gepubliceerd op 18 januari 2016
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de taken, het beheer en de werkwijze van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds
11 DECEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de taken, het beheer en de werkwijze van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, artikel 12, § 1/1, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2014, § 3, derde lid, § 3/1, 2°, en § 6, 1° en 2°, ingevoegd bij het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten; Gelet op het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011035642 bron vlaamse overheid Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof sluiten houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 57;
Gelet op het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 9, eerste lid, 1° en 5°, en tweede lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 1996 houdende vaststelling van de regelen tot de werking en het beheer van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 oktober 2015;
Gelet op advies 58.333/3 van de Raad van State, gegeven op 26 november 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° bevoegde entiteit : het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij;2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw;3° VLIF : het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, opgericht bij artikel 12 van het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994;4° waarborgadvies : de kennisgeving van het VLIF aan een erkende kredietinstelling of het een principieel akkoord kan geven om al dan niet VLIF-waarborg toe te kennen na dossierbehandeling, als alle vooropgestelde, meegedeelde voorwaarden zijn vervuld.
Art. 2.Het hoofd van de bevoegde entiteit voert de titel van directeur-generaal van het VLIF. Het hoofd van de bevoegde entiteit kan de aangelegenheden die conform dit besluit en de uitvoeringsbepalingen ervan onder de bevoegdheid van het VLIF vallen, subdelegeren aan personeelsleden van de bevoegde entiteit die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau.
Art. 3.De jaarlijkse toelage aan het VLIF ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap wordt gestort op de bankrekening die het VLIF daarvoor opent.
Art. 4.De bevoegde entiteit stelt haar personeel, haar uitrusting en haar installaties ter beschikking van het VLIF.
Art. 5.Het VLIF verleent subsidies conform de bepalingen van : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2014 pub. 02/02/2015 numac 2015035094 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw sluiten betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2015 pub. 10/06/2015 numac 2015035701 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector tot verhoging van de toegevoegde waarde, de kwaliteit en de voedselveiligheid van landbouwproducten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2015 pub. 22/05/2015 numac 2015035618 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun voor innovaties in de landbouw sluiten betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector tot verhoging van de toegevoegde waarde, de kwaliteit en de voedselveiligheid van landbouwproducten;3° het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2015 pub. 10/06/2015 numac 2015035701 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector tot verhoging van de toegevoegde waarde, de kwaliteit en de voedselveiligheid van landbouwproducten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2015 pub. 22/05/2015 numac 2015035618 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun voor innovaties in de landbouw sluiten betreffende steun voor innovaties in de landbouw;4° het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/04/2007 pub. 19/06/2007 numac 2007035742 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw sluiten betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw;5° het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/10/2015 pub. 12/11/2015 numac 2015036306 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven sluiten betreffende steun aan niet-productieve investeringen en aan de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven.
Art. 6.Het VLIF kan bedrijven die geconfronteerd worden met de gevolgen van dier- en plantenziekten, natuurrampen en andere uitzonderlijke gebeurtenissen als vermeld in artikel 12, § 3, eerste lid, 5°, van het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, ondersteunen via waarborgverlening voor werkingsmiddelen en herfinanciering, als tijdelijke flankerende maatregel.
De minister bepaalt de aard, de voorwaarden en de procedures van die ondersteuning. HOOFDSTUK 2. - Erkenning en tussenkomst van een kredietinstelling bij een VLIF-steunaanvraag
Art. 7.Het VLIF verleent alleen rentesubsidie, waarborg en waarborgadvies voor een krediet, verleend door een kredietinstelling die de minister erkend heeft voor VLIF-doeleinden.
De kredietinstellingen die erkend willen worden, voldoen aan de bepalingen van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen.
Art. 8.De kredietinstellingen richten hun verzoek tot erkenning voor het VLIF aan de minister met een aangetekende brief.
De minister bepaalt welke documenten en informatie de kredietinstellingen bij hun erkenningsaanvraag moeten voegen.
Art. 9.De erkenning heeft alleen praktische uitwerking als de kredietinstelling een borgsom van 12.500 euro stort aan het VLIF. Die borgsom is zonder rente terugbetaalbaar als de erkenning afgelopen is.
Als de betreffende instelling de borgsom vóór 1 januari 2002 in Belgische frank heeft gestort, wordt de borgsom terugbetaald tegen de mathematische tegenwaarde ervan in euro. In geen geval zal de terug te betalen borgsom meer bedragen dan het werkelijk gestorte bedrag of de mathematische tegenwaarde ervan in euro, als de borgsom voor 1 januari 2002 in Belgische frank is gestort.
Art. 10.Met de tussenkomst van de erkende kredietinstelling wordt een steunaanvraag voor een rentesubsidie of waarborg en eventueel een waarborgadvies ingediend bij het VLIF, namens de kredietnemer.
De minister bepaalt de indieningswijze en -termijn van de steunaanvraag.
De minister bepaalt welke kredietverrichtingen en -modaliteiten van het gesubsidieerde krediet de kredietinstelling in het kader van de steunaanvraag meedeelt aan het VLIF en op welke tijdstippen.
Art. 11.Het krediet, vermeld in artikel 7, wordt opgenomen binnen twee jaar nadat het aangemelde investeringsproject principieel aanvaard is voor steunverlening op basis van de selectieprocedure.
De minister bepaalt in welke gevallen er op gemotiveerd verzoek een afwijking van die termijn kan worden toegestaan. HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden en procedure van de rentesubsidie
Art. 12.De rentesubsidie heeft betrekking op een krediet dat wordt aangegaan om een investering als vermeld in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2014 pub. 02/02/2015 numac 2015035094 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw sluiten betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw, te financieren.
Art. 13.De rentesubsidie vangt aan op de dag na de eerste kredietopname. Het rentesubsidieplan wordt opgesteld op basis van een fictief aflossingsplan van het gesubsidieerde opgenomen kredietbedrag, waarbij het af te lossen kapitaal bij iedere kapitaalaflossing evenredig daalt over de werkelijke looptijd van de rentesubsidie.
De minister bepaalt de nadere modaliteiten van de berekening van de rentesubsidie, vermeld in het eerste lid.
Art. 14.De kredietinstelling vraagt de uitbetaling van de toegekende rentesubsidie jaarlijks op bij het VLIF in het trimester van de jaarvervaldag. Het VLIF betaalt de rentesubsidie uit aan de kredietinstelling, ten gunste van de kredietnemer.
Als het krediet wordt opgezegd wordt de uitbetaling van de rentesubsidie opgevraagd in het eerste trimester dat volgt op het trimester waarin het krediet is opgezegd.
De minister bepaalt de uiterste datum voor de aanvraag van de uitbetaling van de rentesubsidie en de nadere procedure. HOOFDSTUK 4. - Voorwaarden en procedure van waarborg en waarborgadvies Afdeling 1. - Voorwerp
Art. 15.Het krediet waarvoor de waarborg verleend wordt of een waarborgadvies gevraagd wordt, moet aangegaan worden om een investering als vermeld in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2014 pub. 02/02/2015 numac 2015035094 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw sluiten betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw, of opstartverrichtingen als vermeld in artikel 9, vierde lid, van het voormelde besluit, te financieren.
Art. 16.De VLIF-waarborg wordt uitgedrukt als een percentage van de hoofdsom van het gewaarborgde krediet, bepaald op basis van het subsidiabele bedrag van de investering en de gestelde zekerheden.
Het percentage, vermeld in het eerste lid, bedraagt maximaal 80 %.
Art. 17.Het gesubsidieerde krediet voorziet in minstens één kapitaalvervaldag per jaar.
In de kredietakte wordt opgenomen dat de kredietnemer zich ertoe verbindt : 1° de kredietinstelling onmiddellijk te informeren over steunaanvragen bij openbare overheden uit hoofde van een vrijwillige productievermindering op zijn bedrijf;2° de ontvangen bedragen voor een vrijwillige productievermindering, met een dalende rentabiliteit als gevolg, prioritair aan te wenden op de door het VLIF gewaarborgde kredieten.
Art. 18.De VLIF-waarborg is afhankelijk van het betalen van een bijdrage als vermeld in artikel 8 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 16/07/2004 numac 2004036102 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest sluiten houdende bepalingen inzake kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest.
In afwijking van artikel 8 van het voormelde decreet wordt de bijdrage binnen dertig kalenderdagen na de mededeling aan de kredietinstelling van de toekenning van de waarborg aan het VLIF betaald. Als het VLIF de bijdrage niet binnen die termijn ontvangt, wordt de toekenning van de waarborg van rechtswege ingetrokken.
Art. 19.De waarborg vangt aan op de dag van de eerste kredietopname. Afdeling 2. - Aanvraag van waarborg en waarborgadvies
Art. 20.De minister bepaalt de indieningswijze en -termijn van het waarborgadvies.
Art. 21.De kredietinstelling kan een waarborgadvies aanvragen voor een krediet als vermeld in artikel 15.
Het VLIF verleent alleen een waarborgadvies als de kredietnemer aan al de volgende voorwaarden voldoet : 1° de onderneming verkeert niet in financiële moeilijkheden;2° er wordt een investeringsplan voorgelegd;3° er worden zekerheden vooropgesteld voor een aanzienlijke waarde van het aangemelde project;4° er wordt aangetoond dat er een tekort aan zekerheden is en over welk bedrag het gaat;5° bijkomende informatie, door het VLIF gevraagd met als doel een getrouw beeld te kunnen schetsen van het bedrijf van de kredietnemer, wordt meegedeeld. De minister bepaalt de termijn waarin een waarborgadvies wordt aangevraagd, de termijn waarin een waarborgadvies wordt verleend en de manier waarop wordt aangetoond dat aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, voldaan is. Afdeling 3. - Beroep op VLIF-waarborg
Art. 22.Als een kredietinstelling zich wil beroepen op de uitbetaling van een VLIF-waarborg, licht ze het VLIF daarover in binnen een periode van drie maanden na de dag waarop ze het gewaarborgde krediet opeisbaar heeft gesteld.
De minister bepaalt welke informatie en documenten de kredietinstelling meedeelt aan het VLIF en de termijnen daarvoor.
Art. 23.Met toepassing van de VLIF-waarborg kan de kredietverlener de uitbetaling vragen van : 1° het percentage, vermeld in artikel 16, eerste lid, van het openstaande kapitaal van het gewaarborgde krediet op de datum van de opzegging.Het openstaande kapitaal wordt verminderd met het uitstellen van kapitaalaflossingen waarvoor het VLIF geen voorafgaande toestemming heeft verleend; 2° achtergestelde interesten, berekend op het gewaarborgde kredietgedeelte over een periode van ten hoogste zes maanden die voorafgaat aan de datum van de opzegging van het gewaarborgde krediet;3° verantwoorde kosten en erelonen, die rechtstreeks gemaakt zijn voor de recuperatie van de bedragen die voortvloeien uit de zekerheden van de kredietnemer.Ze worden proportioneel verdeeld over de investeringskredieten of gelijkaardige kredieten die aangegaan zijn tot drie maanden na de aanvraag van de laatst toegekende VLIF-waarborg.
De volgende bedragen vallen niet onder de toepassing van de VLIF-waarborg : 1° de verwijlintresten;2° de wederbeleggingsvergoedingen;3° de provisie voor overdisponering;4° de penaliteitsverhogingen, toegepast bij de opeisbaarheid van het krediet.
Art. 24.Het totale bedrag dat als waarborg uitbetaald wordt, kan nooit hoger zijn dan de toegekende waarborg, vermeld in artikel 16.
Art. 25.De gerecupereerde bedragen die voortvloeien uit de uitwinning van de zekerheden van de kredietnemer, worden op dezelfde wijze verdeeld als de kosten, vermeld in artikel 23, eerste lid, 3°, ongeacht of de waarborg al uitbetaald is.
Art. 26.De door het VLIF uitbetaalde waarborgen worden ingevorderd conform de bepalingen van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaams Gewest en de instellingen die eronder ressorteren.
Art. 27.Het VLIF kan op elk moment een provisie ambtshalve uitbetalen.
Als de kredietinstelling haar intentie om een beroep te doen op de VLIF-waarborg kenbaar heeft gemaakt, kan ze op elk moment vragen om een provisie uit te betalen.
De provisionele uitbetaling blijft onder voorbehoud en kan herroepen worden.
Een provisionele betaling bevrijdt de kredietnemer niet van zijn verbintenissen tegenover de kredietinstelling die voortvloeien uit de kredietakte.
De minister bepaalt de berekening van de intrest na een provisionele betaling. HOOFDSTUK 5. - Handhaving en financieel beheer
Art. 28.Onverminderd de toepassing van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof beslist het VLIF om de VLIF-steun geheel of gedeeltelijk in te trekken, de rentesubsidie of het waarborgsaldo niet of slechts gedeeltelijk uit te betalen of de uitbetaalde provisie, geheel of gedeeltelijk, terug te vorderen bij de kredietinstelling als de kredietinstelling : 1° onjuiste verklaringen heeft afgelegd;2° zonder toestemming van het VLIF de oorspronkelijke voorwaarden of modaliteiten van de kredietovereenkomst wijzigt zodat de initiële voorwaarden niet meer vervuld zijn of het risico voor het VLIF, in het kader van de VLIF-waarborg, vergroot is;3° niet voldoet aan de voorwaarden om een beroep te doen op de VLIF-waarborg;4° niet te goeder trouw heeft gehandeld of zware nalatigheden heeft begaan in de behandeling van een VLIF-waarborgdossier.
Art. 29.De volgende bedragen worden gestort op de VLIF-bankrekening, vermeld in artikel 3 : 1° de terugbetalingen van te veel uitbetaalde rentesubsidies en kapitaalpremies;2° de waarborgbijdrage;3° de teruggevorderde bedragen ingevolge de uitbetaling van de waarborg en de eventueel te veel uitbetaalde bedragen aan waarborg;4° de terugbetalingen van de door het VLIF verrichte betalingen in het kader van btw-plichtige activiteiten als vermeld in artikel 12, § 1/1, van het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 30.Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 1996 houdende vaststelling van de regelen tot de werking en het beheer van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 maart 2001, 18 maart 2005 en 19 december 2014, wordt opgeheven.
Art. 31.De waarborgen die werden toegekend voor de inwerkingtreding van dit besluit, worden verder gezet overeenkomstig de reglementering van kracht bij de toekenning ervan.
Art. 32.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 december 2015.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE