gepubliceerd op 20 februari 2017
Wet tot invoering van een aftrek voor innovatie-inkomsten
9 FEBRUARI 2017. - Wet tot invoering van een aftrek voor innovatie-inkomsten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
TITEL 2. - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 2.In artikel 46, § 2, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij de wet van 26 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2015 pub. 30/12/2015 numac 2015206007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht sluiten, worden de woorden "aftrekken voor octrooi-inkomsten, aftrekken voor innovatie-inkomsten," ingevoegd tussen de woorden "in aanmerking te nemen afschrijvingen," en de woorden "investeringsaftrekken, belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling".
Art. 3.In titel III, hoofdstuk II, afdeling III, van hetzelfde Wetboek, wordt een onderafdeling VI ingevoegd, luidende : "Onderafdeling VI - Vrijgestelde innovatie-inkomsten.".
Art. 4.In titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling VI, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 194quinquies ingevoegd, luidende : "
Art. 194quinquies.§ 1. Voor het belastbaar tijdperk waarin de aanvraag voor een in artikel 205/1, § 2, 1°, a) tot d) bedoeld intellectueel eigendomsrecht nog lopende is, wordt 85 pct. van het bedrag dat overeenkomstig artikel 205/3 vastgesteld zou zijn in het geval het intellectueel eigendomsrecht reeds zou zijn verleend, niet als winst aangemerkt binnen de grenzen en onder de voorwaarden die hierna worden voorzien.
Per belastbaar tijdperk worden de in het eerste lid bedoelde vrijstellingen verleend ten belope van een bedrag beperkt tot de winst van het belastbaar tijdperk dat overblijft vóór toepassing van de artikelen 205/1 tot 205/4, en vóór aanleg van de in het eerste lid bedoelde vrijgestelde reserve.
Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst als bedoeld in het tweede lid oplevert om de vrijstellingen te kunnen toepassen, worden de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstellingen achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstellingen per belastbaar tijdperk nooit hoger mogen zijn dan de in het tweede lid bedoelde grens.
De vrijgestelde reserve blijft slechts behouden voor zover voldaan is aan de in artikel 190, tweede lid, bedoelde voorwaarden. § 2. Het bedrag dat overeenkomstig § 1 met betrekking tot een intellectueel eigendomsrecht tijdelijk is vrijgesteld, wordt definitief vrijgesteld vanaf het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk dat intellectueel eigendomsrecht is verleend.
Het uit het vorig belastbaar tijdperk, na toepassing van § 1, derde lid, resterende bedrag aan niet verleende vrijstellingen wordt definitief vrijgesteld in het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk dat intellectueel eigendomsrecht is verleend, beperkt tot het in § 1, tweede lid, bedoelde grensbedrag.
Indien dat belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst als bedoeld in § 1, tweede lid, oplevert om de in het tweede lid bedoelde vrijstelling te kunnen toepassen, worden de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstellingen overeenkomstig § 1, derde lid, overgedragen naar de volgende belastbare tijdperken. § 3. De voorheen vrijgestelde winst met betrekking tot een intellectueel eigendomsrecht wordt aangemerkt als winst van het belastbaar tijdperk waarin de aanvraag voor dat intellectueel eigendomsrecht niet langer lopende is en het intellectueel eigendomsrecht niet werd verleend. § 4. Om de in dit artikel bedoelde vrijstelling te kunnen genieten, moet de belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen vanaf het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbaar tijdperk waarin de aanvraag voor een intellectueel eigendomsrecht is gebeurd, tot het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbaar tijdperk vanaf wanneer de aanvraag niet langer lopende is, een opgave voegen waarvan het model door de minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld.".
Art. 5.In titel III, hoofdstuk II, afdeling IV, van hetzelfde Wetboek, wordt het opschrift van onderafdeling IIIbis, ingevoegd bij de wet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003228 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van een belastingvermindering voor passiefhuizen type wet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201506 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten, vervangen als volgt : "Onderafdeling IIIbis. - Aftrek voor innovatie-inkomsten.".
Art. 6.In onderafdeling IIIbis van titel III, hoofdstuk II, afdeling IV, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 205/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 205/1.§ 1. De winst van het belastbare tijdperk wordt verminderd met 85 pct. van de overeenkomstig artikel 205/3 vastgestelde bedragen. Deze vermindering wordt "aftrek voor innovatie-inkomsten" genoemd.
Indien het belastbare tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om deze aftrek voor innovatie-inkomsten in haar geheel toe te passen, mag het deel dat niet kon worden afgetrokken naar de volgende belastbare tijdperken overgedragen worden. § 2. Voor de toepassing van deze onderafdeling wordt verstaan onder : 1° intellectueel eigendomsrecht : de hieronder bedoelde rechten, waarvan de vennootschap volle eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, licentiehouder of rechtenhouder is : a) een octrooi of aanvullend beschermingscertificaat;of b) een kwekersrecht waarvan de aanvraag ten vroegste op 1 juli 2016 is ingediend of, in het geval van een verworven kwekersrecht, dat na 30 juni 2016 is verworven;of c) een weesgeneesmiddel, beperkt tot de eerste 10 jaar dat het als dusdanig is ingeschreven in het Europees Register van weesgeneesmiddelen, en waarvan de aanvraag ten vroegste op 1 juli 2016 is ingediend of, in het geval van een verworven weesgeneesmiddel, dat na 30 juni 2016 is verworven;of d) na 30 juni 2016 van overheidswege toegekende data- of marktexclusiviteit op grond van toepassing van : - artikel 59 van de Verordening (EG) nr.1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad; - artikel 14.11 van de Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees geneesmiddelenbureau; - de artikelen 10.1, 10.5 of 74bis van de Richtlijn Nr. 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik; - de artikelen 13.1, 13.5 of 13bis van de Richtlijn Nr. 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik; - artikel 8 van de Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen; - analoge bepalingen van nationaal of internationaal recht, beperkt tot de eerste 10 jaar van data- of marktexclusiviteit; of e) een auteursrechtelijk beschermd computerprogramma, met inbegrip van een afgeleid werk of aanpassing van een bestaand computerprogramma, dat is voortgevloeid uit een in artikel 2753, § 3, bedoeld onderzoeks- of ontwikkelingsproject of - programma en nog geen inkomsten heeft voortgebracht vóór 1 juli 2016;2° in aanmerking te nemen innovatie-inkomsten : de hieronder bedoelde inkomsten die indien er bijzondere verhoudingen bestaan tussen de schuldenaar van de vergoedingen en de ontvangende vennootschap, slechts in aanmerking komen in zoverre zij niet hoger zijn dan deze die tussen niet-verbonden ondernemingen zouden zijn overeengekomen : - licentievergoedingen, in zover deze vergoedingen in het in België belastbare resultaat van het belastbaar tijdperk voorkomen; - vergoedingen die aan de vennootschap voor het belastbaar tijdperk zouden verschuldigd zijn indien de goederen die door of voor rekening van de vennootschap worden geproduceerd of de diensten die door of voor rekening van de vennootschap worden geleverd, zouden worden geproduceerd of geleverd door een derde op grond van een licentie verleend door de vennootschap en in zover deze vergoedingen in het in België belastbare resultaat van het belastbaar tijdperk zouden voorkomen; - vergoedingen die aan de vennootschap voor het belastbaar tijdperk zouden verschuldigd zijn indien het productieproces, dat onlosmakelijk verbonden is met de in de bepaling onder 1° bedoelde rechten en dat door of voor rekening van de vennootschap wordt gevolgd, zou worden gevolgd door een derde op grond van een licentie verleend door de vennootschap en in zover deze vergoedingen in het in België belastbare resultaat van het belastbaar tijdperk zouden voorkomen; - schadevergoedingen die, hetzij op grond van een rechterlijke of arbitrale beslissing, hetzij op grond van een minnelijke schikking, hetzij op grond van een verzekeringsovereenkomst, aan de vennootschap verschuldigd zijn ingevolge een schending van een intellectueel eigendomsrecht, en in zover deze schadevergoedingen rechtstreeks betrekking hebben op het intellectueel eigendomsrecht en in het in België belastbare resultaat van het belastbaar tijdperk voorkomen; - bedragen verkregen bij de vervreemding van een intellectueel eigendomsrecht dat de aard van vast actief heeft, en dat ten laatste in het vorige belastbaar tijdperk tot stand is gebracht, of dat ten laatste in de afgelopen 24 maanden is aangeschaft; 3° netto-inkomsten : het brutobedrag van de innovatie-inkomsten, verminderd met de in kosten opgenomen in 5° bedoelde uitgaven, gedaan of gedragen in dat belastbaar tijdperk, en die niet lager zijn dan de kosten die tussen niet-verbonden ondernemingen van toepassing zouden zijn;4° kwalificerende uitgaven : uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling die rechtstreeks betrekking hebben op een in de bepaling onder 1° bedoeld intellectueel eigendomsrecht, met uitsluiting van intresten, uitgaven met betrekking tot terreinen en gebouwen, alsook andere uitgaven die niet rechtstreeks betrekking hebben op het intellectueel eigendomsrecht, en die zijn gedaan door de vennootschap voor de door de vennootschap zelf uitgevoerde activiteiten van onderzoek en ontwikkeling, of door de vennootschap werden betaald : - aan een niet-verbonden onderneming;of - aan een verbonden onderneming, voor zover deze onderneming de ontvangen vergoedingen zonder marge doorstort aan een niet-verbonden onderneming; 5° globale uitgaven : het totaal van : - de kwalificerende uitgaven bedoeld in de bepaling onder 4° ;en - de uitgaven voor de verwerving van het in de bepaling onder 4° bedoeld intellectueel eigendomsrecht, met uitsluiting van intresten alsook andere uitgaven die niet rechtstreeks betrekking hebben op de verwerving van het intellectueel eigendomsrecht; en - de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling die rechtstreeks betrekking hebben op het in de bepaling onder 4° bedoeld intellectueel eigendomsrecht, met uitsluiting van intresten, uitgaven met betrekking tot terreinen en gebouwen, alsook andere uitgaven die niet rechtstreeks betrekking hebben op het intellectueel eigendomsrecht, die aan een verbonden onderneming zijn gedaan, met uitzondering van de in de bepaling onder 4°, tweede streepje, bedoelde uitgaven; 6° verbonden onderneming : een onderneming ten aanzien waarvan de vennootschap zich rechtstreeks of onrechtstreeks in een band van wederzijdse afhankelijkheid bevindt; 7° niet-verbonden onderneming : een onderneming ten aanzien waarvan de vennootschap zich rechtstreeks, noch onrechtstreeks in een band van wederzijdse afhankelijkheid bevindt.".
Art. 7.In dezelfde onderafdeling IIIbis, wordt een artikel 205/2 ingevoegd, luidende : "
Art. 205/2.§ 1. Om de aftrek voor innovatie-inkomsten voor een belastbaar tijdperk te bepalen, stemmen de in aanmerking te nemen innovatie-inkomsten overeen met het deel van de netto-inkomsten dat uitsluitend betrekking heeft op een intellectueel eigendomsrecht.
Het bepalen van de in het eerste lid bedoelde innovatie-inkomsten, moet afzonderlijk per intellectueel eigendomsrecht gebeuren. Indien de vennootschap aanspraak kan maken op de in artikel 205/4, § 1, tweede lid, bedoelde afwijking, mag zij de innovatie-inkomsten echter, hetzij per type product of dienst, hetzij per groep van producten of diensten, bepalen.
Indien de bepaling van de innovatie-inkomsten een negatief resultaat oplevert, wordt dit negatieve resultaat achtereenvolgens van de netto innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij hetzelfde intellectueel eigendomsrecht, hetzij hetzelfde type product of dienst, hetzij dezelfde groep van producten of diensten van elk volgend belastbaar tijdperk in mindering gebracht. § 2. Voor het belastbaar tijdperk waarvoor de innovatie-inkomsten voor de eerste maal overeenkomstig § 1 afzonderlijk zijn bepaald, wordt dit bedrag verminderd met de in vorige belastbare tijdperken eindigend na 30 juni 2016 in kosten opgenomen globale uitgaven, die niet reeds in mindering zijn gebracht voor het bepalen van de vrijstelling als bedoeld in artikel 194quinquies. Kosten gedaan of gedragen in een belastbaar tijdperk waarin de vennootschap met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten de aftrek voor octrooi-inkomsten overeenkomstig de artikelen 2051 tot 2054, zoals ze bestonden voor ze werden opgeheven door de artikelen 4 tot 7 van de wet van 3 augustus 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016003273 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende dringende fiscale bepalingen sluiten houdende dringende fiscale bepalingen, heeft toegepast, moeten niet in mindering worden gebracht.
Het eventuele negatieve resultaat na toepassing van het eerste lid wordt achtereenvolgens van de netto innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij hetzelfde intellectueel eigendomsrecht, hetzij hetzelfde type product of dienst, hetzij dezelfde groep van producten of diensten van elk volgend belastbaar tijdperk in mindering gebracht.
In afwijking van het eerste lid kan de vennootschap, in het belastbaar tijdperk dat de innovatie-inkomsten voor de eerste maal overeenkomstig § 1 afzonderlijk zijn bepaald, er onherroepelijk voor opteren de in het eerste lid bedoelde uitgaven lineair te spreiden gedurende een periode van maximaal zeven opeenvolgende belastbare tijdperken.
In het belastbaar tijdperk waarin de in het derde lid bedoelde gekozen termijn komt te vervallen of, eventueel vroeger, waarin de aftrek voor innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten niet langer wordt toegepast, wordt de winst van het belastbaar tijdperk verhoogd met een bedrag gelijk aan het positieve verschil tussen de voor dat belastbaar tijdperk en voor de hoogstens zeven voorgaande belastbare tijdperken verleende of overgedragen aftrek voor innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten en de aftrek voor innovatie-inkomsten die voor deze belastbare tijdperken met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten zou zijn toegepast indien de belastingplichtige niet had geopteerd voor de in het derde lid bedoelde methode.
Bovendien wordt, wanneer de aftrek voor innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten, verder wordt toegepast na afloop van de in het vierde lid bedoelde termijn, het saldo aan in het eerste lid bedoelde uitgaven die niet in mindering zouden zijn gebracht indien de belastingplichtige niet had geopteerd voor de in het derde lid bedoelde methode van lineaire spreiding, verder overeenkomstig het tweede lid in mindering gebracht in de loop van de volgende belastbare tijdperken.".
Art. 8.In dezelfde onderafdeling IIIbis wordt een artikel 205/3 ingevoegd, luidende : "
Art. 205/3.§ 1. De overeenkomstig artikel 205/2 afzonderlijk bepaalde innovatie-inkomsten worden vermenigvuldigd met een breuk waarvan : - de teller gelijk is aan de in het belastbaar tijdperk en in vorige belastbare tijdperken gedane kwalificerende uitgaven met betrekking tot hetzij het intellectueel eigendomsrecht, hetzij het type product of dienst, hetzij de groep van producten of diensten waaruit deze innovatie-inkomsten voortvloeien. Het aldus bekomen cijfer mag vervolgens met 30 pct. worden verhoogd, tot maximum het cijfer van de noemer; - de noemer gelijk is aan de in het belastbaar tijdperk en in vorige belastbare tijdperken gedane globale uitgaven met betrekking tot hetzij het intellectueel eigendomsrecht, hetzij het type product of dienst, hetzij de groep van producten of diensten waaruit deze innovatie-inkomsten voortvloeien.
In afwijking van het eerste lid, worden, voor de aanslagjaren 2019 en vorige, voor zover er niet ten minste voor drie opeenvolgende belastbare tijdperken bewijsstukken ter beschikking konden worden gehouden overeenkomstig artikel 205/4, § 1, de overeenkomstig artikel 205/2 afzonderlijk bepaalde innovatie-inkomsten vermenigvuldigd met een breuk waarvan : - de noemer gelijk is aan alle in dat belastbaar tijdperk en in een van de twee voorgaande belastbare tijdperken gedane uitgaven in het kader van onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's zoals bedoeld in artikel 2753, § 3; - de teller gelijk is aan het cijfer van de noemer exclusief de uitgaven voor de verwerving van een intellectueel eigendomsrecht en de uitgaven die vergoedingen aan een verbonden onderneming vertegenwoordigen, behoudens voor zover deze verbonden onderneming die vergoedingen zonder marge doorstort aan een niet-verbonden onderneming. Het aldus bekomen cijfer mag vervolgens verhoogd worden met 30 pct., tot maximum het cijfer van de noemer.
Vanaf het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk een vennootschap die met betrekking tot hetzij een intellectueel eigendomsrecht, hetzij een type product of dienst, hetzij een groep van producten of diensten, in vorige belastbare tijdperken de in dit artikel bedoelde breuk op basis van de in het tweede lid bedoelde methode heeft toegepast, overeenkomstig artikel 205/4, § 1, voor drie opeenvolgende belastbare tijdperken bewijsstukken ter beschikking kan houden met betrekking tot hetzij dat intellectuele eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten, en ten laatste vanaf aanslagjaar 2020, wordt de breuk op basis van het eerste lid bepaald en beperkt tot de uitgaven gedaan in het eerste belastbare tijdperk waarvoor de vennootschap met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten, bewijsstukken ter beschikking kon houden, en in latere belastbare tijdperken. § 2. In afwijking van § 1, kan de vennootschap de breuk waarmee de overeenkomstig artikel 205/2 afzonderlijk bepaalde innovatie-inkomsten worden vermenigvuldigd, bepalen op basis van de verhouding van de toegevoegde waarde van de zelf uitgevoerde activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling tot het geheel van activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling, met betrekking tot hetzij een intellectueel eigendomsrecht, hetzij een type product of dienst, hetzij een groep van producten of diensten, onder de voorwaarden dat : - de overeenkomstig de eerste paragraaf, eerste of tweede lid, bepaalde breuk, vóór toepassing van de verhoging van 30 pct., minstens 25 pct. bedraagt; - de vennootschap aantoont dat de overeenkomstig de eerste paragraaf, eerste of tweede lid, bepaalde breuk omwille van uitzonderlijke omstandigheden niet overeenstemt met de toegevoegde waarde van de zelf uitgevoerde activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling in verhouding tot het geheel van activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling, met betrekking tot hetzij een intellectueel eigendomsrecht, hetzij een type product of dienst, hetzij een groep van producten of diensten.
De vennootschap levert ieder jaar het bewijs dat nog steeds aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid is voldaan.
Het eerste lid vindt toepassing bij voorafgaande beslissing overeenkomstig de wet van 24 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002003520 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken sluiten tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken.".
Art. 9.In dezelfde onderafdeling IIIbis wordt een artikel 205/4 ingevoegd, luidende : "
Art. 205/4.§ 1. De belastingplichtige houdt ter beschikking van de administratie de bewijsstukken die per intellectueel eigendomsrecht de vaststelling mogelijk maken van : - de werkelijke waarde van de van een verbonden onderneming verworven intellectuele eigendomsrechten waaruit het intellectueel eigendomsrecht is ontstaan; - de in artikel 205/1, § 2, 2°, bedoelde innovatie-inkomsten die uitsluitend betrekking hebben op het intellectueel eigendomsrecht; - de van de innovatie-inkomsten in mindering gebrachte kosten om tot de in artikel 205/1, § 2, 3°, bedoelde netto-inkomsten te komen; - de in artikel 205/1, § 2, 4°, bedoelde uitgaven die rechtstreeks betrekking hebben op het intellectueel eigendomsrecht; - de in kosten opgenomen in artikel 205/1, § 2, 5°, bedoelde uitgaven die rechtstreeks betrekking hebben op het intellectueel eigendomsrecht.
Wanneer de vennootschap kan aantonen dat de vaststelling van de innovatie-inkomsten per intellectueel eigendomsrecht vanuit praktisch oogpunt niet uitvoerbaar is, mag zij de innovatie-inkomsten vaststellen, hetzij per type product of dienst, hetzij per groep van producten of diensten, die voortvloeien uit intellectuele eigendomsrechten. § 2. De Koning bepaalt de nadere regels en de termijn voor de in § 1 bedoelde verplichting. § 3. Om het voordeel van de aftrek voor innovatie-inkomsten te rechtvaardigen moet de belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen een opgave voegen waarvan het model door de minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld, voor elk aanslagjaar waarvoor : - ofwel, de aftrek voor innovatie-inkomsten wordt toegepast; - ofwel, de termijn van de in een vorig belastbaar tijdperk gekozen methode van lineaire spreiding bedoeld in artikel 205/2, § 2, tweede lid, nog niet is komen te vervallen, tenzij de aftrek voor innovatie-inkomsten met betrekking tot hetzij dat intellectueel eigendomsrecht, hetzij dat type product of dienst, hetzij die groep van producten of diensten, waarvoor de methode van lineaire spreiding werd gekozen, niet langer wordt toegepast; - ofwel, de in § 5 bedoelde termijn van herbelegging als gevolg van de vervreemding van een intellectueel eigendomsrecht in een vorig belastbaar tijdperk nog niet is komen te vervallen. § 4. Indien de vennootschap de aftrek voor octrooi-inkomsten overeenkomstig artikel 543 toepast, zijn de artikelen 205/1 tot 205/4 niet van toepassing voor dat belastbaar tijdperk alsmede voor de daarop volgende belastbare tijdperken die afsluiten vóór 1 juli 2021, met betrekking tot het octrooi waarvoor de aftrek voor octrooi-inkomsten wordt toegepast. § 5. Indien de vennootschap de bedragen verkregen bij de vervreemding van een in artikel 205/1, § 2, 2°, vijde streepje, bedoeld intellectueel eigendomsrecht niet binnen een termijn van vijf jaar vanaf de eerste dag van het kalenderjaar waarin de vervreemding heeft plaatsgevonden en uiterlijk bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid, heeft besteed aan in artikel 205/1, § 2, 4°, bedoelde uitgaven betreffende een of meerdere andere in artikel 205/1, § 2, 1°, bedoelde intellectuele eigendomsrechten, wordt het totaal bedrag van de in een vorig belastbaar tijdperk krachtens de artikelen 205/1 tot 205/4 vrijgestelde winst met betrekking tot deze vervreemding als een inkomen van het belastbaar tijdperk beschouwd.".
Art. 10.In artikel 212, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/2008 pub. 12/01/2009 numac 2009003004 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 teneinde het in overeenstemming te brengen met de Richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat, gewijzigd bij de Richtlijn 2005/19/EEG van de Raad van 17 februari 2005 sluiten, worden de woorden "aftrekken voor octrooi-inkomsten, aftrekken voor innovatie-inkomsten," ingevoegd tussen de woorden "belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling," en de woorden "aftrekken voor risicokapitaal".
Art. 11.In artikel 229, § 4, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 december 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/2008 pub. 12/01/2009 numac 2009003004 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 teneinde het in overeenstemming te brengen met de Richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat, gewijzigd bij de Richtlijn 2005/19/EEG van de Raad van 17 februari 2005 sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 december 2012, worden de woorden "aftrekken voor octrooi-inkomsten, aftrekken voor innovatie-inkomsten," ingevoegd tussen de woorden "belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling," en de woorden "aftrekken voor risicokapitaal".
Art. 12.In artikel 231, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 12 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/05/2014 pub. 10/06/2014 numac 2014203606 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot oprichting van de Dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels type wet prom. 12/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014003246 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een effectieve invordering van onderhoudsschulden sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, vijfde lid, worden de woorden "aftrekken voor octrooi-inkomsten, aftrekken voor innovatie-inkomsten," ingevoegd tussen de woorden "belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling," en de woorden "aftrekken voor risicokapitaal";2° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "aftrekken voor octrooi-inkomsten, aftrekken voor innovatie-inkomsten," ingevoegd tussen de woorden "belastingkredieten voor onderzoek en ontwikkeling," en de woorden "aftrekken voor risicokapitaal".
Art. 13.Artikel 236bis, van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 3 augustus 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016003273 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende dringende fiscale bepalingen sluiten, wordt hersteld als volgt : "
Art. 236bis.De artikelen 205/1 tot 205/4 zijn van toepassing op de in artikel 227, 2°, bedoelde belastingplichtigen voor de innovatie-inkomsten met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten die worden aangewend in hun Belgische inrichtingen.
Voor de toepassing van artikel 205/2, worden de bruto innovatie-inkomsten verminderd met de kosten voor zelf uitgevoerde activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling, aan derden verschuldigde vergoedingen, evenals met de afschrijvingen op de verworven intellectuele eigendomsrechten die ten laste van het belastbaar resultaat van de Belgische inrichtingen worden gelegd.".
Art. 14.In artikel 286 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 augustus 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2016 pub. 11/08/2016 numac 2016003273 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende dringende fiscale bepalingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden "tot innovatie-inkomsten waarvoor overeenkomstig de artikelen 205/1 tot 205/4 of artikel 236bis een aftrek voor innovatie-inkomsten wordt verleend en" ingevoegd tussen de woorden "met betrekking" en de woorden "tot octrooi-inkomsten";2° in het derde lid worden de woorden "respectievelijk diezelfde innovatie-inkomsten waarvoor overeenkomstig de artikelen 205/1 tot 205/4 of artikel 236bis een aftrek voor innovatie-inkomsten wordt verleend en" ingevoegd tussen de woorden "de belasting verschuldigd op" en de woorden "diezelfde octrooi-inkomsten".
Art. 15.In artikel 416, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201376 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten, worden de woorden "of met de krachtens artikel 194quater, § 4, belastbaar geworden investeringsreserve" vervangen door de woorden ", met de krachtens artikel 194quater, § 4, belastbaar geworden investeringsreserve, of met de krachtens artikel 194quinquies, § 3, belastbaar geworden sommen".
Art. 16.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2016.
Gegeven te Brussel, 9 februari 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K54-2235