Etaamb.openjustice.be
Decreet van 08 juli 2011
gepubliceerd op 15 juli 2011

Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

bron
vlaamse overheid
numac
2011035546
pub.
15/07/2011
prom.
08/07/2011
ELI
eli/decreet/2011/07/08/2011035546/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JULI 2011. - Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Aan artikel 2.4.4, § 2, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening worden de volgende zinnen toegevoegd : « Het onteigeningsplan dat gelijktijdig met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is opgemaakt, wordt aan de Vlaamse Regering voorgelegd nadat de deputatie het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan heeft goedgekeurd. De Vlaamse Regering beslist over de goedkeuring van het onteigeningsplan en het verlenen van de onteigeningsmachtiging. »

Art. 3.In artikel 4.4.25 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De aanvraag tot planologisch attest wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waarin het voorwerp van de aanvraag ligt. Als het voorwerp van de aanvraag op het grondgebied van twee of meer gemeenten ligt, dan wordt de aanvraag ingediend bij de gemeente waar de hoofdtoegang tot het bestaande bedrijf zich bevindt.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de opbouw van het aanvraagdossier. Ze kan daarbij diverse vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang van de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de beoogde ontwikkelingsmogelijkheden. Als de gebouwen of de functies slechts gedeeltelijk vergund zijn, dan moet de aanvraag duidelijkheid bieden over de verwijdering of regularisatie van de niet-vergunde delen.

De opmaak van een aanvraag gebeurt onder de verantwoordelijkheid van één of meerdere ruimtelijk planners. »; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden « gedelegeerde planologische ambtenaar" vervangen door de woorden "gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar »;3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Als de aanvraag volledig en ontvankelijk is, dan geeft de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar een ontvangstbewijs af.»; 4° aan paragraaf 2 worden een derde, vierde, vijfde en zesde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « De gemeenteraad is bevoegd om over de aanvraag te beslissen behoudens in de gevallen die door de Vlaamse Regering zijn bepaald.De Vlaamse Regering bepaalt in welke gevallen rekening houdend met de omvang, de aard en de ligging van het bedrijf en van de met de aanvraag beoogde ontwikkelingen, de Vlaamse Regering dan wel de deputatie over de aanvraag beslist. In dergelijk geval stuurt de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar na de afgifte van het ontvangstbewijs de aanvraag door naar de Vlaamse Regering of de deputatie.

In geval de gemeenteraad bevoegd is maar het voorwerp van de aanvraag op het grondgebied van twee of meer gemeenten ligt, stuurt de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar na de afgifte van het ontvangstbewijs een exemplaar of een kopie van de aanvraag naar het college van burgemeester en schepenen van de andere betrokken gemeente of gemeenten. De betrokken gemeenteraden beslissen dan over de aanvraag elk voor wat het grondgebied van zijn gemeente betreft.

Ingeval de deputatie bevoegd is maar het voorwerp van de aanvraag op het grondgebied van twee of meer provincies ligt, stuurt de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar na de afgifte van het ontvangstbewijs een exemplaar of een kopie van de aanvraag naar de deputatie van elke betrokken provincie. De deputaties beslissen dan over de aanvraag elk voor wat het grondgebied van haar provincie betreft.

In niet-ontvoogde gemeenten die nog niet over een gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar beschikken, worden de taken vermeld in deze paragraaf, die zijn toegewezen aan de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar, uitgeoefend door een daartoe door het college van burgemeester en schepenen gemachtigde ambtenaar. »; 5° in paragraaf 4 en paragraaf 6, eerste lid worden de woorden "het college van burgemeester en schepenen » telkens vervangen door de woorden « de gemeenteraad »;6° in paragraaf 5 wordt het eerste lid opgeheven.

Art. 4.In artikel 4.4.29 van dezelfde codex wordt punt 1° opgeheven.

Art. 5.In artikel 4.8.16 van dezelfde codex, gewijzigd bij het decreet van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/07/2010 pub. 09/08/2010 numac 2010035575 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en van het decreet van 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 16/07/2010 pub. 19/08/2010 numac 2010204348 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid sluiten, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt : « § 2. De beroepen worden ingesteld binnen een vervaltermijn van vijfenveertig dagen, die ingaat als volgt : 1° wat betreft vergunningsbeslissingen : a) hetzij de dag na deze van de betekening, wanneer dergelijke betekening vereist is;b) hetzij de dag na deze van de startdatum van de aanplakking, in alle andere gevallen;2° wat betreft valideringsbeslissingen : a) hetzij de dag na deze van de betekening, wanneer dergelijke betekening vereist is;b) hetzij de dag na deze van de opname in het vergunningenregister, in alle andere gevallen;3° wat betreft registratiebeslissingen : a) hetzij de dag na deze van de betekening, wanneer dergelijke betekening vereist is;b) hetzij de dag na deze van de opname van de constructie in het vergunningenregister, in alle andere gevallen.»

Art. 6.In artikel 5.6.7, § 1, eerste lid, van dezelfde codex, vervangen bij het decreet van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/07/2010 pub. 09/08/2010 numac 2010035575 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en van het decreet van 10 maart 2006 houdende decretale aanpassingen inzake ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed als gevolg van het bestuurlijk beleid type decreet prom. 16/07/2010 pub. 19/08/2010 numac 2010204348 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid sluiten, wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de inrichting is stedenbouwkundig vergunbaar in afwijking van de bepalingen van een stedenbouwkundig voorschrift of, voor zover het gaat om een bestaande inrichting, is hoofdzakelijk vergund. »

Art. 7.Planologische attesten die werden aangevraagd vóór de datum van inwerkingtreding van artikelen 3 en 4, worden behandeld volgens de procedureregels die golden voorafgaand aan die datum.

Artikel 5 is van toepassing op alle beslissingen die worden genomen na de datum van de inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 8.Artikel 3 en 4 treden in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 8 juli 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph MUYTERS _______ Nota's (1) Zitting 2010-2011 Stukken.- Ontwerp van decreet : 1171, nr. 1. - Verslag : 1171, nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1171, nr. 3.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergadering van 29 juni 2011.

^