gepubliceerd op 19 juni 2007
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw
27 APRIL 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, inzonderheid op artikel 12, gewijzigd bij de decreten van 24 december 2004 en 23 juni 2006;
Overwegende dat bij de reorganisatie van de steunverlening overeenkomstig de principes van Beter Bestuurlijk Beleid de investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw op passende wijze dienen ondersteund te worden;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 januari 2006;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 12 mei 2006;
Gelet op het advies van de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad, gegeven op 8 september 2006;
Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 13 december 2006;
Gelet op advies 42.138/3 van de Raad van State, gegeven op 6 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° omkaderingssector van land- en tuinbouw: het geheel van bedrijven, verenigingen en instellingen die hetzij als natuurlijke persoon, hetzij als rechtspersoon, een dienstverlenende bijdrage leveren tot de ontwikkeling van de land- en tuinbouwsector of tot de begeleiding van activiteiten op land- en tuinbouwbedrijven;2° kandidaat-begunstigde: een bedrijf, vereniging of instelling als vermeld in punt 1°;3° rechtspersoon: een handelsvennootschap als vermeld in artikel 2, § 2, van Boek I, Titel I, van de wet van 7 mei 1999 houdende het wetboek van vennootschappen of een vereniging zonder winstoogmerk als vermeld in artikel 1 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;4° oproep: de oproep bij ministeriële omzendbrief aan de kandidaat-begunstigden tot indiening van een steunaanvraag;5° de minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij;6° steun: een financiële tegemoetkoming onder de vorm van een kapitaalpremie voor investeringen. HOOFDSTUK II. - Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw
Art. 2.De minister bepaalt, binnen de omschrijving van artikel 1, 1° en beperkt tot praktijkcentra en vergelijkbare instellingen, de te weerhouden doelgroepen voor steun.
Art. 3.Een kandidaat-begunstigde kan de steun, vermeld in artikel 1, 6°, ontvangen als hij aan volgende voorwaarden voldoet: 1° de maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel is gelegen in het Vlaamse Gewest;2° de investeringen die voor steun in aanmerking komen zijn gelegen in het Vlaamse Gewest;3° de continuïteit van de bedrijvigheid kan voldoende aangetoond worden door middel van een bedrijfsinformatieplan.De minister bepaalt de modaliteiten van dat bedrijfsinformatieplan;
De minister kan aanvullende voorwaarden bepalen.
Art. 4.De steun bedraagt maximaal 50 % van de subsidiabele investeringskosten.
De minister bepaalt binnen de limieten, vermeld in lid 1, de grootte van de kapitaalpremie. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden
Art. 5.De minister bepaalt per oproep, afhankelijk van de budgettaire mogelijkheden en binnen de overeenkomstig artikel 2 bepaalde doelgroepen, de subdoelgroepen die in aanmerking komen voor indiening van een subsidieaanvraag.
Art. 6.De minister bepaalt per oproep de investeringen die in aanmerking komen voor steun, rekening houdend met de grootste noodzakelijkheden binnen de omkaderingssector van land- en tuinbouw.
Hij bepaalt tevens de minimale- en maximale investeringsuitgaven en de investeringsperiode die in aanmerking wordt genomen.
Art. 7.De steun kan alleen verkregen worden voor investeringen waarvan de uitvoering ten hoogste zes maanden voor het tijdstip van publicatie van de oproep een aanvang nam, behoudens afwijkingen die de minister bepaalt.
Art. 8.De kandidaat-begunstigde verbindt er zich toe geen andere steun aan te vragen waardoor het totale steunbedrag meer bedraagt dan de reële investeringskosten. De minister kan extra voorwaarden vaststellen.
Art. 9.De kapitaalpremie wordt uitbetaald in een of meerdere schijven. De minister bepaalt per oproep de uitbetalingsvoorwaarden. HOOFDSTUK IV. - Aanvraag
Art. 10.De minister organiseert de toekenning van de steun via een oproep.
De minister bepaalt per oproep de termijn voor indiening van de subsidieaanvragen.
Art. 11.De kandidaat-begunstigde die de steun wil ontvangen, dient een aanvraag in bij het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, sectie Omkadering. De minister bepaalt het model van aanvraagformulier. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 12.§ 1. De steun is pas definitief verworven als aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, is voldaan : 1° gedurende tien jaar voor onroerende goederen;2° gedurende vijf jaar voor roerende goederen. § 2. Bij stopzetting van de steun mag de premie behouden blijven naar rato van de verhouding van de actieve periode ten opzichte van de geplande periode. De termijn tussen de begindatum van de steun en het tijdstip van stopzetting is de actieve periode. De minimale actieve periode is één jaar.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 april 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME