16 JANUARI 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere leden van het personeel van het Overheidsbedrijf voor de Digitale Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC)

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 25 oktober 2018 betreffende het Overheidsbedrijf voor de Digitale Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC);

Op het voorstel van de Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I - Algemene bepalingen HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder : 1° "decreet" : het decreet van 25 oktober 2018 betreffende het Overheidsbedrijf voor de Digitale Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC);2° "het Overheidsbedrijf" : betreffende het Overheidsbedrijf voor de Digitale Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC), zoals georganiseerd bij het decreet van 25 oktober 2018 bedoeld in 1 ° ;3° "Minister" : het lid van de Regering van de Franse Gemeenschap dat administratieve informatica in zijn bevoegdheden heeft;4° "communicatiekosten" : alle uitgaven in verband met geschreven, audiovisuele en elektronische publicaties, voorlichtings- en bewustmakingsactiviteiten ten gunste van het publiek en de daarmee samenhangende bijkomende kosten;5° "vertegenwoordigingskosten" : alle uitgaven in verband met restaurant-, receptiekosten en/of relatiegeschenken die de behoeften van de dienst vereisen in verband met betrekkingen met vertegenwoordigers van externe organisaties buiten het Overheidsbedrijf. HOOFDSTUK 2. - Subdelegaties Deel 1. - Voorwerp en vorm van subdelegatie

Art. 2.§ 1. Behalve in gevallen waarin dit besluit deze mogelijkheid uitdrukkelijk verbiedt of beperkt, kunnen de delegatiehoudende overheden, door middel van een schriftelijke en voorafgaande subdelegatie, opgesteld overeenkomstig de procedures van artikel 3, de door dit besluit toegewezen bevoegdheden of een deel daarvan delegeren aan de personeelsleden die zij aanwijzen.

De delegatiehoudende overheden mogen alleen delegeren aan de personeelsleden over wie zij hun hiërarchische gezag uitoefenen. § 2. In geval van afwezigheid of verhindering van de subgedelegeerde, en van de persoon die op grond van de subdelegatie voor zijn vervanging moet zorgen, wordt de delegatiehoudende bevoegdheid uitgeoefend door de bevoegde delegatiehoudende overheid.

Indien de delegatiehoudende overheid zelf afwezig is, wordt voor de plaatsvervanging gezorgd overeenkomstig hoofdstuk 4 van deze titel. § 3. De bevoegdheid tot subdelegatie als bedoeld in het eerste lid kan, behoudens in gevallen waarin dit besluit daarin uitdrukkelijk voorziet, niet worden gesubdelegeerd.

Art. 3.§ 1. Elke subdelegatie is gebaseerd op een schriftelijke en voorafgaande akte.

Om geldig te worden opgesteld, vermeldt de subdelegatie : 1° de datum waarop deze is vastgesteld;2° de jurisdictie die het voorwerp uitmaakt van de overeenkomst en haar wettelijke of regelgevende basis;3° de regelgevende basis die subdelegatie verleent;4° de identiteit, het ambt en de rang van de delegatiehoudende overheid en de subgedelegeerde;5° desgevallend, indien de delegatiehoudende instantie dit gepast acht of indien dit besluit erin voorziet, de identiteit, het ambt en de rang van de plaatsvervanger (s) die is/zijn aangewezen om de delegatiehoudende bevoegdheid uit te oefenen in geval van afwezigheid of verhindering van de subgedelegeerde. § 2. Hij bevat ook de handtekening van de delegatiehoudende overheid en de subgedelegeerde (n). § 3. De akte vermeldt ook de datum van inwerkingtreding, maar deze mag niet vroeger zijn dan de datum van de vaststelling ervan en, in voorkomend geval, de datum waarop deze eindigt.

Bij gebrek aan vermelding van de datum van inwerkingtreding van de in lid 1 bedoelde akte, wordt deze geacht in werking te treden op de datum van bekendmaking ervan, overeenkomstig artikel 7. § 4. De bepalingen van dit besluit die uitdrukkelijk van paragraaf 1 afwijken, worden strikt geïnterpreteerd. Afdeling 2. - Herroepen en wijziging van subgedelegeerde

Art. 4.§ 1. De delegatiehoudende instantie kan te allen tijde besluiten de verleende subdelegatie geheel of gedeeltelijk te herroepen door middel van een schriftelijke en voorafgaande herroepingsakte waarin de identiteit, ambt en rang worden vermeld van het personeelslid met betrekking tot wie een dergelijk ontslag is verleend, alsook de datum waarop deze van kracht wordt. § 2. In geval van definitieve herroeping eindigt de overeenkomstig artikel 3 vastgestelde subdelegatie-akte van rechtswege met ingang van de datum van inwerkingtreding van de akte van herroeping. § 3. In geval van vervanging van de subgedelegeerde of van een van zijn plaatsvervangers, vermeldt de herroepingsakte de identiteit van het personeelslid dat hem vervangt. Deze vervanging gaat in op de dag van de inwerkingtreding van de akte van herroeping.

In dit geval wordt een speciale melding van de identiteit van de opvolger en van de datum waarop de vervanging van kracht wordt, op de subdelegatie aangebracht, die vervolgens opnieuw wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7.

Art. 5.Onverminderd artikel 3, lid 3, wordt de subdelegatie van rechtswege beëindigd op de datum waarop de gesubdelegeerde het ambt van subdelegatie definitief ophoudt te bekleden. Afdeling 3. - Wijziging van delegatiehoudende overheid

Art. 6.Indien de delegatiehoudende overheid gewijzigd wordt, blijven de akten van subdelegatie die door de eerdere delegatiehoudende overheid werden genomen, geldig totdat deze wordt herroepen of vervangen door de nieuwe delegatiehoudende overheid. Afdeling 4. - Bekendmaking van de gesubdelegeerde akten

Art. 7.Het Overheidsbedrijf zal voldoende bekendheid geven aan de subdelegaties die op grond van dit besluit zijn verleend. HOOFDSTUK 3. - Algemene voorwaarden waaraan personeelsleden moeten voldoen om een delegatie uit te oefenen

Art. 8.De delegaties van bevoegdheid en ondertekening bedoeld bij of krachtens dit besluit kunnen alleen worden uitgeoefend door personeelsleden.

Wanneer dit besluit een administratieve rangvoorwaarde vaststelt, moet het niet-statutaire personeelslid een beloningsschaal genieten in een bereik van niet minder dan deze van een ambtenaar die dezelfde delegatie kan uitoefenen door of krachtens dit besluit.

Voor de toepassing van dit besluit, oefent een lid van het personeel dat is aangewezen om een hoger ambt te vervullen, in de zin van het besluit van de Regering van 5 december 2008 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVIIre>ssorteren, met uitzondering van het Algemeen Commissariaat voor Internationale Betrekkingen, alle prerogatieven uit die met dit ambt gepaard gaan.

Art. 9.De bepalingen van dit besluit die betrekking hebben op het ontbreken van een delegatiehoudende of subdelegatie-overheid, hebben betrekking op alle hypotheses van ambtelijke afwezigheid van de betrokken persoon, met uitzondering van de definitieve beëindiging van de ambten.

Art. 10.De delegaties van bevoegdheden die bij of krachtens dit besluit worden verleend, worden uitgeoefend onverminderd : 1° de controle en uitoefening door de delegatieverlenende overheden of de delegatiehoudende overheden van de bevoegdheden die zij hebben gedelegeerd;2° de uitoefening door een ambtenaar-generaal van hogere rang van de bevoegdheden van de delegatiehoudende overheden onderworpen aan zijn hiërarchische gezag. Elk voorstel van een personeelslid met betrekking tot de uitvoering van een akte waarvoor hij geen delegatie heeft, wordt noodzakelijkerwijs doorgegeven aan de bevoegde delegatiehoudende overheid via elk van de hiërarchische meerderen langs de hiërarchische lijn tussen dat personeelslid en die overheid. HOOFDSTUK 4. - Bepalingen die van toepassing zijn in geval van afwezigheid of verhindering van een ambtenaar-generaal en de onmogelijkheid om het directiecomité bijeen te roepen

Art. 11.De plaatsvervangingsvoorwaarden waarin dit hoofdstuk voorziet, doen geen afbreuk aan de mogelijkheid om artikel 10 toe te passen in geval van afwezigheid of verhindering van een delegatiehoudende overheid.

Art. 12.§ 1. Als de administrateur-generaal afwezig is of verhinderd is, vervangt de plaatsvervangend administrateur-generaal hem. § 2. In geval van afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal, wordt voor de vervanging van de administrateur-generaal door de directeur-generaal voor Informatica of door de aangewezen ambtenaar van minstens rang 12 die de oudste in graad is, met dien verstande dat, als de anciënniteit van rang gelijk is, eerst rekening wordt gehouden met de dienstanciënniteit, dan met de leeftijd, en die door de administrateur-generaal is benoemd door een schriftelijke en voorafgaande akte opgesteld in overeenstemming met artikel 3, ter informatie aan de Minister meegedeeld. § 3.In geval van afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, de adjunct-administrateur-generaal en de directeur-generaal voor Informatica, wordt voor de vervanging van de administrateur-generaal door een lid van het personeel van klasse C + dat ten minste is aangewezen door een overeenkomstig artikel 3 opgestelde schriftelijke en voorlopige akte, ter informatie aan de administrateur-generaal meegedeeld, ofwel, in afwezigheid van een dergelijke aanstelling, door een personeelslid van de betrokken dienst van minstens klasse B, met dien verstande dat het steeds zal gaan om het personeelslid van de hoogste klasse en dat bij gelijkheid van klasse, er rekening zal worden gehouden, eerst met de anciënniteit in de klasse, en daarna de dienstanciënniteit en eindelijk de leeftijd.

Art. 13.Het personeelslid dat ad interim is benoemd om voorlopig in de vervanging van een ambtenaar-generaal te voorzien, beschikt over alle prerogatieven die door dit besluit worden toegekend aan de ambtenaar-generaal die hij vervangt.

Art. 14.§ 1. Het Overheidsbedrijf dient voldoende bekendheid te geven aan de schriftelijke en eerdere schriftelijke handelingen die zijn vastgesteld met toepassing van deze afdeling. § 2. In afwijking van paragraaf 1 moeten de akten met betrekking tot perioden van afwezigheid die niet één maand overschrijden niet worden bekendgemaakt.

De in lid 1 bedoelde akten kunnen aan derden worden tegengeworpen door een afschrift van de betrokken akte aan de op grond daarvan verleende beslissingen bij te voegen.

Art. 15.Bij dringende noodzakelijkheid, wanneer een beslissing van het directiecomité noodzakelijk is, maar het niet kan worden bijeengeroepen, neemt de administrateur-generaal, na zoveel mogelijk het directiecomité te hebben geraadpleegd, elk vereist besluit, onder voorbehoud van bekrachtiging door het directiecomité tijdens zijn volgende vergadering.

Deze beslissing zal schriftelijk worden meegedeeld via de snelste weg aan de ambtenaren-generaal van rang 16. HOOFDSTUK 5. - Periodieke verslaggeving

Art. 16.De administrateur-generaal is verantwoordelijk voor de Minister voor het gebruik van delegaties en subdelegaties verleend door middel van een periodiek verslag.

De Minister bepaalt, in overleg met de ambtenaar-generaal, de periodiciteit van de voorlegging van het verslag. De Minister kan, in overleg met de administrateur-generaal, specifieke richtlijnen geven over de concrete informatie die het verslag per gedelegeerde aangelegenheid moet verstrekken en een bindend schema vaststellen.

TITEL 2. - ALGEMENE DELEGATIES HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Art. 17.Bij afwezigheid van uitdrukkelijke delegatie oefent de Minister, overeenkomstig artikel 8 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, alle beheersmachten uit in alle aangelegenheden. HOOFDSTUK 2. - Delegaties inzake algemeen beheer van het Overheidsbedrijf

Art. 18.Onverminderd de bevoegdheden die hem worden toegekend of die door wettelijke, decretale en regelgevende bepalingen aan andere organen worden toegekend, neemt de Minister alle maatregelen die kunnen bijdragen tot de goede werking en ontwikkeling van het Overheidsbedrijf en om de doelstellingen te bereiken die het Overheidsbedrijf nastreeft. In dit kader wordt aan de Minister een delegatie gegeven om, inzonderheid : 1° het algemene beleid van het Overheidsbedrijf te bepalen;2° jaarlijks het ontwikkelingsplan van het Overheidsbedrijf goed te keuren;3° op voorstel van het directiecomité de algemene voorwaarden van de dienstverlening aan de begunstigden van de maatschappij vast te stellen en aan de Regering voorstellen om kaderovereenkomsten aan te gaan met de begunstigden van het Overheidsbedrijf in de zin van het decreet;4° de verschillende verslagen en adviezen te ontvangen, ervan akte te nemen of goed te keuren die hem moeten worden voorgelegd krachtens de wetgeving en reglementering die van toepassing zijn op het Overheidsbedrijf;5° het huishoudelijk reglement van het directiecomité goed te keuren;6° om het Overheidsbedrijf te belasten met elke opdracht die hij nuttig acht;7° alle bevoegdheden delegeren die hij nuttig acht voor de administrateur-generaal of het directiecomité;8° zorgen voor de juiste toepassing en de nodige maatregelen nemen om zijn beslissingen door de administrateur-generaal of het directiecomité te laten uitvoeren;9° in voorkomend geval, het specifieke en dwingende mandaat goed te keuren dat aan de administrateur-generaal wordt gegeven in een situatie van strategische beslissing, dringendheid of moment van crisis;10° het ter beschikking stellen van de ambtenaren-generaal, gedurende hun mandaat of ambtstermijn, van de instrumenten die nodig zijn voor het vervullen van hun opdracht;11° het Overheidsbedrijf elke voorbereiding van bestanden die het nuttig acht voor te stellen.

Art. 19.De delegatie van bevoegdheden wordt aan het directiecomité verleend overeenkomstig artikel 10 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 oktober 2002 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap, om : 1° het identificeren van begunstigde of niet-begunstigde entiteiten, in de zin van het decreet, die toegang hebben tot aankoopcentrales (in de zin van artikel 2, 7°, b), van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten) van het Overheidsbedrijf, met toepassing van genoemd decreet;2° de bestuursovereenkomst te ontwikkelen, implementeren en beheren;3° te zorgen voor de uitvoering van het beleid vastgelegd door de strategische informaticabestuursorganen van de Franse Gemeenschap, zoals gecreëerd door Hoofdstuk III van het decreet van 25 oktober 2018 betreffende het beheerkader van het digitale en informaticabeleid in de Franse Gemeenschap;4° de bijgevoegde fiches die zijn genomen ter uitvoering van de kaderovereenkomsten die zijn gesloten met de begunstigden van het Overheidsbedrijf aan de Minister in te leiden en voor te stellen, met inbegrip van de businesszaken, de projectaanvraagformulieren, de projectdossiers, de fiches (categorieën van) verwerkings- en uitvoeringsovereenkomsten;5° de functionele sturing van de Transversale en Strategische Directie te volgen;6° om andere bevoegdheden uit te oefenen die hem zijn toegewezen of gedelegeerd door of in overeenstemming met de bepalingen van de wetten, verordeningen of deze verordening.

Art. 20.Delegatie van bevoegdheden wordt aan de ambtenaar-generaal verleend om : 1° de zaken aan de Minister voor te leggen die door het Overheidsbedrijf worden behandeld en die een beslissing van hem vereisen;2° de goede uitvoering van de beslissingen van de Minister en het directiecomité te verzekeren;3° te zorgen voor de communicatie binnen de kortste termijnen van de beslissingen die de Minister en/of het directiecomité nemen aan de betrokken diensten;4° zijn instructies en richtlijnen mee te delen aan de diensten waaruit het Overheidsbedrijf bestaat;5° op eigen initiatief of op advies van het directiecomité, aan de Minister een advies of een nuttig voorstel te formuleren;6° de diensten van het Overheidsbedrijf te coördineren en te zorgen voor de beheerseenheid;7° om enige akte te ondertekenen die het Overheidsbedrijf verbindt, met uitzondering van die waarvoor er een delegatie bestaat;8° ondertekening van de brieven die moeten worden verzonden ter toepassing van een beslissing van de Minister en/of het directiecomité;9° persoonlijke kennisgevingen te ondertekenen die gericht zijn aan een persoon of een structuur van wie/waarvan het dossier is voorgelegd aan de beslissing van de Minister en/of het directiecomité, met uitzondering van die gericht aan de algemene ambtenaren van het Overheidsbedrijf;10° het uitvoeren van alle akten van bewaring, alle uitvoeringshandelingen van de beslissingen genomen door het directiecomité, door de Minister of de Regering, alsmede de daden die, vanwege hun belang of de gevolgen die zij hebben voor het Overheidsbedrijf, noch uitzonderlijk zijn, noch een wijziging van administratief of commercieel beleid vertegenwoordigen en de lopende zaken van het Overheidsbedrijf blijven behartigen;11° op eigen initiatief of op verzoek, aan de ambtsvoerende Minister(s) constructieve adviezen of voorstellen te doen betreffende de inhoud van de opdrachten, de organisatie van de diensten en de meest geschikte middelen om de opdrachten uit te voeren in een loyale samenwerking met de Minister (s);12° te zorgen voor de coördinatie en organisatie van de diensten van de Transversale en Strategische Directie;13° met het oog op hun ontvangst, de post met betrekking tot de procedure voor de Raad van State te ondertekenen alsmede alle dagvaardingen en de akten van de deurwaarders die zijn betekend of waarvan kennis wordt gegeven op de zetel van het Overheidsbedrijf;14° alle andere bevoegdheden uit te oefenen die hem zijn toegewezen of gedelegeerd door of krachtens de bepalingen van de wetten, reglementen of dit reglement. HOOFDSTUK 3. - Personeelsdelegaties van het Overheidsbedrijf Afdeling 1. - Algemene bepalingen van toepassing op dit hoofdstuk

Art. 21.In afwijking van artikel 2, § 1, mag de administrateur-generaal geen van de exclusieve bevoegdheden die hem uit hoofde van dit hoofdstuk zijn gedelegeerd, subdelegeren.

Art. 22.De Regering verklaart de ambten van rang 12 vacant en benoemt genoemde ambtenaren.

Voor de aanwerving van een contractueel personeelslid van klasse A worden de samenstelling van de selectiecommissie en het ambtsprofiel goedgekeurd door de Regering voorafgaand aan de oproep tot het indienen van kandidaturen. De Regering keurt de werving van contractuele personeelsleden van Klasse A goed. Afdeling 2. - Algemene delegaties van de Minister inzake personeel

Art. 23.Delegatie van bevoegdheden wordt aan de Minister verleend om : 1° het organogram te bepalen;2° het personeelsplan vast te stellen;3° de procedure te bepalen voor de aanwerving en selectie van het contractueel personeel in overeenstemming met het besluit van de Regering van 15 april 2014 betreffende de voorwaarden voor de werving en de administratieve en geldelijke toestand van het contractueel personeel van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de audiovisuele sector en de instellingen van openbaar nut die onder het comité van sector XVIIre Afdeling 3.- Delegaties inzake aanwerving en bevordering van

statutaire personeelsleden en voor de werving van contractuele personeelsleden

Art. 24.Delegatie van bevoegdheden wordt aan het directiecomité verleend om : 1° de betrekkingen van de ambtenaren van niveau 1 (tot en met rang 10 inbegrepen), 2+, 2 en 3, vacant te verklaren, te bezetten door aanwerving, volgens het door de Regering vastgestelde kader, door bevordering, door classificatie per categorie, door overdracht of mutatie;2° de profielen van de verschillende ambten vast te stellen;3° met toepassing van alle loopbaanregels, ambtenaren van niveau 1 (tot en met rang 11) en 2+ te benoemen of te bevorderen;4° de leden van het contractueel personeel in dienst te nemen in overeenstemming met het personeelsplan aangenomen door de Minister en de bevoegdheden overgedragen aan de selectiecommissie bedoeld in het besluit van de Regering van 15 april 2014 betreffende de voorwaarden voor de werving en de administratieve en geldelijke toestand van het contractueel personeel van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de audiovisuele sector en de instellingen van openbaar nut die onder het comité van sector XVIIre>ssorteren, onverminderd de artikelen 21 en 24, 7 ° ;5° aan de Regering de bevordering voor te stellen van personeelsleden van rang 12;6° het bevoegde Stagecollege aanwijzen voor kandidaten voor een niveau 1, 2+, 2 of 3 betrekking;

Art. 25.Delegatie van bevoegdheid wordt verleend aan de ambtenaar-generaal om : 1° de geslaagden toegelaten door SELOR tot de stage toe te laten in de ambten van niveaus 2 en 3 en de stagiairs van deze niveaus in vast verband te benoemen;2° het Overheidsbedrijf vertegenwoordigen in al zijn relaties met SELOR;3° het voorleggen aan het directiecomité van de werving van de leden van het contractueel personeel;4° de grondwettelijke eed van de ambtenaren van niveaus 2 en 3 ontvangen;5° ter uitvoering van de beslissingen van het Directiecomité of de Regering, de wervingsovereenkomsten of de aktes van tewerkstelling te ondertekenen : a) van de leden van het contractueel personeel;b) van het gesubsidieerd contractueel personeel;c) van jongeren voor een stage als onderdeel van de jeugdstage;6° de aanhangsels te tekenen voor de genoemde overeenkomsten;7° contractuele personeelsleden aan te werven in verband met een vervangingscontract en om het contract te ondertekenen;8° het voorstel vereist voor de verandering van rang, de wijziging van categorie, de verandering van kwalificatiegroep en bevordering door verhoging in graad of toetreding tot het hogere niveau vast te stellen;9° hogere ambten toe te kennen of uit te breiden tot en met rang 10 met inbegrip van niveau 2+, 2 en 3 ambtenaren;10° het nemen van administratieve akten die overeenkomen voor de ambtenaren met een bevordering in vlakke loopbaan;11° overleggen met de representatieve vakbondsorganisaties op basis van en binnen de grenzen van het mandaat gegeven door de Minister of het directiecomité.

Art. 26.Op verzoek van de Minister brengt de administrateur-generaal de leden van de Regering op de hoogte door hen een geactualiseerde lijst te bezorgen van alle personeelsleden in hun huidige ambten en graden, met inbegrip van mogelijke hogere ambten. Afdeling 4. - Delegaties met betrekking tot arbeidsomstandigheden

Art. 27.Delegatie van bevoegdheden wordt aan de administrateur-generaal gegeven om : 1° op voorstel of voorafgaand advies van de plaatsvervangend administrateur-generaal of de betrokken directeur-generaal : a) de aanwijzing van niveau 1 (tot en met rang 10), 2, 2+ en 3 ambtenaren te bepalen of wijzigen;b) de administratieve standplaats van genoemde ambtenaren te bepalen of wijzigen;2° de wedden van de personeelsleden vast te stellen en te betalen, de vordering van de wedde te bepalen, en het bedrag van de toelage voor de uitoefening van hogere ambten vast te stellen en te vereffenen;3° vóór de vereffening van de overeenkomstige wedde, de toekenning van de toelage om uitzonderlijke prestaties door personeelsleden goeed te keuren;4° toestemming te verlenen voor diensten die buiten de normale werkuren worden uitgevoerd;5° op advies van het directiecomité, toestemming te geven voor de cumulatie van activiteiten in particuliere of openbare aangelegenheden bedoeld in artikel 14 van het statuut, bij gebrek aan enig bezwaar van de Minister binnen 8 dagen na mededeling van het voorstel dat de administrateur-generaal hem toestuurt, alsook om de toelating tot cumulatie te hernieuwen;6° administratieve erkenning te verwezenlijken van de toelaatbaarheid van de diensten uit hoofde van artikel 36 van het statuut;7° de certificaten van identificatie aan de personeelsleden uit te reiken;8° de akten te ondertekenen die de beslissingen van de stuurgroep met betrekking tot telewerk formaliseren. Afdeling 5. - Delegaties met betrekking tot vervoerkosten en

opdrachten

Art. 28.De Minister keurt de onkostenvergoedingen van de algemene gevolmachtigde goed.

De administrateur-generaal keurt de onkosten voor de beroepskosten van andere algemene ambtenaren en personeel onder zijn directe gezag goed.

Elke directeur-generaal keurt de onkosten om professionele uitgaven goed van het personeel van de directie of de dienst die hij leidt.

Art. 29.Delegatie van bevoegdheden wordt aan de ambtenaar-generaal verleend om : 1° toestemming te verlenen voor het bijwonen van congressen, colloquia, studiedagen, seminaries en conferenties georganiseerd in België, waar het bedrag van de ermee gepaard gaande kosten hoger is dan 625 euro; 2° het initiëren, goedkeuren en plannen van uitgaven tot 2.500 euro voor opdrachten in het buitenland, na het informeren van het directiecomité; 3° het goedkeuren van de kosten van verblijf en reis, binnen de grenzen van een kilometermaximum dat jaarlijks door de Minister wordt vastgesteld voor de reiskosten die overeenstemmen met het gebruik van een persoonlijk voertuig ten behoeve van de dienst;4° om, binnen de grenzen van een door de Minister jaarlijks vastgesteld kilometermaximum, een kilometerquotum toe te wijzen aan de leden van het personeel dat hij machtigt om hun persoonlijk voertuig ten behoeve van de dienst te gebruiken en dat toe te kennen volgens naar behoren gemotiveerde specifieke behoeften, een punctueel kilometertarief binnen de grenzen van een algemeen kilometertarief dat jaarlijks door de Minister wordt vastgesteld;5° personeelsleden een dienst- of ambtsvoertuig ter beschikking te stellen voor professionele opdrachten;6° aan de personeelsleden de documenten te verstrekken met betrekking tot het verkrijgen van een permanente titel van vervoer, desgevallend verminderd met het aandeel van de werkgever, en het vervoerbewijs terug te halen wanneer de begunstigde de hoedanigheid van personeelslid verliest;7° aan het directiecomité voorstellen om het personeel van het Overheidsbedrijf aan te stellen voorgesteld om deel te nemen aan de Gemengde commissies, om deel te nemen aan een vergadering van internationale aard waarbij het personeelslid wordt opgeroepen om het Overheidsbedrijf te vertegenwoordigen;8° om de verplaatsing van personeelsleden onder zijn gezag toe te staan en om de verzoeken om requisitorium op naam van die personeelsleden te valideren om een vervoersbewijs te verkrijgen bij de Nationale Maatschappij van de Belgische Spoorwegen (NMBS).

Art. 30.Delegatie van bevoegdheden wordt aan de administrateur-generaal, aan de adjunct-adjunct-administrateur-generaal en aan de directeur-generaal verleend, respectievelijk met betrekking tot de directies en/of diensten die ze leiden, om : 1° toestemming te verlenen voor het bijwonen van congressen, colloquia, studiedagen, seminaries en conferenties georganiseerd in België, waar het bedrag van de ermee gepaard gaande kosten lager is dan of gelijk is aan 625 euro;2° de andere reiskostenverklaringen goed te keuren, dan die bedoeld in artikel 29, 3 °, en verblijfskostenverklaringen van de personeelsleden onder hun gezag. Paragraaf 6. Delegaties inzake verloven

Art. 31.De delegatie van bevoegdheden wordt, na advies van de betrokken ambtenaar-generaal, aan het directiecomité verleend om aan personeelsleden die niet tot de categorie van de ambtenaren-generaal behoren het volgende verlof te verlenen : 1° het verlof om een ambt van lid van het bestuurspersoneel of onderwijzend personeel of een ambt van lid van het opvoedend hulppersoneel in de sector van het onderwijs uit te oefenen;2° het verlof om een stage of een proefperiode te verrichten in een andere betrekking in een openbare dienst of in het gesubsidieerd onderwijs;3° het verlof om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen van de Europese Vergaderingen, de federale wetgevende kamers, de gewest- en gemeenschapsraden, de provincieraden en gemeente;4° het verlof om een activiteit uit te oefenen bij een erkende politieke groep;5° het verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat of van een ambt dat ermee kan worden gelijkgesteld;6° de verloven voor de uitoefening van een ambt in een ministerieel kabinet of een secretariaat, van de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid van de leden van de federale Regering;7° het verlof voor de uitoefening van een ambt in het kabinet van een lokale mandataris;8° gehele of gedeeltelijke onderbreking van de loopbaan, vierdaagse week en halftijdse activiteit;9° het verlof wegens persoonlijke aangelegenheden;10° het verlof wegens verminderde prestaties om persoonlijke redenen.

Art. 32.§ 1. Delegatie van overheid wordt verleend aan de administrateur-generaal om : 1° te verlenen aan personeelsleden die niet behoren tot de categorie ambtenaren-generaal, de volgende verloven : a) het verlof om les te volgen bij de school voor civiele bescherming, als vrijwillige dienstnemer bij dit korps, of als leerling die niet tot dat korps behoort;b) het verlof om in vredestijd prestaties te verrichten bij het korps civiele bescherming als vrijwillige dienstnemer bij dit korps;c) het verlenen van een opdracht, met inbegrip van de verlenging en erkenning van de aard van algemeen belang;2° met instemming van het directiecomité, de administratieve stand te bepalen van de ambtenaren van niveau 1, 2+, 2 en 3 in het geval van : a) hetzij een verlof om opdrachten uit te voeren in het kabinet van een federale Minister of staatssecretaris, een gemeenschap, een gewest of een college;b) hetzij een aanwijzing voor de uitvoering van een opdracht. § 2. De in het eerste lid bedoelde verloven worden op het voorstel of na het advies van de adjunct-administrateur-generaal of van de betrokken directeur-generaal toegestaan.

Art. 33.Delegatie van bevoegdheden wordt verleend aan ambtenaren-generaal, respectievelijk met betrekking tot de directies en/of diensten die zij leiden om : 1° het toekennen aan de personeelsleden die onder hun gezag staan, van de jaarlijkse vakantie, verlof om dwingende redenen van familiaal belang, de omstandigheidsverloven en verloven wegens overmacht en uitzonderlijke verloven;2° het adoptieverlof, opvangverlof, ouderschapsverlof en moederschapsverlof te verlenen;3° verlof toekennen wegens ziekte of gebrekkigheid;4° het verlenen van het voordeel van verminderde prestaties om medische redenen;5° de aanvraag voor het moederschapsverlof te ontvangen als de pasgeborene in het ziekenhuis is opgenomen gedurende minstens acht weken na de geboorte. Afdeling 7. - Delegaties inzake ziekte, arbeidsongeschiktheid of

arbeidsongevallen

Art. 34.Delegatie van bevoegdheden wordt verleend aan de administrateur-generaal om : 1° de nodige administratieve akten te verrichten wanneer de administratieve gezondheidsdienst tot de conclusie komt dat de kandidaat of personeelslid ongeschikt is, met inbegrip van ontslagneming en toelating tot het pensioen;2° de ambtenaren die niet definitief dienstongeschikt zijn, maar voor wie de duur van de afwezigheid langer is dan die van de verloven wegens ziekte of gebrekkigheid ter beschikking te stellen en de wachtwedde vast te stellen die moet worden toegekend aan de betrokken ambtenaren;3° een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte of gebrekkigheid, en voor wie de dienst voor administratieve gezondheid verklaard heeft dat hij in staat is zijn ambt met voltijdse opdracht opnieuw te bekleden;4° akten die betrekking hebben op de vergoeding van arbeidsongevallen en beroepsziekten, met inbegrip van het toekennen aan een ongeval van de juridische bestempeling als "arbeidsongeval" of "ongeval op de weg naar het werk" uit te voeren en de beroepen tegen verantwoordelijke derde partijen in te stellen;5° nadat het directiecomité ervan geïnformeerd werd, uitgaven en herhaling betreffende het herstel van verkeersongevallen, ongevallen op het werk of van een andere aard dan ook, alsmede alle vergoedingen of voordelen toegekend in dit geval bij gerechtelijke beslissing, goed te keuren. Afdeling 8. - Delegaties met betrekking tot tuchtprocedures, schorsing

in het belang van de dienst en beëindiging van ambten

Art. 35.Delegatie van bevoegdheden wordt verleend aan het directiecomité om : 1° arbeidsovereenkomsten te beëindigen, onverminderd artikel 36, 4 ° ;2° de tuchtstraffen tegenover de ambtenaren van het Overheidsbedrijf op te leggen, met uitzondering van de ambtenaren-generaal en rang 12 ambtenaren, met toepassing van artikel 102 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering, zoals van toepassing op het ETNIC;3° de sancties voorzien in het arbeidsreglement met betrekking tot het contractueel personeel van het Overheidsbedrijf op te leggen.

Art. 36.Delegatie van bevoegdheden wordt verleend aan de ambtenaar-generaal om : 1° een ambtenaar in non-activiteit te plaatsen, indien hij zonder toestemming afwezig is of zonder reden de duur van zijn verlof overschrijdt;2° een ambtenaar uit zijn ambt te verwijderen in het belang van de dienst, met uitzondering van de ambtenaren-generaal;3° in het geval van personeelsleden die niet tot de categorie van ambtenaren-generaal behoren : a) op hun verzoek of omdat zij de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, het ontslag van hun ambt toe te kennen;b) ambtshalve personeelsleden bedoeld in artikel 83, §§ 3 tot en met 6 van de wet van economische en budgettaire hervormingen van 5 augustus 1978, in rustpensioen te stellen;c) om het recht op het pensioen ten laste van de Schatkist van de personeelsleden bedoeld in a) en b) te bepalen;4° personeel onder contract wegens zware fout te ontslaan na, indien mogelijk, raadpleging van de leden van het directiecomité, onder voorbehoud van bekrachtiging tijdens de volgende zitting. Afdeling 9. - Resterende delegaties inzake personeel

Art. 37.Het directiecomité oefent elke bevoegdheid inzake personeelszaken uit die niet uitdrukkelijk aan de Administrateur-generaal of aan de personeelsleden van het Overheidsbedrijf is gedelegeerd door dit besluit en de wettelijke, statutaire of reglementaire bepalingen, tenzij uitdrukkelijk gedelegeerd door de Minister. HOOFDSTUK 4. - Delegaties inzake overheidsopdrachten

Art. 38.De financiële perken van de delegaties bedoeld in dit hoofdstuk nemen de btw niet in aanmerking.

Art. 39.De bevoegdheid om de aanbestedingsprocedure te kiezen, de procedure in te stellen, het lastenkohier of de documenten in plaats daarvan goed te keuren, om een kwalitatieve selectie te maken, en de macht om de opdracht te gunnen, worden gedelegeerd aan titularissen van de in bijlage 1 vermelde ambten, binnen de financiële perken vermeld voor elk van deze ambten afhankelijk van de gekozen gunningsprocedure.

Art. 40.§ 1. Bij niet-openbare procedures, mededingingsprocedures van gunning door onderhandelingen en procedures met onderhandelingen na een mislukte procedure, wordt delegatie gegeven aan lager niveau dan normaal bevoegd met toepassing van artikel 38, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden reeds toegekend aan de administrateur-generaal om de selectie en gunning van de opdracht goed te keuren, met inbegrip van de budgettaire aspecten, op voorwaarde dat de wijze van gunning, de opdrachtdocumenten, en het budgettaire pre-commitment goedgekeurd werden door de overheden bevoegd voor het instellen van de relevante opdracht, als bedoeld in artikel 38. § 2. Voor het innovatiepartnerschap en de concurrentiegerichte dialoog, wordt delegatie gegeven aan lager niveau dan normaal bevoegd met toepassing van artikel 38, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden reeds toegekend aan de administrateur-generaal om de selectie en gunning van de opdracht goed te keuren, met inbegrip van de budgettaire aspecten, op voorwaarde dat de wijze van gunning, het opdrachtadvies en respectief de toekenningscriteria (concurrentiegerichte dialoog), de opdrachtdocumenten (innovatiepartnerschap) en de budgettaire maximumenvelop inzake delegatie goedgekeurd werden door de overheden bevoegd voor het instellen van de relevante opdracht, als bedoeld in artikel 38. § 3. Voor overheidsopdrachten ter uitvoering van een kaderovereenkomst, wordt delegatie gegeven aan lager niveau dan normaal bevoegd op grond van artikel 38, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden reeds toegekend aan de administrateur-generaal om de selectie en gunning van de opdracht goed te keuren, met inbegrip van de budgettaire aspecten, op voorwaarde dat de wijze van gunning, de opdrachtdocumenten en de budgettaire maximumenvelop, desgevallend jaarlijks, welke van toepassing zijn bij de kaderovereenkomst goedgekeurd door de overheden bevoegd voor het instellen van de relevante opdracht, als bedoeld in artikel 38.

Art. 41.§ 1. In zijn hoedanigheid van openbare aanbestedingsambtenaar van het Overheidsbedrijf, belast met het leiden en opvolgen van de uitvoering van de opdracht in de zin van artikel 11 van het Koninklijk Besluit van 14 januari tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, wordt de bevoegdheid om maatregelen en besluiten te nemen met betrekking tot de uitvoering van een opdracht die is gegund in het kader van de regelgeving inzake overheidsopdrachten, met inbegrip van de toepassing van boetes en sancties, alsmede de ondertekening van aankooporders en de ontvangst van diensten, leveringen of werken, aan de ambtenaar-generaal gedelegeerd. § 2. De ambtenaar-generaal kan de bevoegdheid om de uitvoering van de opdracht en de aanneming van diensten, leveringen of werken te leiden en te controleren, subdelegeren overeenkomstig de artikelen 2 en volgende van dit besluit.

Art. 42.§ 1. De bevoegdheid om wijzigingen in de opdracht aan te brengen die de essentiële voorwaarden van die overeenkomst beïnvloeden, met inbegrip van het sluiten van transacties goed te keuren, is gedelegeerd aan de bevoegde overheden voor het instellen van de bedoelde opdracht op grond van artikel 38. § 2. De bevoegdheid om wijzigingen in de opdracht aan te brengen die geen invloed hebben op de essentiële voorwaarden van die overeenkomst, wordt gedelegeerd aan de administrateur-generaal voor de door hem gegunde contracten, dan wel aan het directiecomité in andere gevallen, onder voorbehoud van kennisgeving aan de bevoegde instantie voor de aanvang van de betrokken overeenkomst als bedoeld in artikel 38. § 3. De bevoegdheid om een herzieningsclausule toe te passen in de zin van artikel 38 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, wordt gedelegeerd aan de administrateur-generaal. § 4. De bevoegdheid om ambtshalve maatregelen toe te passen wordt aan het directiecomité gedelegeerd na kennisgeving aan de instantie die bevoegd is voor het opstarten van de bedoelde opdracht, als bedoeld in artikel 38. § 5. De bevoegdheid om maatregelen toe te passen die voortvloeien uit overmacht en/of dwingende urgente en conservatoire maatregelen wordt aan het directiecomité gedelegeerd na ratificatie door de bevoegde overheid voor de start van de bedoelde opdracht, zoals bedoeld in artikel 38.

Art. 43.§ 1. De bevoegdheid om bekendmaking van opdrachtadviezen, toewijzingsadviezen, vooraankondigingen met concurrentie, wijzigingsadviezen en antwoorden op de vragen van kandidaten of inschrijvers over essentiële voorwaarden van de opdracht, wordt gedelegeerd aan de administrateur-generaal in uitvoering van een beslissing van de overheid bevoegd voor het instellen van de bedoelde opdracht, als bedoeld in artikel 38. § 2. De bevoegdheid om bekendmaking van wijzigingsadviezen en antwoorden op vragen van kandidaten of inschrijvers die de essentiële voorwaarden van de overeenkomst niet beïnvloeden, wordt gedelegeerd aan de ambtenaar-generaal. § 3. De bevoegdheid om door te gaan met de bekendmaking van aankondigingen van voorinformatie zonder concurrentie en niet-officiële publicaties, met name publicaties over de vrije markt en op internetsites, wordt gedelegeerd aan de ambtenaar-generaal. § 4. De bevoegdheid om de brieven te ondertekenen, zowel in het stadium van de gunning als dat van de uitvoering van de opdracht, met inbegrip van de brieven die kandidaten of inschrijvers uitnodigen om hun aanbod te specificeren en/of die de onderhandelingen bevestigen, wordt gedelegeerd aan de ambtenaar-generaal, onder voorbehoud van bekrachtiging door de bevoegde overheid voor het starten van de beoogde opdracht, als bedoeld in artikel 38, wanneer het essentiële bepalingen van de opdracht betreft. HOOFDSTUK 5. - Delegaties inzake budgettaire en financiële aangelegenheden

Art. 44.Delegatie van bevoegdheden wordt aan de Minister verleend voor : 1° het beheer van het patrimonium van het Overheidsbedrijf, in overeenstemming, inzonderheid, met de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut;2° het opstellen van de begroting en de begrotingsaanpassing (en) die zijn opgesteld met toepassing van de begrotingsomzendbrieven of met gevolgen voor de begroting van de Franse Gemeenschap, ter goedkeuring aan de Minister van Begroting, op voorstel van het directiecomité;3° de goedkeuring van elke budgettaire aanpassing op voorstel van het directiecomité, buiten de begrotingsomzendbrieven en zonder gevolgen voor de begroting van de Franse Gemeenschap, en de Minister van Begroting op de hoogte brengen en het Overheidsbedrijf op de hoogte stellen van zijn beslissing;4° de goedkeuring van de jaarrekeningen van het Overheidsbedrijf, met inbegrip van de winst- en verliesrekening en de balans, alsmede de verantwoording voor de uitvoering van de begroting van het Overheidsbedrijf, en de Minister van Begroting op de hoogte stellen en het Overheidsbedrijf op de hoogte stellen van zijn beslissing.

Art. 45.Delegatie van bevoegdheden wordt aan het directiecomité verleend om : 1° uiterlijk 31 maart de jaarrekeningen van het Overheidsbedrijf voor te bereiden, met inbegrip van de winst- en verliesrekening en de balans van het Overheidsbedrijf, alsmede de verantwoording over de uitvoering van de begroting en ter goedkeuring aan de Minister voor te leggen;2° het begrotingsvoorstel en de budgettaire aanpassing (en) op te stellen die aan de Minister moeten worden voorgelegd;3° op voorstel van de administrateur-generaal de ontwerpbegroting van het Overheidsbedrijf voor te bereiden die hij ter goedkeuring voorlegt aan de Minister.Het directiecomité bepaalt bij de opstelling van het budget een ontwikkelingsplan waarin de jaarlijkse en meerjarige strategische doelstellingen van het Overheidsbedrijf zijn verwerkt; 4° op voorstel van de administrateur-generaal ten minste elk kwartaal een periodieke staat van de thesaurie en vastleggingen vast te stellen;5° op voorstel van de administrateur-generaal van de tarieven vast te stellen en te bepalen die moeten worden toegepast voor de begunstigden van het Overheidsbedrijf, op basis van de kosten voor het Overheidsbedrijf.

Art. 46.Onverminderd de toepassing van de reglementering inzake overheidsopdrachten, wordt aan de administrateur-generaal delegatie van bevoegdheden verleend om : 1° te zorgen voor het toezicht op en de correcte uitvoering van de begroting en voor een goed beheer van de financiële, menselijke, materiële en immateriële middelen die aan het Overheidsbedrijf zijn toegewezen;2° te zorgen voor een nauwgezette naleving van de regels voor overheidsopdrachten en de regels voor de begroting en de boekhouding; 3° tot een bedrag van EUR 35.000, en in het kader van de activiteiten van het Overheidsbedrijf, andere uitgaven te doen, goed te keuren en in te plannen dan die met betrekking tot overheidsopdrachten.

In afwijking van lid 1 : a) wordt aan de administrateur-generaal delegatie verleend om alle uitgaven in verband met vertegenwoordigingskosten te initiëren, goed te keuren en goed te keuren, op voorwaarde dat het bedrag van de uitgaven niet hoger is dan 12.500 EUR; b) delegatie wordt aan de administrateur-generaal verleend om uitgaven vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren tot een maximum van EUR 5.000 voor deelname aan seminaries en colloquia en vergaderingskosten; 4° ten behoeve van het Overheidsbedrijf, eventuele inkomsten in aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de instelling vallen, vast te leggen en te ordonnanceren;5° : a) facturen en schuldvorderingen met betrekking tot diensten, leveringen en werken;b) de inkomstenrekeningen, evenals de rekeningen, zowel in materiaal als in geld, die bij het Rekenhof moeten worden geproduceerd;c) de betalingsafschriften met betrekking tot huurkosten goed te keuren;6° uitgaven en ontvangsten van welke aard dan ook goed te keuren;7° in alle aangelegenheden de verklaringen inzake kosten en vergoedingen van advocaten en deskundigen goed te keuren;8° de borderellen goed te keuren die door de openbaarvervoersbedrijven zijn geïntroduceerd voor het vervoer uitgevoerd ten bate van het Overheidsbedrijf;9° de rekeningen goed te keuren die door de rekenplichtigen van het Overheidsbedrijf moeten worden geleverd;10° de verkoopprijs van de publicaties en alle gelijkgestelde documenten die zijn gepubliceerd ten koste van de kredieten opgenomen in de begroting van het Overheidsbedrijf te bepalen; 11° na het directiecomité te hebben ingelicht, leningen met minder dan 10 dagen te verstrekken om de behoeften van de schatkist te dekken, en op voorwaarde dat de leningen niet meer bedragen dan EUR 3.500.000, in welk geval een beslissing van het directiecomité noodzakelijk is; 12° : a) correspondentie met betrekking tot routinematige instructie, vragen, herinneringsbrieven en stembriefjes of brieven van verzending;b) ordonnanceringen van kredieten of voorschotten van middelen; c) de driemaandelijkse T.V.A.-verklaringen; d) het « goed om te drukken » voor het Belgisch Staatsblad, te ondertekenen. HOOFDSTUK 6. - Verscheidene delegaties

Art. 47.Delegatie van bevoegdheden wordt aan het directiecomité verleend om : 1° elke handeling te verrichten die wordt voorgeschreven door de Belgische wetgeving met betrekking tot persoonsgegevens en de Europese Verordening 2016/679 inzake de bescherming van persoonsgegevens, met uitzondering van de handelingen voorgeschreven in artikel 34 van deze verordening en met uitsluiting van een inspectie- of geschilprocedure van een gegevensbeschermingsoverheid als bedoeld in artikel 51 van die verordening en met uitsluiting van gerechtelijke procedures.2° elk verzoek om advies in te dienen bij de Overheid opgericht door de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de gegevensbeschermingsoverheid of om de genoemde overheid vooraf te raadplegen, krachtens artikel 36 van de Europese Verordening 2016/679 over de bescherming van persoonsgegevens.

Art. 48.Delegatie van bevoegdheden wordt aan de ambtenaar-generaal verleend voor : 1° het afleveren van afschriften en uittreksels van documenten die zijn opgenomen in het archief van hun diensten;2° het bepalen van de verkoopprijs van de publicaties en alle gelijkgestelde documenten gepubliceerd ten laste van de kredieten ingeschreven op de begroting van het Ministerie;3° alle handelingen verrichten in het kader van de verwerking van verzoeken om hergebruik van informatie uit de overheidssector. TITEL 3. - DELEGATIE VAN ONDERTEKENING HOOFDSTUK 1. - Delegaties van ondertekening aan andere leden van het personeel

Art. 49.§ 1. De personeelsleden van niveau 1 en niveau 2 + ontvangen de delegatie om de ontvangstbewijzen van de aan het Overheidsbedrijf verzonden brieven te ondertekenen, met uitzondering van de brieven met betrekking tot de procedure voor de Raad van State, alsook om alle brieven bestemd voor het directiecomité te ondertekenen, met het oog op de ontvangst ervan, aan één van zijn leden, met uitzondering van de dagvaardingen en de handelingen van de gerechtsdeurwaarders.

Deze brief wordt door de persoon die de ontvangst ervan heeft bevestigd onverwijld aan de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal meegedeeld met het oog op verdere verwerking. § 2. Personeelsleden aan wie reeds een ander ambt wordt gedelegeerd, worden, binnen de grenzen van hun materiële bevoegdheden, gemachtigd om de routinecorrespondentie met betrekking tot de afdeling, de dienst of het team waarvoor zij verantwoordelijk zijn, te ondertekenen.

Onder "routinecorrespondentie" worden brieven en nota's verstaan die geen specifieke standpunten vereisen, aangezien de inhoud ervan volledig gebaseerd is op de normatieve teksten, instructies of richtlijnen van de minister, het directiecomité of de administrateur-generaal. HOOFDSTUK 2. - Principe van de dubbele ondertekening

Art. 50.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan sub-delegaties bij afwezigheid of verhindering van één van de twee gedelegeerden, krijgen de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal delegatie te ondertekenen gezamenlijk, ter goedkeuring, onbeperkte betalingen volgens het beginsel van de dubbele ondertekening, na overlegging van alle bewijsstukken. § 2. Onverminderd de uitoefening van deze bevoegdheid door de adjunct-administrateur-generaal bij afwezigheid of verhindering van één van de twee titularissen van de ondertekening, krijgen twee leden van het personeel, door het bestuur benoemd, delegatie om gezamenlijk te ondertekenen voor de uitvoering van de betalingen voor bestellingen door de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal ondertekend.

TITEL 4. - OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Art. 51.Bij wijze van overgangsmaatregel, wordt de bevoegdheid om de maatregelen en beslissingen te treffen met betrekking tot de uitvoering van overheidsopdrachten die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit besluit reeds aangegaan waren, als volgt gedelegeerd : 1. de administrateur-generaal is bevoegd voor alle regelrechte uitvoeringsmaatregelen van overheidsopdrachten, met toepassing van de bepalingen van geldende opdrachtdocumenten, met uitzondering van maatregelen van ambtswege; 2. de Regering is bevoegd voor de overheidsopdrachten die eerder onder de bevoegdheid van de raad van bestuur ressorteerden, waarvan het aanvankelijk geschatte bedrag hoger is dan 5.000.000 EUR; 3. de Minister is bevoegd voor de overheidsopdrachten die eerder onder de bevoegdheid van de raad van bestuur ressorteerden, waarvan het aanvankelijk geschatte bedrag kleiner is dan 5.000.000 euro; 4. het directiecomité is bevoegd voor de overheidsopdrachten die eerder onder de bevoegdheid van het Bureau ressorteerden;5. de administrateur-generaal blijft bevoegd voor de overheidsopdrachten die voorheen onder zijn bevoegdheid vielen.

Art. 52.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 januari 2004 tot goedkeuring van het organiek reglement van het Etnic, wordt opgeheven.

Art. 53.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 54.Het Regeringslid bevoegd voor de ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel 16 januari 2019.

Voor de Regering : De Minister-President, belast met Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, R. DEMOTTE De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT