gepubliceerd op 06 juni 2012
Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en wijziging van de regelgeving wat de opheffing van het agentschap Ruimtelijke Ordening betreft
11 MEI 2012. - Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en wijziging van de regelgeving wat de opheffing van het agentschap Ruimtelijke Ordening betreft (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en wijziging van de regelgeving wat de opheffing van het agentschap Ruimtelijke Ordening betreft. HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten
Art. 2.In artikel 5, § 2, 1°, van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, vervangen bij het decreet van 10 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035872 bron vlaamse overheid Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035816 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed sluiten, worden de woorden « het departement van het beleidsdomein waaraan de beleidsondersteunende opdrachten inzake ruimtelijke ordening worden toevertrouwd, aan de entiteit die door de Vlaamse Regering belast wordt met taken van beleidsuitvoering inzake lokale ruimtelijke ordening » vervangen door de woorden « het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ». HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990
Art. 3.In artikel 47, tweede lid, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, vervangen bij het decreet van 21 oktober 1997 en gewijzigd bij de decreten van 10 maart 2006, 7 december 2007 en 12 december 2008, worden de woorden « het agentschap RO-Vlaanderen » vervangen door de woorden « het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ».
Art. 4.In artikel 87, vijfde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 23 januari 1991, 10 maart 2006 en 7 december 2007, worden de woorden « het agentschap RO-Vlaanderen » vervangen door de woorden « het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ». HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
Art. 5.In artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2003, 10 maart 2006 en 23 juni 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 5° worden de woorden « het agentschap » vervangen door de woorden « het departement »;2° punt 8° wordt vervangen door wat volgt : « 8 departement : het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;».
Art. 6.In artikel 3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035872 bron vlaamse overheid Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035816 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed sluiten, worden de woorden « het agentschap » telkens vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 7.In artikel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035872 bron vlaamse overheid Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035816 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed sluiten, worden de woorden « het agentschap » telkens vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 8.In artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035872 bron vlaamse overheid Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035816 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed sluiten, worden de woorden « het agentschap » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 9.In artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035872 bron vlaamse overheid Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035816 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed sluiten, worden de woorden « het agentschap » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 10.In artikel 9 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035872 bron vlaamse overheid Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035816 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed sluiten, worden de woorden « het agentschap » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 11.In artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035872 bron vlaamse overheid Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035816 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed sluiten, worden de woorden « het agentschap » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 12.In artikel 13 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035872 bron vlaamse overheid Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035816 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed sluiten, worden de woorden « het agentschap » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 13.In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 10 maart 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035872 bron vlaamse overheid Decreet houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 10/03/2006 pub. 07/06/2006 numac 2006035816 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening. - Onroerend Erfgoed sluiten, worden de woorden « het agentschap » telkens vervangen door de woorden « het departement ». HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Art. 14.In artikel 1.1.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt opgeheven;2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° departement : het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed;».
Art. 15.In artikel 2.2.11, § 3, tweede lid, van dezelfde codex wordt de zinsnede « , behoudens wat het onteigeningsplan betreft » opgeheven.
Art. 16.In artikel 2.2.14 van dezelfde codex worden de woorden « het agentschap » telkens vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 17.In artikel 2.2.15 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « het agentschap » worden telkens vervangen door de woorden « het departement »;2° in § 3, tweede lid, wordt de zinsnede « , behalve wat het onteigeningsplan betreft » opgeheven.
Art. 18.In artikel 2.2.17, § 2, eerste lid, van dezelfde codex wordt de zinsnede « , behoudens het onteigeningsplan dat met toepassing van artikel 2.2.15, § 3, tweede lid, geacht wordt niet te zijn goedgekeurd » opgeheven.
Art. 19.In artikel 2.4.4, § 2, van dezelfde codex, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 15/07/2011 numac 2011035546 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening sluiten, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Het onteigeningsplan dat gelijktijdig met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt, wordt tegelijk met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan onderworpen aan de procedureregels bepaald voor het opmaken van dat uitvoeringsplan.
Het onteigeningsplan dat gelijktijdig met het provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt, wordt tegelijk met het ruimtelijk uitvoeringsplan onderworpen aan de procedureregels bepaald voor het opmaken van dat ruimtelijk uitvoeringsplan tot en met de definitieve vaststelling door, naargelang het geval, de provincieraad dan wel de gemeenteraad. Het onteigeningsplan wordt aan de Vlaamse Regering voorgelegd nadat het provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is goedgekeurd.
De Vlaamse Regering beslist over de goedkeuring van het onteigeningsplan en het verlenen van de onteigeningsmachtiging. ».
Art. 20.Artikel 4.1.1, 14°, en artikel 4.2.15, § 1, eerste lid, van dezelfde codex worden uitgelegd als volgt : « Een voorafgaande verkavelingsvergunning is vereist wanneer een stuk grond vrijwillig wordt verdeeld in twee of meer kavels om ten minste een van deze onbebouwde kavels te verkopen of te verhuren voor meer dan negen jaar, om er een recht van erfpacht of opstal op te vestigen, of om een van deze overdrachtsvormen aan te bieden, zelfs onder opschortende voorwaarde, met het oog op woningbouw of de oprichting van constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt. Een voorafgaande verkavelingsvergunning is niet vereist indien op de kavels één of meer woningen of constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt, worden opgericht, vooraleer de kavels door middel van een van de genoemde overdrachtsvormen worden aangeboden. ».
Art. 21.In artikel 4.2.10 van dezelfde codex worden de woorden « het agentschap » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 22.In artikel 4.4.1, § 3, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/07/2010 pub. 09/08/2010 numac 2010035575 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en van het decreet van 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid sluiten, worden tussen de woorden « het gewestplan, » en de woorden « gewestelijke of provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen » de woorden « algemene plannen van aanleg, » ingevoegd.
Art. 23.In artikel 4.4.2, § 2, tweede lid, van dezelfde codex worden de woorden « het agentschap » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 24.In artikel 4.4.3, eerste lid, van dezelfde codex worden tussen de woorden « kan desalniettemin » en de woorden « een stedenbouwkundige vergunning » de woorden « een verkavelingsvergunning of » ingevoegd.
Art. 25.Aan het opschrift van onderafdeling 4 van afdeling 1 van hoofdstuk IV van titel IV van dezelfde codex worden de woorden « en tijdelijk gebruik in afwachting van de realisatie van een bestemming » toegevoegd.
Art. 26.In artikel 4.4.4 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.In gebieden met een gebiedsaanduiding die tot de categorie « bedrijvigheid » behoort, gelegen in de havengebieden aangeduid met toepassing van het decreet van 2 februari 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, kunnen op gronden waarvan de bedrijfsbestemming nog niet is gerealiseerd, handelingen worden vergund die gericht zijn op lawaaisporten, voor zover aan alle hierna vermelde voorwaarden wordt voldaan : 1° de vergunning wordt verleend voor een bepaalde duur;2° het tijdelijke gebruik heeft geen of slechts een verwaarloosbare impact op de activiteiten op gronden waar de bedrijfsbestemming wel al is gerealiseerd;3° het tijdelijke gebruik brengt de latere realisatie van de bedrijfsbestemming niet in het gedrang. Gebieden met bestemmingsvoorschriften van een plan van aanleg die overeenkomstig artikel 7.4.13. werden geconcordeerd naar de categorie met de gebiedsaanduiding « bedrijvigheid » worden voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld met gebieden met een gebiedsaanduiding die behoort tot de categorie « bedrijvigheid ». »; 2° een paragraaf 3 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3.De Vlaamse Regering kan de in § 1 en § 2 gehanteerde begrippen verfijnen. ».
Art. 27.In artikel 4.4.7 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, punt 2°, wordt de zinsnede « , het agentschap » opgeheven;2° in paragraaf 2 worden het eerste en het tweede lid vervangen door wat volgt : « In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. ».
Art. 28.In dezelfde codex wordt een artikel 4.4.7/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 4.4.7/1. Bij de beoordeling van aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsaanvragen kan geen toepassing worden gemaakt van artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen. ».
Art. 29.In artikel 4.4.25, § 6, van dezelfde codex wordt tussen het derde en het vierde lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Indien de Vlaamse Regering het beroep verwerpt, wordt de schorsing opgeheven en krijgt het planologische attest, zoals het werd afgegeven door het bevoegde bestuursorgaan, uitwerking. Indien de Vlaamse Regering het beroep inwilligt, wordt het planologische attest vernietigd, en moet de deputatie of het college van burgemeester en schepenen opnieuw beslissen over de aanvraag tot planologisch attest, rekening houdend met de motieven voor de inwilliging van het beroep. ».
Art. 30.In artikel 4.7.21, § 3, van dezelfde codex, gewijzigd bij het decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011206242 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van het decreet van 10 maart 2006 houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed, wat betreft de adviesorganen type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 18/11/2011 pub. 19/12/2011 numac 2011206209 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake de beroepsmogelijkheden sluiten, wordt punt 2 vervangen door wat volgt : « 2° voor wat betreft het beroep ingesteld door de leidend ambtenaar van het departement of door de leidend ambtenaar van het departement of agentschap waartoe de adviserende instantie behoort, aangewezen krachtens artikel 4.7.16, § 1, eerste lid : de dag nadat het afschrift of de kennisgeving, vermeld in artikel 4.7.19, § 1, tweede lid, werd betekend; ».
Art. 31.In artikel 5.5.2, § 2, eerste lid, van dezelfde codex worden de woorden « het agentschap » vervangen door de woorden « het departement ».
Art. 32.In artikel 6.1.5 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden tussen de woorden « de gemeenten » en de woorden « in zijn provincie » de woorden « of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden » ingevoegd; 2° aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd : « Van elk proces-verbaal waarin een misdrijf in de zin van artikel 6.1.1 wordt vastgesteld, wordt een afschrift bezorgd aan de overheden, bedoeld in artikel 6.1.41, § 1, eerste lid. ».
Art. 33.Aan artikel 6.1.41, § 1, eerste lid, 1°, van dezelfde codex wordt een punt c) toegevoegd, dat luidt als volgt : « c) hetzij, indien het gevolg van het misdrijf kennelijk verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, het betalen van een geldsom gelijk aan de meerwaarde die het goed door het misdrijf heeft verkregen ».
Art. 34.In artikel 6.1.51, van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Vóór de hypothecaire overschrijving van de dagvaarding voor de correctionele rechtbank op grond van artikel 6.1.1 of het exploot tot inleiding van het geding in de zin van artikelen 6.1.41 tot en met 6.1.43, kan een overtreder de stedenbouwkundige inspecteur per beveiligde zending om een minnelijke schikking verzoeken, indien het gevolg van het misdrijf kennelijk verenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening, zo nodig na het uitvoeren van de in de minnelijke schikking besloten bouw- en aanpassingswerken.
Een minnelijke schikking is evenwel steeds uitgesloten : 1° wanneer de opdrachtgever een professionele hoedanigheid heeft zoals bedoeld in artikel 6.1.1, tweede lid; 2° wanneer het misdrijf bestaat, of onder meer bestaat, uit het verrichten van handelingen die in strijd zijn met een stakingsbevel;3° wanneer het misdrijf gepleegd werd in een ruimtelijk kwetsbaar gebied.». 2° paragraaf 3, tweede lid, wordt vervangen door wat volgt : « Naast het akkoord bedoeld in het eerste lid, is tevens het voorafgaandelijke schriftelijke akkoord vereist van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin het voorwerp van de minnelijke schikking gelegen is.Indien het misdrijf echter bestaat, of onder meer bestaat, uit het verrichten van handelingen van algemeen belang, bedoeld in artikel 4.1.1, 5°, wordt dit akkoord verleend door het departement. ».
Art. 35.In dezelfde codex wordt een artikel 7.4.1/2 ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 7.4.1/2. § 1. De gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen worden geldig verklaard met ingang van de datum van inwerkingtreding ervan. De geldigverklaring is beperkt tot de schending van het gelijkheidsbeginsel, doordat het definitief vastgestelde plan tot stand gekomen is met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan. Dat besluit zou een onverantwoorde ongelijke behandeling inhouden van personen die wensen betrokken te worden bij de publieke consultatie over de inhoudsafbakening van een plan-MER voor een ruimtelijk uitvoeringsplan dat wordt opgemaakt volgens de regels die gelden wanneer het integratiespoor wordt gevolgd, en de personen die wensen betrokken te worden bij de publieke consultatie over een plan-MER volgens de algemene regeling.
De geldigverklaring geldt voor gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvoor de beslissing van de dienst Mer over de volledigheid van de nota voor publieke consultatie genomen werd vóór de inwerkingtreding van dit artikel.
De geldigverklaring geldt tot het tijdstip van de inwerkingtreding van een ruimtelijk uitvoeringsplan dat, voor het gebied waarop het betrekking heeft, het geldig verklaarde ruimtelijke uitvoeringsplan vervangt. § 2. De Vlaamse Regering is ertoe gemachtigd de besluiten houdende definitieve vaststelling van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die volgens een vernietigingsarrest van de Raad van State aangetast zijn door een schending, vermeld in § 1, voor de toekomst ongewijzigd vast te stellen voor de percelen waarop het arrest betrekking heeft.
De provincieraad is ertoe gemachtigd de besluiten houdende definitieve vaststelling van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen die volgens een vernietigingsarrest van de Raad van State aangetast zijn door een schending, vermeld in § 1, voor de toekomst ongewijzigd vast te stellen voor de percelen waarop het arrest betrekking heeft. De Vlaamse Regering is er tevens toe gemachtigd deze besluiten opnieuw goed te keuren.
De gemeenteraad is ertoe gemachtigd de besluiten houdende definitieve vaststelling van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die volgens een vernietigingsarrest van de Raad van State aangetast zijn door een schending, vermeld in § 1, voor de toekomst ongewijzigd vast te stellen voor de percelen waarop het arrest betrekking heeft. De deputatie is er tevens toe gemachtigd deze besluiten opnieuw goed te keuren. ».
Art. 36.In artikel 7.4.9, tweede lid, van dezelfde codex worden de woorden « artikel 2.4.4, § 2, tweede lid » vervangen door de woorden « artikel 2.4.4, § 2, derde lid ». HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 37.Artikelen 15 en 19 zijn van toepassing op procedures voor de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen die door de provincieraad definitief worden vastgesteld na de inwerkingtreding van dit decreet.
Artikel 27, 2°, en artikel 28 treden in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.
Artikel 30 heeft uitwerking vanaf de datum van inwerkingtreding van het decreet van 18 november 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/11/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011206242 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van het decreet van 10 maart 2006 houdende de oprichting van de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed, wat betreft de adviesorganen type decreet prom. 18/11/2011 pub. 15/12/2011 numac 2011035991 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 18/11/2011 pub. 19/12/2011 numac 2011206209 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake de beroepsmogelijkheden sluiten tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening inzake de beroepsmogelijkheden.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 11 mei 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS _______ Nota (1) Zitting 2011-2012. Stukken. - Voorstel van decreet, 1494 - Nr. 1. - Verslag, 1494 - Nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 1494 - Nr.3.
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 2 mei 2012.