Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 05 mei 2004
gepubliceerd op 03 augustus 2004

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de organisatie van examens voor de toekenning van het getuigschrift van grondige kennis van een taal met het oog op het geven van taallessen door middel van onderdompeling

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004201995
pub.
03/08/2004
prom.
05/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/05/2004201995/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 MEI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de organisatie van examens voor de toekenning van het getuigschrift van grondige kennis van een taal met het oog op het geven van taallessen door middel van onderdompeling


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op artikel 1 van het decreet van 17 juli 2003 houdende algemene bepalingen over het taalonderricht door middel van onderdompeling en diverse maatregelen op het gebied van onderwijs;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 2004;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 5 maart 2004;

Gelet op het protocol van het vakbondsoverleg, gesloten op 18 maart 2004 binnen het Comité van de Sector IX en het Comité voor provinciale en lokale overheden, Afdeling II, die samen bijeengekomen waren;

Gelet op het advies 36.827/2 van de Raad van State gegeven op 19 april 2004 op basis van artikel 84, § 1, alinea 1, 1° van de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 over de Raad van State;

Op voorstel van de Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, de Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », de Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs en de Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Besluit : Deel 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : - getuigschrift : het getuigschrift van grondige kennis van een taal met het oog op het geven van taallessen door middel van onderdompeling; - examencommissie : ieder deel van de examencommissie ingevoerd door artikel 1 van het decreet van 17 juli 2003 houdende algemene bepalingen over het taalonderricht door middel van onderdompeling en diverse maatregelen op het gebied van onderwijs; - bekwaamheidsbewijs voor het uitoefenen van functies in de taal van onderdompeling : elk bewijs dat vereist wordt of als voldoende beschouwd wordt voor de werving voor de functies van kleuteronderwijzer, onderwijzer voor het lager onderwijs, leerkracht van algemene lessen in de lagere graad of de hogere graad van het middelbaar onderwijs, belast met de lessen door onderdompeling; - functie : de functie van kleuteronderwijzer belast met de lessen door onderdompeling, de functie van onderwijzer voor het lager onderwijs belast met de lessen door onderdompeling, de functie van leerkracht van algemene lessen belast met de lessen door onderdompeling in de lagere graad, de functie van leerkracht van algemene lessen belast met de lessen door onderdompeling in de hogere graad.

Deel 2. - Het examen

Art. 2.Het examen om het getuigschrift te bekomen, is toegankelijk voor iedereen die een bekwaamheidsbewijs voor het uitoefenen van functies in de taal van onderdompeling bezit, met uitzondering van de bewijzen die betrekking hebben op de proef van grondige kennis van een van de talen van onderdompeling.

Art. 3.In onderstaande tabel worden de proeven van het examen weergegeven met hun respectievelijke duur en het hoogste cijfer dat erop behaald kan worden.

Een speciaal cijfer wordt gegeven voor de verbetering van het taalgebruik. Dit laatste wordt beoordeeld in functie van het geheel van de mondelinge proef en de didactische proef.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.§ 1. De schriftelijke proef bestaat uit een schrijfoefening waarbij een synthese moet worden gemaakt en commentaar moeten worden gegeven betreffende een conferentie van maximum twintig minuten die handelt over een pedagogisch onderwerp of een onderwerp van algemeen belang.

Het is verboden om aantekeningen te maken tijdens het beluisteren van de conferentie.

De duur van de conferentie wordt niet meegerekend om de duur van de proef vast te leggen.

De examencommissie organiseert twee schriftelijke proeven, een proef is bestemd voor de houders van een universitair diploma of een diploma van universitair niveau, de andere proef is voor de houders van een diploma van andere onderwijsniveaus. § 2. De mondelinge proef omvat een gesprek waarin de gangbare woordenschat wordt aangewend die typisch is voor de betrokken functie en in het bijzonder de terminologie van de te onderwijzen vakgebieden. § 3. De didactische proef omvat het geven van een les waarvan het onderwerp bepaald wordt door loting uit drie voorstellen die iedere kandidaat bij zijn inschrijving heeft ingediend, en dit onderwerp wordt de dag voor de proef aan de kandidaat meegedeeld. § 4. Voor de bepaling van de te onderwijzen vakgebieden bedoeld in § 2 en de controle of de voorstellen van de lesonderwerpen bedoeld in § 3 afgestemd zijn op de uit te oefenen functies, verwijst de examencommissie naar de specificiteit van de vereiste titels zoals deze wordt vastgelegd door artikels 6 en 7 van het besluit van de uitvoerende macht van de Franse Gemeenschap van 22 april 1969, die de titels vastleggen die vereist zijn voor de leden van het directiepersoneel en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het paramedisch personeel, het psychologisch personeel, het sociaal personeel van de instellingen van voorschools onderwijs, lager onderwijs, buitengewoon onderwijs, middelbaar onderwijs, technisch onderwijs, kunstonderwijs, onderwijs voor sociale promotie en hoger niet-universitair onderwijs van de Franse Gemeenschap en de internaten die van deze instellingen afhankelijk zijn, of zoals deze wordt bepaald overeenkomstig artikel 13 van hetzelfde besluit.

Voor diegenen die enkel een licentiaatsdiploma bezitten, wordt mutatis mutandis te werk gegaan alsof zij eveneens een aggregaat behaald hadden voor het hoger middelbaar onderwijs.

Voor de toepassing van deze paragraaf worden de houders van een diploma van licentiaat Germaanse filologie, Germaanse taal- en letterkunde of moderne taal- en letterkunde, zo nodig aangevuld met een aggregaatsdiploma voor het hoger middelbaar onderwijs, alsook de licentiaten vertaler of tolk, wat de talen Engels, Duits of Nederlands betreft die niet voorkomen op hun diploma, maar waarvoor zij nochtans de proef van grondige kennis wensen af te leggen, gelijkgesteld aan de houders van een diploma van licentiaat Germaanse filologie, Germaanse taal- en letterkunde of moderne taal- en letterkunde behaald in deze taal en aangevuld met een aggregaatsdiploma voor het hoger middelbaar onderwijs.

Voor de houders van een diploma kinderverzorging zijn de proeven gelijk aan de proeven die georganiseerd worden voor de houders van een diploma van onderwijzer van het kleuteronderwijs of voorschools onderwijs.

Art. 5.§ 1. De didactische proef wordt voorgesteld voor ten minste de twee examencommissieleden die binnen de examencommissie de functie vertegenwoordigen waarvoor de kandidaat over de vereiste titel beschikt of, bij gebreke daarvan, een titel die beoordeeld werd als voldoende A. § 2. Het werk dat elke kandidaat op het einde van de schriftelijke proef inlevert, wordt verbeterd door minstens twee examencommissieleden niet bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel. § 3. De mondelinge proef wordt afgelegd voor minstens twee examencommissieleden die niet hebben deelgenomen aan de beoordeling van de schriftelijke proef en de didactische proef. § 4. Elk examencommissielid is verplicht om deel te nemen aan de beoordeling van minstens een van de proeven bedoeld in paragrafen 1 tot 3 van dit artikel.

Art. 6.De examencommissie kiest de teksten van de conferentie die zullen dienen voor de schriftelijke proeven bedoeld in artikel 4 en bepaalt wie van de examencommissieleden de rol van spreker zullen moeten spelen.

Art. 7.De proeven zijn openbaar.

Art. 8.De inschrijvingskosten voor de examens bedragen 5 euro.

Deel 3. - Samenstelling van de examencommissie

Art. 9.De examencommissie bestaat uit 8 effectieve leden en 8 plaatsvervangende leden, die houder zijn van een vereiste titel of een titel die beoordeeld werd als voldoende A om de functie uit te oefenen van kleuteronderwijzer belast met de lessen door onderdompeling, de functie van onderwijzer voor het lager onderwijs belast met de lessen door onderdompeling, de functie van leerkracht algemene lessen belast met de lessen door onderdompeling in de lagere graad, de functie van leerkracht algemene lessen belast met de lessen door onderdompeling in de hogere graad, met een vertegenwoordiging van twee leden voor elke functie. Zij moeten allen gerechtigd zijn om les te geven in de taal van onderdompeling waarover het examen handelt.

De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden gekozen uit de ambtenaren van de diensten van de Regering van ten minste rang 12.

De secretaris en zijn plaatsvervanger worden gekozen uit de ambtenaren van de diensten van de Regering van ten minste niveau 2.

De leden en hun plaatsvervangers worden voor de helft gekozen uit de personeelsleden van de instellingen van het staatsonderwijs en voor de helft uit de personeelsleden van de instellingen van het vrij onderwijs die in dienstactiviteit zijn, om persoonlijke redenen op verlof zijn voorafgaand aan het pensioen of sinds minder dan vijf jaar op pensioen zijn.

Deel 4. - Werking

Art. 10.De examencommissie zetelt te Brussel.

Art. 11.De voorzitter waakt over een regelmatige werking, neemt alle maatregelen die nodig zijn voor de organisatie van de proeven en leidt de deliberaties. Hij wordt bijgestaan door de secretaris.

Art. 12.De examencommissie zetelt twee maal per jaar.

De data van de proeven, de plaats waar zij afgenomen worden en de betalingsmodaliteiten voor de inschrijving worden vastgelegd door middel van een bericht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en worden door de voorzitter meegedeeld aan de schoolleiders en directeurs van de onderwijsinstellingen die door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd worden en taalonderricht door middel van onderdompeling inrichten.

De voorzitter roept de leden en kandidaten bijeen en legt de data voor de bijeenkomsten vast.

De voorzitter, de secretaris alsook elk lid dat belet is, roept zijn plaatsvervanger op.

Art. 13.Geen enkel lid van de commissie mag ondervragen, de proeven beoordelen of delibereren indien de kandidaat een echtgenoot, bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad is.

Indien de voorzitter zich in een van de situaties bedoeld in de vorige alinea bevindt, dan wordt hij vervangen door zijn plaatsvervanger. Als deze laatste niet kan zetelen, dan wordt hij vervangen door de oudste van de aanwezige leden.

Deel 5. - Deliberaties

Art. 14.De examencommissie delibereert achter gesloten deuren.

De examencommissie mag delibereren over eender welk onderwerp dat door de voorzitter of een lid wordt voorgelegd.

Art. 15.De kandidaten die op elke proef ten minste 50 % van de punten behaald hebben en op het geheel van bovenstaande proeven gemiddeld ten minste 60 % behaald hebben, bekomen het getuigschrift. Voor de andere kandidaten beslist de examencommissie collegiaal en soeverein over de uitreiking of de weigering van de toekenning van bovengenoemd getuigschrift.

Met uitzondering van een onjuistheid die optreedt bij het maken van de notulen van de deliberatie, zijn de punten die de examencommissieleden voor elke proef gegeven hebben, definitief en kunnen tijdens de deliberatie niet veranderd worden.

De examencommissie motiveert de weigering van de toekenning van het getuigschrift.

Art. 16.De examencommissie delibereert op geldige wijze als ten minste twee derden van de leden bijeengekomen zijn, die hebben deelgenomen aan de proeven voorgesteld door iedere kandidaat.

Beslissingen worden genomen met gewone meerderheid van de stemmen die door de aanwezige leden worden uitgebracht. Bij gelijkheid van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

De secretaris is niet stemgerechtigd.

Art. 17.De beslissingen van de examencommissie en hun motieven worden aan iedere kandidaat meegedeeld door middel van een aangetekend schrijven. De beslissingen houdende toekenning van het getuigschrift stemmen overeen met de modellen die bij dit besluit zijn bijgevoegd.

Art. 18.De Minister die bevoegd is voor de Statuten van de personeelsleden van het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 mei 2004.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de "O.N.E.", J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS

^