Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 juni 2006
gepubliceerd op 22 augustus 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot gedeeltelijke operationalisering van het beleidsdomein ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed en houdende aanpassing van de regelgeving inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid

bron
vlaamse overheid
numac
2006036263
pub.
22/08/2006
prom.
23/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/23/2006036263/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot gedeeltelijke operationalisering van het beleidsdomein ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed en houdende aanpassing van de regelgeving inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 3 maart 1976 houdende bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006;

Gelet op het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 1999, 28 februari 2003 en 10 maart 2006;

Gelet op het decreet van 21 december 1994 houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies en gemeenten;

Gelet op het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006;

Gelet op het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006;

Gelet op het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, het laatst gewijzigd bij het decreet van 22 april 2005;

Gelet op het decreet van 3 februari 1998 houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2000;

Gelet op het decreet van 8 december 1998 houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begrotingscontrole 1998, inzonderheid op artikel 2, § 2;

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, het laatst gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006;

Gelet op het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, gewijzigd bij de decreten van 7 mei 2004 en 15 juli 2005;

Gelet op het decreet van 23 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het decreet van 10 maart 2006 houdende oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 juni 1972 tot oprichting van een Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg bij het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 1984 houdende vaststelling van de voorwaarden, waaraan de aanvragen tot het uitvoeren van werken als bedoeld bij artikel 6, vierde lid en volgende van de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen, moeten voldoen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 1988 voor de uitvoering van stadsontwikkelingsprojecten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 1994 tot uitvoering van het artikel 20 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, gewijzigd bij decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 1995 tot uitvoering van het decreet van 16 juni 1982 houdende maatregelen voor een sociaal grondbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1995 tot vaststelling van een premie voor werken aan beschermde archeologische goederen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1996 houdende de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor maatregelen in het kader van het grond- en pandenbeleid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 en 23 april 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 1997 houdende algemene beschermingsvoorschriften, advies- en toestemmingsprocedure, instelling van een register en vaststelling van een herkenningsteken voor beschermde landschappen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 december 1998, 8 juni 2001, 13 december 2002 en 23 april 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer « Grondfonds », gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 tot aanwijzing van de gewestelijke administraties en instellingen die advies uitbrengen over een ontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 houdende de aanwijzing van ambtenaren die bevoegd zijn om de misdrijven op het gebied van de ruimtelijke ordening en stedenbouw op te sporen en vast te stellen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 betreffende de administratieve geldboete voor het overtreden van een bekrachtigd stakingsbevel, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de transactiesom inzake ruimtelijke ordening, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 en 22 november 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de berekening en de betaling van de meerwaarde, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de adviesverlening inzake aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot regeling van het vooroverleg over voorontwerpen van ruimtelijke structuurplannen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 houdende bepaling van de nadere regels voor de opmaak en de actualisering van het plannenregister;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 houdende de organisatie van het vergunningenregister;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot instelling van het register van ruimtelijke planners, tot bepaling van de voorwaarden voor opname van personen in dat register en tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de verantwoordelijkheid van ruimtelijke planners voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 juli 2000, 7 november 2003 en 23 april 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse bouwmeester, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 en 14 mei 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2000;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 3 februari 1998 houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 oktober 2000 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke plannen van aanleg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 en 10 oktober 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 november 2002 en 8 juli 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van het eerste vergunningenregister en het eerste plannenregister;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opleiding van gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren en voor de betaling van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren in kleine gemeenten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 september 2002 en 19 december 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de beheerscommissies voor beschermde landschappen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 tot instelling van een premiestelsel voor beschermde landschappen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot bepaling van de toelaatbare functiewijzigingen voor gebouwen, gelegen buiten de geëigende bestemmingszone;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 betreffende de samenstelling, de organisatie, de bevoegdheden en de werking van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van het Vlaamse Gewest;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot uitvoering van artikel 145 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende de voorwaarden voor de erkenning en/of subsidiëring van strategische projecten in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot uitvoering van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende delegatie van specifieke bevoegdheden aan het hoofd van het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, en houdende aanpassing van de regelgeving inzake ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

Gelet op het besluit het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid RO-Vlaanderen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Inspectie RWO;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2006 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Herstelfonds;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 oktober 1988 tot vastlegging van de werking van de Adviescommissie voor Ontwikkelingscontracten;

Gelet op het ministerieel besluit van 29 maart 1995 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake openbare werken en ruimtelijke ordening aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 maart 1997 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake monumenten aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 december 2001 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake archeologische monumentenzorg aan ambtenaren van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium van het Vlaamse Gewest en aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2004 houdende delegatie van bevoegdheden inzake landschapszorg aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 januari 2006;

Gelet op advies 39.797/1/3 van de Raad van State, gegeven op 14 en 16 februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten

Artikel 1.In artikel 30 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "de respectieve provinciale buitendiensten van het Bestuur Monumenten en Landschappen" vervangen door de woorden "de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het erfgoed belast is »;2° in § 2 worden de woorden "het Bestuur Monumenten en Landschappen" vervangen door de woorden "de entiteit, vermeld in § 1 »;3° in § 3 worden de woorden "het bestuur" vervangen door de woorden "de entiteit, vermeld in § 1". HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 1994 tot uitvoering van het artikel 20 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, gewijzigd bij decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994

Art. 2.Het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 1994 tot uitvoering van het artikel 20 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, gewijzigd bij decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994, wordt vervangen door wat volgt : « Besluit van de Vlaamse Regering houdende aanwijzing van de besturen en openbare instellingen die advies geven over gemeentelijke plannen van aanleg ».

Art. 3.In artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden « artikel 20 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw, zoals gewijzigd bij artikel 101 van het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994 » vervangen door de woorden « artikel 18 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 »;2° in punt A, 1, worden de woorden "de dienst Stedelijke Inrichting van het bestuur Ruimtelijke Ordening van de administratie Ruimtelijke Ordening en Huisvesting" vervangen door de woorden "het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed";3° punt A, 2, wordt opgeheven;4° in punt B, 1, worden de woorden "de administratie Land- en Tuinbouw" vervangen door de woorden "het Departement Landbouw en Visserij";5° in punt B, 2, worden de woorden "het bestuur Natuurbehoud en -ontwikkeling van de administratie Milieu, Natuur en Landinrichting" vervangen door de woorden "het Agentschap voor Natuur en Bos";6° in punt B, 3, worden de woorden "het bestuur Monumenten en Landschappen van de administratie Ruimtelijke Ordening en Huisvesting" vervangen door de woorden « de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen die met de zorg voor het erfgoed belast is »;7° in punt B, 4, worden de woorden "het bestuur Huisvesting van de administratie Ruimtelijke Ordening en Huisvesting" vervangen door de woorden "het agentschap Wonen-Vlaanderen";8° in punt B, 5, worden de woorden "het bestuur Werken en Inspectie van de administratie Wegeninfrastructuur en Verkeer" vervangen door de woorden "het Agentschap Infrastructuur";9° in punt B, 6, worden de woorden "de administratie Waterinfrastructuur en Zeewezen" vervangen door de woorden "De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal, het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust of het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, telkens binnen hun werkgebied";10° in punt B, 7, worden de woorden "het Bestuur Natuurlijke Rijkdommen en Energie van de administratie Economie" vervangen door de woorden "het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie";11° in punt B, 8, worden de woorden "provinciale Gewestelijke » vervangen door de woorden « erkende Provinciale » en worden de woorden « het Bestuur Algemeen Milieubeleid" vervangen door de woorden "het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie";12° in punt B, 11, worden de woorden "het Bestuur Algemeen Milieubeleid" vervangen door de woorden "het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie";13° in punt B, 14, worden de woorden "het Vlaams Commissariaat van Toerisme » vervangen door de woorden "Toerisme Vlaanderen";14° in punt B, 15, worden de woorden "het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Wegeninfrastructuur en Verkeer, Dienst Geregeld Vervoer en Regionale Luchthavens" vervangen door de woorden "het Departement Mobiliteit en Openbare Werken";15° aan punt B, 16, worden de volgende woorden toegevoegd : « of als er onbevaarbare waterlopen gelegen zijn binnen de begrenzing van het gemeentelijk plan van aanleg »;16° punt B, 17, wordt vervangen door wat volgt : « 17.Het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie als het gemeentelijk plan van aanleg betrekking heeft op een ruilverkaveling. » HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium

Art. 4.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° agentschap : de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het erfgoed belast is;»; 2° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° Raad : de afdeling Archeologie van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, vermeld in het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van Monumenten en Stads- en Dorpsgezichten;».

Art. 5.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « van de regering of haar gemachtigde » geschrapt.

Art. 6.In artikel 5, 7, § 1 en § 2, artikel 8, 9, 10, § 2, artikel 14, § 1, artikel 15, § 2 en § 3, artikel 16, 17 en 19, § 1 en § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap » en de woorden « De administratie » telkens vervangen door de woorden « Het agentschap ».

Art. 7.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden « een schriftelijk te verlenen vergunning van de Vlaamse Regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « een vergunning ».

Art. 8.In artikel 7, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden « door de regering of haar gemachtigde » geschrapt.

Art. 9.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de regering » vervangen door de woorden « de leidend ambtenaar van het agentschap RO-Vlaanderen »;2° in § 5 wordt het woord « regering » telkens vervangen door de woorden « leidend ambtenaar ».

Art. 10.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « de regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « de Vlaamse minister, bevoegd voor de monumenten en landschappen ».

Art. 11.In artikel 14, § 1, 4°, van hetzelfde besluit worden de woorden « de regering » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 12.In artikel 15, § 5 en § 6, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, worden de woorden « de Regering of haar gemachtigde » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 13.In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de Regering » vervangen door de woorden « de leidend ambtenaar van het agentschap RO-Vlaanderen »;2° in § 5 worden de woorden « de Regering » telkens vervangen door de woorden « de leidend ambtenaar ».

Art. 14.In artikel 19, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « het agentschap ». HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1995 tot vaststelling van een premie voor werken aan beschermde archeologische goederen

Art. 15.In artikel 5, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1995 tot vaststelling van een premie voor werken aan beschermde archeologische goederen worden de woorden « de door de Vlaamse Regering of haar gemachtigde aanvaarde raming van de werken » vervangen door de woorden « de raming van de uit te voeren werkzaamheden, die aanvaard wordt door de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed die met de zorg voor het erfgoed belast is, hierna het agentschap te noemen ».

Art. 16.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse Regering of haar gemachtigde » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 17.In artikel 7 en 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, worden de woorden « de dienst van de Vlaamse Regering, bevoegd voor het onroerend erfgoed » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 18.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « De Vlaamse Regering » vervangen door de woorden « Het agentschap ».

Art. 19.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, worden de woorden « de dienst van de Vlaamse Regering, bevoegd voor het onroerend erfgoed » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 20.In artikel 11, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse Regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 21.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse Regering » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 22.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse Regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « het agentschap ». HOOFDSTUK V. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1996 houdende de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor maatregelen in het kader van het grond- en pandenbeleid

Art. 23.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1996 houdende de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor maatregelen in het kader van het grond- en pandenbeleid wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; ».

Art. 24.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden de woorden « zoals bedoeld in artikel 63, § 2, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de Ruimtelijke Ordening en van de Stedebouw, zoals nadien gewijzigd » vervangen door de woorden « als vermeld in artikel 62 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening »;2° in punt 4° worden de woorden « overeenkomstig hoofdstuk IV van Titel I van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de Ruimtelijke Ordening en van de Stedebouw, zoals nadien gewijzigd » vervangen door de woorden « als vermeld in artikel 78 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening ».

Art. 25.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « plan van aanleg » en de woorden « dat een » de woorden « of een ruimtelijk uitvoeringsplan » ingevoegd.

Art. 26.In artikel 6, 9, 11, vierde lid, artikel 15, tweede lid, artikel 16, 17 en 26, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 27.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden tussen de woorden « plan van aanleg » en de woorden « en in » de woorden « of het ruimtelijk uitvoeringsplan » ingevoegd;2° punt 7° wordt vervangen door wat volgt : « 7° in voorkomend geval of en in welke mate de initiatiefnemer voor die verwerving een beroep doet op het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds.»

Art. 28.In artikel 10, 4°, en in artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden « het decreet van 20 maart 1991 betreffende het Investeringsfonds ter verdeling van de subsidies voor bepaalde onroerende investeringen die in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest door of op initiatief van de provincies, de gemeenten of de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gedaan » telkens vervangen door de woorden « het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds ».

Art. 29.In artikel 11, vierde lid, artikel 17, tweede lid, en artikel 26, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « De minister » telkens vervangen door de woorden « De leidend ambtenaar van het agentschap ».

Art. 30.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « bedoeld in artikel 63, § 2, van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de Ruimtelijke Ordening en van de Stedebouw, ingevoegd bij enig artikel van de wet van 28 juni 1978 » vervangen door de woorden « vermeld in artikel 62 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening ».

Art. 31.In artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001, worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 32.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 22.De minister of zijn gemachtigde beslist over de betaalbaarstelling van het bedrag van de tegemoetkoming. »

Art. 33.Aan artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « of een ruimtelijk uitvoeringsplan ».

Art. 34.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in punt 2° worden tussen de woorden « plan van aanleg » en het woord « aantoont » de woorden « of ruimtelijk uitvoeringsplan » ingevoegd.

Art. 35.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de woorden « De administratie voert » vervangen door de woorden « Het agentschap en het agentschap Inspectie RWO voeren, ieder wat zijn eigen bevoegdheid betreft, ».

Art. 36.In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de woorden « het fonds voor de planschade » vervangen door de woorden « het Grondfonds, vermeld in artikel 144 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening ». HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 1997 houdende algemene beschermingsvoorschriften, advies- en toestemmingsprocedure, instelling van een register en vaststelling van een herkenningsteken voor beschermde landschappen

Art. 37.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 1997 houdende algemene beschermingsvoorschriften, advies- en toestemmingsprocedure, instelling van een register en vaststelling van een herkenningsteken voor beschermde landschappen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003, wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° agentschap : de met de zorg voor het onroerend erfgoed belaste entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;".

Art. 38.In artikel 3, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003, worden de woorden "de administratie bevoegd voor landschappen" vervangen door de woorden "het agentschap".

Art. 39.In artikel 13 en 14 van hetzelfde besluit worden de woorden "de cel monumenten en landschappen" telkens vervangen door de woorden "het agentschap". HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten

Art. 40.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed";2° in punt 4°, b), worden de woorden « nummer 2 of een bouwvergunning » vervangen door de woorden « of een stedenbouwkundige vergunning »;3° in punt 5° worden de woorden « de Administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 41.In artikel 2, § 2, van hetzelfde besluit wordt het woord « bouwvergunning » vervangen door de woorden « stedenbouwkundige vergunning ».

Art. 42.In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt het woord « hoofdverblijfplaats » vervangen door het woord « verblijfplaats »;2° in punt 3° worden de woorden « , gewijzigd bij decreet van 22 februari 1995, » geschrapt.

Art. 43.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt punt 8° vervangen door wat volgt : « 8° de bestemmingsvoorschriften die van toepassing zijn volgens de geldende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen;»; 2° in § 3, eerste lid, worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;3° in § 3, tweede lid, wordt het woord « Gewestelijke » vervangen door de woorden « erkende Provinciale ».

Art. 44.In artikel 7, 8, 9, 10, eerste lid, artikel 11, § 2, artikel 12, 13, § 1, eerste lid, artikel 18, § 1, § 3, § 4 en § 5, artikel 19 en 22, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » en de woorden « de Administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap » en worden de woorden « De Administratie » en de woorden « De administratie » telkens vervangen door de woorden « Het agentschap ».

Art. 45.In artikel 10, tweede lid, artikel 13, § 1, tweede lid, en artikel 19, § 1 en § 2, van hetzelfde besluit wordt het woord « Gewestelijke » telkens vervangen door de woorden « erkende Provinciale ».

Art. 46.In artikel 15 en 16 van hetzelfde besluit wordt het woord « Administratie » telkens vervangen door de woorden « Vlaamse Belastingdienst ».

Art. 47.In artikel 18, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1998, wordt in punt 5° het woord « bouwvergunning » vervangen door de woorden « stedenbouwkundige vergunning ».

Art. 48.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 december 1998 en 23 april 2004, worden de woorden « de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende lokale sociale bouwmaatschappijen, gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen en » vervangen door de woorden « de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, vermeld in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, de erkende Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen of ».

Art. 49.In artikel 23, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1998 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2004, worden de woorden « de afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 50.In artikel 25 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « de afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 2, tweede lid, 2°, worden de woorden « de minister of de afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « het agentschap »;3° in § 2, derde lid, worden de woorden « De afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur » vervangen door de woorden « Het agentschap ».

Art. 51.In artikel 26 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1998 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 december 2002 en 23 april 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin van § 1 worden de woorden « de afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 1, 1°, wordt het woord « bouwvergunning » vervangen door de woorden « stedenbouwkundige vergunning »;3° in § 1, 6°, worden de woorden « de minister » vervangen door de woorden « het agenschap »;4° in § 3, tweede lid, 2°, worden de woorden « de minister of de afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « het agentschap »;5° in § 3, derde lid, worden de woorden « De afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur » vervangen door de woorden « Het agentschap ».

Art. 52.In artikel 27 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1998, worden de woorden « de afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 53.In artikel 28bis, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 1998 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2004, worden de woorden "de afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen door de woorden "het agentschap". HOOFDSTUK VIII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer « Grondfonds »

Art. 54.Artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer « Grondfonds » wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 9.De leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed wordt aangesteld als inhoudelijk ordonnateur van het Grondfonds voor de betaalbaarstelling van kredieten, andere dan voor de verrichtingen inzake de planbatenheffing als vermeld in artikel 87 tot en met 91 van het decreet. Hij kan zijn bevoegdheid delegeren aan ambtenaren van niveau A van het departement.

De leidend ambtenaar van de Vlaamse Belastingsdienst wordt aangesteld als inhoudelijk ordonnateur voor de betaalbaarstelling van kredieten voor de verrichtingen inzake de planbatenheffing. Hij wordt tevens belast met de inning van de planbatenheffingen. Hij kan zijn bevoegdheid delegeren aan ambtenaren van niveau A van het agentschap. »

Art. 55.In artikel 11 en 16 van hetzelfde besluit worden de woorden « directeur-generaal van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 56.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « het agentschap Centrale Accounting van het Vlaams Ministerie van Financiën en Begroting ». HOOFDSTUK IX. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 tot aanwijzing van de gewestelijke administraties en instellingen die advies uitbrengen over een ontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan

Art. 57.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 tot aanwijzing van de gewestelijke administraties en instellingen die advies uitbrengen over een ontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan worden de woorden "de gewestelijke administraties en instellingen" vervangen door de woorden "de entiteiten van de Vlaamse administratie".

Art. 58.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 1.Over een ontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan wordt bij de bevoegde adviescommissie advies uitgebracht door : 1° het Departement Landbouw en Visserij;2° het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie;3° het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;4° het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;5° het Agentschap voor Binnenlands Bestuur;6° Toerisme Vlaanderen;7° het Agentschap Economie;8° naar gelang van de provincie, de betrokken erkende Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij;9° het Agentschap voor Natuur en Bos;10° de Vlaamse Milieumaatschappij;11° de Vlaamse Landmaatschappij;12° de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn;13° de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is.»

Art. 59.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. HOOFDSTUK X. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 houdende de aanwijzing van ambtenaren die bevoegd zijn om de misdrijven op het gebied van de ruimtelijke ordening en stedenbouw op te sporen en vast te stellen

Art. 60.Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 houdende de aanwijzing van ambtenaren die bevoegd zijn om de misdrijven op het gebied van de ruimtelijke ordening en stedenbouw op te sporen en vast te stellen wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 1.De ambtenaren van niveau A tot en met D van het agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed zijn bevoegd om de misdrijven, omschreven in titel V van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, op te sporen en vast te stellen. »

Art. 61.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2.Zolang de leidend ambtenaar van het agentschap Inspectie RWO het geografische werkterrein van de ambtenaren, vermeld in artikel 1, niet heeft vastgesteld, oefenen ze hun bevoegdheid uit op het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest. » HOOFDSTUK XI. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 betreffende de administratieve geldboete voor het overtreden van een bekrachtigd stakingsbevel

Art. 62.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 betreffende de administratieve geldboete voor het overtreden van een bekrachtigd stakingsbevel worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het woord « Grondfonds » vervangen door de woorden « Herstelfonds, vermeld in artikel 159bis van het decreet »;2° in § 2 wordt het woord « Grondfonds » vervangen door het woord « Herstelfonds ».

Art. 63.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001, wordt het woord « Grondfonds » vervangen door het woord « Herstelfonds ».

Art. 64.In artikel 4, 6, 7 en 8 van hetzelfde besluit wordt het woord « Grondfonds » vervangen door het woord « Herstelfonds ». HOOFDSTUK XII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de transactiesom inzake ruimtelijke ordening

Art. 65.In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de transactiesom inzake ruimtelijke ordening, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 5°, b), wordt het woord « grondfonds » vervangen door de woorden « Herstelfonds, vermeld in artikel 159bis van het decreet »;2° in het tweede lid wordt het woord « grondfonds » vervangen door het woord « Herstelfonds ». HOOFDSTUK XIII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de berekening en de betaling van de meerwaarde

Art. 66.In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de berekening en de betaling van de meerwaarde wordt het woord « Grondfonds » vervangen door de woorden « Herstelfonds, vermeld in artikel 159bis van het decreet ».

Art. 67.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt het woord « Grondfonds » telkens vervangen door het woord « Herstelfonds ». HOOFDSTUK XIV. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de adviesverlening inzake aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen

Art. 68.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de adviesverlening inzake aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° worden de woorden "de provinciale afdeling ROHM, cel Monumenten en Landschappen" vervangen door de woorden "de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is";2° in punt 2° worden de woorden "de afdeling Land van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer" vervangen door de woorden "het departement Landbouw en Visserij";3° in punt 4° worden de woorden "de afdeling Water van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer" vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij »;4° in punt 5° worden de woorden "de administratie Waterwegen en Zeewezen" vervangen door de woorden "De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal, het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust of het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, telkens binnen hun werkgebied,";5° in punt 6° worden de woorden "de afdeling Natuur van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer" vervangen door de woorden "het Agentschap voor Natuur en Bos";6° aan punt 6° wordt een punt e) toegevoegd, dat luidt als volgt : « e) aanvragen in parken en bossen, zoals gedefinieerd in het Bosdecreet, alsmede in gebieden die overeenkomstig de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen bestemd zijn voor parken en bossen;»; 7° punt 7° wordt opgeheven. HOOFDSTUK XV. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot regeling van het vooroverleg over voorontwerpen van ruimtelijke structuurplannen

Art. 69.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot regeling van het vooroverleg over voorontwerpen van ruimtelijke structuurplannen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° het departement : het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;»; 2° er wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 3° het agentschap : het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed. »

Art. 70.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste tot en met het vierde lid worden de woorden "de gewestelijke administratie" telkens vervangen door de woorden "het departement »;2° in het vijfde lid worden de woorden « De gewestelijke administratie kan alleen opmerkingen versturen indien zij » vervangen door de woorden « Het departement kan alleen opmerkingen versturen indien het ».

Art. 71.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « de minister » worden telkens vervangen door de woorden « het departement";2° de woorden « de gewestelijke administratie » worden telkens vervangen door de woorden « het agentschap ». HOOFDSTUK XVI. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 houdende bepaling van de nadere regels voor de opmaak en de actualisering van het plannenregister

Art. 72.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 houdende bepaling van de nadere regels voor de opmaak en de actualisering van het plannenregister worden de woorden "de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen" vervangen door de woorden "het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, hierna het Departement RWO te noemen".

Art. 73.In artikel 2 en 4, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen" telkens vervangen door de woorden "het Departement RWO ».

Art. 74.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen de woorden « planologische ambtenaar » en de woorden « een afschrift » worden de woorden « en de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar » ingevoegd;2° de woorden « tenzij de planologische ambtenaar dit vraagt » worden geschrapt. HOOFDSTUK XVII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 houdende de organisatie van het vergunningenregister

Art. 75.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 houdende de organisatie van het vergunningenregister worden de woorden « de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen" vervangen door de woorden "het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, hierna het agentschap te noemen ».

Art. 76.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar of gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur » vervangen door de woorden « ambtenaren van ruimtelijke ordening als vermeld in artikel 10, 12 en 13 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening »;2° in het tweede lid wordt het woord « stedenbouwkundige » vervangen door de woorden « gewestelijke stedenbouwkundige » en worden de woorden « de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 77.In artikel 4 en 5 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en landschappen » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 78.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het woord « stedenbouwkundige » vervangen door de woorden « gewestelijke stedenbouwkundige ». HOOFDSTUK XVIII. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot instelling van het register van ruimtelijke planners, tot bepaling van de voorwaarden voor opname van personen in dat register en tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de verantwoordelijkheid van ruimtelijke planners voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen

Art. 79.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot instelling van het register van ruimtelijke planners, tot bepaling van de voorwaarden voor opname van personen in dat register en tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de verantwoordelijkheid van ruimtelijke planners voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° het departement : het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; ».

Art. 80.In artikel 3, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de directeur-generaal van de gewestelijke administratie » vervangen door de woorden « de leidend ambtenaar van het departement ».

Art. 81.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de minister of de daartoe door hem gemachtigde » vervangen door de woorden « het departement ».

Art. 82.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Het register ligt permanent ter inzage bij het departement en per provincie bij minstens één dienst van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;»; 2° in het tweede lid worden de woorden « De administratie » vervangen door de woorden « Het departement ».

Art. 83.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 10.Personen die overeenkomstig hoofdstuk IV van titel I van het decreet als ambtenaar van ruimtelijke ordening zijn aangesteld, kunnen niet als ruimtelijk planner verantwoordelijk zijn voor de opmaak van een ruimtelijk structuurplan of ruimtelijk uitvoeringsplan, tenzij dat plan geheel of gedeeltelijk opgemaakt wordt door het departement of door de desbetreffende provinciale of gemeentelijke administratie ». HOOFDSTUK XIX. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester

Art. 84.In artikel 4, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester worden de woorden « als de gewestelijke » vervangen door de woorden « de gedelegeerde stedenbouwkundige ambtenaar, als de gewestelijke ». HOOFDSTUK XX. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening

Art. 85.In artikel 1, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening worden de woorden « de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 86.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « voor het onderzoeken van bijzondere vraagstukken » vervangen door de woorden « in het kader van de uitvoering van haar opdrachten ».

Art. 87.In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « het Vlaams Parlement » vervangen door de woorden « de SARO, opgericht bij het decreet van 10 maart 2006 houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed ».

Art. 88.In artikel 6, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel 7, § 6 » vervangen door de woorden « artikel 7, § 5, eerste lid ». HOOFDSTUK XXI. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld

Art. 89.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° het departement : het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;»; 2° er wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 3° RO-Vlaanderen : het intern verzelfstandigd agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;»; 3° er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° Inspectie RWO : het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.»

Art. 90.In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk II, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2000, dat bestaat uit artikel 3 tot en met 9, vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk II. - De Vlaamse ambtenaren van ruimtelijke ordening Afdeling I. - De gedelegeerde planologische en stedenbouwkundige

ambtenaren

Art. 3.De leidend ambtenaar van het departement vervult steeds tegelijk de functie van gedelegeerd planologisch ambtenaar en de functie van gedelegeerd stedenbouwkundig ambtenaar voor het volledige grondgebied van het Vlaamse Gewest.

De minister stelt minstens drie gedelegeerde planologische ambtenaren en minstens drie gedelegeerde stedenbouwkundige ambtenaren aan door te kiezen uit een lijst van door de leidend ambtenaar op dubbeltal voorgedragen kandidaten. Alleen ambtenaren van niveau A uit het departement kunnen worden voorgedragen en aangesteld.

Het aanstellingsbesluit vermeldt het werkgebied van de ambtenaren die met toepassing van het tweede lid zijn aangesteld.

Art. 4.Om aangesteld te kunnen worden als gedelegeerd planologisch of stedenbouwkundig ambtenaar met toepassing van artikel 3, tweede lid, moet de ambtenaar houder zijn van een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening. De minister bepaalt, rekening houdend met de kennis en vaardigheden die voor elke functie vereist zijn, welke diploma's van een opleiding ruimtelijke ordening voldoen voor een aanstelling.

In afwijking van het eerste lid kunnen ook ambtenaren die niet het vereiste diploma hebben worden aangesteld als gedelegeerd stedenbouwkundig ambtenaar voor zover ze voor 1 juli 2006 aangesteld geweest zijn als gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar.

Art. 5.Het aanstellingsbesluit vermeldt een termijn van maximaal zes jaar. De aanstelling is hernieuwbaar. Ze kan op elk ogenblik worden beëindigd, hetzij op verzoek van de betrokkene, hetzij na advies van de leidend ambtenaar.

Art. 6.Met behoud van de toepassing van artikel 3, eerste lid, zijn de functies van gedelegeerd planologisch ambtenaar en gedelegeerd stedenbouwkundig ambtenaar onderling onverenigbaar. Afdeling II. - De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren

Art. 7.De leidend ambtenaar van RO-Vlaanderen stelt per provincie minstens drie ambtenaren van niveau A uit zijn agentschap aan als gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar.

Het aanstellingsbesluit vermeldt een termijn van maximaal zes jaar en het werkgebied van de aangestelde ambtenaren. Het aanstellingsbesluit wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De aanstelling is hernieuwbaar. Ze kan op elk ogenblik worden beëindigd, hetzij op verzoek van de betrokkene, hetzij op initiatief van de leidend ambtenaar.

Art. 8.Om aangesteld te kunnen worden als gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar met toepassing van artikel 7 moet de ambtenaar voldoen aan de voorwaarden die overeenkomstig artikel 4 gelden voor de gedelegeerd stedenbouwkundig ambtenaar.

In afwijking van het eerste lid kunnen ook ambtenaren die niet het vereiste diploma hebben worden aangesteld voor zover ze voor 1 juli 2006 aangesteld geweest zijn als gewestelijk planologisch ambtenaar, als gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar of als gemachtigde ambtenaar als vermeld in het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996. Afdeling III. - De gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs

Art. 9.De leidend ambtenaar van Inspectie RWO stelt per provincie minstens twee ambtenaren van niveau A uit zijn agentschap, met een goede kennis van het justitiële apparaat en van het strafprocesrecht, aan als gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur.

Het aanstellingsbesluit vermeldt een termijn van maximaal zes jaar en het werkgebied van de aangestelde inspecteurs. Het aanstellingsbesluit wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De aanstelling is hernieuwbaar. Ze kan op elk ogenblik worden beëindigd, hetzij op verzoek van de betrokkene, hetzij op initiatief van de leidend ambtenaar. » HOOFDSTUK XXII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 3 februari 1998 houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen

Art. 91.Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 3 februari 1998 houdende vaststelling van het wapen van privé-personen en instellingen wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 1.De afdeling Heraldiek van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, hierna Commissie te noemen, stelt een handleiding op waarin de behandeling van een aanvraag van het recht om een wapen te voeren, toegelicht wordt.

Het secretariaat van de Commissie, dat waargenomen wordt door de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is, stelt die handleiding kostenloos ter beschikking van de geïnteresseerden. »

Art. 92.In artikel 2, 4, 5, 6, 7, 9, eerste lid, artikel 10, derde lid, en artikel 12, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord « Raad » telkens vervangen door het woord « Commissie ». HOOFDSTUK XXIII. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 oktober 2000 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke plannen van aanleg

Art. 93.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 oktober 2000 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en gemeentelijke plannen van aanleg wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; ».

Art. 94.Artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « De subsidie wordt toegekend in de volgorde waarin de aanvragen die aan de gestelde voorwaarden voldoen, worden ingediend. »

Art. 95.In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003, worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 96.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt het woord "minister" vervangen door de woorden « minister of zijn gemachtigde ».

Art. 97.In artikel 10, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003, worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 98.In artikel 11, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003, wordt het woord « minister » vervangen door de woorden « minister of zijn gemachtigde ».

Art. 99.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « De administratie voert" vervangen door de woorden "Het agentschap en het agentschap Inspectie RWO voeren, ieder wat zijn eigen bevoegdheid betreft, ».

Art. 100.In artikel 16, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ». HOOFDSTUK XXIV. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen

Art. 101.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 november 2002 en 8 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden de woorden « de afdeling Monumenten en Landschappen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is »;2° in punt 4° worden de woorden « de administratie Land- en Tuinbouw » vervangen door de woorden « het departement Landbouw en Visserij »;3° in punt 5° worden de woorden « de afdeling Natuur van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer » vervangen door de woorden « het Agentschap voor Natuur en Bos »;4° punt 6°, a) en b), worden als punt f) en g) toegevoegd aan punt 5°;5° in punt 6° wordt de inleidende zin geschrapt;6° in punt 7° worden de woorden « de administratie Economie » vervangen door de woorden « het Agentschap Economie »;7° in punt 8° worden de woorden « de afdeling Natuurlijke Rijkdommen van de administratie Economie » vervangen door de woorden « het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie »;8° in punt 9° worden de woorden « de afdeling Woonbeleid van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed en het agentschap Wonen Vlaanderen »;9° in punt 10° worden de woorden « de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer » vervangen door de woorden « het Departement Leefmilieu, Natuur en energie »;10° in punt 11° worden de woorden « de administratie Waterwegen en Zeewezen » vervangen door de woorden « De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal, het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust of het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, telkens binnen hun werkgebied »;11° in punt 12° worden de woorden « de afdeling Water van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer » vervangen door de woorden « de Vlaamse Milieumaatschappij »;12° in punt 14° worden de woorden « de bevoegde provinciale afdeling Wegen en Verkeer van de administratie Wegen en Verkeer » vervangen door de woorden « het Agentschap Infrastructuur »;13° in punt 17°, c), worden de woorden « en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen » geschrapt;14° in punt 18° worden de woorden « de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer » vervangen door de woorden « het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie »;15° in punt 19° worden de woorden « de afdeling Personenvervoer van de administratie Wegen en Verkeer en de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer » vervangen door de woorden « het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie »;16° in punt 20° worden de woorden « de Vlaamse openbare instelling » geschrapt. HOOFDSTUK XXV. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van het eerste vergunningenregister en het eerste plannenregister

Art. 102.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van het eerste vergunningenregister en het eerste plannenregister worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt opgeheven;2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2°het agentschap : het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».

Art. 103.In artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « door de Vlaamse regering » geschrapt.

Art. 104.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden tussen het woord « uitbetaald » en het woord « nadat » de woorden « door het agentschap » ingevoegd.

Art. 105.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden « na de conformverklaring van het eerste plannenregister door de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « door het agentschap na de conformverklaring van het eerste plannenregister ». HOOFDSTUK XXVI. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opleiding van gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren en voor de betaling van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren in kleine gemeenten

Art. 106.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opleiding van gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren en voor de betaling van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren in kleine gemeenten wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; ».

Art. 107.Artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « De subsidie wordt toegekend in de volgorde waarin de aanvragen die voldoen aan de gestelde voorwaarden, bij het agentschap worden ingediend. »

Art. 108.In artikel 4, eerste en tweede lid, artikel 7, eerste lid, artikel 9, derde lid, artikel 13, § 1, eerste lid en artikel 15, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 109.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, § 2, eerste lid, en § 3, eerste lid, worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 2, eerste lid, worden de woorden « De minister of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden « Het agentschap ».

Art. 110.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de woorden « De administratie voert » vervangen door de woorden « Het agentschap en het agentschap Inspectie RWO voeren, ieder wat zijn eigen bevoegdheid betreft,".

Art. 111.In artikel 19, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « bij de administratie » geschrapt. HOOFDSTUK XXVII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten

Art. 112.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : « 1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de monumenten en landschappen, of zijn gemachtigde »;2° in punt 5° worden de woorden « van de Vlaamse regering of haar gemachtigde » geschrapt;3° in punt 24° worden de woorden « van Sociale Huisvesting en Woonbeleid en van Monumenten en Landschappen » vervangen door de woorden « vanuit enerzijds het beleidsveld woonbeleid en anderzijds het beleidsveld onroerend erfgoed »;4° er wordt een punt 25° toegevoegd dat luidt als volgt : « 25° agentschap : de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is.»

Art. 113.In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de eerste zin van het eerste lid worden de woorden « Vlaamse regering » vervangen door het woord « minister »;2° in de tweede zin van het eerste lid worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 114.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « door de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « door het agentschap », de woorden « volgens de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « volgens het agentschap » en de woorden « aan de Vlaamse regering, die » vervangen door de woorden « aan het Vlaamse Gewest, dat ».

Art. 115.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « samengesteld volgens de richtlijnen van de Vlaamse regering » geschrapt.

Art. 116.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1 worden de woorden « door de minister » toegevoegd;2° in § 2, § 3 en § 4 worden de woorden « de Vlaamse regering » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 117.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de Vlaamse regering, die » vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, dat »;2° in § 2 worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 118.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin van § 1 worden de woorden « de Vlaamse regering, die » vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, dat »;2° in § 1, 1°, 2° en 3°, en in § 2 en § 4 worden de woorden « de Vlaamse regering » telkens vervangen door de woorden « het agentschap »;3° in § 3 worden tussen de woorden « Huisvestingsmaatschappij of » en de woorden « een sociale » de woorden « haar rechtsopvolger of » ingevoegd.

Art. 119.In artikel 11, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 120.In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « Vlaamse regering » vervangen door het woord « minister »;2° in het derde lid worden de woorden « de Vlaamse regering haar » vervangen door de woorden « het agentschap zijn ».

Art. 121.In artikel 13, 14 en 16 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse regering » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 122.In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 8°, 9° en 10°, worden de woorden « de Vlaamse regering » telkens vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 2, § 3 en § 4 worden de woorden « de Vlaamse regering, die » telkens vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, dat »;3° in § 4 worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest ».

Art. 123.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 2 worden de woorden « door de Vlaamse regering » geschrapt en worden de woorden « de Vlaamse regering, die » vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, dat ».

Art. 124.In artikel 20, § 4, en artikel 21, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse regering » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 125.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden « Vlaamse minister » vervangen door het woord « minister »;2° in de eerste zin van § 3 worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het agentschap »;3° in de derde zin van § 3 worden de woorden « de Vlaamse regering, die » vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, dat ».

Art. 126.In artikel 23, § 4, en artikel 26, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse regering » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 127.In artikel 28 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « stockaanbesteding of » geschrapt en worden de woorden « door de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « namens het Vlaamse Gewest »;2° in § 2 worden de woorden « De Vlaamse regering » vervangen door de woorden « Het agentschap ».

Art. 128.In artikel 29, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « Vlaamse regering » vervangen door het woord « minister ».

Art. 129.In artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 3 worden de woorden « de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 130.In artikel 31, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse regering, die » vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, dat ». HOOFDSTUK XXVIII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de beheerscommissies voor beschermde landschappen

Art. 131.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de beheerscommissies voor beschermde landschappen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° worden de woorden « bedoeld in artikel 16 » vervangen door de woorden « vermeld in artikel 32 »;2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° het agentschap : de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is.»

Art. 132.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de eerste zin van het eerste lid worden de woorden « de minister of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° de tweede zin van het eerste lid wordt geschrapt;3° aan het derde lid wordt de volgende zin toegevoegd : « Hij kan ook zelf het initiatief nemen om een beheerscommissie op te richten.»

Art. 133.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° een ambtenaar van het agentschap, die tevens het secretariaat van de beheerscommissie waarneemt, en een vertegenwoordiger voor het beleidsveld ruimtelijke ordening van de desbetreffende provinciale entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen;»; 2° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° een vertegenwoordiger van alle hieronder vermelde diensten van de Vlaamse administratie, voor zover die erom verzoeken : a) het Agentschap voor Natuur en Bos;b) het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie;c) het Departement Landbouw en Visserij;d) Toerisme Vlaanderen;e) De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal, het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust of het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, telkens binnen hun werkgebied;».

Art. 134.In artikel 7, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, en in artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « cel Monumenten en Landschappen » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 135.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 11.De vertegenwoordigers, vermeld in artikel 3, 4°, 5°, 6°, 7° en 8°, worden aangewezen door de diensten of besturen in kwestie. »

Art. 136.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. HOOFDSTUK XXIX. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 tot instelling van een premiestelsel voor beschermde landschappen

Art. 137.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2003 tot instelling van een premiestelsel voor beschermde landschappen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° agentschap : de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is;»; 2° in punt 9° worden de woorden « door de minister of zijn gemachtigde goedgekeurd » en de woorden « die de minister of zijn gemachtigde aanmerkt » geschrapt, en worden de woorden « artikel 16 » vervangen door de woorden « artikel 32 »;3° in punt 12°, 13° en 14° worden de woorden « die de minister of zijn gemachtigde als zodanig aanmerkt » telkens geschrapt;4° in punt 16° worden de woorden « die door de minister of zijn gemachtigde wordt toegekend aan een premienemer » en de woorden « door de minister of zijn gemachtigde goedgekeurde » geschrapt;5° punt 17° wordt opgeheven;6° in punt 18° worden de woorden « die door de minister of zijn gemachtigde wordt toegekend aan een premienemer » geschrapt.

Art. 138.In artikel 2, § 2, 2°, en artikel 13, § 2, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap » en worden de woorden « de administratie bevoegd voor de natuur en de bossen » telkens vervangen door de woorden « het Agentschap voor Natuur en Bos ».

Art. 139.In artikel 3, eerste lid, artikel 10, eerste lid, artikel 11, § 4, eerste lid, artikel 28, tweede lid, en artikel 32, § 4, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie », de woorden « de administratie in kwestie » en de woorden « dezelfde administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 140.In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° worden de woorden « bij de administratie als datum van de volgorde die bepaald wordt in punt 3° » vervangen door de woorden « als datum voor het bepalen van de volgorde waarin de onderhoudspremie wordt toegekend »;2° punt 3° wordt opgeheven.

Art. 141.In artikel 6, 7, § 1, artikel 10, 11, § 1, tweede lid, artikel 17, § 1, eerste lid, artikel 26, 27, § 1, eerste lid, artikel 31, § 2, 1°, en § 3, 2°, en artikel 32, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de minister of zijn gemachtigde » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 142.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Het landschapsbeheersplan heeft betrekking op een periode van 27 jaar.Het agentschap kan om de negen jaar om een bijsturing verzoeken. »; 2° in § 2, § 3 en § 4 worden de woorden « de minister of zijn gemachtigde » telkens vervangen door de woorden « het agentschap »;3° in § 5 wordt het eerste lid opgeheven;4° in § 5, tweede lid, worden de woorden « wordt dat eveneens meegedeeld » vervangen door de woorden « deelt het agentschap dat mee »;5° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.De minister of zijn gemachtigde beslist over de goedkeuring van het landschapsbeheersplan en van de aanvullingen op het bosbeheersplan of het natuurbeheersplan, vermeld in § 3 en § 4. De mededeling van de goedkeuring aan de premienemer geldt eveneens als toestemming voor het uitvoeren van werkzaamheden als vermeld in artikel 33, § 4, van het decreet. »

Art. 143.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 16.Als het dossier volledig is, verklaart het agentschap het ontvankelijk. Als het dossier onvolledig is, deelt het agentschap aan de premienemer mee in welke zin het dossier moet worden aangepast om voor goedkeuring in aanmerking te komen.

De minister of zijn gemachtigde kent de landschapspremie toe binnen de beperkingen van de begroting. »

Art. 144.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 22.Als het dossier volledig is, verklaart het agentschap het ontvankelijk. Als het onvolledig is, deelt het agentschap aan de premienemer mee in welke zin het dossier moet worden aangepast om voor goedkeuring in aanmerking te komen. » HOOFDSTUK XXX. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot bepaling van de toelaatbare functiewijzigingen voor gebouwen, gelegen buiten de geëigende bestemmingszone

Art. 145.In artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot bepaling van de toelaatbare functiewijzigingen voor gebouwen, gelegen buiten de geëigende bestemmingszone, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° worden de woorden « opgesteld met toepassing van artikel 3, 2° van het koninklijk besluit van 1 juni 1972 tot oprichting van een Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg bij het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, en » geschrapt;2° in punt 4° worden de woorden « de administratie, bevoegd voor de monumenten en de landschappen » vervangen door de woorden « de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is ». HOOFDSTUK XXXI. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 betreffende de samenstelling, de organisatie, de bevoegdheden en de werking van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van het Vlaamse Gewest

Art. 146.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 betreffende de samenstelling, de organisatie, de bevoegdheden en de werking van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van het Vlaamse Gewest worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is;»; 2° in punt 3° worden de woorden « van het Vlaamse Gewest » vervangen door de woorden « , vermeld in artikel 3 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten ».

Art. 147.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, § 2 en § 3 worden opgeheven;2° in § 9 worden de woorden « diensten van de Vlaamse regering » vervangen door de woorden « Vlaamse administratie »;3° § 10 en § 11 worden opgeheven.

Art. 148.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « De administratie » worden vervangen door de woorden « Het agentschap »;2° de woorden « van de administratie » worden vervangen door de woorden « van het agentschap, op voordracht van de leidend ambtenaar ».

Art. 149.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De adviezen aan de Vlaamse Regering worden bezorgd aan de minister en aan het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed. De adviezen aan de SARO, opgericht bij het decreet van 10 maart 2006 houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed worden gelijktijdig aan de SARO, de minister en het departement bezorgd. » 2° in § 4 en § 6 worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 150.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 3 worden de woorden « met inachtneming van de in artikel 4, § 1 bepaalde rangorde van voorrang en » geschrapt en worden de woorden « wet en het decreet » vervangen door het woord « decreten »;2° In § 5 worden de woorden « zijn gedelegeerden - ambtenaren van de administratie -« vervangen door de woorden « ambtenaren van het agentschap »;3° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.De Commissie kan het agentschap op elk ogenblik verzoeken om tijdens de vergadering toelichting te geven bij de agendapunten. »

Art. 151.In artikel 12, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden « artikel 4, § 1, 1 en 2 » vervangen door de woorden « artikel 3, § 1, van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten »;2° in punt 9° worden de woorden « adviezen met betrekking tot » geschrapt. HOOFDSTUK XXXII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2004 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid

Art. 152.In artikel 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2004 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie en de werkwijze van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid worden de woorden « intern verzelfstandigd agentschap Inspectie » vervangen door de woorden « Departement ».

Art. 153.Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit, dat bestaat uit artikel 10, wordt opgeheven. HOOFDSTUK XXXIII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed

Art. 154.Aan artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Het VIOE stelt een inventaris van het bouwkundig erfgoed op met betrekking tot de monumenten en stads- en dorpsgezichten, vermeld in artikel 2, 2° en 3°, van het Monumentendecreet. De inventaris van het bouwkundig erfgoed wordt vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de monumenten en landschappen, onder de vorm van een systematische oplijsting per gemeente. Hij wordt beschikbaar gesteld in boekvorm of in een beveiligd gedigitaliseerd bestand. Per opgenomen monument of stads- of dorpsgezicht wordt er een beknopte weergave van de wetenschappelijke beschrijving aan toegevoegd. »

Art. 155.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 9.Het hoofd van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed heeft toegang tot bebouwde en onbebouwde onroerende goederen en tot vaartuigen, met toepassing van artikel 6 van het Monumentendecreet, artikel 40, § 1, van het Landschapsdecreet, artikel 30 van het Archeologiedecreet en artikel 4, § 5, van het Varend Erfgoeddecreet.

Hij kan die bevoegdheid overdragen aan ambtenaren van zijn agentschap. » HOOFDSTUK XXXIV. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning

Art. 156.In artikel 22, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning worden de woorden « gemeentelijke overheid, evenals de gemachtigde ambtenaar of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar » vervangen door de woorden « vergunningverlenende overheid ». HOOFDSTUK XXXV. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot uitvoering van artikel 145 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening

Art. 157.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot uitvoering van artikel 145 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de administratie die bevoegd is voor de ruimtelijke ordening » vervangen door « het agentschap RO-Vlaanderen »;2° in het tweede lid worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ». HOOFDSTUK XXXVI. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende de voorwaarden voor de erkenning en/of subsidiëring van strategische projecten in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

Art. 158.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende de voorwaarden voor de erkenning en/of subsidiëring van strategische projecten in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° het departement : het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; ».

Art. 159.In artikel 5, 6, 9, 10, 14, 15, 16, 17 en 18 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het departement ».

Art. 160.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie voert » vervangen door de woorden « het departement en het agentschap Inspectie RWO voeren, ieder wat zijn eigen bevoegdheid betreft ». HOOFDSTUK XXXVII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest

Art. 161.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De aanvraag wordt tegen ontvangstbewijs ingediend bij of aangetekend opgestuurd naar de gedelegeerd planologisch ambtenaar bij het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die de aanvraag op haar volledigheid beoordeelt en bepaalt welke planoverheid bevoegd is ».

Art. 162.In artikel 2, § 4, van hetzelfde besluit wordt de derde zin vervangen door wat volgt : « De gedelegeerd planologisch ambtenaar behoudt één exemplaar. Hij stuurt één exemplaar naar de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar als de gemeente de bevoegde overheid is. Is de gemeente niet de bevoegde overheid, dan stuurt hij één exemplaar naar de gemeente in kwestie. De overige exemplaren stuurt hij naar de bevoegde overheid. »

Art. 163.In artikel 4 en 5, § 1, van hetzelfde besluit wordt het woord « gewestelijke » telkens vervangen door het woord « gedelegeerd ».

Art. 164.In artikel 6, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de laatste zin vervangen door wat volgt : « In afwijking van artikel 1, punt A, 1, van het voormelde besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 1994 wordt het advies in kwestie verleend door de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar binnen 120 dagen na de indiening van de aanvraag van het planologisch attest. »

Art. 165.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het woord « gewestelijke » vervangen door het woord « gedelegeerde »;2° in § 2, eerste lid, worden de woorden « de bevoegde overheid de gewestelijke planologische » vervangen door de woorden « de gemeente, als die de bevoegde overheid is, de gewestelijk stedenbouwkundig »;3° aan § 2, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : « Als de provincie de bevoegde overheid is, brengt die bovendien de gedelegeerd planologisch ambtenaar op de hoogte van de startdatum van het openbaar onderzoek.»; 4° in § 6 worden de woorden « De gewestelijk planologische ambtenaar kan » vervangen door de woorden « De gedelegeerd planologisch ambtenaar en de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar kunnen, ieder wat zijn bevoegdheid betreft, ».

Art. 166.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « gedelegeerd aan de gewestelijke » vervangen door de woorden « uitgevoerd door de gedelegeerd ». HOOFDSTUK XXXVIII. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot uitvoering van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed

Art. 167.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot uitvoering van het decreet van 29 maart 2002 tot bescherming van varend erfgoed worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° het agentschap : de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is;»; 2° punt 7° wordt vervangen door wat volgt : « 7° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de monumenten en landschappen, of zijn gemachtigde;».

Art. 168.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » telkens vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 169.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « De administratie » vervangen door de woorden « Het agentschap »;2° in het derde lid worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;3° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : « De minister beslist over de goedkeuring van het beheersprogramma.»; 4° in het vijfde lid worden de woorden « De Vlaamse Regering » vervangen door de woorden « Het agentschap » en worden de woorden « of verlenen » geschrapt;5° in het zesde lid worden de woorden « goedkeuring die de Vlaamse Regering aan de eigenaar meedeelt » vervangen door de woorden « mededeling door het agentschap van de goedkeuring van het beheersprogramma aan de eigenaar ».

Art. 170.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden « de Vlaamse Regering » geschrapt en wordt het woord « toekennen » vervangen door de woorden « toegekend worden »;2° in punt 1° en 2° worden de woorden « door de Vlaamse Regering » telkens geschrapt.

Art. 171.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in het derde lid wordt het woord « Regering » vervangen door het woord « Gemeenschap ».

Art. 172.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in § 4 wordt het woord « Regering » telkens vervangen door het woord « Gemeenschap ».

Art. 173.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse Regering » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 174.In artikel 10, 8°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt a) worden de woorden « Vlaamse Regering » vervangen door het woord « minister »;2° in punt c) worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;3° in punt d) wordt het woord « Regering » vervangen door het woord « Gemeenschap ».

Art. 175.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « De Vlaamse Regering » vervangen door de woorden « Het agentschap »;2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De minister beslist over de toekenning van de beheerspremie.»

Art. 176.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, 1°, worden de woorden « de Vlaamse Regering » vervangen door de woorden « de minister »;2° in § 3, 2°, worden de woorden « de Vlaamse Regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 177.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « de Vlaamse Regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « de minister »;2° in § 1, tweede lid, worden de woorden « de Vlaamse Regering of haar gemachtigde » vervangen door de woorden « het agentschap »;3° in § 3, eerste lid, en § 4 worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;4° in § 3, tweede lid, worden de woorden « de Vlaamse Regering » vervangen door de woorden « de minister ». HOOFDSTUK XXXIX. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten

Art. 178.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 tot het vaststellen van een onderhoudspremie voor beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° agentschap : de entiteit van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is;»; 2° in punt 6° worden de woorden « door de minister of zijn gemachtigde goedgekeurd » en de woorden « die de minister of zijn gemachtigde bepaalt » geschrapt;3° in punt 7° worden de woorden « onderhoudswerken : werkzaamheden die de Vlaamse Regering of haar gemachtigde als dusdanig aanmerkt » vervangen door de woorden « onderhoudswerkzaamheden »;4° in punt 9° worden de woorden « van de minister » geschrapt;5° in punt 10° worden de woorden « of haar gemachtigde » geschrapt.

Art. 179.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « door de minister » geschrapt.

Art. 180.In artikel 4, 8 en 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 181.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin en in punt 1° worden de woorden « de administratie » vervangen door de woorden « het agentschap »;2° in punt 1° worden de woorden « De minister » vervangen door de woorden « De minister of zijn gemachtigde » en worden de woorden « door de minister » geschrapt.

Art. 182.In artikel 7, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel 16, § 2 » vervangen door de woorden « artikel 16, 2° ».

Art. 183.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden « de minister of zijn gemachtigde » vervangen door de woorden « het agentschap ».

Art. 184.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « is goedgekeurd, kan de minister » vervangen door de woorden « of zijn gemachtigde is goedgekeurd, kan hij »;2° in § 3 worden de woorden « de administratie, zo niet ambtshalve afgesloten » vervangen door de woorden « het agentschap.Als er geen verlenging wordt gevraagd of ze niet wordt toegekend, heeft het herwaarderingsplan geen uitwerking meer vanaf het verstrijken van de geldigheidsduur ».

Art. 185.Aan artikel 15, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden « of haar rechtsopvolger » toegevoegd.

Art. 186.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden « de minister aan de premienemer meedeelt » vervangen door de woorden « aan de premienemer wordt meegedeeld ». HOOFDSTUK XL. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater

Art. 187.In artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater worden de woorden « of de gewestelijke » vervangen door de woorden « of de gedelegeerd of gewestelijk ». HOOFDSTUK XLI. - Opheffings- intrekkings- en overgangsbepalingen

Art. 188.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het koninklijk besluit van 1 juni 1972 tot oprichting van een Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg bij het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 1984 houdende vaststelling van de voorwaarden, waaraan de aanvragen tot het uitvoeren van werken als bedoeld bij artikel 6, vierde lid en volgende van de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen, moeten voldoen;3° het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 1988 voor de uitvoering van stadsontwikkelingsprojecten;4° het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 1995 tot uitvoering van het decreet van 16 juni 1982 houdende maatregelen voor een sociaal grondbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 1997;5° het ministerieel besluit van 10 oktober 1988 tot vastlegging van de werking van de Adviescommissie voor Ontwikkelingscontracten;6° het ministerieel besluit van 29 maart 1995 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake openbare werken en ruimtelijke ordening aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, wat de toepassing ervan op het beleidsveld ruimtelijke ordening betreft;7° het ministerieel besluit van 28 maart 1997 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake monumenten aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;8° het ministerieel besluit van 20 december 2001 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake archeologische monumentenzorg aan ambtenaren van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium van het Vlaamse Gewest en aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;9° het ministerieel besluit van 23 maart 2004 houdende delegatie van bevoegdheden inzake landschapszorg aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 189.Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 houdende delegatie van specifieke bevoegdheden aan het hoofd van het departement van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, en houdende aanpassing van de regelgeving inzake ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed, wordt ingetrokken.

Art. 190.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is gemachtigd om bijlagen I tot en met XI bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van de nadere regels voor het planologisch attest in overeenstemming te brengen met de bepalingen van artikel 161 tot en met 166, inzonderheid wat betreft de verwijzingen naar de bevoegde ambtenaren van ruimtelijke ordening en naar de bevoegde administratie.

Art. 191.§ 1. Zolang de gedelegeerde planologische ambtenaren en de gedelegeerde stedenbouwkundige ambtenaren niet zijn aangesteld overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen worden aangesteld, vervangen bij artikel 90 van dit besluit, kunnen hun bevoegdheden respectievelijk worden uitgeoefend door de ambtenaren van het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed die op de dag voor de inwerkingtreding van deze bepaling bij ministerieel besluit als gewestelijk planologisch ambtenaar of als gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar aangesteld zijn.

Zolang de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren niet zijn aangesteld overeenkomstig artikel 7 van het in het eerste lid vermelde besluit van de Vlaamse Regering, vervangen bij artikel 90 van dit besluit, kunnen hun bevoegdheden worden uitgeoefend door de ambtenaren van het agentschap RO-Vlaanderen die op de dag voor de inwerkingtreding van deze bepaling bij ministerieel besluit als gewestelijk planologisch of stedenbouwkundig ambtenaar of als gemachtigd ambtenaar aangesteld zijn.

Zolang de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs niet zijn aangesteld overeenkomstig artikel 9 van het in het eerste lid vermelde besluit van de Vlaamse Regering, vervangen bij artikel 90 van dit besluit, kunnen hun bevoegdheden worden uitgeoefend door de ambtenaren van het agentschap Inspectie RWO die op de dag voor de inwerkingtreding van deze bepaling bij ministerieel besluit als gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur aangesteld zijn. § 2. Zolang de diensten van de Vlaamse overheid, vermeld in dit besluit, niet opgericht zijn worden hun bevoegdheden, vermeld in dit besluit, uitgeoefend door hun rechtsvoorganger. § 3. De bedragen die vanaf 1 januari 2006 tot en met de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit besluit geboekt worden ten voordele of ten laste van het Grondfonds, vermeld in artikel 144 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en die betrekking hebben op andere inkomsten en uitgaven dan die welke voortvloeien uit de toepassing van titel V van hetzelfde decreet, worden respectievelijk toegevoegd aan en afgetrokken van de verminderingen van het saldo, vermeld in artikel 159bis, tweede lid, 2°, van hetzelfde decreet. HOOFDSTUK XLII. - Slotbepalingen

Art. 192.De volgende regelingen treden in werking : 1° het decreet van 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid, met uitzondering van artikel 93, 1°, van dat decreet;2° het decreet van 10 maart 2006 houdende oprichting van de Strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed;3° het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, wat het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed betreft, evenwel beperkt tot de beleidsvelden ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed;4° het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, wat de agentschappen Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, RO-Vlaanderen en Inspectie RWO betreft;5° het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, gewijzigd bij dit besluit;6° het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid RO-Vlaanderen;7° het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Inspectie RWO, wat de beleidsvelden ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed betreft.

Art. 193.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2006, met uitzondering van artikel 189, dat in werking treedt op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 194.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 juni 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

^