gepubliceerd op 20 mei 1999
Bijzondere wet tot wijziging van artikel 32 van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, betreffende de voorkoming en de regeling van belangenconflicten
7 MEI 1999. - Bijzondere wet tot wijziging van artikel 32 van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, betreffende de voorkoming en de regeling van belangenconflicten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 32, § 1, van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, vervangen bij wet van 16 juni 1989 en gewijzigd bij bijzondere wet van 16 juli 1993, wordt vervangen als volgt : «
Art. 32.§ 1. In dit artikel wordt onder Wetgevende Kamer verstaan : de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers, en onder Raad : de Raad van de Vlaamse Gemeenschap, de Raad van de Franse Gemeenschap, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, de Raad van het Waalse Gewest, de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie wanneer artikel 138 van de Grondwet is toegepast. § 1bis. Indien een Wetgevende Kamer of een Raad oordeelt ernstig te kunnen worden benadeeld door een in een andere Raad of, naar gelang van het geval, in de Verenigde Vergadering bedoeld in artikel 60 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen ingediend ontwerp of voorstel van decreet of ordonnantie of door een amendement op deze ontwerpen of voorstellen of door een in een Wetgevende Kamer ingediend ontwerp of voorstel van wet of door een amendement op deze ontwerpen of voorstellen, kan de betrokken Wetgevende Kamer of Raad, naar gelang van het geval, met drie vierde van de stemmen om schorsing van de procedure vragen met het oog op overleg.
Indien de Verenigde Vergadering bedoeld in artikel 60 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, hierna « de Verenigde Vergadering » genoemd, oordeelt dat ze ernstig kan worden benadeeld door een in een Wetgevende Kamer ingediend ontwerp of voorstel van wet of door een in een andere Raad ingediend ontwerp of voorstel van decreet of door een amendement op deze ontwerpen of voorstellen, kan zij de meerderheid van de stemmen in elk van haar beide taalgroepen, om schorsing van de procedure vragen met het oog op overleg. § 1ter. In dat geval wordt de procedure geschorst gedurende zestig dagen. De schorsing neemt eerst aanvang na de indiening van het verslag en in elk geval vóór de eindstemming in de plenaire vergadering over het ontwerp of het voorstel.
Wanneer de tekst waarover het belangenconflict opgeworpen is, na de aanhangigmaking van het conflict geamendeerd wordt, moet de Wetgevende Kamer, de Raad of de Verenigde Vergadering, na de indiening van het verslag en in elk geval vóór de eindstemming in de plenaire vergadering over het ontwerp of het voorstel, bevestigen dat hij nog steeds van oordeel is ernstig te worden benadeeld. De procedure wordt geschorst tot de Wetgevende Kamer, de Raad of de Verenigde Vergadering zich uitspreekt en dit gedurende ten hoogste vijftien dagen.
In dat geval neemt de schorsing met het oog op het overleg een aanvang de dag waarop de Wetgevende Kamer, de Raad of de Verenigde Vergadering bevestigt ernstig benadeeld te worden.
Deze procedure kan slechs eenmaal toegepast worden door eenzelfde assemblee ten aanzien van eenzelfde ontwerp of eenzelfde voorstel.
Indien het voorstel of het ontwerp waarover het belangenconflict aanhangig is gemaakt, geamendeerd wordt, kan een nieuw belangenconflict alleen maar opgeworpen worden over het amendement of de amendementen. § 1quater. Indien het overleg binnen de termijn van zestig dagen tot geen oplossing leidt, wordt het geschil aanhangig gemaakt bij de Senaat die binnen dertig dagen een gemotiveerd advies uitbrengt aan het in artikel 31 bedoeld Overlegcomité dat binnen dertig dagen volgens de procedure van de consensus beslist.
Het voorgaande lid is niet van toepassing wanneer de in § 1bis bedoelde procedure door een Wetgevende Kamer is ingeleid. In dat geval neemt het in artikel 31 bedoeld Overlegcomité een beslissing binnen zestig dagen volgens de procedure van de consensus. »
Art. 3.Artikel 32, § 2, van dezelfde wet, vervangen bij wet van 16 juni 1989, wordt aangevuld met het volgende lid : « Deze procedure kan slechts eenmaal worden ingesteld met betrekking tot eenzelfde beslissing of eenzelfde ontwerp van beslissing. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 7 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota's (1) Gewone zitting 1997-1998. Senaat.
Parlementaire Stukken. Voorstel van bijzondere wet, nr. 1-1006/1.
Amendement, nr. 1-1006/2.
Gewone zitting 1998-1999.
Senaat.
Parlementaire Stukken. Amendementen, nrs. 1-1006/3 tot 5. Verslag, nr. 1-1006/6. Tekst aangenomen door de commissie, nr. 1-1006/7.
Parlementaire Handelingen. Bespreking en aanneming. Vergadering van 25 februari 1999.
Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire Stukken. Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 2022/1. Verslag, nr. 2022/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering, nr. 2022/3.
Parlementaire Handelingen. Bespreking en aanneming. Vergadering van 28 april 1999.