Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 18 maart 2004
gepubliceerd op 30 maart 2004

Ordonnantie inzake toegang tot milieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004031137
pub.
30/03/2004
prom.
18/03/2004
ELI
eli/ordonnantie/2004/03/18/2004031137/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 MAART 2004. - Ordonnantie inzake toegang tot milieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Deze ordonnantie beoogt de omzetting van richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van richtlijn 90/313/EEG van de Raad.

Hiertoe beoogt ze het recht op toegang tot milieu-informatie die door of voor overheidsinstanties wordt beheerd te waarborgen en de basisvoorwaarden en praktische regelingen voor de uitoefening van dat recht vast te stellen, alsook erop toe te zien dat, als regel, milieu-informatie geleidelijk aan het publiek beschikbaar wordt gesteld en onder het publiek wordt verspreid, om aldus deze milieu-informatie op de breedst mogelijke basis systematisch aan het publiek beschikbaar te stellen en onder het publiek te verspreiden. Te dien einde moet het gebruik van onder meer computertelecommunicatie en/of elektronische technologie, voorzover beschikbaar, worden bevorderd.

Art. 3.In deze ordonnantie wordt verstaan onder : 1° milieu : alle aangelegenheden bedoeld in artikel 6, § 1, II, III en V van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen; 2° milieu-informatie : alle informatie in geschreven, visuele, auditieve, elektronische of enige andere materiële vorm over : a) de toestand van elementen van het milieu, zoals lucht en atmosfeer, water, bodem, land, landschap en natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, biologische diversiteit en haar componenten, met inbegrip van genetiscb gemodificeerde organismen, en de interactie tussen deze elementen;, b) factoren zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen van stoffen in het milieu die de onder a) bedoelde elementen van het milieu aantasten of waarschijnlijk zullen aantasten;c) maatregelen (met inbegrip van bestuurlijke maatregelen) zoals beleidsmaatregelen, wetgeving, plannen, programma's, milieueffectbeoordelingen van de plannen en programma's, milieuakkoorden en activiteiten die op de onder a) en b) bedoelde elementen en factoren van het milieu een uitwerking hebben of kunnen hebben, alsmede maatregelen of activiteiten ter bescherming van die elementen;d) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving;e) kosten/baten- en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder c) bedoelde maatregelen en activiteiten, en f) de toestand van de gezondheid en veiligheid van de mens, de levensomstandigheden van de mens, cultuurgebieden en bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde toestand van elementen van het milieu of, via deze elementen, door het genoemde onder b) en c).3° overheidsinstantie : a) de administratieve overheid zoals bedoeld in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en die ressorteert onder het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de gemeenten en de intercommunales waarvan het ambtsgebied beperkt blijft tot het grondgebied van het Gewest, alsmede de gemeentelijke en gewestelijke adviesorganen;b) iedere natuurlijke en rechtspersoon die openbare bestuursfuncties uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met betrekking tot het milieu;c) elke natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare verantwoordelijkheden of functies, of openbare diensten met betrekking tot het milieu verleent.4° informatie die door een overheidsinstantie wordt beheerd : milieu-informatie in het bezit van een overheidsinstantie die zij heeft ontvangen of opgesteld.Behalve indien de informatie kennelijk geen betrekking heeft op de uitoefening van de functie van de betrokkene, is een gegeven in het bezit van een personeelslid van een overheidsinstantie of van een lid van een collegiale instantie die een overheidsinstantie vormt, een gegeven dat door een overheidsinstantie wordt beheerd in de zin van deze ordonnantie; 5° informatie die voor een overheidsinstantie wordt beheerd : milieu-informatie die in feite in opdracht van een overheidsinstantie door een natuurlijke of rechtspersoon wordt beheerd;6° aanvrager : elke natuurlijke of rechtspersoon die om milieu-informatie verzoekt;7° publiek : één of meer natuurlijke of rechtspersonen en hun verenigingen, organisaties of groepen. HOOFDSTUK II. - Procedure en praktische regelingen inzake toegang tot milieu-informatie

Art. 4.Onverminderd de beperkingen vastgesteld in de artikelen 11 en 12, wordt het recht op toegang tot milieu-informatie die door of voor een overheidsinstantie wordt beheerd, gewaarborgd aan elke persoon, zonder dat deze daarvoor een belang dient aan te voeren. Op voorstel van de betrokken overheidsbesturen, bepaalt de regering voor elk overheidsbestuur afzonderlijk de praktische regelingen om iedere persoon in de gelegenheid te stellen gemakkelijk het door deze ordonnantie erkend recht op toegang tot informatie uit te oefenen.

Art. 5.De toegang tot gegevens in schriftelijke documenten geschiedt, naar keuze van de aanvrager, hetzij door raadpleging ter plaatse, hetzij door overhandiging van een kopie. De regering stelt de voorwaarden vast volgens welke het overhandigen van een kopie van een volledig of gedeeltelijk gegeven aan een vergoeding onderworpen is; het bedrag hiervan mag niet meer bedragen dan de kostprijs van de informatiedrager en de overhandiging ervan en moet aan de aanvrager worden meegedeeld op het ogenblik van diens aanvraag.

De toegang tot openbare registers of lijsten die overeenkomstig artikel 10 zijn opgesteld en worden bijgewerkt, alsmede het raadplegen ter plaatse van de gevraagde informatie zijn gratis.

Art. 6.De toegang tot gegevens geschiedt ingevolge een aanvraag, ofwel ter plaatse, ofwel schriftelijk. Elke aanvraag wordt opgetekend in een speciaal daartoe bijgehouden register. Wanneer de aanvraag ter plaatse geschiedt, vermeldt de aanvrager zijn naam en adres en ondertekent hij de inschrijving in het register. Wanneer de aanvrager schriftelijk om toegang tot een document verzoekt, vermeldt hij zijn naam en adres en ondertekent hij de aanvraag.

De aanvrager verduidelijkt in ieder geval of hij het document ter plaatse wil raadplegen en er eventueel een kopie van wenst te ontvangen.

Art. 7.De regering stelt de lijst op van de categorieën documenten die de betrokken overheidsinstanties onmiddellijk ter plaatse moeten laten raadplegen.

Art. 8.§ 1. Wat de andere dan in artikel 7 bedoelde documenten betreft, en onverminderd de mogelijkheid voor een overheidsinstantie om ze onmiddellijk ter plaatse te laten raadplegen, stelt de overheidsinstantie de milieu-informatie zo spoedig mogelijk of uiterlijk binnen één maand nadat ze het verzoek heeft ontvangen ter beschikking van de aanvrager, onder voorbehoud van de termijn die door de aanvrager in zijn schriftelijk verzoek is vermeld. § 2. Die termijn wordt op twee maanden gebracht indien de omvang en de ingewikkeldheid van de informatie van dien aard zijn dat de termijn van één maand niet haalbaar is. In dat geval, wordt de aanvrager zo spoedig mogelijk, en in ieder geval voordat de termijn van één maand afloopt, in kennis gesteld van de verlenging ervan en de redenen daarvoor. § 3. Indien een verzoek te algemeen geformuleerd is, verzoekt de overheidsinstantie de aanvrager zo spoedig mogelijk, en uiterlijk binnen één maand, zijn verzoek te verduidelijken en is zij hem daarbij behulpzaam.

Art. 9.§ 1. Wanneer een aanvrager een overheidsinstantie verzoekt milieu-informatie in een bepaalde vorm of een bepaald formaat beschikbaar te stellen met inbegrip van kopieën, willigt de overheidsinstantie dat verzoek in, tenzij : 1° de informatie al voor het publiek beschikbaar is in een andere voor de aanvrager gemakkelijk toegankelijke vorm of formaat;2° het redelijk is dat de overheidsinstantie de informatie in een andere vorm of een ander formaat beschikbaar stelt, in welk geval redenen dienen te worden gegeven waarom de informatie in die vorm of dat formaat beschikbaar wordt gesteld. § 2. De overheidsinstantie levert alle redelijke inspanningen om milieu-informatie die door of voor haar wordt beheerd, te bewaren in vormen of formaten die gemakkelijk reproduceerbaar zijn en toegankelijk zijn via computertelecommunicatiemiddelen of andere elektronische middelen.

Art. 10.De regering zorgt ervoor dat : a) de ambtenaren verplicht worden om het publiek dat toegang tot informatie wenst behulpzaam te zijn;b) de lijsten van de overheidsinstanties voor het publiek toegankelijk zijn;c) er praktische regelingen worden getroffen om te waarborgen dat het recht op toegang tot milieu-informatie daadwerkelijk kan worden uitgeoefend, met name : - het aanwijzen van voorlichtingsambtenaren; - het opzetten en bijwerken van voorzieningen om de gevraagde informatie te raadplegen; - het voorhanden zijn van registers of lijsten van de milieu-informatie waarover overheidsinstanties en voorlichtingspunten beschikken, met duidelijke gegevens over de plaats waar deze informatie te vinden is.

De regering zorgt ervoor dat de overheidsinstanties het publiek voldoende voorlichten over zijn rechten uit hoofde van deze ordonnantie en het te dien einde in passende mate inlichten, begeleiden en adviseren.

Art. 11.§ 1. Een verzoek om milieu-informatie kan worden geweigerd in de volgende gevallen : 1° de gevraagde informatie wordt niet door of voor de overheidsinstantie beheerd waaraan het verzoek is gericht.Wanneer die overheidsinstantie in een dergelijk geval er kennis van heeft dat de informatie door of voor een andere overheidsinstantie wordt beheerd, geeft zij het verzoek zo spoedig inogelijk aan die andere instantie door en stelt zij de aanvrager daarvan in kennis of licht zij de aanvrager in over de overheidsinstantie waarbij naar haar mening de gevraagde informatie kan worden verkregen; 2° het verzoek is kennelijk onredelijk;3° het verzoek blijft te algemeen geformuleerd, ook na toepassing van artikel 8, § 3;4° het verzoek betreft nog onvoltooid materiaal of onvoltooide documenten of gegevens.In dat geval, dient de overheidsinstantie de naam te vermelden van de instantie die verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de documenten, alsmede het geschatte tijdstip van voltooiïng; 5° het verzoek betreft interne mededelingen, rekening houdend met het openbaar belang dat met bekendmaking wordt gediend. § 2. Het verzoek kan eveneens worden geweigerd indien openbaarmaking van de informatie afbreuk doet aan : 1° het vertrouwelijke karakter van handelingen van overheidsinstanties, indien in deze vertrouwelijkheid van rechtswege is voorzien;2° internationale betrekkingen, openbare veiligheid of nationale defensie;3° de rechtsgang, de mogelijkheid voor een persoon om een eerlijk proces te krijgen of de mogelijkheid voor een overheid om een onderzoek van strafrechtelijke of disciplinaire aard in te stellen;4° de vertrouwelijkheid van commerciële of industriële informatie, wanneer deze vertrouwelijkheid bij de gewestelijke, nationale of communautaire wetgeving geboden wordt om een gewettigd economisch belang te beschermen, met inbegrip van het algemeen belang dat met statistische en fiscale geheimhouding is gediend;5° intellectuele eigendomsrechten;6° de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens en/of -dossiers met betrekking tot een natuurlijke persoon wanneer die persoon niet heeft ingestemd met bekendmaking van de informatie aan het publiek, wanneer in deze vertrouwelijkheid is voorzien in gewestelijk, nationaal of communautair recht;hetzelfde geldt voor documenten die betrekking hebben op individuele beslissingen; 7° de belangen of de bescherming van iedere persoon die de gevraagde informatie op vrijwillige basis heeft verstrekt, zonder daartoe wettelijk verplicht te zijn of te kunnen worden, tenzij die persoon ermee heeft ingestemd dat de betrokken gegevens worden vrijgegeven;8° de bescherming van het milieu waarop die informatie betrekking heeft, zoals de habitat van zeldzame soorten. § 3. De in §§ 1 en 2 genoemde gronden voor weigering worden restrictief uitgelegd, met voor het specifieke geval, inachtneming van het met bekendmaking gediende openbaar belang. In elk afzonderlijk geval, dient het algemeen belang dat is gediend met openbaarmaking te worden afgewogen tegen het specifieke belang dat is gediend met de weigering om openbaar te maken.

De regering kan het bepaalde in § 2, onder 1°, 4°, 6°, 7° en 8° niet als grondslag aanzien om te bepalen dat een verzoek kan worden geweigerd indien het betrekking heeft op informatie over emissies in het milieu. § 4. Met het oog op de toepassing van § 2, 6°, zorgt de regering ervoor dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens wordt nageleefd. § 5. Milieu-informatie die door overheidsinstanties wordt beheerd, wordt gedeeltelijk beschikbaar gesteld wanneer het mogelijk is informatie die onder het toepassingsgebied van § 1, 4° of 5°, of van § 2 valt, van de overige gevraagde informatie te scheiden. Elke weigering om de verzochte informatie gedeeltelijk beschikbaar te stellen, bevat een precieze verwijzing naar de plaats waar de ontoegankelijke gegevens te vinden zijn.

Art. 12.§ 1. De uitoefening van het door deze ordonnantie erkend recht op toegang tot informatie kan worden beperkt wanneer het gegeven waarop de aanvraag betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk uitgaat van of werd meegedeeld door een persoon of een instelling die opdrachten uitvoert binnen het domein van de materies die onder de bevoegdheid vallen, naar gelang van het geval, van de Staat, van een Gemeenschap, van een ander Gewest dan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. § 2. De overheidsinstantie bij wie een verzoek om toegang tot een gegeven wordt ingediend, moet deze aanvraag, samen met een exemplaar of kopie van de informatie, binnen acht dagen overzenden aan de instantie die, naar gelang van het geval, door de Staat, een Gemeenschap, een ander Gewest dan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, is aangewezen. Die instantie is bevoegd om zich over de aanvraag uit te spreken.

De overheidsinstantie moet de aanvrager daarvan op de hoogte brengen.

De in artikel 8, § 1, bedoelde termijn wordt met één maand verlengd vanaf de dag van kennisgeving.

Art. 13.Elke weigering om de verzochte informatie geheel of gedeeltelijk of in de gevraagde vorm of het gevraagde formaat beschikbaar te stellen, wordt schriftelijk binnen de in artikel 8, § 1 van deze ordonnantie genoemde termijn meegedeeld.

Deze kennisgeving bevat op duidelijke, precieze en volledige wijze de in de artikelen 11 en 12 bedoelde redenen voor de weigering en verstrekt informatie over de beroepsprocedure waarin overeenkomstig artikel 15 van deze ordonnantie is voorzien.

Art. 14.De met toepassing van deze ordonnantie verkregen bestuursdocumenten mogen niet worden verspreid of gebruikt voor commerciële doeleinden. HOOFDSTUK III. - Beroep bij de Gewestelijke Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten

Art. 15.Wanneer de overheidsinstantie weigert de gevraagde informatie geheel of gedeeltelijk ter beschikking te stellen, weigert de gevraagde informatie in de gevraagde vorm of het gevraagde formaat ter beschikking te stellen of de informatie niet binnen de haar krachtens artikel 8 van deze ordonnantie toegemeten termijn ter beschikking stelt, kan de aanvrager, overeenkomstig artikel 20bis van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur, beroep instellen bij de Gewestelijke Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten.

Dit beroep moet binnen twee maanden na de beslissing tot weigering van de overheidsinstantie of binnen twee maanden na het verstrijken van de in artikel 8 bedoelde termijnen bij aangetekende brief worden ingesteld. HOOFDSTUK IV. - Verspreiding van milieu-informatie

Art. 16.§ 1. De regering neemt de nodige maatregelen orn te waarborgen dat de overheidsinstanties de milieu-informatie die relevant is voor hun taak en die door of voor hen wordt beheerd, ordenen met het oog op een actieve en systematische verspreiding onder het publiek, met name door middel van computertelecommunicatie en/of elektronische technologie wanneer deze voorhanden zijn.

De door middel van computertelecommunicatie en/of elektronische technologie beschikbaar gestelde informatie behoeft geen informatie te omvatten die vóór de inwerkingtreding van deze ordonnantie is verzameld, tenzij deze reeds in elektronische vorm beschikbaar is.

De regering zorgt ervoor dat milieu-informatie geleidelijk beschikbaar komt in elektronische gegevensbanken die voor het publiek gemakkelijk toegankelijk zijn via openbare telecommunicatienetwerken. § 2. De informatie die moet worden beschikbaar gesteld en verspreid, wordt indien nodig bijgewerkt en omvat ten minste : a) teksten van internationale verdragen, conventies en overeenkomsten, alsmede teksten van communautaire, nationale, regionale of lokale wetgeving inzake of in verband met het milieu;b) beleidsmaatregelen, plannen en programma's in verband met het milieu;c) voortgangsverslagen inzake de uitvoering van de onder a) en b) genoemde onderwerpen indien die door overheidsinstanties zijn opgesteld of in elektronische vorm worden beheerd;d) de in artikel 17 van deze ordorutantie bedoelde verslagen over de staat van het milieu;e) gegevens of samenvattingen van gegevens afkomstig van het monitoren van activiteiten die gevolgen voor het milieu hebben of waarschijnlijk zullen hebben;f) vergunningen die belangrijke gevolgen hebben voor het milieu, alsmede milieuakkoorden of een verwijzing naar de plaats waar de informatie kan worden opgevraagd of gevonden in het kader van de informatieaanvraag;g) milieueffectbeoordelingen en risicobeoordelingen die verband houden met de in artikel 3, 2°, a), van deze ordonnantie genoemde milieu-elementen, of een verwijzing naar de plaats waar de informatie kan worden opgevraagd of gevonden in het kader van de informatieaanvraag.

Art. 17.§ 1. Onverminderd de wettelijke rapporteringsverplichtingen, dient de regering om de vier jaar, en uiterlijk op 30 juni van het vierde referentiejaar, bij de Brusselse Hoofdstedelijke Raad een gedetailleerd verslag over de staat van het Brussels milieu in, en om de twee jaar, en uiterlijk op 30 juni van het tweede referentiejaar, een samenvattende nota met betrekking tot de voornaamste milieu-indicatoren. § 2. Dit verslag en deze samenvattende nota worden opgesteld door het Brussels Instituut voor Milieubeheer en beschrijven de toestand van de verschillende in artikel 3, 2° van deze ordonnantie genoemde milieu-elementen van het milieu, de druk die erop wordt uitgeoefend, de sociaaleconomische context (de ondernemingen, het vervoer, de sociaal-demografische veranderingen) en schetst een beeld van de ontwikkeling ervan.

Ze gaan uit van gewestelijke, en eventueel lokale gegevens, waarvan sommige een coherente vergelijking moeten mogelijk maken met de gegevens die door diverse internationale instellingen werden vergaard in het kader van de verslagen op het niveau van de landen en van de stadsgewesten, en waarvan andere de specifieke Brusselse toestand moeten weergeven. Ze worden vervolgens om advies aan de Raad voor het Leefmilieu voorgelegd.

Het verslag omvat bovendien de volgende sociaal-economische indicatoren : - structuren van de ondernemingen (primair-secundairtertiair); - industriële ongevallen; - evolutie van de vervoerwijzen. § 3. Het verslag over de staat van het Brussels milieu of de samenvattende nota en het advies van de Raad voor het Leefmilieu worden door de regering bij de Brusselse Hoofdstedelijke Raad ingediend.

De regering verspreidt, op zo groot mogelijke schaal en in de vorm die zij bepaalt, de in het eerste lid bedoelde documenten, alsmede de mogelijke beraadslagingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, onder de politieke gezagdragers, de sociaal-economische kringen, de verenigingen en de schoolse en buitenschoolse kringen.

Art. 18.Onverminderd eventuele specifieke verplichtingen uit hoofde van de wetgeving, neemt de regering de nodige maatregelen om te waarborgen dat, in geval van een onmiddellijke bedreiging van de gezondheid van de mens of het milieu, hetzij veroorzaakt door menselijke activiteiten hetzij ten gevolge van natuurlijke oorzaken, alle informatie die door of voor overheidsinstanties wordt beheerd en die de bevolking die waarschijnlijk zal worden getroffen in staat kan stellen maatregelen te nemen om de uit de bedreiging voortvloeiende schade te voorkomen of te beperken, onmiddellijk en terstond wordt verspreid.

Art. 19.De in de artikelen 11 en 12 van deze ordonnantie vastgestelde beperkingen zijn van toepassing op de uit de artikelen 16 en 18 voortvloeiende verplichtingen.

Art. 20.De regering kan aan de verplichtingen van de artikelen 16 en 18 voldoen door links te creëren naar websites waar informatie kan worden gevonden.

Art. 21.De regering zorgt ervoor, voorzover mogelijk, dat de door of voor een overheidsinstantie samengestelde informatie actueel, nauwkeurig en vergelijkbaar is.

Art. 22.De overheidsinstanties geven op verzoek, bij het beantwoorden van verzoeken om informatie, zo nodig, aan op welke plaats de gegevens kunnen worden gevonden met betrekking tot meetmethodes die bij het samenstellen van de informatie zijn gebruikt, inclusief de methodes voor analysering, monstername en voorbehandeling van de monsters, of verwijzen naar een gebruikte standaardprocedure. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 23.Deze ordonnantie is van toepassing op de gegevens die door of voor een overheidsinstantie worden beheerd en waarvoor in een stelsel van toegang tot informatie voorzien wordt door andere bepalingen, onverminderd de bepalingen die in een ruimere of makkelijkere toegang tot de informatie voorzien.

Art. 24.Uiterlijk op 14 februari 2009, brengt de regering verslag uit over de met toepassing van deze ordonnnantie opgedane ervaring. Dit verslag moet door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad worden aangenomen.

De regering bezorgt het verslag uiterlijk op 14 augustus 2009 aan de Europese Commissie.

Art. 25.§ 1. In artikel 19 van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur, worden de woorden "behalve in de gevallen bedoeld in artikelen 11 en 12 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 inzake de toegang tot de informatie met betrekking tot het milieu in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" geschrapt. § 2. In dezelfde ordonnantie, wordt een artikel 20bis ingevoegd, luidend : "De Commissie spreekt zich uit over de beroepen die worden ingesteld krachtens artikel 15 van de ordonnantie van ... inzake toegang tot milieu-informatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen een termijn van dertig dagen te tellen vanaf de eerste werkdag na ontvangst van het beroep bij aangetekende zending. Bij ontstentenis van een beslissing binnen de voorgeschreven termijn, wordt de toegang geacht te zijn geweigerd.

Wanneer de Commissie zich uitspreekt over beroepen als bedoeld in het eerste lid, telt ze minstens één lid van het Brussels Instituut voor Milieubeheer.

De Commissie brengt haar met redenen omklede en gedagtekende beslissing met betrekking tot het beroep binnen 15 dagen na de datum waarop ze de beslissing heeft genomen of na het verstrijken van de termijn waarbinnen de beslissing diende te worden genomen ter kennis van de bestuursoverheid en de aanvrager. Bij ontstentenis van een kennisgeving binnen de voorgeschreven termijn, wordt de Commissie geacht het beroep te hebben verworpen.".

Art. 26.De ordonnantie van 29 augustus 1991 inzake de toegang tot de informatie met betrekking tot liet milieu in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd bij de ordonnantie van 2 maart 2000, wordt opgeheven.

De ordonnantie van 4 juni 1992 tot opstelling van een verslag over de toestand van het Brussels leefini1ieu wordt opgeheven.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 maart 2004.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 2003-2004. Documenten van de Raad. - Ontwerp van ordonnantie : A-519/1. - Verslag : A-519/2. - Amendement na verslag : A-519/3.

Volledig verslag. - Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 12 maart 2004.

^