Etaamb.openjustice.be
Arrest van 20 maart 2008
gepubliceerd op 15 juli 2008

Besluit van de Regering betreffende de bevordering van rationeel elektriciteits- en gasgebruik door middel van financiële steun

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2008031326
pub.
15/07/2008
prom.
20/03/2008
ELI
eli/besluit/2008/03/20/2008031326/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 MAART 2008. - Besluit van de Regering betreffende de bevordering van rationeel elektriciteits- en gasgebruik door middel van financiële steun


De Brusselse Hoofdstedelijk Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 24;

Gelet op de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 18bis ;

Overwegende het advies nr. 43.483/3 van de Raad van State van 2 oktober 2007, in toepassing van artikel 84, § 1, 1ste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat de versie die vóór het advies van 2 oktober aan de Raad van State werd voorgelegd het voorwerp van wijzigingen heeft uitgemaakt;

Overwegende het advies nr. 43.897/3 van de Raad van State, gegeven op 18 december 2007, in toepassing van artikel 84, § 1, 1ste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat artikel 24 van de voornoemde ordonnantie van 19 juli 2001 de distributienetbeheerder openbare dienstverplichtingen oplegt;

Overwegende dat tussen deze openbare dienstverplichtingen de bevordering van rationeel energiegebruik door het geven van informatie en demonstraties, het ter beschikking stellen van uitrustingen en diensten en het verstrekken van financiële hulp aan gemeenten en aan andere eindafnemers vermeld wordt;

Overwegende dat de Regering de openbare dienstopdrachten nader kan bepalen;

Overwegende dat artikel 24, § 3 van de voornoemde ordonnantie van 19 juli 2001 voorziet dat de Dienst jaarlijks aan de distributienetbeheerder, na goedkeuring door de Regering, het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers, ongeacht of ze in aanmerking komen of niet, meedeelt;

Overwegende dat artikel 25, § 1 van de voornoemde ordonnantie van 19 juli 2001 voorschrijft dat de distributienetbeheerder, in samenwerking met de Dienst, jaarlijks vóór 31 oktober aan de Regering zijn uitvoeringsprogramma van de openbare-dienstopdrachten en -verplichtingen voor het volgende jaar ter goedkeuring voorlegt, met daarbij het programma voor de uitvoering van de acties van het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers, dat hem door de Dienst na goedkeuring door de Regering is meegedeeld;

Overwegende dat wat het toezicht op de uitvoering van dit programma betreft, artikel 25, § 1 van de voornoemde ordonnantie ook voorziet dat de netbeheerder jaarlijks vóór 30 juni aan de Regering een verslag over de uitvoering van zijn opdrachten en verplichtingen tijdens het voorbije jaar en over de acties van het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers voorlegt;

Overwegende dat artikel 18bis van de voornoemde ordonnantie van 1 april 2004 de distributienetbeheerder openbare dienstverplichtingen oplegt;

Overwegende dat tussen deze openbaredienstverplichtingen de bevordering van rationeel energiegebruik door het geven van informatie en demonstraties, het ter beschikking stellen van uitrustingen en diensten en het verstrekken van financiële hulp aan gemeenten en aan andere eindafnemers vermeld wordt;

Overwegende dat artikel 18bis van de voornoemde ordonnantie van 1 april 2004 voorziet dat de Dienst jaarlijks aan de distributienetbeheerder, na goedkeuring door de Regering, het driejarig programma voor rationeel gasgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers, ongeacht of ze in aanmerking komen of niet, meedeelt;

Overwegende dat artikel 19 van de voornoemde ordonnantie van 1 april 2004 voorziet dat de netbeheerder jaarlijks vóór 31 oktober aan de Regering zijn uitvoeringsprogramma van de openbaredienstopdrachten en -verplichtingen voor het volgende jaar voorlegt, met daarbij het programma voor de uitvoering van het driejarig programma voor rationeel gasgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers, dat hem door de Dienst na goedkeuring door de Regering is meegedeeld;

Overwegende dat wat het toezicht op de uitvoering van dit programma betreft, artikel 19 ook voorziet dat de netbeheerder jaarlijks vóór 30 juni aan de Regering een verslag over de uitvoering van deze opdrachten tijdens het voorbije jaar en een verslag over de acties van het driejarig programma voor rationeel gasgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers voorlegt;

Overwegende dat de versie van het ontwerp van besluit onderworpen aan de Raad van State voorzien heeft dat de administratieve procedures voor de premies waren « door de Regering goedgekeurd », op basis van artikel 24, § 3 van de elektriciteitsordonnantie en van artikel 18bis, 2° van de gasordonnantie. Overwegende dat artikelen 24, § 3 en 25, § 1 van de elektriciteitsordonnantie en artikelen 18bis en 19 van de gasordonnantie heden toelaten dat « de administratieve procedures voor de aanvraag van een premie, de modaliteiten voor de betaling ervan, en de inhoud van het premie aanvraagdossier zijn vastgelegd in het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik en in het driejarig programma voor rationeel gasgebruik, die door de Dienst worden meegedeeld aan de netbeheerder bedoeld in de voornoemde artikelen 24, § 3 en 18bis », Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit dient te worden begrepen onder : 1° Dienst : Dienst van het Brussels Instituut voor Milieubeheer (Leefmilieu Brussel) zoals bedoeld in artikel 2, 26° van de elektriciteitsordonnantie;2° BRUGEL : de Commissie bedoeld in artikel 2, 26°bis van de elektriciteitsordonnantie;2° Aanvrager : elke natuurlijke of rechtspersoon, met uitzondering van een gemeente, evenals elke zelfstandige of vereniging van eigenaars die vertegenwoordigd wordt door de appartements-gebouwbeheerder die een premieaanvraag indient;3° Woongebouw : een gebouw of een deel van een gebouw dat zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevindt, zoals meer bepaald een eengezinswoning, een appartement of een studio, dat, door zijn aard, normaal gezien bestemd is om door één persoon of een groep van personen bewoond te worden, die al dan niet familie van elkaar zijn en die gewoonlijk samenwonen;4° Niet-woongebouw : een gebouw of een deel van een gebouw dat zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevindt en dat, door zijn aard, niet bestemd is om door één persoon of een groep van personen bewoond te worden, die al dan niet familie van elkaar zijn en die gewoonlijk samenwonen;5° Premie : financieel voordeel dat overeenstemt met een deel van de aankoopprijs van een uitrusting of studie of de kostprijs van een investering ter bevordering van rationeel energiegebruik;6° Rentevergoeding : financieel voordeel dat overeenstemt met een deel of de volledige verschuldigde rentelast krachtens een overeenkomst van lening op afbetaling, een leasing- of een 'derde investeerder'-overeenkomst in verband met de financiering van een uitrusting of investering ter bevordering van rationeel energiegebruik;7° Derde investeerder : een contract waarmee een derde een investering op zich neemt, die, na de uitvoering van een energieaudit, een bepaald aantal energiebesparingsmaatregelen financiert en realiseert en vervolgens gedurende een bepaalde periode geniet van de daling van de energie-factuur waartoe deze investeringen aanleiding gaven.8° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Energie behoort. HOOFDSTUK II. - Premies toegekend aan natuurlijke personen voor de aankoop van energetisch hoog presterende elektrische huis-houdapparatuur

Art. 2.De distributienetbeheerder kan binnen de perken van de budgetten bedoeld in artikel 26, § 7 van de ordonnantie, premies ter bevordering van de aankoop van energetisch peerformant elektrische huishoudapparatuur toekennen aan aan natuurlijke personen die hiervoor een aanvraag indienen. De aanvrager moet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen en het apparaat waarvoor de premieaanvraag ingediend werd, moet bestemd zijn voor de woning van de aanvrager. HOOFDSTUK III. - Premies toegekend aan de tertiaire en industriële sector en aan zelfstandigen

Art. 3.De distributienetbeheerder kan binnen de perken van de budgetten bedoeld in artikel 26, § 7 van de ordonnantie, premies ter bevordering van rationeel energiegebruik in nietwoongebouwen toekennen, aan instellingen uit de openbare sector, niet-commerciële instellingen, ondernemingen en zelfstandigen die hiervoor een aanvraag indienen,. De betroffen gebouwen moeten zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevinden en de aanvrager moet over een zakelijk recht ten opzichte van het betreffende gebouw beschikken of er huurder van zijn.

Art. 4.Teneinde de Dienst toe te laten te waken over de naleving van de de minimis-regels bedoeld in artikel 2 van de verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op de-minimissteun, moet de aanvrager de Dienst inlichten over alle overheidssteun die hij over een periode van drie jaren heeft ontvangen die voorafgaan aan het jaar van de aanvraag gedaan met toepassing van dit besluit. HOOFDSTUK IV. - Premies toegekend voor woongebouwen

Art. 5.De distributienetbeheerder kan binnen de perken van de budgetten bedoeld in artikel 26, § 7 van de ordonnantie, premies ter bevordering van rationeel energiegebruik in woongebouwen toekennen aan natuurlijke personen, vastgoedmaatschappijen, gemeentelijke regieën van grondeigendommen, O.C.M.W.'s, sociale woningbureaus en appartementsgebouwbeheerders, l'énergie dans les bâtiments résidentiels, ongeacht hun rechtsvorm, die hiervoor een aanvraag indienen.

De in lid 1 beoogde betroffen gebouwen moeten zich in Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevinden en de aanvrager moet over een zakelijk recht ten opzichte van het gebouw in kwestie beschikken, over een beheersmandaat beschikken of er huurder van zijn.

Art. 6.Ten einde de Dienst toe te laten te waken over de naleving van de de minimis-regels bedoeld in artikel 2 van de verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op de minimissteun, moet de aanvrager de Dienst inlichten over alle overheidssteun die hij over een periode van drie jaren heeft ontvangen die voorafgaan aan het jaar van de aanvraag gedaan met toepassing van dit besluit. HOOFDSTUK V. - Procedures en modaliteiten voor de aanvraag en betaling van de premies

Art. 7.§ 1. De administratieve procedures voor de aanvraag van een premie, de modaliteiten voor de betaling ervan, en de inhoud van het premieaanvraagdossier zijn vastgelegd in het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik en in het driejaarlijks programma voor rationeel gasgebruik, die door de Dienst worden meegedeeld aan de netbeheerder bedoeld in de voornoemde artikelen 24, § 3 en 18bis en die uitgevoerd worden door de distributienetbeheerder in functie van het budget en van het programma voor de uitvoering van de acties van het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers bedoeld in artikel 24, § 3 van de voornoemde ordonnantie van 19 juli 2001 en in functie van het budget en van het programma voor de uitvoering van het driejarig programma voor rationeel gasgebruik bedoeld in artikel 19 van de voornoemde ordonnantie van 1 april 2004. § 2. De distributienetbeheerder is belast met de verwerking van de aanvraagdossiers. Hij gaat na of de toekenningsvoorwaarden vervuld zijn en voert, in voorkomend geval, de premiebetaling uit. HOOFDSTUK VI. - Rentevergoeding

Art. 8.§ 1. De distributienetbeheerder kan binnen de perken van de budgetten bedoeld in artikel 26, § 7 van de ordonnantie, een rente-vergoeding op een krediet-, leasing- of 'derde investeerder'- overeenkomst rechtstreeks of onrechtstreeks toekennen aan natuurlijke personen of rechtspersonen die hiervoor een aanvraag indienen, in verband met investeringen ter bevordering van rationeel energiegebruik in woongebouwen.

De betroffen gebouwen moeten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gelegen en de aanvrager moet over een zakelijk recht ten opzichte van het betreffende gebouw beschikken, over een beheersmandaat beschikken of er huurder van zijn. § 2. De administratieve procedures voor de aanvraag van rentevergoeding, het bedrag van de rentevergoeding, de begunstigden en de technische en administratieve toekenningsvoorwaarden zijn vastgelegd in het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik en in het driejarig programma voor rationeel gasgebruik, die door de Dienst worden meegedeeld aan de netbeheerder bedoeld in de voornoemde artikelen 24, § 3 en 18bis en die uitgevoerd worden door de distributienetbeheerder in functie van het budget en van het programma voor de uitvoering van de acties van het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik bedoeld in artikel 25, § 1 van de voornoemde ordonnantie van 19 juli 2001 en in functie van het budget en van het programma voor de uitvoering van het driejarig programma voor rationeel gasgebruik bedoeld in artikel 19 van de voornoemde ordonnantie van 1 april 2004. HOOFDSTUK VII. - Algemene modaliteiten Afdeling 1. - Geldigheid

Art. 9.De voor de uitkering van de premies en de rentevergoedingen voorbehouden budgetten moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van het uitvoeringsprogramma van de openbaredienstverplichtingen bedoeld in artikel 25 van de voornoemde ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende het programma voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers en in artikel 19 van de voornoemde ordonnantie van 1 april 2004 betreffende het programma voor rationeel gasgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers.

Art. 10.§ 1. De aard van de in aanmerking komende premies, het bedrag van de premies en de technische en administratieve toekenningsvoorwaarden zijn vastgelegd in het programma voor de uitvoering van de acties van het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers bedoeld in artikel 24, § 3 en in het programma voor de uitvoering van het driejarig programma voor rationeel gasgebruik bedoeld in artikel 19 van de voornoemde ordonnantie van 1 april 2004, zoals meegedeeld door de Dienst aan de netbeheerder overeenkomstig de voornoemde artikelen 24, § 3 en 18bis.

Art. 11.Zodra de uitputting van de beschikbare middelen in zicht is, publiceert de administratie een kennisgeving in het Belgisch Staatsblad, in de media die het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestrijken en op de website van de administratie.

Deze kennisgeving vermeldt de periode waarin de betroffen uitgaven in aanmerking blijven komen voor de toekenning van de premie of de rentevergoeding. Deze periode bedraagt minimum twee weken vanaf de publicatie van de kennisgeving in het Belgisch Staatsblad. Afdeling 2. - Toezicht

Art. 12.De netbeheerder legt jaarlijks vóór 30 juni aan de Regering een verslag voor over de uitvoering van zijn verplichtingen en opdrachten tijdens het voorbije jaar en over de acties van het driejarig programma voor rationeel elektriciteitsgebruik ten voordele van alle andere categorieën van eindafnemers overeenkomstig artikel 25, § 1 van de voornoemde ordonnantie van 19 juli 2001, alsook een verslag over de uitvoering van deze opdrachten tijdens het voorbije jaar en een verslag over de acties van het driejarig programma voor rationeel gasgebruik ten voordele van alle andere eindafnemers overeenkomstig artikel 19 van de voornoemde ordonnantie van 1 april 2004.

De lijst van uitbetaalde premies en rentevergoedingen evenals hun gedetailleerde gegevens kunnen in deze verslagen worden uiteengezet. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 13.Onderhavig besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 14.De Minister tot wiens bevoegdheid de Energie behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 maart 2008.

Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

^