gepubliceerd op 05 juli 2023
Decreet betreffende de organisatie van de examencommissies voor taalexamens en houdende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid
13 APRIL 2023. - Decreet betreffende de organisatie van de examencommissies voor taalexamens en houdende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - INLEIDENDE BEPALINGEN HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder : 1° Administratie: de Algemene Directie Hoger Onderwijs binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap;2° ERK: Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor talen: leren, onderwijzen, beoordelen, bekendgemaakt door de Raad van Europa in 2001;3° Wetboek : Wetboek van het basis- en secundair onderwijs ;4° decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) sluiten: decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) sluiten tot vaststelling van de specifieke regels voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van de studenten);5° decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten: decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot vaststelling van het landschap van het hoger onderwijs en de academische organisatie van de studies;6° decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/10/2014 numac 2014029467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs sluiten: decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/10/2014 numac 2014029467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs sluiten tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het basis- en secundair onderwijs georganiseerd en gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;7° proef: mondeling of schriftelijk deel van het taalexamen ;8° de instellingen voor kunstonderwijs: de hogere kunstscholen bedoeld in het decreet van 17 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999029643 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het hoger kunstonderwijs sluiten betreffende het hoger kunstonderwijs en de instellingen voor secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan bedoeld in het decreet van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten tot organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;9° examens F1, F2, F3, F4: examens op verschillende niveaus van kennis (functioneel, voldoende of grondig) van de Franse taal als bedoeld in artikel 4;10° taalexamen: een geheel van ten hoogste twee proeven ter beoordeling van de taalvaardigheid van een kandidaat, gedefinieerd door een te bereiken niveau ten opzichte van de gemeenschappelijke referentieniveaus van het ERK;11° werkdag: alle dagen behalve wettelijke feestdagen, zondagen en zaterdagen.12° examencommissie: examencommissie belast met de organisatie van taalexamens, zoals bedoeld in artikel 3;13° onderwijstaal: taal bedoeld in artikel 4 van de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs;14° wet van 30 juli 1963: wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs;15° niveau van de proef: niveau van taalvaardigheid dat moet worden bereikt om te slagen voor een proef die is vastgesteld met betrekking tot de gemeenschappelijke referentieniveaus van het ERK;16° administratief, leidend en onderwijzend personeel: personeel bedoeld in artikel 13 van de wet van 30 juli 1963;17° afdelingen ALL2, ANG2, NDL2: afdelingen van de examencommissie belast met de organisatie van het examen grondige kennis van het Duits, Engels of Nederlands, voor het onderwijs in één van deze talen als tweede taal in het lager onderwijs bedoeld in artikel 5 ;18° afdelingen ALL1, ANG1, NDL1: afdelingen van het bestuur belast met de organisatie van het examen grondige kennis van de Duitse, Engelse of Nederlandse taal, met het oog op de uitoefening van een ambt als personeelslid belast met taalbadcursussen als bedoeld in artikel 6;19° bekwaamheidsbewijs: bekwaamheidsbewijs zoals bedoeld in het decreet van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, in het decreet van 8 februari 1999 betreffende de ambten en bekwaamheidsbewijzen van de leden van het onderwijzend personeel van de hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, in het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) sluiten en in het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 10/10/2014 numac 2014029467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs sluiten voornoemd.
Art. 2.Het gebruik van mannelijke namen voor de verschillende bekwaamheidsbewijzen en ambten is epiceen om de leesbaarheid van de tekst te waarborgen, niettegenstaande de bepalingen van het decreet van 14 oktober 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten1 betreffende de versteviging van de vervrouwelijking van de namen van beroepen, ambten, graden of bekwaamheidsbewijzen en betreffende niet-discriminerende goede praktijken met betrekking tot het gender in officiële of formele mededelingen. HOOFDSTUK II. - Doel
Art. 3.Drie examencommissies worden door de Administratie opgericht om te voldoen aan de taalkundige verplichtingen in het onderwijs van de Franse Gemeenschap: 1° de examencommissie belast met de organisatie van het examen functionele, voldoende of grondige kennis van de Franse taal als bedoeld in artikel 4;2° de examencommissie belast met de organisatie van het examen van grondige kennis van het Duits, het Engels of het Nederlands, voor het onderwijs in een van deze talen als tweede taal in het lager onderwijs zoals bedoeld in artikel 5;3° de examencommissie belast met de organisatie van het examen van grondige kennis van de Duitse, Engelse of Nederlandse taal, met het oog op het uitoefenen van een ambt als personeelslid belast met de in artikel 6 bedoelde taalbadcursussen. Tenzij anders is bepaald, gelden alle bepalingen van dit decreet voor alle drie de examencommissies.
Art. 4.§ 1. De examencommissie belast met de examens functionele, voldoende of grondige kennis van de Franse taal organiseert deze examens. Deze examencommissie organiseert vier examens van verschillend niveau overeenkomstig de tabellen opgenomen in de paragrafen 3, 4 en 5 van dit artikel. § 2. Deze examencommissie is bestemd voor: 1° houders van een bekwaamheidsbewijs om te werken als lid van het directeurs-, onderwijzend en administratief personeel van de onderwijsinstellingen bedoeld in artikel 1 van de wet van 30 juli 1963;2° de niet onder 1° bedoelde personen die een ambt vervullen als lid van het bestuurs-, onderwijzend en administratief personeel van de in artikel 1 van de wet van 30 juli 1963 bedoelde onderwijsinstellingen. § 3. Deze tabel bepaalt voor het examen van de functionele kennis van de Franse taal voor leerkrachten die les geven in de taal van het taalbad: - de code van het examen; - het ERK-niveau van de schriftelijke proef; - het ERK-niveau van de mondelinge proef.
Code van het examen
Niveau van de schriftelijke proef
Niveau van de mondelinge proef
F1
Niet van toepassing.
B1
§ 4. Deze tabel bevat het examen van voldoende kennis van de Franse taal voor docenten in een instelling voor kunstonderwijs en voor docenten in andere moderne talen dan het Frans: - de code van het examen; - het ERK-niveau van de schriftelijke proef; - het ERK-niveau van de mondelinge proef.
Code van het examen
Niveau van de schriftelijke proef
Niveau van de mondelinge proef
F2
B1
B2
§ 5. Deze tabel bevat de eisen voor elk examen over grondige kennis van de Franse taal voor leden van het administratief en bestuurspersoneel of voor andere dan de in §§ 3 en 4 bedoelde leden van het onderwijzend personeel: - de code van het examen; - het beoogde ambt; - het ERK-niveau van de schriftelijke proef; - het ERK-niveau van de mondelinge proef.
Code van het examen
Doelambt
Niveau van de schriftelijke proef
Niveau van de mondelinge proef
F3
Administratief personeelslid
B2
B2
F4
bestuurs- of onderwijzend personeel
C1
C1
§ 6. Degene die een bekwaamheidsbewijs bezit als bedoeld in artikel 15, §§ 1, 2 en 3 van de wet van 30 juli 1963 is vrijgesteld van het afleggen van het examen functionele, voldoende of grondige kennis van de Franse taal.
Art. 5.§ 1. De examencommissie belast met het examen van grondige kennis van een taal die als tweede taal in het lager onderwijs wordt onderwezen, organiseert dat examen.
Deze examencommissie bestaat uit drie delen: 1° het Duitstalige gedeelte;2° het Engelstalige gedeelte;3° het Nederlandstalige gedeelte. § 2. Deze examencommissie is bestemd voor: - houders van een bekwaamheidsbewijs om het ambt van leraar tweede taal te vervullen in het lager onderwijs waar het onderwijzen van een tweede taal wettelijk verplicht is; - voor deze ambten aangeworven leden van het onderwijzend personeel; - van studenten ingeschreven in het laatste studiejaar dat leidt tot de academische graad van bachelor: leraar lager onderwijs. § 3. Deze tabel geeft voor elk gedeelte van deze examencommissie: - de code van de afdeling; - het beoogde ambt; - het ERK-niveau van de schriftelijke proef; - het ERK-niveau van de mondelinge proef.
Gedeeltecode
Doelambt
Niveau van de schriftelijke proef
Niveau van de mondelinge proef
ALL2
Leraar tweede taal - Duitse taal
B1
B2
ENG2
Leraar tweede taal - Engelse taal
B1
B2
NLD2
Leraar tweede taal - Nederlandse taal
B1
B2
§ 4. De houder van een bekwaamheidsbewijs als bedoeld in artikel 15, § 1, van de wet van 30 juli 1963 is vrijgesteld van het afleggen van het examen van grondige kennis van de tweede taal in het lager onderwijs.
Art. 6.§ 1. De examencommissie belast met het examen grondige kennis van een taal van het taalbadonderwijs organiseert dat examen.
Deze examencommissie bestaat uit drie delen: 1° het Duitstalige gedeelte;2° het Engelstalige gedeelte;3° het Nederlandstalige gedeelte. § 2. Deze examencommissie is bedoeld voor docenten taalbadtaal en voor iedereen die zijn grondige kennis van een van de talen van het taalbadonderwijs wil aantonen. § 3. Deze tabel geeft voor elk gedeelte van deze examencommissie: - de code van het gedeelte; - het ERK-niveau van de schriftelijke proef; + het ERK-niveau van de mondelinge proef.
Sectiecode
Niveau van de schriftelijke proef
Niveau van de mondelinge proef
ALL1
C1
C1
ENG1
C1
C1
NLD2
C1
C1
§ 4. Een persoon is vrijgesteld van het afleggen van het examen van grondige kennis van een taal van het taalbadonderwijs indien hij: 1° een bekwaamheidsbewijs als bedoeld in artikel 1, 19° van dit decreet, afgeleverd in de taal van het taalbad, om het ambt van taaldocent uit te oefenen;2° een buitenlandse bekwaamheidsbewijs afgegeven in de taal van het taalbad, die het voorwerp heeft uitgemaakt van een beslissing van gelijkwaardigheid met de bevoegdheid bedoeld in 1° van dit artikel met toepassing van het
decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/11/2013
pub.
18/12/2013
numac
2013029625
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies
sluiten of van een vroegere wettelijke bepaling, of die het voorwerp heeft uitgemaakt van een beslissing tot erkenning van beroepsbevoegdheden voor de uitoefening van het ambt met toepassing van het decreet van 19 oktober 2017 betreffende de erkenning van beroepsbevoegdheden voor de uitoefening van onderwijsambten in instellingen voor kleuter-, lager-, gewoon en gespecialiseerd secundair, artistiek, sociaal promotie- en niet-universitair hoger onderwijs, artistiek secundair met beperkt leerplan van de Franse Gemeenschap, of van een vroegere wetsbepaling;3° een getuigschrift van hoger secundair onderwijs of een ander in België uitgereikt getuigschrift van bachelor of master in de taal van het taalbad of een buitenlands bekwaamheidsbewijs dat het voorwerp uitmaakt van een beslissing van gelijkwaardigheid met ten minste het diploma van hoger secundair onderwijs uitgereikt in de taal van het taalbad;4° een getuigschrift van grondige kennis van de Nederlandse taal afgegeven door de Vlaamse Gemeenschap voor taalbadcursussen in de Nederlandse taal;5° een getuigschrift van grondige kennis van de Duitse taal afgegeven door de Duitstalige Gemeenschap voor taalbadcursussen Duits;6° een getuigschrift van het met goed gevolg afleggen van de onderwijseenheid als bedoeld in artikel 13 van het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het onderwijs inzake sociale promotie en overeenstemmend met een "gevorderd" niveau van taalverwerving, ingedeeld in het domein van de talen, letterkunde en vertaling van het hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type en stelsel 1, indien hij houder is van een voor het overeenkomstige ambt vereiste bekwaamheidsbewijs;7° een attest van het succesvol voltooien van de onderwijseenheid zoals bepaald in artikel 13 van het voornoemde decreet van 16 april 1991 en overeenstemmend met een "gevorderd" niveau van verwerving van taalvaardigheden, ingedeeld op het niveau van het hoger secundair overgangsonderwijs van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1, indien hij beschikt over een voldoende bekwaamheidsbewijs of een tekort bestaat voor het overeenstemmende ambt; 8° een masterdiploma moderne taal- en letterkunde als bedoeld in het
decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/11/2013
pub.
18/12/2013
numac
2013029625
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies
sluiten of in uitvoering van een eerdere wettelijke bepaling, alsook elke variant van deze academische graad, zoals bepaald in artikel 2, § 1, 19°, van het
decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
11/04/2014
pub.
10/10/2014
numac
2014029467
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs
sluiten, met in hun paren een van de taalbadtalen bedoeld in artikel 1.8.3-3, eerste lid, 1°, van het Wetboek; 9° een masterdiploma vertalen of een masterdiploma tolken als bedoeld in het
decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/11/2013
pub.
18/12/2013
numac
2013029625
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies
sluiten of in uitvoering van een eerdere wettelijke bepaling, alsook elke variant van deze academische graden, zoals bepaald in artikel 2, § 1, 19°, van het
decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
11/04/2014
pub.
10/10/2014
numac
2014029467
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot regeling van de bekwaamheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs
sluiten, met in hun paren een van de taalbadtalen bedoeld in artikel 1.8.3-3, eerste lid, 1°, van het Wetboek ; 10° een master in het onderwijs, afdeling 4: moderne talen, in een van de taalbadtalen bedoeld in artikel 1.8.3-3, eerste lid, 1°, van het Wetboek, bedoeld in bijlage II van het
decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/11/2013
pub.
18/12/2013
numac
2013029625
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies
sluiten of met toepassing van een eerdere wettelijke bepaling; een masterdiploma in het onderwijs, afdeling 1, 2 of 3, met een taalkundige oriëntatie in het Nederlands, Duits of Engels, zoals bedoeld in bijlage II van voornoemd besluit van 7 november 2013 of in toepassing van een eerdere wettelijke bepaling ; 11° een door het SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - afgeleverd getuigschrift van kennis van het Duits, het Engels of het Nederlands, ten minste op niveau C1 van het ERK;12° een diploma, getuigschrift of attest afgegeven door een door een van de Belgische Gemeenschappen erkende instelling, waaruit blijkt dat de kennis van het Duits, het Engels of het Nederlands minstens op het niveau van het ERK C1 ligt;13° een diploma of een getuigschrift of een attest van kennis van het Duits, het Engels of het Nederlands van ten minste CERCL-niveau C1, afgegeven : - voor het Duits, door het Goethe-Institut; - voor het Engels, door Cambridge Assessment English of de British Council; - voor het Nederlands, door de erkende examencentra die het Getuigschrift Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT) organiseren onder auspiciën van de Nederlandse Taalunie.
TITEL II. - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK I. - Taalexamens en hun nadere regels
Art. 7.De administratie is verantwoordelijk voor de bekendmaking van de oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad, minstens één keer per school- of academiejaar, voor elk taalexamen.
De oproep voor kandidaten bevat: 1° de praktische regelingen voor het betrokken taalexamen, met inbegrip van de inschrijvingsprocedure en de mogelijkheid van redelijke aanpassingen van het taalexamen, overeenkomstig artikel 3, 9°, van het decreet van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/12/2008 pub. 13/01/2009 numac 2008029672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de bestrijding van sommige vormen van discriminatie sluiten betreffende de bestrijding van sommige vormen van discriminatie;2° de beoordeelde vaardigheden en de voorwaarden voor het slagen voor het taalexamen.
Art. 8.Het inschrijvingsgeld voor elk taalexamen wordt vastgesteld op 25 euro.
Art. 9.Elk taalexamen wordt uitsluitend afgenomen in de te beoordelen taal.
Art. 10.§ 1. Voor de taalexamens F2, F3, F4, zoals bedoeld in artikel 4, §§ 4 en 5, voor de examens van de gedeelten ALL 1, ANG 1, NDL 1, bedoeld in artikel 6, § 3, alsmede voor de examens van de gedeelten ALL 2, ANG 2 en NDL 2, bedoeld in artikel 5, § 3, worden vijf vaardigheden beoordeeld door middel van een schriftelijke en een mondelinge proef: 1° mondeling begrip;2° begrijpend lezen;3° mondelinge productie;4° mondelinge interactie;5° schriftelijke productie. § 2. Voor het examen F1 bedoeld in artikel 4, § 3, worden drie competenties beoordeeld via een mondelinge proef: 1° begrijpend lezen;2° mondelinge productie;3° mondelinge interactie.
Art. 11.Elke kandidaat wordt beoordeeld door twee examencommissieleden voor de schriftelijke proef en door minstens twee examencommissieleden voor de mondelinge proef.
Art. 12.§ 1. De schriftelijke proeven duren ten hoogste drie uur. § 2. De mondelinge proeven duren maximaal 30 minuten.
Art. 13.§ 1. De mondelinge proeven zijn openbaar. Het publiek mag op geen enkele wijze het goede verloop ervan verstoren door interactie met de leden van de examencommissie of met de kandidaten. § 2. Het openbare karakter van de schriftelijke proeven houdt in dat de kandidaten de verbeterde examens op verzoek kunnen inzien bij de secretaris van de examencommissie.
Art. 14.§ 1. Om voor het taalexamen te slagen moet de kandidaat voor elke proef het in de onderstaande tabellen aangegeven niveau bereiken: - in artikel 4, paragrafen 3, 4 en 5, voor de examens F1, F2, F3 en F4; - in artikel 5, paragraaf 3, voor het examen van de gedeelten ALL2, ANG2, NLD2 ; - in artikel 6, paragraaf 3, voor het examen van de gedeelten ALL1, ANG1, NLD1. § 2. Een kandidaat moet de proef die hij tijdens een vorige zitting met succes heeft afgelegd niet meer afleggen.
Art. 15.Het resultaat van het taalexamen en, in voorkomend geval, het getuigschrift van slagen worden door de voorzitter van de examencommissie binnen een termijn van maximaal 30 werkdagen na de datum van de beraadslaging per aangetekend schrijven meegedeeld.
Art. 16.De Regering bepaalt het model van het slaaggetuigschrift voor elke examencommissie. HOOFDSTUK II. - Examencommissie nadere regels Afdeling 1. - De voorzitter
Onderafdeling 1. - Ambtstermijn en hoedanigheid
Art. 17.§ 1. Elke examencommissie heeft een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. § 2. De Regering benoemt de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter voor een hernieuwbare periode van vier jaar.
Wanneer de ambtstermijn echter afloopt tijdens een zitting voor taalexamens, wordt deze automatisch verlengd tot de dertigste werkdag na de beraadslaging.
In geval van een vacature vóór het verstrijken van de ambtstermijn van de voorzitter treedt de plaatsvervangend voorzitter op als voorzitter totdat een nieuwe voorzitter is benoemd. § 3. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden gekozen uit de personeelsleden van het bestuur die in het bezit zijn van een diploma van hoger onderwijs van de tweede cyclus.
Onderafdeling 2. -Opdracht en plicht tot onpartijdigheid
Art. 18.De voorzitter heeft als opdracht: 1° de datum van de proeven en van de vergaderingen van elke examencommissie vast te stellen;2° de leden en de kandidaten bijeen te roepen;3° de regelmatigheid van de verrichtingen te waarborgen;4° alle nodige maatregelen te treffen voor de organisatie van de proeven;5° de beraadslagingen voorzitten zonder aan de stemming deel te nemen, behalve in het geval bedoeld in artikel 30;6° de resultaten van elke taalproef mee te delen overeenkomstig artikel 15.
Art. 19.De voorzitter mag de beraadslaging niet bijwonen wanneer de kandidaat: 1° een echtgenoot, een samenwonende, een verwant of een bondgenoot tot en met de vierde graad is;2° in welke vorm dan ook door de voorzitter wordt onderwezen;3° een professionele relatie onderhoudt met de voorzitter binnen de administratie. Indien de voorzitter zich in een van de in het vorige lid bedoelde gevallen bevindt, wordt hij vervangen door zijn plaatsvervanger.
Indien deze verhinderd is, wordt hij vervangen door het oudste aanwezige lid. Afdeling 2. - Leden
Onderafdeling 1. - Aantal, ambtstermijn en hoedanigheid
Art. 20.Elke examencommissie bestaat uit ten minste twaalf leden.
In afwijking van het vorige lid bestaan het onderdeel ALL2 belast met de organisatie van het examen over de kennis van een taal die als tweede taal in het lager onderwijs wordt onderwezen, bedoeld in artikel 5, en het onderdeel ALL1 van de examencommissie belast met de organisatie van het examen over de kennis van een taal van het taalbadonderwijs, bedoeld in artikel 6, uit ten minste zes leden.
Art. 21.De Regering benoemt de leden van elke examencommissie voor een periode van vier jaar, die kan worden verlengd.
Wanneer de ambtstermijn echter afloopt tijdens een zitting voor taalexamens, wordt deze automatisch verlengd tot de dertigste werkdag na de beraadslaging.
Art. 22.De leden moeten lid zijn of zijn geweest van het bestuurs- of onderwijzend personeel.
De leden moeten beschikken over een bekwaamheidsbewijs dat vereist of voldoende is voor een ambt als lid van het onderwijzend personeel in de taal of in de taal van het taalexamen.
Onderafdeling 2. - Opdracht en plicht tot onpartijdigheid
Art. 23.§ 1. De leden hebben tot opdracht: 1° deel te nemen aan de voorbereiding van de proeven, inzonderheid door de keuze van de gebruikte documenten en media;2° de kandidaten de proeven te laten afleggen en de desbetreffende evaluatieroosters te laten invullen;3° de cijfers en evaluatieroosters aan de secretaris door te geven;4° deel te nemen aan de beraadslagingen. § 2. Geen enkel lid mag een proef afnemen, deelnemen aan de beraadslaging of bijdragen tot enige beslissing indien de kandidaat: 1° een echtgenoot, een samenwonende, een verwant of een bondgenoot tot en met de vierde graad is;2° van dat lid instructies in welke vorm dan ook ontvangt;3° een professionele relatie met het lid heeft binnen dezelfde instelling. Onderafdeling 3. - Verblijfsvergoeding, reiskosten en vacatiegeld
Art. 24.De leden genieten: 1° een verblijfsvergoeding, in voorkomend geval, overeenkomstig het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de vergoedingen en tegemoetkomingen van de personeelsleden van de federale overheidsdienst;2° een eventuele reiskostenvergoeding overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende de algemene regeling van de reiskosten;3° vacatiegeld van 50 euro per dag. Afdeling 3. - De secretaris
Onderafdeling 1. - Ambtstermijn en hoedanigheid
Art. 25.§ 1. Elke examencommissie heeft een secretaris en een plaatsvervangend secretaris. § 2. De Regering benoemt de secretaris voor een periode van twee jaar, die kan worden hernieuwd.
De secretaris wordt gekozen uit de leden van het onderwijzend personeel van het secundair onderwijs. Hem wordt daartoe verlof wegens opdracht verleend. § 3. De Regering benoemt de plaatsvervangend secretaris voor een hernieuwbare periode van vier jaar.
Wanneer de ambtstermijn echter afloopt tijdens een zitting voor taalexamens, wordt deze van amtswege verlengd tot de dertigste werkdag na de beraadslaging.
De plaatsvervangend secretaris wordt gekozen uit het personeel van de Administratie dat ten minste houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs van de eerste cyclus.
Art. 26.In geval van vacature in het ambt van secretaris vóór het verstrijken van een ambtstermijn, neemt de plaatsvervangend secretaris het ambt van secretaris waar tot de benoeming van een nieuwe secretaris.
Onderafdeling 2. - Opdrachten
Art. 27.De opdrachten van de secretaris zijn: 1° instructies opstellen over de organisatie van de proeven alsook de inschrijving ervoor;2° oproepen tot kandidaten opstellen en bekendmaken;3° sollicitaties beheren;4° het voorbereiden en organiseren van examens en beraadslagingen;5° de sessies afsluiten;6° de voorzitter bijstaan in zijn opdrachten bedoeld in artikel 18, 1°, 2°, 3°, 4° en 6° ;7° de beoordeelde competenties en de voorwaarden voor het slagen voor de taalexamens, bedoeld in de artikelen 9 tot en met 14, meedelen. Afdeling 4. - Aanwezigheidsquorum, beslissing en
beraadslagingsprocedure van de examencommissies
Art. 28.Elke examencommissie mag slechts geldig beraadslagen indien: 1° de voorzitter aanwezig is, onverminderd artikel 19;2° de meerderheid van de leden die aan de proeven hebben deelgenomen, aanwezig is.
Art. 29.Elke examencommissie beraadslaagt achter gesloten deuren over alle door elke kandidaat voorgelegde proeven, alsmede over elke door de voorzitter of door een lid voorgelegde vraag.
Art. 30.De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter vereist.
De notulen van de beraadslagingen worden ondertekend door de voorzitter, de secretaris en de aanwezige leden. Zij worden gedurende 30 jaar bij de administratie bewaard. Afdeling 5. - Huishoudelijk reglement
Art. 31.Elke examencommissie kan haar huishoudelijke reglement vaststellen. HOOFDSTUK III. - Verwerking van persoonsgegevens
Art. 32.§ 1. De Administratie is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens in de zin van artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene verordening gegevensbescherming). § 2. De Administratie verzamelt, codeert en verwerkt de gegevens bedoeld in § 3. De gegevens worden verwerkt met het oog op: 1° de inschrijving van de kandidaat voor een taalexamen;2° de ontvankelijkheid en de volledigheid van de inschrijving te onderzoeken;3° het identificeren van de aanvrager die zich inschrijft;4° alle nuttige informatie per post, e-mail en telefoon aan de kandidaat mee te delen (inzonderheid de instructies voor het examen, de resultaten van het examen en, in geval van slagen, het getuigschrift). § 3. De verwerkte gegevens zijn de persoonsgegevens van de aanvrager die noodzakelijk zijn voor de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, zoals de identificatiegegevens van de aanvrager, de contactgegevens en de gegevens met betrekking tot zijn diploma('s), namelijk: naam, voornaam, postadres, geboortedatum en -plaats, telefoonnummer, e-mailadres en gegevens met betrekking tot de bekwaamheidsbewijzen waarover de kandidaten beschikken. § 4. De personen die betrokken zijn bij het inzamelen van gegevens zijn de personen bedoeld in artikel 4, § 2, artikel 5, § 2 of artikel 6, § 2 van dit decreet. § 5. De gegevens van de personen worden bewaard gedurende vijf jaar vanaf de datum van indiening van het verzoek, met uitzondering van de notulen van de beraadslagingen bedoeld in artikel 30 van dit decreet. § 6. De in paragraaf 3 bedoelde categorieën gegevens worden op een veilige manier verzameld, verwerkt, meegedeeld, doorgegeven en opgeslagen door middel van IT-oplossingen die door de verwerker van de verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 4.8 van de algemene verordening gegevensbescherming, ETNIC, ter beschikking worden gesteld.
TITEL III. - SLOTBEPALINGEN HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen
Art. 33.Artikel 1, eerste lid, van de wet van 30 juli 1963 op de taalregeling in het onderwijs wordt vervangen door hetgeen volgt: "Artikel 1 - Deze wet is van toepassing op: 1° het kleuteronderwijs: 2° het lager onderwijs;3° het secundair onderwijs;4° het niet-universitair hoger onderwijs;5° de instellingen voor secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan;6° op psycho-medisch-sociale centra;7° op internaten en opvangtehuizen".
Art. 34.In dezelfde wet wordt een artikel 3 bis ingevoegd, dat als volgt luidt: "Artikel 3 bis.- Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder: 1° grondige kennis van de Franse taal: taalbeheersingsniveaus B2 en C1 als bedoeld in artikel 4, § 5, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid;2° voldoende kennis van de Franse taal: taalbeheersingsniveau B1 en B2 als bedoeld in artikel 4, § 4, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid;3° functionele kennis van de Franse taal: niveau van taalvaardigheid B1 bedoeld in artikel 4, § 3, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid;4° grondige kennis van de tweede taal: taalbeheersingsniveaus B1 en B2 zoals bedoeld in artikel 5, § 3, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid.
Art. 35.Artikel 13, tweede lid, van dezelfde wet, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, wordt vervangen door hetgeen volgt: "Voor leerkrachten moderne talen andere dan de onderwijstaal en voor leerkrachten artistieke vakken in een instelling voor kunstonderwijs die in het bezit zijn van een bekwaamheidsbewijs in de zin van artikel 1, 19° van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, volstaat het bewijs van voldoende kennis van de onderwijstaal.".
Art. 36.Artikel 15 van dezelfde wet, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, wordt vervangen door: "
Artikel 15.- § 1. De kandidaat moet het bewijs leveren van een grondige kennis van het Frans of van de tweede taal, naar gelang van het geval: 1° indien hij in deze taal het diploma heeft behaald waarop hij is aangeworven;2° of als hij een getuigschrift van hoger secundair onderwijs in die taal heeft behaald;3° of indien hij een diploma van hoger onderwijs, een bachelordiploma, een masterdiploma of een doctoraat in die taal heeft behaald met toepassing van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het landschap van het hoger onderwijs en de academische organisatie van de studies of bij toepassing van een vroegere wettelijke bepaling;4° of indien hij een onderwijsbevoegdheid in die taal heeft behaald die hem het recht geeft les te geven in het secundair onderwijs of in het secundair onderwijs met beperkt leerplan;5° of indien hij een attest overlegt waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor een examen over de grondige kennis van deze taal voor een examencommissie ingesteld bij het decreet houdende de organisatie van de examencommissies belast met de taalexamens en houdende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid;6° of indien hij een door SELOR - het selectiebureau van de federale overheid - afgeleverd getuigschrift heeft behaald waaruit blijkt dat hij deze taal beheerst op het vereiste niveau bepaald in het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen, zoals bedoeld in artikel 4, § 5, respectief artikel 5, § 3, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, ten minste;7° of indien hij een diploma, getuigschrift of slaagattest heeft behaald, uitgereikt door een door een van de Gemeenschappen van België erkende instelling, dat getuigt van kennis van die taal op het vereiste niveau en gedefinieerd ten aanzien van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen, zoals bedoeld in artikel 4, vijfde paragraaf, of artikel 5, naargelang het geval, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, ten minste;8° of indien hij een diploma, getuigschrift of slaagattest heeft behaald waaruit blijkt dat hij deze taal beheerst op het vereiste niveau bepaald in het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen, bedoeld in artikel 4, vijfde paragraaf, of artikel 5, al naargelang het geval, van het decreet houdende organisatie van taalexamencommissies en houdende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, en dat is afgegeven: - voor het Duits, door het Goethe-Institut; - voor het Engels, door de Cambridge Assessment English of de British Council; - voor het Frans, door het Franse Ministerie van Onderwijs; - voor het Nederlands, door de erkende examencentra die het Getuigschrift Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT) organiseren onder auspiciën van de Nederlandse Taalunie. § 2. Een kandidaat levert het bewijs van voldoende kennis van de Franse taal: 1° indien het diploma waarop hij is aangeworven dit vermeldt;2° of indien hij het bewijs levert van zijn grondige kennis van de Franse taal als bedoeld in dit artikel § 1;3° of indien hij een getuigschrift overlegt waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor een examen over de voldoende kennis van deze taal voor een examencommissie ingesteld bij het decreet houdende de organisatie van examencommissies belast met taalexamens en houdende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid;4° of indien hij een door het SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - afgeleverd getuigschrift van de kennis van deze taal op het vereiste niveau en gedefinieerd ten aanzien van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen, zoals bedoeld in artikel 4, § 4, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, heeft behaald, ten minste;5° of indien hij een diploma, getuigschrift of slaagattest heeft behaald, uitgereikt door een door een van de Gemeenschappen van België erkende instelling, dat getuigt van kennis van die taal op het vereiste niveau en gedefinieerd met betrekking tot het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen, bedoeld in artikel 4, § 4, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, ten minste;6° of indien hij een diploma, een getuigschrift of een slaagattest heeft behaald waaruit blijkt dat hij die taal beheerst op het vereiste niveau, vastgesteld in het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen, bedoeld in artikel 4, § 4, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, uitgereikt door het Franse Ministerie van Onderwijs. § 3. Een kandidaat levert het bewijs van een functionele kennis van de Franse taal: 1° indien hij het bewijs levert van een grondige of voldoende kennis van de Franse taal als bedoeld in dit artikel, §§ 1 en 2;2° of indien hij een getuigschrift voorlegt waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor een examen over de functionele kennis van deze taal voor een examencommissie die is ingesteld bij het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid bevat;3° of indien hij werkt als leraar lager onderwijs of leraar algemene cursus belast met taalbadtaalcursussen en ten minste 50% van de punten heeft behaald op de mondelinge proef van het examen van voldoende kennis van de onderwijstaal bedoeld in artikel 20, § 3, van het decreet van 3 februari 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2006 pub. 08/03/2006 numac 2006029049 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van de taalexamens sluiten betreffende de organisatie van taalexamens;4° of indien hij een door het SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid - afgeleverd getuigschrift van de kennis van deze taal op het vereiste niveau en gedefinieerd ten aanzien van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen, zoals bedoeld in artikel 4, § 3, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, heeft behaald, ten minste;5° of indien hij een diploma, getuigschrift of slaagattest heeft behaald, uitgereikt door een door een van de Gemeenschappen van België erkende instelling, waaruit de kennis van die taal blijkt op het vereiste niveau bepaald in het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen, bedoeld in artikel 4, § 3, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, ten minste;6° of indien hij een diploma, een getuigschrift of een slaagattest heeft behaald waaruit blijkt dat hij die taal beheerst op het vereiste niveau, vastgesteld in het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen, bedoeld in artikel 4, § 3, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid, ten minste afgegeven door het Franse Ministerie van Onderwijs.
Art. 37.In artikel 7, vijfde lid, van het decreet van 13 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/1998 pub. 28/08/1998 numac 1998029358 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het gewoon kleuteronderwijs en lager onderwijs en de wijziging van de onderwijswetgeving sluiten houdende de organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs en tot wijziging van het onderwijsreglement, zoals gewijzigd bij de decreten van 17 juli 2003 en 3 februari 2006, worden de woorden " : 1° voor het Nederlands en het Duits, door het getuigschrift van grondige kennis bedoeld in artikel 24 van het decreet van 3 februari 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2006 pub. 08/03/2006 numac 2006029049 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van de taalexamens sluiten houdende de organisatie van de taalexamens; 2° voor het Engels, door een getuigschrift van grondige kennis dat de Regering laat afgeven. " vervangen door de woorden " : voor het Nederlands, Engels en Duits, door het getuigschrift van grondige kennis bedoeld in artikel 5, § 3, van het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid.
Art. 38.In artikel 5, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 5 mei 1958 tot instelling van een bijzondere examencommissie belast met de afgifte van het bekwaamheidsgetuigschrift voor de ambten van buitengewoon leraar lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs, zoals gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 november 2001, worden de woorden " 2° tegen 3,75 euro (150 BEF), voor het aanvullend taalexamen " vervangen door de woorden " 2° tegen 25 euro, voor het aanvullend taalexamen bedoeld in het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid. " worden vervangen door de woorden " 2° tegen 25 euro, voor het aanvullend taalexamen bedoeld in het decreet betreffende de organisatie van de examencommissies belast met taalexamens en betreffende diverse maatregelen inzake taalvaardigheid. ".
Art. 39.In artikel 5 van het ministerieel besluit van 2 september 1975 tot vaststelling van het programma van taalexamens voor leerkrachten kunstlessen worden de woorden "grondige kennis van de Franse taal" vervangen door de woorden "voldoende kennis van de Franse taal". HOOFDSTUK II. - Opheffingsbepalingen
Art. 40.Artikel 1 van het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 28/08/2003 numac 2003029468 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het onderricht in een taal via onderdompeling en verschillende maatregelen inzake onderwijs sluiten houdende algemene bepalingen inzake het taalonderricht in onderdompeling en diverse maatregelen met betrekking tot het onderwijs wordt opgeheven.
Art. 41.De leden 1 en 2 van artikel 4, § 2, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, worden opgeheven.
Art. 42.Artikel 4bis, § 2, van hetzelfde decreet, zoals gewijzigd bij het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten0, wordt opgeheven.
Art. 43.Het decreet van 3 februari 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/02/2006 pub. 08/03/2006 numac 2006029049 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van de taalexamens sluiten betreffende de organisatie van taalexamens, zoals gewijzigd bij de decreten van 13 december 2007 en 28 maart 2019, wordt opgeheven.
Art. 44.Het koninklijk besluit van 22 april 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens voor de leerkrachten van het kunstonderwijs, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 september 1971 en bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 november 2001 en 17 juli 2019, wordt opgeheven.
Art. 45.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten2 betreffende de nadere regels om de functionele kennis van de Franse taal te bewijzen, zoals gewijzigd bij de besluiten van 3 februari 2006 en 3 mei 2019, wordt opgeheven, met uitzondering van artikel 1.
Art. 46.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten2 betreffende de organisatie van de examens die leiden tot de toekenning van het getuigschrift van grondige kennis van een taal met het oog op het geven van taalbadcursussen, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 1 juli 2005 en 28 maart 2013, wordt opgeheven.
Art. 47.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/1998 pub. 29/08/1998 numac 1998029331 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten3 tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van een vacatievergoeding aan de leden, de Voorzitters en deskundigen van de Examencommissie Franse taal, de Examencommissie Nederlandse taal, de Examencommissie Duitse taal en de Commissie Engelse taal, de examencommissie die bevoegd is om het getuigschrift van grondige kennis van een taal uit te reiken met het oog op het onderwijzen van taalbadcursussen, de taalexamencommissie voor leraren artistieke vakken in het kunstonderwijs, de Commissie voor de gelijkwaardigheidsverklaring van in het buitenland uitgereikte bekwaamheidsbewijzen, diploma's en getuigschriften van het hoger onderwijs en de Commissie voor de bekwaamheidsbewijzen voor de toegang tot onderwijsambten, wordt opgeheven.
Art. 48.Het ministerieel besluit van 2 september 1975 tot vaststelling van het programma van taalexamens voor leerkrachten kunstonderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 november 2001, wordt opgeheven, met uitzondering van artikel 5. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen
Art. 49.Een getuigschrift van grondige, voldoende of functionele kennis van de Franse taal of een getuigschrift van grondige kennis van een tweede taal voor het onderwijs in het lager onderwijs of een getuigschrift van grondige kennis van de taal van onderdompeling, verkregen vóór de inwerkingtreding van dit decreet, wordt geacht te zijn afgegeven overeenkomstig de bepalingen van dit decreet. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding
Art. 50.Dit besluit treedt in werking voor het school- en academiejaar 2023-2024.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, op 13 april 2023.
De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke Kansen en Toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, F. DAERDEN De Vicepresident en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, Universitaire Ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota (1) Zitting 2022-2023 Stukken van het Parlement.- Ontwerpdecreet, nr. 520-1. - Commissieamendement(en), nr. 520-2. - Commissieverslag, nr. 520-3. - Tekst aangenomen in de plenaire vergadering, nr. 520-4 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Zitting van 12 april 2023 .