Etaamb.openjustice.be
Decreet van 07 mei 2004
gepubliceerd op 19 november 2004

Decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036701
pub.
19/11/2004
prom.
07/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/07/2004036701/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 MEI 2004. - Decreet betreffende de Huizen van het Nederlands (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet betreffende de Huizen van het Nederlands. HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° antenne : een vestigingsplaats van een Huis van het Nederlands;2° centrum : in zoverre zij NT2 aanbieden één der volgende entiteiten : a) een centrum voor basiseducatie, bedoeld in het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen, b) een centrum voor volwassenenonderwijs, bedoeld in het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, c) een talencentrum ingericht bij een universiteit in de zin van het decreet van 13 juli 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, d) een SYNTRA-opleidingsplaats, zijnde een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, bedoeld in artikelen 57 tot en met 61 van het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen in de kleine en middelgrote ondernemingen, e) een centrum voor beroepsopleiding van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, bedoeld in artikel 85 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding;3° cursisten : kandidaat-cursisten of cursisten;4° doorverwijzen : het oriënteren van een cursist naar het meest gepaste aanbod NT2.Deze oriëntering is enkel bindend op het vlak van de niveaubepaling; 5° NT2 : de opleiding Nederlands als tweede taal;6° onthaalbureau : een bureau, bedoeld in artikel 6 of 7, § 2, van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid;7° organieke personeelsleden : personeelsleden die fungeren op de personeelsformatie van een Huis van het Nederlands. HOOFDSTUK II. - Missie

Art. 3.§ 1. De Huizen van het Nederlands hebben als doelstelling : 1° het optimaliseren van de dienstverlening ten aanzien van anderstaligen die aan de voltijdse leerplicht voldaan hebben en die Nederlands willen leren gericht op sociale, professionele of educatieve redzaamheid. De Huizen van het Nederlands oriënteren deze anderstaligen op een deskundige en neutrale wijze naar het meest gepaste aanbod NT2 en dragen zo bij tot de integratie van anderstalige volwassenen en tot de inburgering van de anderstalige nieuwkomers in de Vlaamse samenleving; 2° het bijdragen tot het optimaliseren van het aanbod, door : a) het verwerven van een zo volledig mogelijk overzicht van vraag, aanbod, uitval (en reden tot uitval), doorstroom en wachtlijsten;b) het signaleren van knelpunten, behoeften en oplossingen aan de overheid;c) het optimaliseren van de afstemming van het aanbod NT2 tussen de verschillende centra;3° het ontwikkelen en opvolgen van een objectief meet- en registratie-instrumentarium. § 2. Vanaf 1 januari 2005 kunnen de centra slechts in aanmerking worden genomen voor financiering of subsidiëring indien zij de uitsluitende bevoegdheid van de Huizen van het Nederlands met betrekking tot de organisatie en coördinatie van intake, testing en doorverwijzing van cursisten die niet beschikken over een studiebewijs NT2 aanvaarden. HOOFDSTUK III. - Organisatie

Art. 4.§ 1. Er worden acht Huizen van het Nederlands opgericht met als werkingsgebied het grondgebied van : 1° de provincie West-Vlaanderen;2° de provincie Limburg;3° de provincie Vlaams-Brabant;4° de provincie Oost-Vlaanderen, met uitzondering van de stad Gent;5° de provincie Antwerpen, met uitzondering van de stad Antwerpen;6° de stad Antwerpen;7° de stad Gent;8° het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. § 2. Een Huis van het Nederlands wordt opgericht onder de vorm van een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid en georganiseerd door een Raad van Bestuur. § 3. Een Huis van het Nederlands kan antennes organiseren in het eigen werkingsgebied.

Centra die NT2 aanbieden kunnen niet als antenne fungeren.

Een Huis van het Nederlands, bedoeld in § 1, 1° tot en met 5°, organiseert ten minste een antenne in elke centrumstad, bedoeld in artikel 4 van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds.

De Vlaamse Regering kan het maximale aantal antennes per Huis van het Nederlands bepalen, evenals de criteria waaraan een antenne dient te voldoen om als dusdanig te worden erkend. Bij de bepaling van het maximale aantal antennes wordt ten minste rekening gehouden met het landelijk dan wel (groot)stedelijk karakter van het werkingsgebied van het Huis van het Nederlands. § 4. Huizen van het Nederlands kunnen hun opdracht inzake intake, desgevallend testing, en doorverwijzing uitvoeren in de antennes en in de centra binnen het werkingsgebied. HOOFDSTUK IV. - Bestuursstructuur Afdeling I. - De Raad van Bestuur

Onderafdeling I. - Samenstelling

Art. 5.§ 1. De Raad van Bestuur van een Huis van het Nederlands bestaat ten minste uit : 1° alle centra werkzaam binnen het werkingsgebied van het betreffende Huis van het Nederlands;2° het onthaalbureau gevestigd binnen het werkingsgebied van het betreffende Huis van het Nederlands;3° de betrokken provincies voor de Huizen van het Nederlands met de in artikel 4, § 1, 1° tot en met 5°, bedoelde werkingsgebieden;4° de betrokken steden voor de Huizen van het Nederlands met de in artikel 4, § 1, 6° en 7°, bedoelde werkingsgebieden;5° de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor wat betreft het Huis van het Nederlands met het in artikel 4, § 1, 8°, bedoelde werkingsgebied;6° organisaties van cursisten NT2.De Vlaamse Regering duidt deze organisaties van cursisten NT2 aan.

Indien de in het eerste lid, 1°, bedoelde centra zich uitstrekken over het werkingsgebied van meerdere Huizen van het Nederlands, dan zijn zij verplicht deel uit te maken van al de Raden van Bestuur van deze Huizen van het Nederlands. § 2. De Raad van Bestuur kan deskundigen aanduiden die de beraadslagingen van de Raad van Bestuur met raadgevende stem bijwonen. § 3. De coördinator woont de vergaderingen van de Raad van Bestuur met raadgevende stem bij.

Onderafdeling II. - Opdrachten

Art. 6.De Raad van Bestuur van een Huis van het Nederlands staat in voor volgende opdrachten : 1° de globale realisatie van de in artikel 3 vastgestelde missie;2° het opstellen van een uitgewerkt plan met betrekking tot de organisatie van en de dienstverlening door het Huis van het Nederlands.De Vlaamse Regering bepaalt de nadere modaliteiten met betrekking tot het opstellen en het indienen van het plan. Het plan is afgestemd op de afspraken geformuleerd in het afsprakenkader NT2, goedgekeurd op de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, en/of elk aanvullend of vervangend kader; 3° het verlenen van medewerking aan de overeenkomstig artikel 7 aan de coördinator toevertrouwde opdrachten;4° het uitvoeren van de in artikel 15 bedoelde richtlijn;5° het goedkeuren van een jaarlijkse begroting;6° het goedkeuren van een jaarlijkse gezamenlijke begroting betreffende het geautomatiseerd registratiesysteem, bedoeld in artikel 11, § 1, tweede lid, 2°. De Raad van Bestuur bezit de residuaire bevoegdheden.

De Raad van Bestuur kan andere dan de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden opdragen aan de coördinator of enig ander orgaan. De coördinator of het orgaan legt over de gedelegeerde bevoegdheden verantwoording af aan de Raad van Bestuur. Afdeling II. - De coördinator

Art. 7.De coördinator staat in voor volgende specifieke opdrachten : 1° het leiden van het Huis van het Nederlands en het verzorgen van het contact met externe organisaties, in het bijzonder de diensten van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;2° het verzamelen en verstrekken van informatie betreffende het aanbod NT2 van alle betrokken centra en van eventuele andere aanbieders NT2;3° het implementeren van het in artikel 6, eerste lid, 2°, bedoelde plan op het vlak van een gecoördineerde en geobjectiveerde intake, desgevallend testing, en doorverwijzing van zowel cursisten die doorverwezen zijn door de centra en de onthaalbureaus als van degenen die zich rechtstreeks aandienen bij het Huis van het Nederlands. Hiertoe organiseert het Huis van het Nederlands opleidingen en andere bekwaamheidsbevorderende activiteiten voor de personen belast met deze intake, testing en doorverwijzing; 4° het registreren van de resultaten van de intake, desgevallend testing, en doorverwijzing en het verder administratief opvolgen van de cursisten die zich voor een opleiding NT2 inschrijven bij één van de betrokken centra.Hiertoe maakt het Huis van het Nederlands gebruik van het door de Vlaamse Gemeenschap ter beschikking gesteld registratiesysteem; 5° het verstrekken van informatie aan de onthaalbureaus waarover deze moeten beschikken om hun opdracht zoals bepaald in artikelen 8 en 25, § 1, van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid te kunnen uitoefenen. De coördinator informeert de Raad van Bestuur regelmatig over de stand van zaken van de aangelegenheden, bedoeld in het eerste lid. HOOFDSTUK V. - Werkingsbeginselen

Art. 8.§ 1. De Raad van Bestuur verkiest een voorzitter en een ondervoorzitter. § 2. De Raad van Bestuur vergadert op uitnodiging van de voorzitter, de ondervoorzitter of de coördinator. § 3. De Raad van Bestuur kan slechts geldig vergaderen indien ten minste de helft van de leden aanwezig is of door middel van een volmacht aan een ander lid aan de Raad van Bestuur vertegenwoordigd is.

De beslissingen van de Raad van Bestuur worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Elk lid van de Raad van Bestuur heeft één stem. § 4. De Raad van Bestuur stelt binnen twee maanden na de oprichting van het Huis een huishoudelijk reglement vast dat de nadere wijze bepaalt waarop het Huis van het Nederlands wordt bestuurd en zijn organen hun bevoegdheden uitoefenen. Het huishoudelijk reglement wordt bekrachtigd door de Vlaamse Regering.

Bij ontstentenis van een huishoudelijk reglement, kan de Vlaamse Regering de werkingsbeginselen van het betrokken Huis van het Nederlands vastleggen.

Art. 9.Een Huis van het Nederlands heeft alle bevoegdheden die rechtstreeks of onrechtstreeks noodzakelijk of nuttig zijn voor de uitoefening van hun opdracht, met inbegrip van : 1° het sluiten van overeenkomsten;2° het verwerven van alle roerende of onroerende goederen die nodig zijn voor de verwezenlijking van de missie;3° het verwerven of vestigen van zakelijke of andere rechten op roerende of onroerende goederen. Een Huis van het Nederlands kan geen andere rechtspersonen oprichten of erin deelnemen, onverminderd de bepalingen van artikel 19. HOOFDSTUK VI. - Personeel

Art. 10.De Vlaamse Regering stelt het personeelskader vast en bepaalt de rechtspositieregeling van het personeel.

Een Huis van het Nederlands kan voor de intake, desgevallend testing, en doorverwijzing een beroep doen op personeelsleden van een centrum die, mits hun akkoord, door het desbetreffende centrum ter beschikking worden gesteld van het Huis. Bedoelde opdrachten worden uitgeoefend overeenkomstig de procedures voorgeschreven door het Huis van het Nederlands. HOOFDSTUK VII. - Financiering Afdeling I. - De bepaling van het globaal krediet

Art. 11.§ 1. De Vlaamse Gemeenschap stelt voor de loonkost van de organieke personeelsleden en de werkingsmiddelen van de Huizen van het Nederlands een globaal krediet ter beschikking. Voor de periode september-december 2004 bedraagt het globaal krediet 833.000 euro.

Vanaf het begrotingsjaar 2005 waarborgt de Vlaamse Regering binnen de beschikbare begrotingskredieten telkens drie jaar na elkaar ten minste hetzelfde globaal krediet, dat ten minste gelijk is aan 2.500.000 euro.

Binnen het globaal krediet worden twee forfaitaire bedragen voorzien : 1° een forfaitair bedrag van 50.000 euro per Huis van het Nederlands; 2° een forfaitair bedrag voorzien voor onderhoud en ontwikkeling van het gezamenlijk geautomatiseerd registratiesysteem.De Vlaamse Regering bepaalt dit forfaitair bedrag op basis van een door de Huizen van het Nederlands gezamenlijk ingediende begroting. § 2. De loonkosten voor het organiek personeel kunnen maximaal 80 % bedragen van deze enveloppe.

Art. 12.De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden waaronder zij het globaal krediet, na aftrek van de forfaitaire bedragen, onder de Huizen van het Nederlands verdeelt, evenredig met het aantal cursisten dat werd doorverwezen naar een centrum en rekening houdend met het aantal antennes. Voor de verdeling van het krediet van het jaar n wordt rekening gehouden met het aantal doorverwezen cursisten van het jaar n-2.

In afwijking van het eerste lid wordt aan het Huis van het Nederlands met als werkingsgebied het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad een krediet toegekend ten bedrage van 15 % van het globale krediet na aftrek van de forfaitaire bedragen. Afdeling II. - De wijze van uitkering van de enveloppe

Art. 13.De forfaitaire bedragen, bedoeld in artikel 11, § 1, tweede lid, worden uiterlijk op 31 maart betaald.

Het overige deel van het krediet wordt na voorafname van de kosten voor organiek personeel, maandelijks per twaalfde ter beschikking gesteld van elk Huis van het Nederlands. De betaling gebeurt aan het einde van elke maand waarop het twaalfde betrekking heeft, met uitzondering van de maand december, waarvoor betaling gebeurt op de eerste werkdag van de maand januari van het volgend jaar. Afdeling III. - Overige middelen

Art. 14.§ 1. Een Huis van het Nederlands kan benevens de jaarlijkse enveloppe beschikken over volgende middelen : 1° financiële, materiële of immateriële ondersteuning door openbare besturen;2° opbrengsten uit het eigen bezit;3° schenkingen en legaten;4° leningen van allerlei aard;5° andere inkomsten, op grond van een machtiging door de Vlaamse Regering. § 2. Een Huis van het Nederlands kan schenkingen en legaten onder bezwarende titel ontvangen na machtiging van de Vlaamse Regering.

De Vlaamse Regering kan aan de leningen van een Huis van het Nederlands de waarborg van de Vlaamse Gemeenschap verlenen. § 3. Onverminderd de bestaande mogelijkheden inzake detachering kan een personeelslid, tewerkgesteld bij één van de in artikel 5, § 1, eerste lid, bedoelde actoren, belast worden met een taak bij een Huis van het Nederlands.

Het betrokken personeelslid blijft gedurende de opdracht juridisch en administratief behoren tot de terbeschikking stellende actor. HOOFDSTUK VIII. - Aansturing en toezicht Afdeling I. - Richtlijnen

Art. 15.§ 1. De Vlaamse Regering werkt voor elk Huis van het Nederlands driejaarlijks een richtlijn uit.

In de richtlijn worden tenminste volgende aangelegenheden vastgelegd : 1° de rapportering door het Huis van het Nederlands aan de Vlaamse Regering in verband met tenminste de algemene werking van het Huis van het Nederlands, het aanbod NT2, de intake, testing, doorverwijzing en administratieve opvolging van de cursisten.Hiertoe reikt de Vlaamse Regering documenten aan. Er wordt ten minste vóór 31 maart van het volgende jaar voorzien in een jaarlijks rapport betreffende de werking van het afgelopen kalenderjaar; 2° de gedragsregels die betrekking hebben op de door het Huis van het Nederlands aan de burgers te leveren diensten. § 2. De richtlijn wordt uitgewerkt in samenspraak met het betrokken Huis van Nederlands. Afdeling II. - Toezicht

Art. 16.§ 1. De beslissingen van de Raad van Bestuur inzake de in artikel 6, eerste lid, 2°, 5° en 6°, bedoelde en in de richtlijn opgesomde aangelegenheden worden binnen een termijn van twintig kalenderdagen, die aanvangt de dag na het treffen ervan, toegezonden aan de Vlaamse Regering. § 2. Zo de Vlaamse Regering vaststelt dat deze beslissingen van de Raad van Bestuur rechtsregels schenden of het algemeen belang schaden wordt volgende procedure gevolgd : 1° de Vlaamse Regering stelt de Raad van Bestuur onverwijld in kennis van het onregelmatig of niet opportuun karakter van de beslissing.Zij kan deze beslissing daarbij schorsen binnen een termijn van veertig kalenderdagen die aanvangt de dag na ontvangst van de beslissing door de Vlaamse Regering; 2° de Raad van Bestuur kan beslissen de geschorste beslissing te rechtvaardigen of in te trekken.De genomen beslissing wordt aan de Vlaamse Regering toegezonden binnen een termijn van twintig kalenderdagen die aanvangt de dag na het treffen ervan; 3° tot vernietiging van de beslissing van de Raad van Bestuur kan worden overgegaan binnen een termijn van veertig kalenderdagen die aanvangt de dag na ontvangst door de Vlaamse Regering van de beslissing of, in voorkomend geval, van de beslissing tot rechtvaardiging van een geschorste beslissing.De Vlaamse Regering kan beslissen om de vernietigde beslissing te vervangen door een zelf genomen beslissing. Het vernietigingsbesluit en de eventuele vervangende beslissing worden onverwijld ter kennis gebracht van de Raad van Bestuur. Afdeling III. - Opvragen van gegevens

Art. 17.De Vlaamse Regering kan, met het oog op evaluatie en bijsturing van het beleid, gegevens opvragen bij de Huizen van het Nederlands. HOOFDSTUK IX. - Bijzondere bepalingen betreffende het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad

Art. 18.§ 1. Het Huis van het Nederlands met als werkingsgebied het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad heeft, naast de in artikel 3 bedoelde missie, volgende doelstellingen : 1° de kwaliteitsondersteuning van het Nederlandstalig aanbod voor anderstaligen;2° het voeren van een taalpromotiebeleid voor anderstaligen en Nederlandstaligen. § 2. De in artikel 6 bedoelde opdrachten van de Raad van Bestuur worden uitgebreid met de globale realisatie van de doelstellingen, genoemd in § 1. § 3. De Raad van Bestuur duidt het orgaan of het personeelslid aan dat instaat voor de integratie van het geheel van de doelstellingen van het Huis van het Nederlands.

Het orgaan of het personeelslid oefent daartoe de in artikel 7, 1°, bedoelde leidinggevende opdracht uit. § 4. Tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het Huis voor het Nederlands vindt een gestructureerd overleg plaats omtrent financiering, werking, beheer, rapportering en aansturing.

Art. 19.Tot een door de Vlaamse Regering te bepalen datum kan het Huis van het Nederlands met als werkingsgebied het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad deelnemen in andere rechtspersonen, die de verwezenlijking van de in artikel 3 bedoelde missie mede kunnen bevorderen. HOOFDSTUK X. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen

Art. 20.In het decreet van 12 juli 1990 houdende de regeling van de basiseducatie voor laaggeschoolde volwassenen wordt een artikel 15bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Artikel 15bis.Indien een Centrum voor Basiseducatie werkzaam is binnen een werkingsgebied van een Huis van het Nederlands, bedoeld in het decreet van 7 mei 2004 betreffende de Huizen van het Nederlands, moet het deel uitmaken van de Raad van Bestuur van dat Huis van het Nederlands om aanspraak te kunnen maken op de globale toelage, bedoeld in artikel 14. ».

Art. 21.Aan artikel 33 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : «

Artikel 33bis.De niveaubepaling van cursisten die niet beschikken over een studiebewijs van een opleiding Nederlands tweede taal en zich voor dergelijke opleiding aanbieden, berust bij de Huizen van het Nederlands, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de Huizen van het Nederlands. ».

Art. 22.Aan artikel 45 van hetzelfde decreet, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. Indien een centrum werkzaam is binnen een werkingsgebied van een Huis van het Nederlands, bedoeld in het decreet van 7 mei 2004 betreffende de Huizen van het Nederlands, moet het deel uitmaken van de Raad van Bestuur van dat Huis van het Nederlands om aanspraak te kunnen blijven maken op het recht op financiering of subsidiëring. »

Art. 23.Hoofdstuk II, afdeling 6, van het decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003, bestaande uit artikel 11, wordt opgeheven. HOOFDSTUK XI. - Overgangsbepaling

Art. 24.In afwijking van artikel 12, eerste lid, gebeurt de verdeling van de middelen overgangsmatig als volgt : 1° voor de periode vanaf 1 september tot en met 31 december 2004 worden de middelen verdeeld op basis van het aantal geverifieerde cursisten NT2 van de centra voor volwassenenonderwijs en van de centra voor basiseducatie van de referteperiode 2002-2003;2° voor de periode vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005 worden de middelen verdeeld op basis van het aantal geverifieerde cursisten NT2 van de centra voor volwassenenonderwijs en van de centra voor basiseducatie van de referteperiode 2003-2004. HOOFDSTUK XII. - Inwerkingtredingsbepaling

Art. 25.Dit decreet treedt in werking op 1 september 2004 met uitzondering van artikelen 3, § 2, en 4, § 3, tweede lid, die in werking treden op 1 januari 2005.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 7 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken. - Ontwerp van decreet, 2209 - Nr. 1. - Amendementen, 2209 - Nr. 2. - Verslag over de hoorzitting, 2209 - Nr. 3. - Verslag, 2209 - Nr. 4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 2209 - Nr. 5.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : morgenvergadering van 28 april 2004 en vergadering van 29 april 2004.

^