijk" vereist bovendien dat alle evaluaties waarmee hij belast is, uitgevoerd zijn binnen de vastgestelde termijnen en overeenkomstig artikel 287ter, en dat de mandaathouder een echte leader van zijn team is gebleken, die het team ertoe kan brengen zijn doelstellingen te overtreffen. § 6. De eindevaluatie van de houder van een mandaat van hoofdgriffier of hoofdsecretaris bedoeld in artikel 160, § 8, derde lid, wordt gestaafd met de evaluatieverslagen betreffende de verstreken periodes voor de tussentijdse evaluaties en de totale periode van het mandaat. § 7. Indien een tussentijdse of de eindevaluatie van een houder van een mandaat van hoofdgriffier of hoofdsecretaris bedoeld in artikel 160, § 8, derde lid, leiden tot een vermelding "onvoldoende", komt aan zijn aanwijzing een einde op de eerste dag van de maand die volgt op de definitieve toekenning van de vermelding.

De betrokkene wordt ter beschikking van zijn dienst van oorsprong gesteld. § 8. Indien de eindevaluatie van een houder van een mandaat van hoofdgriffier of hoofdsecretaris bedoeld in artikel 160, § 8, derde lid, leidt tot een vermelding "voldoet aan de verwachtingen" of "uitzonderlijk", wordt het mandaat van rechtswege verlengd met een nieuwe periode van vijf jaar.

Indien de eindevaluatie leidt tot een vermelding "te verbeteren", komt aan zijn aanwijzing een einde op de eerste dag van de maand die volgt op de definitieve toekenning van de vermelding.

De betrokkene wordt ter beschikking van zijn dienst van oorsprong gesteld.".

Art. 13.In artikel 366 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "artikelen 362, 363 en 365, § 1," vervangen door de woorden "artikelen 363 en 365, § 1,";2° een § 1bis wordt ingevoegd, luidende : " § 1bis.De geldelijke anciënniteit bestaat uit twee componenten : 1° deze die is erkend als verworven bij de indiensttreding en die wordt berekend overeenkomstig §§ 2, 3 en 4;2° deze die wordt verworven als personeelslid na de indiensttreding en die wordt berekend overeenkomstig §§ 2, 5 en 6. Elke nieuwe indiensttreding als personeelslid brengt een nieuwe berekening van de eerste component mee. Dit lid is ook van toepassing op het personeelslid dat op grond van een arbeidsovereenkomst is aangeworven en een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgt."; 3° in § 2, wordt de inleidende zin van 6° vervangen als volgt : "Onverminderd de toepassing van de bepalingen van § 1, worden ook in aanmerking genomen voor de berekening van de geldelijke anciënniteit de diensten bedoeld in artikel 12, eerste tot vijfde lid, en zevende lid, van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.Voor de toepassing van dit artikel, worden de woorden "leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde" vervangen door de woorden "voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Justitie of zijn afgevaardigde.". 4° het artikel wordt aangevuld met de §§ 3, 4, 5 en 6, luidende : " § 3.De berekening van diensten die overeenkomstig § 2 in aanmerking worden genomen, gebeurt overeenkomstig artikel 11, §§ 2 tot 7 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt. § 4. Voor de berekening van de anciënniteit van het contractuele personeelslid komen de diensten bedoeld in § 2 in aanmerking. Ze worden berekend overeenkomstig § 3. § 5. Indien het personeelslid, zelfs bij verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheden, in dienstactiviteit of in disponibiliteit is, evolueert de geldelijke anciënniteit per volledige maand.

De geldelijke anciënniteit verworven na de indiensttreding evolueert per volledige maand. De onvolledige maanden worden niet in aanmerking genomen.

De geldelijke anciënniteit wordt met een derde verminderd wanneer het personeelslid van niveau B of C tot het niveau A wordt bevorderd. Het resultaat wordt uitgedrukt in maanden en wordt naar boven afgerond naar het hoger geheel getal. In voorkomend geval wordt de geldelijke anciënniteit gecorrigeerd om het effect van een eerdere toepassing van de leeftijdsklassen die gelijk is aan die bepaald in het geldelijke statuut van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt op te heffen.

De vermindering wordt evenwel tot twee jaar beperkt voor de diensten gepresteerd in een functie van niveau B en tot 5 jaar voor de diensten gepresteerd in een functie van de niveaus C en D. Deze regel kan niet ertoe leiden dat een totale vermindering van meer dan vijf jaar opgelegd wordt.

De vermindering wordt bovendien beperkt zodat de bevordering tot niveau A een jaarlijkse weddeverhoging waarborgt van ten minste 1.094 euro. § 6. Voor het contractuele personeelslid evolueert de geldelijke anciënniteit per volledige maand indien hij daadwerkelijk zijn arbeidsovereenkomst uitvoert.

De geldelijke anciënniteit verworven na de indiensttreding evolueert per volledige maand. De onvolledige maanden worden niet in aanmerking genomen.

In afwijking van het eerste lid evolueert de geldelijke anciënniteit, zelfs in geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst : 1° indien het contractuele personeelslid bezoldigd blijft door de Federale Overheidsdienst Justitie;2° indien het contractuele personeelslid geniet van moederschapsverlof of loopbaanonderbreking, bedoeld in artikelen 42 en 43 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of artikel 18, tweede lid, van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector;3° indien het contractuele personeelslid onbetaald ouderschapsverlof, toegekend door het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, alsook onbetaald ouderschapsverlof, toegekend in het kader van de loopbaanonderbreking, geniet;4° indien het contractuele personeelslid in georganiseerde werkonderbreking is; 5° indien het contractuele personeelslid het verlof om dwingende reden geniet dat is ingesteld door het koninklijk besluit van 11 oktober 1991 tot vaststelling van de nadere regelen voor de uitoefening van het recht op een verlof om dwingende reden.".

Art. 14.In deel II, boek II, titel III, hoofdstuk II, afdeling I, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, die de artikelen 366 tot 367bis bevat, wordt een artikel 366bis ingevoegd, luidende : "

Art. 366bis.De schaalanciënniteit is de geldelijke anciënniteit die volgens de nadere bepalingen van artikel 366, §§ 5 en 6, als personeelslid in een bepaalde weddeschaal is verworven. Ze wordt berekend vanaf de eerste dag van de volledige maand waarin het personeelslid deze weddeschaal geniet.

Het personeelslid dat de laatste trap van zijn weddeschaal geniet, blijft zijn schaalanciënniteit opbouwen.

Dit artikel is van toepassing op het contractuele personeelslid.".

Art. 15.In dezelfde afdeling wordt een artikel 366ter ingevoegd, luidende : "

Art. 366ter.Het contractuele personeelslid dat voorlopig benoemd wordt in dezelfde graad of dezelfde klasse of een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgt, behoudt zijn weddeschaal en zijn schaalanciënniteit.

Dit artikel is niet van toepassing wanneer de arbeidsovereenkomst sinds meer dan twaalf maanden is beëindigd.".

Art. 16.Artikel 367bis van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 25 april 2007, waarvan de bestaande tekst wordt ingevoegd in dezelfde afdeling I, wordt vervangen als volgt : "

Art. 367bis.Aan elke graad en elke klasse worden één of meer weddeschalen verbonden.

Bij ontstentenis van bepalingen die hem een andere weddeschaal toekennen krijgt het personeelslid de eerste weddeschaal van zijn graad of zijn klasse.

Elke weddeschaal bevat dertig trappen.

In zijn weddeschaal krijgt het personeelslid de trap die overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit.

Dit artikel is van toepassing op het contractuele personeelslid.".

Art. 17.In deel II, boek II, titel III, hoofdstuk II, afdeling I, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007, wordt artikel 367ter, opgeheven bij de wet van 25 april 2007, ingevoegd in dezelfde afdeling I en hersteld als volgt : "

Art. 367ter.Het personeelslid krijgt elke maand één twaalfde van de jaarwedde.

Voor deze wedde geldt de indexeringsregeling. Ze is gekoppeld aan de spilindex 138,01. Bij de berekening ervan wordt geen rekening gehouden met de derde decimaal in het eindresultaat.

Dit artikel is van toepassing op het contractuele personeelslid.".

Art. 18.In dezelfde afdeling I, wordt een artikel 367quater ingevoegd, luidende : "

Art. 367quater.Het personeelslid dat deeltijds werkt wordt pro rata betaald.

Het voltijds of deeltijds werkende personeelslid dat slechts tijdens een gedeelte van de maand heeft gewerkt, wordt op evenredige wijze bezoldigd.

Dit deel wordt uitgedrukt in een breuk waarvan de teller het aantal daadwerkelijk gewerkte dagen is en de noemer het aantal arbeidsdagen.

Indien het aantal uren varieert naargelang van de dagen, zijn de teller en de noemer de overeenstemmende uuraantallen.

Dit artikel is van toepassing op het contractuele personeelslid.".

Art. 19.In dezelfde afdeling I, wordt een artikel 367quinquies ingevoegd, luidende : "

Art. 367quinquies.Wanneer de bevordering in weddeschaal, de bevordering naar een hoger niveau of naar een hogere klasse niet toegekend wordt op de eerste dag van de maand, heeft ze slechts uitwerking op de eerste dag van de volgende maand.

De wedde wordt na vervallen termijn betaald.".

Art. 20.Artikel 368 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt : "

Art. 368.De klasse A1 omvat de weddeschalen NA11, NA12, NA13, NA14, NA15 en NA16.

De klasse A2 omvat de weddeschalen NA21, NA22, NA23, NA24 en NA25.

De klasse A3 omvat de weddeschalen NA31, NA32, NA33, NA34 en NA35.

De klasse A4 omvat de weddeschalen NA41, NA42, NA43 en NA44.

De klasse A5 omvat de weddeschalen NA51, NA52, NA53 en NA54."

Art. 21.Artikel 369 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt : "

Art. 369.Gedurende de duur van de aanwijzing als hoofdgriffier of hoofdsecretaris, krijgt de mandaathouder bedoeld in artikel 160, § 8, derde lid, de laatste weddeschaal verbonden aan de klasse waarin de functie waartoe hij aangewezen wordt, wordt ingedeeld."

Art. 22.Artikel 370 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt : "Art 370. § 1. In de klasse A1, worden de weddeschalen als volgt vastgesteld (in euro) :

NA11

NA12

NA13

NA14

NA15

NA16

0

21.880

24.880

27.880

30.880

33.880

36.880

1

22.138

25.138

28.138

31.138

34.138

37.138

2

22.396

25.396

28.396

31.396

34.396

37.396

3

22.654

25.654

28.654

31.654

34.654

37.654

4

22.912

25.912

28.912

31.912

34.912

37.912

5

23.170

26.170

29.170

32.170

35.170

38.170

6

23.428

26.428

29.428

32.428

35.428

38.428

7

23.686

26.686

29.686

32.686

35.686

38.686

8

23.943

26.943

29.943

32.943

35.943

38.943

9

24.201

27.201

30.201

33.201

36.201

39.201

10

24.459

27.459

30.459

33.459

36.459

39.459

11

24.717

27.717

30.717

33.717

36.717

39.717

12

24.975

27.975

30.975

33.975

36.975

39.975

13

25.233

28.233

31.233

34.233

37.233

40.233

14

25.491

28.491

31.491

34.491

37.491

40.491

15

25.749

28.749

31.749

34.749

37.749

40.749

16

26.007

29.007

32.007

35.007

38.007

41.007

17

26.265

29.265

32.265

35.265

38.265

41.265

18

26.523

29.523

32.523

35.523

38.523

41.523

19

26.781

29.781

32.781

35.781

38.781

41.781

20

27.039

30.039

33.039

36.039

39.039

42.039

21

27.297

30.297

33.297

36.297

39.297

42.297

22

27.554

30.554

33.554

36.554

39.554

42.554

23

27.812

30.812

33.812

36.812

39.812

42.812

24

28.070

31.070

34.070

37.070

40.070

43.070

25

28.328

31.328

34.328

37.328

40.328

43.328

26

28.586

31.586

34.586

37.586

40.586

43.586

27

28.844

31.844

34.844

37.844

40.844

43.844

28

29.102

32.102

35.102

38.102

41.102

44.102

29

29.360

32.360

35.360

38.360

41.360

44.360


§ 2. In de klasse A2, worden de weddeschalen als volgt vastgesteld (in euro) :

NA21

NA22

NA23

NA24

NA25

0

25.880

29.680

32.680

35.680

38.680

1

26.076

29.876

32.876

35.876

38.876

2

26.272

30.072

33.072

36.072

39.072

3

26.468

30.268

33.268

36.268

39.268

4

26.663

30.463

33.463

36.463

39.463

5

26.859

30.659

33.659

36.659

39.659

6

27.055

30.855

33.855

36.855

39.855

7

27.251

31.051

34.051

37.051

40.051

8

27.447

31.247

34.247

37.247

40.247

9

27.643

31.443

34.443

37.443

40.443

10

27.839

31.639

34.639

37.639

40.639

11

28.034

31.834

34.834

37.834

40.834

12

28.230

32.030

35.030

38.030

41.030

13

28.426

32.226

35.226

38.226

41.226

14

28.622

32.422

35.422

38.422

41.422

15

28.818

32.618

35.618

38.618

41.618

16

29.014

32.814

35.814

38.814

41.814

17

29.210

33.010

36.010

39.010

42.010

18

29.406

33.206

36.206

39.206

42.206

19

29.601

33.401

36.401

39.401

42.401

20

29.797

33.597

36.597

39.597

42.597

21

29.993

33.793

36.793

39.793

42.793

22

30.189

33.989

36.989

39.989

42.989

23

30.385

34.185

37.185

40.185

43.185

24

30.581

34.381

37.381

40.381

43.381

25

30.777

34.577

37.577

40.577

43.577

26

30.972

34.772

37.772

40.772

43.772

27

31.168

34.968

37.968

40.968

43.968

28

31.364

35.164

38.164

41.164

44.164

29

31.560

35.360

38.360

41.360

44.360


§ 3. In de klasse A3, worden de weddeschalen als volgt vastgesteld (in euro) :

NA31

NA32

NA33

NA34

NA35

0

32.380

36.380

39.380

42.380

45.380

1

32.586

36.586

39.586

42.586

45.586

2

32.792

36.792

39.792

42.792

45.792

3

32.999

36.999

39.999

42.999

45.999

4

33.205

37.205

40.205

43.205

46.205

5

33.411

37.411

40.411

43.411

46.411

6

33.617

37.617

40.617

43.617

46.617

7

33.823

37.823

40.823

43.823

46.823

8

34.030

38.030

41.030

44.030

47.030

9

34.236

38.236

41.236

44.236

47.236

10

34.442

38.442

41.442

44.442

47.442

11

34.648

38.648

41.648

44.648

47.648

12

34.854

38.854

41.854

44.854

47.854

13

35.061

39.061

42.061

45.061

48.061

14

35.267

39.267

42.267

45.267

48.267

15

35.473

39.473

42.473

45.473

48.473

16

35.679

39.679

42.679

45.679

48.679

17

35.886

39.886

42.886

45.886

48.886

18

36.092

40.092

43.092

46.092

49.092

19

36.298

40.298

43.298

46.298

49.298

20

36.504

40.504

43.504

46.504

49.504

21

36.710

40.710

43.710

46.710

49.710

22

36.917

40.917

43.917

46.917

49.917

23

37.123

41.123

44.123

47.123

50.123

24

37.329

41.329

44.329

47.329

50.329

25

37.535

41.535

44.535

47.535

50.535

26

37.741

41.741

44.741

47.741

50.741

27

37.948

41.948

44.948

47.948

50.948

28

38.154

42.154

45.154

48.154

51.154

29

38.360

42.360

45.360

48.360

51.360


§ 4. In de klasse A4, worden de weddeschalen als volgt vastgesteld (in euro) :

NA41

NA42

NA43

NA44

0

39.570

43.570

47.570

51.570

1

39.826

43.826

47.826

51.826

2

40.082

44.082

48.082

52.082

3

40.338

44.338

48.338

52.338

4

40.593

44.593

48.593

52.593

5

40.849

44.849

48.849

52.849

6

41.105

45.105

49.105

53.105

7

41.361

45.361

49.361

53.361

8

41.617

45.617

49.617

53.617

9

41.873

45.873

49.873

53.873

10

42.129

46.129

50.129

54.129

11

42.384

46.384

50.384

54.384

12

42.640

46.640

50.640

54.640

13

42.896

46.896

50.896

54.896

14

43.152

47.152

51.152

55.152

15

43.408

47.408

51.408

55.408

16

43.664

47.664

51.664

55.664

17

43.920

47.920

51.920

55.920

18

44.176

48.176

52.176

56.176

19

44.431

48.431

52.431

56.431

20

44.687

48.687

52.687

56.687

21

44.943

48.943

52.943

56.943

22

45.199

49.199

53.199

57.199

23

45.455

49.455

53.455

57.455

24

45.711

49.711

53.711

57.711

25

45.967

49.967

53.967

57.967

26

46.222

50.222

54.222

58.222

27

46.478

50.478

54.478

58.478

28

46.734

50.734

54.734

58.734

29

46.990

50.990

54.990

58.990


§ 5. In de klasse A5, worden de weddeschalen als volgt vastgesteld (in euro) :

NA51

NA52

NA53

NA54

0

47.360

51.360

55.360

59.360

1

47.616

51.616

55.616

59.616

2

47.872

51.872

55.872

59.872

3

48.128

52.128

56.128

60.128

4

48.383

52.383

56.383

60.383

5

48.639

52.639

56.639

60.639

6

48.895

52.895

56.895

60.895

7

49.151

53.151

57.151

61.151

8

49.407

53.407

57.407

61.407

9

49.663

53.663

57.663

61.663

10

49.919

53.919

57.919

61.919

11

50.174

54.174

58.174

62.174

12

50.430

54.430

58.430

62.430

13

50.686

54.686

58.686

62.686

14

50.942

54.942

58.942

62.942

15

51.198

55.198

59.198

63.198

16

51.454

55.454

59.454

63.454

17

51.710

55.710

59.710

63.710

18

51.966

55.966

59.966

63.966

19

52.221

56.221

60.221

64.221

20

52.477

56.477

60.477

64.477

21

52.733

56.733

60.733

64.733

22

52.989

56.989

60.989

64.989

23

53.245

57.245

61.245

65.245

24

53.501

57.501

61.501

65.501

25

53.757

57.757

61.757

65.757

26

54.012

58.012

62.012

66.012

27

54.268

58.268

62.268

66.268

28

54.524

58.524

62.524

66.524

29

54.780

58.780

62.780

66.780


Art. 23.Artikel 371 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt : "

Art. 371.De graad van griffier en secretaris omvat de weddeschalen NBJ1, NBJ2, NBJ3, NBJ4 en NBJ5."

Art. 24.Artikel 372 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, wordt vervangen als volgt : "

Art. 372.De weddeschalen van de griffiers en de secretarissen worden als volgt vastgesteld (in euro) :

NBJ1

NBJ2

NBJ3

NBJ4

NBJ5

0

17.274

20.274

22.774

25.274

27.774

1

17.530

20.530

23.030

25.530

28.030

2

17.786

20.786

23.286

25.786

28.286

3

18.042

21.042

23.542

26.042

28.542

4

18.298

21.298

23.798

26.298

28.798

5

18.554

21.554

24.054

26.554

29.054

6

18.810

21.810

24.310

26.810

29.310

7

19.066

22.066

24.566

27.066

29.566

8

19.321

22.321

24.821

27.321

29.821

9

19.577

22.577

25.077

27.577

30.077

10

19.833

22.833

25.333

27.833

30.333

11

20.089

23.089

25.589

28.089

30.589

12

20.345

23.345

25.845

28.345

30.845

13

20.601

23.601

26.101

28.601

31.101

14

20.857

23.857

26.357

28.857

31.357

15

21.113

24.113

26.613

29.113

31.613

16

21.369

24.369

26.869

29.369

31.869

17

21.625

24.625

27.125

29.625

32.125

18

21.881

24.881

27.381

29.881

32.381

19

22.137

25.137

27.637

30.137

32.637

20

22.393

25.393

27.893

30.393

32.893

21

22.649

25.649

28.149

30.649

33.149

22

22.904

25.904

28.404

30.904

33.404

23

23.160

26.160

28.660

31.160

33.660

24

23.416

26.416

28.916

31.416

33.916

25

23.672

26.672

29.172

31.672

34.172

26

23.928

26.928

29.428

31.928

34.428

27

24.184

27.184

29.684

32.184

34.684

28

24.440

27.440

29.940

32.440

34.940

29

24.696

27.696

30.196

32.696

35.196


Art. 25.In deel II, boek II, titel III, hoofdstuk II, afdeling II, van hetzelfde Wetboek, wordt een onderafdeling III ingevoegd, luidende "Bevordering in weddeschaal".

Art. 26.In onderafdeling III, ingevoegd bij artikel 25, wordt een artikel 372bis ingevoegd, luidende : "

Art. 372bis.Het personeelslid wordt van de eerste naar de tweede weddeschaal van zijn graad of van zijn klasse bevorderd op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de twee volgende voorwaarden vervult : 1° ten minste drie jaar schaalanciënniteit tellen;2° in zijn weddeschaal drie keer de vermelding "uitzonderlijk" of de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" hebben behaald. In afwijking van het eerste lid wordt het personeelslid van de eerste naar de tweede weddeschaal van zijn graad of van zijn klasse bevorderd op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de drie volgende voorwaarden vervult : 1° ten minste twee jaar schaalanciënniteit tellen;2° in zijn weddeschaal twee keer de vermelding "uitzonderlijk" hebben behaald; 3° de vermelding "te verbeteren" noch de vermelding "onvoldoende" in zijn weddeschaal hebben gekregen.".

Art. 27.In dezelfde onderafdeling III wordt een artikel 372ter ingevoegd, luidende : "

Art. 372ter.In niveau B wordt het personeelslid bevorderd naar de hogere weddeschaal die niet de tweede weddeschaal van zijn graad is op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de twee volgende voorwaarden vervult : 1° ten minste zes jaar schaalanciënniteit tellen;2° in zijn weddeschaal zes keer een van de volgende vermeldingen hebben behaald : "uitzonderlijk" of "voldoet aan de verwachtingen". In afwijking van het eerste lid wordt het personeelslid bevorderd naar de hogere weddeschaal die niet de tweede weddeschaal van zijn graad is op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de drie volgende voorwaarden vervult : 1° ten minste vier jaar schaalanciënniteit tellen;2° in zijn weddeschaal vier keer de vermelding "uitzonderlijk" hebben behaald; 3° in zijn weddeschaal de vermelding "te verbeteren" noch de vermelding "onvoldoende" hebben behaald.".

Art. 28.In dezelfde onderafdeling III wordt een artikel 372quater ingevoegd, luidende : "

Art. 372quater.In niveau A, wordt het personeelslid bevorderd naar de hogere weddeschaal die niet de tweede weddeschaal van zijn klasse is op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de twee volgende voorwaarden vervult : 1° ten minste vijf jaar schaalanciënniteit tellen;2° in zijn weddeschaal vijf keer ofwel de vermelding "uitzonderlijk" ofwel "voldoet aan de verwachtingen". In afwijking van het eerste lid wordt het personeelslid bevorderd naar de hogere weddeschaal die niet de tweede weddeschaal van zijn klasse is op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de drie volgende voorwaarden vervult : 1° ten minste vier jaar schaalanciënniteit tellen;2° in zijn weddeschaal vier keer de vermelding "uitzonderlijk" hebben behaald;3° in zijn weddeschaal de vermelding "te verbeteren" noch de vermelding "onvoldoende" hebben behaald. In afwijking van het eerste en het tweede lid, gebeurt de bevordering naar de weddeschaal NA16 overeenkomstig artikel 372bis.".

Art. 29.In dezelfde onderafdeling III wordt een artikel 372quinquies ingevoegd, luidende : "

Art. 372quinquies.De functiehouder van hoofdgriffier of van hoofdsecretaris bedoeld in artikel 160, § 8, derde lid, wordt bevorderd naar de hogere weddeschaal of geniet schaalbonificaties in de klasse waarin hij is benoemd alsof hij jaarlijks de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" heeft behaald."

Art. 30.In dezelfde onderafdeling III wordt een artikel 372sexies ingevoegd, luidende : "

Art. 372sexies.Het contractuele personeelslid geniet de bevorderingen in weddeschaal bedoeld in de artikelen 372bis tot 372quater.

In afwijking van deze artikelen kan het contractuele personeelslid niet naar een schaal worden bevorderd die hoger is dan de derde schaal van zijn graad of klasse.".

Art. 31.In deel II, boek II, titel III, hoofdstuk II, afdeling II, van hetzelfde Wetboek, wordt een onderafdeling IV ingevoegd, luidende "Weddeschaal in het kader van de bevordering door overgang naar het hogere niveau, de bevordering naar de hogere klasse of de verandering van graad" .

Art. 32.In onderafdeling IV, ingevoegd bij artikel 31, wordt een artikel 372septies ingevoegd, luidende : "

Art. 372septies.Het personeelslid dat naar het hogere niveau of klasse is bevorderd, krijgt de eerste weddeschaal van zijn graad of klasse.

In afwijking van het eerste lid krijgt het personeelslid dat is bevorderd naar het hogere niveau of hogere klasse en bezoldigd in de weddeschaal bedoeld in de eerste kolom van de onderstaande tabel de weddeschaal van zijn graad of klasse vermeld in de tweede kolom :

Kolom 1

Kolom 2

Colonne 1

Colonne 2

C3

NBJ2

C3

NBJ2

C4

NBJ2

C4

NBJ2

C5

NBJ3

C5

NBJ3

B3

NA12

B3

NA12

B4

NA12

B4

NA12

B5

NA13

B5

NA13

NBI3 / NBJ3

NA12

NBI3 / NBJ3

NA12

NBI4 / NBJ4

NA13/NA22

NBI4 / NBJ4

NA13/NA22

NBI5 / NBJ5

NA14 / NA23

NBI5 / NBJ5

NA14 / NA23

NA12

NA22

NA12

NA22

NA13

NA23

NA13

NA23

NA14

NA24

NA14

NA24

NA15

NA25

NA15

NA25

NA16

NA25

NA16

NA25

NA23

NA32

NA23

NA32

NA24

NA33

NA24

NA33

NA25

NA34

NA25

NA34

NA34

NA42

NA34

NA42

NA35

NA43

NA35

NA43

NA43

NA52

NA43

NA52

NA44

NA53 ».

NA44

NA53".


Art. 33.In dezelfde onderafdeling IV wordt een artikel 372octies ingevoegd, luidende : "

Art. 372octies.Het personeelslid dat een verandering van graad krijgt naar de graad van griffier of secretaris, geniet de eerste, tweede, derde, vierde of vijfde weddeschaal van zijn nieuwe graad, naargelang hij de eerste, tweede, derde, vierde of vijfde weddeschaal van zijn vroegere graad genoot. Hij neemt zijn schaalanciënniteit mee alsook de vermeldingen die hij in deze weddeschaal heeft behaald.".

Art. 34.In hetzelfde Wetboek worden de artikelen 373bis, hersteld bij de wet van 25 april 2007, en 373ter, vervangen bij de wet van 25 april 2007, opgeheven.

Art. 35.In artikel 374 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de woorden "in de artikelen 373, 373bis en 373ter", vervangen door de woorden "in artikel 373".

Art. 36.In artikel 375 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, tweede lid, 1°, wordt aangevuld met de woorden "en de schaalbonificaties verleend krachtens de artikelen 56 tot 58 van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het invoeren van een nieuwe geldelijke loopbaan voor het gerechtspersoneel en van een mandatensysteem voor de hoofdgriffiers en de hoofdsecretarissen";2° het artikel wordt aangevuld met een § 5, luidende : " § 5.Het personeelslid wordt bevorderd naar de hogere weddeschaal of geniet schaalbonificaties in de graad of de klasse waarin hij is benoemd alsof hij jaarlijks de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" heeft behaald.".

Art. 37.Artikel 377, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 3 mei 2003, wordt aangevuld met een lid, luidende : "De wedde van de maand waarin een ambtenaar overlijdt, is integraal verschuldigd.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie

Art. 38.In de wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie, worden de volgende artikelen opgeheven : 1° de artikelen 170 en 171;2° artikel 172, gewijzigd bij de wet van 31 december 2012;3° de artikelen 173 tot 177. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde

Art. 39.Artikel 158 van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde wordt aangevuld met een lid, luidende : "Ingeval er voor de functie geen weging, bedoeld in artikel 160 van het Gerechtelijk Wetboek, werd uitgevoerd, wordt het personeelslid dat wordt benoemd als hoofdgriffier van de vredegerechten en de politierechtbank van het arrondissement, benoemd in de klasse A3 met weddeschaal A32."

Art. 40.Artikel 164 van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende zin : "Artikel 158, derde lid, treedt buiten werking op 30 juni 2014." HOOFDSTUK 5. - Overgangsbepalingen

Art. 41.§ 1. De personeelsleden die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet vast benoemd zijn tot een functie van hoofdgriffier die ingedeeld is in de klasse A3 overeenkomstig artikel 72, worden geacht te beantwoorden aan de voorwaarden opgenomen in artikel 262, § 3, eerste lid, en in artikel 265, § 3, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

De personeelsleden die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet vast benoemd zijn tot een functie van hoofdsecretaris die ingedeeld is in de klasse A3 overeenkomstig artikel 72, worden geacht te beantwoorden aan de voorwaarden opgenomen in artikel 262, § 3, eerste lid, en in artikel 265, § 3, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek. § 2. De hoofdgriffiers en de hoofdsecretarissen die een griffie of een parketsecretariaat leiden waarvan de personeelsformatie meer dan honderd personeelsleden telt en die vast zijn benoemd op het tijdstip van de inwerkingtreding van artikel 160, § 8, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek blijven hun functie vervullen tot de aanwijzing, naargelang het geval, van een hoofdgriffier of een hoofdsecretaris onder mandaat.

De hoofdgriffiers en de hoofdsecretaris bedoeld in het eerste lid kunnen deelnemen aan de selectie met het oog op de aanwijzing, naar gelang het geval, van een hoofgriffier of hoofdsecretaris onder mandaat. Indien zij in die functie niet aangewezen worden, behouden zij hun wedde en zijn zij gemachtigd, ten persoonlijken titel, de titel verbonden aan die functie te dragen, en dit tot de dag van hun inrustestelling, hun ontslag, hun afzetting of, in voorkomend geval, hun benoeming in een ander ambt of in een andere functie.

Art. 42.Ingeval er voor de functie geen weging bedoeld in artikel 160 van het Gerechtelijk Wetboek, werd uitgevoerd, krijgt het personeelslid dat aangewezen wordt als hoofdgriffier overeenkomstig hetzelfde artikel 160, § 8, derde lid, de laatste weddeschaal verbonden aan de klasse A3 tijdens de duur van zijn mandaat.

Art. 43.Het personeelslid dat vóór 4 februari 2013 voor een gecertificeerde opleiding is ingeschreven en na de inwerkingtreding van deze wet voor die opleiding slaagt, wordt, voor de toepassing van dit hoofdstuk, beschouwd als geslaagd vóór de inwerkingtreding ervan.

Het personeelslid dat op 1 juli 2014 overeenkomstig de bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding ervan, de bevordering naar de oude weddeschaal zou hebben gekregen, wordt beschouwd als bevorderd op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet.

Art. 44.§ 1. Het personeelslid dat een premie voor competentieontwikkeling of een competentietoelage geniet op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet of het genot ervan krijgt na de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 43 behoudt deze tot het verstrijken van de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding waaruit deze premie voortvloeit.

De geldigheidsduur verloopt en verstrijkt volgens de bepalingen die van kracht waren voor de inwerkingtreding van deze wet.

De premie wordt berekend en uitbetaald op de wijze die van kracht was voor de inwerkingtreding van deze wet. § 2. In afwijking van artikel 47 krijgt het in § 1 bedoelde personeelslid dat, volgens de bepalingen van kracht voor de inwerkingtreding van deze wet, op het einde van de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding naar de oude, hogere weddeschaal bevorderd zou zijn geweest, deze bevordering in weddeschaal in de oude weddeschaal op het einde van deze geldigheidsduur.

In afwijking van artikel 47 krijgt het personeelslid dat op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet bezoldigd is in de oude weddeschaal A41 of A42 en dat geslaagd is voor een gecertificeerde opleiding in deze oude weddeschaal, de vooruitgang in de hogere weddeschaal volgens de bepalingen die van kracht waren voor de inwerkingtreding van deze wet. Deze oude weddeschaal is herberekend overeenkomstig artikel 56, op basis van de geldelijke anciënniteit die hij op 1 januari 2017 zal hebben bereikt. § 3. Het in § 1 bedoelde personeelslid van wie de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding verstrijkt tussen de datum van inwerkingtreding van deze wet en 31 december 2016, zonder dat hij de in § 2 bedoelde vooruitgang in weddeschaal geniet behoudt het voordeel van zijn premie voor competentieontwikkeling of van zijn competentietoelage tot 31 december 2016 indien het aan de twee volgende voorwaarden voldoet : 1° niet in de voorwaarden zijn geweest om zich voor een nieuwe gecertificeerde opleiding in te schrijven;a) tussen 1 januari 2013 en 9 januari 2013 voor de personeelsleden van niveau A en voor de personeelsleden met de graad van griffier en secretaris;b) tussen 1 januari 2013 en 3 februari 2013 voor de andere personeelsleden;2° geen bevordering door overgang naar een hoger niveau noch bevordering naar de hogere klasse krijgen tussen de datum van inwerkingtreding van deze wet en 31 december 2016. De premie wordt berekend en uitbetaald volgens de nadere regels die van kracht waren voor de inwerkingtreding van deze wet.

Art. 45.In dit hoofdstuk verwijzen de woorden "oude weddeschaal" naar de weddeschalen bepaald : 1° in de artikelen 370 en 372 van het Gerechtelijk Wetboek zoals ze van toepassing waren voor de inwerkingtreding van deze wet.2° in bijlage III van het koninklijk besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel, zoals ze van toepassing was voor de inwerkingtreding van deze wet. De oude weddeschalen worden bepaald in bijlage 1.

In deze bijlage vermeldt de eerste kolom de benaming van de weddeschaal indien die bestaat, kolom 2 herneemt de minima en maxima en kolom 3 de evolutie.

Art. 46.§ 1. In dit hoofdstuk verwijzen de woorden "oude specifieke weddeschaal" naar een specifieke weddenschaal die sommige personeelsleden genieten bij de inwerkingtreding van deze wet, in voorkomend geval onder voorbehoud dat zij voordeliger is dan de oude weddeschalen bedoeld in artikel 45. § 2. De oude specifieke weddeschalen worden bepaald : 1° in de artikelen 171, 174 tot 178 van de wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie;2° in de bijlagen IV, VI et VII van het koninklijk besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel;3° in de bijlage III van het koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende vereenvoudiging van de loopbaan en vaststelling van de bezoldigingsregeling van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht bijstaan. De oude specifieke weddeschalen worden bepaald in bijlage 2.

In deze bijlage vermeldt de eerste kolom de benaming van de weddeschaal indien deze bestaat, kolom 2 herneemt de minima en maxima en kolom 3 de evolutie. § 3. Indien de oude weddeschaal, verhoogd met een schaalbonificatie met toepassing van de artikelen 58 en 59, oude weddeschaal waarop ze eveneens recht hebben, hen een voordeliger wedde waarborgt, worden de in de § 1 bedoelde personeelsleden bezoldigd in deze oude weddeschaal, zoals bepaald in bijlage 1.

Art. 47.In afwijking van de artikelen 370 en 372 van het Gerechtelijk Wetboek en van hoofdstuk I van titel IV van het koninklijk besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel, en onverminderd de toepassing van artikel 56, behouden de personeelsleden hun oude weddeschaal waarin ze werden bezoldigd op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet.

In afwijking van het eerste lid, krijgt het personeelslid dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet in de oude weddeschaal A11 wordt bezoldigd, de oude weddeschaal A12 die overeenkomstig artikel 56 op basis van de geldelijke anciënniteit die hij op 1 januari 2017 zal hebben bereikt, wordt herberekend. Hij krijgt deze oude weddeschaal op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij zes jaar dienstanciënniteit telt die in de oude weddeschaal A11 verworven is.

In afwijking van het eerste lid, krijgt het personeelslid dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet in de oude weddeschaal A51 of A52 wordt bezoldigd, respectievelijk de oude weddeschaal A52 of A53 die, overeenkomstig artikel 56 op basis van de geldelijke anciënniteit die hij op 1 januari 2017 zal hebben bereikt, wordt herberekend. Hij krijgt deze oude weddeschaal op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij zes jaar dienstanciënniteit telt die respectievelijk in de oude weddeschaal A51 of A52 verworven is.

Art. 48.In afwijking van de artikelen 370 en 372 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij deze wet, en van hoofdstuk I van titel IV van het koninklijke besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel, en onverminderd de toepassing van artikel 56, behouden de personeelsleden hun oude specifieke weddeschaal waarin ze werden bezoldigd op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet.

In voorkomend geval behouden ze ook de weddebijslag gekoppeld aan de oude weddeschaal of aan de oude specifieke weddeschaal.

Art. 49.De geldelijke anciënniteit van de personeelsleden, bedoeld in de artikelen 47 en 48, die hun oude weddeschaal, of hun oude specifieke weddeschaal behouden, wordt niet herberekend op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet.

Art. 50.Het personeelslid dat onder de toepassing van artikel 47 valt, krijgt op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij twee en een half jaar geldelijke anciënniteit telt die verworven is sinds 1 juli 2014 een bonificatie die "eerste schaalbonificatie" genoemd wordt.

Om het voordeel van het eerste lid te krijgen, moet het personeelslid drie keer de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" of de vermelding "uitzonderlijk" hebben behaald.

Art. 51.In afwijking van artikel 50 krijgt het personeelslid dat onder de toepassing van artikel 47 valt, de eerste schaalbonificatie na anderhalf jaar geldelijke anciënniteit indien het twee keer de vermelding "uitzonderlijk" heeft behaald en geen enkele keer de vermelding "te verbeteren" noch de vermelding "onvoldoende".

Art. 52.In afwijking van de artikelen 50 en 51 wordt de eerste schaalbonificatie verminderd met het bedrag van de premie voor competentieontwikkeling of van de in artikel 44, §§ 1 en 3, bedoelde competentietoelage. Ze is nooit negatief.

Art. 53.§ 1. Het in de artikelen 50 en 51 bedoelde personeelslid krijgt een bonificatie die "schaalbonificatie" genoemd wordt op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het zes jaar geldelijke anciënniteit telt vanaf de maand waarin het een eerste schaalbonificatie of de voorgaande schaalbonificatie heeft gekregen.

Om het voordeel van dit artikel te krijgen moet het personeelslid zes keer de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" of de vermelding "uitzonderlijk" hebben behaald sinds de maand waarin het een eerste schaalbonificatie of de voorgaande schaalbonificatie bekwam. § 2. In afwijking van § 1, krijgt het in de artikelen 50 en 51 bedoelde personeelslid van niveau A een bonificatie die "schaalbonificatie" genoemd wordt op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het vijf jaar geldelijke anciënniteit telt vanaf de maand waarin het een eerste schaalbonificatie of de voorgaande schaalbonificatie heeft gekregen.

Om het voordeel van dit artikel te krijgen moet het personeelslid vijf keer de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" of de vermelding "uitzonderlijk" hebben behaald sinds de maand waarin het een eerste schaalbonificatie of de voorgaande schaalbonificatie kreeg.

Art. 54.In afwijking van artikel 53 krijgt het personeelslid een schaalbonificatie na vier jaar geldelijke anciënniteit indien het vier keer de vermelding "uitzonderlijk" heeft behaald en geen enkele keer de vermelding "te verbeteren" of de vermelding "onvoldoende" sinds de maand waarin het een eerste schaalbonificatie of de voorgaande schaalbonificatie kreeg.

Art. 55.In afwijking van de artikelen 50, 51, 53 en 54 is de som van de wedde verschuldigd overeenkomstig de weddeschaal, berekend rekening houdend met artikel 56, van de eerste schaalbonificatie en van de verschillende schaalbonificaties beperkt tot het maximumbedrag van de hoogste schaal van de graad of de beschouwde klasse, zoals bepaald in de artikelen 370 en 372 van het Gerechtelijk Wetboek, of in bijlage III bij het koninklijk besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel.

Het maximumbedrag wordt voor de personeelsleden die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet een oude weddeschaal of een oude specifieke weddeschaal genieten evenwel opgetrokken tot het bedrag van de laatste trap van deze oude weddeschaal of van deze oude specifieke weddeschaal wanneer hun hoogste trap bij de inwerkingtreding van deze wet hoger ligt dan het in het eerste lid bedoelde maximumbedrag.

Art. 56.Vanaf 1 januari 2017 wordt de verhoging gekoppeld aan de vooruitgang naar de hogere trap van de oude weddeschalen bepaald in bijlage 1 en van de oude specifieke weddeschalen bepaald in bijlage 2 vastgesteld op : 1° 27 euro voor de weddeschalen van niveau D1;2° 122 euro voor de andere weddeschalen van de niveaus D, 3 en 4;3° 200 euro voor de weddeschalen van de niveaus C en 2;4° 256 euro voor de weddeschalen BJ1, BJ2, BJ3, BI1, BI2 en BI3;5° 270 euro voor de andere weddeschalen van de niveaus B en 2+;6° 258 euro voor de weddeschalen van de klasse A1;7° 196 euro voor de weddeschalen van de klasse A2;8° 206 euro voor de weddeschalen van de klasse A3;9° 256 euro voor de weddeschalen van de klassen A4 et A5;10° 200 euro voor de weddeschalen van het niveau 1;11° 200 euro voor de andere weddeschalen. Wat de toepassing van het eerste lid betreft gebeurt de vooruitgang een keer per jaar en wordt de oude weddeschaal of de oude specifieke weddeschaal beschouwd als een weddeschaal die een onbeperkt aantal trappen omvat.

Dit artikel is van toepassing op elke verhoging gekoppeld aan de anciënniteit die wordt uitgevoerd vanaf 1 januari 2017.

Art. 57.De eerste schaalbonificaties en de schaalbonificaties maken deel uit van de jaarwedde.

De bedragen van de eerste schaalbonificaties en de schaalbonificaties worden bepaald in bijlage 3 die de tabellen 1 en 2 omvat.

Art. 58.§ 1. De bedragen van de eerste schaalbonificaties zijn deze die zijn bepaald in tabel 2 van bijlage 3 voor : 1° het personeelslid dat in de laatste weddeschaal van zijn graad of van zijn klasse is bezoldigd op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet;2° het personeelslid dat geen premie voor competentieontwikkeling of competentietoelage geniet op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet, onverminderd artikel 43;3° het personeelslid dat overeenkomstig artikel 44, § 2, een bevordering in weddeschaal naar de oude hogere weddeschaal krijgt bij het verstrijken van de geldigheidsduur van zijn gecertificeerde opleiding indien deze oude hogere weddeschaal de laatste weddeschaal van zijn graad of van zijn klasse was; § 2. De bedragen zijn bepaald in tabel 1 van bijlage 3 voor de andere personeelsleden. § 3. In afwijking van § 1, 1°, krijgt het personeelslid dat bezoldigd is in de oude weddeschaal A12 het in tabel 1 van bijlage 3 bepaalde bedrag indien het een premie voor competentieontwikkeling of een competentietoelage geniet op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet. § 4. In afwijking van § 1, 2°, krijgen de personeelsleden die op 3 februari 2013 geen jaar niveauanciënniteit hadden het in tabel 1 van bijlage 3 bepaalde bedrag.

Deze paragraaf is niet van toepassing op het personeelslid dat zich volgens de bepalingen van kracht op 3 februari 2013 onmiddellijk voor een gecertificeerde opleiding had kunnen inschrijven. § 5. In afwijking van § 1, 2° krijgt het personeelslid dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet bezoldigd is in de oude weddeschaal A41 of A42 en dat geslaagd is voor een gecertificeerde opleiding in zijn weddeschaal het in tabel 1 van bijlage 3 bepaalde bedrag.

Art. 59.De bedragen van de schaalbonificaties zijn deze die zijn bepaald in tabel 2 van bijlage 3 voor : 1° het personeelslid dat in de laatste of de voorlaatste weddeschaal van zijn graad of klasse is bezoldigd;2° het personeelslid dat reeds één schaalbonificatie heeft genoten na de eerste schaalbonificatie, met uitzondering van de personeelsleden die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet in de schaal A12 zijn bezoldigd. De bedragen zijn bepaald in tabel 1 van bijlage 3 voor de andere personeelsleden.

Art. 60.De artikelen 43, 44, § 1, 3°, 45, 46, 47, eerste lid, 48 tot 57, 58, §§ 1, 2 en 5, en 59 zijn van toepassing op het contractuele personeelslid.

Contractuele personeelsleden kunnen, na de eerste bonificatie evenwel slechts één bonificatie genieten.

Het tweede lid is niet van toepassing op de medewerker keuken/schoonmaak.

Art. 61.In afwijking van artikel 58, § 1, 1°, krijgt het contractuele personeelslid dat bezoldigd is in de oude weddeschaal D1 het in tabel 1 bepaalde bedrag indien het een premie voor competentieontwikkeling of een competentietoelage geniet op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet.

Art. 62.In afwijking van artikel 58, § 1, 2°, krijgt het contractuele personeelslid dat op 3 februari 2013 niet sedert een jaar op een bepaald niveau in dienst was, het in tabel 1 bepaalde bedrag.

Dit artikel is niet van toepassing op het contractuele personeelslid dat zich volgens de bepalingen van kracht op 3 februari 2013 onmiddellijk voor een gecertificeerde opleiding had kunnen inschrijven.

Art. 63.In afwijking van de artikelen 366ter en 367bis, tweede en vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek en van de artikelen 47 en 63 van het koninklijk besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel, geniet het personeelslid dat contractueel is op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet en dat later voorlopig wordt benoemd, de tweede schaal van zijn graad of zijn klasse indien hij de eerste schaalbonificatie van zijn graad of van zijn klasse heeft genoten.

Hij geniet de derde weddeschaal van zijn graad of zijn klasse, indien hij een schaalbonificatie heeft gekregen na zijn eerste schaalbonificatie.

De geldelijke anciënniteit die hij heeft gekregen sinds de maand waarin hij zijn laatste schaalbonificatie heeft genoten, wordt gevaloriseerd als schaalanciënniteit.

Dit artikel is ook van toepassing op het personeelslid dat een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgt binnen een termijn van twaalf maanden sinds het einde van zijn vorige arbeidsovereenkomst.

Art. 64.Voor de berekening van de toelage voor het uitoefenen van een hoger ambt van de personeelsleden die voor een hoger ambt zijn aangewezen op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet, is de refertebezoldiging van dit hoger ambt de bezoldiging die toegekend is aan de personeelsleden die bij de inwerkingtreding van deze wet bezoldigd zijn in de eerste oude weddeschaal van de graad of de klasse waartoe dit ambt behoort. Zolang ze dit hoger ambt zonder onderbreking uitoefenen, genieten ze dezelfde schaalbonificaties als deze personeelsleden en op dezelfde wijze.

Ze vallen onder de toepassing van artikel 375, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art. 65.De personeelsleden in dienst op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet die een bevordering door overgang naar niveau C krijgen vanaf de inwerkingtreding van deze wet, genieten de eerste weddeschaal van hun graad die hen in de trap die overeenstemt met de geldelijke anciënniteit die ze in deze graad genieten een verhoging waarborgt van ten minste 500 euro ten opzichte van de jaarwedde waarin ze worden bezoldigd.

Art. 66.De personeelsleden in dienst op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet die een bevordering door overgang naar niveau B krijgen na de inwerkingtreding van deze wet genieten de eerste weddeschaal van hun graad die hen in de trap die overeenstemt met de geldelijke anciënniteit die ze in deze graad genieten een verhoging waarborgt van ten minste 750 euro ten opzichte van de jaarwedde waarin ze worden bezoldigd.

Art. 67.De personeelsleden in dienst op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet die een bevordering door overgang naar niveau A krijgen na de inwerkingtreding van deze wet, genieten de eerste weddeschaal van hun klasse die hen in de trap die overeenstemt met de geldelijke anciënniteit die ze op niveau A genieten een verhoging waarborgt van ten minste 1.500 euro ten opzichte van de jaarwedde waarin ze bezoldigd worden. In dit geval is artikel 366, § 5, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek niet van toepassing.

Art. 68.De personeelsleden in dienst op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet die een bevordering naar de klassen A2, A3, A4 of A5, krijgen na de inwerkingtreding van deze wet, genieten de eerste weddeschaal van hun klasse die hen in de trap die overeenstemt met de geldelijke anciënniteit die ze in deze klasse genieten een verhoging van ten minste 3.000 euro waarborgt ten opzichte van de jaarwedde waarin ze bezoldigd worden. Indien geen enkele weddeschaal hen deze verhoging waarborgt, genieten ze de laatste weddeschaal van de klasse.

Dit artikel is niet van toepassing op de bevordering in weddeschaal naar de oude weddeschaal A21 bedoeld in artikel 44, § 2.

Art. 69.De personeelsleden die een verandering van graad krijgen, worden bezoldigd in de eerste weddeschaal van deze graad die hen in de trap die met hun geldelijke anciënniteit overeenstemt een jaarwedde waarborgt die ten minste gelijk is aan de jaarwedde waarin ze bezoldigd worden. Indien geen enkele weddeschaal hen deze gelijkheid waarborgt, genieten ze de laatste weddeschaal van deze graad.

Ingeval artikel 44, § 2, wordt toegepast na de verandering van graad, is het eerste lid opnieuw van toepassing.

Art. 70.Voor de toepassing van de artikelen 65 tot 69, is de jaarwedde de som van de wedde verbonden aan de oude weddeschaal, berekend overeenkomstig artikel 56, en de genoten schaalbonificaties.

Er wordt geen rekening gehouden met weddesupplementen, noch met premies of toelagen.

Art. 71.De personeelsleden die tussen 1 december 2006 en de inwerkingtreding van deze wet naar een hoger niveau zijn overgegaan, behouden het voordeel van artikel 27, § 2, van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, zoals het bestond op het tijdstip van zijn opheffing bij het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.

Art. 72.Ingeval een functie nog niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een weging zoals bedoeld in artikel 160 van het Gerechtelijk Wetboek, wordt het personeelslid dat is benoemd in niveau A in een gerecht of een parket dat hierna in kolom 1 is opgenomen en dat de titel draagt die voorkomt in kolom 2, benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen en het verkrijgt de daaraan verbonden weddeschalen, overeenkomstig artikel 367bis van het Gerechtelijk Wetboek.

1

2

3

1

2

3

Hof van Cassatie, hoven van beroep, arbeidshoven, rechtbanken van eerste aanleg, arbeidsrechtbanken, rechtbanken van koophandel, vredegerechten en politierechtbank van het arrondissement

Hoofdgriffier

A3

Cour de cassation, cours d'appel, cours du travail, tribunaux de première instance, tribunaux du travail, tribunaux de commerce, justices de paix et tribunaux de police de l'arrondissement

Greffier en chef

A3

Parket van het Hof van Cassatie, parket van het hof van beroep, parketten van het arbeidshof, federaal parket, parket van de procureur des Konings en parket van de arbeidsauditeur

Hoofdsecretaris

A3

Parquet de la Cour de cassation, parquet de la cour d'appel, parquet de la cour du travail, parquet fédéral, parquet du procureur du Roi et parquet de l'auditeur du travail

Secrétaire en chef

A3

Politierechtbanken en vredegerechten

Hoofdgriffier

A2

Tribunaux de police et justices de paix

Greffier en chef

A2

Hof van Cassatie, hoven van beroep, arbeidshoven, rechtbanken van eerste aanleg, arbeidsrechtbanken, rechtbanken van koophandel, vredegerechten en politierechtbank van het arrondissement

Griffier-hoofd van dienst

A2

Cour de cassation, cours d'appel, cours du travail, tribunaux de première instance, tribunaux du travail, tribunaux de commerce, justices de paix et tribunaux de police de l'arrondissement

Greffier-chef de service

A2

Parket van het Hof van Cassatie, parket van het hof van beroep, parketten van het arbeidshof, federaal parket, parket van de procureur des Konings en parket van de arbeidsauditeur

Secretaris-hoofd van dienst

A2

Parquet de la Cour de cassation, parquet de la cour d'appel, parquet de la cour du travail, parquet fédéral, parquet du procureur du Roi et parquet de l'auditeur du travail

Secrétaire-chef de service

A2

Politierechtbanken

Griffier-hoofd van dienst

A1

Tribunaux de police

Greffier-chef de service

A1

Hoven en rechtbanken

Referendaris

A1

Cours et tribunaux

Référendaire

A1

Parketten bij de hoven en rechtbanken

Parketjurist

A1

Parquets près les cours et tribunaux

Juriste de parquet

A1


Art. 73.Tot de inwerkingtreding van artikel 24 van de wet van 18 februari 2014 betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie, wordt het in artikel 185/6 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde beheersplan voor de toepassing van artikel 287ter/1, § 5, van hetzelfde Wetboek vervangen door het in artikel 259quater, § 2, lid 3, van hetzelfde Wetboek bedoelde beleidsplan van de korpschef. HOOFDSTUK 6. - Inwerkingtreding

Art. 74.Deze wet treedt in werking op 1 juli 2014, met uitzondering van de artikelen 39 en 40 die in werking treden op 1 april 2014.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 10 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-3404 Integraal verslag : 20 maart 2014 Senaat (www.senaat.be) : Stukken : 5-2770 Handelingen van de Senaat : 3 april 2014.

Bijlage 1

Oude weddeschalen

Anciennes échelles de traitement

Kolom 1

Kolom 2

Kolom 3

Colonne 1

Colonne 2

Colonne 3

D1

12.950,94-14.131,82

3/1 x 110,90 10/2 x 59,34 2/2 x 127,39

D1

12.950,94-14.131,82

3/1 x 110,90 10/2 x 59,34 2/2 x 127,39

D2

12.951,56-16.938,06

3/1 x 140,09 5/2 x 194,67 8/2 x 324,11

D2

12.951,56-16.938,06

3/1 x 140,09 5/2 x 194,67 8/2 x 324,11

D3

13.895,94-18.176,11

3/1 x 140,09 5/2 x 213,5 8/2 x 349,05

D3

13.895,94-18.176,11

3/1 x 140,09 5/2 x 213,5 8/2 x 349,05

D4

14.400,00-19.582,48

3/1 x 218,66 4/2 x 259 10/2 x 349,05

D4

14.400,00-19.582,48

3/1 x 218,66 4/2 x 259 10/2 x 349,05

D5

15.400,00-20.582,48

3/1 x 218,66 4/2 x 259 10/2 x 349,05

D5

15.400,00-20.582,48

3/1 x 218,66 4/2 x 259 10/2 x 349,05

C1

14.273,70-22.648,02

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 11/2 x 623,61

C1

14.273,70-22.648,02

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 11/2 x 623,61

C2

15.905,00-24.457,38

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61

C2

15.905,00-24.457,38

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61

C3

17.990,45-27.166,44

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61

C3

17.990,45-27.166,44

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61

B1

16.804,00-25.218,00

3/1 x 253 1/2 x 293 1/2 x 391 2/2 x 673 9/2 x 625

B1

16.804,00-25.218,00

3/1 x 253 1/2 x 293 1/2 x 391 2/2 x 673 9/2 x 625

B2

18.663,00-30.884,00

3/1 x 620 7/2 x 793 3/2 x 918 4/2 x 514

B2

18.663,00-30.884,00

3/1 x 620 7/2 x 793 3/2 x 918 4/2 x 514

B3

20.903,00-33.124,00

3/1 x 620 7/2 x 793 3/2 x 918 4/2 x 514

B3

20.903,00-33.124,00

3/1 x 620 7/2 x 793 3/2 x 918 4/2 x 514

BA1

16.804,00-25.218,00

3/1 x 253 1/2 x 293 1/2 x 391 2/2 x 673 9/2 x 625

BA1

16.804,00-25.218,00

3/1 x 253 1/2 x 293 1/2 x 391 2/2 x 673 9/2 x 625

BA2

18.663,00-30.884,00

3/1 x 620 7/2 x 793 3/2 x 918 4/2 x 514

BA2

18.663,00-30.884,00

3/1 x 620 7/2 x 793 3/2 x 918 4/2 x 514

BA3

20.903,00-33.124,00

3/1 x 620 7/2 x 793 3/2 x 918 4/2 x 514

BA3

20.903,00-33.124,00

3/1 x 620 7/2 x 793 3/2 x 918 4/2 x 514

BI1

17.274,00-25.688,00

3/1 x 253 1/2 x 293 1/2 x 391 2/2 x 673 9/2 x 625

BI1

17.274,00-25.688,00

3/1 x 253 1/2 x 293 1/2 x 391 2/2 x 673 9/2 x 625

BI2

21.731,00-32.396,00

3/1 x 372 2/2 x 293 3/2 x 673 1/2 x 992 8/2 x 744

BI2

21.731,00-32.396,00

3/1 x 372 2/2 x 293 3/2 x 673 1/2 x 992 8/2 x 744

BI3

24.531,00-35.196,00

3/1 x 372 2/2 x 293 3/2 x 673 1/2 x 992 8/2 x 744

BI3

24.531,00-35.196,00

3/1 x 372 2/2 x 293 3/2 x 673 1/2 x 992 8/2 x 744

BJ1

17.274,00-25.688,00

3/1 x 253 1/2 x 293 1/2 x 391 2/2 x 673 9/2 x 625

BJ1

17.274,00-25.688,00

3/1 x 253 1/2 x 293 1/2 x 391 2/2 x 673 9/2 x 625

BJ2

21.731,00-32.396,00

3/1 x 372 2/2 x 293 3/2 x 673 1/2 x 992 8/2 x 744

BJ2

21.731,00-32.396,00

3/1 x 372 2/2 x 293 3/2 x 673 1/2 x 992 8/2 x 744

BJ3

24.531,00-35.196,00

3/1 x 372 2/2 x 293 3/2 x 673 1/2 x 992 8/2 x 744

BJ3

24.531,00-35.196,00

3/1 x 372 2/2 x 293 3/2 x 673 1/2 x 992 8/2 x 744

A11

21.880,00-33.895,00

27/1 x 445

A11

21.880,00-33.895,00

27/1 x 445

A12

23.880,00-35.895,00

27/1 x 445

A12

23.880,00-35.895,00

27/1 x 445

A21

25.880,00-38.360,00

26/1 x 480

A21

25.880,00-38.360,00

26/1 x 480

A22

28.880,00-41.360,00

26/1 x 480

A22

28.880,00-41.360,00

26/1 x 480

A23

31.880,00-44.360,00

26/1 x 480

A23

31.880,00-44.360,00

26/1 x 480

A31

32.380,00-44.860,00

24/1 x 520

A31

32.380,00-44.860,00

24/1 x 520

A32

35.880,00-48.360,00

24/1 x 520

A32

35.880,00-48.360,00

24/1 x 520

A33

38.880,00-51.360,00

24/1 x 520

A33

38.880,00-51.360,00

24/1 x 520

A41

39.570,00-52.990,00

22/1 x 610

A41

39.570,00-52.990,00

22/1 x 610

A42

42.570,00-55.990,00

22/1 x 610

A42

42.570,00-55.990,00

22/1 x 610

A43

45.570,00-58.990,00

22/1 x 610

A43

45.570,00-58.990,00

22/1 x 610

A51

47.360,00-60.780,00

22/1 x 610

A51

47.360,00-60.780,00

22/1 x 610

A52

50.360,00-63.780,00

22/1 x 610

A52

50.360,00-63.780,00

22/1 x 610

A53

53.360,00-66.780,00

22/1 x 610

A53

53.360,00-66.780,00

22/1 x 610


Bijlage 2

Oude specifieke weddeschalen

Anciennes échelles de traitement spécifiques

Kolom 1

Kolom 2

Kolom 3

Colonne 1

Colonne 2

Colonne 3

40A

12.246,70-13.404,34

3/1 x 108,72 10/2 x 58,17 2/2 x 124,89

40A

12.246,70-13.404,34

3/1 x 108,72 10/2 x 58,17 2/2 x 124,89

40B

12.334,26-14.025,66

3/1 x 108,72 2/2 x 58,17 10/2 x 124,89

40B

12.334,26-14.025,66

3/1 x 108,72 2/2 x 58,17 10/2 x 124,89

42B

12.495,17-14.551,57

3/1 x 108,72 2/2 x 108,72 10/2 x 151,28

42B

12.495,17-14.551,57

3/1 x 108,72 2/2 x 108,72 10/2 x 151,28

42C

13.004,89-15.249,61

3/1 x 108,72 2/2 x 151,28 10/2 x 161,60

42C

13.004,89-15.249,61

3/1 x 108,72 2/2 x 151,28 10/2 x 161,60

42E

14.277,92-16.522,64

3/1 x 108,72 2/2 x 151,28 10/2 x 161,60

42E

14.277,92-16.522,64

3/1 x 108,72 2/2 x 151,28 10/2 x 161,60

44/1

13.661,98-15.906,70

3/1 x 108,72 2/2 x 151,28 10/2 x 161,60

44/1

13.661,98-15.906,70

3/1 x 108,72 2/2 x 151,28 10/2 x 161,60

30D

13.004,89-17.190,91

3/1 x 140,09 5/2 x 194,67 8/2 x 349,05

30D

13.004,89-17.190,91

3/1 x 140,09 5/2 x 194,67 8/2 x 349,05

30E

13.190,84-17.509,86

3/1 x 140,09 5/2 x 221,27 8/2 x 349,05

30E

13.190,84-17.509,86

3/1 x 140,09 5/2 x 221,27 8/2 x 349,05

20C

14.558,01-22.932,33

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 11/2 x 623,61

20C

14.558,01-22.932,33

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 11/2 x 623,61

23/2

16.984,83-25.537,21

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61

23/2

16.984,83-25.537,21

3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61

26H

17.728,11-26.802,64

3/1 x 252,18 1/2 x 292,59 1/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27

26H

17.728,11-26.802,64

3/1 x 252,18 1/2 x 292,59 1/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27

28G

21.078,61-30.176,92

3/1 x 292,59 2/2 x 292,59 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27

28G

21.078,61-30.176,92

3/1 x 292,59 2/2 x 292,59 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27

10A

20.705,34-32.165,25

3/1 x 624,27 10/2 x 958,71

10A

20.705,34-32.165,25

3/1 x 624,27 10/2 x 958,71

10B

22.497,86-34.916,48

3/1 x 624,27 11/2 x 958,71

10B

22.497,86-34.916,48

3/1 x 624,27 11/2 x 958,71

10C

25.507,15-37.925,77

3/1 x 624,27 11/2 x 958,71

10C

25.507,15-37.925,77

3/1 x 624,27 11/2 x 958,71

13A

27.923,80-42.638,83

11/2 x 1.337,73

13A

27.923,80-42.638,83

11/2 x 1.337,73

13B

30.715,07-49.443,29

11/2 x 1.337,73

13B

30.715,07-49.443,29

11/2 x 1.337,73

15A

39.122,44-53.984,76

11/2 x 1.351,12

15A

39.122,44-53.984,76

11/2 x 1.351,12

1922

37.694,74-50.327,91

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1922

37.694,74-50.327,91

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1923

27.513,62-40.146,79

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1923

27.513,62-40.146,79

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1924

35.465,30-48.098,47

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1924

35.465,30-48.098,47

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1925

25.358,51-37.991,68

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1925

25.358,51-37.991,68

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1926

33.681,72-46.314,89

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1926

33.681,72-46.314,89

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1927

29.371,48-42.004,65

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1927

29.371,48-42.004,65

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1928

20.453,72-33.086,89

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

1928

20.453,72-33.086,89

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

2914

17.927,00-30.560,17

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

2914

17.927,00-30.560,17

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

2915

17.258,24-29.891,41

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69

2915

17.258,24-29.891,41

5/3 x 1.857,82 3/3 x 1.114,69


Bijlage 3

Tabel 1

Tableau 1

GRAAD of KLASSE

Eerste schaal- bonificatie

Schaal-bonificatie

GRADE ou CLASSE

Première bonification d'échelle

Bonification d'échelle

medewerker

1000

1000

collaborateur

1000

1000

medewerker keuken/ schoonmaak

800

200

collaborateur cuisine/ nettoyage

800

200

assistent

1700

1700

assistant

1700

1700

ICT-deskundige

2500

2500

expert ICT

2500

2500

administratief deskundige

2000

2000

expert administratif

2000

2000

deskundige

2000

2000

expert

2000

2000

griffier

2000

2000

greffier

2000

2000

secretaris

2000

2000

secrétaire

2000

2000

klasse A1

3000

3000

classe A1

3000

3000

klasse A2

3000

3000

classe A2

3000

3000

klasse A3

3000

3000

classe A3

3000

3000

klasse A4

2000

3000

classe A4

2000

3000

klasse A5

2000

3000

classe A5

2000

3000

Tabel 2

Tableau 2

GRAAD of KLASSE

Eerste schaal- bonificatie

Schaal-bonificatie

GRADE ou CLASSE

Première bonification d'échelle

Bonification d'échelle

medewerker

400

800

collaborateur

400

800

medewerker keuken/ schoonmaak

200

200

collaborateur cuisine/ nettoyage

200

200

assistent

500

1000

assistant

500

1000

ICT-deskundige

500

1000

expert ICT

500

1000

administratief deskundige

500

1000

expert administratif

500

1000

deskundige

500

1000

expert

500

1000

griffier

500

1000

greffier

500

1000

secretaris

500

1000

secrétaire

500

1000

klasse A1

800

3000

classe A1

800

3000

klasse A2

800

1800

classe A2

800

1800

klasse A3

800

1800

classe A3

800

1800

klasse A4

800

1000

classe A4

800

1000

klasse A5

800

1000

classe A5

800

1000

^