gepubliceerd op 26 april 2004
Ordonnantie betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1 APRIL 2004. - Ordonnantie betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)
De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Algemeen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
TITEL II. - Organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 2.Deze Titel zet richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas alsook richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van richtlijn 98/30/EG om in de rechtsorde van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. HOOFDSTUK II. - Definities
Art. 3.Voor de toepassing van deze titel dient te worden verstaan onder : 1° wet : de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen;2° ordonnantie van 19 juli 2001 : de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° ordonnantie van 11 maart 1999 : de ordonnantie van 11 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van gaslevering voor huishoudelijk gebruik;4° distributienet : geheel van lokale of gewestelijke pijpleidingen, cabines, aansluitingen, schuiven, ontspanners, meters en bijhorende installaties voor het gasvervoer naar en de levering aan de eindafnemer;5° netbeheerder : de distributienetbeheerder aangewezen overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk III;6° leverancier : elke natuurlijke of rechtspersoon die aardgas verkoopt;7° rijk gas : aardgas meteen calorische bovenwaarde van 0,041868 gigajoule per Nm3 of 11,630 kWu per Nm3;8° arm gas : aardgas met een calorische bovenwaarde van 0,035169 gigajoule per Nm3 of 9,769 kWu per Nm3;9° directe leiding : elke leiding die het gasvervoernet met een verbruikerslocatie verbindt en die fysiek geen deel uitmaakt van het distributienet;10° aansluiting : leiding en bijhorende apparatuur die door de netbeheerder geplaatst werden om een verbinding te verzekeren tussen zijn net en een eindafnemer;11° in aanmerking komende afnemer : elke natuurlijke of rechtspersoon die zelf zijn leverancier mag kiezen en daartoe kan aansluiten op het distributienet, volgens de voorwaarden bepaald in artikel 11 en volgende;12° eindafnemer : elke natuurlijke of rechtspersoon die gas koopt voor eigen gebruik, op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;13° professionele afnemer : eindafnemer die het bewijs aanvoert dat hij het op zijn verbruikerslocatie geleverde gas uitsluitend gebruikt voor beroepsdoeleinden;14° huishoudelijke afnemer : eindafnemer die geen professionele afnemer is;15° meter : toestel bij een eindafnemer geïnstalleerd teneinde de afgenomen energie te meten gedurende een bepaalde tijdseenheid, met inbegrip van de eventuele uitrusting voor rekeningsoverzicht op afstand;16° netreglement : reglement voor het netbeheer van het distributienet en de toegang hiertoe, bepaald met toepassing van artikel 9;17° Regering : de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;18° Minister : de minister van de Regering bevoegd voor energie;19° Dienst : het bestuur Energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. HOOFDSTUK III. - Distributienetbeheer
Art. 4.§ 1. De Regering wijst als netbeheerder aan, de intercommunale die over het eigendoms- of gebruiksrecht beschikt van de distributienetten gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Deze intercommunale brengt vóór 31 december 2003 haar statuten en bijlagen in overeenstemming met deze Titel. § 2. De aanwijzing van de netbeheerder gebeurt voor een hernieuwbare termijn van twintig jaar. § 3. Na advies van de Dienst, kan de Regering, ingeval de netbeheerder blijk geeft van zware nalatigheid met betrekking tot de verplichtingen die hem door deze Titel en door de wet worden opgelegd : 1° de netbeheerder aanmanen om zijn verplichtingen na te komen;2° voor een vastgestelde duur, een bijzondere commissaris bij de organen van de netbeheerder aanwijzen die belast wordt met het toezicht op de naleving van zijn verplichtingen en met het uitbrengen van verslag hierover bij de Regering;de bijzondere commissaris mag te dien einde de vergaderingen van de organen bijwonen, er het woord nemen en ter plaatse alle documenten inzien.
Wanneer de netbeheerder zijn verbintenissen niet nakomt na de aanwijzing van een bijzondere commissaris, en na verslag van deze, kan de Regering de aanwijzing van de beheerder intrekken, na diens vertegenwoordigers gehoord te hebben. In dat geval, wordt een bijzondere commissaris aangeduid, belast met het beheren, in naam van de Regering, van de activiteiten waarmee de netbeheerder ingevolge deze Titel belast is, tot er, overeenkomstig § 4, een nieuwe beheerder aangewezen is. § 4. Ingeval van ontbinding van de als netbeheerder aangewezen intercommunale, onderbreking van haar activiteit van gasdistributie, intrekking van de aanwijzing of bij het verstrijken van de in § 2, bepaalde termijn, wijst de Regering, na eensluidend advies van de meerderheid van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de netbeheerder aan.
Art. 5.§ 1. De netbeheerder is verantwoordelijk voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het distributienet, met inbegrip van de aansluitingen op andere netten, teneinde de regelmaat, de betrouwbaarheid en de veiligheid van de bevoorrading te verzekeren, met inachtname van het milieubehoud en een rationeel beheer van het openbaar wegennet.
Hiertoe wordt de netbeheerder onder meer belast met de volgende taken : 1° de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net in het kader van het investeringsplan bedoeld in artikel 10, teneinde de continuïteit van de bevoorrading van alle afnemers en de veiligheid te verzekeren;2° de installatie en het ter beschikking stellen van de aansluitingen;3° het onderhoud van het net;4° het bestuur van het net en het beheer van de gasstromen, met inbegrip van het daartoe bestemde gebruik van de aansluitingen;5° het opstellen en het bewaren van de netplannen;6° het ter beschikking stellen en het beheer van de toegang tot zijn net;7° het installeren, het onderhoud en het opnemen van de meters;8° desgevallend, de omzetting van rijk gas naar arm gas en de desbetreffende interconnecties. § 2. De netbeheerder mag geen activiteiten verrichten die betrekking hebben op productie, invoer, verkoop of levering van gas dan deze die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de opdrachten bepaald in § 1, alsook in de artikelen 14, § 1 en 18, van deze Titel. § 3. De netbeheerder onthoudt zich van elke vorm van discriminatie tussen de netgebruikers of tussen categorieën van netgebruikers en waarborgt de vertrouwelijkheid van gevoelige persoonlijke en commerciële gegevens waarvan hij kennis heeft bij de uitvoering van zijn taken. § 4. De netbeheerder kan de toegang tot het net slechts weigeren indien de aanvrager van de toegang niet beschikt over de vereiste capaciteit of indien hij niet voldoet aan de technische voorschriften bepaald in het netreglement bedoeld in artikel 9. De weigeringsbeslissing wordt met redenen omkleed. § 5. Na advies van de Dienst, kan de Regering bepalen welke inlichtingen of plannen jaarlijks door de netbeheerder aan de Dienst dienen te worden bezorgd om, in alle omstandigheden, de continuïteit van de functie van netbeheerder te waarborgen.
Art. 6.§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 14, § 2, mogen de personen die beschikken over een leveringsvergunning voor gas in België, die rechtstreeks of onrechtstreeks door dergelijke personen worden gecontroleerd of die dergelijke personen rechtsreeks of onrechtstreeks controleren : 1° in de beheersorganen van de netbeheerder, gezamenlijk of individueel, niet vertegenwoordigd worden door bestuurders die samen meer dan een derde van het totaal aantal toe te kennen mandaten uitoefenen;2° in de controle- of beheersorganen, gezamenlijk of individueel, niet beschikken over een vetorecht of een blokkage over een beslissing betreffende de opdrachten van netbeheerder. § 2. De gemeenten mogen het aandeel dat zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben in het maatschappelijk kapitaal van de netbeheerder, niet verminderen zonder toelating van de Regering. § 3. De privé-aandeelhouders van de netbeheerder mogen hun aandelen niet overdragen aan niet-aandeelhouders zonder toestemming van de Regering.
Art. 7.De netbeheerder beheert zijn relaties met de reguleringsinstanties en met de overheid en staat in voor zijn boekhouding, het beheer van zijn bankrekeningen en zijn financiering, het opstellen van de contracten met de aanvragers van toegang tot het net en de communicatie met het publiek. Hij beschikt hiervoor over voldoende eigen geschikt personeel.
De bedragen verschuldigd aan de netbeheerder worden gestort op zijn bankrekeningen.
De netbeheerder beschikt op zelfstandige wijze over de middelen en de knowhow nodig voor de besluitneming betreffende de taken toevertrouwd aan derden krachtens het vierde en vijfde lid en de controle ervan.
Vanaf 1 januari 2005, kunnen de activiteiten met betrekking tot de metingen en het beheer van de toegang, met inbegrip van het daaraan verbonden informatiesysteem, niet worden toevertrouwd aan personen zoals bedoeld in artikel 6, § 1.
Onder voorbehoud van de bepalingen in de voorgaande leden van dit artikel, kan de netbeheerder de dagelijkse exploitatie van het distributienet, geheel of gedeeltelijk, toevertrouwen aan één of meerdere exploitatievennootschappen. Wanneer het echter gaat over de openbaredienstverplichtingen zoals bepaald in artikel 18, dienen de nadere regels van deze delegatie inzake de exploitatie door de Regering te worden goedgekeurd, na advies van de Dienst.
De Regering kan andere maatregelen bepalen die inzake organisatie van de diensten en delegatie inzake de exploitatie moeten worden genomen, teneinde de beheersmatige onafhankelijkheid van de netbeheerder ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 6, § 1, te waarborgen.
Art. 8.De personeelsleden van de netbeheerder alsook de personeelsleden van de vennootschappen waaraan de netbeheerder taken van dagelijkse exploitatie heeft toevertrouwd, moeten de vertrouwelijke en commercieel gevoelige inlichtingen waarvan zij kennis genomen hebben in het kader van de uitvoering van hun taken, geheim houden, behalve in geval van oproeping als getuige voor een rechtbank en zonder afbreuk te doen aan de mededelingen aan andere netbeheerders of aan de Dienst, die uitdrukkelijk zijn toegelaten krachtens deze Titel.
Art. 9.§ 1. De netbeheerder stelt, in samenwerking met de Dienst, het netreglement op. Dit reglement bevat de voorschriften die bedoeld zijn om de goede werking van het net alsook van de aansluitingen en de toegang tot het net te verzekeren en regelt de betrekkingen met de netgebruikers.
Het bepaalt onder meer : 1° de voorwaarden van aansluiting op het net;2° de voorwaarden van toegang tot het net;3° de inlichtingen die door de netgebruikers aan de netbeheerder moeten worden verschaft;4° de maatregelen die bedoeld zijn om elke vorm van discriminatie tussen netgebruikers of categorieën van netgebruikers te voorkomen;5° de procedures voor samenwerking tussen de distributienetbeheerder en andere netbeheerders;6° de technische en administratieve voorschriften die de organisatie van de meting mogelijk snoeten maken;7° de maatregelen die genomen dienen te worden om de vertrouwelijkheid te verzekeren van de persoonlijke en commerciële gegevens waarvan de netbeheerder kennis heeft bij de uitvoering van zijn opdrachten;8° de ondersteunende diensten die geleverd worden aan de netgebruikers. § 2. Het netreglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering, na advies van de Dienst. Het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 10.§ 1. De netbeheerder stelt, in samenwerking met de Dienst, een investeringsplan op bestemd om de continuïteit en de veiligheid van de bevoorrading te verzekeren.
Dit plan heeft betrekking op een periode van vijf jaar en wordt, na advies van de Dienst, ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering. Het wordt elk jaar aangepast voor de volgende vijf jaren. § 2. Het investeringsplan wordt meegedeeld aan de Dienst, uiterlijk op 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan de periode waarop het betrekking heeft. Het investeringsplan wordt voor de eerste maal opgesteld voor de periode 2005-2009. § 3. Elk jaar deelt de netbeheerder de Dienst een aantal inlichtingen mee omtrent onder meer de staat van het net, de dringende ingrepen, het onderhoudsbeleid en een gedetailleerde raming van de capaciteitsbehoeften.
Na advies van de Dienst, stelt de Regering de nadere regels met betrekking tot deze verplichting vast. Zij kan de netbeheerder eveneens de verplichting opleggen om de Dienst zijn onderhoudsprogramma mee te delen, volgens de regels die zij bepaalt. HOOFDSTUK IV. - In aanmerking komende afnemers en toegang tot het net
Art. 11.Iedere professionele afnemer komt in aanmerking vanaf 1 juli 2004.
De Regering bepaalt de datum waarop de huishoudelijke afnemers in aanmerking komen. Deze datum mag niet eerder zijn dan 1 januari 2007 en niet later dan 1 juli 2007.
Art. 12.De netbeheerder komt in aanmerking voor de aankoop van gas dat nodig is voor het uitvoeren van de opdrachten die hem door deze Titel worden toevertrouwd.
Art. 13.De netbeheerder publiceert jaarlijks, en volgens de regels die de Regering kan vaststellen, op zijn internetsite de tarieven die van kracht zijn voor het distributienet, met inbegrip van de tarieven die betrekking hebben op de ondersteunende diensten.
Art. 14.§ 1. De gemeenten of de intercommunale die ze met deze opdracht hebben belast, beschikken over het exclusief recht om niet in aanmerking komende afnemers te bevoorraden.
Dit recht wordt uitgeoefend volgens de voorwaarden waarin voorzien door de wet en deze Titel. § 2. Zodra een categorie van afnemers in aanmerking komt krachtens artikel 11, wijzen de gemeenten, om de continuïteit van de bevoorrading te verzekeren van de afnemers die geen andere leverancier gekozen hebben, een vennootschap aan, waarin zij een participatie kunnen verwerven, en die belast wordt met de bevoorrading van deze afnemers. Deze aanwijzing wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering die voorwaarden kan bepalen om de belangen van de gemeenten te vrijwaren en om de effectieve opening van de markt en de vrijheid van keuze van de in aanmerking gekomen afnemers te verzekeren.
Indien de gemeenten zich verenigd hebben voor de levering van gas aan niet in aanmerking komende afnemers, kan de intercommunale een vennootschap aanwijzen zoals bedoeld in het vorige lid en volgens de daarin bepaalde voorwaarden, of een filiaal oprichten volgens dezelfde voorwaarden. § 3. De Regering legt de datum vast waarop de gemeenten of de intercommunale bedoeld in § 1, in aanmerking komen om hun leveringsopdracht uit te voeren.
Art. 15.De leveranciers dienen te beschikken over een leveringsvergunning toegekend door de Regering om aan in aanmerking komende afnemers gas te leveren op een verbruikslocatie gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De Regering legt de criteria en de procedure vast voor de toekenning, de hemieuwing, de overdracht en de intrekking van de vergunning. Deze criteria kunnen onder meer betrekking hebben op de eerbaarheid en de beroepservaring van de aanvrager, zijn technische en financiële bekwaamheden, en de kwaliteit van zijn organisatie; de oprichting van een dienst belast met het behandelen van de klachten maakt daar verplicht deel van.
De Regering kan de vergunning intrekken van een leverancier die de artikelen 6 en 7, vierde lid, niet naleeft of die niet beantwoordt aan de door de Regering op grond van het tweede lid van dit artikel vastgestelde criteria, of deze vergunning beperken tot de levering aan bepaalde categorieën van afnemers.
Art. 16.Na advies van de Dienst, kan de Regering, volgens de voorwaarden die zij vastlegt, de toegang tot het distributienet beperken of verbieden voor de invoer van gas afkomstig uit andere lidstaten van de Europese Unie en bestemd voor een in aanmerking komende afnemer die gevestigd is in het Brussels hoofdstedelijk Gewest, voor zover de afnemer, indien hij in de lidstaat van oorsprong zou wonen, geen in aanmerking komende afnemer zou zijn krachtens de wetgeving van deze lidstaat.
Art. 17.§ 1. Er wordt in een bemiddelingsprocedure voorzien voor de geschillen betreffende de toegang tot het distributienet, alsook voor de geschillen betreffende de toepassing van het netreglement.
Deze procedure wordt ingeleid op verzoek van één of meerdere belanghebbende partijen.
De Regering bepaalt de organisatieregels van de bemiddelingsprocedure en stelt een lijst op van deskundigen die kunnen optreden als bemiddelaars. De leden van de Geschillenkamer bedoeld in § 2, en de ambtenaren van de Dienst mogen niet als bemiddelaar aangesteld worden. § 2. Een autonoom orgaan wordt opgericht onder de naam « Geschillenkamer » die uitspraak doet over de geschillen zoals bedoeld in § 1, met uitzondering van deze betreffende burgerlijke rechten en verplichtingen.
Deze Kamer is samengesteld uit zes leden, drie effectieve leden en drie vervangende leden, benoemd door de Regering voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. De effectieve en de vervangende voorzitter, aangewezen door de Regering, worden gekozen tussen de magistraten van de rechterlijke orde en moeten hun kennis bewijzen van de Franse of de Nederlandse taal.
Iedere belanghebbende kan zijn zaak aanhangig maken bij de Geschillenkamer, bij verzoekschrift verzonden per aangetekend schrijven.
Alvorens een beslissing te nemen, roept de Geschillenkamer de te verschijnen partijen op. Zij kan elke voorlopige of onderzoeksmaatregel bevelen die zij nodig acht.
De Geschillenkamer neemt een beslissing binnen twee maanden volgend op de neerlegging van het verzoekschrift, behoudens verantwoord uitstel.
De beslissingen van de Geschillenkamer zijn met redenen omkleed.
Bij hoogdringendheid, kan de Geschillenkamer eveneens om tijdelijke maatregelen worden verzocht. De verzoeker toont, ter staving van zijn verzoek, het dringend en moeilijk te herstellen nadeel aan dat hij dreigt te lijden bij gebreke aan dergelijke maatregelen.
De Regering bepaalt, voor het overige, de regels inzake de samenstelling, de onverenigbaarheden en de werking van de Geschillenkamer, alsook de procedure voor deze Kamer.
Zij bepaalt tevens de wijze waarop de personen die optreden als bemiddelaar en de leden van de zetel van de Geschillenkamer vergoed worden. § 3. Het secretariaat van de bemiddelingsprocedure en van de Geschillenkamer wordt georganiseerd door de Dienst. HOOFDSTUK V. - Openbare dienstverplichtingen
Art. 18.De netbeheerder wordt belast met de volgende openbaredienstverplichtingen : 1° de levering van gas tegen een specifiek sociaal tarief aan de personen en volgens de voorwaarden bepaald door de federale wetgeving;2° de voorkoming en tussenkomst inzake schorsingen van gaslevering zoals bepaald in de ordonnantie van 11 maart 1999;3° de preventieacties teneinde een maximale veiligheid te verzekeren bij het gebruik van gas voor huishoudelijke doeleinden;4° de organisatie van een ombudsdienst en het geven van inlichtingen inzake prijzen en voorwaarden van de gaslevering aan huishoudelijke afnemers;5° initiatieven op het vlak van informatie over en demonstratie en levering van toestellen, diensten en financiële bijstand ter bevordering van het rationele gebruik van gas, ten behoeve van alle categorieën van eindafnemers, die al dan niet in aanmerking komen.De distributienetbeheerder stelt daartoe, in samenwerking met de Dienst, een driejarenprogramnna op voor rationeel gasgebruik.
Art. 19.§ 1. De netbeheerder legt, nadat hij de Dienst om advies heeft verzocht, vóór 31 oktober van elk jaar ter goedkeuring van de Regering, een programma voor met betrekking tot de uitvoering van zijn openbare dienstverplichtingen voor het volgend jaar en de daaraan verbonden begroting.
Hij bezorgt eveneens aan de Regering, vóór 30 juni van elk jaar, een verslag over de uitvoering van zijn openbare dienstverplichtingen tijdens het voorbije jaar, samen met de eraan verbonden rekeningen.
De Regering bezorgt dit verslag aan het Parlement. § 2. De Regering kan ter plaatse alle boekhoudkundige en andere stukken in verband met de kostprijs en de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen laten inkijken, door een ambtenaar van de Dienst die daartoe is aangesteld bij ministerieel besluit.
Om de rekeningen te onderzoeken, kan de Regering, naast de in het vorige lid bedoelde ambtenaar, een beroep doen op een bedrijfsrevisor. § 3. De netbeheerder houdt een afzonderlijke boekhouding bij voor elke van de verschillende openbare dienstverplichtingen.
Art. 20.De kosten verbonden aan de openbare dienstverplichtingen bedoeld in artikel 18 worden gedragen door de netbeheerder ten titel van exploitatiekosten. De doorrekening van deze kosten in de tarieven wordt geregeld door de federale wetgeving. HOOFDSTUK VI. - Pijpleidingen, installaties en directe leidingen
Art. 21.§ 1. De netbeheerder beschikt over het exclusieve recht de pijpleidingen en de installaties van het distributienet te onderhouden, te vervangen en leidingen en installaties van het distributienet te plaatsen in het kader van het investeringsplan bedoeld in artikel 10.
Dit recht omvat het recht om boven of onder het openbaar domein alle werken uit te voeren die nodig zijn voor het aanleggen, de werking of het onderhoud van de infrastructuren van voornoemd net, met inachtneming van de vigerende wettelijke en verordenende bepalingen.
Het Gewest, de eraan verbonden publiekrechtelijke rechtspersonen en de gemeenten hebben, voor het openbaar domein dat onder hun respectief beheer valt, het recht om de ligging of het tracé van de infrastructuren van het distributienet te laten wijzigen.
Worden wijzigingen opgelegd hetzij om reden van openbare veiligheid, hetzij om de schoonheid van een site te bewaren, hetzij in het belang van de openbare weg, een openbare dienst, waterlopen of kanalen, hetzij wegens wijzigingen aangebracht aan de toegangen tot de eigendommen langsheen de gebruikte wegen, dan worden ze uitgevoerd ten laste van de netbeheerder.
In de andere gevallen, zijn de wijzigingen ten laste van het Gewest, van de publiekrechtelijke rechtspersoon of de betrokken gemeente die vooraf een kostenraming mag eisen en, bij onenigheid, zelf tot de uitvoering der werken mag overgaan. § 2. Wat de openbare gasdistributie betreft, wordt de wet van 17 januari 1938 tot regeling van het gebruik door openbare besturen, de verenigingen van gemeenten en de concessiehouders van openbare diensten of van diensten van openbaar nut, van de openbare domeinen van den Staat, van de provinciën en van de gemeenten, voor het aanleggen en het onderhouden van leidingen en inzonderheid van gas- en waterleidingen, opgeheven.
Art. 22.Directe leidingen die geëxploiteerd worden bij een druk van 14,7 bar of minder kunnen worden geplaatst indien hiervoor een voorafgaande toekenning van een individuele vergunning door de Regering werd afgegeven. De vergunning bepaalt de rechten en plichten van de houder.
De Regering bepaalt de toekenningsprocedure van de vergunningen bedoeld in het vorig lid. De toekenning van een vergunning is afhankelijk van de weigering van toegang tot het distributienet.
Het aanleggen van een directe leiding doet geen afbreuk aan de verplichting van de leverancier om houder te zijn van een leveringsvergunning zoals bepaald in artikel 15. HOOFDSTUK VII. - Sancties
Art. 23.§ 1. Met een gevangenisstraf van een maand en een boete van twee tot vijfhonderd euro, of met één van deze straffen wordt bestraft : 1° al wie zich verzet tegen de controles en onderzoeken van de Dienst en van de Regering uitgevoerd krachtens deze Titel;2° al wie weigert de Dienst of de Regering de inlichtingen te verschaffen die hij gehouden is te geven krachtens deze Titel, ofwie hun opzettelijk onjuiste of onvolledige inlichtingen verschaft;3° al wie de verplichting om over een vergunning te beschikken overeenkomstig de artikelen 15, eerste lid, en 22 van deze Titel niet naleeft. § 2. De Regering kan de door haar bepaalde inbreuken op de bepalingen van de besluiten ter uitvoering van deze Titel, strafbaar stellen met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden en een boete van ten hoogste vijfhonderd euro of met één van deze straffen alleen. § 3. Artikel 85 van het Strafwetboek is niet van toepassing op de inbreuken bedoeld in de paragrafen 1 en 2. § 4. Elke inbreuk op artikel 8 wordt bestraft met de straf waarin voorzien in artikel 458 van het Strafwetboek.
Art. 24.§ 1. Onverminderd de andere maatregelen bepaald in deze Titel of de uitvoeringsbesluiten ervan, kan de Dienst elke natuurlijke of rechtspersoon gelasten zich te houden aan de bepalingen van deze Titel of de uitvoeringsbesluiten ervan, binnen de termijn die de Dienst bepaalt. Als deze persoon in gebreke blijft na het verstrijken van deze termijn, kan de Dienst hem een administratieve boete opleggen.
Deze boete mag, per kalenderdag, niet lager zijn dan duizend tweehonderd vijftig euro en niet hoger dan honderdduizend euro. De totale boete mag niet meer bedragen dan twee miljoen euro of drie percent van de omzet die de betreffende persoon gerealiseerd heeft op de gewestelijke gasmarkt in de loop van het laatste afgesloten boekjaar, indien dit laatste bedrag hoger is.
Er mag geen administratieve boete worden opgelegd aan een persoon die reeds voor identieke feiten strafrechtelijk vervolgd is op grond van artikel 23, zelfs in geval van buitenvervolgingstelling of vrijspraak. § 2. Vooraleer het bedrag van de boete te bepalen, informeert de Dienst de betrokken persoon per aangetekend schrijven en nodigt hem uit de Dienst een nota te bezorgen smet betrekking tot zijn verdedigingsgronden.
Het aangetekend schrijven bevat de vermelding van de in aanmerking genomen grieven, de overwogen sanctie en de melding dat het dossier kan worden ingekeken, de plaats en de uren waarop dit kan, en dit gedurende de hele termijn bepaald in het derde lid van deze paragraaf.
Het aangetekend schrijven herneemt de volledige tekst van dit artikel.
De nota dient de Dienst per aangetekend schrijven te worden bezorgd, binnen dertig dagen na ontvangst van het schrijven vermeld in het eerste lid.
De Dienst informeert de betrokken persoon over de datum van het voorafgaand verhoor, alsook de plaats en de uren waarop het dossier kan worden ingekeken. Dit laatste kan gebeuren tijdens de tien dagen die het verhoor voorafgaan. Deze kennisgeving wordt per aangetekend schrijven verzonden.
Het voorafgaand verhoor vindt plaats ten vroegste op de twintigste dag na de verzending van het aangetekend schrijven bepaald in het vorige lid. De betrokken persoon mag zich laten bijstaan door een advocaat of door deskundigen naar keuze. De Dienst stelt een proces-verbaal op van het verhoor en verzoekt de betrokken persoon het te tekenen, desgevallend, nadat deze er zijn opmerkingen aan heeft toegevoegd.
De Dienst neemt de zaak in beraad na het laatste verhoor. Hij bepaalt de administratieve boete middels een met redenen omklede beslissing en informeert de betrokken persoon binnen dertig dagen na het laatste verhoor, per aangetekend schrijven. Na deze termijn, wordt de Dienst geacht definitief af te zien van elke sanctie gegrond op de aan de betrokken persoon ten laste gelegde feiten, behalve in geval van nieuwe elementen.
De kennisgeving van de beslissing vermeldt de mogelijkheden tot beroep bepaald door de wet en door deze ordonnantie en de termijn waarbinnen het kan worden ingesteld. § 3. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de door de Dienst genomen beslissing, kan de betrokken persoon beroep instellen bij de Regering, per aangetekend schrijven, tegen ontvangstbewijs. Het beroep schorst de betwiste beslissing.
Binnen dertig dagen na het instellen van het beroep, deelt de Regering aan de betrokkene de plaats, dag en uur mee van het verhoor. Deze mededeling wordt per aangetekend schrijven verzonden.
De voorafgaande verhoorprocedure vermeld in § 2, vijfde lid, is van toepassing op het verhoor door de Regering. De Regering neemt de zaak in beraad na het laatste verhoor. Zij kan de door de Dienst opgelegde boete hetzij bevestigen, hetzij verminderen, hetzij opheffen.
Indien de Regering binnen drie maanden na het instellen van het beroep geen beslissing heeft meegedeeld, vervalt de administratieve boete. § 4. De administratieve boete dient te worden betaald binnen dertig dagen na de mededeling van de beslissing van de Regering.
De Dienst kan, op verzoek van de betrokken persoon, uitstel van betaling verlenen voor een door haar te bepalen termijn.
Indien de betrokken persoon in gebreke blijft de administratieve boete te betalen, zal deze worden geind door middel van een dwangbevel. De Regering stelt de ambtenaren aan die worden belast met de aanmaningen en bevelen tot tenuitvoerlegging. De tenuitvoerlegging wordt betekend bij deurwaardersexploot met opdracht tot betaling. § 5. Het beroep tegen de beslissing van de Regering waarin voorzien in § 3, werkt opschortend. HOOFDSTUK VIII. - Diverse maatregelen
Art. 25.De administratieve boetes die geïnd worden krachtens artikel 24 worden toegewezen aan het Fonds inzake energiebeleid bedoeld in artikel 34 van de ordonnantie van 19 juli 2001.
Art. 26.§ 1. De Dienst kan de netbeheerders, de leveranciers en de gebruikers van het net verzoeken hem alle gegevens en informatie die nodig zijn voor de uitoefening van zijn functie, binnen een door hem vastgestelde termijn te verschaffen. § 2. De ambtenaren van de Dienst mogen de vertrouwelijke en commercieel gevoelige gegevens waarvan ze kennis krijgen in het kader van hun functie niet vrijgeven, behalve in de gevallen waar ze opgeroepen worden om in rechte te getuigen, onverminderd § 3, en de uitwisseling van informatie met Belgische of Europese autoriteiten, waarin uitdrukkelijk voorzien wordt door wettelijke of verordenende bepalingen.
Elke inbreuk op het eerste lid wordt bestraft met de straffen waarin voorzien in het artikel 458 van het Strafwetboek. § 3. Voor zover ze tot dezelfde vertrouwelijkheid gehouden zijn en dat daarop dezelfde sancties rusten, kan de Dienst aan de andere Belgische reguleringsinstanties de vertrouwelijk en commercieel gevoelige gegevens meedelen die hun noodzakelijk zijn teneinde hun bevoegdheid uit te oefenen.
Art. 27.Eenieder die een bij deze ordonnantie bepaalde functie dan wel een functie krachtens deze ordonnantie uitoefent, is, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek, verplicht tot geheimhouding met betrekking tot de naamgegevens of de persoonsgebonden gegevens van de eindafnemers.
TITEL III. - Wegenisretributies inzake gas en elektriciteit
Art. 28.§ 1. De gemeenten kunnen een jaarlijkse retributie bepalen als vergoeding voor het wegenisrecht van de beheerders van de vervoernetten, van het gewestelijk vervoernet en van de distributienetten van gas en elektriciteit en van de eigenaars van rechtstreekse lijnen of leidingen.
Deze retributie is ten laste van de hierboven vermelde netbeheerders. § 2. Het recht bedoeld in § 1, omvat het recht de installaties die nodig zijn voor de ontvangst en distributie van elektrische energie en gas op het grondgebied van de gemeente, te hebben, te plaatsen of te laten plaatsen, te onderhouden of te laten onderhouden, te wijzigen of te laten wijzigen, te verwijderen of te laten verwijderen, op, boven of onder straten, wegen, openbare plaatsen en gebouwen van de gemeente.
Dit recht houdt eveneens afstand in van het natrekkingrecht in hoofde van de gemeenten op de installaties die zich bevinden op, boven of onder openbare domeinen en privéterreinen van de gemeente die bestemd zijn voor de verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de netbeheerders bedoeld in § 1. § 3. De retributie wordt vastgelegd op een maximaal bedrag van : 1° 0,25 centiemen per vervoerde of verdeelde kWu die aan een in aanmerking komende hoogspanningsafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd;2° 0,50 centiemen per vervoerde of verdeelde kWu die aan een in aanmerking komende laagspanningsafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd;3° 0,09 centiemen per vervoerde of verdeelde kWu gas die aan een in aanmerking komende eindafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd. Men verstaat onder « hoogspanning- en laagspanningsafnemers » de categorieën bedoeld in artikel 2, 19° en 20°, van de ordonnantie van 19 juli 2001 houdende organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De bedragen vermeld in het eerste lid worden elk jaar aangepast aan de index van de consumptieprijzen. De herziening gebeurt éénmaal per jaar, op 1 januari van het jaar waarin de vergoeding verschuldigd is, volgens de volgende berekening : (Basisbedrag van de vergoeding) x (index van de consumptieprijzen van de maand voorafgaand aan 1 januari van het jaar waarin de vergoeding verschuldigd is) Index van de consumptieprijzen van de maand [november 2001] TITEL IV. - Wijzigingen in de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 29.In artikel 1 van de ordonnantie van 19 juli 2001 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° na de woorden « interne markt voor elektriciteit » worden de volgende woorden bijgevoegd « alsook richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 houdende gemeenschappelijke regels voor de interne elektriciteitsmarkt en houdende intrekking van richtlijn 96/92 »;2° er wordt een derde lid bijgevoegd dat luidt als volgt : « Zij organiseert eveneens de omzetting van richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking door hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt.»
Art. 30.In artikel 2 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het 6°, wordt het woord « kwaliteitswanntekrachtkoppeling » vervangen door « warmtekrachtkoppeling »;de woorden « door middel van een installatie waarbij energie wordt bespaard, vergeleken bij de productie van dezelfde hoeveelheden warmte en elektriciteit in gescheiden installaties » worden vervangen door de woorden « in het kader van eenzelfde proces »; 2° na het 6°, wordt een 6°bis ingevoegd, luidend : « 6bis. kwalitatieve wanntekrachtkoppeling : warmtekrachtkoppeling die beantwoordt aan de kwaliteitscriteria bepaald overeenkomstig artikel 16 »; 3° in het 7°, worden de woorden « , organisch afval en organische producten van de landbouw en van de boomkwekerijen » vervangen door de woorden « en biomassa »;4° het 8°, wordt vervangen door hetgeen volgt : « 8° groenestroomcertificaat : overdraagbare en verhandelbare titel toegekend voor opgewekte groene elektriciteit of elektriciteit geproduceerd op basis van warmtekrachtkoppeling volgens de voorwaarden bepaald krachtens artikel 28 »;5° een 28° wordt toegevoegd, luidend : « 28° professionele afnemer : eindafnemer die het bewijs aanvoert dat hij de op zijn verbruikslocatie geleverde elektriciteit uitsluitend gebruikt voor beroepsdoeleinden »;6° een 29° wordt toegevoegd, luidend : « 29° huishoudelijke afnemer : eindafnemer die geen professionele afnemer is ».
Art. 31.Artikel 9, tweede lid, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt : « De bedragen verschuldigd aan de netbeheerder worden gestort op zijn bankrekeningen ».
Art. 32.Artikel 11, § 1, tweede lid, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt : « Het netreglement bepaalt onder andere de aansluitingsvoorwaarden, de voorwaarden van toegang tot het net, de procedures voor samenwerking tussen de netbeheerder en de beheerders van andere netten waarmee zijn net verbonden is, alsook de inlichtingen die door de verschillende partijen die toegang hebben tot het net moeten worden verschaft ».
Art. 33.Artikel 13 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt : «
Art. 13.Iedere eindgebruiker die meer dan 10 GWu per jaar en per verbruikslocatie verbruikt, komt in aanmerking vanaf 1 januari 2003.
Iedere professionele afnemer komt in aanmerking vanaf 1 juli 2004.
De Regering bepaalt de datum waarop de huishoudelijke afnemers in aanmerking komen. Deze datum mag niet eerder zijn dan 1 januari 2007 en niet later dan 1 juli 2007.
Een verbruikslocatie kan bevoorraad worden via meerdere leveringspunten. Een locatie die door een openbare wee doorkruist wordt, kan niet beschouwd worden als één verbruikslocatie. De spoorwegnetten van de NMBS en van de MIVB worden elk beschouwd als één verbruikslocatie. »
Art. 34.Artikel 14 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.
Art. 35.In artikel 16 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « een installatie voor » opgeheven;2° in het tweede lid, worden de woorden « installatie voor » en « erkend te worden als installatie voor » opgeheven en worden achter het woord « kwaliteitswarmtekrachtkoppeling » de woorden « te zijn » ingevoegd;3° in het derde lid, worden de woorden « voor kwaliteitswarmtekrachtkoppeling » opgeheven en worden de woorden « overeenkomstig de procedure waarin voorzien door artikel 28 » gevoegd voor de woorden « voor wat betreft het bepaalde in het eerste lid »;4° de tweede zin van het derde lid wordt opgeheven.
Art. 36.Artikel 19 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt : «
Art. 19.De netbeheerder publiceert jaarlijks op zijn intemetsite en volgens de andere regels die de Regering kan bepalen, de tarieven die van kracht zijn voor het net waarvan hij het beheer verzekert, met inbegrip van de tarieven die betrekking hebben op de ondersteunende diensten. »
Art. 37.Artikel 23 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 23.§ 1. Er wordt in een bemiddelingsprocedure voorzien voor de geschillen in verband met de toegang tot het distributienet, alsook voor de geschillen in verband met de toepassing van het netreglement.
Deze procedure wordt ingeleid op verzoek van één of meerdere belanghebbende partijen.
De Regering bepaalt de organisatieregels van de bemiddelingsprocedure en stelt een lijst op van deskundigen die kunnen optreden als bemiddelaars. De leden van de Geschillenkamer bedoeld in § 2, en de ambtenaren van de Dienst mogen niet als bemiddelaar aangesteld worden. § 2. Een autonoom orgaan wordt opgericht onder de naam « Geschillenkamer » die uitspraak doet over de geschillen zoals bedoeld in § 1, met uitzondering van deze betreffende burgerlijke rechten en verplichtingen.
Deze Kamer is samengesteld uit zes leden, drie effectieve leden en drie vervangende leden, benoemd door de Regering voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. De effectieve en de vervangende voorzitter, aangewezen door de Regering, worden gekozen tussen de magistraten van de rechterlijke orde en moeten hun kennis bewijzen van de Franse of de Nederlandse taal.
Iedere belanghebbende kan zijn zaak aanhangig maken bij de Geschillenkamer, bij verzoekschrift verzonden per aangetekend schrijven.
Alvorens een beslissing te nemen, roept de Geschillenkamer de te verschijnen partijen op. Zij kan elke voorlopige of onderzoeksmaatregel bevelen die zij nodig acht.
De Geschillenkamer neemt een beslissing binnen twee maanden volgend op de neerlegging van het verzoekschrift, behoudens verantwoord uitstel.
De beslissingen van de Geschillenkamer zijn met redenen omkleed.
Bij hoogdringendheid kan de Geschillenkamer eveneens om voorlopige maatregelen worden verzocht. De verzoeker toont, ter staving van zijn verzoek, het dringend en moeilijk te herstellen nadeel aan dat hij dreigt te lijden bij gebreke aan dergelijke maatregelen.
De Geschillenkamer kan elke maatregel bevelen die zij nuttig acht in afwachting van de beslissing die zij zal nemen.
De Regering bepaalt, voor het overige, de regels inzake de samenstelling, de onverenigbaarheden en de werking van de Geschillenkamer, alsook de procedure voor deze Kamer.
Zij bepaalt tevens de wijze waarop de personen die optreden als bemiddelaar en de leden van de zetel van de Geschillenkamer, vergoed worden. § 3. Het secretariaat van de bemiddelingsprocedure en van de Geschillenkamer wordt georganiseerd door de Dienst. »
Art. 38.Artikel 24 van dezelfde ordonnantie wordt als volgt gewijzigd : 1° het 4°, wordt vervangen door hetgeen volgt : « 4° Desgevallend, de overname van de door warmtekrachtkoppeling geproduceerde elektriciteit die noch zelfverbruikt noch aan derden geleverd wordt, binnen de grenzen van zijn behoeften.»; 2° een 6°, wordt toegevoegd, luidend : « 6° Een ombudsdienst organiseren en inlichtingen geven aan huishoudelijke afnemers inzake prijzen en voorwaarden van de levering van elektriciteit.»
Art. 39.Anikel 26 van dezelfde ordonnantie wordt als volgt gewijzigd : 1° in § 1, wordt het woord « jaarlijkse » vervangen door het woord « maandelijkse »;2° § 2, wordt opgeheven;3° in § 3, worden de woorden « 1 januari van het boekjaar » vervangen door de woorden « de 1ste dag van elke maand » en de woorden « 31 maart van dat jaar » door de woorden « de vijftiende van de volgende maand »; § 3, wordt § 2; 4° in § 4, eerste lid, worden de woorden « door de schuldenaar » en « tijdens het referentiejaar » geschrapt; § 4, tweede lid, wordt vervangen door hetgeen volgt : « Voor de de hoogspanningsafnemers is het ter beschikking gestelde vermogen het aansluitingsvermogen. Dit is gelijk aan het maximale vermogen, in kVA uitgedrukt, dat ter beschikking wordt gesteld volgens het aansluitingscontract. Bij gebrek aan aansluitingscontract of wanneer het afgenomen vermogen overschreden wordt in verhouding tot het maximale vermogen dat volgens het aansluitingscontract ter beschikking wordt gesteld, dan is het aansluitingsvermogen gelijk aan het maximale vermogen, in kVA uitgedrukt, dat wordt afgenomen tijdens de zesendertig voorafgaande maanden, vermenigvuldigd met een factor 1,2. »; § 4, wordt § 3; 5° in § 5, wordt het eerste lid vervangen door het volgende lid : « Het maandelijks te innen recht wordt vastgelegd op 0,67 euro per kVa voor de hoogspanning. Voor de laagspanning wordt het vastgelegd volgens het volgende barema : 1° ter beschikking gesteld vermogen kleiner dan of gelijk aan 1,44 kVa : 0,00 euro;2° ter beschikking gesteld vermogen tussen : 1,44 en 6,00 kVa : 0,60 euro 6,01 en 9,60 kVa : 0,96 euro 9,61 en 12,00 kVa : 1,20 euro 12,01 en 36,00 kVa : 2,40 euro 36,01 en 56,00 kVa : 4,80 euro 56,01 en 100,00 kVa : 7,80 euro »; in § 5, tweede lid, wordt de laatste zin geschrapt; § 5, wordt § 4; 6° § 6, wordt § 5;7° § 7, wordt § 6;8° § 8, wordt § 7;9° in § 9, worden de woorden « het boekjaar 2004 » vervangen door « de maand januari 2004 »; § 9, wordt § 8; 10° Er wordt een § 9, ingevoegd, luidend als volgt : § 9.De kosten verbonden aan de openbaredienstverplichtingen bedoeld in artikel 24 en die het bedrag van de krachtens dit artikel geïnde bijdrage overschrijden, worden gedragen door de netbeheerder, ten titel van exploitatiekosten. De doorrekening van deze kosten in de tarieven wordt geregeld door de federale wetgeving.
In § 4, derde lid, worden de woorden « gedeeld door elf » geschrapt.
Voor de openbaredienstverplichtingen bepaald in artikel 24, 1° tot 4° en 6°, mogen de overschrijdende kosten bedoeld in eerste lid het bedrag van de begroting voorzien in artikel 25, § 1, niet overschrijden ».
Art. 40.Artikel 27 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.
Art. 41.§ 1. In artikel 28, § 1, van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden tussen de woorden « groene energie » en « op het grondgebied » de woorden « alsook kwalitatieve warmtekrachtkoppeling » ingevoegd;2° het tweede lid wordt vervangen door hetgeen volgt : Na advies van de Dienst, bepaalt de Regering de criteria, de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van groenestroomcertificaten alsook de procedure voor de certificering van de installaties van groene elektriciteit en warmtekrachtkoppeling »;3° in het derde lid, worden de woorden « , volgens de voorwaarden en procedures die door de Regering werden vastgelegd » weggelaten. § 2. Artikel 28, § 2, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt : « § 2. Iedere leverancier, met uitzondering van de distributienetbeheerder, levert aan de Dienst een aantal groenestroomcertificaten af dat overeenstemt met de in deze paragraaf opgelegde jaarlijkse quota, vermenigvuldigd met het geheel van leveringen, uitgedrukt in MWu, in de loop van het jaar aan in aanmerking komende afnemers gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en gedeeld door 1 MWu.
De quota zijn : 1° 2 % voor het jaar 2004;2° 2,25 % voor het jaar 2005;3° 2,5 % voor het jaar 2006. De Regering bepaalt, na advies van de Dienst, de quota voor de volgende jaren op basis van de evolutie van de groene-elektriciteitsmarkt en van de werking van de vrijgemaakte markt, Na advies van de Dienst, bepaalt de Regering de voorwaarden waaronder de leveranciers door andere overheden uitgegeven groenestroomcertificaten aan de Dienst kunnen afleveren, alsook de praktische uitvoeringsregels van deze paragraaf. ». § 3. Artikel 28, § 3, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door hetgeen volgt : « § 3. In geval van, gehele of gedeeltelijke,niet-uitvoering van de verplichting bepaald in § 2, legt de Dienst een boete op aan de betrokken leverancier overeenkomstig artikel 32, § 2bis ».
Art. 42.Artikel 32 van dezelfde ordonnantie wordt als volgt gewijzigd : 1° het tweede lid van § 1, wordt geschrapt;2° tussen § 2 en § 3, wordt een § 2bis, ingevoegd, luidend : « § 2bis.Wat betreft de administratieve boete bedoeld in artikel 28, § 3, wordt het bedrag per ontbrekend certificaat vastgesteld op 75 euro voor de jaren 2004, 2005, 2006, en op 100 euro voor de daaropvolgende jaren.
Elk jaar deelt de Dienst, bij aangetekend schrijven, op basis van de inlichtingen die hem werden verstrekt, aan de betrokken leverancier het totaal bedrag van de administratieve boete mee die verschuldigd is voor de niet-naleving van de verplichting bepaald in artikel 28, § 2.
Deze leverancier kan, binnen vijftien dagen na deze mededeling, zijn opmerkingen aan de Dienst bezorgen.
Na onderzoek van de eventuele opmerkingen van de betrokken leverancier, deelt de Dienst hem zijn met redenen omklede beslissing inzake het opleggen van een boete mee ». 3° in § 3, eerste lid, worden na de woorden « door de Dienst genomen beslissing », de woorden « krachtens de voorgaande paragrafen » ingevoegd.4° § 5, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 5.Het beroep tegen de beslissing van de Regering voorzien in § 3, werkt opschortend. »
Art. 43.Artikel 35 wordt vervangen door hetgeen volgt : «
Art. 35.§ 1. De Dienst kan de netbeheerders, de leveranciers en de gebruikers van de netten verzoeken, hem alle gegevens en informatie die nodig zijn voor de uitoefening van zijn functie, te verschaffen, binnen een door hem vastgestelde termijn. § 2. De ambtenaren van de Dienst mogen de vertrouwelijke en commercieel gevoelige gegevens waarvan ze kennis hebben in het kader van hun functie niet vrijgeven, behalve in de gevallen waar ze opgeroepen worden om in rechte te getuigen, onverminderd § 3, en de uitwisseling van informatie met de Belgische en Europese autoriteiten waarin uitdrukkelijk voorzien wordt in wettelijke of verordenende bepalingen.
Elke inbreuk op het eerste lid wordt bestraft met de straffen waarin voorzien in het artikel 458 van het Strafwetboek. § 3. Voor zover ze tot dezelfde vertrouwelijkheid gehouden zijn en daarop dezelfde sancties rusten, kan de dienst aan de andere Belgische reguleringsinstanties de vertrouwelijke en commercieel gevoelige gegevens meedelen die hun noodzakelijk zijn teneinde hun bevoegdheid uit te oefenen. ».
Art. 44.Een nieuw artikel 35bis toevoegen, luidend : «
Art. 35bis.Eenieder die een bij deze ordonnantie bepaalde functie dan wel een functie krachtens deze ordonnantie uitoefent, is, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek, verplicht tot geheimhouding met betrekking tot de naamgegevens of de persoonsgebonden gegevens van de eindafnemers. »
Art. 45.De Minister bevoegd voor Energie wordt belast met de uitvoering van deze ordonnantie.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 1 april 2004.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 2003-2004. Documenten van de Raad. - Ontwerp van ordonnantie, A-506/1. - Verslag, A-506/2.
Volledig verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 26 maart 2004.