Etaamb.openjustice.be
Document van 17 juni 2020
gepubliceerd op 24 februari 2021

Beslissing 136 betreffende de goedkeuring van de voorstellen van technische reglementen elektriciteit en gas, voorgesteld door de distributienetbeheerder elektriciteit en gas, SIBELGA

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2021020206
pub.
24/02/2021
prom.
17/06/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


17 JUNI 2020. - Beslissing 136 betreffende de goedkeuring van de voorstellen van technische reglementen elektriciteit en gas, voorgesteld door de distributienetbeheerder elektriciteit en gas, SIBELGA


Opgesteld op basis van artikel 9ter van de elektriciteitsverordening en artikel 9 van de gasverordening.

I. Wettelijke grondslag Artikel 9ter van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna 'elektriciteitsordonnantie' genoemd) bepaalt dat: 'Elke netbeheerder werkt een voorstel van technisch reglement uit voor het beheer van zijn eigen net, de toegang hiertoe en legt dit ter goedkeuring voor aan Brugel.

Brugel legt het voorstel van technisch reglement voor advies voor aan de betrokken administraties, de daadwerkelijke of potentiële gebruikers van het net en aan de Raad. Die adviezen worden binnen dertig dagen ingediend.

Brugel brengt dit voorstel ter informatie ter kennis van de Regering.

Vervolgens keurt hij het technisch reglement goed, na onderzoek van het voorstel en de resultaten van het raadplegingsproces.

Er kunnen wijzigingen aan de geldende technische reglementen voorgesteld worden aan Brugel door de Regering of door elke netbeheerder voor het net waarvoor hij verantwoordelijk is. Als een voorstel tot wijziging van een technisch reglement afkomstig is van de Regering, legt Brugel dit voor advies voor aan de betrokken netbeheerder. Deze beschikt over een termijn van twee maand om zijn advies over te maken aan Brugel. Brugel spreekt zich vervolgens uit over de voorgestelde wijzigingen en keurt ze desgevallend volledig of gedeeltelijk goed.

Wanneer Brugel op basis van klachten of op grond van haar eigen waarnemingen, een slechte werking of een weinig efficiënte werking identificeert met betrekking tot de uitvoering van een of ander technisch reglement, of om enige andere wettige reden, kan Brugel voorstellen een technisch reglement te wijzigen. In dit geval stelt hij een lijst met aan te brengen wijzigingen op; Brugel legt deze lijst ter advies voor aan de betrokken administraties en de daadwerkelijke of potentiële gebruikers van het net. Die adviezen worden binnen dertig dagen ingediend; Brugel brengt deze ter informatie ter kennis aan de Regering en legt ze voor advies voor aan de netbeheerder. Deze beschikt over een termijn van twee maand om zijn advies over te maken aan Brugel. Brugel keurt binnen de maand na het advies van de betrokken netbeheerder of na het verstrijken van de termijn die hem werd toegekend om zijn advies te verstrekken al deze wijzigingen of een deel ervan goed, al naargelang het geval. [...]'.

Hetzelfde geldt voor artikel 9 van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna de 'gasordonnantie' genoemd).

Deze beslissing beantwoordt aan deze wettelijke verplichtingen. 2. Inleiding Bij brief van 24 oktober 2019 heeft de distributienetbeheerder (hierna 'DNB' of 'SIBELGA') een voorstel tot wijziging van de technische reglementen ingediend (hierna 'voorstel van SIBELGA').SIBELGA rechtvaardigt dit verzoek op grond van de noodzaak om rechtsgrondslagen vast te leggen voor bepaalde tarieven die in de tariefvoorstellen worden voorgesteld.

De wijzigingen hebben betrekking op de volgende punten: - de bekrachtiging van de detailstudie voor de installaties op laagspanning met een aansluitingscapaciteit van meer dan 56 kVA, - het uitstel of de annulering van geplande werkzaamheden, - de bijdrage aan de ontwikkeling van het laagspanningsnet voor woningen die over oplaadpunten voor elektrische voertuigen of elektrische verwarmingssystemen beschikken, - de aanpassing van de meetapparatuur voor de toegangspunten op laagspanning met een aansluitingscapaciteit van minstens 56 kVA, - de mogelijkheid op een korting bij betaling vóór de vervaldatum.

Na uitwisselingen met de DNB leek het redelijk dat BRUGEL aan SIBELGA zou vragen om de voorgestelde wijzigingen beter te motiveren, met name wat betreft de ontwikkeling van het laagspanningsnet voor woningen met oplaadpunten voor elektrische voertuigen of elektrische verwarmingssystemen. SIBELGA vulde haar oorspronkelijke dossier per brief van 7 januari 2020 aan.

In overeenstemming met de voornoemde artikelen werd per brief van 3 februari 2020 het advies van de Raad van Gebruikers gevraagd. Die bracht op 13 maart 2020 zijn advies uit.

BRUGEL organiseerde van 3 februari tot 3 maart 2020 ook een openbare raadpleging over dit voorstel. Deze termijn werd op verzoek van enkele actoren tot 13 april verlengd.

Het resultaat van de raadpleging, samen met de analyse van BRUGEL, vindt u in de volgende hoofstukken. Het is interessant om erop te wijzen dat de meeste reacties betrekking hadden op het punt over de forfaitaire bijdrage per kVA in de ontwikkeling van het laagspanningsnet. 3. Raadpleging en het verslag van BRUGEL over deze raadpleging De openbare raadpleging die door SIBELGA werd georganiseerd, lokte reacties uit bij de Raad van Gebruikers van elektriciteit en gas in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna 'de Raad'), de Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven (FEBEG), Leefmilieu Brussel (LB) en Infor GasElek (hierna 'IGE').Hieronder volgt een geconsolideerd overzicht van de verschillende ontvangen antwoorden, die volgens de twee aangekaarte hoofdthema's zijn ingedeeld. Na elk punt dat aan de orde is gesteld, wordt het standpunt van BRUGEL verwoord op basis van haar huidige overwegingen en beschouwingen over de problematiek. - Wat betreft de forfaitaire bijdrage per kVA in het kader van de ontwikkeling van het laagspanningsnet Ter herinnering, het voorstel van SIBELGA had tot doel om de voorwaarden te bepalen voor de toepassing van een forfaitaire bijdrage per kVA op de meter en op de collectieve aftakking om de bijkomende investeringen in het net te dekken en om aansluitingsaanvragen te vermijden voor de door het technische reglement per meter gegarandeerde maximumvermogens of voor het semisnel opladen van elektrische voertuigen. Artikel 89 van het technische reglement garandeert immers een minimale aansluitingscapaciteit van 9,2 kVA per gebruiker.

Met dit voorstel wil SIBELGA: - de gebruikers ertoe aanzetten om hun vraag naar capaciteit te beperken tot hun effectieve afnamebehoeften en, meer specifiek met het oog op de verwachte doorbraak van de elektrische voertuigen; - het langzaam opladen in woongebouwen aanmoedigen; - een geoptimaliseerde sturing van het verbruik in het gebouw bevorderen; - de meerkosten financieren voor de versterking van het elektriciteitsnet die deze vraag naar niet-standaardcapaciteit noodzakelijk maakt (buiten de eigenlijke aansluitingskosten). * Wat betreft de via het voorstel van SIBELGA nagestreefde doelstellingen De FEBEG, LB en de Raad zijn van mening dat, met betrekking tot de doelstellingen ter vermindering van de CO2-uitstoot, een gepast antwoord moet worden gegeven op de laagste maatschappelijke kosten, in het kader van het beheer en de ontwikkeling van de netwerken, de geleidelijke ontwikkeling van de elektrificatie (verwarming en vervoer) en de integratie van nieuwe toepassingen, zowel op het vlak van het verbruik als voor de productie. Deze spelers zijn het erover eens dat er een alomvattend antwoord moet worden gegeven waarin alle uitdagingen vervat zitten. LB en de Raad vestigen de aandacht op de noodzaak om een billijke financiering van het netwerk te waarborgen, de investeringsbehoeften te optimaliseren zonder de elektrificatie te belemmeren of een rationeel energiegebruik te ontmoedigen. De FEBEG en de Raad vragen ook dat de impact van de tariefbeslissingen op de verwezenlijking van de doelstellingen van de energietransitie vooraf wordt geanalyseerd. Al deze spelers zijn dan ook van mening dat het voorstel van SIBELGA moet worden vervolledigd en dat er andere maatregelen zouden moeten worden genomen om de uitdagingen van de energietransitie te kunnen aangaan.

BRUGEL is het eens met deze conclusie en is van mening dat de kwestie van de ontwikkeling van de netten in het kader van de energietransitie moet worden behandeld volgens een globale, geïntegreerde visie die rekening houdt met de overwegingen en uitdagingen die door de spelers aan de orde worden gesteld (verhoogde elektrificatie, integratie van nieuwe gebruiksmogelijkheden, optimalisering van de investeringen, billijke tarieven, enz.). BRUGEL verwerpt echter niet het idee om geleidelijk maatregelen in te voeren om deze uitdagingen aan te gaan, rekening houdend met de beperkingen op het net op korte en middellange termijn.

De andere punten die tijdens de openbare raadpleging werden aangehaald, komen vooral van de FEBEG en worden hieronder nader toegelicht. * Wat betreft het beginsel van de invoering van een nieuw tarief via een wijziging van het technische reglement: Aangezien het voorstel van SIBELGA tot doel had een forfaitaire bijdrage per kVA toe te passen, stelt de FEBEG zich vragen bij het beginsel om een nieuw tarief te creëren via een wijziging van het technische reglement, omdat dit in strijd zou zijn met de bepalingen van de elektriciteitsordonnantie (artikelen 9 en 9sexies) en het beginsel van de tariefstabiliteit. BRUGEL herinnert eraan dat het voorstel tot wijziging van het technische reglement enkel bedoeld is om de toepassing te omkaderen van een niet-periodiek tarief (forfaitaire bijdrage per kVA) dat volgens de in de tariefmethodologie vastgelegde regels wordt ingevoerd. Het gaat er dus niet om via het technische reglement een nieuw tarief te creëren. * Wat betreft het solidariteitsniveau in de financiering van de kosten voor de ontwikkeling van het net De FEBEG acht het van essentieel belang om het nodige en gepaste solidariteitsniveau rond de investeringen in het net te bepalen om te voorkomen dat alle kosten voor de ontwikkeling van het net de facto uitsluitend op de gebruikers van de nieuwe toepassingen worden afgewenteld. De FEBEG is van mening dat het voorstel van SIBELGA is gebaseerd op het principe dat de gebruiker de kosten voor de versterking van het net, veroorzaakt door het gebruik ervan (voertuig of elektrische verwarming), individueel moet dragen, zonder enige solidariteit, ondanks hun bijdrage, via deze toepassingen, aan maatschappelijke doelstellingen, met name klimaatdoelstellingen.

BRUGEL vindt haar bezorgdheid begrijpelijk, maar wenst dit te nuanceren, omdat de solidariteit tussen de gebruikers al is georganiseerd via de tarieven (met name aansluitingstarieven), de installatie van slimme meters voor bepaalde niches en de ontwikkeling van oplossingen die specifiek zijn voor bepaalde toepassingen (gedecentraliseerde productie, flexibiliteitsdiensten, ...). Bovendien wil SIBELGA met haar voorstel een standaardcapaciteit zonder bijkomende bijdrage garanderen die rekening houdt met deze verschillende gebruiksmogelijkheden (gedecentraliseerde productie, elektrische voertuigen of verwarmingssystemen). Om de investeringen te beperken die niet in verhouding tot de legitieme behoeften van deze gebruikers staan, biedt SIBELGA een forfaitaire bijdrage per kVA bovenop deze standaardcapaciteit. * Wat betreft de wens van SIBELGA om het langzaam opladen in de gebouwen aan te moedigen ten nadele van het semisnel opladen van elektrische voertuigen De FEBEG stelt vast dat het standpunt van SIBELGA te lijden heeft onder een gebrek aan voorafgaande analyse of duidelijke en gestructureerde argumenten of de tekortkomingen van bepaalde toepassingen (warmtepompen). Volgens de FEBEG wordt in het voorstel van SIBELGA de bijdrage van een optimaal beheer van deze nieuwe toepassingen (elektrische voertuigen en verwarmingssystemen) in de integratie van de intermitterende producties (verbruiken wanneer de elektriciteit goedkoop is) immers niet in aanmerking genomen. Voor de FEBEG is het snel opladen vanuit dit perspectief erg zinvol. BRUGEL is het met de FEBEG en de Raad eens over het ontbreken van een onderbouwde analyse voor de toegekende vermogensniveaus, met name voor het opladen van elektrische voertuigen. SIBELGA baseert zich echter op de door LB gepubliceerde gegevens met betrekking tot de verwarmingstoestellen of de warmtebehoeften van de gebouwen. Het door SIBELGA voorgestelde niet-gecumuleerde vermogensniveau voor het opladen van elektrische voertuigen (3 kVA per oplaadpunt) lijkt enigszins overeen te komen met de standaardvermogens van de belangrijkste elektrische voertuigen die momenteel worden verkocht.

BRUGEL vraagt dan ook om een herziening van dit vermogensniveau, rekening houdend met het vermogen dat daadwerkelijk nodig is voor de aansluiting van elektrische voertuigen, met een eventuele natuurlijke cumulatie en met de middelen voor het beheer van het vermogen waarop deze voertuigen collectief een beroep doen achter eenzelfde aansluiting op het net.

Daarnaast zet de FEBEG vraagtekens bij de toepassing van dit nieuwe tarief (forfaitaire bijdrage per kVA) op de oplaadpunten die op de openbare weg zijn geïnstalleerd. BRUGEL is van mening dat het voorstel van SIBELGA voldoende duidelijk is over het toepassingsgebied en enkel betrekking heeft op de collectieve aansluitingen van gebouwen. * Wat betreft de korting bij betaling vóór de vervaldag of de afsluiting van een betalingsplan Wat de opmerking van IGE over de kortingen bij betaling vóór de vervaldag betreft, acht BRUGEL het absoluut noodzakelijk om dit artikel te wijzigen om het recht op korting verplicht te stellen, zodat alle gebruikers die er gebruik van kunnen maken, een niet-discriminerende behandeling krijgen. Dit wijzigingsvoorstel zal in de goedkeuringsbeslissing worden opgenomen. Wat betreft het punt van IGE over de noodzaak om de verminderingspercentages in de artikelen van het technische reglement op te nemen, is BRUGEL het in principe eens. Niettemin moeten de niet-conractuele of frauduleuze verbruikssystemen grondig herzien worden. Als er wijzigingen moeten worden aangebracht, geeft BRUGEL er de voorkeur aan dit te doen nadat deze herziening is afgerond. 4. Voorstel van BRUGEL over de forfaitaire bijdrage per kVA in de ontwikkeling van het laagspanningsnet Naast de reacties van BRUGEL op de belangrijkste opmerkingen van de spelers tijdens de openbare raadpleging (zie vorige paragraaf van deze beslissing), zet BRUGEL hieronder de grondslagen uiteen die aan de basis liggen van haar standpunt over het voorstel van SIBELGA. - Wat betreft de beoogde doelstellingen van het SIBELGA-voorstel In overeenstemming met de Europese richtlijnen en de in de elektriciteitsordonnantie aangehaalde principes met betrekking tot de ontwikkeling van de distributienetten, sluit BRUGEL zich aan bij de door SIBELGA gewenste doelstellingen met haar voorstel om een forfaitaire bijdrage per kVA in te voeren voor capaciteitsaanvragen die boven de eerder vastgelegde grenzen liggen. In het kader van de energietransitie moet het elektriciteitsdistributienet immers inspelen op nieuwe behoeften, die essentieel zijn om de doelstellingen voor koolstofneutraliteit tegen 2050 te behalen. Het gaat er voornamelijk om: o de opvangcapaciteit van het net voor de gedecentraliseerde producties en flexibele ladingen uit te breiden; o de nieuwe vraag te beheren: elektrificatie van de verwarmings- en mobiliteitsoplossingen; o klanten toegang te geven tot nieuwe markten: koppeling van retail- en groothandelsmarkten, balancering, het in evenwicht brengen van de BRP-portefeuille, congesties, enz. o nieuwe diensten aan de klanten aan te bieden: energiegemeenschap, dynamische tarieven, werkzaamheden om het aansluitingsvermogen op afstand te wijzigen, enz.

Aangezien het distributienet geen eenvoudige koperplaat is met een onbeperkte opvangcapaciteit voor producties en flexibele belastingen, pleit BRUGEL voor een rationeel gebruik van de netcapaciteiten die op verschillende niveaus kunnen worden uitgevoerd: o Op het niveau van de planning Het huidige 'fit and forget' paradigma dient te worden veranderd in een systematische economische arbitrage met vraagbeheermaatregelen die een capaciteitsuitbreiding of -vervanging voorkomen. o Op het niveau van het optimale gebruik van de beschikbare capaciteit en het congestiebeheer Van het huidige paradigma 'statistische cumulatie van de belastingsopvragingen' dient te worden overgestapt naar belastingsafvlakkingsmaatregelen door de gebruikers om een gelijkwaardig resultaat te bereiken in termen van investeringsoptimalisatie. Om deze maatregelen mogelijk te maken, moeten de gebruikers worden aangemoedigd om hun belasting te verminderen, zodat zij kunnen profiteren van de beste distributietarieven, kunnen deelnemen aan marktaanbiedingen of voor het congestiebeheer. Om dit te bereiken moet een systeem van het type 'traffic light' worden ingevoerd, eventueel in combinatie met tarieftijden, om de markt en de gebruikers beter te informeren over de mogelijkheden voor netwerkondersteuning.

Rekening houdend met wat voorafgaat, deelt BRUGEL de mening van de verschillende spelers over het onvolledige karakter van het voorstel en moedigt het SIBELGA aan om nieuwe regelgevende en tarifaire maatregelen voor te stellen om de uitdagingen, die onder meer met betrekking tot de doelstellingen van de energietransitie worden beoogd, optimaal te kunnen aangaan. Met het oog hierop wil BRUGEL zo snel mogelijk met SIBELGA in overleg treden om maatregelen te definiëren die de gebruikers ertoe aanzetten de afname voor bepaalde vormen van gebruik te moduleren, met name voor een rationeel gebruik van de capaciteit van het distributienet. Gezien de uitdagingen op korte termijn zet BRUGEL hieronder echter de belangrijkste punten uiteen die de goedkeuring van het voorstel van SIBELGA als overgangsmaatregel in de weg staan, in afwachting van de invoering van aanvullende regels die rekening houden met de tijdens de raadpleging geuite bezorgdheid van de spelers. - Wat betreft het toepassingsgebied van de forfaitaire bijdrage per kVA Na de inleidende tekst van het voorstel van SIBELGA en de artikelen tot wijziging van het technische reglement te hebben bestudeerd, vestigt BRUGEL de aandacht van SIBELGA op de volgende tekortkomingen: o Het voorstel lijkt weinig efficiënt te zijn, gezien de middelen die worden voorgesteld om de aangehaalde uitdagingen aan te gaan: BRUGEL is van mening dat de invoering van een eenvoudige forfaitaire bijdrage per kVA, als enige maatregel, niet effectief beantwoordt aan de gewenste doelstellingen. Dit voorstel kan echter worden beschouwd als een overgangsmaatregel die in verhouding staat tot de reële behoeften van de gebruikers (nieuwe toepassingen en bijkomende capaciteit) die op korte termijn worden vastgesteld. Dit voorstel moet daarom op middellange termijn worden vervolledigd om rekening te houden met de veranderende gebruiken en de capaciteitsbehoeften van de gebruikers. SIBELGA moet bij haar voorstel dus een in een roadmap uitgewerkte geïntegreerde visie over de uitvoering van de verschillende (reglementaire en tarief) maatregelen op middellange termijn voegen. o Het voorstel is onnauwkeurig en onvolledig op het vlak van de volgende punten: - De voorgestelde artikelen hebben enkel betrekking op de collectieve aansluitingen: In tegenstelling tot wat in de inleidende tekst van het voorstel van SIBELGA wordt beweerd, lijken de individuele aansluitingen in de artikelen tot wijziging van het technische reglement te zijn vergeten.

Deze vergetelheid dreigt te leiden tot een discriminatie tussen de gebruikers die achter een collectieve aftakking zijn aangesloten en de gebruikers die individueel op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.

Die laatste zullen blijven profiteren van de vroegere bepalingen van het technische reglement en de niet-periodieke tarieven voor aanvragen tot versterking van de aansluiting, terwijl de gebruikers van appartementsgebouwen de aansluitingscapaciteit van de collectieve aftakking met de oplaadpunten voor elektrische voertuigen zullen moeten delen, met alle risico's van onderbreking van hun stroomvoorziening die dit met zich kan meebrengen. - De methoden voor de berekening van de standaardcapaciteit zijn onnauwkeurig en zijn niet als bijlage bij het technische reglement gevoegd: De modaliteiten voor de berekening van de standaardcapaciteit zijn opgenomen in de inleidende tekst van het voorstel van SIBELGA voor de artikelen die het technische reglement wijzigen. SIBELGA is van plan om deze modaliteiten ter goedkeuring aan BRUGEL voor te leggen zonder de beoogde vorm te specificeren (specifiek voorschrift of bijlage bij het technische reglement). BRUGEL is van mening dat deze modaliteiten voor de raming van de standaardcapaciteit de huidige paradigma's (minimumgarantie van 9,2 kVA per gebruiker en statistische cumulatie bij de uitvoering van deze capaciteit) wezenlijk veranderen en daarom moeten worden opgenomen in het technische reglement (of in een specifiek voorschrift dat in het technische reglement wordt genoemd).

BRUGEL vindt het beter om een specifiek voorschrift op te stellen om haar toekomstige wijzigingen te vergemakkelijken, zodat rekening kan worden gehouden met de evolutie van de gebruiken of de capaciteitsbehoeften van de gebruikers.

Deze modaliteiten hebben ook te lijden onder onnauwkeurigheden, met name wat betreft de formule die in de inleidende tekst wordt gebruikt (zie blz. 5 van het voorstel van SIBELGA), die in strijd is met de informatie op blz. 3 van dat voorstel over de toepassing van de cumulatiefactor (0,75) voor de professionele gebruikers. Bovendien wordt in het voorstel van SIBELGA geen enkele verduidelijking gegeven over het kader, de aard of de omvang van de aansprakelijkheid van de aangestelde personen voor de vermogens die op de collectieve aansluiting worden opgevraagd, onder meer met betrekking tot eventuele onderbrekingen voor de gebruikers van de appartementen. o Het voorstel lijkt niet voldoende gemotiveerd te zijn: De criteria voor de keuze van de vermogens voor bepaalde toepassingen zijn uitsluitend gebaseerd op door LB gepubliceerde gegevens of op legitieme maar onnauwkeurige overwegingen (de voorkeur geven aan het langzaam opladen van elektrische voertuigen in de gebouwen). De door BRUGEL uitgevoerde analyses tonen immers aan dat de beoordeling van de aansluitingscapaciteit van de elektrische voertuigen kan worden gebaseerd op de standaardcapaciteiten van de batterijen van de elektrische voertuigen die momenteel worden verkocht (waarvan de meeste kunnen worden aangesloten op meer dan 3,7 kW) of op experimenten die tot een goed einde zijn gebracht (geval in Frankrijk, dat hogere minimumvermogens en cumulatiefactoren voorstelt in functie van het aantal parkeerplaatsen) of door rekening te houden met oplossingen voor het beheer van het vermogen dat collectief door de oplaadpunten wordt opgevraagd. o Het voorstel biedt geen garantie voor de continuïteit van de stroomvoorziening van de woningen indien de voor de elektrische voertuigen vastgestelde grenswaarden niet worden nageleefd: Bij gebrek aan maatregelen om het opgevraagde vermogen door de oplaadpunten voor elektrische voertuigen in de parkings van de appartementsgebouwen te controleren, biedt het voorstel van SIBELGA onvoldoende garanties voor het delen van de beschikbare capaciteit op de collectieve aansluiting tussen de appartementen en de oplaadpunten.

Het risico dat de aan de elektrische voertuigen toegekende capaciteit wordt overschreden, is op bepaalde momenten van de dag groot, wat kan leiden tot onderbrekingen in de stroomvoorziening van deze appartementen. o Het voorstel lijkt niet coherent te zijn omdat de forfaitaire bijdrage voor de door de aansluiting van gedecentraliseerde producties gemotiveerde capaciteitsaanvragen wordt uitgesloten: Het voorstel van SIBELGA sluit de forfaitaire bijdrage voor de versterkingsaanvragen uit die enkel worden gemotiveerd door de aansluiting van gedecentraliseerde producties. SIBELGA geeft niet voldoende redenen om deze discriminatie tussen de energieafnemende gebruikers en de injecterende gebruikers op het net vast te stellen. 5. Conclusie Op basis van de bovenstaande analyse: - keurt BRUGEL artikelen 4, 5, 6, 7, 9 en 13 van het voorstel van SIBELGA goed; - keurt BRUGEL de artikelen 3 en 12 goed onder voorbehoud van de wijziging van de woorden 'kunnen doen' naar 'doen', - met betrekking tot het voorstel van SIBELGA, betreffende de eenvoudige forfaitaire bijdrage per kVA in de ontwikkeling van het laagspanningsnet en de bijhorende artikelen, neemt BRUGEL de volgende beslissingen: o het voorstel wordt goedgekeurd onder voorbehoud van de in punt 4 van deze beslissing genoemde punten. SIBELGA wordt uitgenodigd om de aanpassing van de artikelen waarop dit voorstel betrekking heeft te heroverwegen, in overleg met BRUGEL. Het gewijzigde voorstel zal ter goedkeuring aan BRUGEL worden voorgelegd en BRUGEL zal beslissen over de inwerkingtreding ervan. o de bepalingen met betrekking tot de forfaitaire interventie per kVA kunnen slechts van toepassing zijn gedurende een overgangsperiode, die loopt van het moment van goedkeuring tot 31 december 2021. BRUGEL nodigt SIBELGA uit om voor die datum een nieuw voorstel in te dienen dat rekening houdt met de bekommernissen van de marktspelers en dat is opgesteld volgens een geïntegreerde visie om rekening te houden met de maatregelen van de energietransitie.

Deze beslissing treedt in werking op de dag van de publicatie ervan op de website van BRUGEL. De regulator zal ook een uittreksel van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad publiceren.

BRUGEL nodigt SIBELGA uit om haar binnen 40 dagen na de publicatie van deze beslissing de gecoördineerde versie over te maken van de technische reglementen elektriciteit en gas, zowel in het Nederlands als in het Frans, waarin de goedgekeurde artikelen zijn opgenomen. Om het regelgevingskader begrijpelijker en leesbaarder te maken voor de gebruikers, zal deze gecoördineerde versie ook door BRUGEL worden gepubliceerd.

Brussel, 17 juni 2020.

Voor de Raad van Bestuur van Brussel Gas Elektriciteit (BRUGEL): Th. GEORGIN, Voorzitter E. MANNES Bestuurder

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^