Etaamb.openjustice.be
Wet van 03 december 2017
gepubliceerd op 06 maart 2019

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Zuid-Afrika inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door partners van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Pretoria op 14 januari 2016 (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2018014287
pub.
06/03/2019
prom.
03/12/2017
ELI
eli/wet/2017/12/03/2018014287/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2017. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Zuid-Afrika inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door partners van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Pretoria op 14 januari 2016 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Zuid-Afrika inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door partners van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Pretoria op 14 januari 2016, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 3 december 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: nr. 54-2644 Integraal verslag: zonder verslag. (2) Zie Decreet van het Vlaamse Gewest van 01/07/2016 (Belgisch Staatsblad van 17/08/2016), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 12/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 06/01/2017), Decreet van het Waalse Gewest van 22/11/2018), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 15/11/2018 (Belgisch Staatsblad van 28/11/2018).(3) Datum inwerkingtreding : 01/03/2019 (art.8).

OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN DE REPUBLIEK ZUID-AFRIKA INZAKE HET VERRICHTEN VAN BETAALDE WERKZAAMHEDEN DOOR PARTNERS VAN HET DIPLOMATIEK EN CONSULAIR PERSONEEL Het Koninkrijk België, vertegenwoordigd door: de Federale Regering, de Vlaamse Regering, de Waalse Regering, de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en de Republiek Zuid-Afrika Geleid door de wens een overeenkomst te sluiten teneinde het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het personeel van de diplomatieke zendingen van de Zendstaat dan wel van consulaire posten die deze heeft op het grondgebied van de Ontvangende Staat, te vergemakkelijken;

Zijn het volgende overeengekomen: Artikel 1 Voorwaarden 1.1 Op grond van wederkerigheid mag de partner van een personeelslid van de Zendstaat onder bepaalde voorwaarden in de Ontvangende Staat betaalde werkzaamheden verrichten. 1.2 Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder: (a) "personeelslid van de Zendstaat": een diplomatiek ambtenaar, een lid van het administratieve of technische personeel en van het bedienend personeel van de diplomatieke zending dat is aangemeld bij de Ontvangende Staat of bij internationale organisaties die een zetel hebben in de Ontvangende Staat, een consulair ambtenaar, een consulair bediende en een lid van het bedienend personeel van de consulaire post, dat geen onderdaan is van de Ontvangende Staat of geen vaste verblijfhouder op zijn grondgebied;(b) "partner": een persoon die als dusdanig door de Ontvangende Staat werd erkend, die een personeelslid van de Zendstaat vergezelt en die geen ingezetene is van de Ontvangende Staat of geen vaste verblijfhouder op zijn grondgebied.Met dit begrip wordt ook de wettelijke partner bedoeld; (c) "Diplomatiek Verdrag" betekent het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 1961;(d) "Consulair Verdrag "betekent het Verdrag van Wenen inzake consulair verkeer van 1963. 1.3 Op aanvraag krijgt de partner de toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten. Deze toestemming kan ingaan vanaf de aanstelling van het personeelslid van de Zendstaat en vervalt wanneer de aanstelling eindigt. 1.4 De toestemming voor een partner om betaalde werkzaamheden te verrichten vervalt: (a) wanneer de aanstelling van het personeelslid van de Zendstaat eindigt;of (b) wanneer de partner niet langer deel uitmaakt van het gezin. 1.5 De toestemming voor een partner om betaalde werkzaamheden te verrichten wordt verleend overeenkomstig de wetten en voorschriften die in de Ontvangende Staat van kracht zijn en betekent niet dat de begunstigde wordt vrijgesteld van de wettelijke of andere vereisten inzake betaalde werkzaamheden, ongeacht of deze persoonsgegevens, professionele, commerciële of andere kwalificaties betreffen waarvan de belanghebbende het bewijs dient te leveren voor het verrichten van bedoelde werkzaamheden.

Art. 2 Civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht 2.1 Ingeval de partner civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht geniet in de Ontvangende Staat, overeenkomstig het Diplomatiek Verdrag, het Consulair Verdrag, dan wel enig ander toepasselijk internationaal verdrag, is deze immuniteit niet van toepassing op handelingen die voortvloeien uit het verrichten van betaalde werkzaamheden welke onder het burgerlijk en administratief recht van de Ontvangende Staat vallen. 2.2 In dat geval zal de Zendstaat ook afstand doen van de immuniteit van tenuitvoerlegging van alle gerechtelijke uitspraken tegen de betreffende partner.

Art. 3 Immuniteit ten aanzien van strafzaken Ingeval de partner immuniteit geniet ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van het Diplomatiek Verdrag, het Consulair Verdrag, dan wel van enig ander internationaal verdrag: a) doet de Zendstaat afstand van de immuniteit van de rechtsmacht in strafzaken die de partner ten aanzien van de Ontvangende Staat geniet met betrekking tot elk handelen of nalaten dat voortvloeit uit de betaalde werkzaamheden, behalve in bijzondere gevallen wanneer de Zendstaat van mening is dat het doen van afstand in strijd zou kunnen zijn met zijn belangen;en b) het doen van afstand van immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken wordt niet geacht mede betrekking te hebben op de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak, waarvan uitdrukkelijk afstand moet worden gedaan.In dergelijk geval neemt de Zendstaat het verzoek van de Ontvangende Staat ernstig in overweging.

Art. 4 Belasting- en sociale zekerheidsstelsels In overeenstemming met de bepalingen van het Diplomatiek Verdrag, het Consulair Verdrag dan wel krachtens enig ander toepasselijk internationaal verdrag is de partner onderworpen aan de belasting- en sociale zekerheidsstelsels van de Ontvangende Staat, ten aanzien van alles wat verband houdt met het verrichten van bedoelde werkzaamheden in deze Staat.

Art. 5 Procedures 5.1 Elk verzoek om toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden wordt uit naam van de partner door de ambassade van de Zendstaat gestuurd naar de dienst Protocol van het Departement Internationale Betrekkingen en Samenwerking van de Republiek Zuid-Afrika dan wel naar de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van het Koninkrijk België. 5.2 Na verificatie of de betrokkene een partner is zoals voorzien in het toepassingsgebied van deze Overeenkomst en na onderzoek van het officiële verzoek, zal de regering van de Ontvangende Staat de ambassade van de Zendstaat ervan in kennis stellen dat de partner de betaalde werkzaamheid mag uitoefenen. 5.3 De gevolgde procedures worden dusdanig toegepast dat de partner zo snel mogelijk betaalde werkzaamheden kan verrichten. In het verlengde hiervan zal onverwijld worden overgegaan tot de formaliteiten voor het verkrijgen van de toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten.

Art. 6 Duur en beëindiging Deze Overeenkomst blijft voor onbepaalde duur van kracht, met dien verstande dat elk van de Partijen ze te allen tijde kan beëindigen door hiervan zes (6) maanden van te voren schriftelijk kennis te geven aan de andere Partij.

Art. 7 Repatriëring van geldmiddelen Personen die in het kader van deze Overeenkomst de toestemming hebben om betaalde werkzaamheden te verrichten mogen hun bezoldigingen voor deze werkzaamheden repatriëren vanop het grondgebied van de staat van de Partij waar de werkzaamheden worden uitgevoerd, overeenkomstig de voorwaarden die in de nationale wetgeving van de betreffende staat voor buitenlandse werknemers zijn vastgelegd.

Art. 8 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag van uitwisseling van de laatste kennisgeving van de voltooiing van de grondwettelijke en wettelijke procedures.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Pretoria, op 14 januari 2016, in twee originele exemplaren, in de Nederlandse, de Franse en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

^