gepubliceerd op 28 november 2008
Ministerieel besluit houdende de bepaling van het bedrag en de berekeningswijze van de vergoedingen toegekend aan de personen die optreden als bemiddelaar en aan de leden van de zetel van de Geschillenkamer
17 NOVEMBER 2008. - Ministerieel besluit houdende de bepaling van het bedrag en de berekeningswijze van de vergoedingen toegekend aan de personen die optreden als bemiddelaar en aan de leden van de zetel van de Geschillenkamer
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 23, § 2, laatste lid;
Gelet op de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 17, § 2, laatste lid;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 houdende organisatie van de bemiddelingsprocedure en de werking van de Geschillenkamer bedoeld in artikel 23 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in artikel 17 van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid artikel 26 van dit besluit;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 november 2007;
Gelet op het akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 february 2008;
Gelet op het advies 44.193/3 van de Raad van State, gegeven op 11 maart 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° « elektriciteitsordonnantie » : de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 14 december 2006;2° « gasordonnantie » : de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 14 december 2006;3° « besluit » : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 houdende organisatie van de bemiddelingsprocedure en de werking van de Geschillenkamer bedoeld in artikel 23 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in artikel 17 van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;4° « BRUGEL » : de Reguleringsommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals georganiseerd door de bepalingen van artikel 30 bis tot 30 octies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingelast in deze ordonnantie door de ordonnantie van 14 december 2006;5° « bemiddeling » : de bemiddelingsprocedure bedoeld in artikel 23, § 1, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in artikel 17, § 1, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;6° « Geschillenkamer » : het autonome orgaan bedoeld in artikel 23, § 2, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in artikel 17, § 2, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;7° « verzoeker » : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de bemiddelingsprocedure of de procedure voor de Geschillenkamer aanhangig maakt;8° « procedure ten gronde » : procedure ingesteld voor de Geschillenkamer bij toepassing van hoofdstuk III, afdeling II van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 houdende organisatie van de bemiddelingsprocedure en de werking van de Geschillenkamer;9° « procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen » : procedure ingesteld voor de Geschillenkamer bij toepassing van hoofdstuk III, afdeling III van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 houdende organisatie van de bemiddelingsprocedure en de werking van de Geschillenkamer. HOOFDSTUK II. - Vergoedingen van de aangewezen bemiddelaar en van de leden van de zetel van de Geschillenkamer Afdeling I. - Vergoedingen van de aangewezen bemiddelaar
Art. 2.§ 1. De bemiddelaar, aangewezen overeenkomstig artikel 4 van het besluit zoals gedefinieerd in artikel 1, 3°, van dit besluit, ontvangt vergoedingen waarvan het bedrag berekend wordt op basis van een tarief van 120 euro per arbeidsuur gepresteerd in functie van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 1 van dit besluit. § 2. In functie van de ingewikkeldheid van het dossier, kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast op de vergoedingen » bedoeld in de vorige paragraaf. Deze coëfficiënt zal worden bepaald door BRUGEL en zal variëren tussen 0,25 en 2. § 3. De ingewikkeldheid van het dossier zal door BRUGEL worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria : - Het aantal afname- of injectiepunten waarvoor de toegang tot het distributienet wordt gevraagd; - Het type aansluiting; - Het vermogen van de aansluiting; - Het spanningsniveau voor elektriciteit of het drukniveau voor gas; - Het verbruiksprofiel; - Het type meter. Afdeling II. - Vergoedingen van de voorzitter en van de overige leden
van de zetel van de Geschillenkamer Onderafdeling I. - Procedure ten gronde
Art. 3.§ 1. Dit artikel heeft betrekking op de procedure ten gronde. § 2. De effectieve voorzitter van de Geschillenkamer en de plaatsvervangende voorzitter die de effectieve voorzitter vervangt, wanneer deze wettig verhinderd is, ontvangen vergoedingen waarvan het bedrag berekend wordt op basis van een tarief van 150 euro per arbeidsuur gepresteerd in functie van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit, onder voorbehoud van wat voorzien is in paragrafen 4 en 5. § 3. De overige effectieve leden van de zetel van de Geschillenkamer en de overige plaatsvervangende leden die een effectief lid vervangen, wanneer dit wettig verhinderd is, ontvangen vergoedingen die berekend worden op basis van een tarief van 120 euro per arbeidsuur gepresteerd in functie van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit, onder voorbehoud van wat voorzien is in de paragrafen 4 en 5. § 4. Voor de studie van het dossier, worden de arbeidsuren die reeds werden vergoed in het kader van een voorafgaandelijke procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen in mindering gebracht van het aantal arbeidsuren bedoeld in de paragrafen 2 en 3. § 5. Indien de voorzitter of een zetelend lid niet reeds zetelde in het kader van een voorafgaandelijke procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen, vindt de voorgaande paragraaf geen toepassing op de voorzitter of op dit lid. § 6. In functie van de ingewikkeldheid van het dossier, kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast op de vergoedingen die worden betaald voor de acties « studie van het dossier », « verschijning van de partijen », « beslissing ten gronde » en « redactie van de beslissing ten gronde ». Deze coëfficiënt zal worden bepaald door BRUGEL en zal variëren tussen 0,25 en 2. § 7. De ingewikkeldheid van het dossier zal door BRUGEL worden beoordeeld aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 2, § 3, van dit besluit.
Onderafdeling II. - Procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen
Art. 4.§ 1. Dit artikel heeft betrekking op de procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen. § 2. Het bedrag van de vergoedingen, ontvangen in het kader van een procedure tot het opleggen van voorlopige maatregelen wordt berekend op basis van de uurtarieven, vastgesteld in de paragrafen 2 en 3 van artikel 3 van dit besluit, verhoogd met 25 %. Het bedrag van de vergoedingen wordt berekend op basis van het aantal arbeidsuren weergegeven in de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit besluit, behalve voor wat betreft de studie van het dossier. De studie van het dossier wordt vergoed ten belope van 4 arbeidsuren. § 3. In functie van de ingewikkeldheid van het dossier, kan een correctiecoëfficiënt worden toegepast op de vergoedingen die worden betaald voor de acties « studie van het dossier », « verschijning van de partijen », « beslissing tot het opleggen van voorlopige maatregelen » en « redactie van de beslissing tot het opleggen van voorlopige maatregelen ». Deze coëfficiënt zal worden bepaald door BRUGEL en zal variëren tussen 0,25 en 2. § 4. De ingewikkeldheid van het dossier zal door BRUGEL worden beoordeeld aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 2, § 3, van dit besluit. HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen
Art. 5.De vergoedingen toegekend aan de aangewezen bemiddelaar, alsook aan de voorzitter en de leden van de zetel van de Geschillenkamer zijn ten laste van het budget BRUGEL.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2008 en heeft uitwerking gedurende een periode van drie jaar.
Art. 7.De Minister die bevoegd is voor Energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 november 2008.
Mevr. E. HUYTEBROECK
BIJLAGE I Tabel die het aantal arbeidsuren weergeeft van de aangewezen bemiddelaar Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 17 november 2008.
Mevr. E. HUYTEBROECK
BIJLAGE II Tabel die het aantal arbeidsuren weergeeft van de leden van de zetel van de Geschillenkamer Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 17 november 2008.
Mevr. E. HUYTEBROECK