gepubliceerd op 06 mei 2022
Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021
4 FEBRUARI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het Energie
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
06/07/2009
numac
2009035588
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
07/07/2009
numac
2009035580
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
03/07/2009
numac
2009035594
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
sluiten, artikel 7.5.1, gewijzigd bij de decreten van 12 juli 2013 en 24 februari 2017, artikel 8.2.1, artikel 8.3.1, en artikel 8.4.1, gewijzigd bij het
decreet van 20 december 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
20/12/2013
pub.
05/03/2014
numac
2014035242
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
type
decreet
prom.
20/12/2013
pub.
28/01/2014
numac
2014200213
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
sluiten, artikel 8.7.1, gewijzigd bij het
decreet van 4 juni 2021Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
04/06/2021
pub.
15/06/2021
numac
2021042081
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de plaatsing van een elektronische meter zonder communicatiemiddel en het vermijden van het meermaals aanrekenen van elektriciteitsdistributienettarieven voor het gebruik van het elektriciteitsdistributienet
sluiten, artikel 9.1.1, ingevoegd bij het
decreet van 16 november 2018Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
16/11/2018
pub.
14/12/2018
numac
2018015257
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende diverse bepalingen inzake energie
type
decreet
prom.
16/11/2018
pub.
04/12/2018
numac
2018032340
bron
vlaamse overheid
DECREET houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft directe lijnen en directe leidingen
sluiten, artikel 12.4.1, ingevoegd bij het
decreet van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
09/07/2021
pub.
27/09/2021
numac
2021032652
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021
type
decreet
prom.
09/07/2021
pub.
10/09/2021
numac
2021021712
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen
type
decreet
prom.
09/07/2021
pub.
11/08/2021
numac
2021032190
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid
type
decreet
prom.
09/07/2021
pub.
15/07/2021
numac
2021031818
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat het invoeren van een databank voor premies en subsidies betreft
sluiten, artikel 12.6.1, ingevoegd bij het
decreet van 19 november 2021Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
19/11/2021
pub.
16/12/2021
numac
2021022580
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van artikel 37 van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de langdurige gesloten begeleiding
type
decreet
prom.
19/11/2021
pub.
21/12/2021
numac
2021043467
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en de Vlaamse Codex Wonen van 2021
sluiten, en artikel 13.1.1, gewijzigd bij de decreten van 27 november 2015 en 24 februari 2017; - de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 5.72, artikel 5.75 en artikel 5.75/1, ingevoegd bij het
decreet van 19 november 2021Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
19/11/2021
pub.
16/12/2021
numac
2021022580
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van artikel 37 van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de langdurige gesloten begeleiding
type
decreet
prom.
19/11/2021
pub.
21/12/2021
numac
2021043467
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en de Vlaamse Codex Wonen van 2021
sluiten; - het
decreet van 19 november 2021Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
19/11/2021
pub.
16/12/2021
numac
2021022580
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van artikel 37 van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de langdurige gesloten begeleiding
type
decreet
prom.
19/11/2021
pub.
21/12/2021
numac
2021043467
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en de Vlaamse Codex Wonen van 2021
sluiten tot wijziging van het Energie
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
06/07/2009
numac
2009035588
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
07/07/2009
numac
2009035580
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
03/07/2009
numac
2009035594
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
sluiten en de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 6.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 5 juli 2021; - De VTC heeft advies gegeven op 20 juli 2021; - De VREG heeft advies gegeven op 3 augustus 2021; - De Minaraad heeft advies gegeven op 8 september 2021; - De SERV heeft advies gegeven op 13 september 2021; - Op 7 december 2021 werd een adviesaanvraag bij de Raad van State ingediend met het verzoek om dit te behandelen binnen een termijn van dertig kalenderdagen. Het advies van de Raad van State werd niet binnen de termijn, tegen 6 januari 2022, meegedeeld. Bijgevolg wordt de adviesaanvraag met toepassing van artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, onttrokken aan de afdeling Wetgeving en van de rol afgevoerd.
Initiatiefnemers Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme en de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: Hoofdstuk 1. - Oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies Afdeling 1. - Oprichting uniek loket
Artikel 1.Conform artikel 12.6.1, § 1 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten en artikel 5.75/1, § 1 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 wordt een uniek loket opgericht om de aanvraag, de behandeling, de verwerking en de uitbetaling te faciliteren van de volgende premies of tegemoetkomingen: 1° de tegemoetkoming, vermeld in Boek 5, Deel 5, Titel 3, hoofdstuk 1 van het besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021; 2° de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/5 en 6.4.1/5/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010.
Art. 2.Het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen, dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse regering van 16 december 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/12/2005 pub. 16/02/2006 numac 2006035200 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen, hierna agentschap genoemd, wordt conform artikel 12.6.1, § 2, eerste lid van het Energiedecreet en artikel 5.75/1, § 2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, belast met de behandeling en verwerking van de aanvragen, vermeld in artikel 1, in het kader van het unieke loket.
De elektriciteitsdistributienetbeheerders of hun werkmaatschappij staan mee in voor de behandeling en de verwerking van de aanvragen, vermeld in artikel 1, in het kader van het unieke loket.
De elektriciteitsdistributienetbeheerders of hun werkmaatschappij staan in voor de uitbetaling van de tegemoetkomingen en de premies, vermeld in artikel 1, in het kader van het unieke loket.
De elektriciteitsdistributienetbeheerders of hun werkmaatschappij vorderen de onterecht uitbetaalde tegemoetkomingen en premies, vermeld in artikel 1, terug.
Als uitgekeerde tegemoetkomingen of premies worden teruggevorderd, gelden de volgende specifieke regelingen: 1° de teruggevorderde tegemoetkomingen waarvoor een vergoeding is toegekend conform artikel 5.192 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, worden met toepassing van artikel 5.2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 toegewezen aan het Fonds voor de Huisvesting; 2° de teruggevorderde premies waarvoor een vergoeding is toegekend conform artikel 6.4.1/12 van het Energiebesluit van 19 november 2010, worden met toepassing van artikel 3.2.1, § 2, 2° van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten toegewezen aan het Energiefonds; 3° de teruggevorderde premies of tegemoetkomingen waarvoor geen vergoeding is toegekend conform punt 1° of 2°, worden toegewezen aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder die is aangewezen voor het geografisch gebied waar het gebouw waarvoor de teruggevorderde premie of tegemoetkoming is uitgekeerd, ligt. Als er voor een premie of tegemoetkoming een samenloop is tussen meerdere vergoedingen als vermeld in artikel 5.192 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 en artikel 6.4.1/12 van het Energiebesluit van 19 november 2010, wordt de teruggevorderde premie of tegemoetkoming, in afwijking van het vijfde lid, naar verhouding toegewezen aan het Fonds voor de Huisvesting, het Energiefonds, en de elektriciteitsdistributienetbeheerder, overeenkomstig het aandeel in de financiering ervan.
Het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaams Energie- en Klimaatagentschap, dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 november 2010, hierna het VEKA genoemd, wordt, conform artikel 13.1.1 van het Energiedecreet, belast met de controle op de taken uitgevoerd door de elektriciteitsdistributienetbeheerders of hun werkmaatschappij.
De verdeling van de taken, vermeld in dit artikel, tussen het agentschap en de elektriciteitsdistributienetbeheerders of hun werkmaatschappij en het VEKA, binnen het unieke loket, wordt verder gedetailleerd vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Afdeling 2. - Procedure voor aanvragen ingediend via het unieke loket
Art. 3.De aanvragen, vermeld in artikel 1, kunnen bij het unieke loket worden ingediend vanaf 1 oktober 2022. Hiervoor stelt het unieke loket een elektronisch formulier ter beschikking.
De aanvragen, vermeld in artikel 1, bevatten: 1° het digitaal ondertekende en volledig ingevulde aanvraagformulier;2° een gedetailleerde opsomming van de uitgevoerde werkzaamheden;3° een kopie van de facturen die betrekking hebben op de in aanmerking komende investeringskosten;4° een attest van de aannemer over de uitgevoerde werkzaamheden; 5° het huurcontract met een woonmaatschappij, vermeld in artikel 4.36 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, als de verhuurder, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 8° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, de aanvraag indient; 6° in voorkomend geval, het attest, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 6°, a) van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021; 7° alle bewijsstukken die opgelegd zijn door de Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid;8° in voorkomend geval, de meest recente attesten van de werkgever, die de noodzakelijke gegevens bevatten op basis waarvan het belastbaar inkomen en de van belasting vrijgestelde beroepsinkomsten uit het buitenland of verworven bij een Europese of internationale instelling kunnen worden vastgesteld, als de aanvrager een ambtenaar van de Europese Unie of een andere internationale organisatie is;9° in voorkomend geval, het meest recente buitenlandse aanslagbiljet waaruit het belastbaar inkomen en de van belasting vrijgestelde beroepsinkomsten kunnen worden vastgesteld, als de aanvrager in het buitenland werkt. De aanvrager legt op eenvoudig verzoek van het unieke loket een kopie van de goedgekeurde plannen en de stedenbouwkundige vergunning, die dateren van voor de aanvang van de werkzaamheden, voor aan het unieke loket.
De aanvrager legt op eenvoudig verzoek van het unieke loket de originelen van de documenten, vermeld in het eerste lid, punt 3° tot en met 9°, voor.
De aanvrager legt op eenvoudig verzoek van het unieke loket aanvullende bewijsstukken voor om de uitvoering van de werkzaamheden te staven en de voorwaarden van de tegemoetkoming na te gaan.
Het elektronisch formulier, vermeld in het eerste lid, alsook iedere wijziging aan het elektronisch formulier en in voorkomend geval de bijbehorende attesten die moeten worden gebruikt om de premies en de tegemoetkomingen, vermeld in artikel 1, te verkrijgen, worden ter goedkeuring voorgelegd aan het agentschap en het VEKA.
Art. 4.§ 1. Het unieke loket bezorgt de aanvrager binnen een maand na de ontvangst van de aanvraag een ontvangstmelding met een elektronisch bericht of per brief, als de aanvrager daar expliciet om verzoekt, met vermelding van het verdere verloop van de procedure. § 2. Binnen acht maanden na de aanvraagdatum wordt het overzicht van de elementen die nuttig zijn voor de berekening van de tegemoetkoming of de premie, vermeld in artikel 1, desgevallend aangevuld met het overzicht van de facturen die in aanmerking worden genomen, of de beslissing tot weigering van de tegemoetkoming of de premie, vermeld in artikel 1, bezorgd aan de aanvrager via het unieke loket met een elektronisch bericht of per brief, als de aanvrager daar expliciet om vraagt. § 3. Als de aanvrager het niet eens is met het overzicht, vermeld in paragraaf 2, kan die binnen een maand na de ontvangst ervan met een elektronisch formulier dat door het unieke loket ter beschikking wordt gesteld, beroep instellen. Binnen drie maanden nadat de aanvrager het beroep heeft ingediend, wordt de beslissing in beroep overgemaakt aan de aanvrager via het unieke loket met een elektronisch bericht of per brief, als de aanvrager daar expliciet om vraagt. De beslissing bevat een verwijzing naar de bevoegde instantie bij betwisting.
De aanvrager kan een beslissing tot weigering van de tegemoetkoming of de premie, vermeld in artikel 1, betwisten door binnen een maand na de ontvangst ervan beroep in te stellen bij het unieke loket, met een elektronisch formulier dat door het unieke loket ter beschikking wordt gesteld. Binnen drie maanden nadat de aanvrager het beroep heeft ingediend, wordt de weigering bevestigd, of worden de aangepaste berekeningselementen aan de aanvrager bezorgd via het unieke loket met een elektronisch bericht of per brief, als de aanvrager daar expliciet om vraagt. De beslissing bevat een verwijzing naar de bevoegde instantie bij betwisting.
Als de aanvrager binnen acht maanden na de aanvraagdatum noch een beslissing tot weigering, noch het overzicht, vermeld in paragraaf 2, heeft ontvangen, kan de aanvrager binnen een maand, na deze termijn van acht maanden beroep aantekenen bij het unieke loket tegen het stilzitten met een elektronisch formulier dat door het unieke loket ter beschikking wordt gesteld. Binnen drie maanden nadat de aanvrager het beroep heeft ingediend, wordt de aanvraag geweigerd, of worden de berekeningselementen aan de aanvrager bezorgd. De beslissing bevat een verwijzing naar de bevoegde instantie bij betwisting. § 4. Het unieke loket bezorgt de definitieve beslissing tot het verlenen van de tegemoetkoming aan de aanvrager met een elektronisch bericht of per brief, als de aanvrager daar expliciet om verzoekt, en betaalt de tegemoetkoming uit binnen twaalf maanden na de aanvraagdatum. De tegemoetkoming wordt uitbetaald aan de aanvrager.
De aanvrager houdt de betalingsbewijzen gedurende twee jaar na de uitbetaling van de tegemoetkomingen ter beschikking van het unieke loket en legt ze onmiddellijk voor op eenvoudig verzoek van het unieke loket. § 5. De termijn van acht maanden, vermeld in paragraaf 2 en paragraaf 3, derde lid, en de termijn van twaalf maanden, vermeld in paragraaf 4, eerste lid, worden respectievelijk ingekort tot zes maanden en tien maanden, voor de aanvragen die worden ingediend vanaf 1 juli 2024.
Art. 5.Binnen het unieke loket worden alle redelijke maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de persoonsgegevens juist zijn en indien nodig geactualiseerd worden. Onjuiste persoonsgegevens worden onmiddellijk gewist of verbeterd.
De verwerking van de persoonsgegevens binnen het unieke loket is noodzakelijk voor de behandeling, verwerking en uitbetaling van de premies of tegemoetkomingen vermeld in artikel 1.
Hoofdstuk 2. - Wijzigingen van het Energiebesluit van 19 november 2010
Art. 6.In artikel 1.1.1, § 2, van het Energiebesluit van 19 november 2010, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 23° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "23° /1 eindfactuur: de definitieve en laatste factuur, die is opgemaakt na de levering en plaatsing van materiaal of installaties;"; 2° punt 44° wordt vervangen door wat volgt: "44° gebouw: a) voor de toepassing van titel VI, hoofdstuk IV, afdeling I, titel VIII, titel IX en titel IX/1, elk gebouw in zijn geheel of delen ervan die zijn ontworpen of aangepast om afzonderlijk te worden gebruikt en waarvoor energie verbruikt wordt om een specifieke binnentemperatuur te bereiken; b) in afwijking van a), voor de toepassing van artikel 6.4.1/5/2, § 3, elk gebouw in zijn geheel of delen ervan die zijn ontworpen of aangepast om afzonderlijk te worden gebruikt en waar geen gebouwgebonden warmteafgiftetoestel voorzien is; c) in afwijking van a), voor de toepassing van artikel 6.4.1/1/2, 6.4.1/5/2, § 1, § 2 en § 4, elk gebouw in zijn geheel of delen ervan die zijn ontworpen of aangepast om afzonderlijk te worden gebruikt;"; 3° er wordt een punt 55° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "55° /1 investeerder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de werkzaamheden financiert en aan wie de facturen voor de werkzaamheden gericht zijn;"; 4° er wordt een punt 101° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "101° /1 uniek loket: het unieke loket dat opgericht is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021;"; 5° punt 108° /2° wordt vervangen door wat volgt: "108° /2° woongebouw: wat afdeling I, hoofdstuk IV van titel VI betreft: een gebouw met minstens twee wooneenheden of een wooneenheid en minstens een niet-residentiële eenheid;".
Art. 7.In artikel 4.1.2, § 5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten1, wordt de zinsnede "artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/5" vervangen door de zinsnede "artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/5/2 van dit besluit, en de tegemoetkomingen die worden berekend volgens artikel 5.191 voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4° en 7° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021".
Art. 8.Artikel 6.4.1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/11/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014035083 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de energieprestaties van gebouwen type besluit van de vlaamse regering prom. 29/11/2013 pub. 14/02/2014 numac 2014035171 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator type besluit van de vlaamse regering prom. 29/11/2013 pub. 08/01/2014 numac 2013036174 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van personen met een handicap sluiten, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1. § 1. Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder verleent de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/5/2, § 2, van dit besluit. De beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit verleent investeringssteun als vermeld in artikel 6.4.1/5/2, § 3, van dit besluit. De steun in deze onderafdeling wordt door de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit verleend onder de voorwaarden, vermeld in de Verordening 1407/2013/EU. § 2. De begrippen en definities, vermeld in de volgende artikelen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zijn van toepassing op artikel 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/5 en 6.4.1/5/1 van dit besluit: 1° de definitie van renovatie, vermeld in artikel 1.3, § 1, eerste lid, 41°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021; 2° de definitie van een woning, vermeld in artikel 1.3, § 1, eerste lid, 66°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021; 3° de definitie van een nieuwe premiewoning, vermeld in artikel 1.2, 86°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021; 4° de definitie van een premiewoning, vermeld in artikel 1.2, 105°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021; 5° de definitie van aanvraagdatum, vermeld in artikel 5.186, 1°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.".
Art. 9.Artikel 6.4.1/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten0, en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten5, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1/1. Aan de investeerder die daarvoor een aanvraag indient, worden premies verleend voor de volgende categorieën van energiebesparende werkzaamheden in bestaande premiewoningen, woongebouwen en collectieve woongebouwen of andere gebouwen die geheel of gedeeltelijk worden herbestemd tot nieuwe premiewoning, nieuw woongebouw of nieuw collectief woongebouw, en die in het Vlaamse Gewest liggen: 1° een premie van 4 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste dak- of zoldervloerisolatie, op voorwaarde dat de warmteweerstand Rd van de nieuw aangebrachte isolatielaag minimaal 4,5 m2K/W bedraagt;2° een premie van 5 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste spouwmuurisolatie in een buitenmuur, op voorwaarde dat de gebruikte materialen, de plaatsingstechnieken en de plaatsers volledig voldoen aan de STS, vermeld in artikel 1, 1°, van het Koninklijk Besluit van 1 februari 2018 betreffende de statuten en de procedure voor de vaststelling van de Technische Specificaties, voor de plaatsing van isolatie in spouwmuren;3° een premie van 30 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste isolatie aan de buitenkant van een buitenmuur, op voorwaarde dat de warmteweerstand Rd van de nieuw aangebrachte isolatielaag minimaal 3 m2K/W bedraagt;4° een premie van 15 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste isolatie aan de binnenkant van een buitenmuur, op voorwaarde dat de warmteweerstand van de nieuw aangebrachte isolatielaag minimaal 2 m2K/W bedraagt.De uitgevoerde werkzaamheden moeten worden begeleid door een architect die ingeschreven is in de tabel van de Orde van Architecten en die een controletaak uitoefent op de werkzaamheden, of de isolatiematerialen moeten worden geplaatst door een aannemer waarvan op het ogenblik van de uitvoering minstens de zaakvoerder of een werknemer beschikt over een certificaat van bekwaamheid als vermeld in artikel 8.5.1, § 1, 8°, van dit besluit.
Als de voormelde aannemer niet beschikt over het voormelde certificaat van bekwaamheid, moet de kwaliteitsvolle uitvoering gevalideerd worden door een persoon die beschikt over een certificaat van bekwaamheid als vermeld in artikel 8.5.1, § 1, 8° van dit besluit; 5° een premie van 6 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste vloerisolatie op volle grond of nieuw geplaatste isolatie op het plafond van een kelder of een verluchte ruimte onder een verwarmde ruimte, op voorwaarde dat de warmteweerstand van de nieuw aangebrachte isolatielaag minimaal 2 m2K/W bedraagt;6° een premie van 16 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste oppervlakte beglazing, op voorwaarde dat de nieuw geplaatste beglazing een warmtedoorgangscoëfficiënt U van maximaal 1,0 W/m2K heeft. De premies, vermeld in het eerste lid, worden telkens begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw.
Voor huishoudelijke afnemers die zijn aangesloten op het elektriciteitsdistributienet met toepassing van het uitsluitend nachttarief, zijn de volgende verhogingen van toepassing op eindfacturen vanaf 1 januari 2021 en premieaanvragen ingediend tot en met 31 december 2025: 1° de premie, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt verhoogd met 2 euro per m2;2° de premie, vermeld in het eerste lid, 2°, wordt verhoogd met 2,5 euro per m2;3° de premie, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt verhoogd met 15 euro per m2;4° de premie, vermeld in het eerste lid, 4°, wordt verhoogd met 7,5 euro per m2;5° de premie, vermeld in het eerste lid, 5°, wordt verhoogd met 3 euro per m2;6° de premie, vermeld in het eerste lid, 6°, wordt verhoogd met 8 euro per m2. De som van de premie, vermeld in het eerste lid, en de verhoging, vermeld in het derde lid, is begrensd tot 50% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw.
De premie voor nieuw geplaatste dak- of zoldervloerisolatie, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt verhoogd met 8 euro per m2 als de plaatsing van de dak- of zoldervloerisolatie wordt voorafgegaan door de verwijdering van asbesthoudende dakbedekking of een asbesthoudend onderdak. De verhoging is van toepassing op eindfacturen vanaf 1 januari 2021. De som van de premie, vermeld in het eerste lid, 1°, de verhoging, vermeld in het derde lid, 1°, in voorkomend geval, en de verhoging, vermeld in dit lid, is begrensd tot 50% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw.
De premie voor nieuw geplaatste isolatie aan de buitenkant van een buitenmuur, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt verhoogd met 8 euro per m2 als de plaatsing van isolatie aan de buitenkant van een buitenmuur wordt voorafgegaan door de verwijdering van asbesthoudende gevelbekleding. De verhoging is van toepassing op eindfacturen vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022. De som van de premie, vermeld in het eerste lid, 3°, de verhoging, vermeld in het derde lid, 3°, in voorkomend geval, en de verhoging, vermeld in dit lid, is begrensd tot 50% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw.
Opdat de verwijdering van asbest, vermeld in het vijfde en zesde lid, wordt beschouwd als voorafgaand aan de plaatsing van nieuwe isolatie, moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden: 1° de eindfacturen van de investeringen in enerzijds dak- of zoldervloerisolatie of muurisolatie en anderzijds asbestverwijdering liggen niet meer dan twaalf maanden uit elkaar;2° de eindfactuur van de eerste investering is niet vroeger gedateerd dan 1 januari 2021. In afwijking van het eerste lid, 3°, bedraagt de premie voor door een aannemer nieuw geplaatste isolatie aan de buitenkant van een buitenmuur 15 euro per m2 voor eindfacturen tot en met 31 december 2020. De premie is begrensd tot 40% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw. In afwijking van het eerste lid, 6°, bedraagt de premie voor door een aannemer nieuw geplaatste oppervlakte beglazing 8 euro per m2 voor eindfacturen tot en met 31 december 2020. De premie is begrensd tot 40% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden, de producten en de gebouwschildelen, vermeld in het eerste, vijfde en zesde lid, of de uitvoerders van de werkzaamheden, respectievelijk de plaatsers van die werkzaamheden en producten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de premies, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 6°. De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden, producten en installaties, of de uitvoerders respectievelijk plaatsers van de werkzaamheden, producten en installaties moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de verhoogde premies, vermeld in het vijfde en zesde lid. De minister kan nadere regels bepalen voor de wijze waarop de asbestverwijdering kan worden aangetoond en kan de verhoogde isolatiepremies, vermeld in het vijfde lid, koppelen aan het onderzoek van de haalbaarheid van een zonnedak. De minister kan bepalen welke investeringskosten in aanmerking komen voor de premies, vermeld in het eerste lid.".
Art. 10.Artikel 6.4.1/1/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/11/2013 pub. 28/01/2014 numac 2014035083 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de energieprestaties van gebouwen type besluit van de vlaamse regering prom. 29/11/2013 pub. 14/02/2014 numac 2014035171 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator type besluit van de vlaamse regering prom. 29/11/2013 pub. 08/01/2014 numac 2013036174 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van personen met een handicap sluiten, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten0 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten6, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1/1/1. Aan de investeerder die daarvoor een aanvraag indient, worden premies verleend voor de volgende categorieën van energiebesparende werkzaamheden in bestaande premiewoningen, woongebouwen en collectieve woongebouwen of andere gebouwen die geheel of gedeeltelijk worden herbestemd tot nieuwe premiewoning, nieuw woongebouw of nieuw collectief woongebouw, en die in het Vlaamse Gewest liggen: 1° een premie van 550 euro per m2 apertuuroppervlakte voor een door een aannemer nieuw geplaatst thermisch zonnecollectorsysteem voor de productie van sanitair warm water, beperkt tot 2750 euro per premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw en begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw; 2° een premie per premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, voor een door een aannemer nieuw geplaatste geothermische warmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
4000 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw van een huishoudelijke afnemer met toepassing van uitsluitend nachttarief op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor investeringen met eindfactuur vanaf 1 januari 2021 en premieaanvragen tot en met 31 december 2025
4800 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning of het volledige collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, of plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, woongebouw, collectief woongebouw, nieuw woongebouw of nieuw collectief woongebouw gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
8000 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten
3° een premie per premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw voor een door een aannemer nieuw geplaatste lucht-waterwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
2250 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw van een huishoudelijke afnemer met toepassing van uitsluitend nachttarief op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor investeringen met eindfactuur vanaf 1 januari 2021 en premieaanvragen tot en met 31 december 2025
2700 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning of het volledige collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, of plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, woongebouw, collectief woongebouw, nieuw woongebouw of nieuw collectief woongebouw gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
4500 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
4° een premie per premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, voor een door een aannemer nieuw geplaatste lucht-luchtwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
300 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw van een huishoudelijke afnemer met toepassing van uitsluitend nachttarief op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor investeringen met eindfactuur vanaf 1 januari 2021 en premieaanvragen tot en met 31 december 2025
360 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning of het volledige collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, of plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, woongebouw, collectief woongebouw, nieuw woongebouw of nieuw collectief woongebouw gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
600 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
5° een premie per premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, voor een door een aannemer nieuw geplaatste warmtepompboiler die uitsluitend gebruikt wordt voor de productie van sanitair warm water en beschikt over een regeling om de warmwatertemperatuur te verhogen bij een extern signaal om zo aan thermische opslag te kunnen doen, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
premieaanvragen tot en met 31 december 2025
300 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw van een huishoudelijke afnemer met toepassing van uitsluitend nachttarief op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor investeringen met eindfactuur vanaf 1 januari 2021 en premieaanvragen tot en met 31 december 2025
360 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
In afwijking van het eerste lid worden aan bewoners, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, die voldoen aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187, derde lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, en de verhuurders, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 7°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, de volgende premies verleend voor de volgende categorieën van energiebesparende werkzaamheden in bestaande premiewoningen, of andere gebouwen die geheel of gedeeltelijk worden herbestemd tot nieuwe premiewoning en die in het Vlaamse Gewest liggen: 1° een premie van 660 euro per m2 apertuuroppervlakte voor een door een aannemer nieuw geplaatst thermisch zonnecollectorsysteem voor de productie van sanitair warm water.De premie wordt beperkt tot 3300 euro per premiewoning of nieuwe premiewoning en begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw; 2° een premie per premiewoning of nieuwe premiewoning, voor een door een aannemer nieuw geplaatste geothermische warmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
6400 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning of plaatsing in een premiewoning of nieuwe premiewoning gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
9600 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
3° een premie per premiewoning of nieuwe premiewoning, voor een door een aannemer nieuw geplaatste lucht-waterwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
3600 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning of plaatsing in een premiewoning of nieuwe premiewoning gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
5400 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
4° een premie per premiewoning of nieuwe premiewoning, voor een door een aannemer nieuw geplaatste lucht-luchtwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
480 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning of plaatsing in een premiewoning of nieuwe premiewoning gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
720 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
5° een premie per premiewoning of nieuwe premiewoning voor een door een aannemer nieuw geplaatste warmtepompboiler die uitsluitend gebruikt wordt voor de productie van sanitair warm water en beschikt over een regeling om de warmwatertemperatuur te verhogen bij een extern signaal om zo aan thermische opslag te kunnen doen, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
premieaanvragen tot en met 31 december 2025
360 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
plaatsing in een premiewoning of nieuwe premiewoning van een huishoudelijke afnemer met toepassing van uitsluitend nachttarief op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
540 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
De premies voor een thermisch zonnecollectorsysteem en een warmtepompboiler zijn niet cumuleerbaar met elkaar.De premies voor een geothermische warmtepomp,een lucht-waterwarmtepomp en een warmtepompboiler zijn alleen cumuleerbaar met elkaar als de plaatsing van de warmtepompboiler voorafgaat aan die van de warmtepomp.
In afwijking van het eerste lid, 3°, zijn volgende premiebedragen en premievoorwaarden van toepassing voor investeringen met eindfactuur tot en met 31 december 2021: 1° een premie per premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, voor een door een aannemer nieuw geplaatste lucht-waterwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
1500 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw van een huishoudelijke afnemer met toepassing van uitsluitend nachttarief op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor investeringen met eindfactuur vanaf 1 januari 2021 en premieaanvragen tot en met 31 december 2025
1800 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning of het volledige collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, of plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, woongebouw, collectief woongebouw, nieuw woongebouw of nieuw collectief woongebouw gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
3000 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
In afwijking van het derde lid, 1°, zijn volgende premiebedragen en premievoorwaarden van toepassing voor investeringen met eindfactuur tot en met 31 december 2021 voor bewoners, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, die voldoen aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187, derde lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, en de verhuurders, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 7°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021: 1° een premie per premiewoning of nieuwe premiewoning, voor een door een aannemer nieuw geplaatste lucht-waterwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
1800 euro begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning of plaatsing in een premiewoning of nieuwe premiewoning gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
3600 euro begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
In afwijking van het eerste lid, 5° en het tweede lid, 5°, moet de nieuw geplaatste warmtepompboiler niet beschikken over een regeling om de warmwatertemperatuur te verhogen bij een extern signaal om zo aan thermische opslag te kunnen doen voor investeringen met eindfacturen tot en met 31 december 2020. In het geval van een nieuwe gemeenschappelijke zonneboiler, warmtepomp of warmtepompboiler in een woongebouw worden de in het eerste en vierde lid van dit artikel vermelde maximumpremies toegekend per wooneenheid of niet-residentiële eenheid in het woongebouw die gebruik maken van deze gemeenschappelijke zonneboiler, warmtepomp of warmtepompboiler en per wooneenheid of niet-residentiële eenheid begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten exclusief btw, die betrekking hebben op de wooneenheid of niet-residentiële eenheid in het woongebouw.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden en de installaties, vermeld in het eerste en tweede lid, of de uitvoerders van de werkzaamheden, respectievelijk de plaatsers van de installaties moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de premies. De minister kan in het kader van de toepassing van de premies, vermeld in dit artikel, kwaliteitseisen en kwaliteitscontroles opleggen aan installateurs van warmtepompen, thermische zonnecollectorsystemen en warmtepompboilers. De minister kan nadere regels bepalen voor de manier waarop die eisen en controles worden uitgevoerd. De minister kan eisen bepalen waaraan de personen of organisaties die de controles uitvoeren, moeten voldoen. De minister kan bepalen welke investeringskosten in aanmerking komen voor de premies, vermeld in het eerste lid.".
Art. 11.In artikel 6.4.1/1/1 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt een punt 3/1° ingevoegd dat luidt als volgt: "3/1° een premie per premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, voor een door een aannemer nieuw geplaatste hybride lucht-waterwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
1500 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning, collectief woongebouw of nieuw collectieve woongebouw van een huishoudelijke afnemer met toepassing van uitsluitend nachttarief op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor investeringen met eindfactuur vanaf 1 januari 2021 en premieaanvragen tot en met 31 december 2025
1800 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning, nieuwe premiewoning of volledig collectief woongebouw of nieuw collectief woongebouw, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
3000 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
2° in het tweede lid wordt een punt 3/1° ingevoegd dat luidt als volgt: "3/1° een premie per premiewoning of nieuwe premiewoning, voor een door een aannemer nieuw geplaatste hybride lucht-waterwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
2400 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
3600 euro, begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
3° in het derde lid wordt de zinsnede "een lucht-waterwarmtepomp" vervangen door de zinsnede "of een lucht-waterwarmtepomp of een hybride lucht-waterwarmtepomp";4° in de inleidende zin van het vierde lid worden de woorden "eerste lid, 3° " vervangen door de woorden "eerste lid, 3° en 3/1° ";5° aan het vierde lid wordt een punt 2° toegevoegd dat luidt als volgt: "2° een premie per premiewoning, nieuwe premiewoning of collectief woongebouw, voor een door een aannemer nieuw geplaatste hybride lucht-waterwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
800 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
plaatsing in een premiewoning, nieuwe premiewoning of het collectieve woongebouw van een huishoudelijke afnemer met toepassing van uitsluitend nachttarief op het ogenblik van de uitvoering van de werken, voor investeringen met eindfactuur vanaf 1 januari 2021 en premieaanvragen tot en met 31 december 2025
960 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning of een volledig collectief woongebouw, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
1600 euro, begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
6° in de inleidende zin van het vijfde lid worden de woorden "eerste lid, 3° " vervangen door de woorden "eerste lid, 3° en 3/1° ";7° aan het vijfde lid wordt een punt 2° toegevoegd dat luidt als volgt: "2° een premie per premiewoning of nieuwe premiewoning, voor een door een aannemer nieuw geplaatste hybride lucht-waterwarmtepomp, volgens de volgende criteria:
criterium
premie
/
960 euro begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
vervanging elektrische weerstandsverwarming in een volledige premiewoning of nieuwe premiewoning, voor premieaanvragen tot en met 31 december 2025
1920 euro begrensd tot 50% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
".
Art. 12.Artikel 6.4.1/1/2 van hetzelfde besluit, opnieuw ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten5, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1/1/2. Aan de investeerder die daarvoor een aanvraag indient, wordt door de elektriciteitsdistributienetbeheerder een premie verleend voor een door een aannemer nieuwe op een dak geplaatste fotovoltaïsche installatie met een maximaal AC-vermogen van de omvormer van 10 kVA volgens de volgende criteria:
datum van indienstname
premie
1/1/2021-31/12/2022
300 euro vermenigvuldigd met het geïnstalleerde vermogen van de geplaatste zonnepanelen, uitgedrukt in kilowattpiek voor de eerste 4 kilowattpiek, en 150 euro vermenigvuldigd met het extra geïnstalleerde vermogen van de geplaatste zonnepanelen bovenop de eerste 4 kilowattpiek. Dat extra vermogen komt in aanmerking tot maximaal 2 kilowattpiek extra vermogen van de geplaatste zonnepanelen.
1/1/2023-31/12/2023
150 euro vermenigvuldigd met het geïnstalleerde vermogen van de geplaatste zonnepanelen, uitgedrukt in kilowattpiek voor de eerste 4 kilowattpiek, en 75 euro vermenigvuldigd met het extra geïnstalleerde vermogen van de geplaatste zonnepanelen bovenop de eerste 4 kilowattpiek. Dat extra vermogen komt in aanmerking tot maximaal 2 kilowattpiek extra vermogen van de geplaatste zonnepanelen.
1/1/2024-31/12/2024
75 euro vermenigvuldigd met het geïnstalleerde vermogen van de geplaatste zonnepanelen, uitgedrukt in kilowattpiek voor de eerste 4 kilowattpiek, en 37,50 euro vermenigvuldigd met het extra geïnstalleerde vermogen van de geplaatste zonnepanelen bovenop de eerste 4 kilowattpiek. Dat extra vermogen komt in aanmerking tot maximaal 2 kilowattpiek extra vermogen van de geplaatste zonnepanelen.
Per gebouw kan maar één premie voor een fotovoltaïsche installatie worden toegekend, op voorwaarde dat achter het aansluitingspunt in kwestie nog geen andere fotovoltaïsche installatie in dienst is gesteld, met uitzondering van het geval van een eigendomsoverdracht waarbij voorafgaand aan de eigendomsoverdracht de installatie is verwijderd. De fotovoltaïsche installatie mag gedurende een periode van minstens vijftien jaar na de indienstname niet worden verplaatst naar een ander perceel.
De premie, vermeld in het eerste lid, kan alleen worden toegekend als voldaan is aan een van de volgende voorwaarden: 1° het gebouw is aangesloten op het elektriciteitsdistributienet vóór 1 januari 2014; 2° de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is meer dan vijf jaar geleden verleend en het gebouw voldoet, als dat van toepassing is, aan de EPB-eisen die erop van toepassing zijn, en de EPB-aangifte is ingediend binnen de termijn, vermeld in artikel 11.1.8, § 1, tweede lid, van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten.
De premie, vermeld in het eerste lid, is begrensd tot 40% van de investeringskosten, exclusief btw, vermeld op de betreffende facturen.
De premie wordt op straffe van onontvankelijkheid aangevraagd samen met de aanmelding van de fotovoltaïsche installatie bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder binnen uiterlijk drie maanden na de indienstname van de fotovoltaïsche installatie. De premie kan alleen worden toegekend als er binnen de termijn, vermeld in artikel 3.1.52, § 1, vijfde lid, op het toegangspunt een digitale meter is geplaatst. De datum van de indienstname van de fotovoltaïsche installatie bepaalt de premiebedragen en de premievoorwaarden die van toepassing zijn.
De premie, vermeld in het eerste lid, kan alleen worden uitbetaald voor investeringen met eindfactuur vanaf 2021 en voor facturen die zijn gedateerd in de periode van 24 maanden die voorafgaan aan de aanvraagdatum.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden en de installaties, vermeld in het eerste lid, of de uitvoerders van de werkzaamheden, respectievelijk de plaatsers van de installaties, moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de premies. De minister kan in het kader van de toepassing van de premies, vermeld in het eerste lid, kwaliteitseisen en kwaliteitscontroles opleggen aan installateurs van fotovoltaïsche zonnepanelen. De minister kan nadere regels bepalen voor de manier waarop die eisen en controles worden uitgevoerd. De minister kan eisen bepalen waaraan de personen of organisaties die de controles uitvoeren, moeten voldoen. De minister kan bepalen welke investeringskosten in aanmerking komen voor de premies, vermeld in het eerste lid.".
Art. 13.Aan artikel 6.4.1/1/3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten0 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het negende lid wordt tussen de woorden "opheffing ervan" en de zinsnede ", werd toegekend," de zinsnede "bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten4" ingevoegd; 2° er wordt een tiende lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De elektriciteitsdistributienetbeheerder maakt voor de toekenning van de forfaitaire premiesupplementen, vermeld in dit artikel, gebruik van de gegevens uit de premieaanvragen die bij hem zijn ingediend voor 1 juli 2022 en van de gegevens die vanaf 1 juli 2022 worden ingediend via het unieke loket.".
Art. 14.In artikel 6.4.1/1/4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten4 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1 wordt tussen het vijfde en het zesde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De aanvraag van de uitbetaling van de premie wordt ingediend uiterlijk binnen twaalf maanden na het verstrijken van de termijn van vijf jaar, vermeld in het vierde lid." 2° in § 3, tweede lid, wordt een punt 4° toegevoegd dat luidt als volgt: "4° de aanvraag van de premie voor de met betrekking tot de op de eindfactuur, vermeld in punt 2°, gedane investeringen wordt ingediend voor 1 juli 2022.".
Art. 15.In artikel 6.4.1/1/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten6, wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De premie, vermeld in het eerste lid, kan alleen worden uitbetaald voor facturen die zijn gedateerd in de periode van 24 maanden die voorafgaan aan de aanvraagdatum.".
Art. 16.Artikel 6.4.1/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 november 2013 en 18 september 2020, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1/2. Bij woongebouwen in gedwongen mede-eigendom waarvoor een vereniging van mede-eigenaars is opgericht komen de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1 en artikel 6.4.1/1/1, toe aan: 1° de vereniging van mede-eigenaars, voor werkzaamheden aan gemeenschappelijke delen, waarbij de in artikel 6.4.1/1/1 vermelde maximumpremies per wooneenheid of niet-residentiële eenheid vermenigvuldigd worden met het aantal wooneenheden en niet-residentiële eenheden; 2° de individuele investeerder, voor werkzaamheden aan privatieve delen. "In afwijking van het eerste lid, 2°, kan de vereniging van mede-eigenaars in geval van een gezamenlijke investering voor andere werkzaamheden dan de werkzaamheden, vermeld in artikel 6.4.1/1 en 6.4.1/1/1, met een gezamenlijke factuur en het schriftelijke akkoord van alle individuele investeerders, in hun naam en voor hun rekening, de premieaanvraag indienen.".
Art. 17.Aan artikel 6.4.1/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 november 2013, 27 november 2015 en 15 juli 2016, wordt een vijfde lid toegevoegd dat luidt als volgt: "De aanvraag van de premie wordt ingediend binnen twaalf maanden na de datum van het energieprestatiecertificaat bij de bouw. De premie kan per woning of wooneenheid slechts één keer worden aangevraagd.".
Art. 18.Artikel 6.4.1/4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten3, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1/4. De elektriciteitsdistributienetbeheerder biedt een premie van 200 euro voor energiezuinige huishoudtoestellen: 1° aan elke beschermde afnemer die erom verzoekt, in de vorm van een kortingsbon ter waarde van 200 euro voor de aankoop van een nieuwe energiezuinige koelkast met of zonder vriesvak, een nieuwe energiezuinige wasmachine, een nieuwe energiezuinige diepvriezer of een nieuwe energiezuinige droogkast;2° aan een niet-commerciële instelling of publiekrechtelijke rechtspersoon die erom verzoekt, in het kader van de verhuur met inbegrepen service- en reparatiekosten op een termijn van tien jaar van een nieuwe energiezuinige koelkast met of zonder vriesvak, een nieuwe energiezuinige wasmachine, een nieuwe energiezuinige diepvriezer of een nieuwe energiezuinige droogkast aan een beschermde afnemer en als die verhuur onderdeel vormt van een traject met het oog op begeleiding bij het aanpakken van energiearmoede. Het VEKA bepaalt, rekening houdend met de Europese energielabels die aan koelkasten, diepvriezers, droogkasten en wasmachines worden toegekend, het minimale kwaliteitslabel waaraan de toestellen moeten voldoen.
Binnen een periode van vierentwintig maanden kan de premie vermeld in het eerste lid, in de vorm van een kortingsbon voor de aankoop per uitvoeringsadres niet meer dan vier keer worden aangevraagd en maar een keer voor hetzelfde type toestel. Bijkomende aanvragen binnen diezelfde periode komen in geen geval in aanmerking voor de kortingsbonnen vermeld in het eerste lid.".
Art. 19.Artikel 6.4.1/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten6, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1/5. Aan de investeerder die daarvoor een aanvraag indient, worden premies verleend voor de volgende categorieën van energiebesparende werkzaamheden in andere bestaande gebouwen dan premiewoningen, woongebouwen en collectieve woongebouwen, of gebouwen die geheel of gedeeltelijk worden herbestemd tot nieuwe premiewoning, nieuw woongebouw of nieuw collectief woongebouw, en die in het Vlaamse Gewest liggen: 1° een premie van 4 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste dak- of zoldervloerisolatie, op voorwaarde dat de warmteweerstand Rd van de nieuw aangebrachte isolatielaag minimaal 4,5 m2K/W bedraagt;2° een premie van 5 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste spouwmuurisolatie in een buitenmuur, op voorwaarde dat de gebruikte materialen, de plaatsingstechnieken en de plaatsers volledig voldoen aan de STS, vermeld in artikel 1, 1°, van het Koninklijk Besluit van 1 februari 2018 betreffende de statuten en de procedure voor de vaststelling van de Technische Specificaties, voor de plaatsing van isolatie in spouwmuren;3° een premie van 30 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste isolatie aan de buitenkant van een buitenmuur, op voorwaarde dat de warmteweerstand Rd van de nieuw aangebrachte isolatielaag minimaal 3 m2K/W bedraagt;4° een premie van 15 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste isolatie aan de binnenkant van een buitenmuur, op voorwaarde dat de warmteweerstand van de nieuw aangebrachte isolatielaag minimaal 2 m2K/W bedraagt.De uitgevoerde werkzaamheden moeten worden begeleid door een architect die ingeschreven is in de tabel van de Orde van Architecten en die een controletaak uitoefent op de werkzaamheden, of de isolatiematerialen moeten worden geplaatst door een aannemer waarvan op het ogenblik van de uitvoering minstens de zaakvoerder of een werknemer beschikt over een certificaat van bekwaamheid als vermeld in artikel 8.5.1, § 1, 8°, van dit besluit.
Als de voormelde aannemer niet beschikt over het voormelde certificaat van bekwaamheid, moet de kwaliteitsvolle uitvoering gevalideerd worden door een persoon die beschikt over een certificaat van bekwaamheid als vermeld in artikel 8.5.1, § 1, 8° ; 5° een premie van 6 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste vloerisolatie op volle grond of nieuw geplaatste isolatie op het plafond van een kelder of een verluchte ruimte onder een verwarmde ruimte, op voorwaarde dat de warmteweerstand van de nieuw aangebrachte isolatielaag minimaal 2 m2K/W bedraagt;6° een premie van 16 euro per m2 voor door een aannemer nieuw geplaatste oppervlakte beglazing, op voorwaarde dat de nieuw geplaatste beglazing een warmtedoorgangscoëfficiënt U van maximaal 1,0 W/m2K heeft. De premies, vermeld in het eerste lid, worden telkens begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw.
De premie voor nieuw geplaatste dak- of zoldervloerisolatie, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt verhoogd met 8 euro per m2 als de plaatsing van de dak- of zoldervloerisolatie wordt voorafgegaan door de verwijdering van asbesthoudende dakbedekking of een asbesthoudend onderdak. De som van de premie, vermeld in het eerste lid, 1°, en de verhoging, vermeld in dit lid, is begrensd tot 50% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw.
De verhogingen zijn van toepassing op eindfacturen vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022.
De premie voor nieuw geplaatste isolatie aan de buitenkant van een buitenmuur, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt verhoogd met 8 euro per m2 als de plaatsing van isolatie aan de buitenkant van een buitenmuur wordt voorafgegaan door de verwijdering van asbesthoudende gevelbekleding. De som van de premie, vermeld in het eerste lid, 3°, en de verhoging, vermeld in dit lid, is begrensd tot 50% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw.
De verhogingen zijn van toepassing op eindfacturen vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022.
Opdat de verwijdering van asbest, vermeld in het derde en vierde lid, wordt beschouwd als voorafgaand aan de plaatsing van nieuwe isolatie, moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden: 1° de eindfacturen van de investeringen in enerzijds dak- of zoldervloerisolatie of muurisolatie en anderzijds asbestverwijdering liggen niet meer dan twaalf maanden uit elkaar;2° de eindfactuur van de eerste investering is niet vroeger gedateerd dan 1 januari 2021. In afwijking van het eerste lid, 3°, bedraagt de premie voor door een aannemer nieuw geplaatste isolatie aan de buitenkant van een buitenmuur 15 euro per m2 voor eindfacturen tot en met 31 december 2020. De premie is begrensd tot 40% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw. In afwijking van het eerste lid, 6°, bedraagt de premie voor door een aannemer nieuw geplaatste oppervlakte beglazing 8 euro per m2 voor eindfacturen tot en met 31 december 2020. De premie is begrensd tot 40% van de investeringskosten, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden, de producten en de gebouwschildelen, vermeld in het eerste, derde en vierde lid, of de uitvoerders van de werkzaamheden, respectievelijk de plaatsers van die werkzaamheden en producten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de premies, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 6°. De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden, producten en installaties of de uitvoerders respectievelijk plaatsers van die werkzaamheden, producten en installaties moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de verhoogde premies, vermeld in het derde en vierde lid. De minister kan nadere regels bepalen voor de wijze waarop de asbestverwijdering kan worden aangetoond en kan de verhoogde isolatiepremies, vermeld in het derde en vierde lid koppelen aan het onderzoek van de haalbaarheid van een zonnedak. De minister kan bepalen welke investeringskosten in aanmerking komen voor de premies, vermeld in het eerste lid.".
Art. 20.In titel VI, hoofdstuk IV, afdeling I, onderafdeling 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en het laatst gewijzigd bij het besluit van 9 juli 2021, wordt een artikel 6.4.1/5/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 6.4.1/5/1. Aan de investeerder die daarvoor een aanvraag indient, worden de volgende premies verleend voor de volgende categorieën van energiebesparende werkzaamheden in andere bestaande gebouwen dan premiewoningen, woongebouwen of collectieve woongebouwen, of gebouwen die geheel of gedeeltelijk worden herbestemd tot nieuwe premiewoning, nieuw woongebouw of nieuw collectief woongebouw, en die in het Vlaamse Gewest liggen: 1° een premie van 200 euro per m2 apertuuroppervlakte voor een door een aannemer nieuw geplaatst thermisch zonnecollectorsysteem voor de productie van sanitair warm water, beperkt tot 20.000 euro per geplaatste installatie; 2° een premie voor een door een aannemer nieuw geplaatste warmtepomp, volgens de volgende criteria:
type warmtepomp
premie naargelang het elektrische compressorvermogen dan wel het geïnstalleerde gasvermogen, uitgedrukt in kW
geothermische warmtepomp
1) tot en met 10 kW: 4000 euro 2) hoger dan 10 kW tot en met 25 kW: 4000 euro + 800 euro * (vermogen-10) 3) hoger dan 25 kW tot en met 45 kW: 16.000 euro + 600 euro (vermogen-25) 4) hoger dan 45 kW tot en met 60 kW: 28.000 euro + 400 euro * (vermogen-45) 5) hoger dan 60 kW tot en met 100 kW: 34.000 euro + 200 euro * (vermogen-60) 6) hoger dan 100 kW: 42.000 euro + 150 euro * (vermogen-100) met een maximum van 57.000 euro
lucht-waterwarmtepomp
1) tot en met 10 kW: 2250 euro 2) hoger dan 10 kW tot en met 25 kW: 2250 euro + 450 euro * (vermogen-10) 3) hoger dan 25 kW tot en met 45 kW: 9000 euro + 345 euro (vermogen-25) 4) hoger dan 45 kW tot en met 60 kW: 15.900 euro + 240 euro * (vermogen-45) 5) hoger dan 60 kW tot en met 100 kW: 19.500 euro + 165 euro * (vermogen-60) 6) hoger dan 100 kW: 26.100 euro + 90 euro * (vermogen-100) met een maximum van 32.250 euro
lucht-luchtwarmtepomp
1) tot en met 10 kW: 300 euro 2) hoger dan 10 kW tot en met 25 kW: 300 euro + 60 euro * (vermogen-10) 3) hoger dan 25 kW tot en met 45 kW: 1200 euro + 46 euro (vermogen-25) 4) hoger dan 45 kW tot en met 60 kW: 2120 euro + 32 euro * (vermogen-45) 5) hoger dan 60 kW tot en met 100 kW: 2600 euro + 18 euro * (vermogen-60) 6) hoger dan 100 kW: 3320 euro + 14 euro * (vermogen-100) met een maximum van 4800 euro
3° een premie voor een door een aannemer nieuw geplaatste warmtepompboiler die uitsluitend gebruikt wordt voor de productie van sanitair warm water en beschikt over een regeling om de warmwatertemperatuur te verhogen bij een extern signaal om zo aan thermische opslag te kunnen doen, volgens de volgende criteria:
vermogen
premie
tot en met 2 kW
300 euro per geplaatste warmtepompboiler
hoger dan 2 kW
300 euro + 60 euro * (vermogen-2) met een maximum van 3.780 euro per geplaatste warmtepompboiler
Als de warmtepomp wordt geplaatst in een ander gebouw dan een premiewoning, woongebouw of collectief woongebouw, of gebouwen die geheel of gedeeltelijk worden herbestemd tot nieuwe premiewoning, nieuw woongebouw of nieuw collectief woongebouw, gelegen in een gebied waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken wordt de premie en, in voorkomend geval, het maximum, vermeld in het eerste lid, 2°, verdubbeld voor premieaanvragen ingediend tot en met 31 december 2025.
De premies, vermeld in het eerste lid, worden telkens begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw. De verdubbeling, vermeld in het tweede lid wordt eveneens beperkt tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw.
De premies voor een thermisch zonnecollectorsysteem en een warmtepompboiler zijn niet cumuleerbaar met elkaar. De premies voor een geothermische warmtepomp of een lucht-waterwarmtepomp en een warmtepompboiler zijn alleen cumuleerbaar met elkaar als de plaatsing van de warmtepompboiler voorafgaat aan die van de warmtepomp.
De premie, vermeld in het eerste lid, 3°, kan enkel worden aangevraagd tot en met 31 december 2025.
In afwijking van het eerste lid, 1°, is het maximum beperkt tot 10.000 euro en begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten exclusief btw voor investeringen met eindfactuur tot en met 30 juni 2022.
In afwijking van het eerste lid, 2°, zijn volgende premiebedragen en premievoorwaarden van toepassing voor investeringen in lucht-waterwarmtepompen met eindfactuur tot en met 31 december 2021:
type warmtepomp
premie naargelang het elektrische compressorvermogen dan wel het geïnstalleerde gasvermogen, uitgedrukt in kW
lucht-waterwarmtepomp
1) tot en met 10 kW: 1500 euro 2) hoger dan 10 kW tot en met 25 kW: 1500 euro + 300 euro * (vermogen-10) 3) hoger dan 25 kW tot en met 45 kW: 6000 euro + 230 euro (vermogen-25) 4) hoger dan 45 kW tot en met 60 kW: 10.600 euro + 160 euro * (vermogen-45) 5) hoger dan 60 kW tot en met 100 kW: 13.000 euro + 110 euro * (vermogen-60) 6) hoger dan 100 kW: 17.400 euro + 60 euro * (vermogen-100) met een maximum van 23.500 euro en altijd begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
In afwijking van het eerste lid, 3°, moet de warmtepompboiler voor investeringen met eindfactuur tot en met 31 december 2020 niet beschikken over een regeling om de warmwatertemperatuur te verhogen bij een extern signaal om zo aan thermische opslag te kunnen doen.
In afwijking van het eerste lid worden de premies, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°, niet verleend aan een afnemer die behoort tot een doelgroep waarvoor de Vlaamse Regering een energiebeleidsovereenkomst definitief heeft goedgekeurd, die de afnemer niet heeft ondertekend of niet naleeft.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden en de installaties, vermeld in het eerste lid, of de uitvoerders van de werkzaamheden, respectievelijk de plaatsers van de installaties moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de premies. De minister kan in het kader van de toepassing van de premies, vermeld in het eerste lid, kwaliteitseisen en kwaliteitscontroles opleggen aan installateurs van warmtepompen, thermische zonnecollectorsystemen en warmtepompboilers. De minister kan nadere regels bepalen voor de manier waarop die eisen en controles worden uitgevoerd. De minister kan eisen bepalen waaraan de personen of organisaties die de controles uitvoeren, moeten voldoen. De minister kan bepalen welke investeringskosten in aanmerking komen voor de premies, vermeld in het eerste lid.".
Art. 21.In artikel 6.4.1/5/1 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid, 2°, wordt een rij toegevoegd, die luidt als volgt:
hybride lucht-waterwarmtepomp
1) tot en met 10 kW: 1500 euro 2) hoger dan 10 kW tot en met 25 kW: 1500 euro + 300 euro * (vermogen-10) 3) hoger dan 25 kW tot en met 45 kW: 6000 euro + 230 euro (vermogen-25) 4) hoger dan 45 kW tot en met 60 kW: 10.600 euro + 160 euro * (vermogen-45) 5) hoger dan 60 kW tot en met 100 kW: 13.000 euro + 110 euro * (vermogen-60) 6) hoger dan 100 kW: 17.400 euro + 60 euro * (vermogen-100) met een maximum van 23.500 euro
2° in het vierde lid wordt de zinsnede "of een lucht-waterwarmtepomp" vervangen door de zinsnede ", een lucht-waterwarmtepomp of een hybride lucht-waterwarmtepomp";3° in de inleidende zin van het zevende lid worden tussen het woord "lucht-waterwarmtepompen" en de woorden "met eindfactuur" de woorden "en hybride lucht-waterwarmtepompen" ingevoegd; 4° aan het zevende lid wordt een rij toegevoegd, die luidt als volgt:
hybride lucht-waterwarmtepomp
1) tot en met 10 kW: 800 euro 2) hoger dan 10 kW tot en met 25 kW: 800 euro + 160 euro * (vermogen-10) 3) hoger dan 25 kW tot en met 45 kW: 3200 euro + 123 euro (vermogen-25) 4) hoger dan 45 kW tot en met 60 kW: 5660 euro + 85 euro * (vermogen-45) 5) hoger dan 60 kW tot en met 100 kW: 6935 euro + 58 euro * (vermogen-60) 6) hoger dan 100 kW: 9255 euro + 32 euro * (vermogen-100) met een maximum van 12.500 euro en altijd begrensd tot 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw
".
Art. 22.In titel VI, hoofdstuk IV, afdeling I, onderafdeling 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en het laatst gewijzigd bij het besluit van 9 juli 2021, wordt een artikel 6.4.1/5/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 6.4.1/5/2. § 1. Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder verleent aan investeerders in andere gebouwen dan woningen, wooneenheden of woongebouwen in het Vlaamse Gewest die aangesloten zijn op het elektriciteitsdistributienet en op de aanvraagdatum minstens 15 jaar oud zijn, een premie van maximaal 20.000 euro voor de energiezuinige aanpassing van de binnenverlichting, uitgevoerd door een aannemer.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden, producten en installaties, vermeld in het eerste lid, of de uitvoerders respectievelijk aannemers van die werkzaamheden, producten en installaties moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de premie voor de energiezuinige aanpassing van de binnenverlichting. De minister stelt de hoogte van de premie vast aan de hand van de technische prestaties en het geïnstalleerde vermogen van de installatie.
De ouderdom van het gebouw wordt gecontroleerd aan de hand van de aansluitingsdatum op het elektriciteitsdistributienet of op basis van de meest recente gegevens van de Federale Overheidsdienst Financiën.
Bij betwisting geldt de oudste van de twee data. § 2. Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder verleent aan investeerders in andere gebouwen dan woningen, wooneenheden of woongebouwen in het Vlaamse Gewest die op datum van de premieaanvraag minstens 5 jaar oud zijn, een premie als een uitgevoerde energiestudie of energieaudit aantoont dat een investering in het gebouw een belangrijke energiebesparing oplevert in vergelijking met de bestaande situatie en als die investering ook daadwerkelijk is uitgevoerd.
De premie bedraagt 0,035 euro per bespaarde kWh primaire energie, zoals berekend in de energiestudie of energieaudit, tot maximaal 25.000 euro per project en per jaar, als de terugverdientermijn van de investering langer is dan twee jaar. In geval van nieuwe installaties of uitbreidingen worden alleen de meerkosten en de meerbesparing ten opzichte van de standaardinvestering in rekening gebracht. De elektriciteitsdistributienetbeheerder voert een administratieve controle uit op de energiestudies of de energieaudits die bij een premieaanvraag zijn gevoegd. Het VEKA voert steekproefsgewijs inhoudelijke en technische controles uit op de energiestudies of de energieaudits die bij een premieaanvraag zijn gevoegd. De elektriciteitsdistributienetbeheerder houdt bij het verdere beheer van de premieaanvraag, tot zes maanden na de indiening ervan, rekening met de opmerkingen die het VEKA gemaakt heeft naar aanleiding van een controle. Als na controle blijkt dat de bespaarde hoeveelheid primaire energie verkeerd is berekend in de energiestudie of in de energieaudit, wordt de steun berekend op basis van de gecorrigeerde hoeveelheid primaire energiebesparing. Als na controle blijkt dat de terugverdientermijn kleiner is dan of gelijk is aan twee jaar, wordt de premie tot 0 euro teruggebracht.
Het VEKA kan nadere regels vastleggen over de manier waarop de terugverdientermijn en de primaire energiebesparing in de energiestudie of energieaudit moeten worden berekend.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden, producten en installaties of de uitvoerders respectievelijk plaatsers van die werkzaamheden, producten en installaties moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de investeringssteun.
De premie kan niet worden toegekend voor de maatregelen, vermeld in artikel 6.4.1/5, artikel 6.4.1/5/1 en artikel 6.4.1/5/2, § 1, en kan niet worden gecumuleerd met andere premies of groenestroomcertificaten of warmtekrachtcertificaten van de Vlaamse overheid voor dezelfde investering. Cumulatie met waarborgen die verleend zijn door de Vlaamse overheid, of ecologiesteun voor dezelfde investering is wel toegelaten. § 3. Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder verleent aan investeerders in andere gebouwen dan woningen, wooneenheden of woongebouwen die zijn aangesloten op het elektriciteitsdistributienet, een premie van 12 euro per m2 dakoppervlakte voor de gelijktijdige investering in de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak en de plaatsing van een nieuwe fotovoltaïsche installatie op het dak van een gebouw op de eigen site en waarbij de oppervlakte van de nieuw geplaatste fotovoltaïsche zonnepanelen in verhouding tot de totale gesaneerde dakoppervlakte minstens 10% bedraagt. De premie wordt begrensd tot 50% van de investeringskosten aangaande de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak en de afvoer van het asbesthoudend materiaal, vermeld op de betreffende facturen, exclusief btw.
De premie, vermeld in het eerste lid, kan alleen worden toegekend als het gebouw is aangesloten op het elektriciteitsdistributienet voor 1 januari 2006 of als de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor het gebouw dateert van voor 1 januari 2006. Een herbouw, vermeld in artikel 1.1.1, 47/2°, komt niet in aanmerking.
De premie, vermeld in het eerste lid, kan alleen worden toegekend als de fotovoltaïsche installatie wordt geplaatst of gevalideerd door een persoon die beschikt over een certificaat van bekwaamheid, vermeld in artikel 8.5.1, § 1, 1°.
De premie, vermeld in het eerste lid, wordt uitbetaald aan de investeerder in de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak en de afvoer van het asbesthoudend materiaal.
De premie wordt geactiveerd zodra de investeerder tijdens de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2023 hiervoor een aanvraag indient bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder. Deze aanvraag omvat: 1° het ingevulde aanvraagformulier met minstens de vermelding van het aantal m2 dak waarvan het asbest wordt verwijderd en dat wordt vernieuwd;2° een ondertekende offerte of ondertekende bestelbon die betrekking heeft op de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak en de afvoer van het asbesthoudend materiaal die dateert van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022;3° een voorschotfactuur of voorschotfacturen die betrekking hebben op de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak en de afvoer van het asbesthoudend materiaal van minstens 10% van de totale kostprijs voor de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak en de afvoer van het asbesthoudend materiaal die dateert van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022. In afwijking van het vijfde lid, 2°, volstaat als bewijs voor de afvoer van het asbesthoudend materiaal voor investeerders die deelnemen aan een sectorprotocol asbestafbouwbeleid waar de aanbesteding voor de afvoer van het asbesthoudend materiaal mee deel van uitmaakt, het bewijs van aanmelding bij dit sectorprotocol.
In afwijking van het vijfde lid, 3°, volstaat voor investeerders die deelnemen aan een sectorprotocol asbestafbouwbeleid waar de aanbesteding voor de afvoer van het asbesthoudend materiaal mee deel van uitmaakt, een voorschotfactuur voor de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak van minstens 10% van de totale kostprijs voor de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak die dateert van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.
De premie kan pas worden uitbetaald nadat de nieuwe fotovoltaïsche installatie is aangemeld bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder of zijn werkmaatschappij, binnen een termijn van drie maanden na indienstname van de nieuwe fotovoltaïsche installatie. De indienstname van de nieuwe fotovoltaïsche installatie is ten vroegste gedateerd op de datum van de eerste factuur die betrekking heeft op de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak en de afvoer van het asbesthoudend materiaal.
Deze aanmelding moet gebeuren tussen 1 januari 2022 en 31 december 2024. Ten laatste op 31 maart 2025 dient de investeerder de aanvraag tot uitbetaling in.Deze aanvraag omvat minstens: 1° het ingevulde aanvraagformulier met minstens de volgende vermeldingen: a) het aantal nieuw geplaatste fotovoltaïsche zonnepanelen;b) de oppervlakte per nieuw geplaatst fotovoltaïsch zonnepaneel;c) het g-nummer dat door de elektriciteitsdistributienetbeheerder toegekend wordt aan de fotovoltaïsche installatie bij aanmelding;d) een verklaring dat de fotovoltaïsche zonnepanelen werden geplaatst op het dak van een gebouw op de eigen site; e) een verklaring dat de persoon die de kwaliteitsvolle uitvoering van de plaatsing van de fotovoltaïsche zonnepanelen valideert, beschikt over een certificaat van bekwaamheid, vermeld in artikel 8.5.1, § 1, 1°, alsook het certificeringsnummer van deze persoon; 2° de door de aannemer ingevulde en ondertekende attesten en de facturen die samen met het aanvraagformulier meegeleverd worden en die betrekking hebben op de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak en de afvoer van het asbesthoudend materiaal, die samen minstens volgende vermeldingen bevatten: a) de kostprijs van de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak;b) de kostprijs van de afvoer van het asbesthoudend materiaal;c) de asbesthoudende dak- of onderdakoppervlakte in vierkante meter per type asbesthoudend materiaal (asbestcement onderdak, dakleien, golfplaten) dat werd verwijderd;d) de datum van aangifte gevaarlijke werken 30bis bij de Sociale Zekerheid of de datum van melding van de uitvoering van de asbestverwijdering bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, conform de bepalingen in de Codex over het welzijn op het werk;e) een verklaring dat het asbest volledig werd verwijderd van het dak of onderdak;f) een verklaring dat het volledige asbesthoudende dakdeel werd vernieuwd;g) een verklaring dat de verwijdering van de volledige asbesthoudende dakbedekking of het volledige asbesthoudend onderdak betrekking heeft op een niet-verwarmd gebouw, dat geen woning, wooneenheid of woongebouw is;h) een verklaring dat de persoon die de asbestverwijdering uitvoerde, beschikt over een geldig attest eenvoudige handelingen conform de bepalingen in de Codex over het welzijn op het werk op het moment van uitvoering van de werken;i) een verklaring dat de uitvoerende werknemers of de zelfstandige aannemer het asbest verwijderde volgens de code van goede praktijk van OVAM "Veilig werken met asbestdaken en -gevels" ofwel de vermelding dat de aannemer lid is van het `Asbestcharter voor dakaannemers'. In afwijking van het achtste lid, 2°, moeten investeerders die deelnemen aan een sectorprotocol asbestafbouwbeleid waar de aanbesteding voor de afvoer van het asbesthoudend materiaal mee deel van uitmaakt, geen factuur voorleggen voor wat betreft de afvoer van het asbesthoudend materiaal.
Per gebouw, vermeld in het eerste lid, kan maar één premie voor de gelijktijdige asbestverwijdering en plaatsing van een fotovoltaïsche installatie worden toegekend. § 4. De beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit verleent aan investeerders in andere gebouwen dan woningen, wooneenheden, woongebouwen of collectieve woongebouwen die zijn aangesloten op het plaatselijk vervoernet van elektriciteit of die aangesloten zijn op gesloten distributienetten die gekoppeld zijn aan zijn plaatselijk vervoernet van elektriciteit, investeringssteun voor energiebesparende werkzaamheden in de gebouwen in kwestie, als die gebouwen in het Vlaamse Gewest liggen.
De investeringssteun kan alleen worden toegekend als een uitgevoerde energiestudie of energieaudit aantoont dat een investering in het gebouw een belangrijke energiebesparing oplevert in vergelijking met de bestaande situatie, als de investering een terugverdientermijn heeft die langer is dan twee jaar en als de investering ook daadwerkelijk is uitgevoerd.
De investeringssteun is afhankelijk van de berekende terugverdientermijn in de energiestudie of energieaudit die door de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit is goedgekeurd. Bij nieuwe installaties of uitbreidingen worden enkel de meerkosten en de meerbesparing ten opzichte van de standaardinvestering in rekening gebracht, met een totaal jaarlijks maximum van 200.000 euro per eindafnemer en per site. De afnemer die eigenaar, vruchtgebruiker, huurder of verhuurder is van andere gebouwen dan woningen, wooneenheden of woongebouwen die zijn aangesloten op het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, moet de energiestudie of energieaudit, alvorens de investering uit te voeren, ter goedkeuring voorleggen aan de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit. Als na controle blijkt dat de bespaarde hoeveelheid primaire energie of de terugverdientermijn verkeerd is berekend in de energiestudie of energieaudit, wordt de steun toegekend op basis van de gecorrigeerde hoeveelheid primaire energiebesparing en de gecorrigeerde terugverdientermijn. Als na controle blijkt dat de terugverdientermijn kleiner is dan of gelijk aan twee jaar, wordt de premie niet toegekend. De minister kan de hoogte van de investeringssteun nader bepalen afhankelijk van de goedgekeurde terugverdientermijn.
De investeringssteun kan niet worden gecumuleerd met andere premies of groenestroomcertificaten of warmtekrachtcertificaten van de Vlaamse overheid voor dezelfde investering. Cumulatie met waarborgen die verleend zijn door de Vlaamse overheid, of ecologiesteun voor dezelfde investering is wel toegelaten.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden, producten en installaties, vermeld in het eerste lid, of de uitvoerders respectievelijk aannemers van die werkzaamheden, producten en installaties moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de investeringssteun. § 5. De premie vermeld in paragraaf 1, wordt altijd begrensd tot maximum 40% van de in aanmerking komende investeringskosten, exclusief btw. Elke individuele premie, vermeld in paragraaf 2, 3 en 4, kan nooit hoger zijn dan het factuurbedrag exclusief btw.
De premies, vermeld in paragraaf 1, kunnen alleen worden uitbetaald voor facturen die zijn gedateerd in de periode van 24 maanden die voorafgaan aan de datum van de indiening van de aanvraag.
De premies, vermeld in paragraaf 2 en 4, worden pas uitbetaald als de facturen voor de uitgevoerde investeringen die zijn aangegeven in de energiestudie of energieaudit, worden voorgelegd. Die facturen moeten gedateerd zijn na de datum van de uitvoering van de energieaudit of de energiestudie en mogen daarenboven maximaal één jaar oud zijn op de datum van de indiening van de factuur. § 6. In afwijking van paragraaf 1, 2, 3 en 4 wordt de premie niet verleend aan een afnemer die behoort tot een doelgroep waarvoor de Vlaamse Regering een energiebeleidsovereenkomst definitief heeft goedgekeurd, die de afnemer niet heeft ondertekend of niet naleeft.".
Art. 23.Artikel 6.4.1/6 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten6, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1/6. § 1. De premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/5 en 6.4.1/5/1, kunnen alleen worden aangevraagd via het unieke loket, vermeld in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. § 2. De gebouwen, vermeld artikel 6.4.1/1 en 6.4.1/5, moeten minstens 15 jaar oud zijn op de aanvraagdatum om in aanmerking te komen voor de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1 en 6.4.1/5. De ouderdom van het gebouw wordt gecontroleerd aan de hand van de aansluitingsdatum op het elektriciteitsdistributienet of op basis van de meest recente gegevens van de Federale Overheidsdienst Financiën. Bij betwisting geldt de oudste van die twee data.
Een herbouw, vermeld in artikel 1.1.1, 47/2°, komt niet in aanmerking voor de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, artikel 6.4.1/1/4 en artikel 6.4.1/5.
De premies, vermeld in artikel 6.4.1/1/1, 6.4.1/1/2 en 6.4.1/5/1, worden alleen verleend aan de gebouwen, vermeld in deze afdeling, die voldoen aan een van de volgende voorwaarden: 1° ze zijn aangesloten op het elektriciteitsdistributienet vóór 1 januari 2014; 2° de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is meer dan vijf jaar voor de datum van de eindfactuur verleend en het gebouw voldoet, als dat van toepassing is, aan de EPB-eisen die erop van toepassing zijn en de EPB-aangifte is ingediend binnen de termijn, vermeld in artikel 11.1.8, § 1, tweede lid, van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten. § 3. De premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, 2°, 3° en 4°, worden beschouwd als één categorie van werkzaamheden en kunnen slechts in eenzelfde premieaanvraag worden aangevraagd.
De premies, vermeld in artikel 6.4.1/5, eerste lid, 2°, 3° en 4°, worden beschouwd als één categorie van werkzaamheden en kunnen slechts in eenzelfde premieaanvraag worden aangevraagd.
Gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de aanvraagdatum van de toegekende aanvraag van een premie, vermeld in artikel 6.4.1/1 en 6.4.1/5, kan dezelfde investeerder voor dezelfde categorie van werken waarvoor een premie is toegekend, niet opnieuw een premie aanvragen voor hetzelfde gebouw.
Gedurende een periode van tien jaar te rekenen vanaf de aanvraagdatum van de toegekende aanvraag van een premie, vermeld in artikel 6.4.1/1/1 en 6.4.1/5/1, kan dezelfde investeerder voor dezelfde categorie van werken waarvoor een premie is toegekend, niet opnieuw een premie aanvragen voor hetzelfde gebouw. § 4. De elektriciteitsdistributienetbeheerders kennen aan investeerders in andere gebouwen dan premiewoningen, woongebouwen of collectieve woongebouwen die aangesloten zijn op gesloten distributienetten die gekoppeld zijn aan hun net, de premies, vermeld in artikel 6.4.1/5, 6.4.1/5/1 en 6.4.1/5/2, § 1, § 2 en § 3, toe, als die gebouwen in het Vlaamse Gewest liggen. De inhoudelijke premievoorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing.
De elektriciteitsdistributienetbeheerders kennen aan investeerders in gebouwen in het Vlaamse Gewest die aangesloten zijn op privédistributienetten, vermeld in artikel 4.7.1, § 2, eerste lid, 1°, van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten, of aan investeerders in gebouwen in eilandwerking, de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/5/2, toe. De inhoudelijke premievoorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing.
De beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit kent aan investeerders in andere gebouwen dan woningen, wooneenheden of woongebouwen die aangesloten zijn op gesloten distributienetten die gekoppeld zijn aan zijn net, de premies, vermeld in artikel 6.4.1/5/2, § 3, toe, als die gebouwen in het Vlaamse Gewest liggen. De inhoudelijke premievoorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing. § 5. De premies, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/5/2, § 1, kunnen pas worden aangevraagd nadat de eindfactuur voor de uitgevoerde werkzaamheden is opgemaakt.
De premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/5 en 6.4.1/5/1, kunnen alleen worden uitbetaald voor facturen die zijn gedateerd in de periode van 24 maanden die voorafgaan aan de aanvraagdatum.
Het ventilatiesysteem, vermeld in artikel 6.4.1/1/3, eerste lid, kan alleen worden aangemeld voor facturen die gedateerd zijn in de periode van 24 maanden die voorafgaan aan de datum van de aanmelding.
Elke individuele premie en de som van de uitbetaalde premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/1/2, 6.4.1/1/3, 6.4.1/1/4, 6.4.1/1/5, 6.4.1/5, 6.4.1/5/1, 6.4.1/5/2 en 6.4.1/9, kan nooit hoger zijn dan het totale factuurbedrag, exclusief btw, dat betrekking heeft op de in aanmerking komende investeringskosten.
Het in aanmerking komend investeringsbedrag bedraagt minstens 1000 euro, exclusief btw, per categorie van energiebesparende werkzaamheden, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/5 en 6.4.1/5/1. § 6. In afwijking van artikel 6.4.1/1 en 6.4.1/1/1 worden de premies niet verleend aan woonmaatschappijen voor woningen, wooneenheden en woongebouwen die het voorwerp uitmaken van hun opdrachten vermeld in artikel 4.40 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.".
Art. 24.In titel VI, hoofdstuk IV, afdeling I, onderafdeling 1, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022, wordt een artikel 6.4.1/6/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 6.4.1/6/1. In afwijking van artikel 6.4.1/1, eerste lid, 1° tot en met 6°, worden voor de categorieën van energiebesparende werkzaamheden, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, 1° tot en met 6°, de tegemoetkomingen, vermeld in artikel 5.191 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, toegekend aan: 1° de bewoners, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, die voldoen aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, met uitzondering van de energiebesparende werkzaamheden uitgevoerd in een woongebouw, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, 1° tot en met 5° ; 2° de bewoners, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, die voldoen aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, met uitzondering van de energiebesparende werkzaamheden, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, 6°, uitgevoerd in de gemeenschappelijke delen van een woongebouw; 3° de verhuurders, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 8° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.
In afwijking van het eerste lid komen de bewoners, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, die voldoen aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, en de verhuurders, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 8°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, wel in aanmerking voor de premie, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, 6°, als niet voldaan is aan de ventilatievoorzieningen in woongebouwen, vermeld in bijlage IX van het Energiebesluit van 19 november 2010, voor zover de plaatsing van de nieuwe oppervlaktebeglazing niet vergunningsplichtig is of niet onderworpen aan de meldingsplicht, conform de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.
De verhogingen, vermeld in artikel 6.4.1/1, derde, vierde, vijfde en zesde lid, worden ook toegekend aan: 1° de bewoners, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, die voldoen aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, met uitzondering van de energiebesparende werkzaamheden, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, 1° tot en met 5°, uitgevoerd in een woongebouw; 2° de bewoners, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, die voldoen aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, met uitzondering van de energiebesparende werkzaamheden, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, 6°, uitgevoerd in de gemeenschappelijke delen van een woongebouw; 3° de verhuurders, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 8° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, met uitzondering van de energiebesparende werken, vermeld in artikel 6.4.1/1, 1° tot en met 5°, uitgevoerd in een woongebouw in gedwongen mede-eigendom waarvoor een vereniging van mede-eigenaars is opgericht; 4° de verhuurders, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 8° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, met uitzondering van de energiebesparende werken, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6°, uitgevoerd in de gemeenschappelijke delen van een woongebouw in gedwongen mede-eigendom waarvoor een vereniging van mede-eigenaars is opgericht.
In dit artikel wordt verstaan onder gemeenschappelijke delen: de delen van een woongebouw die niet tot het privatieve gedeelte van een wooneenheid of niet-residentiële eenheid behoren.".
Art. 25.In artikel 6.4.1/9 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten5, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt punt 5° opgeheven; 2° het derde lid wordt opgeheven."
Art. 26.Artikel 6.4.1/9/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten0 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018, wordt opgeheven.
Art. 27.Artikel 6.4.1/11 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten3, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1/11. Voor elk van de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1/2, 6.4.1/1/3, 6.4.1/1/4, 6.4.1/1/5, 6.4.1/3, 6.4.1/4, 6.4.1/5/2, 6.4.1/9 en 6.4.1/9/1, legt de elektriciteitsdistributienetbeheerder het ontwerp-aanvraagformulier en in voorkomend geval de bijbehorende attesten die moeten worden gebruikt om de premies te verkrijgen, voor aan het VEKA, alsook iedere wijziging aan dat ontwerp-aanvraagformulier en de bijbehorende attesten. Het VEKA beoordeelt voor de inwerkingtreding van de nieuwe premie of nieuwe premievoorwaarden de voorgelegde ontwerp-aanvraagformulieren en attesten.".
Art. 28.Artikel 6.4.1/12 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/09/2011 pub. 31/10/2011 numac 2011205522 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen en van het Energiebesluit van 19 november 2010 sluiten en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.1/12. § 1. De kosten voor de openbaredienstverplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/5/2 en 6.4.1/7 tot en met 6.4.1/10 en artikel 12.3.7, waaronder de kosten van de verplichtingen die de vergoedingen, vermeld in paragraaf 2 tot en met 15, overschrijden, met uitzondering van de kosten waarvoor andere vergoedingen zijn verleend door de Vlaamse overheid voor diezelfde verplichtingen, zijn een financiële openbaredienstverplichting voor de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit. § 2. Er wordt voor de uitvoering van de verplichting, vermeld in artikel 6.4.1/8, binnen de perken van de daarvoor beschikbare middelen op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds, aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder een forfaitaire vergoeding toegekend van maximaal 240 euro per uitgevoerd eerste bezoek of voor een daaropvolgende begeleiding bij de uitvoering van energiebesparende investeringen, of een forfaitaire vergoeding van maximaal 200 euro voor een op het eerste bezoek volgende begeleiding op maat van kwetsbare doelgroepen. Als het eerste bezoek of de daaropvolgende begeleiding op maat van kwetsbare doelgroepen wordt uitgevoerd bij een afnemer, vermeld in artikel 6.4.1/8, eerste lid, 5°, wordt een forfaitaire vergoeding toegekend van maximaal 180 euro.
Als de begeleiding op maat van kwetsbare doelgroepen zich beperkt tot het begeleiden van een leveranciers- of contractwissel, wordt de vergoeding beperkt tot maximaal 60 euro. Die bedragen worden vanaf kalenderjaar 2019 jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de gezondheidsindex. De effectieve vergoeding wordt per kalenderjaar berekend door de beschikbare middelen op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds, te verdelen over de elektriciteitsdistributienetbeheerders overeenkomstig het aandeel van elke elektriciteitsnetbeheerder in het maximale bedrag voor alle scans, gelet op de door elk van hen uitgevoerde aantallen en soorten scans in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid kan de elektriciteitsdistributienetbeheerder geen vergoeding ontvangen voor de energiescans die door of namens een energiehuis zijn uitgevoerd conform artikel 6.4.1/8, vijfde lid.
In afwijking van het eerste lid worden voor energiescans die uitgevoerd zijn in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 oktober 2022, afwijkende forfaitaire bedragen aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder toegekend van maximaal 286 euro per uitgevoerd eerste bezoek of voor een daaropvolgende begeleiding bij de uitvoering van energiebesparende investeringen, of een forfaitaire vergoeding van maximaal 246 euro voor een op het eerste bezoek volgende begeleiding op maat van kwetsbare doelgroepen. Als het eerste bezoek of de daaropvolgende begeleiding op maat van kwetsbare doelgroepen wordt uitgevoerd bij een afnemer, vermeld in artikel 6.4.1/8, eerste lid, 5°, wordt een forfaitaire vergoeding toegekend van maximaal 226 euro. § 3. In afwijking van paragraaf 1 wordt voor de uitvoering van de verplichting, vermeld in artikel 6.4.1/9, binnen de perken van de daarvoor beschikbare middelen op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds, aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend. Het VEKA keert aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder per woning waarvan het dak of de zoldervloer, respectievelijk de spouwmuur geïsoleerd is dan wel waarin hoogrendementsglas geplaatst is ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst, een vergoeding uit voor de planning en de uitvoering van de werken en de trajectbegeleiding van de huurder en de verhuurder, die maximaal gelijk is aan het totale bedrag dat de elektriciteitsdistributienetbeheerder heeft uitbetaald aan de projectpromotor. De effectieve vergoeding wordt per kalenderjaar berekend door de beschikbare middelen op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds, te verdelen over de elektriciteitsdistributienetbeheerders in verhouding tot het bedrag dat is uitbetaald in het kader van die verplichting in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar. § 4. In afwijking van paragraaf 1 wordt per kalenderjaar aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, of op de in het Energiefonds beschikbare middelen voor de uitvoering van de verplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1/1, eerste lid, 3°, en artikel 6.4.1/5/1, eerste lid, 3°. Die vergoeding is per elektriciteitsdistributienetbeheerder gelijk aan het totaal van de premiebedragen die de elektriciteitsdistributienetbeheerder heeft uitbetaald in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar, op grond van artikel 6.4.1/1/1, eerste lid, 3°, of artikel 6.4.1/5/1, eerste lid, 3°. § 5. In afwijking van paragraaf 1 wordt er voor de uitvoering van de verplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1/2, per kalenderjaar aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, of op de in het Energiefonds beschikbare middelen. Die vergoeding is per elektriciteitsdistributienetbeheerder gelijk aan het totaal van de premiebedragen die de elektriciteitsdistributienetbeheerder op grond van artikel 6.4.1/1/2 heeft uitbetaald in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar. § 6. In afwijking van paragraaf 1 wordt per kalenderjaar aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend op de in het Energiefonds beschikbare middelen voor de meerkosten ten gevolge van de verhoging, vermeld in artikel 6.4.1/1, derde lid, en 6.4.1/1/1, zevende lid, ten opzichte van de kosten van de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, en 6.4.1/1/1, eerste lid, 2° en 3°. Die vergoeding is per elektriciteitsdistributienetbeheerder gelijk aan het totaal van de premiebedragen die de elektriciteitsdistributienetbeheerder heeft uitbetaald in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar, op grond van artikel 6.4.1/1, derde lid, en artikel 6.4.1/1/1, zevende lid. § 7. In afwijking van paragraaf 1 kan de minister per kalenderjaar aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toekennen op de beschikbare middelen in het Energiefonds of de algemene uitgavenbegroting voor de meerkosten ten gevolge van de verhoging, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, 3° en 6°, en artikel 6.4.1/5, eerste lid, 3° en 6°, ten opzichte van de kosten van de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, eerste lid, 3° en 6°, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten5, en artikel 6.4.1/5, § 1 eerste lid, 3° en 6°, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten5.
De effectieve vergoeding wordt per kalenderjaar berekend door de beschikbare middelen op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds te verdelen over de elektriciteitsnetbeheerders, overeenkomstig het aandeel van elke elektriciteitsnetbeheerder in het maximale bedrag voor de meerkosten van de verleende premies, als vermeld in het eerste lid, in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar. § 8. In afwijking van paragraaf 1 kan de minister per kalenderjaar aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toekennen op de beschikbare middelen in het Energiefonds of de algemene uitgavenbegroting voor de meerkosten ten gevolge van de verhoging, vermeld in artikel 6.4.1/1, vierde en vijfde lid, en artikel 6.4.1/5, derde en vierde lid, ten opzichte van de kosten van de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1, 1° en 3°, en artikel 6.4.1/1/5, eerste lid, 1° en 3°.
De effectieve vergoeding wordt per kalenderjaar berekend door de beschikbare middelen op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds te verdelen over de elektriciteitsnetbeheerders, overeenkomstig het aandeel van elke elektriciteitsnetbeheerder in het maximale bedrag voor de meerkosten van de verleende premies, vermeld in het eerste lid, in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het kalenderjaar. § 9. In afwijking van paragraaf 1 wordt per kalenderjaar aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, of op de in het Energiefonds beschikbare middelen voor de uitvoering van de verplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1/5. Die vergoeding is per elektriciteitsdistributienetbeheerder gelijk aan het totaal van de premiebedragen die de elektriciteitsdistributienetbeheerder op grond van artikel 6.4.1/1/5 heeft uitbetaald in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar. § 10. In afwijking van paragraaf 1 wordt voor de uitvoering van de actieverplichting vermeld in artikel 6.4.1/5/1, § 3, op de in het Energiefonds of algemene uitgavenbegroting beschikbare middelen, per kalenderjaar aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend.
De effectieve vergoeding wordt berekend door de op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds beschikbare middelen te verdelen naar rato van het bedrag dat is uitbetaald in het kader van die verplichting, vermeld in artikel 6.4.1/5/1, § 3, in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar. § 11. In afwijking van paragraaf 1 wordt voor de uitvoering van de verplichting, vermeld in artikel 6.4.1/4, § 2 op de in het Energiefonds beschikbare middelen, per kalenderjaar aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend.
De effectieve vergoeding wordt berekend door de op het Energiefonds beschikbare middelen te verdelen naar rato van het bedrag dat is uitbetaald in het kader van die verplichting, vermeld in artikel 6.4.1/4, § 2 in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar. § 12. In afwijking van paragraaf 1 wordt aan elke elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, of op de in het Energiefonds of Klimaatfonds beschikbare middelen voor de uitvoering van de verplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1/1, eerste lid, 2° tot en met 5° en tweede lid, 2° tot en met 5° en artikel 6.4.1/5/1, eerste lid, 2°.
De effectieve vergoeding wordt berekend door de op het Energiefonds beschikbare middelen te verdelen naar rato van het bedrag dat is uitbetaald in het kader van die verplichting, vermeld in artikel 6.4.1/1/1, eerste lid, 2° tot en met 5° en tweede lid, 2° tot en met 5° en artikel 6.4.1/5/1, eerste lid, 2°, in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar. § 13. In afwijking van paragraaf 1 wordt aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, of op de in het Energiefonds beschikbare middelen voor de uitvoering van de verplichtingen aangaande de premies voor de werken, vermeld in artikel 12.3.27 van dit besluit en in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4° en 7° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 en de premies voor de werken, vermeld in artikel 42 en 44 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, met uitzondering van de kosten waarvoor andere vergoedingen zijn verleend door de Vlaamse overheid voor diezelfde verplichtingen.
De vergoeding, vermeld in het eerste lid, is beperkt tot kosten voor de tegemoetkomingen, vermeld in artikel 5.191, § 3 tot en met § 5, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, die worden toegekend voor de werken, vermeld in het eerste lid. Ze wordt toegekend aan de bewoners, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, die voldoen aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, en de verhuurders, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 8°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.
De vergoeding, vermeld in het eerste lid, bedraagt maximaal 50% van het totaalbedrag van de premies die de elektriciteitsdistributienetbeheerders gedurende de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar hebben uitbetaald. De minister bepaalt jaarlijks het bedrag van die vergoeding per elektriciteitsdistributienetbeheerder. § 14. In afwijking van paragraaf 1 wordt aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, of op de in het Energiefonds beschikbare middelen voor de uitvoering van de verplichtingen aangaande de premies, vermeld in artikel 6.4.1/6/1, tweede en derde lid, met uitzondering van de kosten waarvoor andere vergoedingen zijn verleend door de Vlaamse overheid voor diezelfde verplichtingen.
De vergoeding, vermeld in het eerste lid, bedraagt maximaal 100% van het totaalbedrag van de premies die de elektriciteitsdistributienetbeheerders hebben uitbetaald gedurende de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar. De minister bepaalt jaarlijks het bedrag van die vergoeding per elektriciteitsdistributienetbeheerder. § 15. In afwijking van paragraaf 1 wordt aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder een vergoeding toegekend voor de uitvoering van de verplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/4 en artikel 6.4.1/9/1, met uitzondering van de kosten waarvoor andere vergoedingen zijn verleend door de Vlaamse overheid voor diezelfde verplichtingen.
De effectieve vergoeding wordt per kalenderjaar berekend door de beschikbare middelen op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds te verdelen over de elektriciteitsdistributienetbeheerders in verhouding tot het bedrag dat is uitbetaald in het kader van die verplichtingen in de periode die loopt van het vierde kwartaal van het voorafgaande kalenderjaar tot en met het derde kwartaal van het lopende kalenderjaar, verminderd met de uitgaven waarvoor andere vergoedingen zijn verleend door de Vlaamse overheid voor diezelfde actieverplichtingen. § 16. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 tot en met 15 kan de minister, binnen de beschikbare middelen op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap of in het Energiefonds, voorschotten geven voor een of meer vergoedingen die vermeld zijn in dit artikel.
Elk voorschot wordt per elektriciteitsdistributienetbeheerder verkregen door het bedrag dat in dat kader beschikbaar is op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds, te vermenigvuldigen met het aandeel van de elektriciteitsdistributienetbeheerder in kwestie in het geheel van toegangspunten op het elektriciteitsdistributienet op 31 december van het voorgaande jaar.
De uitbetaalde voorschotten worden in mindering gebracht van de kosten die voor de vergoedingen, vermeld in dit artikel, in aanmerking komen.
Als voor een elektriciteitsdistributienetbeheerder het bedrag van de voorschotten die in een bepaalde periode worden uitbetaald, groter is dan het bedrag van de kosten die voor de vergoedingen, vermeld in dit artikel, in aanmerking komen, wordt het resterende bedrag als voorschot gehanteerd voor de kosten in de volgende periode, waar ze in mindering worden gebracht van de kosten die voor die volgende periode in aanmerking komen.".
Art. 29.Artikel 6.4.15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 september 2011, 15 juli 2016, 30 november 2018 en 11 december 2020, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 6.4.15. § 1. Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit legt jaarlijks voor 1 februari aan het VEKA een ontwerp-REG-rapport voor over de uitvoering van de verplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/5/2 en artikel 6.4.1/7 tot en met 6.4.1/10, alsook de verplichting tot uitbetaling van de tegemoetkomingen, berekend volgens artikel 5.191, voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4° en 7°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, van het voorafgaande kalenderjaar. De minister legt vast welke gegevens in dat ontwerp-REG-rapport opgenomen worden.
Voor de rapportering over de uitvoering van de verplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/5 en 6.4.1/5/1, in het voorafgaande kalenderjaar alsook voor de rapportering over de tegemoetkomingen, berekend volgens artikel 5.191, voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4° en 7°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, maakt de elektriciteitsdistributienetbeheerder gebruik van de rapporteringsmodule van het unieke loket. De minister legt vast welke gegevens moeten worden gerapporteerd via de rapporteringsmodule van het unieke loket.
De minister kan bijkomende rapporteringsverplichtingen opleggen aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit naast het samenvattende rapport over de uitvoering van de verplichtingen door de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit in het voorafgaande kalenderjaar, vermeld in het eerste en tweede lid. De minister legt vast op welke manier aan die rapporteringsverplichtingen moet worden voldaan.
Het VEKA kan bijkomende inlichtingen en gegevens opvragen die nodig zijn voor de uitvoering van de controle. § 2. Het VEKA beoordeelt voor 1 april het ingediende ontwerp-REG-rapport, vermeld in paragraaf 1, en stelt vast of de verplichtingen, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/5/2 en artikel 6.4.1/7 tot en met 6.4.1/10, alsook de verplichting tot uitbetaling van de tegemoetkomingen, berekend volgens artikel 5.191, voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4° en 7°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, al dan niet zijn nageleefd door de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit.
Als het VEKA binnen die termijn geen beslissing meedeelt, wordt het ontwerp-REG-rapport goedgekeurd.
Het goedgekeurde ontwerp-REG-rapport wordt bewaard in de databank voor premies en subsidies, vermeld in artikel 12.4.1 van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten.
Als de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit het oneens is met de beslissing van het VEKA, kan hij binnen dertig kalenderdagen na de kennisgeving de minister met een aangetekende brief op de hoogte brengen van zijn tegenargumenten. Als de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit bij het verstrijken van die termijn geen tegenargumenten heeft geformuleerd, wordt de beslissing als definitief beschouwd.
De minister neemt binnen dertig kalenderdagen na de kennisgeving van de tegenargumenten van de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit een definitieve beslissing over de onderwerpen waarvoor de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit tegenargumenten heeft geformuleerd. De door de minister genomen beslissingen worden toegepast. Als de minister binnen de termijn van dertig kalenderdagen geen beslissing neemt, worden de tegenargumenten van de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit goedgekeurd.
De minister legt jaarlijks per mededeling aan de Vlaamse Regering een samenvattend rapport voor over de uitvoering van de verplichtingen door de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit in het voorafgaande kalenderjaar. § 3. Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit legt maandelijks aan het VEKA een rapport voor over het aantal aangevraagde, uitbetaalde en geweigerde dossiers per premiecategorie, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/5/2 en artikel 6.4.1/8 tot en met 6.4.1/9/1, alsook het aantal aangevraagde, uitbetaalde en geweigerde dossiers per categorie van tegemoetkomingen, berekend volgens artikel 5.191, voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4° en 7°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, van de voorgaande maand. De minister legt vast welke gegevens in dat rapport moeten worden opgenomen.
Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder maakt voor de maandrapportering over het aantal aangevraagde, uitbetaalde en geweigerde dossiers per premiecategorie, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6.4.1/1/1, 6.4.1/5 en 6.4.1/5/1, alsook voor de rapportering over het aantal aangevraagde, uitbetaalde en geweigerde dossiers voor de tegemoetkomingen, berekend volgens artikel 5.191, voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4° en 7°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, gebruik van de rapporteringsmodule van het unieke loket. De minister legt vast welke gegevens in dat rapport opgenomen worden.
Elke elektriciteitsdistributienetbeheerder of elke beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit legt ook maandelijks een rapport voor over het aantal klachten dat is ingediend tegen beslissingen over premiedossiers.
De minister kan bijkomende rapporteringsverplichtingen opleggen aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit naast het samenvattende rapport over de uitvoering van de verplichtingen door de elektriciteitsdistributienetbeheerders en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit in het voorafgaande kalenderjaar, vermeld in paragraaf 1 en 2. De minister legt vast op welke manier aan die rapporteringsverplichtingen moet worden voldaan. § 4. Elektriciteitsdistributienetbeheerders en beheerders van het plaatselijk vervoersnet van elektriciteit stellen per premiecategorie, vermeld in titel VI, hoofdstuk IV, afdeling I, alle informatie waarover ze beschikken over de interpretatie- en beslissingsregels voor het verstrekken van die premies, alsook wijzigingen ervan, ter beschikking van het VEKA, op eenvoudig verzoek van het VEKA of uit eigen beweging.".
Art. 30.In artikel 7.9.2, § 2, wordt het twaalfde lid, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten4, vervangen door wat volgt: "In afwijking van het elfde lid wendt de ontlener van de lening die behoort tot de prioritaire doelgroep van de energieleningen, de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1/1 tot en met 6.4.1/1/3 en artikel 6.4.1/3 tot en met 6.4.1/5/2, van dit besluit, en de tegemoetkomingen, berekend volgens artikel 5.191 voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, punt 1° tot en met 4° en 7°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, aan als terugbetaling van die lening, voor de werken, vermeld in artikel 6.4.1/1 tot en met 6.4.1/1/3 en artikel 6.4.1/3 tot en met 6.4.1/5/2, van dit besluit, en in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4° en 7°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Het energiehuis vraagt in dat geval in naam en voor rekening van die ontlener die premie bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder aan en wendt die aan als een vervroegde terugbetaling van die lening.".
Art. 31.In artikel 11.1.4, vijfde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering 30 november 2018 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten3, wordt de zinsnede "artikel 6.4.1/12, § 2 tot en met § 4/1" vervangen door de zinsnede "artikel 6.4.1/12".
Art. 32.In artikel 12.3.7 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022, wordt de zinsnede "artikel 6.4.1/1, eerste lid, 1°, artikel 6.4.1/1/2, artikel 6.4.1/4, artikel 6.4.1/5, § 1, 1° " vervangen door de zinsnede "artikel 6.4.1/1 en artikel 6.4.1/5".
Art. 33.Artikel 12.3.8 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten1, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "Art. 12.3.8. In afwijking van artikel 6.4.1/6, § 5 van het Energiebesluit van 19 november 2010, kunnen de premies die voor 1 januari 2023 worden aangevraagd, worden uitbetaald voor facturen die zijn gedateerd in de periode van 27 maanden die voorafgaan aan de aanvraagdatum.".
Art. 34.Aan titel XII, hoofdstuk III van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten7, wordt een artikel 12.3.27 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 12.3.27. In afwijking van artikel 6.4.1/1 komen beschermde afnemers van wie het inkomen hoger is dan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, in aanmerking voor de tegemoetkomingen, vermeld in artikel 5.191, § 3, tweede lid, 3°, voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4°, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, op voorwaarde dat de eindfactuur voor de investering dateert van voor 1 juli 2022 en de aanvraag van de premie is ingediend uiterlijk op 31 december 2022.
In afwijking van artikel 6.4.1/1 komen beschermde afnemers van wie het inkomen voldoet aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187, tweede lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, in aanmerking voor de tegemoetkomingen, vermeld in artikel 5.191, § 3, tweede lid, 2°, voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4°, op voorwaarde dat de eindfactuur voor de investering dateert van voor 1 juli 2022 en de aanvraag van de premie is ingediend uiterlijk op 31 december 2022.".
Hoofdstuk 3. - Wijzigingen van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021
Art. 35.In artikel 1.2, eerste lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 11° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "11° /1.appartementsgebouw: elk bebouwd onroerend goed bestaande uit meerdere premiewoningen of bestaande uit een premiewoning en een of meerdere eenheden zonder woonfunctie; 2° in punt 86° worden tussen het woord "wordt" en het woord "gerealiseerd" de woorden "of werd" ingevoegd.
Art. 36.In boek 5, deel 5, titel 3, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° hoofdstuk 1, dat bestaat uit artikel 5.186 tot en met 5.195, wordt vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 1. Tegemoetkoming voor te renoveren of te verbeteren bestaande woning of voor te realiseren nieuwe woning Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 5.186. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° aanvraagdatum: de datum van de digitale indiening van het aanvraagformulier bij het unieke loket;2° aanvrager: a) de particulier, houder van het zakelijk recht van de premiewoning, die de aanvraag indient in naam van de bewoner;b) de verhuurder, vermeld in punt 8° ;3° bewoner: de particulier, houder van het zakelijk recht over de premiewoning, die de premiewoning op de aanvraagdatum volgens het bevolkingsregister als hoofdverblijfplaats bewoont;4° gemeenschappelijke delen: de delen van een appartementsgebouw die niet tot het privatieve gedeelte van de premiewoning behoren;5° het unieke loket: het unieke loket dat is opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021;6° inkomen: de som van de volgende inkomsten die ontvangen zijn in het jaar waarop het laatst beschikbare aanslagbiljet betrekking heeft: a) het gezamenlijk belastbaar inkomen en de afzonderlijke belastbare inkomsten;b) het leefloon;c) de inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap;d) de beroepsinkomsten uit het buitenland die van belasting vrijgesteld zijn, of de beroepsinkomsten die verworven zijn bij een Europese of internationale instelling en die van belasting vrijgesteld zijn;7° persoon ten laste: a) het kind dat bij de bewoner gedomicilieerd is en dat minderjarig is of dat recht geeft op gezinsbijslagen;b) het kind van de bewoner dat niet gedomicilieerd is bij de bewoner, maar op regelmatige basis bij de bewoner verblijft en dat minderjarig is of dat recht geeft op gezinsbijslagen;c) de persoon die beschouwd wordt als ernstig gehandicapt, of die beschouwd werd als ernstig gehandicapt op het ogenblik van oppensioenstelling;8° verhuurder: de meerderjarige particulier of vennootschap die de premiewoning op de aanvraagdatum voor de duur van minstens negen jaar verhuurt aan een woonmaatschappij met het oog op de onderverhuring ervan. Voor de bepaling van het gezamenlijk belastbaar inkomen, vermeld in het eerste lid, 6°, wordt rekening gehouden met de reële eigen beroepsinkomsten.
Om als persoon ten laste als vermeld in het eerste lid, 7°, c), te worden beschouwd, gelden dezelfde voorwaarden als de voorwaarden die bepaald zijn ter uitvoering van artikel 6.1, eerste lid, 4°, c).
Als een persoon ten laste als vermeld in het eerste lid, 7°, a) of b), ook een persoon ten laste is als vermeld in het eerste lid, 7°, c), telt die persoon voor twee personen ten laste." Afdeling 2. - Inkomens- en eigendomsvoorwaarden
Art. 5.187. Voor de bepaling van het inkomen wordt rekening gehouden met het inkomen van de bewoner en de gehuwde of wettelijk samenwonende partner die mee de premiewoning bewoont.
Het inkomen mag niet meer bedragen dan: 1° 35.000 euro voor een alleenstaande; 2° 50.000 euro voor een alleenstaande met één persoon ten laste, te verhogen met 2800 euro per persoon ten laste vanaf de tweede persoon ten laste; 3° 50.000 euro voor andere personen, te verhogen met 2800 euro per persoon ten laste.
De tegemoetkoming wordt berekend volgens het percentage, vermeld in artikel 5.191, § 3, tweede lid, 2°, als het inkomen ook voldoet aan de volgende inkomensgrenzen: 1° 25.000 euro voor een alleenstaande; 2° 35.000 euro voor een alleenstaande met één persoon ten laste, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste vanaf de tweede persoon ten laste; 3° 35.000 euro voor andere personen, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste.
De bedragen, vermeld in het tweede en derde lid, en in artikel 5.193, § 1, derde lid, worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer 104,32 van oktober 2006. Ze worden voor de eerste maal geïndexeerd op de datum van inwerkingtreding van dit besluit en worden vervolgens jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober die voorafgaat aan de aanpassing, en afgerond naar het hogere tiental.
In het vierde lid wordt verstaan onder gezondheidsindexcijfer: het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.
Art. 5.188. De bewoner mag op de aanvraagdatum houder van het zakelijk recht zijn van een andere woning of een ander gebouw naast de premiewoning. Afdeling 3. - Voorwaarden voor de premiewoning en de in aanmerking te
nemen werkzaamheden Art. 5.189. § 1. De werkzaamheden moeten erop gericht zijn de premiewoning minstens te doen beantwoorden aan de normen die vastgesteld zijn met toepassing van artikel 3.1 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en door of krachtens artikel 6.4.1/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010. § 2. De werkzaamheden die in aanmerking komen voor een premie, worden hierna limitatief opgesomd in de volgende categorieën: 1° dakrenovatie: a) het aanbrengen van dak- of zoldervloerisolatie die voldoet aan de criteria door of krachtens artikel 6.4.1/1, 1°, van het Energiebesluit van 19 november 2010; b) de afbraak van dakstructuren en de vervanging door draagkrachtige elementen;c) de verwijdering van asbesthoudende dakbedekking of een asbesthoudend onderdak;d) het aanbrengen van een onderdak bij hellende daken en de waterdichte bedekking;e) de behandeling van houten dakstructuren tegen zwammen en insecten;f) het plaatsen van dakdoorbrekingen, zoals de dak(vlak)ramen, de lichtkoepels die voorzien zijn van glas met een warmtegeleidingscoëfficiënt (Ug) van maximaal 1,0 W/m2K en de lichtkokers;g) het vervangen en plaatsen van dakgoten en afvoerpijpen; 2° buitenmuurrenovatie: a) het aanbrengen van buitenmuurisolatie volgens de criteria door of krachtens artikel 6.4.1/1, 2°, van het Energiebesluit van 19 november 2010; b) het aanbrengen van buitenmuurisolatie volgens de criteria door of krachtens artikel 6.4.1/1, 3°, van het Energiebesluit van 19 november 2010; c) het aanbrengen van buitenmuurisolatie volgens de criteria door of krachtens artikel 6.4.1/1, 4°, van het Energiebesluit van 19 november 2010; d) de afbraak van buitenmuren en de vervanging door nieuwe muren, inclusief de dragende of steunende elementen in die muren, zoals kolommen, balken en lateien, samen met het aanbrengen van buitenmuurisolatie, vermeld in punt a), b), of c);e) de verwijdering van asbesthoudende gevelbekleding;f) de behandeling van buitenmuren tegen optrekkend vocht door een waterkerende laag te plaatsen of de muren te injecteren met producten die de muur waterdicht maken;g) de behandeling van de muren tegen kelder- of huiszwam;h) de afbraak van borstweringen of balustrades bij balkons en de plaatsing van nieuwe borstweringen of balustrades bij balkons;i) de natte of droge bepleistering op de binnenkant van de buitenmuren (gips-, kalk- en leembepleistering), samen met het aanbrengen van muurisolatie, vermeld in punt c);j) de afwerking van buitenmuren met gevelsteen, gevelbekleding of -bepleistering in speciaal daartoe bestemde materialen, samen met het aanbrengen van buitenmuurisolatie, vermeld in punt b), en c); 3° renovatie van buitenschrijnwerk: a) de afbraak van ramen en buitendeuren en de plaatsing van oppervlakte beglazing volgens de criteria door of krachtens artikel 6.4.1/1, 6°, van het Energiebesluit van 19 november 2010; b) het plaatsen van volle buitendeuren met een maximale U-waarde van 2,0 W/m2K;c) de afbraak van borstweringen of balustrades bij lage ramen en de plaatsing van nieuwe borstweringen of balustrades bij lage ramen; 4° renovatie van vloeren en funderingen: a) nieuw geplaatste vloerisolatie op volle grond of nieuw geplaatste isolatie op het plafond van een kelder of een verluchte ruimte onder een verwarmde ruimte volgens de criteria door of krachtens artikel 6.4.1/1, 5°, van het Energiebesluit van 19 november 2010; b) de afbraak en opbouw van draagvloeren op het gelijkvloers, met inbegrip van het verwijderen van asbest, samen met de werkzaamheden, vermeld in punt a) en d);c) het aanbrengen van een dekvloer, ook chape genoemd, samen met de werkzaamheden, vermeld in punt b);d) het plaatsen van fundering en de behandeling van stabiliteitsproblemen;e) de behandeling van draagvloeren tegen zwammen en insecten;f) de behandeling van ondergrondse muren tegen insijpelend vocht.5° binnenrenovatie: a) de afbraak van binnenmuren en de vervanging door nieuwe muren, inclusief de dragende of steunende elementen in die muren, zoals kolommen, balken en lateien;b) de afbraak en opbouw van draagkrachtige vloerelementen en dekvloeren tussen de woonverdiepingen;c) de behandeling van binnenmuren tegen optrekkend vocht door een waterkerende laag te plaatsen of de muren te injecteren met producten die de muur waterdicht maken;d) de behandeling van de muren tegen kelder- of huiszwam;e) de natte of droge bepleistering op de binnenmuren, de binnenkant van de buitenmuren met gips-, kalk- en leembepleistering, de onderkant van draagvloeren en de onderkant van de dakstructuren;f) het plaatsen van vaste trappen in de woning zodat de verbinding tussen de verdiepingen veilig beloopbaar is, met inbegrip van het plaatsen van leuningen en borstweringen;6° technische installaties: elektriciteit, leidingen en sanitair: a) elektrische installatie: het aanbrengen of vervangen van de elementen om stroom en telecommunicatie te verdelen in de woning, inclusief de aansluiting op het openbare net en de plaatsing van de meetinstallatie voor elektriciteit.De conformiteit van de installatie met het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties moet aangetoond worden met een attest van een erkend keuringsorgaan dat dateert van na de uitgevoerde werken en voor de aanvraagdatum; b) het vervangen van de leidingen van de centrale verwarming;c) sanitaire uitrusting: 1) het vernieuwen van leidingen en afvoeren;2) het plaatsen en vervangen van een regenwaterinstallatie, samen met de werkzaamheden, vermeld in punt 1);3) de vernieuwing van de bestaande sanitaire toestellen of de plaatsing van maximaal één douche, één ligbad, twee wastafels en één wc, als die nog niet aanwezig zijn in de woning, samen met de werkzaamheden, vermeld in punt 1); Als de werkzaamheden, vermeld in het eerste lid, 3°, a), niet vergunningsplichtig zijn of niet onderworpen zijn aan de meldingsplicht, vermeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, moet voor buitenschrijnwerk voldaan worden aan de ventilatievoorzieningen in woongebouwen, vermeld in bijlage IX van het Energiebesluit van 19 november 2010.
De minister kan nadere regels bepalen en technische vereisten vastleggen waaraan de werkzaamheden, vermeld in het eerste lid, moeten voldoen. § 3. De werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 1°, b), tot en met g), komen alleen in aanmerking als ze samen worden uitgevoerd met het werk, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 1°, a), of als de aanvrager kan aantonen dat de premiewoning al voldoet aan het niveau van isolatie, vermeld in artikel 6.4.1/1, 1° van het Energiebesluit van 19 november 2010.
De werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 2°, e) tot en met h), komen alleen in aanmerking als ze samen worden uitgevoerd met de werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 2°, a), b), of c), of als de aanvrager kan aantonen dat de buitenmuur waarop de werken, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 2°, e), tot en met h), betrekking hebben, voldoet aan het niveau van isolatie, vermeld in artikel 6.4.1/1, 2°, 3° of 4° van het Energiebesluit van 19 november 2010.
De werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 3°, c), komen alleen in aanmerking als ze samen worden uitgevoerd met de werkzaamheden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°, a), of als de aanvrager kan aantonen dat de lage ramen waarvoor de nieuwe borstwering of balustrade wordt geplaatst, voldoen aan het niveau van beglazing, vermeld in artikel 6.4.1/1, 6°, van het Energiebesluit van 19 november 2010.
De werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 4°, d), tot en met f), komen alleen in aanmerking als ze samen worden uitgevoerd met de werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 4°, a), of als de aanvrager kan aantonen dat de werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 4°, a), al zijn uitgevoerd volgens het niveau van isolatie, vermeld in artikel 6.4.4/1, 5°, van het Energiebesluit van 19 november 2010. § 4. De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd conform de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten. Het agentschap kan een onderzoek ter plaatse instellen om na te gaan of de werken voldoen aan de voorwaarden en effectief zijn uitgevoerd. § 5. Als de werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, betrekking hebben op een bestaande of nieuwe zorgwoning met toepassing van artikel 4.2.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, en waarbij de ondergeschikte wooneenheid zich bevindt in de premiewoning of in een vrijstaand bijgebouw van de premiewoning, wordt de tegemoetkoming voor de zorgwoning berekend per categorie van werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, ongeacht of de werkzaamheden betrekking hebben op de hoofdwooneenheid of op de ondergeschikte wooneenheid, of op beide samen. § 6. Het in aanmerking te nemen investeringsbedrag is de kostprijs van de werken, exclusief btw, zoals vermeld op de facturen, vermeld in artikel 5.191, § 1 en bedraagt minstens 1.000 euro, exclusief btw, per categorie van werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2.
Het in aanmerking te nemen investeringsbedrag bedraagt maximaal: 1° 11.500,00 euro, exclusief btw voor de categorie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 1° ; 2° 12.000,00 euro, exclusief btw, voor de categorie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 2° ; 3° 11.000,00 euro, exclusief btw, voor de categorie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 3° ; 4° 3.000,00 euro, exclusief btw, voor de categorie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 4° ; 5° 5.000,00 euro, exclusief btw, voor de categorie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 5° ; 6° 7.500,00 euro, exclusief btw, voor de categorie, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 6°. § 7. De premiewoning of het gebouw dat geheel of gedeeltelijk wordt of werd herbestemd tot nieuwe premiewoning, moet minstens 15 jaar oud zijn op de aanvraagdatum en ligt in het Vlaamse Gewest. De ouderdom van het gebouw wordt gecontroleerd aan de hand van de aansluitingsdatum op het elektriciteitsdistributienet of op basis van de meest recente gegevens van de Federale Overheidsdienst Financiën.
Bij betwisting geldt de oudste van die data. § 8. Een herbouw, vermeld in artikel 1.1.1, 47/2°, van het Energiebesluit van 19 november 2010, komt niet in aanmerking voor een tegemoetkoming volgens dit hoofdstuk. § 9. Voor de werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 1°, 2° en 4°, die worden uitgevoerd in een appartementsgebouw, kan de bewoner geen tegemoetkoming aanvragen volgens dit hoofdstuk. Voor de werkzaamheden, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, 3° die worden uitgevoerd in een appartementsgebouw, en betrekking hebben op de gemeenschappelijke delen, kan de bewoner geen tegemoetkoming aanvragen volgens dit hoofdstuk. Afdeling 4. - Procedure en berekening van de tegemoetkoming
Art. 5.190. § 1. De aanvraag van de tegemoetkoming wordt ingediend na de uitvoering van de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, bij het unieke loket.
Per aanvraag kunnen alle categorieën, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, worden aangevraagd. § 2. De tegemoetkoming die met toepassing van dit hoofdstuk wordt toegekend aan de verhuurder, vermeld in artikel 5.186, eerste lid, 8°, wordt verleend met inachtneming van de voorwaarden, vermeld in de verordening (EU) nr. 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen.
Art. 5.191. § 1. Het bedrag van de tegemoetkoming wordt berekend op basis van de facturen die daarvoor voorgelegd zijn op naam van de aanvrager of de meerderjarige persoon of personen met wie de aanvrager samenwoont, of de woonmaatschappij, en die niet dateren van meer dan twee jaar voor de aanvraagdatum, noch van na de aanvraagdatum.
De facturen, vermeld in het eerste lid, hebben betrekking op: 1° werkzaamheden die uitgevoerd zijn door een aannemer die daarvoor facturen afgeeft conform het koninklijk besluit nr.1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde of op werkzaamheden uitgevoerd door een dienst die erkend is voor de lokale diensteneconomie conform artikel 4 van het decreet van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/12/2006 pub. 23/02/2007 numac 2007035250 bron vlaamse overheid Decreet houdende de lokale diensteneconomie sluiten houdende de lokale diensteneconomie; 2° de aankoop van materialen of uitrustingsgoederen die de aanvrager zelf heeft verwerkt of geplaatst voor werkzaamheden uit te voeren in de categorieën, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 5° en 6° ; § 2. De tegemoetkoming wordt berekend per categorie van werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, op basis van het in aanmerking te nemen investeringsbedrag, vermeld in artikel 5.189, § 6.
De tegemoetkoming wordt per categorie afgerond naar het hogere tiental. § 3. Voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 6°, wordt het bedrag van de tegemoetkoming naargelang het geval vastgesteld op 25% of 35% van het in aanmerking te nemen investeringsbedrag, vermeld in artikel 5.189, § 6.
Het percentage, vermeld in het eerste lid, bedraagt: 1° 35% voor de verhuurder; 2° 35% voor de bewoner als het inkomen dat conform artikel 5.187, eerste lid, is bepaald, voldoet aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187, derde lid; 3° 25% in alle andere gevallen. § 4. Als de in aanmerking te nemen werkzaamheden het werk, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1°, a), omvatten, moet de tegemoetkoming die wordt berekend voor de categorie, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1°, minstens gelijk zijn aan de premie berekend door of krachtens artikel 6.4.1/1, 1°, van het Energiebesluit van 19 november 2010 voor het werk, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1°, a). Als het bedrag van de tegemoetkoming lager is dan het bedrag van de premie berekend door of krachtens artikel 6.4.1/1, 1°, van het Energiebesluit van 19 november 2010, wordt de tegemoetkoming verhoogd tot het bedrag van die premie.
Als de in aanmerking te nemen werkzaamheden een of meer werken, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 2°, a), b) of c), omvatten, moet de tegemoetkoming die wordt berekend voor de categorie, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 2°, minstens gelijk zijn aan de premie, of in voorkomend geval de som van de premies, berekend door of krachtens respectievelijk artikel 6.4.1/1, 2°, artikel 6.4.1/1, 3°, of artikel 6.4.1/1, 4°, van het Energiebesluit van 19 november 2010, voor de werken, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 2°, a), b), of c). Als het bedrag van de tegemoetkoming lager is dan het bedrag van de premie, of in voorkomend geval de som van de premies, berekend door of krachtens artikel 6.4.1/1, 2°, 3° of 4°, van het Energiebesluit van 19 november 2010, wordt de tegemoetkoming verhoogd tot het bedrag van die premie.
Als de in aanmerking te nemen werkzaamheden, het werk, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 3°, a), omvatten, moet de tegemoetkoming die wordt berekend voor de categorie, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 3°, minstens gelijk zijn aan de premie berekend door of krachtens artikel 6.4.1/1, 6°, van het Energiebesluit van 19 november 2010 voor het werk, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 3°, a). Als het bedrag van de tegemoetkoming lager is dan het bedrag van de premie berekend door of krachtens artikel 6.4.1/1, 6°, van het Energiebesluit van 19 november 2010, wordt de tegemoetkoming verhoogd tot het bedrag van die premie.
Als de in aanmerking te nemen werkzaamheden, het werk, vermeld in artikel 5.189, § 2, 4°, a), omvatten, moet de tegemoetkoming die wordt berekend voor de categorie, vermeld in artikel 5.189, § 2, 4°, minstens gelijk zijn aan de premie berekend door of krachtens artikel 6.4.1/1, 5°, van het Energiebesluit van 19 november 2010 voor het werk, vermeld in artikel 5.189, § 2, 4°, a). Als het bedrag van de tegemoetkoming lager is dan het bedrag van de premie berekend door of krachtens artikel 6.4.1/1, 5°, van het Energiebesluit van 19 november 2010, wordt de tegemoetkoming verhoogd tot het bedrag van die premie. § 5. Als de tegemoetkoming die overeenkomstig dit hoofdstuk wordt verleend aan de verhuurder betrekking heeft op werkzaamheden die worden uitgevoerd aan de gemeenschappelijke delen in een appartementsgebouw waarvoor een vereniging van mede-eigenaars is opgericht en waar de premiewoning deel van uitmaakt, wordt deze tegemoetkoming verminderd met het proportionele aandeel voor die premiewoning, in de premies, vermeld in artikel 6.4.1/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010, voor die betreffende werkzaamheden aan de gemeenschappelijke delen, die overeenkomstig artikel 6.4.1/2, 1° wordt toegekend aan de vereniging van mede-eigenaars. Het proportionele aandeel voor die premiewoning in de premies vermeld in artikel 6.4.1/1 van het Energiebesluit van 19 november 2010 wordt berekend volgens het aandeel dat de premiewoning heeft in de gemeenschappelijke delen van het appartementsgebouw. De minister bepaalt welk bewijsstuk de verhuurder moet voorleggen om het aandeel van de premiewoning in de gemeenschappelijke delen van het appartementsgebouw te kunnen bepalen.
Art. 5.192. Aan de werkmaatschappij wordt binnen de kredieten die daarvoor zijn ingeschreven op de begroting van het Vlaamse Gewest, op kwartaalbasis een vergoeding toegekend voor het uitvoeren van de taken, vermeld in artikel 2, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Die vergoeding is gelijk aan de som van: 1° 100% van de voor dat kwartaal uitbetaalde tegemoetkomingen, berekend volgens artikel 5.191 voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, punt 5° en 6° ; 2° 50% van de voor dat kwartaal uitbetaalde tegemoetkomingen, berekend volgens artikel 5.191 voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, punt 1° tot en met 4° ; 3° 50% van de voor dat kwartaal uitbetaalde tegemoetkomingen, berekend volgens artikel 12.3.27 van het Energiebesluit van 19 november 2010; 4° 50% van de voor dat kwartaal uitbetaalde tegemoetkomingen berekend volgens artikel 44 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021; Het Agentschap kan voor de vergoeding, vermeld in het eerste lid, voorschotten geven. Het voorschot bedraagt maximaal 25% van het bedrag dat in dat kader ingeschreven is op de algemene uitgavenbegroting. Als bij de afrekening aan het einde van het kwartaal blijkt dat een bedrag is uitbetaald dat hoger of lager is dan de werkelijke afrekening, wordt naargelang het geval het teveel verrekend of het tekort bijgepast bij de eerstvolgende te betalen voorschotten. Afdeling 5. - Cumulatiebeperkingen
Art. 5.193. De categorieën van werken, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1° tot en met 6°, kunnen maar eenmaal worden aangevraagd in een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de aanvraagdatum van de toegekende aanvraag voor dezelfde premiewoning door dezelfde bewoner of dezelfde verhuurder.
Art. 5.194. De bewoner of verhuurder die een aanvraag indient na de dag van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad en voor 1 juli 2022 voor werkzaamheden die behoren tot een of meer categorieën, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, en een tegemoetkoming heeft ontvangen conform de bepalingen van dit hoofdstuk, zoals van kracht voor 1 juli 2022, kan gedurende vijf jaar te rekenen vanaf de aanvraagdatum geen aanvraag doen voor diezelfde categorie van werken voor diezelfde premiewoning conform dit hoofdstuk.
Facturen, of gedeelten van facturen, die in aanmerking genomen zijn voor de berekening van een tegemoetkoming volgens dit hoofdstuk en hoofdstuk 2, zoals van kracht voor 1 juli 2022, en waarvan de aanvraag is ingediend voor 1 juli 2022, komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming volgens dit hoofdstuk. Facturen of gedeelten van facturen, die in aanmerking genomen zijn voor de berekening van een tegemoetkoming volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten2 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie of verbetering van een bestaande woning of bij de realisatie van een nieuwe woning, en volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten2 tot instelling van een aanpassingspremie, komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming volgens dit hoofdstuk."; 2° artikel 5.195 wordt opgeheven.
Art. 37.Aan artikel 5.189, § 2, eerste lid, van het hetzelfde besluit, vervangen bij dit besluit, wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° gascondensatieketels: de plaatsing van een gascondensatieketel met Europees productlabel A of beter ter vervanging van een ouder verwarmingssysteem. Zowel aardgascondensatieketels als propaan- of butaangascondensatieketels komen in aanmerking. In gebieden waar een aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, komen alleen aardgascondensatieketels in aanmerking. In gebieden waar geen aardgasdistributienet aanwezig is op het ogenblik van de uitvoering van de werken, komen alleen condensatieketels op propaan of butaan in aanmerking.".
Art. 38.Aan artikel 5.191, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij dit besluit, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° de aankoop van materialen of uitrustingsgoederen die door de aanvrager onder begeleiding van een aannemer of begeleidingsfirma worden verwerkt of geplaatst en die werkzaamheden betreffen in de categorieën, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 7°. De voorgelegde facturen moeten melding maken van de begeleiding.".
Art. 39.Aan artikel 5.191 van hetzelfde besluit, vervangen bij dit besluit, wordt een paragraaf 6 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 6. Enkel de bewoners van wie het inkomen voldoet aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187, derde lid, en verhuurders komen in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de categorie van werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 7° voor zover de aanvraag voor de tegemoetkoming voor deze werkzaamheden wordt ingediend uiterlijk op 30 juni 2026. De tegemoetkoming bedraagt 1800 euro, begrensd tot 40% van het investeringsbedrag, vermeld in artikel 5.189, § 6.
In afwijking van het eerste lid bedraagt de tegemoetkoming 2500 euro, begrensd tot 50% van het investeringsbedrag, vermeld in artikel 5.189, § 6, als de gascondensatieketel wordt geplaatst ter vervanging van een stookolieketel.".
Art. 40.Aan artikel 5.192, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij dit besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2° wordt de zinsnede "en 7° " toegevoegd; 2° er wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt: " 5° 50% van de voor dat kwartaal uitbetaalde tegemoetkomingen berekend volgens artikel 43 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.".
Art. 41.Aan artikel 5.193 van hetzelfde besluit, vervangen bij dit besluit, wordt de volgende zin toegevoegd: "De categorie van werken, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 7°, kan maar eenmaal worden aangevraagd in een periode van tien jaar te rekenen vanaf de aanvraagdatum van de toegekende aanvraag voor dezelfde premiewoning door dezelfde bewoner of dezelfde verhuurder.".
Hoofdstuk 4. - Slotbepalingen
Art. 42.In afwijking van artikel 5.191, § 6, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht op 1 juli 2022, komen bewoners van wie het inkomen voldoet aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.187, tweede lid, van hetzelfde besluit in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de categorie van werkzaamheden, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 7°, van hetzelfde besluit, als voldaan is aan al de volgende voorwaarden: 1° de factuur, vermeld in artikel 5.191, § 1, van hetzelfde besluit dateert van voor 1 juli 2022; 2° de aanvraag van de tegemoetkoming, vermeld in artikel 5.190, § 1, van hetzelfde besluit, is ingediend uiterlijk op 31 december 2022; 3° de premiewoning is minstens 30 jaar oud op de aanvraagdatum. De tegemoetkoming, vermeld in het eerste lid, bedraagt 1.800 euro, begrensd op maximaal 25% van het investeringsbedrag, vermeld in artikel 5.189, § 6, van hetzelfde besluit.
In afwijking van het tweede lid bedraagt de tegemoetkoming 2.500 euro, begrensd op maximaal 25% van het investeringsbedrag, vermeld in artikel 5.189, § 6, van hetzelfde besluit als de gascondensatieketel wordt geplaatst ter vervanging van een stookolieketel.
Art. 43.In afwijking van artikel 5.191, § 1, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht op 1 juli 2022, komen facturen die niet dateren van meer dan 27 maanden voor de aanvraagdatum, noch van na de aanvraagdatum in aanmerking, op voorwaarde dat de aanvraag van tegemoetkoming, vermeld in artikel 5.190, § 1, van hetzelfde besluit, is ingediend uiterlijk op 31 december 2022.
Art. 44.In afwijking van artikel 5.191, § 1, tweede lid, 1°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht op 1 juli 2022, komen de volgende facturen die daarvoor voorgelegd zijn op naam van de aanvrager of de meerderjarige persoon of personen met wie de aanvrager samenwoont, of de woonmaatschappij, en die betrekking hebben op de aankoop van materialen of uitrustingsgoederen die de aanvrager zelf heeft verwerkt of geplaatst, in aanmerking, op voorwaarde dat de premiewoning minstens 30 jaar oud is op de aanvraagdatum, de factuur, vermeld in artikel 5.191, § 1, van hetzelfde besluit dateert van voor 1 juli 2022 en de aanvraag van de tegemoetkoming, vermeld in artikel 5.190, eerste lid, van hetzelfde besluit is ingediend uiterlijk op 31 december 2022: 1° facturen voor werkzaamheden als vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 1°, b), d), e), f) en g), van hetzelfde besluit; 2° facturen voor werkzaamheden als vermeld in artikel 5.189, § 2 eerste lid, 1°, a) en c), van hetzelfde besluit, samen met één of meerdere facturen vermeld in punt 1° ; 3° facturen voor werkzaamheden als vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 2°, d), f) g), h), i) en j), van hetzelfde besluit; 4° facturen voor werkzaamheden als vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 2°, a), b), c) en e), van hetzelfde besluit, samen met één of meerdere facturen als vermeld in punt 3° ; 5° facturen voor werkzaamheden als vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 4°, b), c), d), e) en f), van hetzelfde besluit; 6° facturen voor het werk, vermeld in artikel 5.189, § 2, eerste lid, 4°, a), van hetzelfde besluit samen met één of meerdere facturen als vermeld in punt 5°.
Art. 45.Tot en met 30 juni 2023 worden de erkende sociale verhuurkantoren die nog niet zijn omgevormd tot woonmaatschappijen, voor de toepassing van boek 5, deel 5, titel 3, hoofdstuk 1, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 en artikel 35 van dit besluit gelijkgesteld met woonmaatschappijen.
Tot en met 30 juni 2023 worden de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen die nog niet zijn omgevormd tot woonmaatschappijen, voor de toepassing van artikel 6.4.1/6, § 6 van het Energiebesluit van 19 november 2010, gelijkgesteld met woonmaatschappijen.
Art. 46.Met behoud van toepassing van artikel 12.3.7 en 12.3.27 van het Energiebesluit van 19 november 2010 blijven artikel 6.4.1 tot en met 6.4.1/9 van het Energiebesluit van 19 november 2010, in de lezing voorafgaand aan het vervangen of wijzigen ervan bij artikel 6 tot en met 23 van dit besluit, van toepassing op de premies die bij de elektriciteitsdistributienetbeheerders zijn aangevraagd vóór 1 juli 2022.
Investeringen waarvoor door de elektriciteitsdistributienetbeheerder een premie werd toegekend volgens de bepalingen van artikel 6.4.1 tot en met 6.4.1/9 en artikel 12.3.7 van het Energiebesluit van 19 november 2010, in de lezing voorafgaand aan het vervangen of wijzigen ervan bij artikel 6 tot en met 23 van dit besluit, komen niet in aanmerking voor een premie volgens artikel 6.4.1 tot en met 6.4.1/9 en artikel 12.3.7 van het Energiebesluit van 19 november 2010 zoals gewijzigd bij hoofdstuk 2 van dit besluit, noch voor een tegemoetkoming volgens Boek 5, Deel 5, Titel 3, hoofdstuk 1 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals gewijzigd volgens hoofdstuk 3 van dit besluit.
Art. 47.De bepalingen van boek 5, deel 5, titel 3, hoofdstuk 1, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht op 30 juni 2022, blijven van toepassing op de aanvragen tot tegemoetkoming die conform de vermelde bepalingen zijn aangevraagd vóór 1 juli 2022.
Art. 48.De bepalingen van boek 5, deel 5, titel 3, hoofdstuk 1, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht op 30 juni 2022, blijven van toepassing op de aanvragen ingediend door de bewoner, die voldoet aan de inkomensgrenzen, vermeld in artikel 5.188, derde lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht op 30 juni 2022, voor het plaatsen van een verwarmingsketel op gas die conform Boek 5, Deel 5, Titel 3, Hoofdstuk 1, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, zoals van kracht op 30 juni 2022, zijn aangevraagd vóór 1 juli 2026.
Art. 49.Artikel 48 van dit besluit wordt opgeheven.
Art. 50.De volgende regelgevende teksten treden in werking op 1 juli 2022: 1° het decreet van 19 november 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/11/2021 pub. 16/12/2021 numac 2021022580 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van artikel 37 van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de langdurige gesloten begeleiding type decreet prom. 19/11/2021 pub. 21/12/2021 numac 2021043467 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en de Vlaamse Codex Wonen van 2021 sluiten tot wijziging van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035588 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 03/07/2009 numac 2009035594 bron vlaamse overheid Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen sluiten en de Vlaamse Codex Wonen van 2021;2° dit besluit, met uitzondering van de artikelen 11 en 21, die in werking treden op een datum die de minister, bevoegd voor de Energie, vaststelt en de artikelen 37, 38, 39, 40, 41 en 42 en 49 die in werking treden op een datum die de minister, bevoegd voor het woonbeleid, vaststelt.
Art. 51.De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, zijn ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 februari 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed M. DIEPENDAELE