gepubliceerd op 10 mei 2007
Wet tot invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen
27 APRIL 2007. - Wet tot invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Het opschrift van titel II, hoofdstuk III, afdeling I, onderafdeling IIquinquies, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001, wordt aangevuld met de woorden "en voor passiefhuizen".
Art. 3.Artikel 14524 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001 en gewijzigd bij de programmawet van 5 augustus 2003, bij de wet van 31 juli 2004 en de programmawetten van 27 december 2005 en van 27 december 2006, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met de volgende paragraaf : « § 2. Er wordt een belastingvermindering verleend aan de belastingplichtige die als eigenaar, bezitter, erfpachter of opstalhouder investeert in : 1° het bouwen van een passiefhuis;2° het in nieuwe staat verwerven van een passiefhuis;3° de volledige of gedeeltelijke vernieuwing van een onroerend goed om het te verbouwen tot een passiefhuis. Onder passiefhuis wordt verstaan een woning die is gelegen in een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de totale energievraag voor ruimteverwarming en koeling moet beperkt blijven tot 15 kWh/m2 geklimatiseerde vloeroppervlakte;2° bij een luchtdichtheidsproef (overeenkomstig de norm NBN EN 13829) met een drukverschil tussen binnen- en buitenomgeving van 50 pascal is het luchtverlies niet groter dan 60 % van het volume van de woning per uur (n50 niet groter dan 0,6/uur). De belastingvermindering bedraagt 600 euro per belastbaar tijdperk en per woning.
De belastingvermindering wordt verleend gedurende 10 opeenvolgende belastbare tijdperken vanaf het belastbaar tijdperk waarin is vastgesteld dat de woning een passiefhuis is. Die vaststelling blijkt uit een certificaat dat wordt uitgereikt door en door de Koning erkende instelling of een gelijkwaardige instelling die is gevestigd in de Europese Economische Ruimte.
De belastingvermindering wordt niet meer verleend vanaf het belastbaar tijdperk waarin de belastingplichtige niet langer eigenaar, bezitter, erfpachter of opstalhouder is van de in het eerste lid bedoelde woning. De toestand wordt beoordeeld op de laatste dag van een belastbaar tijdperk.
Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, wordt de belastingvermindering voor de in het eerste lid bedoelde woning evenredig omgedeeld in functie van het aandeel van elk der echtgenoten in het kadastraal inkomen van die woning.
Wanneer afzonderlijke aanslagen in hoofde van meerdere in het eerste lid bedoelde belastingplichtigen worden gevestigd, wordt de belastingvermindering aan elke belastingplichtige toegekend, evenredig met het gedeelte van elke belastingplichtige in het kadastraal inkomen van die woning.
De Koning bepaalt de vorm en de inhoud van het certificaat als bedoeld in het vierde lid. De erkende instelling stelt de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde in kennis van het uitreiken van een certificaat. Deze kennisgeving geschiedt in de vorm en binnen de termijn die de Koning bepaalt. In voorkomend geval, moet de belastingplichtige het certificaat dat wordt uitgereikt door de instelling die is gevestigd in de Europese Economische Ruimte, ter beschikking van de administratie houden.
De certificaten van "kwaliteitsverklaring passiefhuis" uitgereikt door "VZW Passiefhuis-Platform" en van "maison passive" uitgereikt door "Plate-forme Maison passive ASBL" voor de inwerkingtreding van de wet van 27 april 2007 vervangen, voor de toepassing van de belastingvermindering, het in het vierde lid bedoelde certificaat voor zover de woning wel degelijk beantwoordt aan de in het tweede lid vastgelegde normen. Deze certificaten worden geacht te zijn uitgereikt op 1 januari 2007. »
Art. 4.Deze wet is van toepassing vanaf aanslagjaar 2008.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Leefmilieu en Minister van Pensioenen, B. TOBBACK Met 's Lands zegel gezegeld : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-3042/ (2006/2007) : 001 : Ontwerp overgezonden door de Senaat (zonder commissieverslag). 002 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Zie ook : Integraal Verslag : 19 april 2007.
Stukken van de Senaat : 3-2081 - 2006/2007 : Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Martens cs. - Nr. 2 : Amendementen. - Nr. 3 : Verslag. - Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. Nr. 5 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Zie ook : Handelingen van de Senaat : 22 maart 2007.