Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 18 december 2020
gepubliceerd op 11 januari 2021

Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing met het oog op de omzetting van richtlijn 2018/844

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2020044597
pub.
11/01/2021
prom.
18/12/2020
ELI
eli/ordonnantie/2020/12/18/2020044597/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


18 DECEMBER 2020. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing met het oog op de omzetting van richtlijn (EU) 2018/844


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL I - Algemene bepalingen Artikel 1 Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Artikel 2 Deze ordonnantie voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie.

TITEL II - Wijzigingen aan de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing Artikel 3 In artikel 1.1.2 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in eerst lid wordt een punt 10° toegevoegd, luidend als volgt : « 10° gedeeltelijk, de Richtlijn 2018/2001/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen ;» ; 2° een tweede lid wordt toegevoegd, luidend als volgt : « Onderhavig Wetboek strekt tot gedeeltelijke invoering, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van verordeningen (EG) nr.663/2009 en (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad, richtlijnen 94/22/EG, 98/70/EG, 2009/31/EG, 2009/73/EG, 2010/31/EU, 2012/27/EU en 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad, richtlijnen 2009/119/EG en (EU) 2015/652 van de Raad en tot opheffing van verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad. ».

Artikel 4 In punt II, 2), a) van bijlage 1.1 van dezelfde ordonnantie wordt een punt iv) ingevoegd, luidend als volgt : « iv) de maatregelen in het kader van de langetermijnrenovatiestrategie : De langetermijnrenovatiestrategie draagt ertoe bij dat vóór het einde van 2050 het nationale bestand van zowel openbare als particuliere al dan niet voor bewoning bestemde gebouwen tot een in hoge mate energie-efficiënt en koolstofvrij gebouwenbestand is gerenoveerd.

De langetermijnrenovatiestrategie omvat : - een overzicht van het Brusselse gebouwenbestand op basis, waar passend, van statistische steekproeven en het verwachte aandeel van gerenoveerde gebouwen in 2020 ; - de identificatie van kosteneffectieve wijzen van aanpak van renovatie naargelang het type gebouw en het klimaat, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met relevante interventiemomenten in de levenscyclus van het gebouw ; - beleid en acties om kosteneffectieve grondige renovatie van gebouwen, onder meer in gefaseerde vorm, te stimuleren en gerichte kosteneffectieve maatregelen en renovatie te ondersteunen, bijvoorbeeld door de invoering van een facultatieve regeling voor gebouwrenovatiepaspoorten ; - een overzicht van beleidsmaatregelen en acties die zijn gericht op de slechtst presterende onderdelen van het nationale gebouwenbestand, dilemma's in verband met gescheiden prikkels, en marktfalen, alsmede een overzicht van relevante nationale acties die energiearmoede helpen te verminderen ; - beleidsmaatregelen en acties gericht op alle openbare gebouwen ; - een overzicht van nationale initiatieven ter bevordering van slimme technologieën en goed verbonden gebouwen en gemeenschappen, evenals vaardigheden en onderwijs in de bouw- en energie-efficiëntiesectoren ; en - een empirisch onderbouwde raming van de verwachte energiebesparing en de voordelen in ruimere zin, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, veiligheid en luchtkwaliteit.

In het kader van de langetermijnrenovatiestrategie wordt een stappenplan vastgelegd met maatregelen en meetbare voortgangsindicatoren met het oog op de Europese langetermijndoelstelling voor 2050 om de broeikasgasemissies te verminderen, teneinde een in hoge mate energie-efficiënt en koolstofvrij gebouwenbestand tot stand te brengen en de kosteneffectieve transformatie van bestaande gebouwen in bijna-energieneutrale gebouwen te bevorderen. In het stappenplan worden indicatieve mijlpalen voor 2030, 2040 en 2050 opgenomen en wordt nader bepaald hoe deze bijdragen tot de verwezenlijking van de Europese energie-efficiëntiedoelstellingen.

Ter ondersteuning van de mobilisering van investeringen in de renovatie worden passende mechanismen ingevoerd om : - projecten samen te voegen, onder meer via investeringsplatforms of -groepen, en consortia van kleine en middelgrote ondernemingen, met het oog op toegang voor investeerders en pakketoplossingen voor potentiële klanten ; - het vermeende risico voor investeerders en de particuliere sector in verband met energie-efficiëntiewerkzaamheden te verkleinen ; - publieke middelen als hefboom te gebruiken voor aanvullende particuliere investeringen of om specifieke tekortkomingen van de markt aan te pakken ; - investeringen in een energie-efficiënt openbaar gebouwenbestand te leiden, in overeenstemming met de richtsnoeren van Eurostat ; en - toegankelijke en transparante adviesinstrumenten te bieden, zoals centrale aanspreekpunten voor consumenten en energieadviesdiensten, in verband met op energie-efficiëntie gerichte renovaties en financieringsinstrumenten.

Artikel 5 In punten a) en b) van punt II, 3) van bijlage 1.1 van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « en 2030 » ingevoegd na het jaartal « 2020 ».

Artikel 6 In artikel 2.1.1, punt 23° van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt d) wordt het woord « ingebouwde » toegevoegd voor het woord « verlichtingssystemen » ;2° een nieuw punt g) wordt ingevoegd, luidend als volgt : « g) systemen voor gebouwautomatisering en -controle ;» ; 3° onder het oude punt g), dat punt h) wordt, worden de woorden « a) tot f) » vervangen door « a) tot g) ». Artikel 7 In artikel 2.1.1 van dezelfde ordonnantie wordt punt 24° hersteld, luidend als volgt : « 24° systeem voor gebouwautomatisering en -controle » : een systeem dat alle producten, software en technische diensten omvat die het energie-efficiënt, zuinig en veilig functioneren van technische bouwinstallaties kunnen ondersteunen door middel van automatische controles en het vergemakkelijken van het handmatig beheer van die technische bouwinstallaties ; ».

Artikel 8 In artikel 2.1.1 van dezelfde ordonnantie wordt een punt 40° toegevoegd, luidend als volgt : « 40° « warmtegenerator » : het onderdeel van een verwarmingssysteem dat nuttige warmte genereert via één of meerdere van de volgende processen : a) de verbranding van brandstof in bijvoorbeeld een cv-ketel ;b) het joule-effect, dat plaatsvindt in de verwarmingselementen van een verwarmingssysteem met elektrische weerstand ;c) het opvangen van warmte uit de lucht, ventilatieafvoerlucht, of een water- of aardwarmtebron) met behulp van een warmtepomp.».

Artikel 9 In artikel 2.2.7 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1/ in het eerste lid van de eerste paragraaf worden de woorden « een technische, milieu- en economische haalbaarheidsstudie die betrekking heeft op de mogelijkheden voor de installatie van thermische zonne-energie, fotovoltaïsche zonne-energie en warmtekrachtkoppeling of andere door de Regering bepaalde alternatieve systemen die een besparing van primaire energie mogelijk maken » vervangen door de woorden « een haalbaarheidsstudie naar de technische, milieugerelateerde en economische haalbaarheid van eventuele alternatieve systemen, met een hoog rendement, waarvan minstens de systemen die gebruik maken van energie uit hernieuwbare bronnen » ; 2/ het tweede lid van paragraaf 1 wordt opgeheven ; 3/ paragraaf 2 wordt opgeheven ; 4/ in paragraaf 3worden de woorden « en van de geïntegreerde haalbaarheidsstudie » opgeheven ; 5/ paragraaf 4 wordt vervangen door een nieuwe paragraaf, luidend als volgt : « § 4. Wanneer het project waarvoor een aanvraag werd ingediend bestaat uit één of meerdere nieuwe of zwaar gerenoveerde EPB-eenheden, besteedt het ontwerpteam bij de opstelling van het ontwerp aandacht aan de problematiek van een gezond binnenklimaat, brandveiligheid en risico's in verband met intense seismische activiteit. ».

Artikel 10 In artikel 2.2.15 van dezelfde ordonnantie wordt een derde lid toegevoegd, luidend als volgt : « De Regering kan EPB-eisen vaststellen om ervoor te zorgen dat, voor zover dat technisch en economisch haalbaar is, gebouwen met verwarmings-of klimaatregelingssysteemsystemen, eventueel gecombineerd met een ruimteventilatiesysteem, vóór het einde van 2025 met systemen voor gebouwautomatisering en -controle zijn uitgerust. « .

Artikel 11 In artikel 2.2.17, § 1 van dezelfde ordonnantie worden het woord « stookketel(s) » vervangen door het woord « warmtegenerator(en) ».

Artikel 12 In dezelfde ordonnantie wordt in afdeling 5 van hoofdstuk 1 van titel 2 van boek 2 een nieuw artikel 2.2.17/1 ingevoegd, luidend als volgt : « Artikel 2.2.17/1 Met het oog op de controle van de naleving van de verplichtingen in de voorwaarden die zijn vastgelegd door de Regering krachtens artikel 2.2.17, § 1 van onderhavig Wetboek, wordt elk actief gasleveringspunt - die door de netbeheerder beschouwd wordt als waarschijnlijk aangesloten op een verwarmingsketel op basis van de volgende gegevens betreffende het bovenvermelde gasleveringspunt : de grootte en het adres van de teller en het verbruik.

Om dit vermoeden aan te tonen, verwerkt de netbeheerder de bovenvermelde gegevens en deelt de adressen over de gasleveringspunten die als waarschijnlijk aangesloten op een verwarmingsketel beschouwd worden jaarlijks mee aan Leefmilieu Brussel, teneinde de in het eerste lid beoogde controle mogelijk te maken. Ze worden bijgehouden gedurende een jaar na de ontvangst ervan of tot de beëindiging van de eventuele strafvervolging als een in artikel 2.6.5, g) aangeklaagde overtreding vastgesteld is.

Deze gegevens komen uit het toegangsregister van de netbeheerder.

Ze worden bezorgd aan de ambtenaren die belast zijn met het toezicht.

Voor de toepassing van onderhavige paragraaf wordt verstaan onder : 1° « actief gasleveringspunt » : een open toegangspunt op het gasdistributienet waarvoor een leveringscontract actief is ;2° « netbeheerder » : de netbeheerder gedefinieerd in artikel 3, 5°, van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;3° « toegangsregister : het toegangsregister van de netbeheerder bedoeld in artikel 9bis van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;4° « ambtenaren belast met het toezicht » : ambtenaren van Leefmilieu Brussel, aangeduid conform artikel 5, 1, van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid.».

Artikel 13 In artikel 2.2.18 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de cijfers « 2.2.4, 2.2.8, » ingevoegd tussen de woorden « in artikelen » en het cijfer « 2.2.11 » ; 2° het tweede lid wordt vervangen door een nieuwe lid, luidende als volgt : « Met het oog op de administratieve vereenvoudiging, mogen de technische gegevens, verzameld in het kader van één van de maatregelen van Titel 2 van dit huidig Boek, door Leefmilieu Brussel aan de erkende personen vermeld in dit Titel 2 en aan de PLAGE-coördinators en -revisors, voor de uitvoering van hun opdrachten zoals vermeld onder artikelen 2.2.11, 2.2.13, 2.2.17, 2.2.20, 2.2.23 en 2.5.7, meegedeeld worden. Onder « technische gegevens » moet verstaan worden, alle technische parameters die nodig zijn voor de uitvoering van de opdrachten waarnaar in de bovengenoemde artikelen wordt verwezen. » ; 3° het derde lid wordt vervangen door zeven nieuwe leden, luidende als volgt : « Leefmilieu Brussel houdt een register van EPB-certificaten bij, met de volgende gegevens voor elk certificaat : 1° het nummer van het EPB-certificaat ;2° de uitgiftedatum ;3° de vervaldatum van de geldigheidsperiode ;4° het statuut ;5° indien nodig het erkenningsnummer van de certificateur die het EPB-certificaat heeft uitgegeven ;6° het adres van de EPB-eenheid (inclusief de locatie in het gebouw) ;7° de energieprestatie-indicator ;8° de foto van de buitenkant van het gebouw ;9° het verbruik in kWH/m2 ;10° de CO2-uitstoot ;11° de bruto vloeroppervlakte van de EPB-eenheid ;12° de aanwezigheid van installaties die hernieuwbare energie produceren. De bovengenoemde gegevens met betrekking tot ieder EPB-certificaat worden bewaard totdat dit EPB-certificaat niet langer geldig is.

Het register van de EPB-certificaten kan niet door derden worden geraadpleegd, behalve onder de in dit artikel bepaalde voorwaarden.

De in het derde lid bedoelde gegevens kunnen door derden worden geraadpleegd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan : 4° een verzoek om raadpleging is ingediend via de website die door Leefmilieu Brussel ter beschikking is gesteld ;5° het verzoek bevat ofwel het adres van de EPB-eenheid ofwel het nummer van het EPB-certificaat van de betrokken eenheid. De in het derde lid bedoelde gegevens mogen worden gebruikt wanneer zij nodig zijn voor de volgende doeleinden : 1° de uitoefening van de opdrachten waarnaar wordt verwezen in artikelen 2.2.5, 2.2.7 tot 2.2.11, 2.2.13, 2.2.17, 2.2.20, 2.2.23 en 2.5.7 door de in die bepalingen bedoelde personen ; 2° de verwerking van een dossier waarvoor de notarissen verantwoordelijk zijn krachtens het artikel 2.2.14, § 1, 3° van dit Wetboek.

De in het derde lid, punten 1° tot en met 10°, bedoelde gegevens mogen worden gebruikt wanneer zij nodig zijn voor de volgende doeleinden : 1° het naleven van de informatieverplichtingen die worden beoogd in punten 1° en 2° van het artikel 2.2.14, § 1 ; 2° de controle van de echtheid van het EPB-certificaat dat aan de personen die geïnteresseerd zijn in de in artikel 2.2.13, § 2 beoogde transactie ter beschikking is gesteld krachtens artikel 2.2.14.

Elk gebruik van de in het derde lid bedoelde gegevens voor direct marketing is verboden. ».

Artikel 14 In artikel 2.4.5, § 1, eerst lid van dezelfde ordonnantie worden de woorden « in een eerste fase en van voertuigen met een verbrandingsmotor in een volgende fase » toegevoegd na de woorden « van voertuigen die met een dieselmotor zijn uitgerust ».

Artikel 15 § 1. In artikel 2.4.6, tweede lid van dezelfde ordonnantie wordt het woord « dieselmotor » vervangen door het woord « verbrandingsmotor ». § 2. In hetzelfde artikel, vierde lid : 1° het cijfer « 2030 » wordt vervangen door het cijfer « 2025 » ;2° de woorden « lokale en rechtstreekse uitstoot » worden vervangen door de woorden « uitstoot van uitlaatgassen » ;3° de woorden « tenzij die uitstoot verwaarloosbaar is » worden vervangen door de woorden « met uitzondering van waterdamp ». Artikel 16 In artikel 2.6.5 van dezelfde ordonnantie wordt het punt o) opgeheven.

Artikel 17 In bijlage 2.1 van dezelfde ordonnantie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° worden de woorden « om te voldoen aan de verschillende behoeften waarmee het normale gebruik gepaard gaat en geeft aan welke verwarmingsenergie en koelingsenergie (energie om oververhitting te voorkomen) vereist is om de beoogde temperatuur van het gebouw in stand te houden en in de sanitaire warmwaterbehoefte te blijven voorzien » vervangen door de woorden « en geeft het normale energieverbruik weer voor ruimteverwarming, ruimtekoeling, warm water voor huishoudelijke doeleinden, ventilatie, ingebouwde verlichting en andere technische bouwsystemen » ;2° in het eerste lid van punt 2 worden de woorden « op een transparante manier aangegeven en omvat een energieprestatie-indicator en een numerieke indicator van het primaire energieverbruik op basis van primaire energiefactoren per energiedrager, die op hun beurt overeenstemmen met nationale of gewestelijke jaarlijkse gewogen gemiddelden of een specifieke waarde voor productie ter plaatse » vervangen door de woorden « ten behoeve zowel van energieprestatiecertificering als conformiteit met de minimumeisen inzake energieprestatie wordt de energieprestatie van een gebouw uitgedrukt in een numerieke indicator van het primaire energieverbruik in kWH/(m2 per jaar).De methode voor de bepaling van de energieprestatie van een gebouw is transparant en vatbaar voor innovatie » ;[00e2][0080][00a8] 3° het tweede lid van punt 2 wordt opgeheven ;4° een nieuw punt 3 wordt ingevoegd, dat twee leden omvat, luidend als volgt : « 3.De energiebehoeften voor ruimteverwarming, ruimtekoeling, warm water voor huishoudelijke doeleinden, ventilatie, verlichting en andere technische bouwsystemen worden berekend teneinde de normen inzake gezondheid, binnenluchtkwaliteit en comfort te optimaliseren.

Primaire energie wordt berekend op basis van primaire-energie- of wegingsfactoren per energiedrager, zoals vastgesteld door de Regering. » ; 5° In het tweede lid van punt 3 wordt punt c) opgeheven ;6° een nieuw punt 5 wordt toegevoegd, luidend als volgt : « 5.Bij de berekening wordt rekening gehouden met de positieve invloed van de volgende aspecten : a) plaatselijke blootstelling aan zonlicht, actieve zonnesystemen en andere verwarmings- en elektriciteitssystemen op basis van energie uit hernieuwbare bronnen ;b) elektriciteit geproduceerd door middel van warmtekrachtkoppeling ;c) stadsverwarmings- en stadskoelingssystemen of blokverwarmings- en blokkoelingssystemen ;d) natuurlijk licht.».

Artikel 18 Punt 2.2 van bijlage 2.4 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen als volgt : « 2.2. Afwijking bij niet-conformiteit met de EPB-eisen op het vlak van de totale primaire energieverbruik Indien in de EPB-aangifte wordt opgegeven dat niet voldaan is aan één of meerdere eisen in verband met het totale energie verbruik, dan wordt de overeenkomstige afwijking, uitgedrukt in kWu/jaar, als volgt bepaald : (Ejaarlijks primair energieverbruik aangifte - Ejaarlijks primair energieverbruik eis) x Aaangifte waarin Ejaarlijks primair energieverbruik aangifte is de in de EPB-aangifte vermelde waarde van het jaarlijks primair energieverbruik, in kWu/m2.jaar ;

Ejaarlijks primair energieverbruik eis is de maximaal toegestane waarde van het jaarlijks primair energieverbruik van de betreffende eenheid, in kWu/m2.jaar.

Aaangifte is de waarde die is vermeld in de EPB-aangifte voor de oppervlakte van de EPB-eenheid, uitgedrukt in m2. ».

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 18 december 2020.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN den BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2020-2021 A-235/1 Ontwerp van ordonnantie A-235/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 18 december 2020

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^