gepubliceerd op 24 december 2024
Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 3, 7, 22, 23, 44 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde
15 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 3, 7, 22, 23, 44 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit ontwerp van koninklijk besluit wijzigt: - het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "het koninklijk besluit nr. 1"); - het koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018 met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "het koninklijk besluit nr. 2"); - het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "het koninklijk besluit nr. 3"); - het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "het koninklijk besluit nr. 7"); - het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "het koninklijk besluit nr. 22"); - het koninklijk besluit nr. 23 van 9 december 2009 met betrekking tot de jaarlijkse lijst van de btw-belastingplichtige afnemers (hierna: "het koninklijk besluit nr. 23"); - het koninklijk besluit nr. 44 van 9 juli 2012 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "het koninklijk besluit nr. 44"); - het koninklijk besluit nr. 56 van 10 april 2022 met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf en aan niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen (hierna: "het koninklijk besluit nr. 56").
De wijzigingen die door dit ontwerp in de voormelde koninklijke besluiten worden aangebracht betreffen in de eerste plaats die met betrekking tot de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 22, 23, 44 en 56, die het gevolg zijn van de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen (Belgisch Staatsblad van 9 april 2024) (hierna: "de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten"). Deze wijzigingen zijn het gevolg van de omzetting door voornoemde wet van Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (hierna: "Richtlijn 2020/285").
Dit ontwerp brengt bovendien een reeks wijzigingen aan in een aantal koninklijke besluiten ter uitvoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "het Wetboek") inzonderheid om bepaalde technische correcties aan te brengen die teruggaan op recente wijzigingen van het Wetboek.
Dit ontwerp heeft het voorwerp uitgemaakt van het advies 77.174/3 van de Raad van State van 3 december 2024. Er werd met alle opmerkingen van de Raad van State rekening gehouden.
Dit ontwerp was ook het onderwerp van het besluit van de Gegevensbeschermingsautoriteit (referentie: CO-A-2024-155) van 17 mei 2024, waarin wordt verwezen naar standaardadvies nr. 65/2023 van 24 maart 2023 inzake het opstellen van wetteksten. Er werd akte genomen van het feit dat er geen specifieke opmerkingen over het ontwerp waren en dat de algemene richtsnoeren in het advies geen aanleiding gaven tot wijzigingen in het ontwerp.
Alle wijzigingen aan de voormelde koninklijke besluiten worden hierna toegelicht.
Toelichting bij de artikelen
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1
Artikel 1, eerste lid, van het ontwerp bepaalt dat onderhavig ontwerp van koninklijk besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen.
Artikel 1, tweede lid, van het ontwerp bepaalt bovendien dat dit ontwerp van koninklijk besluit voorziet, door de regels die het invoert, in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: "Richtlijn 2006/112/EG").
HOOFDSTUK 2. - Bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen Zoals in de inleiding reeds wordt aangehaald, heeft de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten de omzetting tot voorwerp van Richtlijn 2020/285.
Rekening houdend met de volledige herziening van de vrijstellingsregeling van belasting die Richtlijn 2020/285 en de wijzigingen aan het Wetboek met zich meebrengen, wordt ook het koninklijk besluit nr. 19 van 29 juni 2014 met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen vervangen, aangezien de huidige structuur en bepalingen ervan niet langer overeenstemmen met de toekomstige regeling. Het koninklijk besluit nr. 19, nieuw, van 15 december 2024 met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen (hierna: "het koninklijk besluit nr. 19") werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 december 2024.
Deze hervorming heeft ook gevolgen voor meerdere bepalingen van verschillende koninklijke besluiten genomen in uitvoering van het Wetboek. De artikelen 2 tot en met 10 van dit ontwerp van koninklijk besluit wijzigen in die optiek de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 22, 23, 44 en 56 inzake de belasting over de toegevoegde waarde.
Artikelen 2 tot en met 10 De artikelen 2 tot en met 4 van het ontwerp wijzigen het koninklijk besluit nr. 1.
De artikelen 2 en 3 van het ontwerp hebben betrekking op de facturering van de belastbare handelingen die worden verricht door een belastingplichtige die de vrijstellingsregeling van belasting toepast.
In overeenstemming met de nieuwe richtlijnbepalingen ter zake zal een dergelijke belastingplichtige voortaan voor de belastbare handelingen waarvoor de factureringsverplichting geldt overeenkomstig artikel 53, § 2, van het Wetboek, niet meer systematisch een "volledige" factuur moeten uitreiken, maar wel de keuze hebben om ofwel een "volledige" factuur (artikel 2 van dit ontwerp), dan wel een "vereenvoudigde" factuur uit te reiken (artikel 3 van dit ontwerp).
Artikel 2 van het ontwerp wijzigt artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de vermeldingen die op door belastingplichtigen uitgereikte "volledige" facturen moeten worden aangebracht.
Wanneer belastingplichtigen gebruikmaken van de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting, mogen zij geen btw in rekening brengen op hun handelingen. Wanneer zij een "volledige" factuur uitreiken aan hun medecontractant, kan op die factuur geen btw worden vermeld die verschuldigd is op de verrichte handeling. Dat blijkt uit artikel 56bis, § 5, tweede lid, van het Wetboek, in de versie die van toepassing is vóór 1 januari 2025. Dit artikel bepaalt immers dat "Op de facturen of op de als zodanig geldende stukken die deze belastingplichtigen uitreiken voor de door hen geleverde goederen of verrichte diensten mag de belasting, onder welke vorm dan ook, niet worden vermeld, maar moet de volgende vermelding worden aangebracht: "Bijzondere vrijstellingsregeling kleine ondernemingen"". Die bepaling is de actuele omzetting van artikel 289, in fine, van Richtlijn 2006/112/EG dat bepaalt dat belastingplichtigen voor wie vrijstelling van belasting geldt, geen btw op hun facturen mogen vermelden.
De verplichting om te bepalen welke gegevens al dan niet op de factuur moeten worden vermeld, is opgenomen in artikel 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 1, waarin de verplichte vermeldingen zijn opgenomen die door belastingplichtigen uitgereikte (volledige) facturen moeten bevatten. Daartoe wordt in deze bepaling een 10° quater ingevoegd, dat bepaalt dat wanneer de in de artikelen 56bis tot en met 56undecies van het Wetboek bedoelde vrijstellingsregeling van belasting wordt toegepast, de vermelding "Bijzondere vrijstellingsregeling van belasting" wordt opgenomen op de (volledige) factuur of op het stuk bedoeld in artikel 2 van hetzelfde besluit, in plaats van de belasting.
Artikel 3 van het ontwerp brengt twee wijzigingen aan in artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 1 wat betreft de regels die van toepassing zijn op de vereenvoudigde factuur.
Artikel 220 bis, lid 1, punt c), van Richtlijn 2006/112/EG zoals ingevoegd bij Richtlijn 2020/285 bepaalt dat "de lidstaten [staan] de belastingplichtige toe[staan] een vereenvoudigde factuur uit te reiken in de volgende gevallen: (...) c) wanneer de belastingplichtige gebruikmaakt van de in artikel 284 voorziene vrijstelling voor kleine ondernemingen". Worden beoogd, de belastingplichtigen die gebruikmaken van de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting, ongeacht of het gaat om de zuivere nationale regeling, dan wel om de grensoverschrijdende regeling ingesteld bij Richtlijn 2020/285.
Overweging 3 van Richtlijn 2020/285 bepaalt dat "Om de onevenredige nalevingslast aan te pakken waaronder vrijgestelde kleine ondernemingen gebukt gaan, moet hun een aantal vereenvoudigingsmaatregelen ter beschikking worden gesteld.". In die context preciseert overweging 16 van dezelfde richtlijn dat "Kleine ondernemingen die in de lidstaat waar zij zijn gevestigd gebruikmaken van de vrijstelling, [moeten] op zijn minst toegang [moeten] hebben tot vereenvoudigde rapporteringsverplichtingen.".
Deze vereenvoudigingen passen in het streven van de Europese wetgever naar een evenwicht tussen de rechten en plichten van de belastingplichtigen die van deze vrijstellingsregeling van belasting gebruikmaken. De uitbreiding van deze vrijstellingsregeling tot handelingen die worden verricht in andere lidstaten dan de lidstaat van vestiging, heeft een passende opvolging van deze handelingen door de betrokken belastingadministraties tot gevolg, met name wat de nieuwe verplichtingen (op het gebied van identificatie en aangiften) voor deze vrijgestelde belastingplichtigen betreft. Om deze regeling administratief niet te omslachtig te maken worden vereenvoudigingen ingevoerd, zoals die op het gebied van facturering.
Artikel 3, a), van dit ontwerp vult daarom artikel 13, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 1 aan met een bijkomend geval waarin de belastingplichtige wordt toegestaan enkel een vereenvoudigde factuur uit te reiken. Het betreft met name het geval waarin hij verplicht is een factuur uit te reiken voor handelingen die hij verricht (veelal een handeling voor een andere belastingplichtige) wanneer hij gebruikmaakt van de vrijstellingsregeling van belasting bedoeld in de artikelen 56bis tot en met 56undecies van het Wetboek.
Ter zake moet rekening worden gehouden met artikel 53decies van het Wetboek dat bepaalt welke lidstaat bevoegd is voor het opleggen van de regels inzake facturering. In de regel is dat de lidstaat waar de belastbare handeling van de leverancier of dienstverrichter geacht wordt plaats te vinden, tenzij die een belastbare handeling verricht in een lidstaat waar hij niet gevestigd is en de afnemer schuldenaar is van de btw op de betrokken handeling (situatie van "verlegging van heffing").
Dienovereenkomstig heeft artikel 13, eerste lid, 4°, nieuw, van het koninklijk besluit nr. 1 enkel betrekking op de situatie waarin: - een in België gevestigde belastingplichtige belastbare handelingen verricht in België, met toepassing van de vrijstellingsregeling van belasting; - een in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige belastbare handelingen verricht in België met toepassing van de vrijstellingsregeling van belasting.
Wanneer daarentegen een in België gevestigde belastingplichtige de vrijstelling toepast in een andere lidstaat dan België, dan is laatstgenoemde lidstaat de bevoegde lidstaat inzake facturering ingevolge de belastbare handelingen die op zijn grondgebied plaatsvinden. De toepassing van de vrijstellingsregeling zal immers primeren op de eventuele toepassing van de verleggingsregeling die onder de normale btw-regeling op een voor een in die lidstaat gevestigde belastingplichtige van toepassing had kunnen zijn. Daardoor is in die omstandigheden niet de afnemer maar de belastingplichtige die de belastbare handeling verricht schuldenaar van de belasting.
Dienvolgens is de lidstaat waar de belastbare handeling plaatsvindt overeenkomstig artikel 219 bis van Richtlijn 2006/112/EG voor dergelijke handelingen steeds de bevoegde lidstaat inzake facturering.
Derhalve zal een in België belastingplichtige ook steeds moeten nagaan of voor die handelingen die hij in een andere lidstaat met vrijstelling verricht desgevallend in die lidstaat geen ontheffing van factureringsplicht geldt overeenkomstig artikel 292 quinquies van de Richtlijn 2006/112/EG, zoals ingevoegd bij Richtlijn 2020/285.
Artikel 3, b), van het ontwerp bepaalt anderzijds dat die vereenvoudigde factuur, naast de identificatiegegevens van de belastingplichtige die de handeling verricht, zijn in artikel 50 van het Wetboek bedoeld btw-identificatienummer vermeld of het individueel nummer dat hem overeenkomstig artikel 292 ter, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG door de lidstaat van vestiging werd toegekend, d.w.z. het identificatienummer van de vrijgestelde belastingplichtige inclusief het achtervoegsel "EX" in het kader van de grensoverschrijdende toepassing van de vrijstellingsregeling van belasting (wijziging van artikel 13, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit nr. 1).
Overeenkomstig de in de toelichting met betrekking tot artikel 3, a) van dit ontwerp uiteengezette regels met betrekking tot de bevoegde lidstaat inzake facturering, zullen de regels inzake de vereenvoudigde factuur enkel van toepassing kunnen zijn voor handelingen die werden verricht in België met toepassing van de vrijstellingsregeling van belasting door een belastingplichtige die hetzij in België, hetzij in een andere lidstaat gevestigd is.
Dienovereenkomstig zal een in België gevestigde belastingplichtige voor die handelingen zijn in artikel 50 van het Wetboek bedoeld btw-identificatienummer moeten vermelden op de vereenvoudigde factuur, terwijl een (voor de toepassing van de vrijstellingsregeling van belasting) niet in België maar in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige voor die handelingen zijn individueel nummer dat hem overeenkomstig artikel 292 ter, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG door de lidstaat van vestiging werd toegekend zal moeten vermelden.
Een in België gevestigde belastingplichtige zal voor zijn in België verrichte handeling dus niet de suffix "EX" aan zijn btw-identificatienummer moeten toevoegen. Zijn in artikel 50 van het Wetboek bedoeld btw-identificatienummer met de suffix "EX" zal daarentegen, overeenkomstig de reglementering van de andere lidstaat dan België waar hij belastbare handelingen met vrijstelling van de belasting verricht, wel moeten worden vermeld op de facturen die hij gehouden is uit te reiken voor die belastbare handelingen.
Artikel 56bis van het Wetboek, in zijn huidige versie, is de bepaling van het Wetboek die de vrijstellingsregeling van belasting regelt.
De wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten is overgegaan tot de vervanging van artikel 56bis van het Wetboek dat nu alleen nog maar een inleidende bepaling vormt met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting.
Voortaan omschrijft artikel 56bis, nieuw, wat voor de toepassing van de vrijstellingsregeling van belasting moet worden verstaan onder "jaaromzet in België", "jaaromzet in de Unie" en "gevestigde belastingplichtige". De nieuwe bepaling sluit verder de btw-eenheden in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek uit van de vrijstellingsregeling van belasting en sluit eveneens belastingplichtigen die gewoonlijk welbepaalde categorieën van handelingen verrichten, voor hun gehele economische activiteit uit.
Het nieuwe artikel 56ter, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten, legt voortaan de voorwaarden vast voor de toepassing van de vrijstellingsregeling van belasting in België door in België gevestigde belastingplichtigen alsook door de belastingplichtigen die in een andere lidstaat zijn gevestigd.
Artikel 4 van het ontwerp past in paragraaf 4 van artikel 14 van het koninklijk besluit nr. 1 de verwijzing naar het Wetboek aan en verwijst derhalve voortaan naar artikel 56ter van het Wetboek. Deze bepaling betreft de ontheffing voor vrijgestelde belastingplichtigen van het houden van een boek voor ingaande en uitgaande facturen wanneer deze belastingplichtigen hun facturen bewaren in een ononderbroken volgorde waarin ze zijn uitgereikt of ontvangen en zij het in artikel 14, § 5, van het koninklijk besluit nr. 1 bedoelde boek houden waarin die facturen worden ingeschreven.
Artikel 5 van het ontwerp wijzigt het koninklijk besluit nr. 2.
In het kader van de omzetting van Richtlijn 2020/285 heeft artikel 23 van de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten artikel 56undecies in het Wetboek ingevoegd.
Krachtens artikel 56undecies van het Wetboek bepaalt de Koning onder meer de toepassingsmodaliteiten inzake de wijziging van belastingregeling, alsook de wijze waarop herzieningen worden doorgevoerd bij een dergelijke wijziging.
De overgang van de regeling van forfaitaire grondslagen van aanslag bedoeld in artikel 56 van het Wetboek en in het koninklijk besluit nr. 2 naar de vrijstellingsregeling van belasting maakt het voorwerp uit van artikel 4 van dat besluit.
De huidige regeling voorziet dat belastingplichtigen onderworpen aan de forfaitaire regeling de vrijstellingsregeling van belasting kunnen genieten vanaf 1 juli of zelfs vanaf 1 januari van het volgend kalenderjaar mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan wat de in het voorafgaande kalenderjaar gerealiseerde omzet betreft. De wijziging van belastingregeling is tevens onderworpen aan een kennisgeving, en in het geval van wijziging op 1 januari, van een aanvraag, gericht aan de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde.
Artikel 5 van het ontwerp dat artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 2 vervangt, wijzigt de regels met betrekking tot de overgang van de forfaitaire regeling naar de vrijstellingsregeling van belasting.
Voortaan kunnen belastingplichtigen onderworpen aan de forfaitaire regeling overeenkomstig artikel 56ter, § 1, van het Wetboek gebruikmaken van de vrijstellingsregeling van belasting vanaf 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober van het volgende kalenderjaar.
De wijziging van belastingregeling is eveneens onderworpen aan de voorwaarde dat de totale omzet die in het kalenderjaar voorafgaand aan de wijziging van de belastingregeling onder de forfaitaire regeling is gerealiseerd niet het in artikel 56ter, § 1, eerste lid, van het Wetboek bedoeld bedrag heeft overschreden, met name 25.000 euro. Die drempel is immers niet gewijzigd in het kader van de omzetting van Richtlijn 2020/285.
Zoals in het algemeen het geval is voor de toepassing van de vrijstellingsregeling van belasting in België, worden uitsluitend bedoeld de belastingplichtigen die de zetel van hun economische activiteit in België hebben gevestigd, overeenkomstig de definitie van het begrip "gevestigde belastingplichtige" voor de toepassing van deze regeling, opgenomen in artikel 56bis, § 1, 3°, van het Wetboek. Om elke dubbelzinnigheid op dit punt weg te nemen, voegt artikel 4, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 2 deze verduidelijking toe.
De wijziging van belastingregeling is afhankelijk van een aanvraag via een aangifte, waarvan de indieningstermijn en de modaliteiten zijn vastgelegd in artikel 3, § 2, tweede tot en met vijfde lid, van het koninklijk besluit nr. 19. Artikel 3, § 2, vierde en vijfde lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 19 bepaalt bovendien wanneer de wijziging van belastingregeling in werking treedt.
De bij de overgang naar de vrijstellingsregeling van belasting geldende regels inzake de herziening van de aftrek blijven ongewijzigd.
Bijgevolg verwijst artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 2 wat deze verschillende regels betreft naar de bepalingen van artikelen 3, § 2, en 4 van het koninklijk besluit nr. 19.
De artikelen 6, en 7 van het ontwerp wijzigen het koninklijk besluit nr. 22.
Zoals hiervoor reeds vermeld, regelt artikel 56bis van het Wetboek, in zijn huidige versie, de vrijstellingsregeling van belasting.
De omzetting van Richtlijn 2020/285 bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten heeft tot gevolg dat de vrijstellingsregeling van belasting voortaan niet alleen het voorwerp uitmaakt van het vervangen artikel 56bis, maar ook van de door voormelde wet in het Wetboek ingevoegde artikelen 56ter tot en met 56undecies.
De artikelen 6 en 7 van het ontwerp brengen om die reden een wijziging van legistieke aard aan in de inleidende zin van artikel 4, § 1, eerste lid, en in artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 22. In die artikelen wordt de verwijzing naar artikel 56bis van het Wetboek dan ook vervangen door een verwijzing naar de artikelen 56bis tot en met 56undecies.
Artikel 8 van het ontwerp wijzigt artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 23.
In het kader van de omzetting van Richtlijn 2020/285 heeft artikel 17 van de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten artikel 56quinquies in het Wetboek ingevoegd.
Paragraaf 2 van artikel 56quinquies van het Wetboek bepaalt dat de in artikel 56ter, § 1, eerste lid, van het Wetboek bedoelde belastingplichtige (d.w.z. de in België gevestigde belastingplichtige die in casu alleen in België van de vrijstellingsregeling van belasting gebruikmaakt) aan de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde, voor elk kalenderjaar het totale bedrag meedeelt van de leveringen en/of diensten die tijdens het kalenderjaar in België zijn verricht, of "0" wanneer geen leveringen van goederen of diensten zijn verricht.
Artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 19, genomen in uitvoering van voormeld artikel 56undecies van het Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten, bepaalt dat de in artikel 56quinquies, § 2, van het Wetboek bedoelde inlichtingen langs elektronische weg worden verzonden door middel van een door de minister van Financiën bepaalde internettoepassing.
Die aangifteverplichting, die geldt voor alle in artikel 56ter, § 1, nieuw, van het Wetboek bedoelde belastingplichtigen, vervangt de verplichting (die geldt voor bepaalde belastingplichtigen die onder de vrijstellingsregeling vallen) om die omzet aan te geven ter gelegenheid van de indiening van de in artikel 53quinquies van het Wetboek bedoelde jaarlijkse lijst van belastingplichtige afnemers.
Die verplichting maakt het voorwerp uit van het huidige artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 23. Artikel 8 van dit ontwerp heft bijgevolg die overbodig geworden bepaling op.
Artikel 9 van het ontwerp wijzigt het koninklijk besluit nr. 44. Afdeling 1 van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 44 stelt het
bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde vast wat betreft de aangifteverplichtingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde.
Rubriek II van voormelde afdeling 1 heeft betrekking op de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde wat de aangiften betreft bedoeld in de artikelen 53ter, 1°, 58ter, § 6, 58quater, § 6, en 58quinquies, § 6, van het Wetboek, in artikel 18, § 7, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 1 en in artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 14.
Artikel 56quinquies, § 1, van het Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten, bepaalt dat een in België gevestigde belastingplichtige die in een andere lidstaat waar hij niet is gevestigd, de in titel XII, hoofdstuk 1, van Richtlijn 2006/112/EG bedoelde vrijstelling wenst te genieten, de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde voor elk kalenderkwartaal bepaalde gegevens verstrekt. Het betreft gegevens met betrekking tot de door die belastingplichtige in België en in andere lidstaten gerealiseerde omzet.
Paragraaf 2 van artikel 56quinquies, van het Wetboek bepaalt bovendien dat de in artikel 56ter, § 1, eerste lid, van het Wetboek bedoelde belastingplichtige, zijnde een in België gevestigde belastingplichtige die in België gebruikmaakt van de vrijstellingsregeling van belasting, de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde, voor elk kalenderjaar het totale bedrag meedeelt van de leveringen en/of diensten die tijdens het kalenderjaar in België zijn verricht.
De voormelde gegevens moeten binnen een welbepaalde termijn aan de administratie worden verstrekt.
Artikel 9 van het ontwerp wijzigt het opschrift van rubriek II van afdeling 1 van de bijlage van het koninklijk besluit nr. 44 en voegt er het artikel 56quinquies van het Wetboek in. Voortaan is derhalve voorzien in niet-proportionele fiscale geldboeten voor het niet of laattijdig meedelen van de gegevens. Het barema van deze boeten blijft ongewijzigd.
Artikel 10 van het ontwerp brengt ten slotte een wijziging van legistieke aard aan in artikel 27, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit nr. 56. Deze bepaling heeft betrekking op gevallen waarin de lidstaat van vestiging van de belastingplichtige verzoeken om teruggaaf van btw op grond van Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn, niet doorstuurt naar de lidstaat van teruggaaf.
Inderdaad, voor zover belastingplichtigen die gebruikmaken van de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting, geen enkel recht op aftrek hebben van de btw geheven op hun inkomende handelingen die verband houden met de onder de vrijstellingsregeling van belasting verrichte handelingen (zie in dit verband artikel 169, a), nieuw, van Richtlijn 2006/112/EG, vervangen bij Richtlijn 2020/285), kunnen zij evenmin teruggaaf krijgen van de btw die hen in rekening werd gebracht in de lidstaat waar ze niet gevestigd zijn maar waar ze wel handelingen verrichten.
Er wordt ter zake verwezen naar de toelichting bij de artikelen 6 en 7 van dit ontwerp.
HOOFDSTUK 3. - Technische wijzigingen in de nationale regelgeving
Artikelen 11 en 13 De artikelen 11 en 13 van dit ontwerp brengen correcties aan in de artikelen 14 en 18bis van het koninklijk besluit nr. 3.
Artikel 12 van het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 2bis, 3, 14, 19, 22, 31, 41 en 44 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde en tot uitstel van de datum van inwerkingtreding van de wet van 12 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/2023 pub. 23/03/2023 numac 2023041020 bron federale overheidsdienst financien Wet tot modernisering van de btw-ketting en van de inning van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen binnen de FOD Financiën sluiten tot modernisering van de btw-ketting en van de inning van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen binnen de FOD Financiën (Belgisch Staatsblad van 22 december 2023) (hierna: "het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0") heeft artikel 14 van het koninklijk besluit nr. 3, opgeheven bij het koninklijk besluit van 31 maart 1978 (Belgisch Staatsblad van 11 april 1978), hersteld in een nieuwe opmaak.
Artikel 14, nieuw, van het koninklijk besluit nr. 3 bepaalt de modaliteiten van de voorafgaande kennisgeving door gemengde belastingplichtigen die hun recht op aftrek uitoefenen volgens de regeling van het algemeen verhoudingsgetal.
Die kennisgeving geldt voor onbepaalde duur.
Die modaliteit is opgenomen in artikel 14, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 3, weliswaar enkel in de Franse tekst van die bepaling.
Artikel 11 van dit ontwerp past de Nederlandse tekst van artikel 14, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 3 aan in de vereiste zin om beide taalversies van die bepaling op elkaar af te stemmen.
Overeenkomstig artikel 46, § 2, eerste lid, van het Wetboek kan iedere belastingplichtige die in het kader van zijn economische activiteit ook andere handelingen verricht dan handelingen waarvoor op grond van artikel 45 van het Wetboek aanspraak op aftrek bestaat, op grond van een voorafgaande kennisgeving aan de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde, het recht op aftrek uitoefenen volgens het werkelijk gebruik van de goederen en diensten of een deel ervan.
Artikel 18bis, § 1, van het koninklijk besluit nr. 3 bepaalt de modaliteiten van die kennisgeving door de belastingplichtige aan de administratie.
Artikel 18bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 3 bepaalt bovendien dat die belastingplichtige jaarlijks bepaalde gegevens meedeelt bij de indiening van de in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek bedoelde aangifte met betrekking tot het eerste kwartaal of één van de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar.
Artikel 14, 4°, van het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0 heeft in artikel 18bis, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 3, de bepaling onder 1° vervangen om er de verwijzing naar artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 met betrekking tot de mededeling van het definitieve algemeen verhoudingsgetal voor het voorgaande kalenderjaar te actualiseren ingevolge de vervanging van artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3.
Artikel 13 van dit ontwerp brengt een technische aanpassing aan in voornoemd artikel 18bis, § 2, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit nr. 3 door de verwijzing naar artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 te optimaliseren. Eerder dan die verwijzing te corrigeren binnen het koninklijk besluit nr. 3 zelf, werd er overeenkomstig punt 9.2. van het voormelde advies 77.174/3 van de Raad van State voor geopteerd om de verwijzing naar artikel 15 van dat koninklijk besluit te vervangen door een verwijzing naar artikel 46, § 1, vijfde lid, van het Wetboek.
Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de Nederlandse tekst van die bepaling aan te passen. Door de vervanging van de woorden "naargelang het geval" door de woorden "in voorkomend geval" sluit de Nederlandse tekst correct aan bij Franse versie ervan.
Artikel 12
Artikel 7 van de wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten heeft artikel 46, § 1, van het Wetboek gewijzigd, wat de uitoefening van het recht op aftrek volgens het algemeen verhoudingsgetal betreft. Naast de invoering van een procedure van voorafgaande kennisgeving door belastingplichtigen die hun recht op aftrek volgens dergelijke regeling willen uitoefenen, bepaalt artikel 46, § 1, vierde lid, van het Wetboek dat zij tevens gehouden zijn het voorlopige en het definitieve verhoudingsgetal voor elk kalenderjaar ter kennis te brengen aan de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde.
Artikel 49, 4°, van het Wetboek, vervangen bij de wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten, bepaalt dat de Koning de wijze bepaalt waarop en de mate waarin de aftrek en de herziening worden verricht overeenkomstig artikel 46, § 1, van het Wetboek.
Artikel 13 van het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0 heeft in uitvoering van artikel 46, § 1, 4°, van het Wetboek, artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 vervangen.
Artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 regelt de procedure voor de jaarlijkse mededeling van de voorlopige en definitieve algemene verhoudingsgetallen. Elk jaar stelt de belastingplichtige die de aftrek volgens het algemeen verhoudingsgetal verricht, dit algemeen verhoudingsgetal voorlopig vast op basis van de in het voorgaande kalenderjaar verrichte handelingen. Dat algemeen verhoudingsgetal wordt vervolgens definitief vastgesteld uiterlijk op 20 april van het volgende kalenderjaar, dat wil zeggen op het tijdstip dat de periodieke btw-aangifte voor het eerste kwartaal (voor driemaandelijkse indieners) of voor de maand maart (voor maandelijkse indieners) van het volgende kalenderjaar wordt ingediend. De belastingplichtige doet in deze periodieke aangifte de eventuele herzieningen.
Rekening houdend met de omvang van de wijzigingen aangebracht aan artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3, werd deze bepaling vervangen bij artikel 13 van het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0.
Bij deze vervanging werd een bestaand lid van artikel 15 in de opmaak vóór de vervanging ervan bij het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0 niet mee overgenomen.
Eerder dan dat lid terug te hernemen in artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3, werd er, overeenkomstig punt 9.1. van het voormelde advies 77.174/3 van de Raad van State, voor geopteerd om de referentie in artikel 16 van dat koninklijk besluit naar artikel 15 van datzelfde besluit te vervangen door een verwijzing naar artikel 46, § 1, vijfde lid, van het Wetboek. Dat artikel omvat namelijk al de regels die werden opgenomen in het bij het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0 niet mee overgenomen lid van artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3.
Artikel 14
Artikel 6 van het koninklijk besluit van 7 november 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten5 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 7, 10, 24, 31, 35, 46 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde (Belgisch Staatsblad van 25 november 2019) heeft artikel 40, § 1, van het koninklijk besluit nr. 7 gewijzigd.
In die bepaling werd een achterhaalde verwijzing naar de Europese regelgeving aangepast. Er werd in artikel 40, § 1, van het koninklijk besluit nr. 7 met betrekking tot de douaneregeling die van toepassing is bij de terugkeer van uitgevoerde goederen nog verwezen naar "de artikelen 185 en 186 van de verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992, tot vaststelling van het communautaire douanewetboek". Dat Douanewetboek heeft het voorwerp uitgemaakt van een volledige herschikking die aanleiding gegeven heeft tot het douanewetboek van de Unie, middels de Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie. Artikel 6 van het voornoemd koninklijk besluit van 7 november 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten5 heeft de verwijzing in artikel 40, § 1, van het koninklijk besluit nr. 7 aangepast en verwijst derhalve thans naar artikel 259 van de voornoemde Verordening (EU) nr. 952/2013.
De aangepaste verwijzing in artikel 40, § 1, van het koninklijk besluit nr. 7 naar artikel 259 van de Verordening (EU) nr. 952/2013 dient te worden aangepast.
Artikel 259 van de Verordening nr. 952/2013 handelt namelijk over de douaneregeling inzake passieve veredeling. Artikel 40, § 1, van het koninklijk besluit nr. 7 heeft echter betrekking op de douaneregeling die van toepassing is bij de wederinvoer van voorheen uitgevoerde goederen. Die regeling maakt het voorwerp uit van artikel 203 van de voormelde verordening. Artikel 14 van het ontwerp past die verwijzing in artikel 40, § 1, van het koninklijk besluit nr. 7 dienovereenkomstig aan.
Artikel 15
Artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 22 bepaalt dat, in de mate waarin de landbouwondernemer onderworpen is aan de bijzondere regeling ingesteld bij artikel 57 van het Wetboek, hij het recht op aftrek van de belasting die drukt op de onderscheiden bestanddelen van de prijs van de handelingen die hij verricht, niet mag uitoefenen overeenkomstig de artikelen 45 tot en met 49 van het Wetboek.
Artikel 3, tweede lid, van dat besluit specifieert dat het bedrag van die belasting door de koper of ontvanger aan de landbouwondernemer wordt terugbetaald onder de vorm van forfaitaire compensaties ter gelegenheid van de handelingen waarop artikel 57, § 1, derde lid, 1° en 2°, van het Wetboek van toepassing is, wanneer die koper of ontvanger een belastingplichtige is of een niet-belastingplichtige rechtspersoon als bedoeld in artikel 57, § 2, 1°, 2° en 3°, van het Wetboek.
De verwijzing opgenomen in fine van artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 22 moet worden verfijnd.
Artikel 15 van het ontwerp brengt in die bepaling een correctie van legistieke aard aan en voegt daarom de woorden "tweede lid" in na de woorden "artikel 57, § 2,".
HOOFDSTUK 4 - Slotbepalingen Artikel 16
Artikel 16 van het ontwerp legt de datum van inwerkingtreding van hoofdstuk 2 van het ontwerp vast op 1 januari 2025.
Die datum stemt overeen met de bepalingen van artikel 3 van Richtlijn 2020/285 dat de lidstaten oplegt om, enerzijds, uiterlijk op 31 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan die richtlijn te voldoen en, anderzijds, die bepalingen toe te passen met ingang van 1 januari 2025.
De inwerkingtreding van de andere bepalingen van dit ontwerp wordt bepaald overeenkomstig de basisregel, namelijk op de tiende dag volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM
Advies 77.174/3 van 3 december 2024 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 3, 4, 7, 22, 23, 41, 44 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde' Op 31 oktober 2024 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 3, 4, 7, 22, 23, 41, 44 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde'.
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 26 november 2024. De kamer was samengesteld uit Jeroen Van Nieuwenhove, kamervoorzitter, Koen Muylle en Elly Van de Velde, staatsraden, Bruno Peeters, assessor, en Annemie Goossens, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Allan Magerotte, adjunct-auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Elly Van de Velde, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 3 december 2024. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Voorafgaande opmerking 2. Rekening houdend met het ogenblik waarop dit advies wordt gegeven, vestigt de afdeling Wetgeving de aandacht van de adviesaanvrager erop dat de ontbinding van de Wetgevende Kamers tot gevolg heeft dat de regering sedert die datum en totdat, na de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, een nieuwe regering is benoemd door de Koning, niet meer over de volheid van haar bevoegdheid beschikt.Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens die de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van verordeningen noodzakelijk is.
Strekking van het ontwerp 3. Zoals uit het opschrift ervan blijkt, strekt het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van tien koninklijke besluiten met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde. De volgende koninklijk besluiten worden gewijzigd: - koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 `met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde'; - koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018 `met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde'; - koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 `met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde'; - koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 `met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde'; - koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 `met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde'; - koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 `met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde'; - koninklijk besluit nr. 23 van 9 december 2009 `met betrekking tot de jaarlijkse lijst van de btw belastingplichtige afnemers'; - koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987 `tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde'; - koninklijk besluit nr. 44 van 9 juli 2012 `tot vaststelling van het bedrag van de niet proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde'; - koninklijk besluit nr. 56 van 10 april 2022 `met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf en aan niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen'.
Luidens hoofdstuk 1 van het ontwerp kaderen deze wijzigingen binnen de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 `tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen'. Het ontwerp vormt ook een gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 `betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde' (artikel 1 van het ontwerp). 3.1. De wijzigingen in de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 22, 23, 44 en 56 houden verband met de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen (hoofdstuk 2 van het ontwerp).
Deze wijzigingen zijn het gevolg van de omzetting van richtlijn (EU) 2020/285 bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten `tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen'.
De artikelen 2 en 3 van het ontwerp wijzigen de artikelen 5, § 1, respectievelijk 13 van het koninklijk besluit nr. 1 en bepalen dat belastingplichtigen die gebruik maken van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen mogen kiezen tussen het uitreiken van een volledige of een vereenvoudigde factuur.
De artikelen 4, 6, 8 en 11 van het ontwerp brengen in respectievelijk artikel 14 van het koninklijk besluit nr. 1, de artikelen 4, § 1, eerste lid, inleidende zin, en 8 van het koninklijk besluit nr. 22, en artikel 27, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit nr. 56 verwijzingen aan naar bepalingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde van 3 juli 1969 (hierna: Btw-wetboek) zoals gewijzigd bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten.
Artikel 5 van het ontwerp vervangt artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 2 dat de overgang regelt van de forfaitaire regeling vervat in artikel 56 van het Btw-wetboek en in het koninklijk besluit nr. 2 naar de vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen. Hierbij wordt verwezen naar de artikelen 2, § 2, tweede tot en met vijfde lid, en 3, § 1, van het (ontworpen) koninklijk besluit nr. 19 `met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen', waarover de Raad van State advies 77.172/3 heeft gegeven op dezelfde dag als dit advies.
Artikel 7 van het ontwerp vervangt artikel 7, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 22. De thans geldende versie van artikel 7, eerste lid, eerste zin, van dat koninklijk besluit bepaalt dat wanneer een landbouwondernemer de bijzondere regeling voor landbouwondernemers vervat in artikel 57 van het Btw-wetboek geniet, en reeds de hoedanigheid van belastingplichtige heeft omdat hij een andere werkzaamheid uitoefent waarvoor hij is onderworpen aan de bijzondere regelingen van de artikelen 56 en 56bis van het Btw-wetboek (1), deze landbouwondernemer wordt geacht twee onderscheiden sectoren te hebben overeenstemmend met ieder van die werkzaamheden. Het ontwerp voegt hieraan de normale belastingregeling toe waaraan de landbouwondernemer voor een andere activiteit kan zijn onderworpen en actualiseert de verwijzing naar het relevante artikel voor de vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen.
Artikel 9 van het ontwerp heft artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 23 op, aangezien de daarin vermelde aangifteverplichting wordt opgenomen in artikel 6 van het voormelde (ontworpen) koninklijk besluit nr. 19.
Artikel 10 van het ontwerp wijzigt het opschrift van rubriek II van afdeling 1 van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 44. Deze afdeling stelt het bedrag vast van de niet-proportionele fiscale geldboete voor aangifteverplichtingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde. Het ontwerp voegt aan die rubriek ook de aangifteplicht vervat in artikel 56quinquies van het Btw wetboek toe, zoals ingevoegd bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten. 3.2. Hoofdstuk 3 van het ontwerp wijzigt het koninklijk besluit nr. 1 in die zin dat een verleggingsregeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde wordt ingevoegd voor leveringen van recuperatiestoffen en -producten. Hiertoe worden in artikel 12 van het ontwerp lijsten opgenomen van wat wel en wat niet als recuperatiestoffen en -producten worden beschouwd. Artikel 13 van het ontwerp brengt de nodige wijzigingen aan in bijlage II bij het koninklijk besluit nr. 1.
Aangezien de gemachtigde aan de auditeur-verslaggever bevestigde dat hoofdstuk 3 uit het ontwerp zal worden weggelaten, heeft de Raad van State de artikelen 12 en 13, alsook artikel 21, eerste lid, van het ontwerp, in zoverre het aan hoofdstuk 3 refereert (zie hierna opmerking 3.4), niet onderzocht. 3.3. Hoofdstuk 4 van het ontwerp bevat technische wijzigingen aan de koninklijke besluiten nrs. 3, 4, 7, 22 en 41 (artikelen 14 tot 20 van het ontwerp). 3.4. Hoofdstuk 5 bepaalt dat de hoofdstukken 2 en 3 van het te nemen besluit in werking treden op 1 januari 2025 en dat artikel 15 van hoofdstuk 4 ervan uitwerking heeft op (lees: "met ingang van") 1 januari 2024 (artikel 21 van het ontwerp).
Rechtsgrond 4. Het ontwerp vindt, onder voorbehoud van wat volgt, rechtsgrond in de bepalingen vermeld in de volgende door de gemachtigde aangeleverde rechtsgrondentabel:
Rechtsgrondentabel - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten Nrs.1, 2, 3, 4, 7, 22, 23, 41, 44 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde
Hoofdstuk 2: Bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen
Artikel van het ontwerp
Gewijzigde bepaling
Bepaling artikel
Rechtsgrond Btw-Wetboek
Tekst van de rechtsgrond bepaling(en)
Art. 2
Artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 5, § 1, 10quater
Artikel 53decies, § 2
§ 2. De Koning kan de regels voor de uitreiking van facturen bepalen en maatregelen nemen wat de vereenvoudiging van facturen betreft.
Art. 3
Artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 13, eerste lid, 4°
Artikel 53decies, § 2
§ 2. De Koning kan de regels voor de uitreiking van facturen bepalen en maatregelen nemen wat de vereenvoudiging van facturen betreft.
Art. 13, tweede lid, 2°
Art. 4
Artikel 14 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 14, § 4
Artikel 54, eerste lid
Onverminderd de bevoegdheden die Hem bij de artikelen 51 tot 53duodecies worden verleend, bepaalt de Koning op welke wijze de maatstaf van heffing en het bedrag van de belasting worden afgerond, de wijze van voldoening van de belasting, de inhoud van de door de belastingplichtigen uit te reiken facturen, de door de belastingplichtigen en de niet-belastingplichtige rechtspersonen te houden en voor te leggen boeken en stukken, de verplichtingen van de medecontractanten van de schuldenaars van de belasting en alle andere voorzieningen, nodig om de voldoening van de belasting te verzekeren.
Artikel 53duodecies
De Koning regelt de praktische toepassingsmodaliteiten van de artikelen 53 tot en met 53undecies.
Art. 5
Artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018 met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde, vervangen
Art. 4
Artikel 56, § 5, eerste lid
§ 5. De Koning stelt de praktische toepassingsvoorwaarden en de formaliteiten vast onder meer wat betreft de aanvang, de wijziging of de stopzetting van de activiteit, de belastingregeling en de modaliteiten voor de uitoefening van de in paragraaf 4 bedoelde opties.
Artikel 56undecies
De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van deze onderafdeling wat betreft de vorm van de in artikelen 56ter, § 1, vierde lid en 56quater, § 1, 1°, bedoelde voorafgaandelijke kennisgeving, de wijziging of stopzetting van de activiteit of van de belastingregeling, de wijze waarop herzieningen worden doorgevoerd bij een wijziging van de belastingregeling en de wijze waarop de in de artikelen 56quater, § 3, en 56quinquies bedoelde gegevens aan de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde wordt verstrekt.
Art. 6
Artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde
Art. 4, § 1, eerste lid, inleidende zin
Artikel 57, § 7, eerste lid
§ 7. De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel met betrekking tot de forfaitaire compensatiepercentages, de vermeldingen en de uitreikingsmodaliteiten van het door de belastingplichtige koper of ontvanger uitgereikte document aan de landbouwondernemer en de administratieve formaliteiten die noodzakelijk zijn om de toepassing van deze regeling doeltreffend te controleren.
Art. 7
Artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde
Art. 7, eerste lid
Artikel 57, § 7, eerste lid
§ 7. De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel met betrekking tot de forfaitaire compensatiepercentages, de vermeldingen en de uitreikingsmodaliteiten van het door de belastingplichtige koper of ontvanger uitgereikte document aan de landbouwondernemer en de administratieve formaliteiten die noodzakelijk zijn om de toepassing van deze regeling doeltreffend te controleren.
Art. 8
Artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde
Art. 8
Artikel 57, § 7, eerste lid
§ 7. De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel met betrekking tot de forfaitaire compensatiepercentages, de vermeldingen en de uitreikingsmodaliteiten van het door de belastingplichtige koper of ontvanger uitgereikte document aan de landbouwondernemer en de administratieve formaliteiten die noodzakelijk zijn om de toepassing van deze regeling doeltreffend te controleren.
Artikel 56undecies
De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van deze onderafdeling wat betreft de vorm van de in artikelen 56ter, § 1, vierde lid en 56quater, § 1, 1°, bedoelde voorafgaandelijke kennisgeving, de wijziging of stopzetting van de activiteit of van de belastingregeling, de wijze waarop herzieningen worden doorgevoerd bij een wijziging van de belastingregeling en de wijze waarop de in de artikelen 56quater, § 3, en 56quinquies bedoelde gegevens aan de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde wordt verstrekt.
Art. 9
Artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 23 van 9 december 2009 met betrekking tot de jaarlijkse lijst van de btw-belastingplichtige afnemers opgeheven
Art. 3
---
---
Art. 10
Rubriek II van afdeling 1 van de bijlage bij het besluit nr. 44, van 9 juli 2012 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde
Rubriek II van afdeling 1, opschrift
Artikel 70, § 4, eerste lid
§ 4. De niet in de §§ 1, 2 en 3 bedoelde overtredingen van dit Wetboek of van de besluiten genomen ter uitvoering ervan, worden bestraft met een niet-proportionele fiscale geldboete van 50 euro tot 5.000 euro per overtreding. Het bedrag van deze geldboete wordt naar gelang van de aard en de ernst van de overtreding bepaald volgens een schaal waarvan de trappen door de Koning worden vastgesteld.
Art. 11
Artikel 27 van het koninklijk besluit nr. 56 van 10 april 2022 met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf en aan niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen
Art. 27, eerste lid, 3°
Artikel 76, § 3
Wanneer de teruggaaf moet plaatsvinden overeenkomstig de bepalingen inzake teruggaaf van de Richtlijn 86/560/EEG of de Richtlijn 2008/9/EG, regelt de Koning de toepassingsmodaliteiten van deze paragraaf met betrekking tot het personele toepassingsgebied, de belasting waarvoor om teruggaaf kan verzocht worden, de te volgen procedure, de vormvoorwaarden, het teruggaaftijdvak, de minimumbedragen, de in acht te nemen termijnen en de correcties, met inachtneming van het feit dat de teruggaaf op grond van de Richtlijn 86/560/EEG, waar die richtlijn dat toelaat, wordt verleend onder dezelfde voorwaarden als die van toepassing voor de teruggaaf op grond van de Richtlijn 2008/9/EG. De Koning kan daarbij afwijken van het bepaalde in artikel 82bis.
Hoofdstuk 3: Schuldenaar van de belasting wat de leveringen van recuperatieproducten betreft
Art. 12
Artikel 20quinquies van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd
Art. 20quinquies
Artikel 51, § 4
§ 4. De Koning kan afwijken van § 1, 1°, om de medecontractant van de leverancier van goederen of van de dienstverrichter tot voldoening van de belasting te verplichten in de mate dat Hij zulks noodzakelijk acht om die voldoening te vrijwaren.
Art. 13
Bijlage II van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde
Bijlage II
Artikel 53duodecies
De Koning regelt de praktische toepassingsmodaliteiten van de artikelen 53 tot en met 53undecies.
Hoofdstuk 4: Technische wijzigingen in de nationale regelgeving
Art. 14
Artikel 14 van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 14, § 2, tweede lid
Artikel 46, § 3
§ 3. De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel, met betrekking tot de vorm van de in paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 2, eerste lid, bedoelde voorafgaandelijke kennisgeving alsook de in paragraaf 1, vierde en zesde lid, en paragraaf 2, vierde en zesde lid, bedoelde kennisgevingen, de termijn waarin die kennisgevingen gebeuren, de procedure volgens dewelke de administratie de bestanddelen van de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kennisgeving kan betwisten en degene volgens dewelke de belastingplichtige kan worden verplicht om het recht op aftrek uit te oefenen met inachtneming van het werkelijk gebruik overeenkomstig paragraaf 2, tweede lid.
Art. 15
Artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 15, vierde lid, ingevoegd
Artikel 49, 2°
De Koning regelt de toepassing van de artikelen 45 tot 48 door te bepalen:1° het tijdstip waarop het recht op aftrek ontstaat; 2° de termijnen waarbinnen en de regelen volgens welke de aftrek plaatsheeft, berekend wordt en herzien wordt; Art. 16
Artikel 18bis van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 18bis, § 2, 1°
Artikel 46, § 3
§ 3. De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel, met betrekking tot de vorm van de in paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 2, eerste lid, bedoelde voorafgaandelijke kennisgeving alsook de in paragraaf 1, vierde en zesde lid, en paragraaf 2, vierde en zesde lid, bedoelde kennisgevingen, de termijn waarin die kennisgevingen gebeuren, de procedure volgens dewelke de administratie de bestanddelen van de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde kennisgeving kan betwisten en degene volgens dewelke de belastingplichtige kan worden verplicht om het recht op aftrek uit te oefenen met inachtneming van het werkelijk gebruik overeenkomstig paragraaf 2, tweede lid.
Art. 17
Artikel 12 van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde
Art. 12, § 1
Artikel 76, § 1, eerste lid
§ 1. Onverminderd de toepassing van artikel 334 van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten0, wordt, wanneer het bedrag van de belasting die overeenkomstig de artikelen 45 tot en met 48 voor aftrek in aanmerking komt tijdens het aangiftetijdvak van de in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde aangifte in dat tijdvak meer bedraagt dan het bedrag aan belastingen die verschuldigd zijn door de overeenkomstig artikel 50 voor btw-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige die tot indiening van die aangifte gehouden is, het overschot op uitdrukkelijk verzoek van de belastingplichtige of van zijn in artikel 55, §§ 1 of 2, bedoelde aansprakelijke vertegenwoordiger teruggegeven, onder de door de Koning bepaalde voorwaarden en modaliteiten, uiterlijk op het einde van de derde maand volgend op het aangiftetijdvak van de in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde aangifte.
Art. 18
Artikel 40 van het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 40, § 1
Artikel 40, § 3
§ 3. De Koning bepaalt de voorwaarden die voor het verkrijgen van de in de paragrafen 1 en 2 bedoelde vrijstellingen moeten worden nageleefd en kan daarbij afwijken van artikel 21bis. Voor de invoeren bedoeld in paragraaf 1, 1°, b) en 2°, kan Hij de vrijstelling beperken of, ter voorkoming van concurrentieverstoring, bepalen dat zij geen toepassing vindt.
Art. 19
Artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde
Art. 3, tweede lid, inleidende zin
Artikel 57, § 7, eerste lid
§ 7. De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel met betrekking tot de forfaitaire compensatiepercentages, de vermeldingen en de uitreikingsmodaliteiten van het door de belastingplichtige koper of ontvanger uitgereikte document aan de landbouwondernemer en de administratieve formaliteiten die noodzakelijk zijn om de toepassing van deze regeling doeltreffend te controleren.
Art. 20
Afdeling 1 van tabel G van de bijlage bij het koninklijk besluit nr.
41 van 30 januari 1987 tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde
Bepaling onder Ibis
Artikel 84, derde lid
Binnen de door de wet gestelde grenzen, wordt het bedrag van de proportionele fiscale boeten vastgesteld in dit Wetboek of in de ter uitvoering ervan genomen besluiten, bepaald volgens een schaal waarvan de trappen door de Koning worden vastgesteld.
5.1. Aangezien de gemachtigde bevestigde dat voor artikel 3 van het ontwerp rechtsgrond wordt geboden door artikel 53decies, § 2, van het Btw-wetboek, naar luid waarvan de Koning wordt gemachtigd om de regels voor de uitreiking van facturen te bepalen en maatregelen te nemen wat de vereenvoudiging van facturen betreft, moet in de aanhef de verwijzing naar artikel 53undecies, § 2, van het Btw-wetboek worden weggelaten. 5.2. Voor artikel 4 van het ontwerp wordt, zoals de gemachtigde bevestigde, rechtsgrond geboden door artikel 54, eerste lid, van het Btw-wetboek, dat de Koning onder meer machtigt de door de belastingplichtigen en de niet-belastingplichtige rechtspersonen te houden en voor te leggen boeken en stukken te bepalen. Aangezien artikel 53duodecies van het Btw-wetboek overbodig is, biedt dit artikel geen rechtsgrond. In de aanhef moet de verwijzing naar artikel 53, § 3, derde lid, worden vervangen door een verwijzing naar artikel 54, eerste lid, van het Btw wetboek. 5.3. Artikel 7 van het ontwerp betreft de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake de belasting over de toegevoegde waarde.
Voor deze bepaling wordt volgens de rechtsgrondentabel rechtsgrond gezocht in artikel 57, § 7, eerste lid, van het Btw-wetboek. Hierover dient het volgende te worden opgemerkt. 5.3.1. Artikel 7 van het ontwerp beoogt artikel 7, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 22 enerzijds in overeenstemming te brengen met richtlijn (EU) 2020/285, zoals omgezet bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten, met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen door de verwijzing naar artikel 56bis van het Btw-wetboek te vervangen door een verwijzing naar artikel 56ter, § 1, ervan en voegt er anderzijds aan toe dat een landbouwondernemer geacht wordt twee onderscheiden sectoren te hebben bij een cumul van de bijzondere regeling voor landbouwondernemers en de normale regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde. In het verslag aan de Koning wordt deze toevoeging als volgt verklaard: "Zoals hiervoor vermeld heeft het koninklijk besluit van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten7 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 2, 4, 6, 10, 19 en 22 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 22 vervangen. Voortaan kan de landbouwondernemer krachtens dat artikel, onder bepaalde voorwaarden en voor nevenactiviteiten die worden beschouwd deel uit te maken van de normale activiteit van een landbouwondernemer, aan de normale regeling worden onderworpen zonder het voordeel van de landbouwregeling te verliezen. Om die reden wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om artikel 7, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 22 te wijzigen om uitdrukkelijk te bepalen dat de landbouwondernemer die voor de hiervoor bedoelde handelingen aan de normale regeling is onderworpen, ook geacht wordt twee volledig onderscheiden sectoren te hebben. Deze wijziging werd nog niet opgenomen in het kader van de wijzigingen die aan het koninklijk besluit nr. 22 werden aangebracht bij het voormelde koninklijk besluit van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten7." Allereerst moet er worden op gewezen dat met ingang van 1 januari 2024 artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 22 evenwel is opgeheven bij artikel 19 van het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0 `tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 2bis, 3, 14, 19, 22, 31, 41 en 44 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde en tot uitstel van de datum van inwerkingtreding van de wet van 12 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/2023 pub. 23/03/2023 numac 2023041020 bron federale overheidsdienst financien Wet tot modernisering van de btw-ketting en van de inning van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen binnen de FOD Financiën sluiten tot modernisering van de btw-ketting en van de inning van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen binnen de FOD Financiën'. (2) In navolging van advies 73.708/3 van 17 juli 2023 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State werden immers de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit nr. 22 bij artikel 19 van de wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten `houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde' overgeheveld naar artikel 57 van het Btw-wetboek. (3) Dienovereenkomstig brachten de artikelen 18 tot 23 van het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0 de nodige aanpassingen aan in het koninklijk besluit nr.22. Zo bepaalde artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit nr. 22 de voorwaarden waaronder een landbouwondernemer, met behoud van de toepassing van die regeling, andere handelingen mag verrichten dan die die normaal gesproken onder die regeling vallen. Deze regeling is nu opgenomen in artikel 57, § 1ter, van het Btw-wetboek. Voorts werden de overige regelingen in artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 22 met betrekking tot de uitsluiting van de regeling van intracommunautaire afstandsverkopen van goederen, de gronden voor uitsluiting van de regeling en de gevolgen van niet-naleving van de regeling evenzeer opgenomen in artikel 57, respectievelijk in paragraaf 1, vierde lid, en paragraaf 9, van het Btw-wetboek.
De motivering in het verslag aan de Koning voor de aanpassing van artikel 7, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 22 aan het opgeheven artikel 2 ervan kan dan ook niet worden bijgetreden. 5.3.2. Blijkens de rechtsgrondentabel vindt artikel 7 van het ontwerp rechtsgrond in artikel 57, § 7, eerste lid, van het Btw-wetboek, dat de Koning machtigt om "de toepassingsmodaliteiten [te bepalen] van dit artikel met betrekking tot de forfaitaire compensatiepercentages, de vermeldingen en de uitreikingsmodaliteiten van het door de belastingplichtige koper of ontvanger uitgereikte document aan de landbouwondernemer en de administratieve formaliteiten die noodzakelijk zijn om de toepassing van deze regeling doeltreffend te controleren". De gemachtigde argumenteerde dat een dergelijke formaliteit erin zou kunnen bestaan een onderscheid te maken tussen sectoren met het oog op een correcte toepassing van elke regeling die in voorkomend geval zou worden toegepast.
Deze redenering overtuigt niet en lijkt de draagwijdte van artikel 57, § 7, eerste lid, van het Btw-wetboek te buiten te gaan. Het principe van een cumul tussen de bijzondere regeling voor landbouwondernemers en elke van de andere regelingen (normale regeling, forfaitaire regeling en vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen) moet voldoende duidelijk voortvloeien uit het Btw-wetboek zelf. 5.3.3. Gelet op voormelde aanpassingen van artikel 57 van het Btw-wetboek bij de wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten (opmerking 5.3.1), zou veeleer een beroep moeten worden gedaan op de algemene uitvoeringsbevoegdheid die de Koning ontleent aan artikel 108 van de Grondwet, gelezen in samenhang met de artikelen 57, §§ 1ter (4), en 9, eerste lid, (5) van het Btw-wetboek. Niettemin moet hierbij worden opgemerkt dat artikel 57, § 1ter, van het Btw wetboek geen melding maakt van een cumul met de vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen, wat wel het geval is in het ontworpen artikel 7, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 22. 5.3.4. Bijgevolg rijzen, zelfs al wordt een beroep gedaan op artikel 108 van de Grondwet, ernstige twijfels bij de rechtsgrond voor artikel 7 van het ontwerp. Deze twijfels kunnen enkel worden weggenomen door de spoedige creatie van een uitdrukkelijke rechtsgrond. In afwachting daarvan kan de ontworpen bepaling geen doorgang vinden.
Artikel 57, § 6, derde lid, van het Btw-wetboek dient alleszins uit de aanhef te worden weggelaten. 5.4. Nu hoofdstuk 3 niet langer deel zal uitmaken van het ontwerp (opmerking 3.2), dienen in de aanhef de artikelen 51, § 4, en 53duodecies van het Btw-wetboek te worden weggelaten, aangezien blijkens de rechtsgrondentabel in deze bepalingen rechtsgrond wordt gezocht voor de artikelen 12 en 13 van het ontwerp. 5.5. Aangezien artikel 53octies, § 1bis, van het Btw-wetboek voor het ontwerp geen rechtsgrond biedende bepaling is, dient de verwijzing ernaar in de aanhef te worden weggelaten. 5.6. Nu de gemachtigde bevestigde dat artikel 17 wordt weggelaten (opmerking 10), dient de vermelding van de rechtsgrond ervan, zijnde artikel 76, § 1, eerste lid, van het Btw wetboek, te worden weggelaten uit de aanhef.
Vormvereisten 6. Zowel het advies van de inspectie van Financiën van 19 september 2024 als het begrotingsakkoord van 21 oktober 2024 verwijzen naar een versie van het voorliggende ontwerp zonder vermelding van het koninklijk besluit nr.41 in het opschrift. Artikel 20 van het voor advies voorgelegde ontwerp wijzigt nochtans punt Ibis van afdeling 1 van tabel G van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 41.
Aan de gemachtigde werd gevraagd of de wijziging van het koninklijk besluit nr. 41 deel uitmaakte van het ontwerp dat voor advies aan de inspectie van Financiën en de minister bevoegd voor begroting werd voorgelegd. Hij antwoordde hierop als volgt: "Cette disposition a en effet été insérée dans le projet en dernière minute à la suite de la constatation par l'administration d'une incohérence dans l'arrêté royal n° 41 en matière d'amendes administratives proportionnelles pour non-paiement ou paiement tardif de la T.V.A. due sur les opérations localisées en Belgique et qui font l'objet des déclarations dans le régime de guichet unique OSS. Le texte initial (point Ibis de la section 1re du tableau G de l'annexe à l'arrêté royal n° 41) ne prévoyait une amende administrative de 10 p.c. que dans le cadre des déclarations déposées en Belgique (lorsque la Belgique est l'Etat membre d'établissement pour l'application de ces régimes), alors qu'en vertu de l'article 70, § 1er, du Code, une amende administrative proportionnelle est due pour toute infraction à l'obligation d'acquitter la taxe (due en Belgique).
La modification apportée par l'article 20 du présent projet vise à couvrir également, sur le plan réglementaire, le non-paiement de T.V.A. (belge) qui fait l'objet d'une déclaration dans le cadre d'un des régimes particuliers dans le système OSS, lorsque cette déclaration est déposée (introduite) dans un autre Etat membre que la Belgique.
Le fait que cette disposition n'ait pas fait l'objet d'un avis de l'Inspection des Finances résulte à nouveau de certains ralentissements intervenus dans le cadre de la procédure relative à certains avis préalables et au fait que cette constatation par l'administration soit intervenue après la soumission du projet à l'Inspection des Finances mais avant la présente demande d'avis.
Dans la mesure où cette amende (due légalement) est déjà appliquée dans les faits suivant le barème prévu au point Ibis de la section 1re du tableau G de l'annexe à l'arrêté royal n° 4, la présente modification de cette disposition n'emporte aucune conséquence sur le plan budgétaire. Compte tenu de la nécessité de faire entrer le présent projet, pour l'essentiel, au 1er janvier 2025 (ou, comme en l'espèce, au plus tôt conformément aux règles de base), il a été décidé de ne pas soumettre à nouveau cette disposition pour avis à l'Inspection des Finances et pour accord à la Secrétaire d'Etat compétente pour le Budget.
En tout état de cause, selon notre interprétation, en vertu de l'article 17, alinéa 1er, 2°, de l'arrêté royal du 20 mai 2022 relatif au contrôle administratif, budgétaire et de gestion, doivent être soumis aux inspecteurs des finances pour avis préalable (...) tous les dossiers qui doivent être soumis au Ministre du Budget et au Ministre de la Fonction publique conformément aux articles 6 et 8 (du même arrêté), étant entendu qu'en vertu de l'article 6, 2°, du même arrêté, cette obligation ne concerne que les projets d'arrêté royal (...) qui sont directement ou indirectement de nature à influencer les recettes ou à entraîner des dépenses nouvelles, quod non en ce qui concerne la présente disposition." Met deze zienswijze kan niet worden ingestemd.
Allereerst kan een eventuele vertraging in de adviesverlening het niet vervullen van een voorafgaande vormvereiste niet verantwoorden.
Daarnaast kan het standpunt dat artikel 20 van het ontwerp geen budgettaire impact heeft, niet worden bijgetreden. De Raad van State ziet niet in hoe een wijziging die betrekking heeft op een maatregel inzake het opleggen van geldboetes wegens gehele of gedeeltelijke niet-betaling van verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde waarvan de opeisbaarheid blijkt uit ingediende aangiftes, als zonder impact op de ontvangsten kan worden beschouwd. Dat dit in de feiten reeds zou worden toegepast, zoals de gemachtigde verklaarde, verandert niets aan het feit dat het voorliggende ontwerp deze praktijk reglementair verankert. Het komt toe aan de inspectie van Financiën om te oordelen of artikel 20 van het ontwerp al dan niet zonder budgettaire impact is.
Artikel 20 van het ontwerp dient bijgevolg alsnog voor advies aan de inspectie van Financiën te worden voorgelegd en, zo nodig, voor akkoord aan de minister bevoegd voor Begroting.
Indien de aan de Raad van State voorgelegde tekst ten gevolge van het vervullen van het voornoemde vormvereiste betreffende artikel 20 van het ontwerp nog wijzigingen zou ondergaan, (6) moeten de gewijzigde of toegevoegde bepalingen, ter inachtneming van het voorschrift van artikel 3, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, aan de afdeling Wetgeving worden voorgelegd.
Onderzoek van de tekst Aanhef 7. De aanhef moet worden aangepast aan hetgeen hiervoor over de rechtsgrond voor het ontwerp is opgemerkt (opmerkingen 5.1 tot 5.6).
Artikelen 10 en 20 8. Hierover bevraagd, bevestigde de gemachtigde dat de vermelding "XX XX 2024" in de artikelen 10 en 20 van het ontwerp telkens moet worden vervangen door de datum "29 september 2024". Artikelen 15 en 16 9.1. Artikel 15 van het ontwerp voorziet in de (her)invoeging van een lid in artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3. Deze wijziging houdt verband met artikel 46, § 1, van het Btw wetboek, dat het recht op aftrek regelt van de belastingplichtige die ook andere handelingen verricht dan handelingen waarvoor op grond van artikel 45 aanspraak op aftrek bestaat.(7) In dat geval wordt gewerkt met verhoudingsgetallen, waarbij eerst een voorlopig vastgesteld algemeen verhoudingsgetal wordt gebruikt en vervolgens het algemeen verhoudingsgetal definitief wordt vastgesteld op basis van de tijdens het kalenderjaar uitgevoerde handelingen. Het vijfde lid van artikel 46, § 1, regelt het verrichten van een bijkomende aftrek of het terugstorten van een bedrag aan belasting door de belastingplichtige, naargelang het definitieve algemeen verhoudingsgetal groter of kleiner is dan het voorlopige algemeen verhoudingsgetal.
Artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 regelt de procedure voor de jaarlijkse mededeling van de voorlopige en definitieve algemene verhoudingsgetallen. Het verslag aan de Koning bij de thans voorliggende wijziging van dat artikel 15 verduidelijkt dat bij een eerdere wijziging van dat artikel bij artikel 13 van het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0, het derde lid van het destijds geldende artikel 15 niet werd overgenomen. Voorts vermeldt het verslag aan de Koning dat de in dat (niet overgenomen) lid opgenomen regels ook zijn opgenomen in artikel 46, § 1, vijfde lid, van het Btw-wetboek, maar dat de (her)invoeging van dat lid in artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 toch noodzakelijk is om de verwijzing ernaar in artikel 16, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 3, wat de wijze van herziening van de aftrek geheven op bedrijfsmiddelen betreft, mogelijk te maken.
Gevraagd waarom (in plaats van de invoeging van het destijds niet hernomen lid van artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3) niet veeleer artikel 16 van het koninklijk besluit nr. 3 in die zin wordt aangepast dat het rechtstreeks verwijst naar artikel 46, § 1, vijfde lid, van het Btw wetboek in plaats van naar artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3, antwoordde de gemachtigde als volgt: "Zoals eveneens aangegeven in de memorie van toelichting betreft de betrokken wijziging van artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 een herneming van een lid van dat artikel dat bij de vervanging van dat artikel 15 bij artikel 13 van het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0 op dat moment ten onrechte niet in het vervangende artikel werd heropgenomen. Zoals aangegeven in het opschrift van hoofdstuk 4 van het ontwerp betreft het dan ook louter een technische wijziging waarbij een lid van een artikel dat niet meer werd opgenomen in het vervangende artikel in zijn oorspronkelijke formulering integraal terug wordt ingevoegd in het artikel waaruit het werd weggelaten. Als louter technische wijziging werd dan ook getracht om de vooraf bestaande structuur van de bepalingen zoveel mogelijk te respecteren met inachtneming van de bestaande onderlinge coherentie van de reglementaire bepalingen, zonder in te grijpen in andere artikelen (wat ook voor de bestaande referenties, in het bijzonder in de administratieve doctrine, de facto gemakkelijker is).
Met het oog op het herstel van de oorspronkelijke toestand werd er aldus voor geopteerd om artikel 15 en niet artikel 16 van het koninklijk besluit nr. 3 te wijzigen.
Dat neemt niet weg dat een wijziging van artikel 16 (met een verwijzing naar artikel 46, § 1, vijfde lid, van het Btw-Wetboek) in plaats van een wijziging van artikel 15 van het koninklijk besluit (dat dan ongewijzigd zou worden behouden zonder invoeging van het bij de vervanging niet meer opgenomen lid) een, weliswaar structureel iets ingrijpender, maar valabele alternatieve wijziging vormt. Daarbij kan dan inderdaad het enigszins tautologische karakter van het betrokken lid worden weggenomen dat tot stand is gekomen naar aanleiding van de punctuele overheveling van een aantal bepalingen uit het uitvoeringsbesluit naar het Btw-Wetboek in overeenstemming met de aanwijzingen van de Raad van State ter zake." Bepalingen die enkel een hogere rechtsnorm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, horen in beginsel niet thuis in een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen bepalingen en erdoor verkeerdelijk de indruk kan worden gewekt dat de overgenomen regels kunnen worden gewijzigd door de overheid die de regels overneemt. Enkel wanneer het voor een goed begrip van de ontworpen regeling onontbeerlijk is dat bepalingen uit een hogere rechtsnorm worden overgenomen, kan dergelijke werkwijze worden gebillijkt, en dan enkel op voorwaarde dat de oorsprong van de betrokken regels wordt vermeld en dat de overname correct en letterlijk gebeurt om geen onduidelijkheid te doen ontstaan omtrent de juiste draagwijdte ervan.
Aangezien het onontbeerlijke karakter in dit geval niet voorhanden is, kan niet worden ingestemd met de invoeging van een lid in artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 dat overeenstemt met artikel 46, § 1, vijfde lid, van het Btw-wetboek.
Het strekt veeleer tot aanbeveling dat het ontwerp in die zin wordt aangepast dat artikel 16 van het koninklijk besluit nr. 3 rechtstreeks verwijst naar artikel 46, § 1, vijfde lid, van het Btw-wetboek in plaats van naar artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3. 9.2. Artikel 16 van het ontwerp brengt een technische aanpassing aan in artikel 18bis, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 3 om de verwijzing naar artikel 15 van hetzelfde koninklijk besluit te optimaliseren Gewezen op opmerking 9.1 en de weerslag ervan voor artikel 16 van het ontwerp, verklaarde de gemachtigde hierover het volgende: "De interne verwijzing naar artikel 15, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 3 (...) in artikel 18bis, § 2, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit is ingegeven door een streven naar coherentie met de andere bepalingen (...) van dat koninklijk besluit die een gelijkaardige benadering hanteren (zie ook punt a) hiervoor).
Afhankelijk van de benadering gehanteerd voor punt a) zal voor punt b) met het oog op de coherentie van de benadering logischerwijze eenzelfde benadering moeten worden aangehouden. Wanneer een rechtstreekse verwijzing naar het Btw-Wetboek wordt voorgestaan, wordt wel voorgesteld om in een verwijzing te voorzien naar artikel 46, § 1, derde lid, van het Btw-Wetboek (wat uitsluitend het definitieve algemene verhoudingsgetal betreft) eerder dan naar het vijfde lid van die bepaling (wat het principe van de herziening betreft bij overgang van voorlopig naar definitief algemeen verhoudingsgetal). Bij de vermelding van het definitieve algemene verhoudingsgetal (...) bevat artikel 46 § 1, vijfde lid, van het Btw-Wetboek trouwens in limine een expliciete verwijzing naar het derde lid van die bepaling." Met deze zienswijze kan worden ingestemd, hetgeen betekent dat artikel 16 van het ontwerp het best in die zin wordt aangepast dat artikel 18bis, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 3 verwijst naar artikel 46, § 1, derde lid, van het Btw-wetboek, in plaats van naar artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3.
Artikel 17 10. Een identieke wijziging zoals vervat in artikel 17 van het ontwerp wordt reeds doorgevoerd bij artikel 12 van het koninklijk besluit van 29 september 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten1 `tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs.1, 2, 4, 41, 44, 46, 48, 50 en 51 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de modernisering van de btw-ketting', met inwerkingtreding op 1 januari 2025.
Hierop gewezen, bevestigde de gemachtigde dat deze bepaling uit het ontwerp dient te worden weggelaten: "Bij nazicht blijkt dat dat artikel inderdaad dubbel gebruik uitmaakt en dienovereenkomstig uit het voorliggend ontwerp dient te worden weggelaten." Hiermee kan worden ingestemd.
Artikel 21 11. Gevraagd waarom artikel 15 van het ontwerp retroactief vanaf 1 januari 2024 uitwerking heeft, antwoordde de gemachtigde als volgt: "De wettelijke grondslag van het principe van de herziening bij de jaarlijkse overgang tussen algemene verhoudingsgetallen bevindt zich in artikel 46, § 1, vijfde lid, van het Wetboek waarin dezelfde regels zijn opgenomen.Het betreft het herstel van de onterecht weggelaten herneming van die wettelijke regel in het koninklijk besluit nr. 3 op het moment van de vervanging van artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 3 bij artikel 13 van het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0.
De heropname van het lid is enkel nodig om de coherentie van de artikelen 15 en 16 te herstellen zonder dat er daarmee een inhoudelijke wijziging voor het verleden wordt aangebracht (het principe van de herziening is immers verzekerd in de wet en de modaliteiten ervan in artikel 16 van het koninklijk besluit nr. 3).
Aangezien het tegen die achtergrond om een louter technische en dus declaratoire wijziging gaat die louter de interne coherentie tussen reglementaire bepalingen herstelt in de oorspronkelijke toestand, zonder constitutief inhoudelijke wettelijke of reglementaire wijzigingen tot stand te brengen (wat dus meteen uitsluit dat verkregen rechtssituaties worden aangetast), werd geoordeeld dat tegen die achtergrond de continuïteit van de lezing en toepassing van de reglementaire bepalingen het best werd gediend met een inwerkingtreding met terugwerkende kracht." Met deze zienswijze kan worden ingestemd. Ongeacht de vorm van de door artikel 15 van het ontwerp doorgevoerde wijziging (zie opmerking 9.1), rijst geen bezwaar bij de terugwerkende kracht. Ook artikel 46 van het Btw-wetboek, zoals vervangen bij artikel 7 van de wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten, is reeds op 11 december 2023 in werking getreden. 12. Ter wille van de duidelijkheid, bevestigde de gemachtigde dat de zinssnede "in afwijking van het eerste lid" in artikel 21, tweede lid, van het ontwerp zal worden weggelaten.13. Gelet op de inwerkingtreding op 1 januari 2025 van hoofdstuk 2 van het te nemen besluit (artikel 21, eerste lid, van het ontwerp) en de korte periode die thans rest tot die datum, dienen de stellers van het ontwerp erop toe te zien dat het te nemen besluit vóór 1 januari 2025 in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. De griffier De voorzitter A. Goossens J. Van Nieuwenhove _______ Nota's (1) Artikel 56 van het Btw-wetboek betreft de forfaitaire grondslagenregeling voor kleine ondernemingen;artikel 56bis van het Btw-wetboek bevat de vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen. (2) Over het ontwerp dat heeft geleid tot dat koninklijk besluit werd geen advies gevraagd aan de Raad van State, afdeling Wetgeving. (3) Adv.RvS 73.708/3 van 17 juli 2023 over een voorontwerp dat heeft geleid tot de wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten Parl.St. Kamer 2022-23, nr. 55 3569/001, 111-136, in het bijzonder opmerking 24. (4) Artikel 57, § 1ter, van het Btw-wetboek luidt: " § 1ter.Zonder het voordeel van deze bijzondere regeling te verliezen voor de in paragraaf 1 bedoelde handelingen die hij in de uitoefening van zijn economische activiteit verricht, mag de landbouwondernemer de in het tweede lid opgesomde handelingen verrichten wanneer hij voor die handelingen onderworpen is aan de normale regeling van de belasting ofwel, in voorkomend geval, aan de bijzonder regeling voorzien in artikel 56, onder de hierna volgende voorwaarden: 1° die handelingen zijn uit hun aard verbonden met zijn hoofdactiviteit als landbouwondernemer;2° de omzet, exclusief btw, van die handelingen bedraagt gedurende het lopende kalenderjaar en bedroeg gedurende het voorafgaande kalenderjaar niet meer dan dertig pct.van de totale omzet van de landbouwondernemer.
In het eerste lid, 1°, worden de volgende handelingen bedoeld: 1° de leveringen van goederen en de diensten die betrekking hebben op in paragraaf 1, derde lid, 1°, bedoelde producten of dieren die niet onderworpen zijn aan het tarief van zes pct., met uitzondering van ruwe en niet tot verbruik bereide tabak. De in dit artikel bedoelde bijzondere regeling blijft evenwel gelden voor de leveringen van die producten of die dieren aan de door de bevoegde overheid erkende coöperatieve producentenveilingen van landbouwproducten; 2° het verrichten van seizoengebonden werk in onroerende staat zoals het strooien van grind of het ruimen van sneeuw op de wegen voor rekening van een gemeente, bebossingswerkzaamheden voor rekening van bosuitbaters of houthandelaren en bebouwings- of oogstwerken uitgevoerd voor rekening van andere landbouwers;3° de verkoop van de via het bedrijf geproduceerde elektriciteit;4° de overdracht van groenestroomcertificaten met betrekking tot de via het bedrijf geproduceerde elektriciteit;5° de overdracht van via het bedrijf geproduceerde thermische energie of warmtekrachtkoppelingscertificaten;6° de levering van goederen bedoeld in paragraaf 1, derde lid, 1°, die een andere dan primaire verwerking hebben ondergaan evenals de levering, op bijkomstige wijze, van dezelfde goederen of van in paragraaf 1, derde lid, 1°, bedoelde goederen die door een andere landbouwondernemer werden voortgebracht;7° de verpachting van jachtgebieden;8° de verhuur van substantiële of een geheel van meerdere bestanddelen van het landbouwbedrijf wanneer de landbouwer zijn landbouwactiviteit voortzet met andere delen van het bedrijf;9° de diensten die bestaan in het opmeten van landbouwpercelen en het nemen van grondstalen;10° de diensten op educatieve boerderijen en zorgboerderijen;11° de terbeschikkingstelling van gemeubeld logies binnen het bedrijf en, meer algemeen, het hoevetoerisme;12° de restaurantdiensten binnen het bedrijf. Deze paragraaf is van toepassing op de in paragraaf 1, derde lid, 1°, bedoelde intracommunautaire afstandsverkopen van goederen." (5) Artikel 57, § 9, eerste lid, van het Btw-wetboek luidt, vanaf 1 januari 2025 (verwijzing naar de vrijstellingsregeling in de artikelen 56bis tot en met 56undecies zoals ingevoegd bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten): "De landbouwondernemer die de in paragraaf 1ter, eerste lid, bedoelde voorwaarden niet vervult of die andere dan de in paragrafen 1, derde lid en 1ter bedoelde handelingen verricht, verliest het voordeel van deze bijzondere regeling voor zijn gehele economische activiteit.In dat geval is hij onderworpen aan de normale regeling van de belasting voor zijn gehele economische activiteit, tenzij hij de in de artikelen 56bis tot en met 56undecies bedoelde bijzondere regeling toepast." (6) Namelijk andere wijzigingen dan deze waarvan in dit advies melding wordt gemaakt of dan deze die ertoe strekken tegemoet te komen aan hetgeen in dit advies wordt opgemerkt.(7) Artikel 46 van het Btw-wetboek is vervangen bij artikel 7 van de wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten.
15 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 2, 3, 7, 22, 23, 44 en 56 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 40, § 3, vervangen bij de wet van 26 november 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2009 pub. 04/12/2009 numac 2009003442 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 26/11/2009 pub. 06/04/2010 numac 2010000175 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten, artikel 46, § 3, vervangen bij de wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten, artikel 49, 2°, vervangen bij de wet van 27 december 1977 en gewijzigd bij de wet van 14 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/10/2018 pub. 25/10/2018 numac 2018014320 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wat de optionele belastingheffing inzake verhuur van uit hun aard onroerende goederen betreft en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20, van 20 juli 1970, tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat het verlaagde btw-tarief inzake de belaste verhuur van uit hun aard onroerende goederen betreft sluiten,, artikel 53decies, § 2, ingevoegd bij de wet van 17 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten en vervangen bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten, artikel 54, eerste lid, vervangen bij de wet van 17 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten en gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten, artikel 56, § 5, eerste lid, vervangen bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten, artikel 56undecies, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten, artikel 57, § 7, eerste lid, vervangen bij de wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten, artikel 70, § 4, eerste lid, vervangen bij de programmawet van 22 juni 2012 en artikel 76, § 3, ingevoegd bij de wet van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2021 pub. 27/01/2023 numac 2023030036 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling type wet prom. 27/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043628 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018 met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 23 van 9 december 2009 met betrekking tot de jaarlijkse lijst van de btw-belastingplichtige afnemers;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 44 van 9 juli 2012 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 56 van 10 april 2022 met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf en aan niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 september 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 21 oktober 2024;
Gelet op advies nr. 77.174/3 van de Raad van State, gegeven op 3 december 2024 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de beslissing van de Gegevensbeschermingsautoriteit (referentie: CO-A-2024-155) van 17 mei 2024, waarin wordt verwezen naar het standaardadvies nr. 65/2023 van 24 maart 2023 betreffende de redactie van normatieve teksten;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Overwegende dat de zaken waarvoor geen nieuw initiatief van de Regering is vereist en die met het oog op de continuïteit van het gezag door de Uitvoerende Macht moeten worden behandeld, omdat anders een voor de burgers nadelig vacuüm zou ontstaan, in lopende zaken moeten worden voortgezet;
Op voordracht van de minister van Financiën,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Dit koninklijk besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen.
Het vormt ook een gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.
HOOFDSTUK 2. - Bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen
Art. 2.In artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten1 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 november 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten5, wordt de bepaling onder 10° quater ingevoegd, luidende: "10° quater "Bijzondere vrijstellingsregeling van belasting", in plaats van de belasting, wanneer de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting bedoeld in de artikelen 56bis tot en met 56undecies van het Wetboek wordt toegepast;".
Art. 3.In artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het eerste lid wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende: "4° wanneer de belastingplichtige gebruikmaakt van de vrijstellingsregeling van belasting bedoeld in de artikelen 56bis tot en met 56undecies van het Wetboek."; b) in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° de naam of de maatschappelijke benaming van de leverancier of van de dienstverrichter, het adres van zijn administratieve of maatschappelijke zetel en zijn in artikel 50 van het Wetboek bedoeld btw-identificatienummer of het individueel nummer dat hem overeenkomstig artikel 292 ter, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG door de lidstaat van vestiging werd toegekend of, in het kader van de btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek, de vermeldingen eigen aan het betrokken lid;".
Art. 4.In artikel 14 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten9, wordt paragraaf 4 vervangen als volgt: " § 4. De in artikel 56ter van het Wetboek bedoelde belastingplichtigen zijn ervan ontheven de in paragraaf 2, 1° en 2°, bedoelde boeken te houden, wanneer zij de facturen en de stukken of, in voorkomend geval, de dubbels van de door deze bepalingen beoogde facturen en stukken, bewaren volgens een ononderbroken reeks volgnummers die zij eraan toekennen bij hun ontvangst, hun uitreiking of het opmaken ervan, en wanneer zij het in paragraaf 5 bedoelde boek houden.".
Art. 5.Artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018 met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0, wordt vervangen als volgt: "
Art. 4.§ 1. De belastingplichtige die de zetel van zijn economische activiteit in België heeft gevestigd en die is onderworpen aan de forfaitaire regeling kan overeenkomstig artikel 56ter, § 1, van het Wetboek gebruikmaken van de vrijstellingsregeling van belasting vanaf 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober van een kalenderjaar wanneer zijn totale omzet die aan de forfaitaire regeling onderworpen is gedurende het voorgaande kalenderjaar het in artikel 56ter, § 1, eerste lid, van het Wetboek bedoeld bedrag niet heeft overschreden.
De belastingplichtige die van die regeling gebruik wil maken, dient in dat geval de aanvraag in binnen de termijn en volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 3, § 2, tweede tot en met vijfde lid, van het koninklijk besluit nr. 19 van 15 december 2024 met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen.
De in het tweede lid bedoelde kennisgeving heeft uitwerking overeenkomstig artikel 3, § 2, vierde en vijfde lid, van het koninklijk besluit nr. 19 van 15 december 2024 met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen. § 2. Bij de overgang naar de vrijstellingsregeling van belasting, verricht de belastingplichtige de herziening onder de voorwaarden bedoeld in artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit nr. 19 van 15 december 2024 met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen. Hij kan evenwel overeenkomstig artikel 56, § 4, derde lid, van het Wetboek, teruggaaf van de voldane belasting verkrijgen volgens de in artikel 3, § 3, tweede en derde lid voorziene modaliteiten.".
Art. 6.In artikel 4, § 1, eerste lid, inleidende zin, van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 april 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten2 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 november 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten3, worden de woorden "van artikel 56bis van het Wetboek" vervangen door de woorden "bedoeld in de artikelen 56bis tot en met 56undecies van het Wetboek".
Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten7 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0, worden de woorden "in artikel 56bis van het Wetboek bedoelde" vervangen door de woorden "in de artikelen 56bis tot en met 56undecies van het Wetboek bedoelde".
Art. 8.Artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 23 van 9 december 2009 met betrekking tot de jaarlijkse lijst van de btw-belastingplichtige afnemers, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 november 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten3, wordt opgeheven.
Art. 9.In het opschrift van rubriek II van afdeling 1 van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 44 van 9 juli 2012 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten6 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 september 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten1, worden de woorden "56quinquies, §§ 1 en 2," ingevoegd tussen de woorden "53ter, 1°, " en de woorden "58ter, § 6,".
Art. 10.In artikel 27, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit nr. 56 van 10 april 2022 met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf en aan niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen, worden de woorden "in het voordeel van kleine ondernemingen als bedoeld in artikel 56bis van het Wetboek" vervangen door de woorden "bedoeld in de artikelen 56bis tot en met 56undecies van het Wetboek".
HOOFDSTUK 3. - Technische wijzigingen in de nationale regelgeving
Art. 11.In de Nederlandse tekst van artikel 14, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, opgeheven bij het koninklijk besluit van 31 maart 1978 en hersteld bij het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0, worden de woorden "voor onbepaalde tijd" ingevoegd tussen de woorden "in het eerste lid bedoelde kennisgeving" en de woorden "uitwerking vanaf 1 januari".
Art. 12.In artikel 16, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten4 worden de woorden "artikel 15" vervangen door de woorden "artikel 46, § 1, vijfde lid, van het Wetboek".
Art. 13.In artikel 18bis, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 1°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten8 en vervangen bij het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0, vervangen als volgt: "1° in voorkomend geval, het in artikel 46, § 1, derde lid, van het Wetboek bedoelde definitieve algemeen verhoudingsgetal van het voorafgaande kalenderjaar;".
Art. 14.In artikel 40, § 1, van het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 november 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten5, worden de woorden "artikel 259" vervangen door de woorden "artikel 203".
Art. 15.In artikel 3, tweede lid, inleidende zin, van het koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 april 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten2 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0, worden de woorden "in artikel 57, § 2, 1°, 2° en 3° " vervangen door de woorden "in artikel 57, § 2, tweede lid, 1°, 2° en 3° ".
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 16.Hoofdstuk 2 van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.
Art. 17.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 december 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969; Wet van 27 december 1977, Belgisch Staatsblad van 30 december 1977;
Wet van 26 november 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2009 pub. 04/12/2009 numac 2009003442 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 26/11/2009 pub. 06/04/2010 numac 2010000175 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten, Belgisch Staatsblad van 4 december 2009;
Wet van 22 juni 2012, Belgisch Staatsblad van 28 juni 2012;
Wet van 17 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten, Belgisch Staatsblad van 21 december 2012, ed. 2;
Wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten, Belgisch Staatsblad van 31 december 2013, ed. 1;
Wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten, Belgisch Staatsblad van 10 augustus 2018;
Wet van 14 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/10/2018 pub. 25/10/2018 numac 2018014320 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wat de optionele belastingheffing inzake verhuur van uit hun aard onroerende goederen betreft en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20, van 20 juli 1970, tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat het verlaagde btw-tarief inzake de belaste verhuur van uit hun aard onroerende goederen betreft sluiten, Belgisch Staatsblad van 25 oktober 2018;
Wet van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2021 pub. 27/01/2023 numac 2023030036 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling type wet prom. 27/12/2021 pub. 31/12/2021 numac 2021043628 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten, Belgisch Staatsblad van 31 december 2021, ed. 2;
Wet van 23 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/2023 pub. 21/10/2024 numac 2024009393 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Duitse vertaling type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047474 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en houdende bijzondere invorderingsregels van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 type wet prom. 23/11/2023 pub. 01/12/2023 numac 2023047484 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023206468 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de wet van 20 april 1971 betreffende de inaanmerkingneming van diensttijd vóór de benoeming in vast verband van het onderwijzend personeel voor pensioen ten laste van de Openbare Schatkist en het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten type wet prom. 23/11/2023 pub. 06/12/2023 numac 2023045904 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité sluiten, Belgisch Staatsblad van 1 december 2023;
Wet van 21 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2024 pub. 09/04/2024 numac 2024002757 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de bijzondere vrijstellingsregeling van belasting voor kleine ondernemingen sluiten, Belgisch Staatsblad van 9 april 2024;
Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, ed. 4;
Koninklijk besluit nr. 2 van 19 december 2018 met betrekking tot de forfaitaire regeling inzake belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 31 december 2018, ed. 1;
Koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 12 december 1969;
Koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, ed. 4;
Koninklijk besluit nr. 19 van 15 december 2024 met betrekking tot de vrijstellingsregeling van belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen, Belgisch Staatsblad van 24 december 2024;
Koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 19 september 1970;
Koninklijk besluit nr. 23 van 9 december 2009 met betrekking tot de jaarlijkse lijst van de btw-belastingplichtige afnemers, Belgisch Staatsblad van 17 december 2009, ed. 2;
Koninklijk besluit nr. 44 van 9 juli 2012 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, Belgisch Staatsblad van 17 juli 2012;
Koninklijk besluit nr. 56 van 10 april 2022 met betrekking tot de teruggaaf inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggaaf en aan niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen, Belgisch Staatsblad van 19 april 2022;
Koninklijk besluit van 31 maart 1978, Belgisch Staatsblad van 11 april 1978;
Koninklijk besluit van 14 april 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten2, Belgisch Staatsblad van 30 april 1993;
Koninklijk besluit van 19 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten1, Belgisch Staatsblad van 31 december 2012, ed. 1;
Koninklijk besluit van 27 november 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten3, Belgisch Staatsblad van 8 december 2014, ed. 3;
Koninklijk besluit van 12 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten4, Belgisch Staatsblad van 27 mei 2019, ed. 1;
Koninklijk besluit van 7 november 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten5, Belgisch Staatsblad van 25 november 2019;
Koninklijk besluit van 29 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten6, Belgisch Staatsblad van 1 juli 2021, ed. 1;
Koninklijk besluit van 27 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten7, Belgisch Staatsblad van 31 december 2021, ed. 2;
Koninklijk besluit van 26 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten8, Belgisch Staatsblad van 10 november 2022, ed. 2;
Koninklijk besluit van 13 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003385 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) type wet prom. 17/12/2012 pub. 21/12/2012 numac 2012003382 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de belasting over de toegevoegde waarde (1) sluiten9, Belgisch Staatsblad van 20 december 2022;
Koninklijk besluit van 17 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten0, Belgisch Staatsblad van 22 december 2023;
Koninklijk besluit van 29 september 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten1, Belgisch Staatsblad van 23 oktober 2024;
Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.