Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 mei 2022
gepubliceerd op 01 juni 2022

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 mei 2014 betreffende het voorbeeldgedrag van de overheden inzake vervoer

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2022020917
pub.
01/06/2022
prom.
19/05/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MEI 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/05/2014 pub. 22/07/2014 numac 2014031529 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het voorbeeldgedrag van de overheden inzake vervoer en ter wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 april 2011 betreffende de bedrijfsvervoerplannen sluiten betreffende het voorbeeldgedrag van de overheden inzake vervoer


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 8, eerste lid;

Gelet op het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, artikel 2.4.5, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 18 december 2020, artikel 2.4.6 zoals gewijzigd door de ordonnanties van 3 mei 2018 en van 18 december 2020, evenals artikel 2.4.7;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten tot oprichting van Leefmilieu Brussel, artikel 3, § 3;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/05/2014 pub. 22/07/2014 numac 2014031529 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het voorbeeldgedrag van de overheden inzake vervoer en ter wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 april 2011 betreffende de bedrijfsvervoerplannen sluiten betreffende het voorbeeldgedrag van de overheden inzake vervoer;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën uitgebracht op 06/08/2021;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 08/10/2021;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 25/11/2021;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 18/11/2021;

Gelet op de gelijke kansentest zoals beoogd in artikel 2, § 1 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijke kansentest, uitgevoerd op 03/08/2021;

Gelet op advies nr. 70.929/3 van de Raad van State gegeven op 25/02/2022 in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2019/1161 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van richtlijn 2009/33/EG inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen.

Art. 2.Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/05/2014 pub. 22/07/2014 numac 2014031529 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het voorbeeldgedrag van de overheden inzake vervoer en ter wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 april 2011 betreffende de bedrijfsvervoerplannen sluiten betreffende het voorbeeldgedrag van de overheden inzake vervoer wordt als volgt gewijzigd: 1° De bepaling onder 4° wordt gewijzigd als volgt: na de woorden " zoals gedefinieerd in artikel 1, § 1, 1°, van het koninklijk besluit", worden de woorden : "alsook elk motorvoertuig behorend tot categorie N1, zoals gedefinieerd in artikel 1, § 1, 2°, van het koninklijk besluit, met een referentiemassa van ten hoogste 1760 kg, overeenstemmend met de gewichtsklasse N1-I en N1-II zoals opgenomen in bijlage 1 bij Verordening (EG) nr.715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie," ingevoegd; 2° De bepaling onder 6° wordt gewijzigd als volgt: na de woorden "zoals gedefinieerd in artikel 1, § 1, 2°, van het koninklijk besluit", worden de woorden "uitgezonderd die voertuigen die onder de definitie van MPV (Multi-purpose Vehicle) vallen, zoals opgenomen in artikel 1, 4° " ingevoegd;3° Artikel 1 wordt aangevuld met de bepalingen onder 14°, 15° en 16° luidende: "14° Referentiemassa: de referentiemassa, vermeld in artikel 3, 3, van de Verordening (EG) nr.715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie. 15° Gemotoriseerde 2-, 3- en 4-wielers: motorvoertuigen uit categorie L1, L2, L3, L4, L5, L6, L7, zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen. 16° Minder vervuilende zware bedrijfsvoertuigen: elke vrachtwagen of autobus, die gebruik maakt van een van de volgende motorisaties of brandstoffen: batterij elektrisch (gebruik makend van groene stroom), plug-in hybride elektrisch (gebruik makend van groene stroom), groene waterstof en biogas."

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd: 1° In paragraaf 1, worden de woorden ", autobussen of vrachtwagen" geschrapt en na de woorden "moet minstens voldoen aan de geldende Euronorm", worden de woorden ", indien het een voertuig met verbrandingsmotor betreft, en is bij voorkeur een zero-emissievoertuig.Elke autobus of vrachtwagen die door de betrokken instanties wordt aangekocht of geleased, moet minstens voldoen aan de geldende Euronorm, indien het een voertuig met verbrandingsmotor betreft, en is bij voorkeur een minder vervuilend zwaar bedrijfsvoertuig." toegevoegd; 2° in paragraaf 2, worden de woorden "voortijdig voldoet aan een hogere Euronorm, een dergelijk voertuig kiezen." vervangen door de woorden "een zero-emissievoertuig is indien het een bestelwagen betreft, of een minder vervuilend zwaar bedrijfsvoertuig is indien het een vrachtwagen of autobus betreft, voor een dergelijk voertuig kiezen." 3° Paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: " § 3.De betrokken instantie kan van de bepalingen van § 2 afwijken indien de totale prijs van de aankoop of de leasing en van het geschatte energieverbruik (inclusief heffingen) over een levensduur van tien jaar hoger is ten opzichte van een voertuig met verbrandingsmotor dat slechts voldoet aan de Euronorm die van toepassing is op het moment van ingebruikname.

Art. 4.Artikel 8 § 2 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd : 1° In de bepaling 1°, na de woorden "de massa van het voertuig" worden de woorden ", zodat een lagere massa wordt gevaloriseerd;" toegevoegd; 2° de bepaling onder 2° wordt vervangen door wat volgt : "2° het rijbereik van het voertuig in volledig elektrische modus, zodat volledig elektrisch aangedreven voertuigen en voertuigen met een hogere hybridisatiegraad worden gevaloriseerd;" 3° de bepaling onder 3° wordt opgeheven.

Art. 5.Aan hoofdstuk 1 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 2/1 toegevoegd, die een artikel 8/1 bevat, luidende: "Afdeling 2/1. Gemotoriseerde 2-, 3- en 4-wielers Art. 8/1. 1° Vanaf 1 januari 2023 moet elke gemotoriseerde 2-, 3- en 4-wieler van categorie L1 of L2 die wordt aangekocht of geleased door de betrokken instanties een zero-emissievoertuig zijn. 2° Vanaf 1 januari 2025 moet elke gemotoriseerde 2-, 3- en 4-wieler van categorie L3, L4, L5, L6 of L7 die wordt aangekocht of geleased door de betrokken instanties een zero-emissievoertuig zijn."

Art. 6.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 14.Aan het einde van de periodes 2021-2025 en 2026-2030, evalueert het Instituut in het kader van de richtlijn 2019/1161 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen de relevantie van de cijfergegevens en verplichtingen opgesteld door dit besluit en brengt het een verslag uit bij de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.". HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

Art. 8.De Minister bevoegd voor Leefmilieu wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 mei 2022.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON

^