gepubliceerd op 08 mei 2019
Wet tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering
22 APRIL 2019. - Wet tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Minimale voorwaarden waaraan de overeenkomsten voor een rechtsbijstandsverzekering moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een belastingvermindering
Art. 2.In dit hoofdstuk worden de minimale voorwaarden vastgesteld waaraan een verzekeringsovereenkomst rechtsbijstand cumulatief moet voldoen opdat de premie in aanmerking zou komen voor de toepassing van de bepalingen van de bij hoofdstuk 5 van deze wet in het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 ingevoegde titel II, hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling IIvicies semel inzake de vermindering voor premies voor een rechtsbijstandverzekering.
Art. 3.De verzekeringsovereenkomst wordt individueel gesloten.
Art. 4.§ 1. Als verzekerden worden beschouwd: 1° de verzekeringnemer voor zover hij in België zijn gewone verblijfplaats heeft evenals zijn/haar samenwonende echtgeno(o)te of samenwonende partner;2° alle bij de verzekeringnemer inwonende en gedomicilieerde personen met uitzondering van het huispersoneel of enige andere dienstboden en voor wat het arbeidsrecht betreft, alle bij de verzekeringnemer inwonende en gedomicilieerde personen die door hem worden onderhouden. § 2. De waarborg blijft van toepassing indien de verzekerde personen tijdelijk elders verblijven.
Art. 5.De waarborg geldt voor alle gedekte geschillen in het kader van het privéleven en het professioneel leven, zoals bepaald in artikel 7 van deze wet.
De waarborg bevat alle gedekte geschillen die onder de bevoegdheid van een Belgisch rechtscollege ressorteren of zouden ressorteren overeenkomstig de in België geldende nationale of internationale bevoegdheidsregels.
Hij geldt tevens, onder dezelfde voorwaarden, voor de geschillen die onder de bevoegdheid van een rechtscollege in Nederland, Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en Frankrijk ressorteren of zouden ressorteren, overeenkomstig de in deze landen geldende nationale of internationale bevoegdheidsregels behalve ingeval het geschil tot een of meer van de volgende aangelegenheden behoort: fiscaal recht, administratief recht, personen- en familierecht, arbeidsrecht zoals bepaald in artikel 7, § 1, 6°, het erfrecht, het schenkingsrecht en het testamentrecht, de geschillen met betrekking tot onroerende goederen en bouwgeschillen.
Art. 6.§ 1. De overeenkomst mag voorzien dat de inzet van het geschil het recht op de waarborg beïnvloedt betreffende de tenlasteneming van de kosten en honoraria verbonden aan een gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedure.
Zo kan de overeenkomst bepalen dat er geen of een beperkte waarborg is betreffende de tenlasteneming van de kosten en honoraria voorzien in artikel 8 en verbonden aan een gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedure wanneer de inzet van het in geld waardeerbaar geschil kleiner is of gelijk aan 1 000 euro.
Deze beperking geldt niet voor geschillen die niet in geld waardeerbaar zijn.
De inzet van het geschil stemt overeen met de hoofdsom die wordt gevraagd door de verzekerde of wordt geëist door een derde, zonder rekening te houden met de interesten, de kosten voor de verdediging of de schadebedingen. § 2. De wachttijd mag vijf jaar niet te boven gaan voor de contractuele geschillen met betrekking tot de goede uitvoering van het bouwen, verbouwen, verbeteren, renoveren, restaureren en de afbraak van een onroerende goed, wanneer het optreden van een architect of het verkrijgen van de toestemming van een bevoegde overheid wettelijk vereist is.
De wachttijd mag drie jaar niet te boven gaan voor de geschillen met betrekking tot echtscheiding en wettelijk samenwonen en ook de geschillen die daaruit voortvloeien met betrekking tot goederen of personen;
De wachttijd mag een jaar niet te boven gaan voor de geschillen die ressorteren onder: 1° het personen- en familierecht onder voorbehoud van de toepassing van het tweede lid;2° het recht inzake verbintenissen uit overeenkomst onder voorbehoud van de toepassing van het eerste lid;3° het recht met betrekking tot de huidige of toekomstige hoofdverblijfplaats;4° het fiscaal recht;5° het administratief recht;6° de geschillen die betrekking hebben op het arbeidscontract of op het statuut van rijkspersoneel of ambtenaar of gelijkaardige statuten, hierin begrepen de geschillen die betrekking hebben op het sociaal statuut van zelfstandigen;7° het erfrecht, het schenkingsrecht en het testamentrecht. Voor een geschil dat niet ressorteert onder één van de in het eerste, tweede en derde lid vermelde aangelegenheden mag geen enkele wachttijd in de overeenkomst worden bepaald.
Onder wachttijd wordt verstaan de periode die begint op de datum waarop de overeenkomst in werking treedt en waarin de waarborg van de verzekeraar niet verschuldigd is. De wachttijd loopt niet gedurende de periode waarin de overeenkomst is geschorst wegens niet betaling van de premie, overeenkomstig de artikelen 69 en volgende van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen.
De bij een verzekeraar reeds verstreken wachttijd voor een bijzondere en gelijksoortige waarborg, komt de verzekerde ten goede indien hij van verzekeraar of van verzekeringsovereenkomst verandert, op voorwaarde dat de verzekerde altijd en ononderbroken gedekt was voor dit type geschil in rechtsbijstand.
Art. 7.§ 1. De waarborg dekt ten minste de volgende zaken: 1° de vorderingen tot schadevergoeding gegrond op een contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheid;2° de strafrechtelijke verdediging van de verzekerde, uitgezonderd de misdaden en de gecorrectionaliseerde misdaden.Voor wat betreft de misdaden en de gecorrectionaliseerde misdaden moet in de overeenkomst worden bepaald dat de dekking slechts zal worden verleend voor zover de verzekerde definitief wordt vrijgesproken, buiten vervolging wordt gesteld bij een gerechtelijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan of in geval van verjaring; 3° de verdediging van de extracontractuele burgerlijke belangen van de verzekerde bij belangenconflict met zijn BA-verzekering;4° de geschillen die ressorteren onder het fiscaal recht;5° de geschillen die ressorteren onder het administratief recht;6° de geschillen die betrekking hebben op het arbeidscontract of op het statuut van rijkspersoneel of ambtenaar of gelijkaardige statuten, hierin begrepen de geschillen die betrekking hebben op het sociaal statuut van zelfstandigen;7° de geschillen die ressorteren onder het recht inzake verbintenissen uit overeenkomst in de ruime zin, daaronder begrepen het consumentenrecht;8° de geschillen die ressorteren onder het erf-, schenkings- en testamentrecht;9° de eerste echtscheiding die begint tijdens de waarborgtermijn van de overeenkomst en alle geschillen met betrekking tot goederen of personen die daaruit voortvloeien.Het einde van een wettelijk samenwonen is gelijkgesteld aan een echtscheiding; 10° de eerste bemiddeling in familiezaken voor de geschillen die ressorteren onder het personen- en familierecht, daaronder begrepen de meningsverschillen die tijdens de waarborgtermijn zouden opduiken met betrekking tot het onderhoud, de opvoeding, het recht op het hoofdzakelijke verblijf en het secundaire verblijf of het recht op persoonlijk contact met de kinderen. § 2. Kunnen worden uitgesloten van de waarborg, ongeacht de aangelegenheid waarop zij betrekking hebben: 1° de geschillen waarbij de verzekerde optreedt als eigenaar, huurder, bestuurder of houder van een boot, een luchtvaartuig of een motorrijtuig in de zin van artikel 1 van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;2° de geschillen met betrekking tot de directe of indirecte gevolgen van de wijziging van ioniserende stralingen;3° de geschillen met betrekking tot de gevolgen van oorlogsdaden;4° de geschillen met betrekking tot de gevolgen van oproer of terrorisme begrepen in de zin van de wet betreffende de verzekering tegen schade door terrorisme van 1 april 2007 waaraan de verzekerde actief heeft deelgenomen;5° de geschillen die het gevolg zijn van de daden van grove of opzettelijke schuld in hoofde van de verzekerde in het geval van opzettelijke slagen en verwondingen, moord, doodslag, agressie, vechtpartijen, gewelddaden, aanranding, voyeurisme, mensenhandel, racisme, xenofobie, dronkenschap of gelijkaardige toestand voortvloeiend uit het gebruik van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, fraude, oplichting, afpersing, laster, diefstal, smokkel, vandalisme, deelnemen aan of aanzetten tot verboden weddenschappen, hacking, valsheid in geschrifte, valsheid en gebruik van valse stukken, identiteitsdiefstal, belaging, verkrachting en stedenbouwkundige overtredingen;6° de geschillen die het gevolg zijn van een loutere wanbetaling door de verzekerde zonder betwisting;7° de collectieve acties die uitgaan van een groep van ten minste tien personen die beogen een gemeenschappelijke overlast met een zelfde oorzaak te doen ophouden en de schade die eruit voortvloeit te herstellen;8° de geschillen tussen verzekerden wanneer zij rechten kunnen doen gelden, hetzij onderling, hetzij tegen de verzekeringsnemer, krachtens dezelfde overeenkomst van rechtsbijstandsverzekering, met uitzondering van het bepaalde in paragraaf 1, 9° ;9° de geschillen betreffende een collectief arbeidsconflict, een faillissementsprocedure, een gerechtelijke reorganisatie en een sluiting van een onderneming;10° de geschillen met betrekking tot een professionele activiteit met uitzondering van deze bepaald in artikel 7, § 1, 6° ;11° de geschillen die vallen onder de bevoegdheid van het Grondwettelijk Hof of onder enig supranationaal hof met uitzondering van de geschillen inzake de prejudiciële vragen met betrekking tot het gedekt geschil;12° de geschillen betreffende andere onroerende goederen dan datgene waar de verzekeringsnemer zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd of zal vestigen; 13 ° de geschillen met betrekking tot het bouwen, veranderen, verbeteren, renoveren, restaureren, afbreken van een onroerend goed wanneer deze werken werden uitgevoerd door een aannemer die niet ingeschreven is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen om de gezegde werken uit te voeren; 14° de geschillen verbonden met de rechtsbijstandsverzekeringsovereenkomst zelf en de uitvoering ervan;15° de verdediging van belangen van derden of van belangen die aan de verzekerde werden overgedragen door afstand van betwiste rechten of conventionele subrogatie.
Art. 8.§ 1. Deze waarborg dekt ten minste: 1° de kosten en erelonen van advocaten;2° de kosten en erelonen van gerechtsdeurwaarders;3° de ten laste van de verzekerde gelegde kosten van de gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures;4° de kosten en erelonen van deskundigen, technisch adviseurs, bemiddelaars, arbiters en van iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft overeenkomstig de op de procedure toepasselijke wet;5° de kosten van de tenuitvoerlegging. § 2. De waarborg voor de kosten en erelonen van de advocaten wordt door de verzekeraar ten laste genomen ten belope van de door de Koning vastgestelde bedragen.
Elke overschrijding van de door de Koning vastgelegde bedragen, valt ten laste van de cliënt, zelfs als de maximumwaarborg zoals bepaald in paragraaf 3 niet wordt bereikt.
De verzekeraar heeft de mogelijkheid om de overschrijdingen van de door de Koning vastgelegde bedragen ten laste te nemen, rekening houdend met zijn maximumwaarborgen zoals bepaald in paragraaf 3. § 3. De maximumwaarborg van de verzekeraar wordt vastgesteld op ten minste 13 000 euro per geschil in burgerlijke zaken en op ten minste 13 500 euro voor een geschil in strafzaken.
De maximumwaarborg bedoeld in het eerste lid kan evenwel worden verminderd: 1° tot 3 375 euro per verzekerde persoon in geval van een geschil met betrekking tot een echtscheiding;2° tot 6 750 euro voor wat betreft de contractuele geschillen met betrekking tot de goede uitvoering van het bouwen, verbouwen, verbeteren, renoveren, restaureren en de afbraak van een onroerende goed, wanneer het optreden van een architect of het verkrijgen van de toestemming van een bevoegde overheid wettelijk vereist is en de geschillen die betrekking hebben op het arbeidscontract of op het statuut van rijkspersoneel of ambtenaar of gelijkaardige statuten, hierin begrepen de geschillen die betrekking hebben op het sociaal statuut van zelfstandigen. § 4. Voor de kosten bedoeld in paragraaf 1, 3°, die aan de Staat toekomen, wordt van de maximumwaarborgen bedoeld in paragraaf 3 een bedrag van 500 euro voor geschillen in burgerlijke zaken en een bedrag van 1000 euro voor geschillen in strafzaken voorbehouden voor de vergoeding van de kosten die overeenkomstig paragraaf 1, 3°, ten laste worden gelegd van de verzekerde. § 5 . De interne kosten die verband houden met de behandeling van het dossier door de verzekeraar vallen niet onder de in paragrafen 3 en 4 bedoelde maximumwaarborg. § 6 . In de overeenkomst kan worden voorzien in een franchise van een maximumbedrag van 250 euro per schadegeval.
De franchise geldt evenwel niet ingeval de verzekerde aanvaardt om te trachten het geschil op te lossen door een beroep te doen op de gerechtelijke of vrijwillige bemiddeling of op de verzoening.
Art. 9.De polis bevat een bepaling die stelt dat de minimale voorwaarden van dit hoofdstuk van toepassing zijn. HOOFDSTUK 3. - Toepassing regels
Art. 10.Ingeval een verzekeringsovereenkomst uitdrukkelijk bepaalt dat de minimale voorwaarden van hoofdstuk 2 van deze wet van toepassing zijn, zijn deze minimale voorwaarden van toepassing zelfs indien de verzekeringsovereenkomst deze voorwaarden niet naleeft of ermee strijdig is.
Art. 11.De advocaat kan zich ertoe engageren om zijn erelonen en kosten te bepalen op de bedragen per prestatie zoals bepaald door de Koning.
De advocaat informeert zijn cliënt of hij al dan niet het engagement aangaat om de door de Koning vastgelegde bedragen per prestatie te eerbiedigen en over de gevolgen die daaraan verbonden zijn. Hij informeert ook gelijktijdig de rechtsbijstandsverzekeraar van de cliënt. HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 12.Artikel 446ter van het gerechtelijk wetboek wordt aangevuld met een lid, luidende: "Ter wille van de vrijheid van de bepaling van het ereloon, moeten de raad van de Orde en de rechtbank bij de uitoefening van de bevoegdheid die hen door deze bepaling wordt verleend, de barema's die werden vastgesteld op grond van de wetgeving inzake juridische tweedelijnsbijstand of inzake de rechtsbijstandverzekering buiten beschouwing laten." HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het Wetboek van inkomsten belastingen 1992
Art. 13.Artikel 53 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011940 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Beslissing van het Comité, bedoeld in artikel 5 van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, betreffende de erkenning van de aanslag in New York op 31 oktober 2017 als terrorisme type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten, wordt aangevuld met een bepaling onder 27°, luidende: "27° premies voor een rechtsbijstandsverzekering als bedoeld in artikel 14549, § 1." HOOFDSTUK 6. - Belastingvermindering voor premies voor een rechtsbijstandsverzekering
Art. 14.In titel II, hoofdstuk III, afdeling 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt een onderafdeling IIvicies semel ingevoegd met als opschrift "Onderafdeling IIvicies semel - Vermindering voor premies voor een rechtsbijstandsverzekering".
Art. 15.In onderafdeling IIvicies semel van titel II, hoofdstuk III, afdeling 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 12 van deze wet, wordt een artikel 14549 ingevoegd, luidende: "
Art. 14549.§ 1. Er wordt een belastingvermindering verleend voor de premies die de belastingplichtige tijdens het belastbare tijdperk werkelijk heeft betaald voor een rechtsbijstandsverzekering in de zin van artikel 154 van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen die hij individueel heeft gesloten bij een verzekeringsonderneming die is gevestigd in de Europese Economische Ruimte en die voldoet aan alle in hoofdstuk 2 van de wet van 22 april 2019 tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering vermelde voorwaarden.
De in het eerste lid bedoelde betalingen komen voor de belastingvermindering in aanmerking tot een bedrag van 195 euro per belastbaar tijdperk.
De belastingvermindering is gelijk aan 40 pct. van het in aanmerking te nemen bedrag. § 2. De belastingvermindering wordt verleend op basis van een door de verzekeraar uitgereikt jaarlijks attest waarin wordt bevestigd dat de overeenkomst voldoet aan alle in hoofdstuk 2 van de wet van 22 april 2019 tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering vermelde voorwaarden.
De Koning bepaalt de vorm en de verdere inhoud van het in het eerste lid bedoelde attest, alsook de termijn waarbinnen het moet worden afgeleverd.".
Art. 16.In de inleidende zin van artikel 171, 5° en 6°, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011940 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Beslissing van het Comité, bedoeld in artikel 5 van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, betreffende de erkenning van de aanslag in New York op 31 oktober 2017 als terrorisme type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten, worden de woorden "14548 en 154bis" telkens vervangen door de woorden "14548, 14549 en 154bis".
Art. 17.In artikel 178, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2014 pub. 29/12/2014 numac 2014009676 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie sluiten en gewijzigd bij de wet van 11 maart 2018, wordt het cijfer "14549," ingevoegd tussen het cijfer, "14548," en het cijfer "147, ".
Art. 18.In artikel 178/1, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 07/05/2018 numac 2018011940 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Beslissing van het Comité, bedoeld in artikel 5 van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, betreffende de erkenning van de aanslag in New York op 31 oktober 2017 als terrorisme type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten, worden de woorden "14548, en 154bis" vervangen door de woorden "14548, 14549 en 154bis".
Art. 19.Artikel 323/1, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2016 pub. 27/12/2016 numac 2016024298 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid type wet prom. 18/12/2016 pub. 20/12/2016 numac 2016003460 bron federale overheidsdienst financien Wet tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën type wet prom. 18/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016022502 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot vaststelling van het sociaal en fiscaal statuut van de student - zelfstandige sluiten, wordt aangevuld met een derde lid, luidende: "Wanneer een verzekeringsonderneming een attest aflevert met het oog op het bekomen van de in artikel 14549 bedoelde belastingvermindering, is zij er jaarlijks toe gehouden om aan de administratie de gegevens mee te delen met betrekking tot de verzekeringsovereenkomsten rechtsbijstand.".
Art. 20.De individueel gesloten verzekeringsovereenkomsten rechtsbijstand die lopen op datum van inwerkingtreding van deze wet en die, in voorkomend geval na wijziging, voldoen aan alle in hoofdstuk 2 van deze wet vermelde voorwaarden, komen voor de in artikel 14549, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde belastingvermindering in aanmerking. HOOFDSTUK 7. - Controlemodaliteiten van het respecteren van de voorwaarden
Art. 21.De bepalingen van titel VII, hoofdstuk III, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wat de onderzoeks- en controlemiddelen betreft, zijn van toepassing op de controle op de conformiteit van de overeenkomsten waarvoor het in artikel 14549, § 2, van datzelfde Wetboek bedoelde attest is afgeleverd met de bepalingen van hoofdstuk 2 van deze wet.
De Koning duidt de dienst aan die belast wordt met de in het eerste lid bedoelde controle.
Het ten onrechte afleveren van het in artikel 14549, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde attest wordt beschouwd als een inbreuk op een bepaling van dat Wetboek.
Art. 22.§ 1. Wanneer in het kader van de in artikel 20 bedoelde controle wordt vastgesteld dat een verzekeringsovereenkomst die de in artikel 9 bedoelde bepaling bevat, niet voldoet aan alle voorwaarden van hoofdstuk 2 van deze wet, belet dit niet dat de belastingvermindering bedoeld in artikel 14549 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt verleend voor de premies waarvoor het in artikel 14549, § 2, van het voormelde Wetboek bedoelde attest is afgeleverd. § 2. De verzekeraar is ertoe gehouden de Staat te vergoeden voor de financiële schade die hij veroorzaakt door ten onrechte het in artikel 14549, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde attest af te leveren.
De in het eerste lid bedoelde schade wordt forfaitair geraamd op het bedrag van de premie dat is vermeld op elk ten onrechte afgeleverd attest, desgevallend telkens beperkt tot het in artikel 14549, § 1, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde bedrag, vermenigvuldigd met het percentage vermeld in artikel 14549, § 1, derde lid, van datzelfde Wetboek. Het aldus bepaalde bedrag wordt desgevallend verhoogd met nalatigheidsinteresten berekend vanaf 1 september van het jaar volgend op het jaar waarvoor het attest is uitgereikt tegen de rentevoet die is vastgesteld voor de toepassing van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
De in deze paragraaf bedoelde schadevergoeding is niet aftrekbaar als beroepskost voor de toepassing van de inkomstenbelastingen. HOOFDSTUK 8. - Evaluatie
Art. 23.De Orde van Vlaamse Balies, de Ordre des Barreaux francophones et germanophone en de Beroepsverening van de Verzekeringsondernemingen "Assuralia" versturen tweejaarlijks en voor het eerst in 2021 op de datum van het verjaren van de inwerkingtreding van deze wet een gemeenschappelijk evaluatierapport met betrekking tot de toepassing van deze wet door de Staat, de verzekeringsondernemingen en de advocaten naar de minister van Justitie, naar de minister van Consumentzaken, naar de minister van Economie en naar de minister van Financiën, op initiatief van een van hen en via een paritair orgaan dat zij daartoe zullen aanwijzen, op de datum van het verjaren van de inwerkingtreding van deze wet.
Dit rapport bevat eveneens een specifiek punt waarin de voorstellen en suggesties geuit worden in verband met een betere toegang tot het recht en de Justitie voor de burger, een gedetailleerd en cijfermatig overzicht van de afgesloten contracten in toepassing van de huidige wet en de afgesloten contracten die aanvullende waarborgen geven, alsook een cijfermatig overzicht van de gevallen waarin de advocaten gebruik maken van de mogelijkheid voorzien in artikel 11, eerste lid. HOOFDSTUK 9. - Opheffingsbepalingen
Art. 24.Artikel 1762, 12°, van het Wetboek diverse rechten en taksen, ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021362 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) sluiten, wordt opgeheven.
Art. 25.Het koninklijk besluit van 15 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2007 pub. 27/02/2007 numac 2007009040 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst financien en programmatorische federale overheidsdienst consumentenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een verzekeringsovereenkomst rechtsbijstand moet voldoen om te worden vrijgesteld van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen bedoeld in artikel 173 van het Wetboek diverse rechten en taksen sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaraan een verzekeringsovereenkomst rechtsbijstand moet voldoen om te worden vrijgesteld van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen bedoeld in artikel 173 van het Wetboek diverse rechten en taksen wordt opgeheven. HOOFDSTUK 1 0. - Inwerkingtreding
Art. 26.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
De artikelen 13 tot 18 zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2020 op de premies die worden betaald vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Artikel 19 is van toepassing op de attesten die worden uitgereikt met betrekking tot de betalingen vanaf aanslagjaar 2020 met het oog op het bekomen van de in artikel 14549 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde belastingvermindering.
De artikelen 24 en 25 zijn van toepassing op de premies die worden betaald vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze wet.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 22 april 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS Met `s Lands zegel gezegeld: De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken: 54 3560 Integraal Verslag: 0281