Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 14 december 2006
gepubliceerd op 09 januari 2007

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnanties van 19 juli 2001 en van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot opheffing van de ordonnantie van 11 juli 1991 met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit en de ordonnantie van 11 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van de gaslevering voor huishoudelijk gebruik

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031640
pub.
09/01/2007
prom.
14/12/2006
ELI
eli/ordonnantie/2006/12/14/2006031640/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2006. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnanties van 19 juli 2001 en van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot opheffing van de ordonnantie van 11 juli 1991 met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit en de ordonnantie van 11 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van de gaslevering voor huishoudelijk gebruik (1)


TITEL I. - Algemene bepaling

Artikel 1.ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in Grondwet TITEL II. - Aan de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Art. 2.van de ordonnantie van 19 juli 2001. organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd bij ordonnantie betreffende de organisatie van de gasmarkt Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de de elektriciteitsmarkt in het Brussels Gewest, worden de woorden « kwaliteitswarmtekrachtkoppelingsinstallaties of door ingevoegd « voortgebracht door » en de woorden « energiebronnen ».

Art. 3.van dezelfde ordonnantie wordt een ingevoegd, luidend als volgt : « 7°bis. Biomassa : de biologisch afbreekbare fractie afvalstoffen en residuen van de landbouw plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw aanverwante bedrijfstakken, alsmede de biologisch fractie van industrieel en huishoudelijk afval.

Art. 4.Artikel 2, 22° van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « 22° technisch reglement : reglement dat de betrekkingen netbeheerder, de toegangshouders tot het net, de beheerders van andere netten organiseert van technische en administratieve voorschriften goede werking van het net, de koppelingen toegankelijkheid ervan mogelijk maken. »

Art. 5.Artikel 2, 26° van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « 26° de Dienst : de dienst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer die belast is met de energie; ».

Art. 6.Artikel 2 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld als volgt : « 26°bis Commissie : de Commissie voor de regulering gas en elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opgericht door artikel 30bis; 26°ter opdrachthouder : lid van het personeel van het Brussels Instituut voor Milieubeheer dat door de Regering de Commissie belast wordt met de opdrachten zoals bedoeld in deze ordonnantie; ».

Art. 7.In artikel 2, 28° van dezelfde ordonnantie, wordt het woord « uitsluitend » geschrapt.

Art. 8.Artikel 2, punt 29 wordt vervangen als volgt : « 29° huishoudelijke afnemer : de op het net aangesloten afnemer die elektriciteit aankoopt voor hoofdzakelijk huishoudelijk gebruik en waarvan de factuur wordt opgemaakt op zijn eigen naam; ».

Art. 9.Artikel 2 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld als volgt : « 30° gezin : hetzij een alleenstaande natuurlijke persoon die huishoudelijke eindafnemer is, hetzij een geheel natuurlijke personen, al dan niet verenigd door familiale banden, die gewoonlijk samenleven in dezelfde woning en waarvan een van de leden een huishoudelijke afnemer is; 31° beschermde afnemer : de op het net aangesloten huishoudelijke eindafnemer die erkend werd als zijnde beschermd;32° gemeenschappelijk gebouw met gemeenschappelijke verwarmingsketel : gebouw uitgerust met een centraal verwarmingssysteem dat meerdere woningen voorziet van verwarming of sanitair warm water;33° groene leverancier : elke leverancier die titularis is van een groene leveringsvergunning en die ten minste 50 % elektriciteit verkoopt in de vorm van groene elektriciteit opgewekt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 33°bis groene elektriciteit : elektriciteit opgewekt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een label van garantie van oorsprong krijgt; 34° lokale leverancier : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die beschikt over een lokale leveringsvergunning in de zin van artikel 21;35° koppeling : geheel van uitrustingen om de gewestelijke transmissienetten en het distributienet te verbinden;36° privé-net;geheel van inrichtingen van een privéterrein waarop zich een bron van lokale productie van groene elektriciteit bevindt en die aan een spanning lager dan 11 kV verschillende in aanmerking komende klanten, gesitueerd op dit privé-gebied, bevoorraadt zonder op het transmissienet of op het distributienet aangesloten te worden; 37° afnemer aangesloten op het privé-net : eindafnemer die op een privé-net aangesloten is en zijn mogelijkheid om in aanmerking te komen heeft afgestaan aan de beheerder van het privé-net;38° beheerder van het privé-net : natuurlijke persoon of rechtspersoon die gelijktijdig beschikt over : - het eigendoms-, het gebruiks- of beheersrecht op een privé-net; - de mogelijkheid van de afnemers die zijn aangesloten op dit privé-net om in aanmerking te komen; 39° O.C.M.W. : openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bedoeld in het samenwerkingsakkoord afgesloten op 21 september 2006 tussen de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. »

Art. 10.In artikel 3, § 3 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « de Dienst » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 11.In artikel 4 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « de Dienst » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 12.Artikel 5, § 1, tweede lid, 1° van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « 1° de verbetering, de vernieuwing en eventueel de uitbreiding van het net en de koppelingen ervan met het federale transmissienet en het distributienet in het kader van het investeringsplan bedoeld in artikel 12, en dit in zijn geheel, met het oog op het waarborgen van een capaciteit die aan de noden voldoet; ».

Art. 13.Artikel 5, § 1, tweede lid, 4° van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « 4° het besturen van het net en het beheer van de elektriciteitsstromen met inbegrip van het gebruik van de koppelingen daarvoor. Dit gebruik gebeurt in samenwerking met de transmissienetbeheerder en de distributienetbeheerder; ».

Art. 14.In artikel 5, § 6 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « de Dienst » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 15.In artikel 5, § 7 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « van de Dienst » vervangen door de woorden van de Commissie » en worden de woorden « aan de Dienst » vervangen door de woorden « aan de Commissie ».

Art. 16.In artikel 6, § 4 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « de Dienst » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 17.Artikel 7, § 1, tweede lid, 1° van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « 1° de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net en de koppelingen ervan met het federale transmissienet en het distributienet in het kader van het investeringsplan bedoeld in artikel 12, met de bedoeling een voldoende capaciteit te waarborgen om aan de behoeften te voldoen en om de toelevering aan alle afnemers te waarborgen; ».

Art. 18.In artikel 7, § 1, tweede lid, 4° van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « met inbegrip van het gebruik van de koppelingen daarvoor » vervangen door de woorden met inbegrip van het waarborgen van de goede werking en het gebruik met dat doel van de koppelingen.

Dit gebruik gebeurt in samenwerking met de beheerder van het transmissienet en de beheerder van het gewestelijk transmissienet; ».

Art. 19.In artikel 7 § 1, tweede lid, 6° van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « tot het » vervangen door de woorden « tot zijn ».

Art. 20.In artikel 7, § 1, tweede lid, wordt punt 7° van dezelfde ordonnantie vervangen als volgt : « 7° het installeren, het onderhoud van de meters en het opnemen van de meterstanden en de behandeling van meetgegevens. »

Art. 21.In artikel 7, § 4 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « de Dienst » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 22.Artikel 7, § 5 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 5. De distributienetbeheerder wordt belast met de verplichtingen en opdrachten van openbare dienst zoals bepaald in artikel 24, 24bis, 24ter en in hoofdstuk IVbis. »

Art. 23.In artikel 7, § 6 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « van de Dienst » vervangen door de woorden van de Commissie« en worden de woorden « aan de Dienst » vervangen door de woorden « aan de Commissie ».

Art. 24.In artikel 8 van dezelfde ordonnantie, wordt een § 4. ingevoegd, luidend als volgt : « § 4. De distributienetbeheerder mag geen activiteiten i.v.m. elektriciteitslevering uitoefenen behalve in de in Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie bedoelde gevallen. »

Art. 25.Artikel 9 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : «

Art. 9.§ 1. De distributienetbeheerder komt zijn verplichtingen en opdrachten bedoeld in de artikelen 7, 24, 24bis, 24ter en in hoofdstuk IVbis na, met inachtneming van de principes die hierna volgen : 1° hij zorgt voor de relaties met de regulatoren en met de overheden, alsook voor het voeren van zijn boekhouding, het beheer van zijn bankrekeningen en zijn financiering, in volledige onafhankelijkheid van de personen bedoeld in artikel 8, § 1;2° de hem verschuldigde bedragen worden gestort op bankrekeningen geopend op zijn naam;3° hij beschikt over een informaticasysteem dat, met name wat het beheer ervan betreft, onafhankelijk is van de personen bedoeld in artikel 8, § 1;4° met het doel te voldoen aan de voorafgaande vereisten, zorgt hij ervoor dat hij, naast andere middelen, over voldoende gekwalificeerd personeel beschikt. § 2. De distributienetbeheerder kan de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten geheel of gedeeltelijk toevertrouwen aan één of meer uitbatingsbedrijven, onder de hierna volgende voorwaarden : 1° de gedelegeerde verplichtingen en opdrachten moeten uitgeoefend worden met naleving van de principes beschreven in § 1;2° de netwerkbeheerder moet voor voldoende middelen zorgen om een effectieve controle uit te oefenen op de uitoefening van de gedelegeerde verplichtingen en opdrachten;3° wat de openbaredienstverplichtingen betreft, dienen de nadere regels van de delegatie door de distributienetbeheerder ter goedkeuring aan de regering te worden voorgelegd na advies van de Commissie;4° de activiteiten die verband houden met de toegang tot het netwerk, met de metingen evenals met de relaties met de toeganghouders en gebruikers van het distributienet, met inbegrip van het bijhorende informatiesysteem, mogen niet worden toevertrouwd aan personen zoals bedoeld in artikel 8, § 1;5° onder voorbehoud van de voorwaarden die voorafgaan, stelt de distributienetbeheerder vrij de verplichtingen en opdrachten vast die hij delegeert, alsook de nadere regels voor deze delegatie. § 3. De distributienetbeheerder stelt echter een plan op met de noodzakelijke fasen om de bestaande situatie op 1 januari 2007 in overeenstemming te brengen met dit artikel.

Gedurende de overgangsperiode, kan er afgeweken worden van § 2, 4° van dit artikel.

Het plan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de regering vóór iedere nieuwe delegatie.

De delegaties moeten uiterlijk op 30 juni 2008 overeenstemmen met dit artikel. § 4. De regering kan aanvullende maatregelen treffen inzake de organisatie van diensten en beheersdelegaties, teneinde de onafhankelijkheid van de distributienetbeheerder ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 8, § 1. te waarborgen. »

Art. 26.In Hoofdstuk II, van dezelfde ordonnantie, wordt een nieuwe afdeling IIbis ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling IIbis. Toegang tot de netten

Artikel 9bis.De gewestelijke transmissienetbeheerder voor elektriciteit verleent toegang tot zijn net aan de afnemers aangesloten op het gewestelijk transmissienet en aan de producenten die één of meerdere productie-installaties hebben, gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aangesloten zijn op dit net, onder de voorwaarden bepaald door het technisch reglement. Hij erkent aan de toegangshouders tot het distributienet het recht van toegang tot het gewestelijk transmissienet teneinde hun afnemers aangesloten op het distributienet met elektriciteit te bevoorraden.

De distributienetbeheerder verleent, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in het technisch reglement, toegang tot zijn net aan de leveranciers die beschikken over een leveringsvergunning voor de distributie van de elektriciteit die bestemd is voor hun afnemers die zijn aangesloten op het distributienet, aan de producenten die één of meerdere productie-installaties hebben, gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en aan de gebruikers die, in voorkomend geval, gemachtigd zijn om een aanvraag tot toegang in te dienen en die zijn aangesloten op ditzelfde net. »

Art. 27.In Hoofdstuk II, van dezelfde ordonnantie, wordt een Afdeling IIter ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling IIter. Technische reglementen

Artikel 9ter.Op voorstel van de distributienetbeheerder, op voorstel van de beheerder van het gewestelijk transmissienet en na advies van de Commissie, neemt de Regering de technische reglementen voor het beheer van het distributienet en het gewestelijk transmissienet aan.

Alvorens haar advies te geven, kan de Commissie aanpassingen voorstellen aan de voorstellen van technisch reglement die haar worden voorgelegd. In dit geval, deelt zij die voorstellen tot aanpassing mede aan de beheerder van het betrokken net. Deze beschikt over een termijn van één maand om in zijn oorspronkelijk voorstel alle of een gedeelte van de voorgestelde aanpassingen aan te brengen. Wanneer deze niet allemaal in overweging worden genomen, verantwoordt de netbeheerder zijn standpunt ten aanzien van de Commissie in een advies. De Commissie stelt dan een bijkomend advies op. Het oorspronkelijk advies en de voorstellen tot wijziging gedaan door de Commissie, waarbij het voorstel van technisch reglement, het advies van de distributienetbeheerder ter verantwoording van de weigering om een of ander voorstel tot wijziging te aanvaarden, evenals het bijkomend advies van de Commissie worden gevoegd, worden aan de Regering overgemaakt, die beslist om het technisch reglement al dan niet aan te nemen.

Wanneer de Commissie op basis van klachten of op grond van haar eigen waarnemingen, een slechte werking of een weinig efficiënte werking identificeert met betrekking tot de uitvoering van een of ander technisch reglement, publiceert de Commissie haar advies op haar website. Na een termijn van 60 dagen kan de Commissie zich in de plaats stellen van de beheerder van het betrokken net in geval deze geen voorstel doet tot aanpassing van het bedoelde technisch reglement. Het voorstel van de Commissie wordt dan voor advies voorgelegd aan de netbeheerder en vervolgens, vergezeld van dit advies, binnen de maand na het advies door de netbeheerder bij de Regering neergelegd voor aanneming.

De technische reglementen worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Ze bepalen met name : 1° de minimale technische vereisten voor de aansluiting op het net, de bepalingen betreffende de grenzen van het net en de nadere regels van het ter beschikking stellen van plaatsen en infrastructuren door de aanvragers van een aansluiting;2° de voorwaarden voor toegang tot het net, waaronder de specifieke voorschriften die van toepassing zijn op de in aanmerking komende eindafnemers die aangesloten zijn op eenzelfde privé-net;3° de respectievelijke verantwoordelijkheden van de netbeheerders en van de gebruikers die aangesloten zijn op deze netten;4° de operationele regels waaraan de netbeheerders onderworpen zijn in hun technisch beheer van de elektriciteitsstromen en de maatregelen die ze moeten treffen met het doel de problemen op te lossen inzake congestie en technische storingen die de zekerheid en de continu ïteit van de bevoorrading in het gedrang kunnen brengen;5° de prioriteit die moet worden gegeven aan de aansluitingen van de installaties voor productie van groene elektriciteit;6° de prioriteit die moet worden gegeven aan de ingraving van de elektrische leidingen bij de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net;7° de ondersteunde diensten die de netbeheerders moeten voorzien;8° de informatie en de gegevens die door de netgebruikers moeten worden verstrekt aan de netbeheerders;9° de maatregelen die tot doel hebben elke discriminatie tussen de netgebruikers of categorieën van netgebruikers te voorkomen;10° de maatregelen die moeten worden genomen om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de persoonlijke en commerciële gegevens waarvan de netbeheerder kennis heeft bij de uitvoering van zijn opdrachten;11° de gegevens die moeten worden uitgewisseld, met name om de opstelling van het investeringsplan mogelijk te maken;12° de informatie die door de netbeheerder moet worden verstrekt aan de beheerders van de andere elektriciteitsnetten waarmee dit net is verbonden, om een veilige en efficiënte uitbating, een gecoördineerde ontwikkeling en de wisselwerking tussen de verbonden netten te waarborgen;13° de regels en de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van installaties van de gebruiker aan de netbeheerders, teneinde de veiligheid van hun net te waarborgen;14° de operationele regels betreffende de privé-netten bedoeld in artikel 2, 36° van de ordonnantie. Ze bevatten eveneens : 1° een meetcode die met name de technische en administratieve voorschriften vaststelt om de meting te kunnen organiseren;2° een samenwerkingscode, die met name de regels voor samenwerking tussen de netbeheerders vaststelt en die onder andere de uitwisseling van meetgegevens, de voorbereiding van de investeringsplannen, de organisatie van de uitbatingprocedures op de koppelingspunten, de manier van factureren van de netbeheerders overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven voor aansluiting op de distributienetten en het gebruik ervan, de ondersteunende diensten geleverd door de beheerders van deze netten en inzake de boekhouding van de beheerders van de distributienetten voor elektriciteit bepaalt.»

Art. 28.In artikel 10, § 1 van dezelfde ordonnantie, wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ».

Art. 29.Artikel 11 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.

Art. 30.Artikel 12, § 1, tweede lid van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « Het investeringsplan bevat ten minste de volgende gegevens : 1° een beschrijving van de bestaande infrastructuur en van de staat van veroudering ervan;2° een raming van de capaciteitsbehoeften, rekening houdend met de waarschijnlijke evolutie van het verbruik en met de kenmerken ervan;3° een beschrijving van de ingezette middelen en van de investeringen die moeten worden gedaan om tegemoet te komen aan de geraamde behoeften, met inbegrip van, in voorkomend geval, de versterking of de installatie van koppelingen teneinde de juiste verbinding te waarborgen met de netten waarmee het net is verbonden;4° het vastleggen van de nagestreefde kwaliteitsdoelstellingen, in het bijzonder met betrekking tot de duur van de onderbrekingen en de kwaliteit van de spanning;5° het gevoerde milieubeleid;6° de beschrijving van het onderhoudsbeleid;7° de lijst van interventies in noodgevallen die zich hebben voorgedaan tijdens het voorbije jaar.»

Art. 31.Artikel 12, § 3 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 3. De voorstellen van investeringsplan worden op 15 september van het jaar dat voorafgaat aan het eerste jaar waarop het plan betrekking heeft aan de Commissie bezorgd. Na advies van de Commissie, dat eveneens rekening moet houden met de relaties tussen de gas- en de elektriciteitsmarkt en tussen de markten van arm en rijk aardgas, worden deze voorstellen ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering.

Bij gebrek aan een beslissing van de Regering op 31 december van het in lid 1 bedoelde jaar, of uiterlijk drie en een halve maand na de neerlegging van de voorstellen van investeringsplannen, worden de voorstellen van investeringsplan geacht goedgekeurd te zijn, en zijn de netbeheerders gebonden door de investeringen.

De Commissie kan, in het belang van de gebruikers en rekening houdend met de milieucriteria, de netbeheerder het uitdrukkelijke bevel geven om bepaalde vanuit technisch en financieel oogpunt alternatieve of aanvullende investeringen te bestuderen. Deze studies moeten worden uitgevoerd binnen een termijn die rekening houdt met de termijnen voor goedkeuring van de in het bovenstaande lid vermelde investeringsplannen. »

Art. 32.In artikel 12, § 4 van dezelfde ordonnantie, wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ».

Art. 33.Artikel 13, derde lid van dezelfde ordonnantie, wordt vervangen als volgt : « De Regering bepaalt de datum waarop de huishoudelijke afnemers in aanmerking komen. De afnemers aangesloten op het distributienet of op het gewestelijk transmissienet, komen uiterlijk op 1 juli 2007 in aanmerking. De huishoudelijke afnemers die kiezen voor de levering van groene elektriciteit komen onmiddellijk in aanmerking. »

Art. 34.In artikel 16, tweede lid van dezelfde ordonnantie, wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ».

Art. 35.Artikel 18 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « De distributienetbeheerder komt in aanmerking voor de aankoop van elektriciteit bestemd om zijn net- en transformatieverlies te dekken en om zijn openbare dienstverplichtingen en -opdrachten bepaald in artikel 24 en 24bis en in hoofdstuk IVbis, te vervullen ».

Art. 36.Artikel 20, § 2, eerste lid, van dezelfde ordonnantie, wordt aangevuld als volgt : « Om aangeduid te worden, moet die maatschappij beschikken over de in artikel 21 voorziene leveringsvergunning. »

Art. 37.Artikel 21 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « De leveranciers dienen te beschikken over een leveringsvergunning toegekend door de Regering om aan de in aanmerking komende afnemers elektriciteit te leveren voor een verbruikslocatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Zij dienen titularis te zijn van een vergunning voorgroene levering wanneer zij groene leveranciers zijn.

De leveranciers dienen te beschikken over een lokale leveringsvergunning toegekend door de Regering om aan de in aanmerking komende afnemers elektriciteit te leveren voor een verbruikslocatie die aangesloten is op het distributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : - voor de levering binnen eenzelfde beperkt en goed afgebakend geografisch gebied; - en/of voor de levering van groene elektriciteit of vanuit een warmtekrachtkoppelingsinstallatie zonder gebruik van het gewestelijk transmissienet of het distributienet, en dus gebruikmakend van een privé-net.

De leveranciers dienen te beschikken over een vereenvoudigde vergunning, toegekend door de Regering, voor de levering van een aan een bovengrens gebonden hoeveelheid elektriciteit wanneer ze hun financiële waarborg wensen te beperken.

De criteria voor toekenning van de leveringsvergunningen kunnen meer bepaald betrekking hebben op de betrouwbaarheid en de beroepservaring van de aanvrager, zijn technische en financiële capaciteiten en de kwaliteit van zijn organisatie.

De Regering stelt de criteria en regels vast voor de toekenning, de hernieuwing, de overdracht en de intrekking van deze verschillende leveringsvergunningen, evenals de nadere regels betreffende deze levering en de rechten en plichten opgelegd aan de leveranciers.

De Regering kan de vergunning intrekken van een leverancier die de artikelen 8 en 9 van deze ordonnantie of die zijn openbaredienstverplichtingen niet meer naleeft of die niet meer beantwoordt aan de door de Regering op grond van het vijfde lid van dit artikel vastgestelde criteria, of deze vergunning beperken tot de levering aan bepaalde categorieën van klanten. »

Art. 38.In artikel 22 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « van de Dienst » vervangen door de woorden « van de Commissie ».

Art. 39.In artikel 23, § 1, derde lid van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « de Dienst » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 40.In artikel 23, § 3 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « de Dienst » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 41.Het opschrift van hoofdstuk IV van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk IV. Openbare dienstverplichtingen en -opdrachten ».

Art. 42.Artikel 24 van dezelfde ordonnantie, wordt vervangen als volgt : «

Art. 24.§ 1. De distributienetbeheerder en de leveranciers zullen, elkeen wat hen betreft, de openbare dienstverplichtingen hierna bepaald onder de punten 1° tot 3° nakomen : 1° het ter beschikking stellen van een ononderbroken minimumlevering van elektriciteit voor het verbruik van het gezin onder de voorwaarden bepaald onder Hoofdstuk IVbis;2° de levering van elektriciteit tegen een specifiek sociaal tarief aan personen en volgens de voorwaarden bepaald door de federale wetgeving en in Hoofdstuk IVbis;3° het promoten van rationeel elektriciteitsgebruik door het geven van informatie en demonstraties, de terbeschikkingstelling van uitrustingen en diensten en het verstrekken van financiële hulp voor rationeel energiegebruik ten voordele van de gemeenten en de andere eindafnemers. § 2. De distributienetbeheerder stelt hiervoor jaarlijks, in samenwerking met de Dienst, een driejaarlijks programma op voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van de gemeenten. § 3. De Dienst deelt jaarlijks aan de distributienetbeheerder, na goedkeuring door de Regering, het driejaarlijks programma mede voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën eindafnemers, ongeacht of ze in aanmerking komen of niet.

De Regering kan de openbare dienstverplichtingen nader bepalen in een besluit. »

Art. 43.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 24bis ingevoegd luidend als volgt : «

Art. 24bis.De distributienetbeheerder is bovendien belast met de volgende openbare dienstverplichtingen : 1° de overname van de door kwalitatieve warmtekrachtkoppeling geproduceerde elektriciteit die noch zelf verbruikt, noch aan derden geleverd wordt, binnen de grenzen van zijn behoeften;2° de constructie, het onderhoud en de vernieuwing van de installaties van openbare verlichting op het wegennet en in de gemeentelijke openbare ruimten, met inachtneming van de prerogatieven van de gemeenten, vastgelegd in artikel 135 van de nieuwe gemeentewet, volgens een driejaarlijks programma, opgesteld in gemeenschappelijk overleg tussen elke gemeente en de distributienetbeheerder, alsook de bevoorrading van deze elektriciteitsinstallaties;3° de organisatie van een dienst voor de opvolging van de consumenten overgedragen aan de noodleverancier;4° het verstrekken van inlichtingen aan residentiële afnemers en aan professionele afnemers, aangesloten op de laagspanning, inzake prijzen en voorwaarden van aansluiting en levering;5° de verspreiding op een toegankelijke informatiedrager via Internet van de inlichtingen betreffende de diverse maatregelen genomen door de distributienetbeheerders inzake het onthaal van huishoudelijke afnemers in het kader van hun opdracht als noodleverancier;6° de overzending, elk jaar, bij de Commissie, van een verslag over de kwaliteit van het onthaal geboden aan de gezinnen in het kader van hun opdracht als noodleverancier;7° de overzending, elk jaar, aan de Commissie, van een verslag over de lijst van verplichtingen waarmee de distributienetbeheerder garandeert dat elke vorm van discriminerende praktijken wordt uitgesloten.De Commissie deelt dit verslag mede aan de Regering en maakt het bekend. ».

Art. 44.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 24ter ingevoegd, luidend als volgt : « De distributienetbeheerder is belast met de openbare dienstverplichtingen bedoeld in artikel 25quattuordecies, § 4. »

Art. 45.Artikel 25 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : «

Art. 25.§ 1. De distributienetbeheerder legt, in samenwerking met de Dienst, jaarlijks aan de Regering, en dit vóór 31 oktober van elk jaar, ter goedkeuring een programma voor met betrekking tot de uitvoering van zijn openbare dienstverplichtingen en -opdrachten, voor het volgend jaar en de daaraan verbonden begroting, waaraan het budget en het programma worden gevoegd van uitvoering van de acties bedoeld door het « Sociaal fonds voor energiebegeleiding » waarvan sprake in artikel 25septiesdecies, evenals het budget en het programma van uitvoering van de acties van het driejaarlijks programma voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën eindafnemers waarvan sprake in artikel 24, § 1, 3°.

Hij legt daarenboven jaarlijks aan de Regering, en dit vóór 30 juni van elk jaar, een verslag voor over de uitvoering van zijn openbare dienstverplichtingen en -opdrachten tijdens het voorbije jaar, samen met de eraan verbonden rekeningen waarbij de verslagen worden gevoegd over de uitvoering van de taken betreffende de acties bedoeld door het « Sociaal fonds voor energiebegeleiding » waarvan sprake in artikel 25septiesdecies en de acties van het driejaarlijks programma voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers waarvan sprake in artikel 24, § 1, 3°.

Het verslag en de rekeningen worden na goedkeuring door de Regering overgemaakt aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. § 2. De Regering vraagt de Commissie om advies over het programma van de distributienetbeheerder en het verslag bedoeld in § 1.

De Commissie kan bovendien ter plaatse alle boekhoudkundige en andere stukken laten inkijken, en bij wijze van steekproef de daadwerkelijke omvang van de gefinancierde werken in verband met de kostprijs en de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen en -opdrachten laten onderzoeken.

De opdrachthouders die deze raadplegingen en controles uitvoeren worden daartoe aangewezen bij ministerieel besluit. De Commissie kan een bedrijfsrevisor toevoegen aan de opdrachthouder, om de rekeningen met betrekking tot de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen en -opdrachten van de distributienetbeheerder te onderzoeken. § 3. De distributienetbeheerder organiseert zijn boekhouding zo dat de kosten en opbrengsten verbonden aan de openbaredienstopdrachten die hij vervult, geïdentificeerd worden. § 4. De bedragen van de budgetten voorzien in § 1. kunnen slechts worden overschreden voor de openbare dienstverplichtingen en -opdrachten bedoeld in artikel 24, 1° in verband met de « Sociaal fonds voor energiebegeleiding » en 3° en in artikel 24bis, 2° voor de constructie van de installaties van openbare verlichting, 3° en 4°.

Vanaf het tweede semester van elk jaar en na advies van de Commissie, kan de Regering aanpassingen toelaten aan één of ander budget waarvan sprake in lid 1. »

Art. 46.In dezelfde ordonnantie, wordt een artikel 25bis ingevoegd, luidende : « Ten minste één keer per jaar, vóór 31 maart, worden met name de volgende statistische gegevens over de gezinnen en met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar ter beschikking gesteld van de Commissie.

Deze gegevens worden telkens opgesplitst volgens gemeente en volgens beschermde en niet-beschermde afnemers : 1° door de houder van een leveringsvergunning : a) het aantal aansluitingen waar een aanmaning aan de eindafnemer werd verstuurd;b) het aantal aansluitingen waar een ingebrekestelling aan de eindafnemer werd verstuurd;c) het aantal aanvaarde betalingsplannen en het gemiddelde bedrag van betaling per maand door de eindafnemer;d) het aantal niet-nageleefde betalingsplannen; e) het aantal dossiers overgemaakt aan het O.C.M.W.; f) het aantal dossiers overgemaakt aan een schuldbemiddelingsinstantie;2° door de netbeheerder : a) het aantal aangesloten vermogensbegrenzers en het aantal afgesloten begrenzers per type van aanvrager; de gegevens betreffende het vermogen en/of het aantal gevallen waarin het vermogen van de begrenzer wordt verhoogd; b) het aantal vermogensbegrenzers dat opnieuw wordt aangesloten binnen de vierentwintig uur, tussen één en zeven kalenderdagen, tussen acht en dertig kalenderdagen en na meer dan dertig kalenderdagen;c) het aantal gezinnen dat wordt afgesloten en de redenen van afsluiting;d) het aantal gezinnen dat opnieuw wordt aangesloten binnen de vierentwintig uur, tussen één en zeven kalenderdagen, tussen acht en dertig kalenderdagen en na meer dan dertig kalenderdagen. De commissie bezorgt de voornoemde gegevens met haar eventuele opmerkingen aan de Regering vóór 31 mei van elk jaar.

De Regering kan de lijst van die gegevens aanvullen, bepaalt de regels voor de mededeling ervan en stelt te dien einde de formulieren op. »

Art. 47.In dezelfde ordonnantie wordt een Hoofdstuk IVbis opgenomen, luidend als volgt : « Hoofdstuk IVbis. Openbare dienstverplichtingenbetreffende de levering van elektriciteit

Artikel 25ter.De leverancier moet, aan elke afnemer die erom verzoekt, binnen tien werkdagen een redelijk en niet-discriminerend voorstel van leveringscontract overmaken en hem de algemene leveringsvoorwaarden mee te delen evenals, met name wanneer de afnemer een huishoudelijke afnemer is, de bepalingen van deze ordonnantie die betrekking hebben op de beschermde afnemers.

De leverancier kan evenwel, binnen dezelfde termijn, schriftelijk weigeren een voorstel van leveringscontract te doen aan een van zijn of gewezen afnemers die noch zijn schulden heeft aangezuiverd, noch een betalings- of aanzuiveringsplan is nagekomen.

De Regering kan de modaliteiten van deze verplichting nader bepalen.

Artikel 25quater.De leveranciers waarborgen de gezinnen een minimale ononderbroken levering van elektriciteit voor het verbruik van het gezin tegen niet-discriminerende voorwaarden. Wordt beschouwd als discriminerend, elk verschil in behandeling dat niet redelijk verantwoord kan worden en dat met name steunt op het statuut, het inkomstenniveau of de woonplaats. Deze ononderbroken minimumlevering van elektriciteit is beperkt tot een vermogen van 1 380 watt.

Deze bevoorrading is niet voorzien voor de gemeenschappelijke ruimtes van woongebouwen, noch voor tweede woningen, noch voor woningen die onbewoond zijn.

Voor appartementsgebouwen met een gemeenschappelijke verwarming legt de Regering de regels van de verplichting betreffende deze minimale ononderbroken elektriciteitsbevoorradingvast.

Onder voorbehoud van de in dit hoofdstuk vastgestelde opzeggingstermijnen, worden de leveringscontracten gesloten voor een vaste periode van minimum drie jaar. Een gezin kan ze evenwel altijd opzeggen mits een opzeggingstermijn van twee maanden.

Artikel 25quinquies.Elk gezin kan een schriftelijke aanvraag indienen aan zijn leverancier om een vermogensbegrenzer van minimum 1 380 watt te laten plaatsen. De leverancier dient de begrenzer te laten plaatsen binnen de 15 dagen die volgen op de aanvraag.

Artikel 25sexies.§ 1. In geval van niet-betaling van het bedrag van het elektriciteitsverbruik vermeld op de factuur binnen de 15 dagen na de verzending van de aanmaning, start de leverancier de procedure tot plaatsing van een vermogensbegrenzer.

De reële kosten van de plaatsing en de verwijdering van de vermogensbegrenzer zijn ten laste van de distributienetbeheerder. § 2. Met het oog op de plaatsing van de begrenzer richt de leverancier per aangetekend schrijven een ingebrekestelling aan het gezin, waarin hij het gezin verwittigt van de op handen zijnde plaatsing van de begrenzer en informeert over zijn intentie het O.C.M.W. van de gemeente waar het leveringspunt van het gezin zich bevindt, op de hoogte te stellen.

Deze brief stelt het gezin er tevens van op de hoogte dat het gerechtigd is om binnen een termijn van tien dagen na de ontvangst van deze brief te weigeren dat zijn naam wordt doorgegeven aan het O.C.M.W., middels een aangetekende brief gericht tot de leverancier. § 3. De plaatsing kan ten vroegste plaatsvinden tien dagen na de termijn van tien dagen waarover het gezin beschikt om te weigeren dat zijn naam wordt meegedeeld aan het O.C.M.W.. § 4. In geen geval mag elektriciteit die bestemd is voor huishoudelijk gebruik worden afgesloten zonder de goedkeuring van de vrederechter. § 5. Onmiddellijk na de plaatsing van de begrenzer, brengt de leverancier het desbetreffende O.C.M.W. op de hoogte.

Het O.C.M.W. kan dan een maatschappelijk onderzoek laten uitvoeren bij het gezin waarvan de naam werd meegedeeld, met het doel samen met het gezin een oplossing te vinden voor de betalingsmoeilijkheden waarmee het kampt.

Indien het O.C.M.W. meent dat de sociale toestand, de technische verbruiksvoorwaarden of de gezinssamenstelling dit rechtvaardigen, kan het O.C.M.W. de leverancier gelasten dat deze, voor een door hem vastgestelde periode die niet langer mag zijn dan zes maanden, het initiële vermogen waarover het gezin beschikte, herstelt met een bovengrens van 4.600 watts.

Deze periode wordt benut om, eventueel met de hulp van de dienst schuldbemiddeling, een redelijk plan op te stellen voor de aanzuivering van de schulden, en om begeleidingsmaatregelen in te voeren. § 6. Het gezin kan vragen dat de begrenzer wordt weggenomen zodra zijn situatie geregulariseerd is of wanneer het reeds de helft van de schuld heeft aangezuiverd in naleving van het aanzuiveringsplan. In dit geval zal de leverancier de begrenzer laten weghalen binnen de 15 dagen na de aanvraag. § 7. In geval er onderhandeld wordt over een aanzuiveringsplan, laat de leverancier de vermogensbegrenzer weghalen binnen de 15 dagen na ontvangst van het aanzuiveringsplan en van een document waarin wordt gesteld dat het O.C.M.W. het gezin begeleidt. § 8. Indien het aanzuiveringsplan niet wordt nageleefd, kan de leverancier het vermogen opnieuw laten beperken tot het voorheen begrensde vermogen. § 9. De Regering kan de nadere regels van § 1 tot 8. bepalen.

Artikel 25septies.§ 1. Vanaf de ingebrekestelling bedoeld in artikel 25sexies, § 2 wordt het gezin dat erom verzoekt erkend als « beschermde afnemer » indien het één of meerdere van de voorwaarden opgesomd in § 3 van dit artikel vervult.

Zodra hij het bewijs ontvangen heeft dat de afnemer beschermd is, overeenkomstig § 3 van dit artikel, levert de distributienetbeheerder hem als noodleverancier en plaatst hij een begrenzer van 1 380 watt indien nog geen enkele vermogensbegrenzer geplaatst werd. De leverancier onderhandelt met zijn afnemer over een aanzuiveringsplan dat gebaseerd is op de toestand vastgesteld op het ogenblik van de overdracht. Hij deelt dit plan mede aan de noodleverancier. § 2. Onmiddellijk nadat de noodleverancier de aanvraag tot bescherming van het gezin ontvangen heeft, brengt hij het gezin via een aangetekende brief ervan op de hoogte dat hij van plan is zijn identiteit bekend te maken aan het O.C.M.W. van de gemeente waar zijn leveringspunt gelegen is.

Deze brief stelt het gezin ervan op de hoogte dat het gerechtigd is om te weigeren dat zijn naam wordt doorgegeven aan het O.C.M.W., middels een aangetekende brief gericht tot de noodleverancier binnen een termijn van tien dagen na de ontvangst van deze brief.

Het O.C.M.W. kan een maatschappelijk onderzoek instellen bij het gezin waarvan de naam meegedeeld werd, met het oog om samen een oplossing te zoeken voor de betalingsmoeilijkheden waarmee het gezin te kampen heeft.

Wanneer het O.C.M.W. van oordeel is dat de maatschappelijke situatie, de samenstelling van het gezin of de technische verbruiksvoorwaarden dat rechtvaardigen, dan kan het O.C.M.W. de noodleverancier gebieden het oorspronkelijke vermogen waarover het gezin beschikte te herstellen, met een bovengrens van 4 600 watt. § 3. Het gezin wordt erkend als beschermde afnemer indien het aan één of meerdere van de volgende voorwaarden voldoet : - het geniet van het specifiek sociaal tarief; - het is betrokken in een proces van schuldbemiddeling met een erkend bemiddelingscentrum of in een proces van collectieve schuldregeling.

Artikel 25octies.§ 1. Indien het in artikel 25sexies, § 5 bedoelde aanzuiveringsplan niet wordt nageleefd en de afnemer niet is erkend als beschermde afnemer overeenkomstig artikel 25septies, § 3, kan de leverancier de vrederechter slechts vragen om het contract dat hem verbindt met het gezin te verbreken na het doorlopen van de procedure die is voorzien in de artikelen 25ter tot 25sexies, en na handhaving van de levering op een ononderbroken manier met begrenzer gedurende een periode van minimum 60 dagen.

Een maand voor de datum van de indiening van de aanvraag om verbreking bij de vrederechter, brengt de leverancier de afnemer via aangetekende zending ervan op de hoogte dat hij van plan is het O.C.M.W. van de gemeente waar het leveringspunt van het gezin zich bevindt op de hoogte te brengen.

Deze brief stelt het gezin ervan op de hoogte dat het gerechtigd is om te weigeren dat zijn naam wordt doorgegeven aan het O.C.M.W., middels een aangetekende brief gericht tot de leverancier binnen een termijn van tien dagen na de ontvangst van deze brief.

Als deze termijn verstreken is, moet de aanvraag om verbreking bij de vrederechter door de leverancier bekendgemaakt worden aan het O.C.M.W. van de gemeente waar de afnemer zijn woonplaats heeft.

De leverancier kan slechts tot afsluiting overgaan na kennisgeving aan de afnemer van het vonnis tot verbreking van het contract door de vrederechter. § 2. Indien het in artikel 25sexies, § 5 bedoelde aanzuiveringsplan niet wordt nageleefd, kan het O.C.M.W. op basis van het onderzoek dat het gedaan heeft voor het opstellen van het zuiveringsplan, het statuut van beschermde afnemer toekennen en het licht tegelijkertijd de distributienetbeheerder in die instaat voor een noodlevering. § 3. Indien het in artikel 25sexies, § 5 bedoelde aanzuiveringsplan niet wordt nageleefd, kan het gezin dat niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 25septies, § 3 zich ook tot de Commissie wenden om dit statuut te bekomen. De toekenningcriteria houden rekening met de inkomsten en de samenstelling van het gezin. De Regering bepaalt de inkomens die in aanmerking genomen moeten worden en de procedure die door de Commissie gevolgd moet worden voor het bekomen van het statuut van beschermde afnemer. Zodra dit statuut wordt bekomen, brengt de Commissie de noodleverancier ervan op de hoogte en wordt de beschermde afnemer bevoorraad door de noodleverancier. § 4. Vanaf het ogenblik dat het gezin het bewijs heeft geleverd dat het één van de voorwaarden genoemd in artikel 25septies, § 3 vervult of vanaf de beslissing van het O.C.M.W. of van de Commissie om het statuut van beschermde afnemer toe te kennen, worden de gevolgen van het contract gesloten met de leverancier, in overeenstemming met dit contract geschorst en de leverancier kan de vrederechter niet vragen het contract te verbreken gedurende de duur van de schorsing van het contract. De leveranciers en de noodleverancier delen wederzijds aan elkaar en periodiek de staat van opvolging mede van het aanzuiveringsplan dat werd ondertekend met het oog op de toepassing van § 5.

Ingeval een afnemer door dezelfde leverancier wordt bevoorraad in gas en elektriciteit, brengt de erkenning als beschermde afnemer voor elektriciteit automatisch de erkenning met zich van de bescherming voor gas. § 5. Indien het beschermde afnemer zijn schulden heeft aangezuiverd ten aanzien van zijn leverancier, neemt de opschorting een einde en heeft het contract tussen de leverancier en de beschermde afnemer opnieuw zijn volle uitwerking.

Indien hij evenwel schulden heeft opgebouwd ten aanzien van de noodleverancier, dan kan de noodleverancier zijn schulden met alle rechtsmiddelen terugvorderen. Niettemin kan de beschermde afnemer, zodra hij de leverancier de helft van zijn schulden heeft terugbetaald met inachtneming van het aanzuiveringsplan, vragen dat de begrenzer wordt verwijderd. In dat geval, gaat de leverancier, binnen de 15 dagen volgend op de aanvraag, over tot verwijdering.

Indien de beschermde afnemer zijn aanzuiveringsplan ten aanzien van zijn leverancier niet nakomt doch zijn aanzuiveringsplan ten aanzien van de noodleverancier betaalt, wordt de levering door de noodleverancier na een periode van zes maanden beperkt tot een vermogen van 1 380 watts. Bovendien, wordt het genot van het uitgebreid specifiek sociaal tarief bedoeld in artikel 25tredecies behouden maar worden de jaarlijks kosteloze 500 Kwu hem ontnomen.

Indien de beschermde afnemer in gebreke blijft de noodleverancier te betalen nadat deze hem in gebreke heeft gesteld, bezorgt deze leverancier de naam en het adres van de beschermde afnemer aan het O.C.M.W. van de gemeente van het leveringspunt van elektriciteit.

Indien uiterlijk zestig dagen na de overmaking van de naam van de beschermde afnemer aan het O.C.M.W., dit laatste aan de noodleverancier niet heeft laten weten dat deze afnemer geniet van een sociale hulp vanwege het O.C.M.W. of geen voorstel van aanzuiveringsplan voor alle schulden t.a.v. de noodleverancier mede ondertekend voor akkoord door de abonnee, heeft overgemaakt aan de noodleverancier, kan de noodleverancier voor de vrederechter de verbreking vragen van het contract van noodlevering. De opzegging van het contract van noodleverancier brengt, ongeacht het eerste lid van deze paragraaf, de opzegging van het contract met de oorspronkelijke leverancier met zich mee.

De Regering kan de modaliteiten van deze procedures bepalen. § 6. In alle gevallen waarin de vrederechter de verbreking van een contract van levering uitspreekt tussen 1 oktober en 31 maart, kan hij de levering bevelen ten laste van de afnemer, beperkt of niet, door de noodleverancier, voor de termijn tussen de effectieve verbreking van het contract en 31 maart.

Tussen 1 oktober en 31 maart, in de gevallen waarbij de menselijke waardigheid aangetast wordt omdat er geen elektriciteit is, kan het O.C.M.W. op ieder moment de noodleverancier verplichten te leveren ten laste van de afnemer, beperkt of niet.

De Regering kan na advies van de Commissie de aanvullende regels en voorwaarden vaststellen met betrekking tot de leveringen in de winter van deze paragraaf. Zij kan uitzonderlijk de winterperiode verlengen tot 31 maart indien het klimaat dat vereist.

Artikel 25novies.Om aan de afnemers begrijpelijke en onderling vergelijkbare voorstellen te doen, vermeldt de leverancier, ongeacht zijn prijzen en tarieven, in zijn voorstel, duidelijk en afzonderlijk, de eenheidsprijs en de gemiddelde prijs van elke gefactureerde kWh volgens de verkochte hoeveelheden en per tariefcategorie, de periodieke forfaits, de retributies, indexatieformules, de belastingen, de abonnementen en de prijzen van eventuele andere diensten.

Op voorstel van de Commissie, stelt de Regering de minimumnormen vast waaraan de documenten van voorstellen van contract en de facturatiedocumenten moeten voldoen.

Artikel 25decies.In geval van verhuizing binnen het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en op verzoek van het gezin, zal de leverancier ervoor zorgen, voor zover dit technisch mogelijk is, dat de gezinnen kunnen genieten van hetzij, hetzelfde contract, hetzij dezelfde contractuele voorwaarden en tariefvoorwaarden als die waarvan zij tot dusver genoten, en dit tot het verstrijken van het lopende contract.

Artikel 25undecies.Het systeem inzake bescherming van de artikelen 25quinquies tot 25octies wordt in herinnering gebracht op elke herinnering tot betaling of ingebrekestelling van een factuur volgens een model bepaald door de Regering.

De elektriciteitsfacturatie mag niet worden verward met de gasfacturatie. De Regering kan de regels hiervoor bepalen.

Artikel 25duodecies.Bij elke verandering van leverancier, zijn de kosten van het opnemen van de metermeter ten laste van de leverancier die wordt verlaten.

Artikel 25tredecies.De sociale bescherming voorzien door het ministerieel besluit van 15 mei 2003 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan de residentiële beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie wordt uitgebreid tot de afnemers die worden bevoorraad door de distributienetbeheerder krachtens deze ordonnantie.

Artikel 25quattuordecies.§ 1. De nadere regels met betrekking tot de informatie van de eindafnemers door de distributienetbeheerders, de gewestelijke transmissienetbele heerders en de leveranciers, en in het bijzonder betreffende de incidenten en stopzettingen van levering, evenals denadere regels betreffende het klachtenbeheer, worden vastgelegd door de Regering. § 2. Onverminderd § 1, behalve indien kan wordenaangetoond dat het om een noodsituatie of een situatie met verschillende incidenten gaat, informeren de distributienetbeheerders en de gewestelijke transmissienetbeheerders de gebruikers van het midden- en hoogspanningsnet, evenals hun evenwichtsverantwoordelijke, minimum tien werkdagen van tevoren over het begin en de vermoedelijke duur van de onderbreking. Deze termijn wordt herleid tot vijf werkdagen indien het gaat om de regularisering van een voorlopige herstelling. De evenwichtsverantwoordelijke informeert de leverancier in voorkomend geval. § 3. Naast de onder § 2 voorziene informatie maken de transmissienetbeheerder, de distributienetbeheerder en de gewestelijke transmissienetbeheerder binnen de 24 uur de lijst, de duur en de oorzaken bekend op hun website van de geplande of incidentele onderbrekingen die hebben plaatsgevonden op het midden- en hoogspanningsnet. Deze informatie wordt eveneens meegedeeld aan de Commissie. § 4. De Regering bepaalt de modaliteiten betreffende het beheer van klachten. De forfaitaire schadevergoedingen, op basis van de categorieën van afnemers of gezinnen, worden door de Regering geregeld als openbare dienstverplichting.

Artikel 25quindecies.Ten aanzien van de professionele afnemers die minder dan 5 personen in dienst hebben en die aan het distributie- of lokale transmissienet verbonden zijn, is de leverancier verplicht om een herinneringsbrief en een aanmaningsbrief te versturen en om daarna een aanzuiveringplan te onderhandelen voordat hij zijn leveringscontract kan verbreken.

Artikel 25sexiesdecies.De Regering kan andere modaliteiten van verplichtingen van openbare dienst bepalen voor wat betreft de regelmatigheid, de kwaliteit en de facturatie van de leveringen.

Artikel 25septiesdecies.§ 1. Er wordt een budgettair fonds opgericht in de zin van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 betreffende de bepalingen van toepassing op het budget, de boekhouding en de controle, genoemd « Sociaal fonds voor energiebegeleiding » en bestemd voor de financiering van de openbare dienstverplichtingen met betrekking tot de levering van elektriciteit en gas waarvan sprake is in Hoofdstuk IVbis van dezelfde ordonnantie en in Hoofdstuk Vbis van de ordonnantie van 1 april 2004 houdende organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Het gedeelte van het fonds voor de financiering van de opdrachten van openbare dienst van de ocmw's wordt onder hen verdeeld volgens hun aandeel in het bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn waarin artikel 105 van de organieke wet van 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voorziet.

Het wordt jaarlijks gestort, de eerste helft als voorschot uiterlijk op 31 maart van het jaar in kwestie en het saldo uiterlijk op 31 maart van het jaar daarna, op voorlegging van een verslag over de activiteiten van het centrum die voor het jaar in kwestie betrekking hebben op de opdrachten bedoeld in hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie en hoofdstuk Vbis van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De Regering bepaalt de nodige bijkomende regels voor de toepassing van deze paragraaf. § 3. Het deel van het fonds bestemd voor de leveranciers wordt toegekend volgens een oproep tot indiening van projecten die ten minste het volgende bevat, te weten : 1° een driejarige beschrijving van de maatregelen voor sociale energiebegeleiding en bijstand of van de onderhandelde aanzuiveringsplannen en de resultaten die zijn bereikt door de leveranciers;2° de wijze van financiering;3° het formulier voor aanvraag om erkenning;4° de datum vastgesteld voor de afsluiting van de kandidaatstelling. De Regering preciseert de procedure voor de oproep tot indiening van projecten. § 4. Bovendien delen de leveranciers het resultaat mee van hun overleg met de O.C.M.W.'s inzake begeleidingsmaatregelen en aanzuiveringsplannen. § 5. De dienst bezorgt de beheerder van het distributienetwerk, elk jaar, na goedkeuring door de regering, de driejarenprogramma's van de leveranciers voor sociale energiebegeleiding. ».

Artikel 25octiesdecies.De opdrachten toevertrouwd aan de O.C.M.W.'s door en krachtens deze ordonnantie moeten worden opgevat en worden uitgevoerd onverminderd artikel 109 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en met uitsluiting van elke vorm van administratief toezicht op de beslissingen inzake toekenning van individuele hulp en terugvordering. ».

Art. 48.Artikel 26, § 2, van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met het volgende lid : « De bijdrageplichtige zal ontheven worden van de bijdrage voor het vermogen dat ter beschikking wordt gehouden van de afnemers voor hun spoorweg-, tram- of metronet. »

Art. 49.Artikel 26, § 3, van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met het volgende lid : « Het vermogen dat voor de berekening van het bedrag van de bijdrage in aanmerking wordt genomen wordt echter begrensd tot 5 MVa per jaar. ».

Art. 50.In artikel 26, § 4 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « 9,61 en 12,00 kVa : 1,20 euro en 12,01 en 36,00 kVa : 2,40 euro » vervangen door de woorden « 9,61 en 13,00 kVa : 1,20 euro; 13,01 en 18,00 kVa : 1,80 euro; 18,01 en 36,00 kVa : 2,40 euro ».

Art. 51.Artikel 26, § 7 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 7. De opbrengst van de bijdrage wordt toegewezen aan de distributienetbeheerder, aan de O.C.M.W.'s en aan de leveranciers, om de kosten van zijn opdrachten en verplichtingen van openbare te dekken zoals bepaald in artikel 24, 24bis, 24ter en in Hoofdstuk IVbis en aan het fonds bedoeld in artikel 25septiesdecies volgens de volgende verdeling : 1° 5 % aan het « Fonds voor sociale energiebegeleiding » bestemd voor de opdrachten uitgevoerd door de O.C.M.W.'s krachtens Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie en van Hoofdstuk Vbis van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 2° 5 % aan het « Fonds voor sociale energiebegeleiding » bestemd voor de openbare dienstverplichtingen uitgevoerd door de leveranciers krachtens artikel 24 en Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie en krachtens artikel 18 van Hoofdstuk Vbis van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° 30 % aan de openbare dienstverplichtingen uitgevoerd door de distributienetbeheerder krachtens artikel 24.inzake rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën eindafnemers, ongeacht of ze al dan niet in aanmerking komen; 4° 50 % aan de opdrachten van openbare dienst uitgevoerd door de distributienetbeheerder krachtens artikel 24 en 24bis, 2°;5° 10 % aan het « Fonds voor energiebeleid » waarvan sprake in artikel 34, § 1.»

Art. 52.Artikel 26, § 9 van dezelfde ordonnantie, wordt vervangen als volgt : « § 9. De kosten verbonden aan de verplichtingen en opdrachten van openbare dienst bedoeld in artikel 24, 24bis en 24ter en in Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie, in Hoofdstuk Vbis van de ordonnantie van 1 april 2004. betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die het bedrag van de krachtens dit artikel geïnde bijdrage overschrijden, worden gedragen door de distributienetbeheerder, ten titel van exploitatiekosten. »

Art. 53.Artikel 27 van dezelfde ordonnantie wordt hersteld in de volgende lezing : « § 1. De productie van groene elektriciteit is onderworpen aan de toekenning van een certificaat van garantie van oorsprong, afgeleverd per productielocatie. Het certificaat van garantie van oorsprong bewijst dat de door deze productielocatie geproduceerde hoeveelheden groene elektriciteit duidelijk kunnen worden geïdentificeerd en gemeten, dat deze elektriciteit kan worden bestempeld als en verkocht onder de benaming groene elektriciteit met garantie van oorsprong, en, in voorkomend geval, dat zij recht zal geven op de toekenning van groenestroomcertificaten. § 2. De Regering bepaalt de criteria en de procedure voor de toekenning, de erkenning, de herziening en de intrekking van het certificaat van garantie van oorsprong. Deze criteria hebben in het bijzonder betrekking op de mogelijkheid om de daadwerkelijk geproduceerde hoeveelheid elektriciteit te controleren. Voor inrichtingen met laag vermogen kan een vereenvoudigde procedure worden toegepast. De Regering bepaalt de vermogensdrempel beneden dewelke de vereenvoudigde procedure van toepassing is. Het certificaat van garantie van oorsprong vermeldt de energiebron waaruit de elektriciteit werd geproduceerd, het vermogen van de inrichting, de gebruikte technologie en de plaatsen van productie.

Het label « garantie van oorsprong » dat bestemd is voor elektriciteit geproduceerd door hernieuwbare energiebronnen en/of kwaliteitswarmtekrachtkoppelingsinstallaties, vermeldt de energiebron die aan de basis ligt van de productie, de geproduceerde hoeveelheden en de datum en de plaats van de productie.

De Regering bepaalt volgens welke voorwaarden de labels van garantie van oorsprong afgegeven buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen worden verrekend in het percentage bedoeld in artikel 2, 33° van de ordonnantie. § 3. Indien de onder paragraaf 1 bedoelde producenten er niet in slagen hun hele productie te verkopen, dan zijn de leveranciers die instaan voor de levering aan afhankelijke afnemers verplicht tot aankoop, tegen de marktprijs en binnen de grenzen van de behoeften van hun afnemers, van de elektriciteitsoverschotten die overeenkomstig paragraaf 1 werden geproduceerd door installaties die gevestigd zijn op het grondgebied dat ze van stroom voorzien.

Boven die behoeften wordt de verplichting overgedragen op de andere leveranciers. De Regering kan de criteria en de procedures bepalen inzake referentie naar de marktprijs waarvan sprake in het vorige lid. »

Art. 54.Artikel 28, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 1. Om de productie van groene energie alsook kwalitatieve warmtekrachtkoppeling op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te bevorderen wordt een systeem van groenestroomcertificaten ingevoerd. Na advies van de Commissie, bepaalt de Regering de criteria, de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van groenestroomcertificaten alsook de procedure voor de certificering van de installaties van groene elektriciteit en warmtekrachtkoppeling. De opdrachthouders kennen de groenestroomcertificaten toe op basis van objectieve en niet discriminerende criteria. § 2. Iedere leverancier, met uitzondering van de distributienetbeheerder, levert aan de Commissie een aantal groenestroomcertificaten af dat overeenstemt met de in deze paragraaf opgelegde jaarlijkse quota, vermenigvuldigd met het geheel van leveringen, uitgedrukt in MWu, in de loop van het jaar aan in aanmerking komende afnemers gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en gedeeld door 1 MWu.

De quota is van : 1° 2 % voor het jaar 2004;2° 2,25 % voor het jaar 2005;3° 2,5 % voor het jaar 2006. De Regering bepaalt, na advies van de Commissie, de quota voor de volgende jaren op basis van de evolutie van de groene-elektriciteitsmarkt en van de werking van de vrijgemaakte markt.

Na advies van de Commissie, bepaalt de Regering de voorwaarden waaronder de leveranciers door andere overheden uitgegeven groenestroomcertificaten aan de Commissie kunnen afleveren, alsook de praktische uitvoeringsregels van deze paragraaf. § 3. In geval van, gehele of gedeeltelijke,niet-uitvoering van de verplichting bepaald in § 2, legt de Commissie op basis van een dossier voorbereid door de opdrachthouders een boete op aan de betrokken leverancier overeenkomstig artikel 32. »

Art. 55.In artikel 29 van dezelfde ordonnantie worden een § 3 en een § 4 toegevoegd : « § 3. De netbeheerders beschikken eveneens over het alleenrecht voor plaatsing van de aansluitings- en meetuitrustingen waaruit de aansluiting bestaat.

Tenzij anders is overeengekomen, behouden de netbeheerders de eigendom van de overeenkomstig dit artikel geplaatste uitrustingen, zonder dat de eigenaar van het gebouw waarin de uitrustingen geïnstalleerd zijn zich kan beroepen op het recht van natrekking. § 4. Wanneer de netbeheerder, in overeenstemming met de voorgaande paragrafen, een transformatorcabine plaatst op een privéterrein, dan zal deze plaatsing aanleiding geven tot een schadeloosstelling onder de voorwaarden voorzien in het technisch reglement, voor zover deze cabine, in normale uitbatingwijze, niet bedoeld is om uitsluitend de installaties die aangesloten zijn op het terrein in kwestie van stroom te voorzien. »

Art. 56.In dezelfde ordonnantie wordt een Hoofdstuk VIbis ingevoegd, luidende : « Hoofdstuk VIbis. Reguleringsautoriteit

Artikel 30bis.§ 1. Een Reguleringscommissie voor energie wordt opgericht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, genaamd Brussel Gas Electriciteit, afgekort « BRUGEL ». De werking van de Commissie wordt gefinancierd door het budget van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, die zal instaan voor het administratief, financieel en boekhoudkundig beheer ervan.

De Commissie is een publiekrechtelijke rechtspersoon. Haar zetel is gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. De Commissie wordt bekleed met een opdracht tot verlening van advies aan de overheid over de organisatie en de werking van de gewestelijke energiemarkt enerzijds, en met een algemene opdracht van toezicht op en controle van de toepassing van de hiermee verband houdende ordonnanties en besluiten anderzijds.

De commissie is belast met volgende opdrachten : 1° het geven van adviezen, studies of gemotiveerde beslissingen, en het indienen van voorstellen in de gevallen die voorzien zijn door deze ordonnantie en door de bovenbedoelde ordonnantie van 1 april 2004 of hun uitvoeringsbesluiten;2° op eigen initiatief of op vraag van de Minister of de Regering, het uitvoeren van onderzoeken en studies betreffende de elektriciteits- en gasmarkt;3° het jaarlijks publiceren van een verslag betreffende de resultaten van de controle uitgevoerd door de opdrachthouders over de jaarlijkse rendementen van de uitbatingsinstallaties, bedoeld in artikel 2, 6°bis;4° voorstellen doen aan de Regering tot aanpassing van de technische reglementen binnen de grenzen en in de voorwaarden voorzien in artikel 9ter, en een controle uitoefenen op de toepassing ervan;5° het opstellen van de voorwaarden voor vergunningen die worden afgeleverd voor de constructie van nieuwe directe lijnen;6° het in ontvangst nemen en behandelen van de klachten die verband houden met de openbaredienstverplichtingen bedoeld in Hoofdstuk IVbis, van deze ordonnantie en in Hoofdstuk Vbis van de bovenvermelde ordonnantie van 1 april 2004;7° het goedkeuren, elk jaar, van het verslag over de werking van de markt van de groene certificaten en de garanties van oorsprong dat door de personen belast met een opdracht wordt opgesteld ten behoeve van de Regering;8° het samenwerken met de gewestelijke, federale en Europese regulatoren van de elektriciteits- en de gasmarkt;9° het jaarlijks indienen bij de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van een verslag, opgesteld door de opdrachthouders, over de uitvoering van zijn verplichtingen, de evolutie van de gewestelijke elektriciteits- en gasmarkt en de naleving van de openbaredienstverplichtingen door de distributienetbeheerder en de leveranciers, in het bijzonder in het domein van de rechten van de huishoudelijke gebruikers.De Regering zorgt voor de publicatie van het verslag; 10° het vervullen van alle andere taken die haar worden toevertrouwd door de ordonnanties en besluiten, verordeningen en beslissingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt;11° het beschikken over een controlebevoegdheid ter plaatse en deze controles te laten uitoefenen door opdrachthouders;12° het publiceren van haar adviezen, studies en beslissingen binnen een termijn van 21 dagen, behalve wat betreft de elementen voor dewelke vertrouwelijkheid vereist is;13° het ter beschikking stellen aan de afnemers van instrumenten voor informatie over de situatie van de elektriciteitsmarkt en over de bepalingen van deze ordonnantie met name op basis van de informatie die periodiek aan de leveranciers en distributienetbeheerders wordt gevraagd. De Regering kan deze bevoegdheden nader bepalen in een besluit. § 3. De Commissie heeft het recht zich door een producent, een netbeheerder, de houder van een leveringsvergunning of om het even welke actor op de markt de gegevens en informatie te laten meedelen die ze nodig heeft voor de uitvoering van haar taken.

Degene aan wie een aanvraag tot mededeling van gegevens of informatie wordt gericht, is verplicht mee te werken binnen de door de Commissie meegedeelde termijn. De gegevens of informatie die worden meegedeeld door een producent, een netbeheerder, de houder van een leveringsvergunning of elke andere actor van de markt voor elke activiteit die betrekking heeft op de uitvoering van deze ordonnantie, mogen slechts worden gebruikt in het kader van deze ordonnantie. § 4. Tenzij hierover anders wordt beslist in een specifieke bepaling, is de Commissie gehouden, indien deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan het advies van de Commissie eisen, om haar advies te geven binnen een termijn van veertig dagen vanaf de datum van ontvangst van de schriftelijke aanvraag. Indien ze geen advies geeft binnen de bovenvermelde termijn, wordt ze geacht een gunstig advies te hebben gegeven.

Artikel 30ter.De Commissie bestaat uit een voorzitter en vier bestuurders. Ze worden benoemd door de Regering.

Artikel 30quater.De commissie komt bijeen telkens haar opdrachten dat vereisen. Zij komt geldig bijeen indien ten minste drie leden aanwezig zijn. Zij spreekt zich uit bij absolute meerderheid van de aanwezige leden. De verhinderde voorzitter duidt zijn vervanger aan. Anders neemt het aanwezige oudste lid in jaren het voorzitterschap waar. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 30quinquies.§ 1. De regering bepaalt de voorwaarden voor de benoeming en de afzetting van de leden van de commissie, alsook hun statuut, met naleving van de navermelde bepalingen.

De voorzitter en de bestuurders worden benoemd voor een periode van 5 jaar. § 2. De leden van de Commissie mogen geen andere functies uitoefenen die de onafhankelijke en objectieve uitoefening van hun mandaat op het spel zouden kunnen zetten.

Zijn onverenigbaar met het mandaat van voorzitter of van lid van de Commissie, de functies van Minister, Staatssecretaris, lid van een ministerieel kabinet of lid van een parlementaire vergadering, alsook van om het even welke, al dan niet bezoldigd, activiteit of mandaat ten voordele van een producent, een netbeheerder, een leverancier of een tussenpersoon.Bovendien is het verboden om een activiteit of een mandaat uit te oefenen, al dan niet bezoldigd, ten voordele van een producent, een netbeheerder, een leverancier of een tussenpersoon binnen de twee jaar na het aflopen van het mandaat van voorzitter of van lid van de Commissie. § 3. Alvorens hun ambt op te nemen, leggen de Voorzitter en de bestuurders de volgende eed af : « Ik zweer dat ik trouw de mij opgedragen plichten zal nakomen. » § 4. De voorzitter vertegenwoordigt de Commissie bij de nationale, internationale en Europese instanties, alsook in de gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen. De rechtsvorderingen, als eiser en verweerder, worden ingesteld conform de beslissing van de Commissie, in haar naam, ten verzoeke van het Brussels Instituut voor Milieubeheer. § 5. De voorzitter of een van de bestuurders van de Commissie die hij aanwijst woont met raadgevende stem de vergaderingen van de directieraad van het Brussels Instituut voor Milieubeheer bij wanneer deze betrekking hebben op vragen betreffende energie. § 6. De voorzitter en de drie bestuurders van de Commissie worden vergoed met zitpenningen waarvan het bedrag door de Regering wordt bepaald.

Artikel 30sexies.De Commissie stelt een huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Regering.

Artikel 30septies.§ 1. De Commissie is onderworpen aan de controle van de Regering via twee regeringscommissarissen, die door de Regering worden benoemd en uit hun ambt ontzet. § 2. De regeringscommissarissen kunnen op iederogenblik, zonder verplaatsing, kennis nemen van de boeken, de briefwisseling, de processen-verbaal en in het algemeen van alle documenten en geschriften van de Commissie. Zij kunnen de voorzitter of de alle toelichtingen of informatie vragen en alle controles uitvoeren die zij nuttig achten voor de uitoefening van hun mandaat. Zij hebben het recht de vergaderingen van de Commissie bij te wonen met raadgevende stem. § 3. De Regeringscommissarissen beschikken over een termijn van vijf werkdagen om beroep aan te tekenen tegen elke beslissing die zij strijdig achten met de ordonnantie, de uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie of het algemeen belang. Het beroep is schorsend. Deze termijn begint te lopen de dag van de vergadering tijdens dewelke de beslissing werd genomen, voor zover de regeringscommissaris op de voorgeschreven wijze werd opgeroepen, en, in het andere geval, de dag dat zij van de beslissing in kennis zijn gesteld. De commissarissen tekenen hun beroep aan bij de Regering. Indien de Regering geen uitspraak heeft gedaan binnen een termijn van vijftien werkdagen vanaf de datum van de schorsing, is de beslissing definitief. De Regering stelt de Commissie in kennis van de nietigverklaring van de beslissing.

Artikel 30octies.§ 1. De regering kan, met hun akkoord, en met het akkoord van de Commissie, de statutaire of contractuele personeelsleden van het Brussels Instituut voor het Beheer van het Milieu belasten met een opdracht bij de Commissie. § 2. De Regering bepaalt het aantal opdrachthouders. § 3. Gedurende de duur van de opdracht wordt deopdrachthouder, onderworpen aan het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, op verlof gesteld.

Het statuut van deze opdrachthouders wordt, op voorstel van de Commissie, door de Regering bepaald. § 4. Het contract van het contractueel personeelslid van het Instituut dat aanvaardt de opdracht uit te oefenen, wordt geschorst tijdens de duur van deze laatste. § 5. Tijdens de duur van de opdracht, voeren deopdrachthouders de taken uit die hen zijn toegekend onder het hiërarchische gezag van de Commissie, die belast wordt met hun evaluatie. § 6. De opdrachthouder wiens opdracht is beëindigd, wordt opnieuw ter beschikking gesteld van het Instituut. § 7. Bovenop zijn bezoldiging kan de opdrachthouders genieten van een opdrachttoelage waarvan het bedrag bepaald wordt door de Regering op voorstel van de Commissie.

Hij verkrijgt alle voordelen waarop hij aanspraak had kunnen maken indien hij tot het Instituut was blijven behoren. § 8. De administratieve en geldelijke behandeling van de dossiers van opdrachthouders blijft bij het Instituut. § 9. De opdrachthouders zullen bekleed worden met de volgende taken : 1° het controleren van de jaarlijkse rendementen van de uitbating van de installaties bedoeld in artikel 2, 6°bis en het indienen van een verslag hierover bij de Commissie;2° het controleren van de naleving door de netbeheerders van de bepalingen voorzien in de artikelen 3 tot 9ter van deze ordonnantie, in de artikelen 4 tot 10 van de ordonnantie van 1 april 2004 en in de uitvoeringsbesluiten van deze ordonnanties;3° het controleren van de naleving door de netbeheerders van de investeringsplannen bedoeld in artikel 12 van deze ordonnantie en in artikel 10 van de ordonnantie van 1 april 2004;4° het controleren van de naleving van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om te worden erkend als groene leverancier;5° het controleren van de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen bedoeld in Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie en in Hoofdstuk Vbis van bovenbedoelde ordonnantie van 1 april 2004;6° het toekennen van het label van garantie van oorsprong en de certificatie van groene energie-installaties, en het opstellen van een verslag over de werking van de markt van de groene certificaten en van de garanties van oorsprong;7° het beheren van het sociaal fonds voor energiebegeleiding bedoeld in artikel 25septiesdecies van deze ordonnantie;8° het opstellen van een verslag over de uitvoering van de verplichtingen van de Commissie en de evolutie van de gewestelijke elektriciteits- en gasmarkten;9° het vervullen van alle andere taken die hen toevertrouwd worden door de ordonnanties en besluiten, verordeningen en beslissingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de gasmarkt;10° het ter plaatse raadplegen van alle boekhoudkundige of andere stukken in verband met de bevelen van de Commissie en in verband met de punten 1° tot 6. § 10. Voor elke vergadering van de Commissie bereiden de opdrachthouders, samen met de voorzitter van de Commissie, de dossiers voor die worden behandeld tijdens de vergaderingen van de Commissie.

Hiervoor informeren zij de voorzitter van de Commissie over dringende beslissingen, voeren zij voorbereidende werken uit die voorzien zijn in het huishoudelijk reglement waarover sprake in artikel 30sexies. »

Art. 57.Artikel 31, § 1 van dezelfde ordonnantie, wordt vervangen als volgt : « § 1. Wordt gestraft met een gevangenisstraf van een maand en een boete van 1,20 tot 495 euro, of met één van deze straffen : 1° al wie zich verzet tegen de controles en onderzoeken van de Commissie en van de Regering krachtens deze ordonnantie;2° al wie weigert de Commissie en de Regering de inlichtingen te verschaffen die hij gehouden is te geven krachtens deze ordonnantie, of wie hun opzettelijk onjuiste of onvolledige inlichtingen verschaft;3° al wie de bepalingen van de artikelen 21, eerste lid, 29.en 30 niet naleeft. »

Art. 58.In artikel 31, § 2 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « twintigduizend frank » vervangen door de woorden « 495 euro ».

Art. 59.Artikel 32 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 1. Onverminderd de andere maatregelen bepaald in deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan, kan de Commissie elke natuurlijke of rechtspersoon gelasten zich te houden aan de bepalingen van deze ordonnantie of de uitvoeringsbesluiten ervan binnen de termijn die de Commissie bepaalt. Als deze persoon in gebreke blijft na het verstrijken van de termijn, kan de Commissie hem een administratieve boete opleggen. Deze boete mag, per kalenderdag, niet lager zijn dan 1.239 euro en niet hoger dan 99.157 euro. De totale boete mag niet meer bedragen dan 1.983.148 euro of drie procent van de omzet die de betreffende persoon gerealiseerd heeft op de gewestelijke markt voor elektriciteit in de loop van het laatste afgesloten boekjaar, indien dit bedrag hoger zou liggen.

Dit artikel is niet van toepassing in het geval van een geschil dat betrekking heeft op de betaling van de bijdrage vermeld in artikel 26.

Er mag geen enkele administratieve boete worden opgelegd voor feiten waarvoor al een vonnis is geveld in laatste instantie op basis van artikel 31. § 2. Vooraleer het bedrag van de boete te bepalen, informeert de Commissie de betrokken persoon per aangetekend schrijven, en nodigt hem uit de Commissie een nota te bezorgen met betrekking tot zijn verdedigingsgronden.

Het aangetekend schrijven bevat de vermelding van de weerhouden grieven, de overwogen sanctie en de melding dat het dossier kan worden ingekeken, de plaats en de uren waarop dit kan, en dit gedurende de hele termijn bepaald in het derde lid van deze paragraaf. Deze paragraaf zal er ook in vervat zijn.

De nota dient de Commissie per aangetekend schrijven te worden overgemaakt, binnen de dertig dagen na ontvangst van het schrijven vermeld in het eerste lid.

De Commissie informeert de betrokken persoon over de datum van het voorafgaand verhoor, alsook de plaats en de uren waarop het dossier kan worden ingekeken. Dit laatste kan gebeuren tijdens de tien dagen die het verhoor voorafgaan.

Deze kennisgeving wordt per aangetekend schrijven verzonden.

Het voorafgaand verhoor vindt plaats ten vroegste op de twintigste dag na de verzending van het aangetekend schrijven vermeld in vorig lid.

De betrokken persoon mag zich laten bijstaan door een advocaat of door deskundigen naar keuze. De Commissie stelt een proces-verbaal op van het verhoor, en verzoekt de betrokken persoon deze te tekenen, desgevallend nadat deze er zijn opmerkingen aan heeft toegevoegd.

De Commissie neemt de zaak in beraad na het laatste verhoor. Hij bepaalt de administratieve boete middels een gemotiveerde beslissing en informeert de betrokken persoon binnen de dertig dagen na het laatste verhoor, per aangetekend schrijven. Na deze termijn wordt de Commissie geacht definitief af te zien van elke sanctie gebaseerd op de aan de betrokken persoon ten laste gelegde feiten, behalve indien zich nieuwe elementen zouden voordoen.

De kennisgeving van de beslissing vermeldt de mogelijkheden tot beroep bepaald door de wet en door deze ordonnantie, alsmede de termijn waarbinnen het kan worden ingesteld. § 3. Wat betreft de administratieve boete bedoeld in artikel 28, § 3, wordt het bedrag per ontbrekend certificaat vastgesteld op 75 euro voor de jaren 2004, 2005, 2006, en op 100 euro voor de daaropvolgende jaren.

Elk jaar deelt de Commissie, bij aangetekend schrijven, op basis van de inlichtingen die hem werden verstrekt, aan de betrokken leverancier het totaal bedrag van de administratieve boete mee die verschuldigd is voor de niet-naleving van de verplichting bepaald in artikel 28, § 2.

Deze leverancier kan, binnen vijftien dagen na dezemededeling, zijn opmerkingen aan de Commissie bezorgen.

Na onderzoek van de eventuele opmerkingen van debetrokken leverancier, deelt de Commissie hem zijn met redenen omklede beslissing inzake het opleggen van een boete mee. § 4. Binnen de vijftien dagen na ontvangst van de door de Commissie genomen krachtens de voorgaande paragrafen beslissing, kan de betrokken persoon beroep instellen bij de Regering, per aangetekend schrijven met bewijs van ontvangst. Het beroep schort de betwiste beslissing op.

Binnen de dertig dagen na het instellen van het beroep, deelt de Regering de betrokken persoon de plaats, dag en uur mee van het verhoor waar hij zal worden gehoord. Deze mededeling wordt per aangetekend schrijven betekend.

De voorafgaande verhoorprocedure vermeld in § 2, vijfde lid, is van toepassing op het verhoor door de Regering.

De Regering neemt de zaak in beraad na het laatste verhoor. Zij kan de door de Commissie opgelegde boete hetzij bevestigen, hetzij verminderen, hetzij opheffen.

Indien de Regering binnen de drie maanden na het instellen van het beroep geen uitspraak heeft gedaan, vervalt de administratieve boete. § 5. De administratieve boete dient te worden betaald binnen de dertig dagen na de uitspraak van de Regering.

De Commissie kan, op verzoek van de betrokken persoon, uitstel van betaling verlenen voor een door haar te bepalen termijn.

Indien de betrokken persoon in gebreke blijft wat betreft de betaling van de administratieve boete, zal deze worden geïnd door middel van een dwangbevel. De Regering stelt de agenten aan die worden belast met het indienen van aanmaningen en het bevel tot tenuitvoerlegging ervan.

De tenuitvoerlegging wordt betekend door een deurwaardersexploot met bevel tot betaling. »

Art. 60.In artikel 33, § 2 worden de woorden « openbare-dienstverplichtingen » vervangen door de woorden « openbaredienstverplichtingen en -opdrachten » en de woorden « bij de levering en » worden ingevoegd na de woorden « het rationeel gebruik van energie » en de woorden « bij de elektriciteitsen gasdistributie ».

In artikel 33, § 3 van dezelfde ordonnantie, 1° en 2° wordt vervangen als volgt : « 1° twee leden die de Economische en Sociale Raad van Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigen; 2° twee leden die de Milieuraad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigen, ».

Art. 61.Artikel 34, § 1 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « Er wordt een begrotingsfonds opgericht, in de zin van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 betreffende de bepalingen van toepassing op het budget, de boekhouding en de controle, genoemd. Het fonds krijgt de benaming « Fonds inzake energiebeleid". »

Art. 62.Artikel 34, § 2 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met het volgende lid : « Een gedeelte van de opbrengst van de bijdrage geïnd krachtens artikel 26. »

Art. 63.In artikel 34, § 3 van dezelfde ordonnantie worden de woorden », om de werking van de erkenning van beschermde afnemers bedoeld in artikel 25octies, § 3 en de werking van de Commissie » vervangen door de woorden « ter bevordering van een rationeel energiegebruik ».

Art. 64.Artikel 35 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 1. De Commissie kan de netbeheerders, de leveranciers en de gebruikers van de netten verzoeken, hem alle gegevens en informatie die nodig zijn voor de uitoefening van zijn functie, te verschaffen, binnen een door hem vastgestelde termijn, met uitsluiting van de gegevens betreffende de huishoudelijke afnemers. § 2. De ambtenaren van de Dienst, de leden van de Commissie en de opdrachthouders mogen de vertrouwelijke gegevens, de gegevens die het mogelijk maken de identiteit te kennen van de afnemers en de commercieel gevoelige gegevens waarvan ze kennis hebben in het kader van hun functie niet vrijgeven, behalve in de gevallen waar ze opgeroepen worden om in rechte te getuigen, onverminderd § 3, en de uitwisseling van informatie met de Belgische en Europese autoriteiten waarin uitdrukkelijk voorzien wordt in wettelijke of verordenende bepalingen.

Elke inbreuk op het eerste lid wordt bestraft met de straffen waarin voorzien in het artikel 458 van het Strafwetboek. § 3. Voor zover deze instanties tot dezelfde vertrouwelijkheid gehouden zijn en daarop dezelfde sancties rusten, kan de Commissie aan de andere Belgische reguleringsinstanties de in § 2 bedoelde gegevens meedelen die hun noodzakelijk zijn teneinde hun bevoegdheid uit te oefenen ».

Art. 65.Artikel 37 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.

Art. 66.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 38bis ingevoegd, luidende : « De eindafnemers die aangesloten zijn op de distributienetten en op het gewestelijk transmissienetten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden vrijgesteld van de federale bijdrage die bedoeld is als compensatie voor het inkomensverlies van de gemeenten ten gevolge van de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt, waarvan sprake in artikel 6, § 1, VIII, lid 1, 9°bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen.

De vrijstelling wordt toegekend vanaf 1 januari 2004. voor de jaren 2004, 2005 en 2006. » TITEL III. - Wijzigingen in de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas enelektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001. betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Art.67. Artikel 3, 14° van de ordonnantie van 1 april 2004. betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.

Art. 68.Artikel 3, 19° van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « 19° Dienst : de dienst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer die belast is met de energie. »

Art. 69.Artikel 3, van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld als volgt : « 20° opdrachthouder : lid van het personeel van het Brussels Instituut voor Milieubeheer dat door de Regering bij de Commissie belast wordt met de opdrachten zoals bedoeld in deze ordonnantie; 21° commissie : de Reguleringscommissie voor gas en elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest bedoeld in hoofdstuk VIbis van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het BrusselsHoofdstedelijk Gewest;22° gezin : hetzij een alleenstaande natuurlijke persoon die huishoudelijke eindafnemer is, hetzij een geheel van natuurlijke personen, al dan niet verenigd door familiale banden, die gewoonlijk samenleven in dezelfde woning en waarvan één van de leden een huishoudelijke eindafnemer is;23° beschermde afnemer : de op het net aangesloten huishoudelijke eindafnemer die erkend werd als zijnde beschermd;24° huishoudelijke afnemer : de op het net aangesloten afnemer die gas aankoopt, hoofdzakelijk voor het gebruik in zijn gezin en waarvan de factuur opgemaakt wordt op zijn eigen naam;25° gemeenschappelijk gebouw met gemeenschappelijke verwarmingsketel : gebouw uitgerust met een centraal verwarmingssysteem dat meerdere woningen voorziet van verwarming of sanitair warm water; 26° O.C.M.W. : openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bedoeld in het samenwerkingsakkoord afgesloten op 21 september 2006 tussen de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. »

Art. 70.In artikel 2.13° van dezelfde ordonnantie wordt het woord « uitsluitend » geschrapt.

Art. 71.In artikel 4, § 3 van dezelfde ordonnantie worden dewoorden « de Dienst » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 72.Artikel 5, § 1, tweede lid, 4° van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « 4° het bestuur van het net en het beheer van de gasstromen, met inbegrip van het gebruik met dat doel van de koppelingen. Dit gebruik gebeurt in samenwerking met de beheerder van het federaal transmissienet; ».

Art. 73.Artikel 5 § 1, tweede lid, 7° van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « 7° het installeren, het onderhoud en het opnemen van de meters en de verwerking van de meetgegevens; ».

Art. 74.Artikel 5, § 5 van dezelfde ordonnantie, wordt vervangen als volgt : « § 5. Na advies van de Commissie, kan de Regering bepalen welke inlichtingen of plannen jaarlijks door de netbeheerder aan de Commissie dienen te worden bezorgd om, in alle omstandigheden, de continuïteit van de functie van netbeheerder te waarborgen. »

Art. 75.Artikel 7 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : «

Artikel 7.§ 1. De distributienetbeheerder komt zijn verplichtingen en opdrachten bedoeld in de artikelen 5, 18. en in hoofdstuk Vbis na met inachtneming van de principes die hierna volgen : 1° hij zorgt voor de relaties met de regulatoren en met de overheden, alsook voor het voeren van zijn boekhouding, het beheer van zijn bankrekeningen en zijn financiering, in volledige onafhankelijkheid van de personen bedoeld in artikel 6, § 1;2° de hem verschuldigde bedragen worden gestort op bankrekeningen geopend op zijn naam;3° hij beschikt over een informaticasysteem dat, met name wat het beheer ervan betreft, onafhankelijk is van de personen bedoeld in artikel 6, § 1;4° met het doel te voldoen aan de voorafgaande vereisten, zorgt hij ervoor dat hij, naast andere middelen, over voldoende gekwalificeerd personeel beschikt. § 2. De distributienetbeheerder kan de dagelijkse uitbating van zijn activiteiten geheel of gedeeltelijk toevertrouwen aan één of meer uitbatingsbedrijven, onder de hierna volgende voorwaarden : 1° de gedelegeerde verplichtingen en opdrachten moeten uitgeoefend worden met naleving van de principes beschreven in § 1;2° de netwerkbeheerder moet voor voldoende middelen zorgen om een effectieve controle uit te oefenen op de uitoefening van de gedelegeerde verplichtingen en opdrachten;3° wat de openbaredienstverplichtingen betreft, dienen de nadere regels van de delegatie door de distributienetbeheerder ter goedkeuring aan de regering te worden voorgelegd na advies van de Commissie;4° de activiteiten die verband houden met de toegang tot het netwerk, met de metingen en met de relaties met de toeganghouders en gebruikers van het distributienet, met inbegrip van het bijbehorende informatiesysteem, mogen niet worden toevertrouwd aan personen zoals bedoeld in artikel 6, § 1;5° onder voorbehoud van de voorwaarden die voorafgaan, stelt de distributienetbeheerder vrij de verplichtingen en opdrachten vast die hij delegeert, alsook de nadere regels voor deze delegatie. § 3. De distributienetbeheerder stelt evenwel een plan op met de noodzakelijke fasen om de bestaande situatie op 1 januari 2007 in overeenstemming te brengen met dit artikel.

Gedurende de overgangsperiode kan afgeweken worden van § 2, 4°, van dit artikel.

Het plan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering voor iedere nieuwe delegatie.

De delegaties moeten overeenstemmen met dit artikel uiterlijk op 30 juni 2008. § 4. De Regering kan aanvullende maatregelen treffen inzake de organisatie van diensten en beheersdelegaties, teneinde de onafhankelijkheid van de distributienetbeheerder ten aanzien van de personen bedoeld in artikel 6, § 1, te waarborgen. § 5. De distributienetbeheerder mag zich niet bemoeien met andere gasleveringsactiviteiten dan die welke noodzakelijk zijn door zijn verplichtingen als leverancier voor de noodlevering geregeld in Hoofdstuk IVbis van deze ordonnantie. »

Art. 76.In artikel 8 van dezelfde ordonnantie wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ».

Art. 77.Artikel 9 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : «

Artikel 9.Op voorstel van de beheerder van het distributienet en na advies van de Commissie, neemt de Regering het technisch reglement aan voor het beheer van het distributienet.

Alvorens haar advies te geven, kan de Commissie aanpassingen voorstellen in de voorstellen van technisch reglement die haar worden voorgelegd. In dit geval deelt zij die voorstellen mede aan de distributienetbeheerder. Deze beschikt over een termijn van één maand om in zijn oorspronkelijk voorstel alle of een gedeelte van de voorgestelde aanpassingen aan te brengen. Wanneer deze niet allemaal in overweging worden genomen, verantwoordt de distributienetbeheerder zijn standpunt ten aanzien van de Commissie in een advies. De Commissie stelt dan een bijkomend advies op. Het oorspronkelijk advies en de voorstellen tot wijziging gedaan door de Commissie, waarbij het voorstel van technisch reglement, het advies van de distributienetbeheerder ter verantwoording van de weigering om één of ander voorstel tot wijziging te aanvaarden, alsook het bijkomend advies van de Commissie worden gevoegd, worden overzonden aan de Regering, die zal beslissen om het technisch reglement al dan niet aan te nemen.

Wanneer de Commissie op basis van klachten of van haar eigen waarnemingen, een slechte werking of een weinig efficiënte werking identificeert met betrekking tot de uitvoering van het technisch reglement, publiceert zij haar advies op haar website. Na een termijn van zestig dagen kan de Commissie zich in de plaats stellen van de beheerder van het net in geval deze geen voorstel doet tot aanpassing van het bedoelde technisch reglement. Het voorstel van de Commissie wordt dan voor advies voorgelegd aan de netbeheerder en vervolgens vergezeld van dit advies binnen de maand ter goedkeuring neergelegd bij de Regering.

Het technisch reglement wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Het bepaalt met name : 1° de minimale technische vereisten voor de aansluiting op het net, de bepalingen betreffende de grenzen van het net en de nadere regels van het ter beschikking stellen van plaatsen en infrastructuren door de aanvragers van een aansluiting;2° de voorwaarden voor toegang tot het net;3° de respectieve verantwoordelijkheden van de netbeheerder en van de gebruikers die aangesloten zijn op dit net;4° de operationele regels waaraan de netbeheerder onderworpen is bij zijn technisch beheer van de gasstromen en de maatregelen die hij moet treffen met het doel problemen rond congestie en technische knelpunten op te lossen die de zekerheid en de continuïteit van de energievoorziening in gedrang kunnen brengen;5° de prioriteit die moet worden gegeven aan de ingraving van gaspijpleidingen bij de verbetering, de vernieuwing en de uitbreiding van het net;6° de ondersteunende diensten die de netbeheerder moet voorzien;7° de informatie en de gegevens die door de netgebruikers moeten worden verstrekt aan de beheerders van de netten;8° de maatregelen die tot doel hebben elke discriminatie te voorkomen tussen de netgebruikers of categorieën van netgebruikers;9° de maatregelen die moeten worden genomen om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de persoonlijke en commerciële gegevens waarvan de netbeheerder kennis heeft bij de uitvoering van zijn opdrachten;10° de gegevens die moeten worden uitgewisseld, in het bijzonder om de opstelling van het investeringsplan toe te laten;11° de informatie die door de netbeheerder moet worden verstrekt aan de beheerders van de andere netten waarmee dit net is verbonden, om een veilige en efficiënte uitbating, een gecoördineerde ontwikkeling en de wisselwerking tussen de verbonden netten te waarborgen;12° de regels en de voorwaarden voor terbeschikkingstelling van installaties van de gebruiker aan de netbeheerder, teneinde de veiligheid van zijn net te waarborgen. Ze bevat eveneens : 1° een meetcode die met name de technische en administratieve voorschriften vastlegt om de meting te kunnen organiseren;2° een samenwerkingscode, die met name de nadere regels voor samenwerking tussen de netbeheerders vastlegt en die onder andere de uitwisseling van meetgegevens, de voorbereiding van de investeringsplannen, de organisatie van de uitbatingprocedures op de koppelingspunten, de wijze van factureren van de beheerders van de netten overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 februari 2004 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisbeginselen en procedures inzake de tarieven en de boekhouding van de beheerders van aardgasdistributienetten die actief zijn op het Belgisch grondgebied.»

Art. 78.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 9bis ingevoegd, luidende : «

Artikel 9bis.§ 1. De distributienetbeheerder verleent toegang tot zijn net, onder de voorwaarden bepaald door het technisch reglement, aan de leveranciers die houder zijn van een leveringsvergunning voor de distributie van gas dat bestemd is voor hun afnemers die aangesloten zijn op het distributienet, aan de producenten met één of meerdere productieinstallaties in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest en aan de gebruikers die, in voorkomend geval, gemachtigd zijn om een aanvraag tot toegang in te dienen en die aangesloten zijn op dit net. § 2. De netbeheerder stelt, in samenwerking met de Commissie, een investeringsplan op bestemd om de continu ïteit en de veiligheid van de bevoorrading te verzekeren.

Dit plan heeft betrekking op een periode van vijf jaar en wordt, na advies van de Commissie, ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering.

Het wordt elk jaar aangepast voor de volgende vijf jaren.

Het investeringsplan bevat tenminste de volgende gegevens : 1° een beschrijving van de bestaande infrastructuur en van de staat van veroudering ervan;2° een raming van de behoeften aan capaciteit, rekening houden met de waarschijnlijke evolutie van het verbruik en met de kenmerken ervan;3° een beschrijving van de ingezette middelen en van de investeringen die moeten worden gedaan om te voldoen aan de geraamde behoeften, met inbegrip van, in voorkomend geval, de versterking of de installatie van koppelingen teneinde de juiste verbinding te garanderen met de netten waarmee het net is verbonden;4° het vastleggen van de nagestreefde kwaliteitsdoelstellingen, in het bijzonder met betrekking tot de duur van de onderbrekingen;5° het gevoerde milieubeleid;6° de beschrijving van het onderhoudsbeleid;7° de lijst van interventies in noodgevallen die zich hebben voorgedaan tijdens het voorbije jaar.».

Art. 79.In artikel 10, § 1, van dezelfde ordonnantie worden de woorden « de Dienst » vervangen door het woord « de Commissie ». In artikel 10, § 2, van dezelfde ordonnantie, wordt het woord « Dienst 7 » vervangen door het woord « Commissie 7 ».

Art. 80.Artikel 10, § 3 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 3. De voorstellen van investeringsplan worden voor 15 september van het jaar dat voorafgaat aan het eerste jaar waarop het plan betrekking heeft, aan de Commissie bezorgd. Na advies van de Commissie, dat ook rekening moet houden met de relaties tussen de gas- en de elektriciteitsmarkt en tussen de markten van arm en rijk aardgas, worden deze voorstellen ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering.

Bij gebrek aan een beslissing van uiterlijk drie en een halve maand na de indiening van de voorstellen van investeringsplan, worden de voorstellen van investeringsplannen geacht goedgekeurd te zijn, en is de netbeheerder gebonden door de investeringen.

De Commissie kan, in het belang van de gebruikers en rekening houdend met de milieucriteria, de netbeheerder het uitdrukkelijke bevel geven om bepaalde vanuit technisch en financieel oogpunt alternatieve of aanvullende investeringen te bestuderen. Deze studies moeten worden uitgevoerd binnen een termijn die rekening houdt met de termijnen voor goedkeuring van de in het bovenstaande lid vermelde investeringsplannen.

De Regering kan de procedure bepalen van indiening en goedkeuring van de voorstellen van investeringsplan. »

Art. 81.In artikel 11 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « Deze datum mag niet eerder zijn dan 1 januari 2007. en niet later dan 1 juli 2007 » vervangen door de woorden « Alle afnemers, aangesloten op het distributienet, zullen uiterlijk op 1 juli 2007 in aanmerking komen ».

Art. 82.In artikel 12, worden de woorden « opdrachten die hem door deze titel worden toevertrouwd » vervangen door de woorden « openbaredienstverplichtingen ».

Art. 83.In artikel 14, § 2, van dezelfde ordonnantie, wordt tussen het eerste en het tweede lid een volgend lid toegevoegd : « Om aangesteld te worden, dient deze onderneming te beschikken over de leveringsvergunning bedoeld is in artikel 15 van de ordonnantie. »

Art. 84.In artikel 15 van de Franse tekst van dezelfde ordonnantie, wordt het woord « autorisation » vervangen door het woord « licence ».

Art. 85.Artikel 15 van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met het volgende lid : « De leveranciers dienen te beschikken over een vereenvoudigde leveringsvergunning die wordt toegekend door de Regering, voor de levering : - van een begrensde hoeveelheid gas wanneer zij hun financiële waarborg wensen te beperken; - aan een beperkt aantal afnemers of aan zichzelf ».

Art. 86.In artikel 16 van dezelfde ordonnantie wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ».

Art. 87.In artikel 17, § 1, derde lid van dezelfde ordonnantie, wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ». In artikel 17, § 3, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « de Dienst » vervangen door de woorden « de Commissie ».

Art. 88.Het opschrift van hoofdstuk V van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk V. Verplichtingen en opdrachten vanopenbare dienst ».

Art. 89.Artikel 18 van dezelfde ordonnantie, wordt vervangen als volgt : « De distributienetbeheerder en de leveranciers zullen, elk op hun eigen gebied, de opdrachten en verplichtingen van openbare dienst nakomen die hieronder van 1° tot 3° worden gedefinieerd : 1° het ter beschikking stellen van een ononderbroken minimumlevering van gas voor het verbruik van het gezin tegen de voorwaarden bepaald in Hoofdstuk Vbis;2° de levering van gas tegen een specifiek sociaal tarief aan personen volgens de voorwaarden bepaald door de federale wetgeving en in Hoofdstuk Vbis;3° een kosteloze preventiedienst voor risico's bij het gebruik van aardgas, ten voordele van de gezinnen die erom vragen.De Regering bepaalt de inhoud en voorwaarden voor de uitoefening van deze opdracht. »

Art. 90.In dezelfde ordonnantie, wordt een artikel 18bis ingevoegd, luidend : « De distributienetwerkbeheerder is bovendien belast met volgende opdrachten : 1° de organisatie van een dienst voor de opvolging van de relatie met de consument en het geven van inlichtingen inzake prijzen en voorwaarden van aansluiting ten behoeve van huishoudelijke afnemers;2° het promoten van rationeel gasgebruik door het geven van inlichtingen en demonstraties, het ter beschikking stellen van uitrustingen en diensten en het verstrekken van financiële hulp ten behoeve van de gemeenten en de andere eindafnemers. De distributienetbeheerder stelt daartoe in samenwerking met de Dienst een driejaarlijks programma op voor rationeel gebruik van gas ten behoeve van de gemeenten.

Na goedkeuring ervan door de Regering deelt de Dienst jaarlijks aan de distributienetbeheerder het driejaarlijks programma mede voor rationeel gebruik van gas ten behoeve van alle andere categorieën eindafnemers, ongeacht of ze al dan niet in aanmerking komen. 3° de verspreiding op een toegankelijke informatiedrager via internet van de inlichtingen betreffende de diverse maatregelen genomen door de distributienetbeheerder inzake het onthaal van huishoudelijke afnemers;4° de overzending, elk jaar, aan de Commissie van een verslag over de kwaliteit van het onthaal geboden aan de gezinnen;5° de overzending, elk jaar, aan de Commissie van een verslag over de lijst verplichtingen waarmee de distributienetbeheerder garandeert dat elke vorm van discriminerende praktijken wordt uitgesloten.De Commissie deelt dit verslag mede aan de Regering en maakt het bekend. »

Art. 91.Artikel 19 van dezelfde ordonnantie, wordt vervangen als volgt : « § 1. De netbeheerder legt, in samenwerking met de Dienst, vóór 31 oktober van elk jaar ter goedkeuring van de Regering, zijn begroting en zijn programma voor met betrekking tot de uitvoering van zijn openbaredienstverplichtingen en -opdrachten voor het volgende jaar samen met de begroting en het programma van uitvoering van het driejaarlijks programma voor rationeel gebruik van gas ten behoeve van alle andere categorieën eindafnemers voor het volgende jaar.

Hij legt eveneens aan de Regering, vóór 30 juni van elk jaar, een verslag voor over de uitvoering van die opdrachten tijdens het voorbije jaar, samen met de eraan verbonden rekeningen vergezeld van het programma van uitvoering van het driejaarlijks programma voor rationeel gebruik van gas ten behoeve van alle andere categorieën eindafnemers bedoeld in artikel 18bis.

Na goedkeuring door de Regering, worden het verslag en de rekeningen overgezonden aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. § 2. De Commissie kan ter plaatse alle boekhoudkundige stukken of andere laten controleren en door middel van steekproef de effectiviteit van de werken gefinancierd in verhouding tot de kost en de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen en -opdrachten laten nagaan.

De opdrachthouders die de raadplegingen en controles uitvoeren, worden daartoe aangewezen bij ministerieel besluit.

De Commissie kan een bedrijfsrevisor toevoegen aan de opdrachthouder, om de rekeningen met betrekking tot de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen en -opdrachten van de distributienetbeheerder te onderzoeken. § 3. De distributienetbeheerder organiseert zijn boekhouding zo dat de lasten en de opbrengsten verbonden aan de verplichtingen en opdrachten van openbare dienst die hij op zich neemt, geïdentificeerd kunnen worden. »

Art. 92.In dezelfde ordonnantie wordt een artikel 19bis ingevoegd, luidende : « Ten minste een keer per jaar, vóór 31 maart, worden de volgende statistische gegevens over de gezinnen en met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar ter beschikking gesteld van de Commissie. Deze gegevens worden telkens opgesplitst volgens gemeente en volgens beschermde en niet-beschermde afnemers : 1° door de houder van een leveringsvergunning : a) het aantal aansluitingen waar een aanmaning werd verstuurd;b) het aantal aansluitingen waar een ingebrekestelling werd verstuurd;c) het aantal aanvaarde betalingsplannen en het gemiddelde bedrag van de betaling per maand;d) het aantal niet-nageleefde betalingsplannen; e) het aantal dossiers overgemaakt aan de O.C.M.W.'s; f) het aantal dossiers overgemaakt aan een schuldbemiddelingsinstantie;2° door de netbeheerder : a) het aantal gezinnen dat werd afgesloten en de redenen voor de afsluiting;b) het aantal gezinnen dat opnieuw wordt aangesloten binnen de vierentwintig uur, tussen een en zeven kalenderdagen, tussen acht en dertig kalenderdagen en na meer dan dertig kalenderdagen. De Commissie maakt jaarlijks de eerder vermelde gegevens met eventuele opmerkingen over aan de Regering voor 31 mei.

De Regering kan de lijst van die gegevens aanvullen, stelt de regels voor de mededeling vast en stelt te dien einde formulieren op. »

Art. 93.Artikel 20 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « De kosten verbonden aan de opdrachten en verplichtingen van openbare dienst bedoeld in de artikelen 18 en 18bis worden gedragen door de netbeheerder ten titel van exploitatiekosten. De doorrekening van deze kosten in de tarieven wordt geregeld door de federale wetgeving. »

Art. 94.In dezelfde ordonnantie wordt een Hoofdstuk Vbis opgenomen, luidend : « Hoofdstuk Vbis. Verplichtingen van openbare dienst betreffende de levering van gas

Artikel 20bis.De leverancier moet, aan elke afnemer die erom verzoekt, binnen tien werkdagen een redelijk en niet-discriminerend voorstel van leveringscontract overmaken en hem de algemene leveringsvoorwaarden mee te delen evenals, met name wanneer de afnemer een huishoudelijke afnemer is, de bepalingen van deze ordonnantie die betrekking hebben op de beschermde afnemers.

De leverancier kan evenwel, binnen dezelfde termijn, weigeren schriftelijk een voorstel van leveringscontract te doen aan een van zijn of gewezen afnemers die noch zijn schulden heeft aangezuiverd, noch een betalings- of aanzuiveringsplan is nagekomen.

De Regering kan de modaliteiten van deze verplichting nader bepalen.

Artikel 20ter.De leveranciers waarborgen de gezinnen een ononderbroken levering van gas voor het verbruik van het gezin tegen niet-discriminerende voorwaarden.

Wordt beschouwd als discriminerend; elk verschil in behandeling dat niet redelijk verantwoord kan worden en dat met name steunt op het statuut, het inkomstenniveau ofde woonplaats.

Deze bevoorrading is niet voorzien voor de gemeenschappelijke ruimtes van woongebouwen, noch voor tweede woningen, noch voor woningen die onbewoond zijn volgens een vaststelling van de gemeentepolitie.

Voor appartementsgebouwen met een gemeenschappelijke verwarmingskelder stelt de Regering de nadere regels van de verplichting betreffende deze ononderbroken gasbevoorrading vast.

Onder voorbehoud van de in dit hoofdstuk vastgestelde opzeggingstermijnen, worden de leveringscontracten gesloten voor een vaste periode van minimum drie jaar. Een gezin kan ze evenwel altijd opzeggen mits een opzeggingstermijn van twee maanden.

Artikel 20quater.§ 1. In geval van niet-betaling van het gefactureerde bedrag voor het gasverbruik binnen 10 dagen na de verzending van de aanmaning tot betaling, kan de leverancier een brief zenden naar het gezin om het in te lichten over zijn voornemen het O.C.M.W. van de gemeente waar zijn leveringspunt zich bevindt, op de hoogte te brengen. Deze brief brengt het gezin er tevens van op de hoogte dat het gerechtigd is om binnen een termijn van tien dagen na de ontvangst van deze brief te weigeren dat zijn naam wordt doorgegeven aan het O.C.M.W., middels een aangetekende brief gericht aan de leverancier. § 2. De leverancier kan geen afsluiting van gas bestemd voor huishoudelijk gebruik doorvoeren zonder vooraf de procedure, beschreven in dit hoofdstuk, te hebben gevolgd en zonder de toestemming van de vrederechter. § 3. Binnen tien dagen na verzending van de brief bedoeld in § 1 en indien het gezin het doorgeven van zijn naam aan het O.C.M.W. niet heeft geweigerd overeenkomstig paragraaf 1, verwittigt de leverancier het O.C.M.W..

Binnen 60 dagen na die verwittiging, kan het O.C.M.W. een maatschappelijk onderzoek laten uitvoeren bij het gezin waarvan de naam is meegedeeld en, eventueel met de hulp van een dienst voor schuldbemiddeling, een redelijk plan opstellen voor de aanzuivering van de schulden die het gezin heeft bij de leverancier op elke andere begeleidingsmaatregel treffen. § 4. Als de afnemer weigert dat zijn naam aan het O.C.M.W. wordt meegedeeld, als er geen enkel aanzuiveringsplan is opgesteld met of zonder de begeleiding van het O.C.M.W. of als het afbetalingsplan niet wordt nageleefd, kan de leverancier een brief zenden naar het gezin waarin het ervan op de hoogte wordt gebracht dat, indien het gezin uiterlijk binnen 15 kalenderdagen het afbetalingsplan niet opnieuw naleeft of indien het gezin niet het bewijs aanbrengt dat hij een « beschermde afnemer » is, hij aan de vrederechter de toestemming zal vragen om het contract te verbreken en over te gaan tot de afsluiting van het gas. § 5. De Regering kan de nadere regels bepalen van de paragrafen 1 tot 4.

Artikel 20quinquies.§ 1. Vanaf de ingebrekestelling bedoeld in artikel 20quater, § 1, wordt het gezin erkend als « beschermde afnemer », indien het voldoet aan één of meerdere van de in § 2 opgesomde voorwaarden.

Zodra de distributienetbeheerder het bewijs heeft gekregen dat de afnemer beschermd is, bevoorraadt hij als noodleverancier het gezin dat zulks aanvraagt. Hij brengt de leverancier daarvan op de hoogte.

Deze laatste onderhandelt met zijn afnemer over een aanzuiveringsplan dat gebaseerd is op de toestand vastgesteld op het ogenblik van de overdracht. Hij deelt dit plan mee aan de noodleverancier. § 2. Het gezin wordt erkend als beschermde afnemer, indien het voldoet aan een of meerdere van de volgende voorwaarden : - het geniet het specifiek sociaal tarief; - het is betrokken in een proces van schuldbemiddeling met een erkend bemiddelingscentrum of in een proces van collectieve schuldregeling. § 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 20quater, § 4, kan het O.C.M.W., indien de afnemer het met de leverancier gesloten aanzuiveringsplan niet in acht neemt en niet beschermd is overeenkomstig § 2, hem, op zijn verzoek, het statuut van beschermde afnemer verlenen, als het van oordeel is dat de sociale situatie, de samenstelling van het gezin of de technische verbruiksvoorwaarden zulks verantwoorden. § 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 20quater, § 4, kan het O.C.M.W., indien de afnemer het met de leverancier gesloten aanzuiveringsplan niet in acht neemt en niet beschermd is overeenkomstig § 2, ook aan de Commissie vragen om hem het statuut van beschermde afnemer toe te kennen. De toekenningscriteria houden rekening met de inkomsten en de samenstelling van het gezin. De Regering stelt de in aanmerking te nemen inkomsten vast, alsook de procedure voor het verkrijgen van het statuut van beschermde afnemer.

Zodra dat statuut is toegekend, brengt de Commissie de noodleverancier ervan op de hoogte en wordt de beschermde afnemer bevoorraad door de noodleverancier. § 5. Zodra het gezin het bewijs heeft geleverd dat het beschermd is overeenkomstig artikel 20quinquies, § 2, § 3. of § 4, wordt het met de leverancier gesloten contract geschorst en kan de leverancier de vrederechter niet vragen om het contract te verbreken gedurende de schorsingsduur van het contract. De leverancier en de noodleverancier delen wederzijds aan elkaar en periodiek de staat van opvolging mede van het aanzuiveringsplan dat werd ondertekend met het oog op de toepassing van artikel 20sexies.

Ingeval een afnemer door dezelfde leverancier wordt bevoorraad in gas en elektriciteit, brengt de erkenning als beschermde afnemer voor gas automatisch de erkenning als beschermde afnemer voor elektriciteit met zich mee.

Artikel 20sexies.Indien de afnemer erkend is als beschermde afnemer en zijn schulden bij zijn leverancier heeft aangezuiverd, vervalt de schorsing en heeft het contract tussen de leverancier en de beschermde afnemer opnieuw zijn volle uitwerking.

Indien hij evenwel schulden heeft opgebouwd ten aanzien van de noodleverancier, dan kan de noodleverancier zijn schulden met alle rechtsmiddelen terugvorderen. Indien na een periode van zes maanden de beschermde afnemer zijn aanzuiveringsplan ten aanzien van zijn leverancier niet nakomt, doch zijn leveringen van de noodleverancier betaalt, verliest hij het genot van het bijzonder uitgebreid sociaal tarief waarvan sprake in artikel 20decies.

Indien de beschermde afnemer in gebreke blijft de noodleverancier te betalen, nadat deze hem in gebreke heeft gesteld, bezorgt deze leverancier de naam en het adres van de beschermde afnemer aan het O.C.M.W. van de gemeente van het leveringspunt van elektriciteit.

Indien uiterlijk zestig dagen na het meedelen van de naam van de beschermde afnemer aan het O.C.M.W., dit laatste de noodleverancier niet heeft laten weten dat die afnemer sociale hulp van het O.C.M.W. krijgt of de noodleverancier geen voorstel heeft gedaan van aanzuiveringsplan voor alle schulden ten aanzien van de noodleverancier, medeondertekend voor akkoord door de afnemer, heeft bezorgd aan de noodleverancier, kan deze laatste de vrederechter om de verbreking van het contract van noodlevering vragen. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid van deze §, leidt de verbreking van het contract van noodlevering tot de verbreking van het contract met de oorspronkelijke leverancier.

De Regering kan de modaliteiten van deze procedures bepalen.

In alle gevallen waarin de vrederechter de verbreking van een leveringscontract uitspreekt tussen 1 oktober en 31 maart, kan hij opleggen dat de distributienetbeheerder als noodleverancier optreedt en voor leveringen ten laste van de afnemer zorgt in de periode tussen de daadwerkelijke verbreking van het leveringscontract en 31 maart.

Tussen 1 oktober en 31 maart kan het O.C.M.W. de noodleverancier ertoe verplichten voor leveringen ten laste van de afnemer te zorgen in situaties waarin de menselijke waardigheid aangetast wordt bij gebreke van gaslevering.

De Regering kan, na advies van de Commissie, de aanvullende regels en voorwaarden betreffende de winterleveringen waarvan sprake in deze paragraaf, vaststellen. Ze kan de tijdelijke levering uitzonderlijk verlengen tot na 31 maart, als het klimaat zulks vereist.

Artikel 20septies.Om aan de afnemers begrijpelijke en onderling vergelijkbare voorstellen te doen, vermeldt de leverancier, ongeacht zijn prijzen en tarieven, in zijn voorstel, duidelijk en afzonderlijk, de eenheidsprijs en de gemiddelde prijs van elke gefactureerde kWh volgens de verkochte hoeveelheden en per tariefcategorie, de periodieke forfaits, de retributies, de belastingen, de abonnementen en de prijzen van eventuele andere diensten. Op voorstel van de Commissie, stelt de Regering de minimumnormen vast waaraan de documenten van voorstellen van contract en de facturatiedocumenten moeten voldoen.

Artikel 20octies.In geval van verhuizing binnen het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en op verzoek van het gezin, zorgt de leverancier ervoor, voor zover zulks technisch mogelijk is, dat het gezin hetzelfde contract of dezelfde contractuele en tariefvoorwaarden heeft als die welke het tot dusver had, en dit tot het verstrijken van het lopende contract. Bij elke verandering van leverancier, komen de kosten voor de meteropname voor rekening van de leverancier wiens overeenkomst verbroken werd.

Artikel 20novies.Het systeem inzake bescherming van de artikelen 20quater tot 20sexies wordt in herinnering gebracht op elke aanmaning tot betaling of ingebrekestelling van een factuur volgens een model bepaald door de Regering.

De facturatie van gas mag niet verward worden met de facturatie van elektriciteit. De Regering kan de modaliteiten betreffende deze bepaling vaststellen.

Artikel 20decies.De sociale bescherming die wordt voorzien door het ministerieel besluit van 23 december 2003 houdende vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van gas aan de beschermde residentiële klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie, wordt uitgebreid tot de afnemers die worden bevoorraad door de distributienetbeheerder krachtens deze ordonnantie.

Artikel 20undecies.§ 1. De nadere regels betreffende de informatie van de afnemers door de distributienetbeheerder en de leveranciers, en in het bijzonder over de leveringsincidenten en stopzettingen, alsook de nadere regels betreffende het klachtenbeheer, worden vastgesteld door de Regering. § 2. Onverminderd het bepaalde in § 1, behalve indien kan worden aangetoond dat het om een noodsituatie of een situatie met verschillende incidenten gaat, licht de distributienetbeheerder de gebruikers van het net minimum tien werkdagen van tevoren in over het begin en de vermoedelijke duur van de onderbreking. Deze termijn wordt ingekort tot vijf werkdagen, indien het gaat om de regularisering van een voorlopige herstelling. In voorkomend geval, licht de evenwichtsverantwoordelijke de leverancier in. § 3. Naast de in § 2 bepaalde informatie, publiceert de distributienetbeheerder binnen 24 uur op zijn website de lijst, de duur en de oorzaken van de geplande of incidenfactur tele onderbrekingen die hebben plaatsgevonden op het net onder gemiddelde spanning. Deze informatie wordt eveneens meegedeeld aan de Commissie. § 4. De Regering stelt de nadere regels vast betreffende het klachtenbeheer. De forfaitaire schadeloosstellingen worden, volgens de categorieën van afnemers of gezinnen, door de Regering geregeld als openbaredienstverplichting.

Artikel 20duodecies.Ten aanzien van de professionele afnemers die minder dan 5 personen in dienst hebben en die aangesloten zijn op het distributienet, is de leverancier ertoe verplicht eerst een herinneringsbrief en daarna een aanmaningsbrief te sturen en vervolgens over een aanzuiveringsplan te onderhandelen, voordat hij zijn leveringscontract kan verbreken.

Artikel 20tredecies.De Regering kan andere modaliteiten van verplichtingen van openbare dienst bepalen wat betreft de regelmatigheid, de kwaliteit en de facturatie van de leveringen.

Artikel 20quattuordecies.De financiering van de openbaredienstverplichtingen met betrekking tot de levering van gas, bedoeld in dit hoofdstuk, wordt gewaarborgd door het sociaal fonds voor energiebegeleiding, overeenkomstig de nadere regels bedoeld in artikel 25septiesdecies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Artikel 20quindecies.De opdrachten waarmee de O.C.M.W.'s door en krachtens deze ordonnantie worden belast, worden begrepen en uitgeoefend, onverminderd het bepaalde in artikel 109 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en met uitsluiting van elke vorm van administratief toezicht op de beslissingen om individuele hulp toe te kennen en terug te vorderen. »

Art. 95.Artikel 23, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 1. Wordt bestraft met een gevangenisstraf van een maand en een boete van twee tot vijfhonderd euro, of met één van deze straffen : 1° hij die zich verzet tegen de controles en onderzoeken van de Commissie en van de Regering uitgevoerd krachtens deze Titel;2° hij die weigert de Commissie of de Regering de inlichtingen te verschaffen die hij gehouden is te geven krachtens deze Titel, of hij die hun opzettelijk onjuiste of onvolledige inlichtingen verschaft;3° hij die de verplichting om over een vergunning te beschikken overeenkomstig de artikelen 15, eerste lid, en 22 van deze Titel niet naleeft.»

Art. 96.In artikel 24, § 1, van dezelfde ordonnantie, wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ».

Art. 97.Artikel 24, § 2, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « § 2. Vooraleer het bedrag van de boete te bepalen, informeert de Commissie de betrokken persoon per aangetekend schrijven en nodigt hem uit de Commissie een nota te bezorgen smet betrekking tot zijn verdedigingsgronden.

Het aangetekend schrijven bevat de vermelding van de in aanmerking genomen grieven, de overwogen sanctie en de melding dat het dossier kan worden ingekeken, de plaats en de uren waarop dit kan, en dit gedurende de hele termijn bepaald in het derde lid van deze paragraaf.

Het aangetekend schrijven herneemt de volledige tekst van dit artikel.

De nota dient de Commissie per aangetekend schrijven te worden bezorgd, binnen dertig dagen na ontvangst van het schrijven vermeld in het eerste lid.

De Commissie informeert de betrokken persoon over de datum van het voorafgaand verhoor, alsook de plaats en de uren waarop het dossier kan worden ingekeken. Dit laatste kan gebeuren tijdens de tien dagen die het verhoor voorafgaan.

Deze kennisgeving wordt per aangetekend schrijven verzonden.

Het voorafgaand verhoor vindt plaats ten vroegste op de twintigste dag na de verzending van het aangetekend schrijven bepaald in het vorige lid. De betrokken persoon mag zich laten bijstaan door een advocaat of door deskundigen naar keuze. De Commissie stelt een proces-verbaal op van het verhoor en verzoekt de betrokken persoon het te tekenen, desgevallend, nadat deze er zijn opmerkingen aan heeft toegevoegd.

De Commissie neemt de zaak in beraad na het laatste verhoor. Hij bepaalt de administratieve boete middels een met redenen omklede beslissing en informeert de betrokken persoon binnen dertig dagen na het laatste verhoor, per aangetekend schrijven. Na deze termijn, wordt de Commissie geacht definitief af te zien van elke sanctie gegrond op de aan de betrokken persoon ten laste gelegde feiten, behalve in geval van nieuwe elementen.

De kennisgeving van de beslissing vermeldt de mogelijkheden tot beroep bepaald door de wet en door deze ordonnantie en de termijn waarbinnen het kan worden ingesteld. »

Art. 98.In artikel 24, § 3 en § 4 van dezelfde ordonnantie wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ».

Art. 99.In artikel 26, § 1 van dezelfde ordonnantie wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ».

Art. 100.In artikel 26, § 2 van dezelfde ordonnantie wordt het woord « Dienst » vervangen door de woorden « Dienst, leden van de Commissie en opdrachthouders ».

Art. 101.In artikel 26, § 3 van dezelfde ordonnantie wordt het woord « Dienst » vervangen door het woord « Commissie ».

Art. 102.Artikel 28, § 3, derde lid, wordt vervangen als volgt : « § 3. De retributie wordt vastgelegd op een maximaal bedrag van : 1° 0,25 centiemen per vervoerde of verdeelde kWu die aan een in aanmerking komende hoogspanningsafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd.De bijdrage wordt begrensd op een jaarlijks elektriciteitsverbruik van 25 Gwu voor de verbruikslocaties van een klant gelegen in een enkele gemeente.

Voor wat betreft de hoogspanningselektriciteit vervoerd naar of verdeeld aan afnemers voor het spoorwegnet of tram- en metronet, wordt de bijdrage begrensd tot een jaarlijks totaalverbruik van 25 GWu op het volledige gewestelijke grondgebied. Ze wordt betaald aan de gemeenten, pro rata van de door de klant verbruikte elektriciteit op het grondgebied van de gemeente; 2° 0,50 centiemen per vervoerde of verdeelde kWu die aan een in aanmerking komende laagspanningsafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd;3° 0,09 centiemen per vervoerde of verdeelde kWu gas die aan een in aanmerking komende eindafnemer, gevestigd op het grondgebied van de gemeente die de vergoeding int, wordt geleverd.De bijdrage wordt begrensd op een jaarlijks verbruik van rijk gas van 5 000 000 m3. » De Regering stelt de nadere regels met betrekking tot de toepassing van deze paragraaf vast.

TITEL IV. - Diverse, overgangs- en slotbepalingen

Art. 103.De ordonnantie van 11 maart 1999 tot vaststelling van de maatregelen ter voorkoming van de schorsingen van de gaslevering voor huishoudelijk gebruik wordt opgeheven.

De ordonnantie van 11 juli 1991 met betrekking tot het recht op een minimumlevering van elektriciteit wordt opgeheven.

De bepalingen van de voornoemde ordonnanties blijven echter van toepassing op de procedures waarin ze voorzien en die aan de gang zijn op 1 januari 2007, tenzij de afnemers die ervoor in aanmerking komen het statuut van beschermde afnemer verkrijgen overeenkomstig de bepalingen van deze ordonnantie.

Art. 104.Artikel 3bis van de ordonnantie van 12 december 1991. tot oprichting van budgettaire fondsen, ingevoegd bij de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vervangen als volgt : «

Artikel 3bis.Het « Sociaal fonds voor energiebegeleiding », opgericht door artikel 25septiesdecies van de ordonnantie van 19 juli 2001, is een begrotingsfonds in de zin van artikel 8 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 betreffende de bepalingen van toepassing op het budget, de boekhouding en de controle. »

Art. 105.Artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek, wordt aangevuld volgt : « 23° van de aanvragen gedaan krachtens Hoofdstuk IVbis van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de aanvragen gedaan krachtens Hoofdstuk Vbis van de ordonnantie van 1 april 2004. betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »

Art. 106.Zolang de voorzitter en de bestuurders van de Reguleringscommissie en de personeelsleden van het BIM die er opdrachthouder zijn, niet zijn aangewezen en uiterlijk na het verstrijken van een termijn van 9 maanden na de bekendmaking van deze ordonnantie, worden de bevoegdheden toegekend aan de Commissie uitgeoefend door de dienst van het BIM die belast is met energie.

Art. 107.De Regering kan de bepalingen coördineren van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisbijdragen inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de bepalingen die ze uitdrukkelijk of impliciet zouden hebben gewijzigd op het ogenblik dat de coördinaties worden doorgevoerd, door er de wijzigingen in aan te brengen die aangewezen zijn met het oog op een vormelijke vereenvoudiging.

Te dien einde, kan zij : 1° de volgorde, nummering en, in het algemeen, de voorstelling van de te coördineren bepalingen wijzigen;2° de verwijzingen wijzigen die zouden staan in de te coördineren bepalingen teneinde ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe nummering;3° de redactie van de te coördineren bepalingen wijzigen met het oog op de concordantie en de terminologische eenvormigheid zonder evenwel dat afbreuk te doen aan de beginselen die in de bepalingen zijn opgenomen;4° de voorstelling aanpassen van de verwijzingen die de in de coördinatie opgenomen bepalingen maken naar andere bepalingen die er niet in zijn opgenomen. De coördinatie draagt het volgende opschrift : « Brussels Energiewetboek ». Het « Brussels Energiewetboek » treedt pas in werking na de bekrachtiging ervan door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement.

Art. 108.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2007.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen datze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 14 december 2006.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijk Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringen Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstelike Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelike Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

^