gepubliceerd op 07 juni 2006
Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid
10 MAART 2006. - Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud
Art. 2.In artikel 52, § 1, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1993 en gewijzigd bij de decreten van 21 december 1994 en 21 oktober 1997 en het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « van de gewestplannen en van de plannen van aanleg, vastgesteld overeenkomstig het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 » vervangen door de woorden « volgens de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen, van kracht in de ruimtelijke ordening, »;2° in het tweede lid worden de woorden « de in uitvoering van het decreet betreffende ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 vastgestelde en goedgekeurde bestemmingsplannen of » en de woorden « artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 » respectievelijk vervangen door de woorden « de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen, van kracht in de ruimtelijke ordening of volgens de » en de woorden « artikel 99, § 1, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening »;3° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : « De bepalingen van artikel 145bis en 195bis van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening inzake het verbouwen van een bestaand gebouw of een bestaande constructie binnen het bestaande volume en inzake instandhoudings- en onderhoudswerken die betrekking hebben op de stabiliteit van een bestaand vergund gebouw, zijn eveneens van toepassing op de voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden.» HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten
Art. 3.In artikel 2 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, gewijzigd bij de decreten van 22 februari 1995 en 8 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : « 1° het agentschap : de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake onroerend erfgoed;»; 2° in punt 5° worden de woorden « bij koninklijk besluit » vervangen door de woorden « met behoud van de toepassing van de bepaling van artikel 16, § 2, tweede lid, overeenkomstig dit decreet ».
Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 3.§ 1. Er wordt een Vlaamse adviescommissie voor het onroerend, het archeologisch en het varend erfgoed en voor de heraldiek opgericht onder de benaming « Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen », hierna Koninklijke Commissie te noemen.
De Koninklijke Commissie verstrekt adviezen : 1° in de gevallen en rekening houdend met de termijn, bepaald in dit decreet en in het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, in het decreet van 21 december 1994 houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies en gemeenten, in het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, in het decreet van 3 februari 1998 houdende vaststelling van het wapen van privépersonen en instellingen en in het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed;2° op verzoek van de Vlaamse Regering of van de strategische adviesraad, opgericht bij het decreet van 10 maart 2006 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed, over een aangelegenheid die valt binnen het toepassingsgebied van voormelde decreten, binnen de door de aanvrager gestelde termijn;3° uit eigen beweging aan de Vlaamse Regering of aan de strategische adviesraad, vermeld in 2°, over elke aangelegenheid die valt binnen het toepassingsgebied van voormelde decreten of over de coördinatie van de onroerende erfgoedzorg met andere beleidsvelden. De adviezen aan de strategische adviesraad, vermeld in het tweede lid, 2° of 3°, worden tegelijkertijd bezorgd aan de Vlaamse Regering. § 2. De Koninklijke Commissie bestaat uit een centrale commissie en uit vijf provinciale commissies met corresponderende leden, die de centrale commissie bijstaan in haar werkzaamheden.
De centrale commissie bestaat uit vijf afdelingen : 1° een afdeling Monumenten en Stads- en Dorpsgezichten;2° een afdeling Landschappen;3° een afdeling Archeologie;4° een afdeling Varend Erfgoed;5° een afdeling Heraldiek. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling, de organisatie en de werking van de Koninklijke Commissie, rekening houdend met de onderscheiden afdelingen, vermeld in § 2, tweede lid.
De Vlaamse Regering benoemt de voorzitter, vijf ondervoorzitters, de leden en de corresponderende leden. Ze zorgt voor het secretariaat van de centrale commissie en de vijf afdelingen en voor de nodige werkingsmiddelen. »
Art. 5.In hetzelfde decreet wordt hoofdstuk III, bestaande uit artikel 4, opgeheven.
Art. 6.In artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 februari 1995, 18 mei 1999 en 21 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering »;2° in § 2 wordt punt 1° vervangen door wat volgt : « 1° met een aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs ter advies voorgelegd aan het departement van het beleidsdomein waaraan de beleidsondersteunende opdrachten inzake ruimtelijke ordening worden toevertrouwd, aan de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake lokale ruimtelijke ordening en aan de gemeenten en provincies in kwestie.De adviezen worden binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de datum van de afgifte op de post of van het ontvangstbewijs, uitgebracht. Zo niet worden ze geacht gunstig te zijn; »; 3° in § 2, 2°, worden de woorden « afgifte ter post van de betekening » vervangen door het woord « neerlegging », worden de woorden « de betrokken buitendienst van de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap » en worden de woorden « vanwege de administratie » geschrapt;4° in § 2, 3°, worden de woorden « de respectieve buitendiensten van het Bestuur Monumenten en Landschappen » en de woorden « de betrokken buitendienst van het Bestuur Monumenten en Landschappen » telkens vervangen door de woorden « het agentschap »;5° in § 4 worden de woorden « de bevoegde buitendienst van het Bestuur Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « het agentschap »;6° in § 6 worden de woorden « de betrokken buitendienst van het Bestuur Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « het agentschap »;7° in § 8 wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering ».
Art. 7.In het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk IV van hetzelfde decreet wordt het woord « Koninklijk » geschrapt.
Art. 8.In artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 februari 1995, wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering ».
Art. 9.In artikel 8, § 4, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 februari 1995, worden de woorden « de betrokken buitendienst van het bestuur Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 10.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « koninklijk » geschrapt;2° in het tweede lid wordt het woord « koning » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering » en worden de woorden « koninklijk besluit » vervangen door het woord « besluit ».
Art. 11.In artikel 10 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 februari 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « De Rijksdienst » vervangen door de woorden « Het agentschap »;2° in § 2 worden de woorden « de Rijksdienst, het bestuur voor de stedebouw » vervangen door de woorden « het agentschap »;3° in § 3 wordt het woord « koninklijk » geschrapt en wordt het woord « Minister » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering ».
Art. 12.In artikel 11 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 18 december 1992, 22 februari 1995, 18 mei 1999, 21 november 2003 en 30 april 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 6 worden de woorden « de betrokken buitendienst van het Bestuur Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° § 11 wordt opgeheven.
Art. 13.Artikel 12 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 12.Nieuwe erfdienstbaarheden van openbaar nut kunnen alleen bij beslissing van de Vlaamse Regering op een beschermd monument of op een in een beschermd stads- of dorpsgezicht gelegen onroerend goed worden gevestigd. »
Art. 14.In artikel 13, § 1, 8°, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 november 2003, worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 15.In artikel 16, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt het woord « koninklijke » geschrapt. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990
Art. 16.In artikel 4bis, § 5, 2, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, ingevoegd bij het decreet van 18 mei 1999, worden de woorden « geldende plannen van aanleg » vervangen door de woorden « plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening ».
Art. 17.In artikel 47, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 oktober 1997, worden de woorden « artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 » vervangen door de woorden « artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening ».
Art. 18.In artikel 87, vijfde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 1996, worden de woorden « artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 » vervangen door de woorden « artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening ». HOOFDSTUK V. - Wijzigingen van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium
Art. 19.In artikel 3 van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 8° wordt vervangen door wat volgt : « 8° het agentschap : de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake onroerend erfgoed;»; 2° punt 8°bis wordt vervangen door wat volgt : « 8°bis het instituut : de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met het wetenschappelijk onderzoek inzake onroerend erfgoed;»; 3° punt 9° wordt vervangen door wat volgt : « 9° de commissie : de afdeling Archeologie van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, vermeld in het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten;».
Art. 20.In artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 1999 en 28 februari 2003, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Voor vergunningsaanvragen, ingediend overeenkomstig artikel 127 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, die een invloed kunnen hebben op de ondergrond, is de vergunningverlenende overheid verplicht binnen dertig dagen na ontvangst van het dossier advies in te winnen bij het agentschap. »
Art. 21.In artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « de regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 1, tweede lid, wordt het woord « Raad » vervangen door het woord « commissie »;3° in § 1, derde lid, wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering »;4° in § 3, eerste lid, wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering »;5° in § 3, derde lid, 5°, worden de woorden « de regering » vervangen door de woorden « het agentschap »;6° in § 3, derde lid, 6°, worden de woorden « de administratie of haar gemachtigde en de Raad » vervangen door de woorden « het agentschap, het instituut en de overeenkomstig artikelen 30 en 31 aangewezen personen ».
Art. 22.In artikel 7 van hetzelfde decreet wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering ».
Art. 23.In artikel 8 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de administratie.De administratie » vervangen door de woorden « het agentschap. Het agentschap »; 2° in het tweede lid worden de woorden « de administratie of zijn gemachtigde » geschrapt;3° in het derde lid worden de woorden « de regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « het instituut »;4° in het vierde lid wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering ».
Art. 24.In artikel 9 van hetzelfde decreet worden de woorden « de regering of haar gemachtigde » en de woorden « De regering » respectievelijk vervangen door de woorden « het agentschap » en de woorden « De Vlaamse Regering ».
Art. 25.In artikel 10, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering ».
Art. 26.In hetzelfde decreet wordt hoofdstuk III, bestaande uit artikelen 11 en 12, gewijzigd bij het decreet van 23 februari 2003, opgeheven.
Art. 27.In artikel 13, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering » en worden de woorden « de administratie, de Raad » vervangen door de woorden « het agentschap, het instituut, de commissie ».
Art. 28.In artikel 14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 2°, worden de woorden « bestuurlijke entiteiten » vervangen door de woorden « gewestelijke diensten »;2° in § 3 worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 29.In artikel 15 van hetzelfde decreet wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering ».
Art. 30.In artikelen 16 en 17 van hetzelfde decreet worden de woorden « de regering » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 31.In artikel 18 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de woorden « De administratie maakt ten behoeve van de regering » vervangen door de woorden « Het agentschap maakt voor het departement waaraan de beleidsondersteunende opdrachten inzake onroerend erfgoed worden toevertrouwd ».
Art. 32.In artikelen 19, 21 en 23 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, wordt het woord « regering » telkens vervangen door de woorden « Vlaamse Regering » en wordt het woord « Raad » telkens vervangen door het woord « commissie ».
Art. 33.In artikel 25 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het woord « regering » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering »;2° in § 2 worden de woorden « van de regering of haar gemachtigde » geschrapt;3° in § 3 worden de woorden « regering stelt » vervangen door de woorden « Vlaamse Regering stelt » en worden de woorden « De regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « Het agentschap »;4° in § 4 worden de woorden « artikel 27 » vervangen door de woorden « hetzelfde decreet ».
Art. 34.In artikel 28 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 35.In artikel 29, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de woorden « De administratie » vervangen door de woorden « Het agentschap ».
Art. 36.In artikel 30 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de woorden « de administratie en andere door de regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « het agentschap en het instituut en de door de Vlaamse Regering ».
Art. 37.In artikel 32 van hetzelfde decreet worden de woorden « vergunning van de regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « vergunning als vermeld in artikel 6, § 1, of in artikel 25, § 2, » en worden de woorden « op eigen initiatief of op bevel van de regering of haar gemachtigde » geschrapt.
Art. 38.In artikel 33 van hetzelfde decreet wordt het woord « regering » telkens vervangen door de woorden « Vlaamse Regering ».
Art. 39.In artikel 34 van hetzelfde decreet worden de woorden « de regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « de Vlaamse Regering of het instituut ».
Art. 40.In artikel 35 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 12° worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in punt 13° worden de woorden « van de administratie en andere door de regering of haar gemachtigde aangewezen personen overeenkomstig » vervangen door de woorden « of personen als vermeld in ».
Art. 41.In artikel 37 van hetzelfde decreet wordt het woord « regering » telkens vervangen door de woorden « Vlaamse Regering ». HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen van het decreet van 21 december 1994 houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies en gemeenten
Art. 42.In artikel 3, § 3, van het decreet van 21 december 1994 houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies en gemeenten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de eerste zin worden de woorden « Vlaamse Heraldische Raad » vervangen door de woorden « afdeling Heraldiek van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, vermeld in het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten »;2° in de tweede zin worden de woorden « Vlaamse Heraldische Raad » vervangen door de woorden « afdeling Heraldiek ». HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering
Art. 43.In artikel 16, § 6, van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, gewijzigd bij het decreet van 26 mei 1998 en bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 1996, worden de woorden « artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 » vervangen door de woorden « artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening » en worden de woorden « gemachtigde ambtenaar bedoeld in artikel 45, § 1, van voormelde wet » vervangen door de woorden « de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, vermeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening ».
Art. 44.In artikel 19, § 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 1996, worden de woorden « artikel 42 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 » vervangen door de woorden « artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening » en wordt het woord « bouwvergunning » vervangen door de woorden « stedenbouwkundige vergunning ». HOOFDSTUK VIII. - Wijzigingen van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
Art. 45.In artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 19 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 5° worden de woorden « de Administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° punt 8° wordt vervangen door wat volgt : « 8° het agentschap : de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake lokale ruimtelijke ordening;»; 3° er wordt een punt 14° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 14° de Vlaamse Belastingdienst : de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake Vlaamse fiscaliteit.»
Art. 46.In artikel 3, § 1, tweede lid, en § 2, tweede lid, in artikel 4, eerste en tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1996, in artikelen 5, 6, 9, eerste lid, en in artikelen 12 en 13, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden « de Administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».
In artikel 3, § 3, en in artikel 9, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen » telkens vervangen door de woorden « erkende provinciale ontwikkelingsmaatschappijen ».
Art. 47.In artikel 17, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 5 juli 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « op grond van artikel 6, § 1, I, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 » geschrapt;2° in het tweede lid worden de woorden « 1997 en volgende » vervangen door de woorden « 1997 tot en met 2004 ».
Art. 48.In artikelen 20, 21, 22 en 23 van hetzelfde decreet wordt het woord « Administratie » telkens vervangen door de woorden « Vlaamse Belastingdienst ».
Art. 49.In artikel 24 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1996, worden de woorden « van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » geschrapt.
Art. 50.In artikel 26 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 30 juni 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in §§ 1, 4 en 6 worden de woorden « van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » telkens geschrapt;2° in § 7 worden de woorden « of van de Vlaamse regering zoals bedoeld in § 6 » geschrapt.
Art. 51.In artikel 29 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 5 juli 2002, worden de woorden « van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » geschrapt.
Art. 52.In artikel 30 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 19 december 2003, worden de woorden « van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » geschrapt.
Art. 53.In artikel 34 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden « de Administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 3 worden de woorden « De Administratie » vervangen door de woorden « Het agentschap ».
Art. 54.In artikel 42, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 20 december 1996, worden de woorden « de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende lokale sociale bouwmaatschappijen, gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen » vervangen door de woorden « de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen als vermeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, de erkende provinciale ontwikkelingsmaatschappijen als vermeld in het decreet van 7 mei 2004 houdende vaststelling van het kader tot oprichting van provinciale ontwikkelingsmaatschappijen ».
Art. 55.In artikel 44, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1996, worden de woorden « zoals gewijzigd door het decreet van 20 april 1994 » geschrapt. HOOFDSTUK IX. - Wijzigingen van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996
Art. 56.Artikel 58 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 wordt opgeheven. HOOFDSTUK X. - Wijzigingen van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg
Art. 57.In artikel 3 van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, gewijzigd bij de decreten van 21 december 2001 en 13 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° het agentschap : de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake onroerend erfgoed;»; 2° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° de commissie : de afdeling Landschappen van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, vermeld in het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten;».
Art. 58.Artikel 4 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 59.In artikel 7 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt de inleidende zin aangevuld met de woorden « of tegen ontvangstbewijs »;2° in § 1, eerste lid, 1°, worden de woorden « bestuurlijke entiteiten » vervangen door de woorden « gewestelijke diensten » en worden de woorden « ter post » vervangen door de woorden « op de post of van het ontvangstbewijs »;3° in § 1, tweede lid, worden de woorden « de betrokken buitendienst van de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;4° in § 1, derde lid, worden de woorden « na de datum van afgifte ter post van het bericht dienaangaande vanwege de administratie » vervangen door de woorden « na het bericht hierover van het agentschap »;5° in § 2 worden de woorden « De administratie » vervangen door de woorden « Het agentschap » en worden de woorden « de betrokken buitendienst van de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap »;6° in § 4 worden de woorden « de betrokken buitendienst van de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap » en worden de woorden « artikel 20 » vervangen door de woorden « artikel 41 »;7° in § 7 wordt het woord « Koninklijke » geschrapt.
Art. 60.In artikel 8, § 6, en in artikel 9 van hetzelfde decreet wordt het woord « Koninklijke » telkens geschrapt.
Art. 61.Artikel 10 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 december 2001, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 10.Op de besluiten tot definitieve bescherming zijn de bepalingen van artikel 6, §§ 2 en 3, eveneens van toepassing.
In het beheersplan, vermeld in artikel 32, kan evenwel op basis van vrijwilligheid overeengekomen worden het aantal teelten te beperken. »
Art. 62.In artikel 11 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « openbare besturen, vermeld in artikel 7.1 » vervangen door de woorden « diensten en besturen, vermeld in artikel 7, § 1 »; 2° in § 2 worden de woorden « artikel 20 » vervangen door de woorden « artikel 41 »;3° in § 3 worden de woorden « de buitendienst van de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap » en worden de woorden « artikel 20 » vervangen door de woorden « artikel 41 »;4° in § 4, eerste lid, worden de woorden « de buitendiensten van de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 63.In artikel 14, §§ 3 en 4, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999, worden de woorden « de Vlaamse regering of haar gemachtigde » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 64.In artikel 19 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Het besluit tot voorlopige aanduiding wordt met een aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs voor advies voorgelegd aan de gemeenten en provincies in kwestie en aan de departementen en agentschappen van de Vlaamse administratie, belast met opdrachten inzake ruimtelijke ordening, landinrichting, economie, natuurbehoud, bosbeheer, landbouw, waterbeheer, toerisme en recreatie, en infrastructuur.De Vlaamse Regering kan hierover nadere regels vaststellen. »; 2° in het tweede lid worden de woorden « elektronisch bericht » vervangen door het woord « ontvangstbewijs ».
Art. 65.In artikel 20, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 februari 2004, wordt het woord « koninklijke » geschrapt.
Art. 66.In artikel 31 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2004, worden de woorden « De administratie » vervangen door de woorden « Het agentschap ».
Art. 67.In artikel 32, § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002, worden de woorden « administratie bevoegd voor het natuurbehoud, na overleg met de administratie bevoegd voor monumenten en landschappen » vervangen door de woorden « gewestelijke dienst voor het natuurbehoud, na overleg met het agentschap ».
Art. 68.In artikel 33, § 5, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2001, worden de woorden « de administratie bevoegd voor landschappen » vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 69.In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 december 2000 en 13 februari 2004, wordt het woord « Koninklijke » geschrapt.
Art. 70.In artikel 35 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 december 2000 en 13 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, tweede lid, 1° en 2°, worden de woorden « de Vlaamse regering of haar gemachtigde » telkens vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 5, 4°, worden de woorden « artikel 16, § 1, dat artikel 32, § 1, wordt » vervangen door de woorden « artikel 32, § 1 ».
Art. 71.In artikel 40 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « gemachtigde heeft » vervangen door de woorden « ambtenaren van het agentschap en de door de Vlaamse Regering aangewezen personen hebben »;2° in § 1, tweede lid, worden de woorden « Hij heeft » vervangen door de woorden « Ze hebben »;3° in § 2 wordt het woord « Koninklijke » geschrapt;4° in § 3 wordt het woord « gemachtigde » vervangen door de woorden « door de Vlaamse Regering aangewezen ambtenaar »;5° in § 4 worden de woorden « de gemachtigden » vervangen door de woorden « de ambtenaren »;6° in § 5 worden de woorden « gemachtigde, de provinciegouverneur of de burgemeester » vervangen door de woorden « in § 3 vermelde ambtenaren en instanties ».
Art. 72.In artikel 41, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in punt 3° worden de woorden « overeenkomstig artikelen 6, § 2, 2°, en 10, § 1, 2°, van dit decreet » geschrapt.
Art. 73.In artikel 42 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « Vlaamse regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « door de Vlaamse Regering aangewezen ambtenaar »;2° in het derde lid worden de woorden « Vlaamse regering » vervangen door de woorden « door de Vlaamse Regering aangewezen ambtenaar ». HOOFDSTUK XI. - Wijzigingen van het decreet van 3 februari 1998 houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen
Art. 74.In artikel 2 van het decreet van 3 februari 1998 houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen wordt punt 5° vervangen door wat volgt : « 5° de commissie : de afdeling Heraldiek van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, vermeld in het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten; ».
Art. 75.In artikelen 3, § 1, 4, §§ 1 en 2, 5, 6, §§ 2 en 4, en 7, § 1, van hetzelfde decreet wordt het woord « Raad » telkens vervangen door het woord « commissie ».
Art. 76.In artikel 10 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2000, wordt het woord « Raad » vervangen door het woord « commissie ». HOOFDSTUK XII. - Wijzigingen van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening
Art. 77.In artikel 2 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : « 1° het departement : het departement binnen het homogener beleidsdomein waaraan de beleidsondersteunende opdrachten inzake ruimtelijke ordening worden toevertrouwd;»; 2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake lokale ruimtelijke ordening;»; 3° in punt 4° wordt het woord « gewestelijke » vervangen door het woord « gedelegeerde »;4° er wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 7° de gedelegeerde stedenbouwkundige ambtenaar : de ambtenaar van het departement die overeenkomstig artikel 127, eerste lid, belast wordt met de behandeling van en de beslissing over aanvragen van publiekrechtelijke rechtspersonen of voor werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang, als vermeld in artikel 103;»; 5° er wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 8° de strategische adviesraad : de strategische adviesraad, opgericht bij het decreet van 10 maart 2006 houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed.»
Art. 78.In artikel 6, § 3, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening » vervangen door de woorden « strategische adviesraad ».
Art. 79.Artikel 7 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 7.§ 1. Er wordt een gewestelijke technische adviescommissie voor ruimtelijke ordening opgericht, hierna de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening te noemen. § 2. De Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening voert de opdrachten uit die haar door dit decreet zijn toevertrouwd en geeft technisch advies op verzoek van de Vlaamse Regering of de strategische adviesraad. § 3. Een besluit van de Vlaamse Regering regelt de samenstelling van de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening. Met behoud van de toepassing van artikel 42, § 5bis, worden daarin tenminste de volgende personen opgenomen : 1° deskundigen uit het homogene beleidsdomein waaraan beleidsondersteunende en uitvoerende opdrachten inzake ruimtelijke ordening worden toevertrouwd;2° deskundigen inzake ruimtelijke ordening uit de homogene beleidsdomeinen met sectorale ruimtebehoeften, waaraan opdrachten inzake economie, toerisme en recreatie, cultuur, jeugd en sport, huisvesting, mobiliteit, landbouw, natuur en leefmilieu worden toevertrouwd;3° een provinciale en twee gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren, gekozen uit dubbeltallen, respectievelijk voorgedragen door de Vereniging van de Vlaamse Provincies en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten;4° twee onafhankelijke deskundigen, gekozen uit een dubbeltal, voorgedragen door de strategische adviesraad uit zijn leden. Behoudens de onafhankelijke deskundigen, vermeld in het eerste lid, 4°, mogen de leden niet tegelijkertijd deel uitmaken van de strategische adviesraad.
De Vlaamse Regering benoemt de voorzitter, de leden, de plaatsvervangers en de vaste secretaris. De voorzitter is een van de onafhankelijke deskundigen.
Elk lid heeft een plaatsvervanger, de voorzitter uitgezonderd. De vaste secretaris is niet stemgerechtigd.
Een planologische ambtenaar woont de vergaderingen van de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening met raadgevende stem bij. § 4. De leden van de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening worden benoemd voor vijf jaar. Hun benoeming is hernieuwbaar. Na de hernieuwing van de Vlaamse Regering wordt overgegaan tot de benoeming van een nieuwe commissie.
De oude commissie blijft zolang aan. § 5. De Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening stelt haar huishoudelijk reglement op. Dat reglement en zijn wijzigingen worden ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd.
De Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening kan, in het kader van de uitvoering van haar opdrachten, een beroep doen op externe deskundigen, en werkgroepen oprichten onder de voorwaarden, bepaald in het huishoudelijk reglement. § 6. De Vlaamse Regering stelt aan de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening een permanent secretariaat en de nodige middelen ter beschikking.
De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen voor de organisatie en de werkwijze van de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening. »
Art. 80.In artikel 8, § 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003, wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « De samenstelling is als volgt : 1° de voorzitter, zijnde een onafhankelijke deskundige inzake ruimtelijke ordening, voorgedragen door de bestendige deputatie;2° twee leden, gekozen uit een dubbeltal deskundigen inzake ruimtelijke ordening, voorgedragen door de werkgeversorganisaties, vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;3° twee leden, gekozen uit een dubbeltal deskundigen inzake ruimtelijke ordening, voorgedragen door de werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;4° twee leden, gekozen uit een dubbeltal deskundigen inzake ruimtelijke ordening, voorgedragen door de landbouworganisaties, vertegenwoordigd in de Strategische Adviesraad voor Landbouw- en Visserij;5° drie leden, gekozen uit een dubbeltal deskundigen inzake ruimtelijke ordening, voorgedragen door andere organisaties dan sociaal-economische of landbouworganisaties, vertegenwoordigd in de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen;6° twee leden, gekozen uit een dubbeltal deskundigen inzake ruimtelijke ordening, voorgedragen door een representatieve vereniging, opgericht op particulier initiatief in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, met zetel in het Vlaamse Gewest of in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, met als enige doelstelling het duurzame ruimtegebruik, de kwaliteit van de stedenbouw, de ruimtelijke ordening en de ruimtelijke planning;7° drie leden, gekozen uit een dubbeltal deskundigen inzake ruimtelijke ordening van het provinciebestuur, voorgedragen door de bestendige deputatie;8° zeven leden, onder wie de ondervoorzitter, gekozen uit een dubbeltal deskundigen inzake ruimtelijke ordening, voorgedragen door de bestendige deputatie uit de diensten op provinciaal niveau voor economie, toerisme en recreatie, huisvesting, infrastructuur, landbouw, leefmilieu, en cultuur;9° de vaste secretaris, voorgedragen door de bestendige deputatie.»
Art. 81.In artikel 9, § 9, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt het woord « planologische » vervangen door de woorden « gewestelijke stedenbouwkundige ».
Art. 82.Het opschrift van afdeling 1 van hoofdstuk IV van titel I van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : « Afdeling 1. - De gedelegeerde planologische en stedenbouwkundige ambtenaren en de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs en stedenbouwkundige ambtenaren. »
Art. 83.Artikel 10 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 10.De Vlaamse Regering stelt het aantal gedelegeerde planologische en stedenbouwkundige ambtenaren vast, stelt ze aan en bepaalt de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als gedelegeerde planologische of stedenbouwkundige ambtenaar te kunnen worden aangesteld. Ze omschrijft het geografische werkgebied van iedere gedelegeerde ambtenaar. »
Art. 84.Artikel 11 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 11.De gedelegeerde planologische en stedenbouwkundige ambtenaren brengen per kalenderjaar aan de Vlaamse Regering verslag uit over hun activiteiten. »
Art. 85.Artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 12.De Vlaamse Regering bepaalt de aanstellingsprocedure van : 1° de stedenbouwkundige inspecteurs, belast met taken inzake handhaving, als vermeld in Titel V;2° de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren, belast met taken inzake lokale ruimtelijke planning en vergunningverlening. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als stedenbouwkundige inspecteur of als gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar te kunnen worden aangesteld. »
Art. 86.In artikel 13, § 3, en artikel 15, § 4, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 november 2003, worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 87.In artikel 19 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 26 april 2000 en 21 november 2003, worden de woorden « het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « de Vlaamse Regering ».
Art. 88.In artikel 20 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « De Vlaamse Regering stelt het ontwerp van het ruimtelijk structuurplan voorlopig vast na advies van de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening en na het daaropvolgende advies van de strategische adviesraad.»; 2° in § 5 wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « De provincieraden, de gemeenteraden en de door de Vlaamse Regering aan te wijzen gewestelijke diensten bezorgen hun advies aan de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening binnen dezelfde termijn.»; 3° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « De Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening bundelt en coördineert alle adviezen, bezwaren en opmerkingen voor de strategische adviesraad, die binnen zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek een gemotiveerd advies uitbrengt bij het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering.»; 4° in § 8, eerste lid, worden tussen de woorden « Op gemotiveerd verzoek van de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening » en de woorden « beslist de Vlaamse Regering » de woorden « of de strategische adviesraad » ingevoegd;5° in § 8, tweede lid, worden de woorden « Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening » vervangen door de woorden « strategische adviesraad ».
Art. 89.In artikel 21, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening » vervangen door de woorden « strategische adviesraad ».
Art. 90.In artikel 27, § 3, vierde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « administraties en instellingen » vervangen door het woord « diensten ».
Art. 91.In artikel 33 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 5 wordt het derde lid opgeheven;2° in § 6 worden de woorden « of, bij ontstentenis van een provinciaal ruimtelijk structuurplan, van de Vlaamse regering » geschrapt;3° in § 9 wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 92.In artikel 41, § 1, tweede en vierde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « adviserende instellingen en administraties » telkens vervangen door de woorden « gewestelijke diensten ».
Art. 93.In artikel 42 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een § 5bis ingevoegd, die luidt als volgt : « § 5bis.Voor de toepassing van § 5 worden de twee deskundigen, vermeld in artikel 7, § 3, eerste lid, 4°, vervangen door de twaalf vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in de strategische adviesraad. Artikel 7, § 3, tweede lid, is in dat geval niet van toepassing. » 2° in § 6, tweede lid, wordt het woord « administraties » vervangen door de woorden « gewestelijke diensten »;3° in § 6, vierde lid, worden de woorden « de minister » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 94.In artikel 44, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, eerste zin, worden de woorden « instellingen en administraties » vervangen door het woord « diensten »;2° in het tweede lid, tweede zin, worden de woorden « adviserende instellingen en administraties » vervangen door de woorden « gewestelijke diensten »;3° in het vijfde lid worden de woorden « instellingen en administraties » vervangen door het woord « diensten ».
Art. 95.In artikel 45, § 6, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, wordt het woord « administraties » vervangen door het woord « diensten ».
Art. 96.In artikel 48, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, eerste zin, worden de woorden « planologische ambtenaar, de bestendige deputatie en de adviserende instellingen en administraties » vervangen door de woorden « bestendige deputatie, de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren en de andere adviserende diensten »;2° in het tweede lid, tweede zin, worden de woorden « adviserende instellingen en administraties » vervangen door de woorden « gewestelijke diensten »;3° in het vierde lid wordt het woord « planologische » vervangen door de woorden « gewestelijke stedenbouwkundige »;4° in het vijfde lid worden de woorden « instellingen en administraties » vervangen door het woord « diensten ».
Art. 97.In artikel 49 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 26 april 2000 en 21 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, worden de woorden « gelegen en » vervangen door de woorden « gelegen, naar het agentschap en »;2° in § 4, derde lid, worden de woorden « De Vlaamse regering » vervangen door de woorden « Het agentschap »;3° in § 5, eerste lid, worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het agentschap »;4° in § 6, tweede lid, wordt het woord « administraties » vervangen door het woord « diensten ».
Art. 98.In artikel 50 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1 worden de volgende woorden toegevoegd : « en aan het agentschap »;2° aan § 2 worden de volgende woorden toegevoegd : « en aan het agentschap »;3° in § 3, tweede lid, worden de woorden « planologisch ambtenaar » vervangen door de woorden « planologische ambtenaar en het agentschap ».
Art. 99.In artikel 51 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt het woord « planologische » vervangen door de woorden « gewestelijke stedenbouwkundige »;2° aan § 1, derde lid, worden de volgende woorden toegevoegd : « en een afschrift ervan wordt tegelijkertijd bezorgd aan de bestendige deputatie en het college van burgemeester en schepenen »;3° in § 1 wordt het vierde lid opgeheven;4° in § 2, eerste lid, worden de woorden « van de planologische ambtenaar » geschrapt.
Art. 100.In artikel 55, § 1, vierde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, worden de woorden « gewestelijke stedenbouwkundige » telkens vervangen door het woord « planologische ».
Art. 101.In artikel 61, § 1, van hetzelfde decreet worden tussen de woorden « de Vlaamse commissie voor ruimtelijke ordening » en de woorden « . Dit plan » de woorden « en het daaropvolgende advies van de strategische adviesraad » ingevoegd.
Art. 102.Aan artikel 62 van hetzelfde decreet worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « De Vlaamse Regering kan, binnen de perken van de begroting, subsidies verlenen aan provincies en gemeenten als tegemoetkoming voor de actualisatie van de inventaris van de onbebouwde percelen. Om in aanmerking te komen moet een gemeente beschikken over een registratiesysteem, een eerste geactualiseerde inventaris en een overzicht van de gronden en panden die ze in eigendom heeft, met vermelding van het gebruik ervan.
De Vlaamse Regering bepaalt de overige voorwaarden waaronder die subsidies kunnen worden verleend. »
Art. 103.In artikel 75 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « De Vlaamse Regering kan, binnen de perken van de begroting, subsidies verlenen aan provincies, gemeenten, verenigingen van gemeenten, openbare instellingen en aan de organen die door de Vlaamse Regering gemachtigd zijn tot onteigening voor het algemeen belang, als tegemoetkoming in : 1° de verwerving, met inbegrip van de onteigening en de inrichting van gronden en panden, ter verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg;2° de uitbouw en/of toepassing van specifieke instrumenten voor de uitvoering van een grond- en pandenbeleid, de voorbereiding van de oprichting van een grond- en pandenbank of de ondersteuning van ruil- en herverkavelingsinitiatieven, als vermeld in artikel 78.»; 2° in het tweede lid worden de woorden « gronden, ter verwezenlijking van » vervangen door de woorden « gronden en panden, ter verwezenlijking van een plan van aanleg of »;3° het derde lid wordt aangevuld met een tweede zin, die luidt als volgt : « De gronden of panden worden verworven met het oog op projecten die betrekking hebben op de aanleg van het openbaar domein ten voordele van zwakke weggebruikers of van het openbaar vervoer of op de verbetering van groenvoorzieningen en de woonomgeving.»
Art. 104.In artikel 83 van hetzelfde decreet worden de woorden « van hoofdstuk II » geschrapt.
Art. 105.In artikel 84, § 4, 7°, van hetzelfde decreet worden de woorden « artikel 12, § 3, 1°, » vervangen door de woorden « artikel 12, § 3, eerste lid ».
Art. 106.In artikel 103, § 1, tweede lid, 2°, van hetzelfde decreet worden de woorden « de Vlaamse regering en/of de bestendige deputatie heeft » vervangen door de woorden « de Vlaamse Regering, de bestendige deputatie of het agentschap hebben ».
Art. 107.In artikel 111, § 5, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 28 februari 2003 en 21 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : « 1° aanvragen met betrekking tot percelen die gelegen zijn op minder dan 30 meter van het domein van autosnelwegen, hoofdwegen en primaire wegen I of langs gewest- of provinciewegen worden voor advies voorgelegd aan de wegbeheerder;»; 2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° aanvragen met betrekking tot voorlopig of definitief beschermde monumenten of archeologische monumenten en met betrekking tot percelen die gelegen zijn in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, landschappen, ankerplaatsen of archeologische zones worden voor advies voorgelegd aan de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake onroerend erfgoed.»; 3° punt 3° en 4° worden opgeheven.
Art. 108.In artikel 117, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, worden de woorden « met uitzondering van de Vlaamse Openbare instellingen » geschrapt.
Art. 109.In artikel 127, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « gewestelijke » vervangen door het woord « gedelegeerde »;2° het derde lid wordt aangevuld met een tweede zin, die luidt als volgt : « Ze kan, in afwijking van de bepaling van het eerste lid, de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar machtigen de aanvragen te behandelen die overeenkomstig het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, niet onderworpen zijn aan milieueffectrapportage of die, op basis van een door de Vlaamse Regering vastgestelde lijst, in aanmerking komen voor een gemotiveerd verzoek tot ontheffing ervan.»
Art. 110.In artikel 134 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 26 april 2000 en 21 november 2003, worden de woorden « gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, de planologische ambtenaar en de provinciale stedenbouwkundige ambtenaar » telkens vervangen door de woorden « ambtenaren van ruimtelijke ordening, als vermeld in artikelen 10 tot 13 ».
Art. 111.In artikel 140 van hetzelfde decreet worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 112.In artikel 143, § 2, 3°, van hetzelfde decreet worden de woorden « Huisvestingsmaatschappij en de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen » vervangen door de woorden « Maatschappij voor Sociaal Wonen en de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, vermeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode ».
Art. 113.In artikel 144 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1999 en 21 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 2, 2°, worden de volgende woorden toegevoegd : « onverminderd de bepaling van artikel 159bis »;2° in § 2, 3°, worden tussen het woord « decreet » en het woord « onverminderd » de woorden « Titel V uitgezonderd » ingevoegd.
Art. 114.In artikel 145bis, § 1, eerste lid, 4°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2001 en vervangen bij het decreet van 19 juli 2002, wordt het woord « administratie » vervangen door het woord « dienst ».
Art. 115.In artikel 145ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, vierde en zesde lid, worden de woorden « gewestelijke planologische » telkens vervangen door het woord « planologische »;2° aan § 1, zesde lid, wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : « Is het college van burgemeester en schepenen belast met het opmaken van het plan, dan stuurt de planologische ambtenaar een afschrift van de aanvraag naar de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar met het oog op het formuleren van een advies als vermeld in het tiende lid.»; 3° in § 1, zevende lid, worden de woorden « instellingen en administraties » telkens vervangen door de woorden « gewestelijke diensten »;4° in § 1, tiende lid, worden de woorden « De gewestelijke planologische ambtenaar deelt binnen 120 dagen na ontvangst van de aanvraag » vervangen door de woorden « Binnen 120 dagen na ontvangst van de aanvraag deelt de planologische ambtenaar bij een gewestelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan en de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar bij een gemeentelijk plan »;5° aan § 1, tiende lid, wordt een zin toegevoegd die luidt als volgt : « , van planologische attesten, uitgereikt door het college van burgemeester en schepenen, wordt op dezelfde dag eveneens een afschrift aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar toegezonden. »; 6° in § 2, eerste lid, wordt het woord « kan » vervangen door de woorden « of, bij een gemeentelijk plan, de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar kunnen;»; 7° in § 2, derde lid, wordt het woord « planologische » vervangen door de woorden « planologische of de gewestelijke stedenbouwkundige ».
Art. 116.In artikel 159 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 8 maart 2002, wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 117.Aan hoofdstuk I van titel IV van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 26 april 2000, 1 maart 2002, 8 maart 2002, 4 juni 2003 en 21 november 2003, wordt een afdeling 7, bestaande uit artikel 159bi s toegevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 7. - Herstelfonds
Art. 159bis.Er wordt een Herstelfonds opgericht als gewestdienst met afzonderlijk beheer als vermeld in artikel 140 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit.
Aan het Herstelfonds worden toegewezen : 1° alle ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van titel V;2° het saldo van alle op het Grondfonds, vermeld in artikel 144, beschikbare middelen op 31 december 2005, verminderd met het bedrag dat voor planschadevergoedingen op de begroting van 2005 van het Grondfonds werd ingeschreven en de helft van het bedrag dat in hetzelfde jaar werd ingeschreven als naar het volgende begrotingsjaar over te dragen saldo. Het op basis van deze ontvangsten gevormd herstelfonds is bestemd voor alle uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van titel V. Alle schulden, vorderingen en tegoeden van het Grondfonds die betrekking hebben op de toepassing van titel V worden overgenomen door het Herstelfonds. »
Art. 118.Artikelen 181, 182 en 183 van hetzelfde decreet worden opgeheven.
Art. 119.In artikel 190 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden tussen de woorden « planologische ambtenaar » en de woorden « .Binnen het » de woorden « en naar de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar » ingevoegd; 2° in hetzelfde lid worden de derde en de vierde zin vervangen door wat volgt : « Binnen het daaropvolgend jaar neemt de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar een gemotiveerde beslissing inzake de conformverklaring van het plannenregister en stuurt die beslissing naar het college van burgemeester en schepenen, de bestendige deputatie en de Vlaamse Regering binnen tien dagen na de beslissing. »; 3° het tweede en het derde lid worden opgeheven.
Art. 120.In artikel 194 van hetzelfde decreet worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».
Art. 121.Artikel 197 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 122.In artikel 198 van hetzelfde decreet wordt voor de bestaande tekst, die het tweede lid wordt, een eerste lid ingevoegd dat luidt als volgt : « De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, vermeld in dit decreet, neemt de bevoegdheid en de taken over van de gemachtigde ambtenaar, vermeld in het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, voor de behandeling van aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning met toepassing van artikel 193, § 2, eerste lid. » HOOFDSTUK XIII. - Wijzigingen van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van het varend erfgoed
Art. 123.In artikel 2 van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van het varend erfgoed worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake onroerend erfgoed;»; 2° er wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 5° de commissie : de afdeling Varend Erfgoed van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, vermeld in het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten.»
Art. 124.Artikel 3 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 125.In artikel 4 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, 2°, worden de woorden « Afdeling Varend Erfgoed van de Koninklijke Commissie » vervangen door het woord « commissie »;2° in § 3, tweede en derde lid, worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap »;3° in § 5 worden de woorden « Afdeling Varend Erfgoed van de Koninklijke Commissie en de ambtenaren van de administratie » vervangen door de woorden « commissie, de ambtenaren van het agentschap en de door de Vlaamse Regering aangewezen personen ».
Art. 126.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3 worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 4, tweede lid, worden de woorden « Afdeling Varend Erfgoed van de Koninklijke Commissie » vervangen door het woord « commissie ».
Art. 127.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de woorden « De administratie » vervangen door de woorden « Het agentschap ».
Art. 128.In artikel 8, § 4, en in artikel 9, § 3, van hetzelfde decreet worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ». HOOFDSTUK XIV. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 129.Het decreet van 16 juni 1982 houdende maatregelen voor een sociaal grondbeleid, gewijzigd bij de decreten van 23 oktober 1991, 23 maart 1994 en 20 december 1996, wordt opgeheven.
Art. 130.§ 1. Zolang de strategische adviesraad, opgericht bij het decreet van 10 maart 2006 houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed, niet is samengesteld en de leden ervan niet zijn benoemd door de Vlaamse Regering, worden zijn taken in verband met het jaarprogramma inzake ruimtelijke ordening, de opmaak of de wijziging van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en het grondbeleidsplan, als vermeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, uitgeoefend door de gewestelijke adviesraad voor ruimtelijke ordening, opgericht bij artikel 7 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, voor de wijziging ervan bij dit decreet. § 2. Zolang de gewestelijke technische adviescommissie voor ruimtelijke ordening, vermeld in artikel 7 van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening, niet is samengesteld en de leden ervan niet zijn benoemd door de Vlaamse Regering, worden al haar taken uitgeoefend door de gewestelijke adviesraad voor ruimtelijke ordening, vermeld in § 1. § 3. Procedures die werden gestart overeenkomstig § 1 en procedures tot opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan die werden gestart overeenkomstig § 2, worden voortgezet door de gewestelijke adviesraad voor ruimtelijke ordening. Andere taken als vermeld in § 2 worden overgenomen door de gewestelijke technische adviescommissie voor ruimtelijke ordening vanaf het ogenblik dat de leden ervan zijn benoemd.
Art. 131.De leden van de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening, vermeld in artikel 8 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, die benoemd zijn op de datum waarop artikel 80 van dit decreet in werking treedt, behouden hun mandaat tot de Vlaamse Regering de benoeming van nieuwe leden overeenkomstig de bij dit decreet gewijzigde samenstelling heeft goedgekeurd, of tot de termijn van 30 dagen, vermeld in artikel 8, § 3, eerste lid, van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, verstreken is zonder dat de Vlaamse Regering een beslissing heeft opgestuurd.
Art. 132.De ambtenaren van ruimtelijke ordening als vermeld in afdeling 1 van hoofdstuk IV van titel I van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, die op de datum van inwerkingtreding van artikelen 82 tot 85 aangesteld zijn als gewestelijke planologische ambtenaar of gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, blijven bevoegd voor de taken vermeld in artikelen 7, 9, 44, 48, 51, 55, 111, 114, 117, 126, 127, 145ter, 191, 192 en 193 van het decreet van 18 mei 1999, overeenkomstig de regeling die gold voor de wijziging ervan bij dit decreet, zolang de nieuwe ambtenaren van ruimtelijke ordening niet zijn aangesteld.
Art. 133.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop de bepalingen van dit decreet in werking treden.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 10 maart 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN _______ Nota (1) Zitting 2005-2006. Stukken. - Ontwerp van decreet, 613 - Nr. 1. - Amendementen, 613 - Nr. 2. - Verslag, 613 - Nr.3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 613 - Nr. 4.
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 22 februari 2006.