Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 25 april 2024
gepubliceerd op 20 augustus 2024

Besluit tot wijziging van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de geestelijke gezondheid en zijn diensten die actief zijn in Wallonië

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024007900
pub.
20/08/2024
prom.
25/04/2024
ELI
eli/besluit/2024/04/25/2024007900/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 APRIL 2024. - Besluit tot wijziging van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de geestelijke gezondheid en zijn diensten die actief zijn in Wallonië


De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Code van Sociale Actie en Gezondheid, de artikelen 47/21, tweede lid, 47/24, § 1er, tweede lid, 491/35, vijfde lid, 491/36, vierde lid, 491/37, §§ 1er en 2, 491/39, tweede lid, 491/40, § 1er, tweede en derde lid, 491/43, tweede lid, 491/44, 491/46, tweede lid, 491/47, 491/48, derde lid, 491/49, zevende en achtste lid, 491/50, tweede lid, 538/3, achtste en negende lid, 538/9, tweede lid, 538/10, tweede lid, eerste lid, 538/11, 538/12, tweede en derde lid, 538/13, tweede lid, 538/14, alinea 2, 538/17, alinea 3, 538/18, alinea 4, 538/19, § 1er, alinea 3, § 2, 538/20, 538/21, alinea 3, 538/22, alinea's 2 en 3, 538/24, 538/30, § 2, 538/31, 538/33, alinea 1er, 538/34, alinea 3, 538/35, §§ 2 en 3, 538/38, lid 3, 538/39, lid 10, 538/40, §§ 2 en 3, 538/44, §§ 8 en 9, 538/50, leden 2 en 3, 538/51, § 2, lid 1er, 538/52, 538/53, leden 2 en 3, 538/54, 538/55, lid 2, 538/58, lid 2, 538/59, lid 4, 538/60, § 1er, tweede en tweede lid, 538/61, 538/62, derde lid, 538/63, derde en vierde lid, 538/65, § 1er, derde lid, 538/71, § 2, 538/72, 538/74, eerste lid, 538/75, derde lid, 538/76, tweede en derde lid, 538/79, derde lid, 538/80, tiende lid, 538/81, tweede en derde lid, 541, leden 8 en 9, 542, § 2, lid 3, 543, lid 5, 545, lid 5, 547, lid 3, 556, § 2, leden 2 en 3, 557, 558, § 2, lid 2, 560, § 1er, lid 4, en § 3, 561, § 3, 561/1, § 3, 562, 563, 564, 565, 566, §§ 2 en 3, 567, 568, § 3, 571, § 3, 581, § 1er, 585, § 2, § 3, en § 3, § 3, 590, 591, 598, 599, 600, § 1er, § 3, 603, § 2, 612, § 1er, § 3, en § 2, § 10, 615, 617/1, § 4, 617/2, tweede lid, 679/5, vierde lid, 679/7, § 2, derde en vierde lid, § 3, tweede lid, en § 4, 679/8, tweede en derde lid, 679/9, 679/10, derde lid, 679/11, § 2, tweede en derde lid, 679/13, tweede lid, 679/14, 679/15, derde lid, 679/16, achtste lid, 679/17, tweede en derde lid;

Gelet op het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van psychiatrische verzorgingstehuizen;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten.

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de initiatieven van beschut wonen en op de samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten.

Gelet op het koninklijk besluit van 10 december 1990 houdende vaststelling van de regels voor het bepalen van de opnemingsprijs voor personen die worden opgenomen in psychiatrische verzorgingstehuizen;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 juni 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten1 houdende vaststelling van het maximum aantal plaatsen van beschut wonen dat in gebruik mag worden genomen alsmede van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van een aantal ziekenhuisbedden zoals bedoeld in artikel 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987.

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten2 houdende vaststelling van de regelen volgens dewelke het budget van financiële middelen, het quotum van verblijfdagen en de prijs per verblijfdag voor initiatieven van beschut wonen worden bepaald;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten3 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten4 houdende vaststelling van de regelen volgens welke een gedeelte van de opnemingsprijs in psychiatrische verzorgingstehuizen ten laste van de Staat wordt gelegd ;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 juni 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten5 houdende vaststelling van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van een aantal ziekenhuisbedden zoals bedoeld in artikel 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 5 november 1987 tot bepaling van de nadere regels voor de erkenning en de sluiting alsook van de procedure inzake beroep voor de ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten, afdelingen, functies, initiatieven van beschut wonen en samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van het programmacijfer voor psychiatrische verzorgingstehuizen Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 1990 tot vaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de psychiatrische verzorgingstehuizen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 17 oktober 2023;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 25 oktober 2023;

Gelet op het rapport van 15 februari 2024 opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten2 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;

Gelet op het advies van de Waalse Adviesraad voor gehandicapte personen, gegeven op 14 november 2023;

Gelet op het standaardadvies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 19 december 2023 ;

Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 16 februari 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.662/4;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 19 februari 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie" (Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië), gegeven op 18 december 2023;

Overwegende dat het advies van de "Commission wallonne de la Santé" (Waalse Gezondheidscommissie) op 31 oktober 2023 werd gevraagd, dat de "Commission wallonne de la Santé" (Waalse Gezondheidscommissie) niet binnen de vereiste termijn op dit verzoek heeft geantwoord;

Gelet op de beslissingen van 7 november 2023 van het inter-Franstalig Overlegorgaan en van het intra-Franstalig ministerieel comité voor overleg om geen advies uit te brengen;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSUTK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit besluit regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II - Gelet op het reglementair deel van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid; Afdeling 1. - Invoering van een specifieke Titel gewijd aan

geestelijke gezondheid

Art. 2.Het opschrift van Titel III van Boek VII van deel twee van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wordt vervangen door : "Titel III. Bijzondere stelsels inzake geestelijke gezondheidszorg". ". Afdeling 2. - Wijzigingen van het strategisch plan voor geestelijke

gezondheid

Art. 3.In titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vóór hoofdstuk I, een inleidend hoofdstuk ingevoegd, met als opschrift: "Inleidend hoofdstuk strategisch plan voor geestelijke gezondheid ".

Art. 4.In het inleidende hoofdstuk van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 1 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 1. Opstellen van een strategisch plan voor geestelijke gezondheid. ".

Art. 5.In afdeling 1 van het inleidende hoofdstuk van titel II van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1609/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/1.§ 1. Twee jaar voor het verstrijken van het plan beslist de Minister, na advies van het stuurcomité, over de oprichting van werkgroepen.

De Minister bepaalt: 1° het aantal werkgroepen;2° het thema dat door elke werkgroep dient te worden behandeld;3° de vertegenwoordiging van de sectoren en doelgroepen in elke werkgroep met betrekking tot het in 2° bedoelde thema;4° de verslagleggingsfrequentie van elke werkgroep. De leden van elke werkgroep worden door het stuurcomité aangesteld.

De overeenkomstig de bovenstaande leden opgerichte werkgroepen hebben tot opdracht het stuurcomité voorstellen te doen inzake doelstellingen en strategieën op het gebied van geestelijke gezondheid. § 2. Een jaar voor het verstrijken van het plan dient het stuurcomité, op grond van de voorstellen van de werkgroepen, een ontwerpplan in bij de Minister. ".

Art. 6.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/2.De Minister legt het ontwerpplan voor advies voor aan het Comité "Gezondheid" bedoeld in artikel 11 van het decreetgevend deel van het Wetboek. Dit advies wordt uiterlijk twee maanden na de adviesaanvraag langs elektronische weg aan de Minister meegedeeld.

De Minister legt het plan, samen met het advies van het Comité "Gezondheid", ter goedkeuring voor aan de Regering.

Het plan is in overeenstemming met nationale en internationale verbintenissen en overeenkomsten.

Het plan wordt voor vijf jaar aangenomen.

Het plan is progressief. De Regering of haar afgevaardigde brengt de aanpassingen aan in het plan die noodzakelijk zijn geworden door de gevolgen van de in het plan voorziene maatregelen en door de ontwikkeling van de gezondheidssituatie, na het advies van het stuurcomité te hebben aangevraagd. Het stuurcomité brengt zijn advies uit binnen de maand van de adviesaanvraag. ".

Art. 7.In het inleidende hoofdstuk van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1609/2, een afdeling 2 ingevoegd, met als opschrift "Afdeling 2. Sturingscomité ".

Art. 8.In afdeling 2 van het inleidende hoofdstuk van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1609/3 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/3.§ 1. Het stuurcomité bestaat uit gewone leden en genodigden.

Indien een beslissing genomen moet worden via een stemming, nemen enkel de gewone leden eraan deel. § 2. Het stuurcomité bestaat uit de volgende personen : 1° de Minister of diens afgevaardigde;2° twee leden van het Agentschap aangewezen op voorstel van de administrateur-generaal, onder de personeelsleden van de diensten van de branche "Gezondheid";3° een lid van het Agentschap aangewezen op voorstel van de administrateur-generaal, onder de personeelsleden van de diensten van de branche "Handicap";4° een vertegenwoordiger per overlegplatform inzake geestelijke gezondheid : 5° twee vertegenwoordigers van psychiatrische verzorgingstehuizen, aangewezen op voordracht van de federaties van psychiatrische verzorgingstehuizen;6° twee vertegenwoordigers van psychiatrische verzorgingstehuizen, aangewezen op voordracht van de federaties van initiatieven voor beschut wonen;7° twee vertegenwoordigers van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, aangewezen op voordracht van de federatie van diensten voor geestelijke gezondheidszorg;8° twee vertegenwoordigers van netwerken gespecialiseerd in verslaving;9° drie vertegenwoordigers van de Waalse verzekeringsinstellingen: 10° een lid voorgedragen door de verenigingen van begunstigden.11° één vertegenwoordiger per referentiecentrum voor geestelijke gezondheid;12° een vertegenwoordiger per specifiek referentiecentrum 13° een vertegenwoordiger van de eerstelijnszorg;14° een vertegenwoordiger van de personen met een handicap. De gewone leden van het stuurcomité worden aangewezen door de Minister voor een periode van vijf jaar, die kan verlengd worden.

Een plaatsvervangend lid wordt voor elk gewoon lid aangesteld. Dit plaatsvervangend lid zetelt enkel als het desbetreffend gewoon lid afwezig is.

Het gewone lid dat het comité verlaten heeft, wordt onmiddellijk vervangen voor de resterende duur van het mandaat van het vervangen gewone lid. § 3. Het stuurcomité nodigt, naar gelang van de behoeften en de agenda, alle personen uit die erkend zijn om hun bijzondere deskundigheid inzake geestelijke gezondheid en wier aanwezigheid nuttig is voor de werkzaamheden.

Het stuurcomité nodigt, naar gelang van de behoeften en de agenda, vertegenwoordigers uit van de regionale overheidsdiensten, de federale overheidsdiensten of van andere deelentiteiten waarvan de aanwezigheid nuttig is voor de werkzaamheden. § 4. Bij zijn installatie stelt het stuurcomité een bureau aan en kiest zijn voorzitter bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige gewone leden.

Het secretariaat van het stuurcomité wordt door het Agentschap waargenomen. De notulen van de vergaderingen van het stuurcomité worden door het Agentschap bewaard. De notulen worden bewaard tot ten minste 31 december van het tiende jaar na de opstelling daarvan. § 5. Het stuurcomité neemt zijn huishoudelijk reglement aan. § 6. Het stuurcomité vergadert zo vaak als zijn opdrachten zulks vereisen, en ten minste eenmaal per jaar.

Het stuurcomité vergadert op initiatief van zijn voorzitter, of wanneer een derde van zijn leden daarom verzoekt. ". Afdeling 3. - Wijzigingen betreffende de referentiecentra inzake

geestelijke gezondheid

Art. 9.In titel III van boek VII van deel II van hetzelfde wetboek wordt na artikel 1609/3 een inleidend hoofdstuk bis ingevoegd, met als opschrift: "Inleidend hoofdstuk bis Referentiecentra inzake geestelijke gezondheid ".

Art. 10.In het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 1 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 1. Algemene bepalingen. ".

Art. 11.In afdeling 1 van het inleidend hoofdstuk bis van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde wetboek wordt een artikel 1609/4 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/4.De definities in artikel 491/33 van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn van toepassing op dit hoofdstuk.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "inrichtende macht" verstaan: het orgaan dat verantwoordelijk is voor het beheer van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid of het specifieke referentiecentrum. ".

Art. 12.In het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1609/4, een afdeling 2 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 2. Actieplan ".

Art. 13.In afdeling 2 van het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1609/5 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/5.Om de gegevens te verzamelen die nodig of nuttig zijn voor het uitvoeren van de acties bedoeld in artikel 491/35 van het decreetgevend deel van het Wetboek, is het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid gemachtigd om verzoeken om informatie in te dienen bij alle overheidsinstanties en particuliere instellingen.

De gegevens worden in geanonimiseerde vorm verzameld, in overeenstemming met de auteursrechtwetgeving. ".

Art. 14.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/6 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/6.De Minister stelt het model van actieplan bedoeld in artikel 49136 van het decreetgevend deel van het Wetboek op.

Het actieplan omvat : 1° alle acties die het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid onderneemt in het kader van zijn erkenning;2° in voorkomend geval, acties die worden uitgevoerd krachtens een erkenning als bedoeld in de artikelen 410/9, 410/16 en 410/25 van het decreetgevend deel van het Wetboek. De acties bedoeld in het tweede lid, 2°, komen niet in aanmerking voor de subsidie bedoeld in artikel 1609/15. ".

Art. 15.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/7 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/7.§ 1. Het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid stuurt het Agentschap elektronisch zijn actieplan als bijlage bij zijn erkenningsaanvraag.

De toekenning van de erkenning impliceert stilzwijgende goedkeuring van het actieplan. § 2. Het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid stuurt aanpassingen aan de doelstellingen van zijn actieplan elektronisch naar het Agentschap binnen een maand na de aannemingen van deze wijzigingen.

Het Agentschap bericht ontvangst van de aanpassingen van het actieplan binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de zending.

Het Agentschap keurt de aanpassingen van het actieplan goed binnen de drie maanden te rekenen van hun ontvangst. Als het Agentschap niet binnen deze termijn reageert, betekent dit dat de aanpassingen van het actieplan stilzwijgend worden goedgekeurd. ".

Art. 16.In het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1609/7, een afdeling 3 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 3. Erkenning. ".

Art. 17.In afdeling 3 van het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1609/8 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/8.De deontologische regels bedoeld in artikel 491/36, lid 1, 8°, van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn in bijlage 144 vermeld. ".

Art. 18.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/9 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/9.De erkenningsaanvraag wordt elektronisch door het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid bij het Agentschap ingediend, na een oproep bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel 491/37, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek. De termijn voor het indienen van de aanvraag wordt in de oproep vermeld.

De aanvraag omvat : 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....; ; f) de verbintenis om de opdracht bedoeld in artikel 491/34 van het decreetgevend deel van het Wetboek uit te voeren;g) de verbintenis om de acties bedoeld in artikel 491/35 van het decreetgevend deel van het Wetboek uit te voeren;h) de verbintenis om het actieplan uit te voeren, zoals bedoeld in artikel 491/36, lid 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek;i) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van bestuursorgaan waarop de beslissing tot het aanvragen van de erkenning werd genomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° een verklaring op eer waaruit blijkt dat de kandidaat wordt begeleid door academische of wetenschappelijke adviseurs als bedoeld in artikel 491/36, eerste lid, 6°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;5° het actieplan bedoeld in artikel 491/36, lid 1, 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;6° de voorlopige begroting bedoeld in artikel 491/36, eerste lid, 7°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;7° het organigram van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheidszorg;8° elk ander document dat het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid relevant acht om zijn aanvraag te ondersteunen.".

Art. 19.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/10 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/10.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag langs elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

Het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag, om haar dossier te vervolledigen. Indien dit niet het geval is, wordt zijn erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap maakt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier over aan de Minister. § 4. De Minister beslist over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.

De Minister of zijn afgevaardigde maakt zijn beslissing aan het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid bekend. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap toegezonden. ".

Art. 20.In het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1609/10, een afdeling 4 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 4.

Begeleidingscomité ".

Art. 21.In afdeling 4 van het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1609/11 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/11.Het begeleidingscomité bestaat uit: 1° drie personen die het betrokken referentiecentrum voor geestelijke gezondheid vertegenwoordigen;2° één persoon die elk ander erkend referentiecentrum voor geestelijke gezondheid vertegenwoordigt;3° één persoon die elk erkend specifiek referentiecentrum vertegenwoordigt;4° twee personen, behorend tot verschillende categorieën van instellingen, die de sector van de geestelijke gezondheidszorg vertegenwoordigen en erkend zijn door het Waals Gewest;5° een persoon die de hulp- en zorgverleners bedoeld in het decreetgevend deel van het Wetboek vertegenwoordigt;6° een persoon die de begunstigden van erkende instellingen voor geestelijke gezondheidszorg vertegenwoordigt;7° een persoon die de gezinnen van begunstigden van erkende instellingen voor geestelijke gezondheidszorg vertegenwoordigt;8° een persoon die de overlegplatforms inzake geestelijke gezondheid vertegenwoordigt;".

Art. 22.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/12 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/12.§ 1. De kandidatuur voor het begeleidingscomité wordt door de kandidaat elektronisch ingediend bij het Agentschap, na bekendmaking van een oproep tot kandidatuur in het Belgisch Staatsblad overeenkomstig artikel 491/40, § 1 van het decreetgevend deel van het Wetboek. De termijn voor het indienen van de kandidatuur wordt in de oproep vermeld.

In de oproep tot het indienen van kandidaturen specificeert de Minister de inhoud van de kandidatuur voor het begeleidingscomité. § 2. De Administratie bericht ontvangst van de kandidatuur voor het begeleidingscomité binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kandidatuur. § 3. Het Agentschap zendt de Minister het volledige dossier van de kandidaturen voor het begeleidingscomité, samen met zijn advies, op hetzelfde ogenblik als het dossier betreffende de erkenning van het betrokken referentiecentrum voor geestelijke gezondheid. § 4. De Minister beslist over de samenstelling van het begeleidingscomité onmiddellijk na het verlenen van de erkenning aan het betrokken referentiecentrum voor geestelijke gezondheidszorg.

De Minister of zijn afgevaardigde maakt zijn beslissing aan het betrokken referentiecentrum voor geestelijke gezondheid en aan de kandidaten voor het begeleidingsbekend. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap overgemaakt. § 5. Wanneer de ontvangen aanvragen voor het begeleidingscomité niet toelaten het begeleidingscomité volledig samen te stellen overeenkomstig de bepalingen van artikel 1609/11, duidt de Minister de leden van het begeleidingscomité aan op basis van de ontvangen kandidaturen en maakt hij een nieuwe oproep tot kandidaturen bekend met het oog op het vervolledigen van de samenstelling van het begeleidingscomité. ".

Art. 23.In het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1609/12, een afdeling 5 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 5. Specifieke referentiecentra ".

Art. 24.In afdeling 5 van het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1609/13 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/13.De opdrachten van het in artikel 491, tweede lid, van het decreet bedoelde specifieke referentiecentrum worden in overleg met het erkende referentiecentrum voor geestelijke gezondheid uitgeoefend om de uitwisselingen en samenwerkingen te bevorderen. ".

Art. 25.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/14 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/14.Het begeleidingscomité bestaat uit: 1° drie personen die het betrokken specifieke referentiecentrum vertegenwoordigen;2° één persoon die elk ander erkend referentiecentrum voor geestelijke gezondheid vertegenwoordigt;3° één persoon die elk ander erkend specifiek referentiecentrum vertegenwoordigt dat zich met hetzelfde onderwerp bezighoudt;4° twee personen, behorend tot verschillende categorieën van instellingen, die de sector van de geestelijke gezondheidszorg vertegenwoordigen en erkend zijn door het Waals Gewest;5° een persoon die de hulp- en zorgverleners bedoeld in het decreetgevend deel van het Wetboek vertegenwoordigt;6° een persoon die de begunstigden van erkende instellingen voor geestelijke gezondheidszorg vertegenwoordigt;7° een persoon die de gezinnen van begunstigden van erkende instellingen voor geestelijke gezondheidszorg vertegenwoordigt;8° een persoon die de overlegplatforms inzake geestelijke gezondheid vertegenwoordigt;".

Art. 26.In het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1609/14, een afdeling 6 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 6. Subsidiëring ".

Art. 27.In afdeling 6 van het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1609/15 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/15.§ 1. Het erkende referentiecentrum voor geestelijke gezondheid krijgt een totale subsidie van 500.000,00 euro toegewezen.

Het in lid 1 bedrag van 500.000,00 euro is gekoppeld aan de spilindex 123,14, in de basis 2013 = 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. § 2. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde subsidie. § 3. De Minister bepaalt per omzendbrief de lijst van de in aanmerking komende kosten die ten laste komen van de subsidie bedoeld in paragraaf 1.

Deze omzendbrief wordt elektronisch aan het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid overgemaakt.

Art. 28.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/16 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/16.Overeenkomstig artikel 491/47 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden de balans en de resultatenrekening opgesteld op basis van het model opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 29 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten1 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. ".

Art. 29.In het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1609/16, een afdeling 7 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 7. Evaluatie, controle en sancties ".

Art. 30.In afdeling 7 van het inleidende hoofdstuk bis van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1609/17 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/17.§ 1. De evaluatie van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid is gebaseerd op: 1° de ingediende activiteitenverslagen;2° de vorige evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° de positieve of negatieve verschillen tussen de doelstellingen van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid en de uitgevoerde acties vast te stellen en toe te lichten;2° een kwalitatieve evaluatie uit te voeren van de acties die door het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid worden uitgevoerd;3° aanbevelingen op te stellen ter verbetering van de kwaliteit van de acties en praktijken van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid; 4° nieuwe doelstellingen uitwerken voor het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid.; § 3. Het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid voert ten minste om de drie jaar een zelfevaluatie uit.

Het zelfevaluatieverslag wordt elektronisch aan het Agentschap toegezonden.

Het Agentschap maakt, indien nodig, opmerkingen over het hem toegezonden zelfevaluatieverslag. § 4. Een evaluatiegesprek vindt plaats op initiatief van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid, dan wel op initiatief van het Agentschap, wanneer een van deze partijen een dergelijk gesprek nuttig acht.

Het evaluatiegesprek omvat, voor zover mogelijk: 1° alle leden van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheidszorg;2° alle personeelsleden van het Agentschap die belast zijn met de evaluatie van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid i 3° eventueel andere personen die gezamenlijk door het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid en het Agentschap worden uitgenodigd. Aan het eind van het evaluatiegesprek stelt het Agentschap een evaluatieverslag op.

Dit evaluatieverslag wordt binnen de maand na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid.

Het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid heeft vanaf de ontvangst van het evaluatieverslag één maand de tijd om zijn opmerkingen elektronisch bij het Agentschap in te dienen.

Het Agentschap verwerkt de opmerkingen van het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid in het definitieve evaluatieverslag. § 5. Het in paragraaf 3 bedoelde zelfevaluatieverslag wordt, met de eventuele opmerkingen van het Agentschap, binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid aan het begeleidingscomité.

Het in paragraaf 4 bedoelde definitieve evaluatieverslag wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid en aan het begeleidingscomité. ".

Art. 31.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/18 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/18.De conclusies van de in artikel 491/49 van het decreetgevend Wetboek bedoelde controle worden binnen een termijn van drie maanden toegezonden aan het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid, dat over een termijn van een maand beschikt, te rekenen vanaf de ontvangst van de conclusies, om haar opmerkingen aan het Agentschap te doen toekomen. ".

Art. 32.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1609/19 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1609/19.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een referentiecentrum voor geestelijke gezondheid niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het dit referentiecentrum voor geestelijke gezondheid in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn om hieraan te voldoen, die niet korter mag zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Na afloop van de termijn om zich in overeenstemming te brengen, doet het Agentschap, indien de vastgestelde tekortkomingen blijven bestaan, een voorstel tot intrekking van de erkenning, waarvan het kennis geeft aan het betrokken referentiecentrum voor geestelijke gezondheid Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen vanaf de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt het betrokken referentiecentrum voor geestelijke gezondheid uitgenodigd voor een hoorzitting, teneinde zijn argumenten naar voren te brengen. Het kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.

Binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de hoorzitting wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en overgemaakt aan het verhoord referentiecentrum voor geestelijke gezondheid dat over 15 dagen beschikt om zijn opmerkingen te laten gelden.

Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van de erkenning binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het volledige dossier. ". Afdeling 4. - Afdeling 4. Wijzigingen betreffende de psychiatrische

verzorgingstehuizen.

Art. 33.In titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1768 een hoofdstuk I/1 ingevoegd, met als opschrift: "Hoofdstuk I/1. Psychiatrische verzorgingstehuizen ".

Art. 34.In hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 1 ingevoegd, met als opschrift. "Afdeling 1. Algemene bepalingen. ".

Art 35. In afdeling 1 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/1.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° "referentiecentrum voor geestelijke gezondheidszorg": het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid zoals bedoeld in artikel 491/35 van het decreetgevend deel van het Wetboek 2° "specifiek referentiecentrum": het specifiek referentiecentrum zoals bedoeld in artikel 491/42 van het decreetgevend deel van het Wetboek;3° "inrichtende macht": het orgaan dat verantwoordelijk is voor het beheer van het psychiatrisch verzorgingstehuis. De definities in artikel 538/1 van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn van toepassing op dit hoofdstuk. ".

Art. 35.In hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt, na artikel 1768/1, een afdeling 2 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 2. Organisatie- en werkingsregels. ".

Art. 36.In afdeling 2 van hoofdstuk I/1 van titel II van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, met als opschrift "Onderafdeling 1. Dienstverleningsproject "

Art. 37.In onderafdeling 1 van afdeling 2 van hoofdstuk I/1 van titel III van Boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/2.§ 1. De territoriale omgeving bedoeld in artikel 538/3, zesde lid, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bestaat uit de beschrijving van de ligging van elke vestiging van het psychiatrisch verzorgingstehuis in relatie tot onder meer de demografische kenmerken van de betrokken gemeente, de aanwezigheid van andere economische activiteiten, de mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding en de bereikbaarheid met het openbaar vervoer.

De institutionele omgeving bedoeld in artikel 538/3, lid 6, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bestaat uit het aanduiden van de aanwezigheid van andere instellingen voor geestelijke gezondheidszorg in de nabijheid van elk psychiatrisch verzorgingstehuis. § 2. De doelstellingen en het actieplan bedoeld in artikel 538/3, zesde lid, 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek worden bepaald in verhouding tot de doelstellingen, acties en strategieën voorzien in het strategisch plan voor de geestelijke gezondheid bedoeld in artikel 47/19, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, voor zover deze doelstellingen, acties en strategieën betrekking hebben op de opdracht van psychiatrische verzorgingstehuizen bedoeld in artikel 538/2 van het decreetgevend deel van het Wetboek. § 3. Het psychiatrisch verzorgingstehuis bepaalt de acties die betrokken zijn bij de zelfevaluatie bedoeld in artikel 538/3, zesde lid, 5°, van het decreetgevend deel van het Wetboek.

Het psychiatrisch verzorgingstehuis bepaalt de indicatoren die gebruikt worden voor de zelfevaluatie en de frequentie van de zelfevaluatie, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elke actie. ".

Art. 38.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/3 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/3.Elk psychiatrisch verzorgingstehuis kan de hulp inroepen van een referentiecentrum voor geestelijke gezondheid of een specifiek referentiecentrum om zijn dienstverleningsproject te ontwikkelen en zijn zelfevaluatie uit te voeren.

De aanvraag voor individuele ondersteuning wordt elektronisch verstuurd naar het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid of het specifieke referentiecentrum en ter informatie doorgestuurd naar de administratie. ".

Art. 39.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/4 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/4.§ 1. Voordat het dienstverleningsproject wordt goedgekeurd, wordt het onderworpen aan het multidisciplinair overleg bedoeld in artikel 538/13 van het decreetgevend deel van het Wetboek;

Het dienstverleningsproject wordt definitief goedgekeurd door de inrichtende macht na et in lid 1 bedoelde overleg. § 2. Het dienstverleningsproject geeft aan welke periode het bestrijkt, die niet langer mag zijn dan vijf jaar. § 3. Het psychiatrisch verzorgingstehuis dient zijn nieuw dienstverleningsproject langs elektronische weg bij het Agentschap in vóór het einde van de zesde maand vóór het verstrijken van zijn lopende dienstverleningsproject.

Het Agentschap bericht ontvangst van het dienstverleningsproject binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de verzending.

Het Agentschap keurt het dienstverleningsproject goed binnen de drie maanden te rekenen van zijn ontvangst. Als het Agentschap niet binnen deze termijn reageert, betekent dit dat het dienstverleningsproject wordt goedgekeurd. § 4. In afwijking van paragraaf 1 wordt het eerste dienstverleningsproject door de inrichtende macht goedgekeurd zonder voorafgaand overleg.

In afwijking van paragraaf 3 dient het psychiatrische verzorgingstehuis zijn eerste dienstverleningsproject elektronisch in bij het Agentschap als bijlage bij haar erkenningsaanvraag. ".

Art. 40.In afdeling 2 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1768/4 een onderafdeling 2 ingevoegd, met als opschrift : "Onderafdeling 2.

Personeel en omkadering. ".

Art. 41.In onderafdeling 2 van afdeling 2 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 1768/5 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/5.Het psychiatrisch verzorgingstehuis moet een geneesheer-psychiater in dienst hebben.

De geneesheer-psychiater voert de volgende specifieke taken uit: 1° hij is verantwoordelijk voor het opname- en ontslagbeleid;2° hij legt contacten met het netwerk voor medische aangelegenheden;3° hij is verantwoordelijk voor interventiescenario's in geval van een crisis;4° hij is verantwoordelijk voor de supervisie van het multidisciplinaire team. Bij afwezigheid van een geneesheer-psychiater kunnen deze taken worden toevertrouwd aan een arts gespecialiseerd in neurologie of een arts gespecialiseerd in geriatrie. ".

Art. 42.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/6 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/6.Om deel uit te maken van het verzorgend en paramedisch personeel moet je in het bezit zijn van : 1° een van de volgende masterdiploma's, bachelordiploma's of erkenning als zorgverlener: a) verpleegkundige;b) psycholoog;c) assistent in de psychologie;d) criminoloog ;e) maatschappelijk werker ;f) ergotherapeut ;g) master- of bachelordiploma sociologie ;h) een master- of bachelordiploma in menswetenschappen en sociale wetenschappen;i) opvoeder;j) orthopedagoog;k) fysiotherapeut;l) psycho-motricus;m) zorgkundige;n) een ander master- of bachelordiploma in de zorg.; 2° of een A2-opvoederdiploma.".

Art. 43.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/7 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/7.De personeelsnorm is 13,5 voltijdequivalenten per dertig begunstigden, met de volgende limieten: 1° ten hoogste 5 voltijdse equivalenten voor het personeel bedoeld in artikel 1768/5 ;2° ten minste 8,5 voltijdse equivalenten voor het personeel bedoeld in artikel 1768/6, waarvan één voltijds equivalent voor de functie van hoofdverpleegkundige. De in lid 1 bedoelde norm wordt verhoogd met één halftijdse orthopedagoog of psycholoog per vijftien begunstigden met een verstandelijke handicap.

De inrichtende mach benoemt één hoofdverpleegkundige per dertig begunstigden. Deze hoofdverpleegkundige is opgenomen in de norm bedoeld in lid 1. ".

Art. 44.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/8 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/8.§ 1. De inrichtende macht kan een geneesheer psychiater, een arts gespecialiseerd in neurologie, een arts gespecialiseerd in geriatrie, een klinisch psycholoog of een zelfstandig fysiotherapeut aanwerven in het kader van een samenwerkingsovereenkomst. § 2. De inrichtende macht kan een onafhankelijke dienstverlener, anders dan bedoeld in paragraaf 1, in het kader van een samenwerkingsovereenkomst alleen in dienst nemen met toestemming van de Minister.

Om de in lid 1 bedoelde vergunning te verkrijgen, zendt het psychiatrische verzorgingstehuis langs elektronische weg een met redenen omklede aanvraag naar het agentschap. Dit verzoek gaat vergezeld van een gedetailleerd dossier waarin wordt aangetoond dat het moeilijk is om een statutaire werknemer of een werknemer in loondienst met een arbeidsovereenkomst in dienst te nemen. De Minister beslist over de aanvraag binnen de maand na ontvangst van het dossier.

De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende psychiatrische verzorgingstehuis.

In afwijking van het tweede lid voegt het psychiatrisch verzorgingstehuis dat een erkenning aanvraagt en de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een vergunning, bedoeld in het tweede lid. De minister beslist over deze vergunningsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 45.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/9 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/9.Het multidisciplinair overleg bedoeld in artikel 538/13 van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt minstens één keer per maand georganiseerd.

Voorafgaand aan elke multidisciplinaire overlegvergadering wordt een agenda gestuurd naar elke persoon die deelneemt, in overeenstemming met de procedures die zijn vastgelegd in het dienstverleningsproject.

Van elke multidisciplinaire overlegvergadering worden notulen opgesteld volgens de procedures die in het dienstverleningsproject staan. ".

Art. 46.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/10 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/10.Er moet op elk moment van de dag ten minste één verpleegkundige per dertig begunstigden aanwezig zijn.

Tijdens de nacht moet er op elk moment ten minste één verpleegkundige of een zorgkundige per dertig begunstigden aanwezig zijn. Als een zorgkundige 's nachts dienst heeft, kan hij een verpleegkundige oproepen als dat nodig is. ".

Art. 47.In afdeling 2 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1768/10 een onderafdeling 3 ingevoegd, met als opschrift : "Onderafdeling 3.

Bepalingen betreffende het gebouw ".

Art. 48.In onderafdeling 3 van afdeling 2 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 1768/11 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/11.De Minister verleent de afwijkingen bedoeld in artikel 538/17, lid 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek Om de in lid 1 bedoelde afwijking te verkrijgen, zendt het psychiatrische verzorgingstehuis langs elektronische weg een met redenen omklede aanvraag naar het agentschap. De Minister beslist over de aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van het dossier. De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende psychiatrische verzorgingstehuis.

In afwijking van het tweede lid voegt het psychiatrisch verzorgingstehuis dat een erkenning aanvraagt en de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een afwijking, bedoeld in het tweede lid.

De Minister beslist over deze afwijkingsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 49.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/12 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/12.De Minister verleent de afwijkingen bedoeld in artikel 538/18, lid 4, van het decreetgevend deel van het Wetboek Om de in lid 1 bedoelde afwijking te verkrijgen, zendt het psychiatrische verzorgingstehuis langs elektronische weg een met redenen omklede aanvraag naar het agentschap. De Minister beslist over de aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van het dossier. De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende psychiatrische verzorgingstehuis.

In afwijking van het tweede lid voegt het psychiatrisch verzorgingstehuis dat een erkenning aanvraagt en de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een afwijking, bedoeld in het tweede lid.

De Minister beslist over deze afwijkingsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 50.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/13 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/13.§ 1. In afwijking van artikel 538/19, § 1, lid 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek mag een kamer twee bedden hebben wanneer het totaal aantal kamers met twee bedden in het psychiatrisch verzorgingstehuis niet meer bedraagt dan de helft van het totaal aantal kamers in dit psychiatrisch verzorgingstehuis. § 2. De minister verleent de afwijkingen bedoeld in artikel 538/19, § 1, derde lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek, andere dan deze bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel.

Om de in lid 1 bedoelde afwijking te verkrijgen, zendt het psychiatrische verzorgingstehuis langs elektronische weg een met redenen omklede aanvraag naar het agentschap. De Minister beslist over de aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van het dossier. De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende psychiatrische verzorgingstehuis.

In afwijking van het tweede lid voegt het psychiatrisch verzorgingstehuis dat een erkenning aanvraagt en de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een afwijking, bedoeld in het tweede lid.

De Minister beslist over deze afwijkingsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 51.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/14 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/14.§ 1. Het psychiatrisch verzorgingstehuis heeft de volgende gemeenschappelijke ruimtes: 1° een of meer eetzalen;2° een woonkamer, bij voorkeur een andere dan een eetkamer ;3° een ruimte voor gezamenlijke activiteiten en bezigheidstherapie;4° gebieden voor individuele hulp en ondersteuning. § 2. Het psychiatrisch verzorgingstehuis moet voldoende sanitaire voorzieningen hebben. Deze sanitaire voorzieningen omvatten : 1° minstens één wastafel per begunstigde ;2° een douche of bad voor maximaal zes begunstigden;3° een toilet voor maximaal zes gebruikers. Badkamer- en toiletdeuren moeten naar buiten opengaan en voorzien zijn van veiligheidssloten die geopend kunnen worden door het personeel.

De sanitaire voorzieningen en slaapkamers zijn uitgerust met een oproepsysteem. ".

Art. 52.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/15 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/15.Het psychiatrisch verzorgingstehuis voldoet aan de brandbeveiligingsnormen die gelden voor ziekenhuizen. ".

Art. 53.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/16 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/16.De Minister verleent de afwijkingen bedoeld in artikel 538/21, lid 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek Om de in lid 1 bedoelde afwijking te verkrijgen, zendt het psychiatrische verzorgingstehuis langs elektronische weg een met redenen omklede aanvraag naar het agentschap. De Minister beslist over de aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van het dossier. De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende psychiatrische verzorgingstehuis.

In afwijking van het tweede lid voegt het psychiatrisch verzorgingstehuis dat een erkenning aanvraagt en de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een afwijking, bedoeld in het tweede lid.

De Minister beslist over deze afwijkingsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 54.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/17 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/17.Het psychiatrisch verzorgingstehuis is toegankelijk en geschikt voor personen met beperkte mobiliteit.

De lokalen waar het psychiatrisch verzorgingstehuis op 1 januari 2024 gevestigd is, moeten toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit uiterlijk: 1° na de uitvoering van de eerste verbouwingswerken in die lokalen, met de uitzonderingen voorzien in artikel 414, § 2 van de gewestelijke leidraad voor stedenbouw;2° na verplaatsing van de activiteiten naar nieuwe lokalen die zijn gebouwd of verbouwd op grond van een na 3 juli 1999 afgegeven stedenbouwkundige vergunning. Het psychiatrisch verzorgingstehuis dat beschikt over lokalen die toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, mag zijn activiteiten niet overbrengen naar lokalen die niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.

Wanneer de lokalen om een van de in lid 2 genoemde redenen niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, biedt het psychiatrisch verzorgingstehuis personen met beperkte mobiliteit of lijdend aan een sensoriële handicap alternatieve oplossingen die hen in staat stellen gebruik te maken van dezelfde diensten als valide personen. ".

Art. 55.In afdeling 2 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1768/17 een onderafdeling 4 ingevoegd, met als opschrift : "Onderafdeling 4.

Bepalingen betreffende de leefomgeving ".

Art. 56.In onderafdeling 4 van afdeling 2 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 1768/18 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/18.Het psychiatrisch verzorgingstehuis bewaart medicijnen in een afgesloten kast. ".

Art. 57.In hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt, na artikel 1768/18, een afdeling 3 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 3. Financiële bepalingen ".

Art. 58.In afdeling 3 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/19 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/19.§ 1. De verblijfskosten voor begunstigden die zijn opgenomen in een psychiatrisch verzorgingstehuis bestaan uit de volgende onderdelen: 1° deel A dient om de kosten van investeringen en kortetermijnleningen te dekken;2° deel B1A is bedoeld om de werkingskosten te dekken;3° deel B1B is bedoeld om de werkingskosten te dekken;4° deel B2 dient ter dekking van de kosten van medisch en paramedisch personeel;5° deel C2A1 is bedoeld om de inhaalkosten te dekken;6° deel C2A2 is bedoeld om inhaalbetalingen op de attractiviteitspremie te dekken;7° deel C2B vertegenwoordigt de infrastructuurinhaalheffing. Delen A, B1B en C2B zijn voor rekening van de begunstigde.

Delen A, C2A1 en C2A2 zijn voor rekening van het Agentschap. § 2. Deel A van de verblijfskosten is vastgesteld op één bedrag van €2,48 per dag. § 3. Deel B1A van de verblijfskosten is vastgesteld op €3,40 per dag. § 4. Deel B1B van de verblijfskosten is vastgesteld op 43,85 euro per dag. § 5. Deel B2-van de verblijfskosten komt overeen met het verschil tussen het bedrag berekend volgens artikel 1768/20 en het bedrag van deel C2A1van de verblijfskosten. § 6. Deel C2A1 van de verblijfskosten komt overeen met het verschil tussen enerzijds het bedrag van de nog niet in aanmerking genomen inhaalbedragen voor de psychiatrische verzorgingstehuizen gedeeld door het aantal dagen dat overeenstemt met het gemiddelde aantal bedden in de psychiatrische verzorgingstehuizen die voor 90% bezet zijn, en anderzijds deel C2B van de verblijfskosten.

Voor de berekening van het gemiddelde aantal bedden als bedoeld in lid 1 worden de meest recente beschikbare gegevens in aanmerking genomen.

Wanneer het in lid 1 bedoelde verschil negatief is, wordt deel C2B van de verblijfskosten voor de berekening van dit verschil tot nul herleid. § 7. Deel C2A2 van de verblijfskosten is een forfaitair bedrag per voltijdsequivalent per jaar, dat als volgt wordt vastgesteld: 1° voor de psychiatrische verzorgingstehuizen in de openbare sector : 960,77 euro;2° voor de psychiatrische verzorgingstehuizen in de private sector : 996,55 euro. De in lid 1 genoemde bedragen zijn inclusief werkgeversbijdragen en zijn bedoeld om de betaling te dekken van de attractiviteitspremie voor personeel dat boven de minimum omkaderingsnormen in dienst is.

Voor de toepassing van dit lid komt het aantal voltijdse equivalenten dat in aanmerking wordt genomen overeen met het verschil tussen het aantal voltijdse equivalenten dat door de psychiatrische verzorgingstehuizen wordt aangegeven in het kadaster van de non-profit tewerkstelling, op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt toegekend, en het aantal voltijdse equivalenten dat voldoet aan de personeelsnorm bedoeld in artikel 1768/7. § 8. Deel C2B van de verblijfskosten van de accommodatie komt overeen met het gemiddelde inhaalbedrag dat wordt verkregen door de nog niet in aanmerking genomen inhaalbedragen voor alle vestigingen op te tellen, gedeeld door het aantal dagen dat overeenkomt met het totale gemiddelde aantal bedden in de sector dat voor 90% bezet is, waarna dit gemiddelde inhaalbedrag wordt verminderd met een bedrag van 1,60 euro. Het bedrag is niet hoger dan 4,84 euro. § 9. Voor de toepassing van de paragrafen 6, 7 en 8 is de nieuwe prijs van toepassing en wordt deze meegedeeld op 1 oktober van elk jaar. § 10. De respectieve bedragen van 3,40 euro bedoeld in lid 3, 43,85 euro bedoeld in paragraaf 4, 960,77 en 996,55 euro bedoeld in paragraaf 7, lid 1, en 4,84 euro bedoeld in lid 8 zijn gekoppeld aan de spilindex 123,14 in de basis 2013 = 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. ".

Art. 59.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/20 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/20.§ 1. De bijdrage die verzekeraars betalen voor diensten van psychiatrische verzorgingstehuizen voor mensen die lijden aan een langdurige gestabiliseerde psychische stoornis in een psychiatrisch verzorgingstehuis is vastgesteld op 97,19 euro per dag. § 2. De bijdrage die verzekeraars betalen voor diensten van psychiatrische verzorgingstehuizen voor verstandelijk gehandicapten in een psychiatrisch verzorgingstehuis is vastgesteld op 105,23 euro per dag. § 3. In de interventies bedoeld in paragraaf 1 en paragraaf 2 is een bedrag van €2,48 per dag opgenomen ter dekking van de kosten van toezicht door een psychiatrisch specialist. § 4. De bedragen, bedoeld in paragraaf 1 en n paragraaf 2, worden verminderd met 14,87 euro per dag indien krachtens een overeenkomst tussen de psychiatrische instellingen en de verzekeraars een bijdrage uit de ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt verleend voor functionele heropvoeding nazorg tijdens het verblijf in een psychiatrisch verzorgingstehuis. § 5. De bijdrage bedoeld in paragraaf 1 omvat een bedrag van € 1,24 ter dekking van de attractiviteitspremie voor personeel dat aan minimale omkaderingsnormen voldoet.

De bijdrage bedoeld in paragraaf 2 omvat een bedrag van € 1,24 ter dekking van de attractiviteitspremie voor personeel dat aan minimale omkaderingsnormen voldoet. § 6 In de bijdrage bedoeld in paragraaf 1 en paragraaf 2 wordt een bedrag van 0,87 euro opgenomen voor de financiering van de uren onregelmatige dienstverlening door verpleegkundigen, zorgkundigen of opvoeders tussen 19 uur en 20 uur of die worden verstrekt tot na middernacht, ongeacht het tijdstip waarop de dienstverlening is aangevat.

Voor de vergoeding van onregelmatige prestaties worden ten minste de volgende toeslagen toegekend aan het betrokken personeel: 1° voor de tussen 19u en 20u gepresteerde uren, in verhouding tot de werkelijk gepresteerde dienst in dit tijdsbestek : a) voor het personeel dat betaald wordt volgens het zogenaamde regime " per prestatie " : 20 % van het barema-uurloon ongeacht de dag van de week waarbij de toeslag op zaterdag, zon- en feestdagen van toepassing is indien deze voordeliger is dan die 20 %; b) voor het personeel dat via het forfait van 11 % betaald wordt : de toeslag voor het nachtuurloon toegevoegd aan het basisbarema van 111 %, ongeacht de dag van de week, inclusief zaterdag en zon- en feestdagen.; 2° de uren gewerkt tussen 20 uur en 6 uur 's morgens worden beschouwd als nachturen en worden als dusdanig beloond, volgens de voorwaarden die gelden op het ogenblik van de dienst, zowel tijdens de week als op zaterdag, zondag en feestdagen.Bovendien worden alle uren of delen van een uur van een prestatie die middernacht overschrijdt, beschouwd en betaald als nachturen zelfs indien de prestatie start vóór 20 uur of eindigt na 6uur.

Er blijven gunstiger overeenkomsten of praktijken gelden, ook voor andere personeelscategorieën.

De betaling van toeslagen voor onregelmatige prestaties aan personeelsleden zoals gedefinieerd in deze paragraaf is een voorwaarde voor de financiering van de in dit artikel beschreven bijdragen. § 7. De bijdrage voorzien in paragraaf 1 en paragraaf 2 omvat een bedrag van €0,21 voor reiskosten tussen huis en werkplek. § 8. De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde bijdrage omvat een bedrag van € 0,13 voor de herwaardering van het barema van de zorgkundigen. § 9. Er wordt een subsidie toegekend ter dekking van de bezoldigingskosten die gemaakt worden na de aanwerving van bijkomend personeel voor psychiatrische verzorgingstehuizen van de private sector.

Het in het eerste lid bedoeld bijkomend personeel moet worden aangeworven voor een of meer van de volgende functies: 1° verpleegkundige;2° zorgkundige;3° opvoeder ;4° animator. De tewerkgestelde werknemer voert onder andere een of meer van de volgende opdrachten uit: 1° patiënten begeleiden, observeren en pedagogische en relationele zorg verlenen;2° informatie en psychosociale ondersteuning voor patiënten en hun naasten;3° het uitvoeren van zorgtaken;4° bijdragen aan de kwaliteit en continuïteit van de zorg;5° de uitvoering van administratieve taken met betrekking tot patiënten;6° het bezoek en de evaluatie van psychiatrische patiënten die in andere zorgeenheden worden behandeld;7° het delen van de expertise van verpleegkundigen gespecialiseerd in de psychiatrie met niet-gespecialiseerde verpleegkundigen;8° hulp bij het uitvoeren van huishoudelijke taken zoals het bereiden en serveren van maaltijden, het opmaken van bedden, enz. Het bedrag van de subsidie bedoeld in het eerste lid bedraagt 2,41 euro.

De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde bijdrage wordt verhoogd met dit bedrag van 2,41 euro per dag voor de financiering.

In het kader van deze financiering worden de totale jaarlijkse kosten van een voltijdsequivalent geschat op 68.817,47 euro.

Het aanwerven van bijkomend personeel gebeurt ofwel door een nieuwe werknemer aan te nemen, ofwel door de werktijd te verlengen van een werknemer die al door het psychiatrisch verzorgingshuis is aangenomen.

De arbeidsovereenkomst of het aanhangsel ervan vermeldt uitdrukkelijk de verwijzing naar de maatregel voor de aanwerving van bijkomend personeel genomen in het kader van de driedelige intersectorale kaderovereenkomst voor de Waalse non-profitsector 2021-2024 van 27 mei 2021.

Om in aanmerking te komen voor de financiering bedoeld in deze paragraaf, moet het psychiatrische verzorgingstehuis het Agentschap uiterlijk op 31 maart :het volgende bezorgen: 1° een afschrift van de arbeidsovereenkomst of het aanhangsel van de arbeidsovereenkomst van de werknemers die in de loop van het betrokken jaar zijn aangeworven;2° op een elektronische drager, volgens het model vastgelegd door het Agentschap, de inlichtingen met betrekking tot het betrokken personeelslid. Op basis van de voltijdse equivalenten die tijdens het jaar N in dienst waren en de theoretische schaal van 68 817,47 euro per voltijds equivalent berekent het Agentschap het bedrag van de subsidie die aan het einde van de periode gerechtvaardigd is. Deze berekening wordt tijdens het volgende jaar gemaakt en de aanpassing wordt opgenomen in C2A1. § 10. Alle bedragen bedoeld in dit artikel worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. ".

Art. 60.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/21 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/21.§ 1. De eerste gewestelijke bijdrage in de verblijfskosten in psychiatrische verzorgingstehuizen ten laste van de patiënten is vastgesteld op 19,15 euro per dag: 1° voor begunstigden die personen ten laste hebben in het kader van de ziekteverzekering of die op grond van een gerechtelijk bevel of een notariële akte onderhoudsgeld moeten betalen;2° voor begunstigden die in de zorgverzekering zijn ingeschreven als personen ten laste van een verzekeringnemer. De gewestelijke bijdrage in de prijs van het verblijf in psychiatrische verzorgingstehuizen wordt vastgesteld op 11,50 euro per dag voor rechthebbenden op de verhoogde verzekeringsbijdrage, zoals bepaald in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, alsook voor de begunstigden die recht hebben op deze verhoogde bijdrage krachtens artikel 32 van het koninklijk besluit van 29 december 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/12/1997 pub. 31/12/1997 numac 1997022987 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd sluiten houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd.

De regionale bijdrage in de verblijfskosten in psychiatrische verzorgingstehuizen is vastgesteld op €5,75 per dag voor alle andere begunstigden. § 2. Voor begunstigden die op 1 januari 2003 in het psychiatrisch verzorgingstehuis verblijven, wordt de in paragraaf 1 bedoelde gewestelijke bijdrage vastgesteld overeenkomstig de in dit paragraaf bepaalde voorwaarden, voor zover deze voor hen gunstiger zijn.

De in lid 1 bedoelde bijdrage is 9,91 euro per dag: 1° voor de begunstigden die recht hebben op een leefloon overeenkomstig de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie;2° voor de rechthebbenden die recht hebben op een gewaarborgd inkomen overeenkomstig de wet van 1 april 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/04/1969 pub. 11/06/1998 numac 1998000217 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden . - Duitse vertaling sluiten tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden of die hun rechten op pensioenverhoging behouden in toepassing van artikel 21, § 2, van dezelfde wet;3° voor de begunstigden die krachtens de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap recht hebben op een tegemoetkoming die evenwel verminderd of niet toegekend wordt om één van de redenen bedoeld in artikel 12 van dezelfde wet;4° voor begunstigden die recht hebben op de verhoogde verzekeringsbijdrage en die ofwel personen ten laste hebben in het kader van de ziekteverzekering ofwel door een rechterlijke beslissing of een notariële akte verplicht zijn om onderhoudsgeld te betalen;5° voor begunstigden die in de zorgverzekering zijn ingeschreven als personen ten laste van de in de punten 1° tot 4° bedoeld verzekeringnemer. De in lid 1 bedoelde bijdrage is 7,44 euro per dag: 1° voor begunstigden die recht hebben op de verhoogde verzekeringsbijdrage en geen personen ten laste hebben in het kader van de ziekteverzekering;2° voor begunstigden die hetzij personen ten laste hebben in het kader van de ziekteverzekering, hetzij door een rechterlijke beslissing of een notariële akte verplicht zijn onderhoudsgeld te betalen, met uitzondering van de begunstigden bedoeld in het tweede lid, 1° tot en met 4° ;3° voor begunstigden die in de zorgverzekering zijn ingeschreven als personen ten laste van de in het eerste lid bedoelde verzekeringnemer. De bijdrage bedoeld in lid 1 bedraagt 4,96 euro per dag voor begunstigden die geen personen ten laste hebben in de zorgverzekering, met uitzondering van de begunstigden bedoeld in paragraaf 2, 1° tot 3°, en paragraaf 3, 1°. § 3. De tweede gewestelijke bijdrage in de verblijfskosten in psychiatrische verzorgingstehuizen ten laste van de patiënten is vastgesteld als volgt: 1° EUR 9,80 per verblijfdag voor Waalse begunstigden die a) personen ten laste hebben onder hun verzekering voor geneeskundige verzorging ;b) een verplichting hebben om onderhoudsgeld te betalen op grond van een gerechtelijk bevel of een notariële akte;c) ingeschreven zijn in de verzekering voor geneeskundige verzorging als personen ten laste van een verzekeringnemer 2° 18,00 EUR per verblijfdag voor Waalse rechthebbenden die niet onder 1° vallen en die anders recht hebben op de verhoogde uitkering, zoals bepaald in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en : a) bovendien : - geen recht hebben op een integratietegemoetkoming zoals bepaald in de wet van 27 februari 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/1987 pub. 18/10/2004 numac 2004000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten Duitse vertaling sluiten betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap - of recht hebben recht op een integratietegemoetkoming van categorie 1;b) en voor het overige recht hebben op - een integratietegemoetkoming als illegale werknemer; - of sociale integratie (leefloon); - of een inkomensgarantie voor ouderen; 3° 14,13 EUR per verblijfdag voor Waalse begunstigden die niet onder 1° vallen en anders recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming en : a) bovendien : - geen recht hebben op een integratietegemoetkoming; - of recht hebben recht op een integratietegemoetkoming van categorie 1; b) en bovendien : - geen recht hebben op een invaliditeitsuitkering; - of recht hebben op een invaliditeitsuitkering, anders dan voor onregelmatige werknemers; 4° 10,64 EUR per verblijfdag voor Waalse begunstigden die niet onder 1° vallen en anders recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming en : - recht hebben op een integratietegemoetkoming van categorie 2 of 3;b) en voor het overige recht hebben op een invaliditeitsuitkering als onregelmatige werknemer;5° 7,42 EUR per verblijfdag voor Waalse begunstigden die niet onder 1° vallen en anders recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming en : a) voor het overige recht hebben op een integratietegemoetkoming van categorie 2 of 3;b) en bovendien : - geen recht hebben op een invaliditeitsuitkering; - of recht hebben op een invaliditeitsuitkering, anders dan voor onregelmatige werknemers; 6° 7,42 EUR per verblijfdag voor Waalse begunstigden die niet onder 1° vallen en anders recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming en : a) voor het overige recht hebben op een integratietegemoetkoming van categorie 4 of 5;b) en voor het overige recht hebben op een invaliditeitsuitkering als onregelmatige werknemer;7° 6,14 EUR per verblijfdag voor Waalse begunstigden die niet onder 1° vallen en anders recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming en : a) voor het overige recht hebben op een integratietegemoetkoming van categorie 4 of 5;b) en bovendien, - geen recht hebben op een invaliditeitsuitkering; - of recht hebben op een invaliditeitsuitkering, anders dan voor onregelmatige werknemers; 8° 5,51 EUR per verblijfdag voor Waalse begunstigden die niet onder 1° tot en met 7° vallen. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 december 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 25/12/1997 numac 1997003680 bron ministerie van financien Koninklijk besluit betreffende de dekking van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 23/12/1997 numac 1997022909 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 18/02/1998 numac 1997022965 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende benoeming van de leden van de Commissie voor toezicht op en evaluatie van de statistische gegevens die verband houden met de medische activiteiten in de ziekenhuizen type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 18/12/1997 numac 1997022918 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijdrage van de openbare instellingen van sociale zekerheid in de inkomsten van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid voor het jaar 1997 type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 18/12/1997 numac 1997022907 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de grondslag voor de berekening van de verzekeringstegemoetkomingen voor sommige geneeskundige verstrekkingen van de geneesheren type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 31/12/1997 numac 1997022963 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 mei 1997 betreffende de jaarrekeningen van de verzekeringsondernemingen gemachtigd bij toepassing van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 sluiten tot vaststelling van de uitvoeringsregels van de indexering van de uitkeringen van de verplichte ziekteverzekering, wordt het in dit lid bedoelde bedrag op 1 januari van elk jaar aangepast aan de wijziging van de waarde van het gezondheidsindexcijfer bedoeld in artikel 1er van genoemd besluit. § 4. De in het eerste lid tot en met derde lid bedoelde bijstand wordt door de psychiatrische verzorgingstehuizen gelijktijdig met de in artikel 1768/20 bedoelde bijstand teruggevorderd van de betrokken verzekeraars. § 5. Wanneer een verblijfsprijs aanleiding geeft tot een individuele bijdrage van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn ten gunste van een begunstigde van sociale bijstand, ontvangt het betreffende openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een subsidie die gelijk is aan 60% van deze individuele bijdrage.

Onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 1768/20 blijft het resterende deel van de door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn toegekende steun voor zijn rekening.

De openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen de in lid 1 bedoelde subsidie van het agentschap terugvorderen tegen overlegging van een document waarvan het model door het Agentschap wordt vastgesteld. § 6. Het bedrag van de gewestelijke bijdrage bedoeld in dit artikel dat een psychiatrisch verzorgingstehuis ontvangt, mag niet ten laste worden gelegd van de betrokken begunstigde. § 7. Elke bewoner moet maandelijks minimaal € 229,95 aan zakgeld hebben, dat uitsluitend voor persoonlijke doeleinden mag worden gebruikt.

Dit bedrag dient niet ter dekking van de kosten voor aanschaf, wassen, onderhoud en reparatie van kleding, schoenen, brillen en prothesen, noch van de kosten in verband met het persoonlijke financiële aandeel van de bewoner in verzorging, behandeling en medicatie, noch van de kosten in verband met incontinentie- en andere hulpmiddelen, noch van de kosten in verband met het door de bewoner te betalen aandeel in de verblijfsprijs, noch van de kosten in verband met het eigen risico op de gezins- en wettelijke aansprakelijkheidsverzekering, noch van de kosten in verband met de eventuele vergoeding van de voorlopige bewindvoerder op grond van artikel 488bis-H van het Burgerlijk Wetboek. § 8. De bedragen bedoeld in de paragrafen 1 en 7 van dit artikel worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013 = 100; Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. § 9. De volgende informatie moet uiterlijk 30 juni van het jaar volgend op het betreffende boekjaar naar het Agentschap worden gestuurd: 1° de balans en de resultatenrekeningen ;2° de balans van de algemene rekeningen;3° het verslag van de revisor;4° een toelichting met, per type investering en kostenplaats, de aard van de investeringen die tijdens het afgelopen jaar het voorwerp uitmaakten van initiële afschrijvingen;5° een kopie van de facturen voor investeringen gedaan tijdens het jaar voorafgaand aan het jaar in kwestie, met betrekking tot gebouwen en gebouwen met een bestemming, inrichting van gebouwen, groot onderhoud, initiële installatiekosten, medische apparatuur, niet-medische apparatuur en meubilair, met inbegrip van IT-apparatuur;6° een lijst van de subsidies die zijn ontvangen voor investeringen die zijn gedaan tijdens het jaar voorafgaand aan het jaar in kwestie;7° een kopie van de overeenkomsten en aflossingsschema's voor nieuwe leningen aangegaan tijdens het betrokken jaar en het voorgaande jaar, alsook het bewijs van betaling van de interesten op leningen tijdens het betrokken jaar;8° een nota met de verschillende data van ingebruikname van de gedane investeringen voor een lening die is aangegaan om verschillende investeringen te doen;9° een nota met vermelding van de kredietinstelling als de lening niet werd toegekend door een klassieke financieringsinstelling;10° een bewijs van betaling voor het jaar in kwestie van consolidatieleningen voor pre-exploitatiekosten;11° het aantal gewerkte dagen tijdens het betrokken boekjaar en een uitsplitsing van deze dagen per maand, per verzekeraar en per type persoon, namelijk personen met een chronische psychiatrische aandoening en personen met een handicap;12° details van afschrijvingen en subsidies ; 13 informatie met betrekking tot het personeel, waarvan het model door het Agentschap voor elk kalenderjaar wordt opgesteld; 14° alle andere noodzakelijke informatie die het Agentschap vraagt.".

Art. 61.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/22 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/22.De balans en resultatenrekening worden opgesteld op basis van het model dat is opgenomen in bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 29 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten1 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. ".

Art. 62.In hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt, na artikel 1768/22, een afdeling 4 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 4. Programmering en erkenning". ".

Art. 63.In afdeling 4 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/23 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/23.De Minister stelt een nieuw programma op in het jaar volgend op de aanneming van het strategisch plan voor geestelijke gezondheid bedoeld in artikel 47/20 van het decreetgevend deel van het Wetboek.

Bij de programmering wordt rekening gehouden met de doelstellingen, acties en strategieën in het strategisch plan voor geestelijke gezondheid. ".

Art. 64.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/24 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/24.De deontologische regels bedoeld in artikel 538/34, lid 1, 19°, van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn in bijlage 144 vermeld. ".

Art. 65.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/25 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/25.De aanvraag tot erkenning wordt door de inrichtende macht van het psychiatrisch verzorgingstehuis bij het Agentschap ingediend.

De aanvraag omvat : 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door het psychiatrisch verzorgingstehuis met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van het psychiatrische verzorgingstehuis, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....; ; f) de verbintenis om de opdracht bedoeld in artikel 538/2 van het decreetgevend deel van het Wetboek te vervullen;g) de verbintenis om overeenkomstig artikel 538/3 van het decreetgevend deel van het Wetboek om de vijf jaar een nieuw dienstverleningsproject op te stellen;h) de verbintenis om zijn dienstverleningsproject uit te voeren;i) in voorkomend geval, de verbintenis een of meer overeenkomsten als bedoeld in artikel 538/6 van het decreetgevend deel van het Wetboek te sluiten;j) de verbintenis om lid te zijn van ten minste één overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;k) de verbintenis om te beschikken over een multidisciplinair team dat voldoet aan de bepalingen van de artikelen 538/9 tot 538/12 van het decreetgevend deel van het Wetboek;l) de verbintenis om het multidisciplinaire overleg bedoeld in artikel 538/13 van het decreetgevend deel van het decreet te organiseren;m) de verbintenis om dag- en nachtbewaking te voorzien zoals bedoeld in artikel 538/14 van het decreetgevend deel van het Wetboek;n) de verbintenis te voldoen aan de eisen van de artikelen 538/23 en 538/24 van het decreetgevend deel van het Wetboek;o) de verbintenis om voor elke begunstigde het individuele dossier bedoeld in artikel 538/25 van het decreetgevend deel van het Wetboek bij te houden;p) de verbintenis om de rechten van de begunstigde, zoals bepaald in de artikelen 538/27 tot 538/29 van het decreetgevend deel van het Wetboek, na te leven;q) de verbintenis om geen hogere verblijfkosten aan te rekenen dan die welke overeenkomstig artikel 538/30 van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn vastgesteld;r) de verbintenis om de socio-epidemiologische gegevens bedoeld in artikel 538/32 van het decreetgevend deel van het Wetboek te verzamelen en mee te delen;s) de verbintenis om de door de Regering vastgestelde deontologische regels, bedoeld in artikel 538/34, lid 1, 19°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, na te leven;t) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van het bestuursorgaan tijdens welke de beslissing om de erkenning aan te vragen, is aangenomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° het eerste dienstverleningsproject;5° een beschrijving van het gebouw met de kenmerken bedoeld in de artikelen 538/17 tot 538/22 van het decreetgevend deel van het Wetboek;6° een door de inrichtende macht gedateerd en ondertekend attest waaruit blijkt dat binnen het aan het psychiatrisch verzorgingstehuis toegewezen gebouw voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van brand zijn genomen, of een door de bevoegde brandweerdienst afgegeven attest waaruit blijkt dat het gebouw voldoet aan de normen inzake brandbeveiliging;7° het protocol voor de bescherming van persoonsgegevens bedoeld in artikel 538/26, tweede lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek;8° in voorkomend geval, de vergunningsaanvraag bedoeld in artikel 1768/8, § 2, derde lid.9° in voorkomend geval, de verzoeken tot afwijking bedoeld in de artikelen 1768/11, derde lid, 1768/12, derde lid, 1768/13, § 2, derde lid, en 1768/16, derde lid;10° elk ander document dat het psychiatrisch verzorgingstehuis relevant acht om zijn aanvraag te ondersteunen.".

Art. 66.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/26 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/26.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag langs elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

Het psychiatrisch verzorgingstehuis beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag, om zijn dossier te vervolledigen. Indien dit niet het geval is, wordt zijn erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap maakt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier over aan de Minister. § 4. De Minister beslist over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.

De Minister of zijn afgevaardigde geeft het betrokken psychiatrische verzorgingstehuis kennis van zijn beslissing. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap toegezonden. § 5. In geval van een met redenen omkleed spoedeisend verzoek van het psychiatrisch verzorgingstehuis worden de in de leden 3 en 4 genoemde termijnen van twee maanden teruggebracht tot vijftien dagen. ".

Art. 67.In hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt, na artikel 1768/26, een afdeling 5 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 5. Evaluatie, controle en sancties ".

Art. 68.In afdeling 4 van hoofdstuk I/1 van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/27 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/27.De Minister stelt het model van activiteitenverslag, bedoeld in artikel 46 van het decreetgevend deel van het decreet, op.

Dit model omvat: 1° de partijen bedoeld in artikel 12/3;2° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 538/44 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden nageleefd.3° het in artikel 12/2 bedoelde dossier ter rechtvaardiging van het gebruik van de subsidie;4° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 538/34 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden nageleefd. Het in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde verslag wordt overeenkomstig artikel 12/3 aan het Agentschap toegezonden. ".

Art. 69.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/28 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/28.§ 1. De evaluatie van het psychiatrisch verzorgingstehuis is gebaseerd op : 1° het dienstverleningsproject: 2° de ingediende activiteitenverslagen;3° de vorige evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° om de positieve of negatieve verschillen tussen het gecoördineerde actieprogramma en de uitgevoerde acties vast te stellen en te verklaren;2° om aanbevelingen uit te werken ter verbetering van de acties en praktijken van het psychiatrisch verzorgingstehuis. § 3. Het psychiatrisch verzorgingsthuis voert ten minste om de drie jaar een zelfevaluatie uit.

Het zelfevaluatieverslag wordt elektronisch aan het Agentschap toegezonden.

Het Agentschap maakt, indien nodig, opmerkingen over het hem toegezonden zelfevaluatieverslag. § 4. Een evaluatiegesprek vindt plaats op initiatief van het psychiatrische verzorgingstehuis, dan wel op initiatief van het Agentschap, wanneer een van deze partijen een dergelijk gesprek nuttig acht. § 5. Het in paragraaf 3 bedoelde zelfevaluatieverslag wordt, met de eventuele opmerkingen van het Agentschap, binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het psychiatrisch verzorgingstehuis.

Het in paragraaf 4 bedoelde evaluatieverslag wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het psychiatrisch verzorgingstehuis. ".

Art. 70.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/29 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/29.De conclusies van de in artikel 538/39 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde controle worden binnen een termijn van drie maanden toegezonden aan het psychiatrisch verzorgingstehuis, dat over een termijn van een maand beschikt, te rekenen vanaf de ontvangst van de conclusies, om haar opmerkingen aan het Agentschap te doen toekomen. ".

Art. 71.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/30 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/30.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een psychiatrisch verzorgingstehuis niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het dit psychiatrische verzorgingstehuis in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn om hieraan te voldoen § 2. Na afloop van de termijn voor het in overeenstemming brengen doet het Agentschap, indien de vastgestelde tekortkomingen blijven bestaan, een voorstel tot intrekking van de erkenning, waarvan het kennis geeft aan het betrokken psychiatrisch verzorgingstehuis.

Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen vanaf de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt het betrokken psychiatrische verzorgingstehuis uitgenodigd voor een hoorzitting, teneinde zijn argumenten naar voren te brengen. Het kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.

Binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de hoorzitting wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en overgemaakt aan het verhoorde psychiatrisch verzorgingstehuis dat over vijftien dagen beschikt om haar opmerkingen te laten gelden.

Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van de erkenning binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het volledige dossier. § 4. In het geval van intrekking van de erkenning, zal de Regering of haar afgevaardigde de nodige maatregelen nemen om de overdracht van de begunstigden naar een ander psychiatrisch verzorgingstehuis en de continuïteit van hun therapeutische zorg te garanderen. ".

Art. 72.In het opschrift van hoofdstuk IV van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek, worden de woorden "van psychiatrische verzorgingstehuizen en" opgeheven.

Art. 73.In artikel 1898 van hetzelfde Wetboek wordt punt 1° opgeheven.

Art. 74.In artikel 1901, tweede lid, van hetzelfde Wetboek wordt punt 1° opgeheven.

Art. 75.In artikel 1904 van hetzelfde wetboek worden de woorden ", naar gelang van het geval, het aantal bedden of" opgeheven.

Art. 76.In artikel 1906, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "1° en" geschrapt.

Art. 77.In artikel 1907 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "1° en" geschrapt.

Art. 78.In artikel 1908 van hetzelfde wetboek worden de woorden ", naar gelang van het geval, het aantal bedden of" opgeheven.

Art. 79.In artikel 1910 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 2 worden de woorden "1° en" geschrapt;2° in lid 3 worden de woorden "1° en" geschrapt;

Art. 80.In artikel 1911 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt lid 3 opgeheven.

Art. 81.In artikel 1914, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, worden de woorden "nieuwe residenten of" opgeheven.

Art. 82.In artikel 1920 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "nieuwe residenten of" worden opgeheven".2° de woorden "de instelling te ontruimen en" worden opgeheven.

Art. 83.In artikel 1921 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "de instelling te ontruimen en" opgeheven.

Art. 84.In artikel 1922 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "de residenten," opgeheven. Afdeling 5. - Wijzigingen betreffende de initiatieven voor beschut

wonen

Art. 85.In titel III van boek VII van deel twee van hetzelfde wetboek wordt na artikel 1768/30 een hoofdstuk I/2 ingevoegd, met als opschrift : "Hoofdstuk I/2. Initiatieven voor beschut wonen ".

Art. 86.In hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 1 ingevoegd, met als opschrift. "Afdeling 1. Algemene bepalingen. ".

Art. 87.In afdeling 1 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/31 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/31.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° "individuele plaats: een plaats zonder gemeenschappelijke ruimtes;2° "gemeenschappelijke plaats: een plaats met gemeenschappelijke ruimtes;3° "individuele opvolging": de extramurale opvolging van een begunstigde;4° "referentiecentrum voor geestelijke gezondheid" : Het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid, zoals omschreven in artikel 491/35, van het decreetgevend deel van het Wetboek;5° « specifiek referentiecentrum » : het specifieke referentiecentrum zoals omschreven in artikel 491/42, van het decreetgevend deel van het Wetboek ;6° "inrichtende macht": het orgaan dat verantwoordelijk is voor het beheer van het initiatief voor beschut wonen. De definities in artikel 538/42 van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn van toepassing op dit hoofdstuk. ".

Art. 88.In hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt, na artikel 1768/31, een afdeling 2 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 2. Organisatie- en werkingsregels. ".

Art. 89.In afdeling 2 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, met als opschrift "Onderafdeling 1. Dienstverleningsproject ".

Art. 90.In onderafdeling 1 van afdeling 2 van hoofdstuk I/2, van titel III, van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/32 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/32.§ 1. De territoriale omgeving bedoeld in artikel 538/44, zesde lid, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bestaat uit de beschrijving van de ligging van elke vestiging van het psychiatrisch verzorgingstehuis in relatie tot onder meer de demografische kenmerken van de betrokken gemeente, de aanwezigheid van andere economische activiteiten, de mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding en de bereikbaarheid met het openbaar vervoer.

De institutionele omgeving bedoeld in artikel 538/44, lid 6, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek bestaat uit het aanduiden van de aanwezigheid van andere instellingen voor geestelijke gezondheid in de nabijheid van elk initiatief voor beschut wonen. § 2. De organisatie van het initiatief voor beschut wonen bedoeld in artikel 538/44, lid 6, 3° van het decreetgevend deel van het Wetboek houdt rekening met de individuele opvolging van de begunstigden.

Individuele opvolging houdt in dat de begunstigde die niet langer een individuele of gemeenschapsplek plaats bezet, kan blijven genieten van de steun van het multidisciplinaire team van het initiatief voor beschut wonen. Het doel van deze opvolging is om de onafhankelijkheid van de begunstigde te verbeteren. Waar nodig en aanvaard door de begunstigde, wordt bijzondere aandacht besteed aan de juiste steunpunten die door andere partners in het lokale netwerk moeten worden geleverd. Individuele opvolging mag niet langer duren dan zes maanden, eenmaal te verlengen op medisch advies.

Tijdens de periode van individuele opvolging zorgt het initiatief voor beschut wonen ervoor dat de begunstigde, indien nodig, kan worden weer op te nemen in een zorgstructuur die is aangepast aan zijn behoeften. § 3. De doelstellingen en het actieplan bedoeld in artikel 538/44, zesde lid, 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek worden bepaald in verhouding tot de doelstellingen, acties en strategieën voorzien in het strategisch plan voor de geestelijke gezondheid bedoeld in artikel 47/19, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, voor zover deze doelstellingen, acties en strategieën betrekking hebben op de opdracht van initiatieven voor beschut wonen bedoeld in artikel 538/43 van het decreetgevend deel van het Wetboek. § 4. Het initiatief voor beschut wonen bepaalt de acties die betrokken zijn bij de zelfevaluatie bedoeld in artikel 538/44, zesde lid, 5°, van het decreetgevend deel van het Wetboek.

Het initiatief voor beschut wonen bepaalt de indicatoren die gebruikt worden voor de zelfevaluatie en de frequentie van de zelfevaluatie, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elke actie. ".

Art. 91.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/33 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/33.Het initiatief voor beschut wonen stelt het dienstverleningsproject op bedoeld in artikel 538/44 van het decreetgevend deel van het Wetboek op basis van het model bepaald door de minister.

Elk initiatief voor beschut wonen kan de hulp inroepen van een referentiecentrum voor geestelijke gezondheid of een specifiek referentiecentrum om zijn dienstverleningsproject te ontwikkelen en zijn zelfevaluatie uit te voeren.

De aanvraag voor individuele ondersteuning wordt elektronisch verstuurd naar het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid of het specifieke referentiecentrum en ter informatie doorgestuurd naar het Agentschap. ".

Art. 92.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/34 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/34.§ 1. Voordat het dienstverleningsproject wordt goedgekeurd, wordt het onderworpen aan het multidisciplinair overleg bedoeld in artikel 538/54 van het decreetgevend deel van het Wetboek Het dienstverleningsproject wordt definitief goedgekeurd door de inrichtende macht na et in lid 1 bedoelde overleg. § 2. Het dienstverleningsproject geeft aan welke periode het bestrijkt, die niet langer mag zijn dan vijf jaar. § 3. Het initiatief voor beschut wonen dient zijn nieuwe gecoördineerde actieprogramma langs elektronische weg bij het Agentschap in vóór het einde van de zesde maand vóór het verstrijken van zijn lopende gecoördineerde dienstverleningsproject.

Het Agentschap bericht ontvangst van het dienstverleningsproject binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de verzending.

Het Agentschap keurt het dienstverleningsproject goed binnen de drie maanden te rekenen van zijn ontvangst. Als het Agentschap niet binnen deze termijn reageert, betekent dit dat het dienstverleningsproject wordt goedgekeurd. § 4. In afwijking van paragraaf 1 wordt het eerste dienstverleningsproject door de inrichtende macht goedgekeurd zonder voorafgaand overleg.

In afwijking van paragraaf 3 dient het initiatief voor beschut wonen zijn eerste dienstverleningsproject elektronisch in bij het Agentschap als bijlage bij haar erkenningsaanvraag. ".

Art. 93.In afdeling 2 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1768/34 een onderafdeling 2 ingevoegd, met als opschrift : "Onderafdeling 2.

Personeel en omkadering. ".

Art. 94.In onderafdeling 2 van afdeling 2 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 1768/35 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/35.Het personeel van het initiatief voor beschut wonen voert de volgende functies uit: 1° een medische functie ;2° een begeleidingsfunctie ;3° een coördinatiefunctie.".

Art. 95.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/36 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/36.De medische functie wordt uitgevoerd door een geneesheer-psychiater of kinderpsychiater.

De geneesheer-psychiater of kinderpsychiater voert de volgende specifieke taken uit: 1° hij is verantwoordelijk voor het opname- en ontslagbeleid;2° het legt contact met de behandelende artsen en de betrokken dienst voor geestelijke gezondheid;3° hij is verantwoordelijk voor interventiescenario's in geval van een crisis;".

Art. 96.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/37 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/37.De begeleidingsfunctie wordt uitgevoerd door één voltijds equivalent per acht begunstigden.

Om begeleidingsmedewerker te worden, moet je in het bezit zijn van : 1° een van de volgende masterdiploma's, bachelordiploma's of erkenning als zorgverlener: a) verpleegkundige;b) psycholoog;c) assistent in de psychologie;d) criminoloog ;e) maatschappelijk werker ;f) ergotherapeut ;g) master- of bachelordiploma sociologie ;h) een master- of bachelordiploma in menswetenschappen en sociale wetenschappen;i) opvoeder;j) orthopedagoog;k) fysiotherapeut;l) psycho-motricus;n) een ander master- of bachelordiploma in de zorg.2° of een A2-opvoederdiploma.".

Art. 97.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/38 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/38.Om de coördinatiefunctie te vervullen, moet u een persoon zijn zoals bedoeld in lid 2 van artikel 1768/37. ".

Art. 98.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/39 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/39.§ 1. De inrichtende macht kan de medische functie toevertrouwen aan een onafhankelijke psychiater of kinderpsychiater in het kader van een samenwerkingsovereenkomst. § 2. De inrichtende macht kan de medische functie toevertrouwen aan een onafhankelijke psychiater of kinderpsychiater in het kader van een samenwerkingsovereenkomst.

De inrichtende macht kan de begeleidingsfunctie alleen met toestemming van de minister in het kader van een samenwerkingsovereenkomst toevertrouwen aan een onafhankelijke dienstverlener, anders dan een klinisch psycholoog of orthopedagoog.

Om de in lid 2 bedoelde vergunning te verkrijgen, zendt het psychiatrische verzorgingstehuis langs elektronische weg een met redenen omklede aanvraag naar het Agentschap. Dit verzoek gaat vergezeld van een gedetailleerd dossier waarin wordt aangetoond dat het moeilijk is om een statutaire werknemer of een werknemer in loondienst met een arbeidsovereenkomst in dienst te nemen. De Minister beslist over de aanvraag binnen de maand na ontvangst van het dossier.

De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende initiatief voor beschut wonen.

In afwijking van het derde lid voegt het initiatief voor beschut wonen dat een erkenning aanvraagt en de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een vergunning, bedoeld in het derde lid. De minister beslist over deze vergunningsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 99.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/40 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/40.Het multidisciplinair overleg bedoeld in artikel 538/54 van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt minstens één keer per maand georganiseerd.

Voorafgaand aan elke multidisciplinaire overlegvergadering wordt een agenda gestuurd naar elke persoon die deelneemt, in overeenstemming met de procedures die zijn vastgelegd in het dienstverleningsproject.

Van elke multidisciplinaire overlegvergadering worden notulen opgesteld volgens de procedures die in het dienstverleningsproject staan. ".

Art. 100.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/41 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/41.Begunstigden kunnen altijd telefonisch contact opnemen met het personeelslid dat door de inrichtende macht is aangewezen om dienst te hebben.

De Minister kan andere vormen van contact toestaan.

Om deze vergunning te verkrijgen, moet het initiatief voor beschut wonen een met redenen omkleed verzoek elektronisch indienen bij het Agentschap. Dit verzoek gaat vergezeld van een gedetailleerde beschrijving van de voorgestelde contactmethoden. De Minister beslist over de aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van het dossier. De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende initiatief voor beschut wonen.

In afwijking van het derde lid voegt het initiatief voor beschut wonen dat een erkenning aanvraagt en de vergunning, bedoeld in het eerste lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een vergunning, bedoeld in het derde lid. De minister beslist over deze vergunningsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 101.In afdeling 2 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1768/41 een onderafdeling 3 ingevoegd, met als opschrift : "Onderafdeling 3.

Bepalingen betreffende het gebouw ".

Art. 102.In onderafdeling 3 van afdeling 2 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 1768/42 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/42.De Minister verleent de afwijkingen bedoeld in artikel 538/58, lid 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek Om de in lid 1 bedoelde afwijking te verkrijgen, zendt het initiatief voor beschut wonen langs elektronische weg een met redenen omklede aanvraag naar het Agentschap. De Minister beslist over de aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van het dossier. De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende initiatief voor beschut wonen.

In afwijking van het tweede lid voegt het initiatief voor beschut wonen dat een erkenning aanvraagt en de afwijking, bedoeld in het eerste lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een afwijking, bedoeld in het tweede lid. De Minister beslist over deze afwijkingsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 103.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/43 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/43.De Minister verleent de afwijkingen bedoeld in artikel 538/59, lid 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek Om de in lid 1 bedoelde afwijking te verkrijgen, zendt het initiatief voor beschut wonen langs elektronische weg een met redenen omklede aanvraag naar het Agentschap. De Minister beslist over de aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van het dossier. De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende initiatief voor beschut wonen.

In afwijking van het tweede lid voegt het initiatief voor beschut wonen dat een erkenning aanvraagt en de afwijking, bedoeld in het eerste lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een afwijking, bedoeld in het tweede lid. De Minister beslist over deze afwijkingsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 104.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/44 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/44.§ 1. Individuele plaatsen moeten voor elke plaats ten minste het volgende omvatten: 1° een eenpersoonskamer ;2° individuele sanitaire voorzieningen met toilet, wastafel en douche of bad;3° een keukenhoek, indien nodig in de slaapkamer ;4° een leefruimte waar de maaltijden kunnen worden gebruikt, indien nodig in de slaapkamer. § 2. De plaatsen in de Gemeenschap omvatten een eenpersoonskamer per begunstigde. Deze kamer is uitgerust met een wastafel indien mogelijk.

Gemeenschapsplaatsen omvatten de volgende gemeenschappelijke ruimtes: 1° een keuken ;2° individuele sanitaire voorzieningen met toilet, wastafel en douche of bad;3° een eetzaal;4° een woonkamer;5° eventuele andere gemeenschappelijke ruimtes Een plaats blijft een gemeenschappelijk plaats, zelfs als sommige van de ruimtes waarnaar in lid 2 wordt verwezen individueel zijn. Indien eenpersoonskamers niet zijn uitgerust met een wastafel, moet het sanitair, naast de in het tweede lid, 2°, genoemde voorzieningen, ten minste één wastafel per vier bewoners bevatten. ".

Art. 105.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/45 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/45.Er wordt afgeweken van de eis van artikel 538/62, lid 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek als de beschutte woning uitsluitend uit individuele plaatsen bestaat.

De Minister verleent de afwijkingen bedoeld in artikel 538/62, lid 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek, wanneer de beschutte woning gemeenschappelijke ruimtes omvat.

Om de in lid 2 bedoelde afwijking te verkrijgen, zendt het initiatief voor beschut wonen langs elektronische weg een met redenen omklede aanvraag naar het Agentschap. De Minister beslist over de aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van het dossier. De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan het aanvragende initiatief voor beschut wonen.

In afwijking van het derde lid voegt het initiatief voor beschut wonen dat een erkenning aanvraagt en de afwijking, bedoeld in het tweede lid, wenst te verkrijgen, bij zijn aanvraag om een erkenning de aanvraag om een afwijking, bedoeld in het derde lid. De Minister beslist over deze afwijkingsaanvraag op hetzelfde moment dat hij beslist over de erkenningsaanvraag. ".

Art. 106.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/46 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/46.De lokalen van elke zetel zijn toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit.

Voor lokalen die op 1 januari 2024 worden bezet door beschutte woningen, moet de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit worden gewaarborgd uiterlijk : 1° na de uitvoering van de eerste verbouwingswerken in die lokalen, met de uitzonderingen voorzien in artikel 414, § 2 van de gewestelijke leidraad voor stedenbouw;2° na verplaatsing van de activiteiten naar nieuwe lokalen die zijn gebouwd of verbouwd op grond van een na 3 juli 1999 afgegeven stedenbouwkundige vergunning. De beschutte woning die beschikt over lokalen die toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, mag zijn activiteiten niet overbrengen naar lokalen die niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.

Wanneer de lokalen om een van de in lid 2 genoemde redenen niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, biedt het initiatief voor beschut wonen personen met beperkte mobiliteit alternatieve oplossingen die hen in staat stellen gebruik te maken van dezelfde diensten als valide personen. ".

Art. 107.In afdeling 2 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1768/46 een onderafdeling 4 ingevoegd, met als opschrift : "Onderafdeling 4.

Bepalingen betreffende de leefomgeving ". 109. In onderafdeling 4 van afdeling 2 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 1768/47 ingevoegd, luidend als volgt: "Art.1768/47. De verblijfsovereenkomst bedoeld in artikel 538/65, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek vereist de vastlegging van : 1° een omstandige plaatsbeschrijving bij aankomst van de begunstigde;2° een omstandige plaatsbeschrijving bij het vertrek van de begunstigde;3° een inventaris van het meubilair en de elektrische apparaten die de begunstigde heeft meegebracht.".

Art. 108.In hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt, na artikel 1768/47, een afdeling 3 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 3. Financiële bepalingen ".

Art. 109.In afdeling 3 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/48 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/48.De prijs per verblijfdag wordt berekend door het in artikel 1768/49 bedoelde budget voor financiële middelen te delen door het in artikel 1768/50 bedoelde quotum van verblijfsdagen. ".

Art. 110.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/49 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/49.§ 1. Elk erkend initiatief voor beschut wonen krijgt een budget aan financiële middelen toegewezen. Dit budget dekt de werkingskosten op forfaitaire basis.

De begroting voor de financiële middelen wordt op jaarbasis berekend en omvat de bedragen voor de volgende posten: 1° de eenmalige installatievergoeding;2° de tegemoetkoming voor personeelskosten;3° de tegemoetkoming om de minimale psychiatrische samenvatting te registreren;4° de tegemoetkoming voor e medische functie;5° de tegemoetkoming bij het helpen van bewoners bij het organiseren van hun dagelijkse activiteiten;6° de tegemoetkoming voor maatregelen aan het einde van de loopbaan ;7° de tegemoetkoming in de kosten van de attractiviteitspremie;8° de tegemoetkoming voor werkingskosten in verband met begeleiding;9° de tegemoetkoming voor het verlenen van psychiatrische zorg aan patiënten thuis;10° de tegemoetkoming in de kosten van de functionele aanvulling;11° de tegemoetkoming voor de valorisatie van oncomfortabele diensten;12° de tegemoetkoming voor het aanwerven van bijkomend personeel;13° de tegemoetkoming om de financiële tegemoetkoming van de werkgever in de vervoerskosten van de werknemers te dekken;14° de tegemoetkoming voor het inschakelen van de coördinatiefunctie. § 2. De eenmalige installatievergoeding bedraagt €2.478,84 per plaats beschutte woning. § 3. De tegemoetkoming in de personeelskosten per plaats beschutte woning wordt als volgt bepaald: 1° 10.129,19 euro voor twee derde van het aantal plaatsen ; 2° 13.505,61 euro voor één derde van het aantal plaatsen § 4. De tegemoetkoming voor het opnemen van de minimale psychiatrische samenvatting bedragen €4.148,40 per initiatief voor beschut wonen, plus €82,95 per plaats voor beschut wonen. § 5. Het bedrag voor de medische functie wordt berekend als volgt: 1° 11200,67 euro voor de initiatieven met maximum 20 plaatsen;2° 18667,79 euro voor de initiatieven van 21 tot 40 plaatsen 3° 22401,35 euro voor de initiatieven van 41 tot 60 plaatsen 4° 26134,95 euro voor de initiatieven van 61 tot 80 plaatsen 5° 29868,51 euro voor de initiatieven van 81 tot 100 plaatsen 6° 33602,06 euro voor de initiatieven met meer dan 100 plaatsen. § 6. De tegemoetkoming voor het organiseren van de dagelijkse activiteiten van de bewoners wordt als volgt bepaald: 1° 33.419,60 euro voor initiatieven met maximaal 19 plaatsen voor de financiering van 0,5 voltijdse equivalenten ; 2° 50.129,41 euro voor initiatieven tussen 20 en 39 plaatsen voor de financiering van 0,75 voltijdse equivalenten ; 3° 83.548,99 euro voor initiatieven tussen 40 en 59 plaatsen voor de financiering van 1,25 voltijdse equivalenten ; 4° 100.258,81 euro voor initiatieven tussen 60 en 99 plaatsen voor de financiering van 1,5 voltijdse equivalenten ; 5° 133.678,41 euro voor initiatieven tussen 100 en 149 plaatsen voor de financiering van 2 voltijdse equivalenten ; 6° 200.517,62 euro voor initiatieven met meer dan 150 plaatsen voor de financiering van 3 voltijdse equivalenten ;

De taken van het organiseren van dagelijkse activiteiten omvatten het toezicht houden op en begeleiden van begunstigden bij activiteiten gericht op opleiding, sociale en culturele activiteiten, beroepsactiviteiten of de sociaal-professionele re-integratie van begunstigden.

De taken van het organiseren van dagelijkse activiteiten kunnen tegelijkertijd betrekking hebben op begunstigden die zijn ondergebracht in het initiatief voor beschut wonen en externe begunstigden met chronische, langdurige psychiatrische problemen.

De taken voor het organiseren van dagelijkse activiteiten kunnen worden uitgevoerd in de lokalen van het initiatief voor beschut wonen of daarbuiten.

De taken voor het organiseren van dagelijkse activiteiten kunnen ook worden uitgevoerd in samenwerking met andere initiatieven voor beschut wonen, als onderdeel van een bundeling van de middelen die voor elk van hen beschikbaar zijn om de opdracht uit te voeren.

Het personeel dat belast is met de organisatie van de dagelijkse activiteiten en het overeenkomstige aantal voltijdse equivalenten worden vermeld in het activiteitenverslag waarnaar wordt verwezen in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek.

Indien voor een bepaald jaar het aantal voltijdsequivalenten niet wordt gehaald overeenkomstig lid 1, vindt de aanpassing plaats door een overeenkomstige verlaging van het in lid 1 bedoelde bedrag voor het volgende jaar. § 7. De tegemoetkoming voor maatregelen aan het einde van de loopbaan wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van dit paragraaf.

Voor de toepassing van dit paragraaf wordt verstaan onder: 1° "eindeloopbaanmaatregelen": de maatregelen genomen in het akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren van 26 april 2005 gesloten tussen de federale regering en de organisaties die de private non-profit sector vertegenwoordigen en in het Protocol nr.148/2 van het Comité gemeen aan alle overheidsdiensten van 29 juni 2005, 5 juli 2005 en 18 juli 2005; 2° "periode van gerechtvaardigde afwezigheid": niet-gewerkte dagen of uren die gelijkgesteld worden met gewerkte dagen of uren voor zover ze aanleiding hebben gegeven tot de betaling van een vergoeding door de instelling.Hieronder vallen ook dagen waarop het personeelslid ter beschikking is wegens ziekte of een handicap.

De initiatieven voor beschut wonen hebben recht op een jaarlijkse financiële tegemoetkoming ter compensatie van de maatregelen tot werkverlet in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, zoals bepaald in het akkoord van 26 april 2005 betreffende de federale gezondheidssectoren gesloten tussen de federale Regering en de representatieve organisaties van de private non-profitsector en in het protocol nr. 148/2 van het Comité gemeen aan alle overheidsdiensten van 29 juni 2005, 5 juli 2005 en 18 juli 2005, voor zover zij onderworpen zijn aan de toepassing van een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het bevoegde paritaire comité of van protocolakkoorden gesloten in de bevoegde onderhandelingscomités voorzien in de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

Financiële tegemoetkoming wordt alleen verleend voor de in dit paragraaf bedoelde oordelen en is alleen beschikbaar indien de collectieve arbeidsovereenkomst of het protocolakkoord in de volgende voordelen voorziet en indien de betrokken personeelsleden deze voordelen daadwerkelijk ontvangen: 1° voltijdse personeelsleden die de leeftijd van respectievelijk 45, 50 of 55 jaar hebben bereikt, hebben recht op een vrijstelling van hun arbeidsduur van respectievelijk 96 uur, 192 uur of 288 uur bezoldigd per jaar, toegekend in de vorm van volledige dagen.Deze vrijstelling wordt van kracht op de eerste dag van de maand waarin de bovengenoemde leeftijden worden bereikt.

Praktiserende verpleegkundigen kunnen ook kiezen voor voortgezette prestaties met een premie van respectievelijk 5,26%, 10,52% of 15,78%, berekend op hun voltijds loon.

In het geval van een combinatie van opties vanaf 50 jaar wordt de tegemoetkoming toegekend op basis van een verdeling in volledige schijven van 2 uur; 2° het personeelslid dat deeltijds werkt, heeft recht op een aantal bijkomende compensatiedagen dat gelijk is aan, of voor de verpleegkundigen op een gelijkwaardige premie die gelijk is aan, de evenredige toepassing van de vrijstelling van arbeid of de premie. Voor werknemers in de privésector, en rekening houdend met CAO nr. 35 van 27 februari 1981 betreffende sommige bepalingen van arbeidsrecht met betrekking tot deeltijds werk, zal aan deeltijdse werknemers, onder de voorwaarden bepaald in artikel 4 van CAO nr. 35, ambtshalve een verhoging van de wekelijkse arbeidsduur voorzien in hun contract aangeboden worden. Indien van toepassing profiteren ze van de vrijstelling van prestaties op basis van hun nieuwe contract.

Voor werknemers in de openbare sector die deeltijds werken en die in aanmerking komen voor de maatregelen aan het einde van hun loopbaan, zal de werkgever automatisch, 3 maanden voor de datum van toetreding tot de eindeloopbaanregeling of toegang tot een hoger recht in dit kader, een uitbreiding voorstellen van hun wekelijkse arbeidsduur zoals bepaald in hun arbeidsovereenkomst, tot het aantal uren vrijstelling van uitkeringen dat voorzien is voor de leeftijdscategorie waartoe ze behoren. Uiterlijk een maand voor de datum van toetreding tot de eindeloopbaanregeling of toegang tot een hoger recht uit hoofde van deze regeling, moet de werknemer zijn werkgever op de hoogte stellen van zijn instemming met deze verhoging van zijn wekelijkse arbeidsduur of van zijn weigering. In het laatste geval profiteert de werknemer van de verkorting van de wekelijkse duur van zijn uitkeringen voor de leeftijdscategorie waartoe hij behoort, in verhouding tot zijn wekelijkse arbeidstijd in vergelijking met die van een voltijdse werknemer; 3° de werknemers die tijdens een referentieperiode van 24 maanden voorafgaand aan de maand waarin zij de leeftijd van 45, 50 of 55 jaar bereiken, voor dezelfde werkgever ten minste 200 uren hebben gewerkt in één of meer functies, waarvoor zij de toeslag voor onregelmatige arbeid (zondag, zaterdag, feestdag, nachtploeg of onderbroken diensten) of een andere in een collectieve arbeidsovereenkomst voorziene toelage hebben ontvangen of als gevolg van die arbeid compenserende rusttijden hebben genoten, worden gelijkgesteld met e personeelsleden. Periodes van gerechtvaardigde afwezigheid (dagen of gelijkgestelde uren) worden in aanmerking genomen op basis van het gemiddelde voor de rest van de referentieperiode.

Een werknemer die niet langer voldoet aan deze voorwaarde van 200 uur onregelmatig werk over een referentieperiode van niet meer dan 24 maanden, kan geen extra vrijstelling van arbeidsprestatie krijgen als hij later een leeftijdssprong maakt.

Deeltijdse werknemers moeten bewijzen dat ze 200 uur onregelmatige prestaties hebben verricht, berekend op een pro rata basis over een referentieperiode van niet meer dan 24 maanden.

Een werknemer die bij het bereiken van de leeftijd van 45, 50 of 55 jaar geen 200 uur onregelmatig werk heeft verricht voor dezelfde werkgever, of die niet langer aan deze voorwaarde voldoet, verkrijgt het statuut van gelijkgesteld personeelslid, en dus het recht op vrijstelling van arbeidsprestaties, wanneer hij deze 200 uur heeft gewerkt gedurende een periode van maximaal 24 opeenvolgende maanden.

De vrijstelling van arbeidstaken gaat dan in op de dag die in de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of het toepasselijke protocolakkoord is vastgelegd; 4° de personen die momenteel genieten van de eindeloopbaanmaatregelen ingevoerd door het sociaal akkoord van 2000 en die geopteerd hebben voor de loonbonus, zullen dat blijven doen. Personen die profiteren van maatregelen aan het einde van hun loopbaan die zijn ingevoerd vóór 1 oktober 2005 en die hebben gekozen voor de loonbonus, zullen deze blijven ontvangen.

Als een personeelslid van functie verandert, behoudt hij of zij het recht op maatregelen aan het einde van de loopbaan; 5° werknemers die vrijgesteld zijn van prestaties worden altijd beschouwd als werknemers die hun contractuele arbeidsduur behouden;6° de vrijstellingsoptie is altijd definitief.Aan de andere kant kan de voortzetting van prestaties met een premie op elk moment worden omgezet in een afstand van arbeidsprestaties.

Voor de berekening van de forfaitaire bijdrage voor maatregelen aan het einde van de loopbaan zijn de personeelscategorieën als volgt: 1° categorie a: verpleegkundigen, sociaal-verpleegkundigen en ziekenverzorgers ;2° categorie b: kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten, pedagogen werkzaam in zorgteams, maatschappelijk werkers en psychologisch assistenten werkzaam in zorgeenheden of geïntegreerd in het therapeutisch plan, psychologen, orthopedagogen en pedagogen werkzaam in zorgeenheden of geïntegreerd in het therapeutisch plan, laboratoriumtechnologen en medisch beeldvormingstechnologen;3° categorie c : de zorgkundigen en de personen bedoeld in de artikelen 152 en 153 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;4° categorie d: gelijkgestelde personen, ambulanciers van spoedgevallendiensten die deel uitmaken van het personeel van de instellingen bedoeld in het meerjarenplan voor de federale gezondheidssectoren, ongeacht de kostenplaats waaronder deze personen vallen, technici medisch materiaal, in het bijzonder in sterilisatieafdelingen, ziekendragers en logistieke assistenten. Het forfaitair bedrag wordt berekend als volgt : F = O2 + O3 + F1 + F2 - berekening van de vrijstelling voor arbeidsprestaties F1 = het bedrag dat verschuldigd is voor de compenserende aanwerving van personeelsleden die kiezen voor vrijstelling van de wekelijkse arbeidsduur Waarbij: Aa = 60.096,86 euro voor categorie a.

Ab = 60.096,86 euro voor categorie b.

Ac = 48.511,99 euro voor categorie c.

Ad = 48.465,91 euro voor categorie d.

T1: wekelijks aantal uren vrijstelling dat wordt gecompenseerd door de werknemer die als compensatie wordt ingehuurd of door de werknemer die zijn arbeidstijd verlengt;

S: wekelijks werkregime toegepast in het initiatief voor beschut wonen ;

N: jaarlijks aantal door de werkgever betaalde arbeidsuren ter compensatie van de uren vrijstelling van werknemers die in aanmerking komen voor maatregelen aan het einde van de loopbaan voor het betreffende jaar ;

Y: theoretisch aantal arbeidsuren per jaar dat de werknemer in compenserende dienst moet werken in verband met zijn arbeidsovereenkomst, zijn individuele benoemingsakte of de wijziging van zijn arbeidsovereenkomst in geval van arbeidstijdverhoging; - berekening van het premiebedrag F2 = Ai * H/38 * T2/S * N/Y Waarbij: Aa = 82.125,62 euro voor categorie a.

Ab = 82.125,62 euro voor categorie b.

Ac = 61.164,83 euro voor categorie c.

Ad = 55.267,79 euro voor categorie d.

H: equivalent aantal uren vrijstelling van arbeidsprestaties per week in het kader van de toekenning van een premie voor een voltijdwerker in verhouding tot zijn leeftijd ;

T2: aantal te werken uren per week zoals bepaald in de arbeidsovereenkomst of de individuele benoemingsakte, indien van toepassing, in de functie die het voordeel van de maatregel rechtvaardigt ;

S: wekelijks werkregime toegepast in het initiatief voor beschut wonen ;

N: jaarlijks aantal door de werkgever betaalde arbeidsuren voor het betrokken jaar in het kader van de maatregelen aan het einde van de loopbaan ;

Y: theoretisch jaarlijks aantal door de begunstigde te werken uren in verband met zijn arbeidsovereenkomst of individuele benoemingsakte.

Om in aanmerking te komen voor de in deze paragraaf bedoelde forfaitaire tegemoetkoming, verstrekt het initiatief voor beschut wonen het Agentschap elektronisch de volgende informatie: 1° naam en adres van het betrokken personeelslid;2° het rijksregisternummer;3° zijn geboortedatum;4° zijn functie;5° de gekozen optie tussen de vrijstelling van arbeidsprestaties en de premie voor elk van de schijven;6° het aantal uren vrijstelling van arbeidsprestaties dat hij kan krijgen in verhouding tot zijn leeftijd ;7° het wekelijkse werkregime toegepast in het initiatief voor beschut wonen ;8° het aantal door het personeelslid te presteren uren, zoals bepaald in de arbeidsovereenkomst, in voorkomend geval verminderd naar rato van de uren gepresteerd in de functie die het voordeel van de in dit paragaaf bedoeld maatregel rechtvaardigt 9° de datum van zijn aanwerving;10° de eventuele vertrekdatum;11° voor gelijkgestelde personeelsleden, het aantal uren onregelmatig prestaties, met een minimum van 200 uur over 24 maanden;12° periodes van onbetaalde afwezigheid (niet gelijkgestelde dagen of uren) door de werkgever en de aard ervan. Deze informatie wordt meegedeeld in overeenstemming met de instructies die door de Minister bevoegd voor Volksgezondheid naar initiatieven voor beschut wonen worden gestuurd.

De voorlopige forfaitaire tegemoetkoming wordt berekend op basis van het laatst bekende definitieve bedrag, op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met alle leeftijdsgroepen; anders wordt de voorlopige forfaitaire bijdrage vastgesteld op basis van het voorlopige bedrag voor jaar n-1.

Telkens wanneer een definitieve forfaitaire tegemoetkoming wordt berekend, vormt zij de voorlopige forfaitaire tegemoetkoming voor het boekjaar dat volgt op de datum waarop zij is vastgesteld.

Het verschil tussen het definitieve F en het voorlopige F wordt teruggevorderd door het dagtarief voor het volgende jaar te verlagen.

Voor de toepassing van de leden 10 tot 12 wordt, in voorkomend geval, rekening gehouden met het bedrag berekend overeenkomstig artikel 1, G), van het koninklijk besluit van 18 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten2 tot vaststelling van de regels volgens welke het budget van de financiële middelen, het quotum van de verblijfsdagen en de prijs per verblijfdag worden bepaald voor de initiatieven voor beschut wonen.

Voor personeelsleden die hebben afgezien van hun wekelijkse arbeidsprestaties, moet het initiatief voor beschut wonen bewijzen dat deze vrije tijd en de toegekende financiering zijn gecompenseerd door nieuwe aanwervingen of door een toename van de wekelijkse werktijd van de personeelsleden. Voltijdse werknemers die profiteren van maatregelen aan het einde van hun loopbaan en werknemers voor wie het initiatief voor beschut wonen al financiering ontvangt in het kader van het werkgelegenheidsbeleid, worden niet in aanmerking genomen.

De totale hoeveelheid te compenseren uren per in lid 5 bedoelde categorie wordt bij voorrang door dezelfde categorie gecompenseerd.

Waar nodig wordt de financiering beperkt tot het werkelijke totale vervangingsvolume.

Het initiatief voor beschut wonen stuurt het Agentschap elektronisch de volgende informatie, samen met de informatie die is gebruikt voor de definitieve berekening: 1° naam en voornaam van het aangeworven personeelslid of van het personeelslid van wie de arbeidsduur is verhoogd ;2° het rijksregisternummer;3° zijn geboortedatum;4° de datum waarop hij in functie treedt en zijn functie neerlegt;5° zijn functie;6° de compenserende wekelijkse arbeidstijd van de nieuwe werknemer of de verhoging van de arbeidstijd van de huidige werknemer waardoor zijn arbeidstijd toeneemt;7° periodes van onbetaalde afwezigheid (niet gelijkgestelde dagen of uren) door de werkgever en de aard ervan.8° het toerekeningskostencentrum;9° de ingangsdatum van de wijziging van de arbeidsovereenkomst van de werknemer waarbij zijn arbeidsduur wordt verhoogd of van de nieuwe arbeidsovereenkomst van de werknemer of van de individuele benoemingsakte;10° de einddatum van de overeenkomst; Kopieën van nieuwe arbeidsovereenkomsten, contractwijzigingen in geval van verhoging van de werktijd of individuele benoemingsakten zijn bij deze informatie gevoegd.

Als het initiatief voor beschut wonen niet binnen de vereiste termijn de informatie verstrekt die nodig is om de definitieve forfaitaire tegemoetkoming op te stellen, wordt de voorlopige forfaitaire tegemoetkoming teruggevorderd. § 8. De tegemoetkoming in de kosten van de attractiviteitspremie is een jaarlijks forfaitair bedrag per voltijds equivalent, dat als volgt wordt bepaald: 1° voor initiatieven voor beschut wonen in de openbare sector : 960,77 euro ;2° voor initiatieven voor beschut wonen in de privé sector : 996,55 euro. De in lid 1 bedoelde bedragen zijn inclusief werkgeversbijdragen.

Voor elk jaar wordt het bedrag berekend door het aantal voltijdsequivalenten waarin de erkenningsnormen voor het initiatief voor beschermde huisvesting voorzien, te vermenigvuldigen met het in lid 1 bedoelde forfaitaire bedrag. § 9. De bijdrage in de werkingskosten in verband met begeleiding bedraagt een jaarlijks bedrag van 920,70 euro per plaats beschutte woning. § 10. Deze paragraaf is alleen van toepassing op initiatieven voor beschut wonen die zijn geselecteerd voor de opdrachten van psychiatrische zorg aan patiënten thuis en die zijn erkend door het Agentschap.

Een tegemoetkoming van 86.873,72 euro wordt toegekend aan elk initiatief voor beschut wonen bedoeld in lid 1.

Om deze tegemoetkoming te behouden, stuurt het initiatief voor beschut wonen het Agentschap uiterlijk 28 februari van het jaar volgend op het boekjaar elektronisch een jaarverslag. Dat verslag wordt opgesteld overeenkomstig een model dat door het Agentschap wordt bepaald. § 11. Een tegemoetkoming van 1.634,48 euro wordt toegekend aan elk initiatief voor beschut wonen met een coördinator die niet heeft gekozen voor de IF-IC-schaal, om de toekenning van een jaarlijkse functionele aanvulling van 1.213,69 euro aan deze coördinator te financieren.

Om in aanmerking te komen voor het functionele aanvulling moet de coördinator aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen: 1° ten minste 18 jaar financiële anciënniteit hebben;2° ten minste 24 uur basisopleiding en ten minste 8 uur jaarlijkse voortgezette vorming hebben gevolgd in de volgende drie domeinen: a) beheer van werktijden, arbeidstijd en collectieve arbeidsovereenkomsten ;b) het welzijn op het werk c) teammanagement De basisopleiding en de voortgezette vorming bedoeld in het derde lid, 2°, worden gevalideerd door het Agentschap. § 12. Een tegemoetkoming van 55,07 euro wordt toegekend per plaats beschutte woning met het oog op de waardering van de ongemakkelijke prestaties, tussen 19u en 20u, van het personeel dat de functie van opvoeder uitoefent, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de artikelen 7 tot 9 van het koninklijk besluit van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten9betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties.

Een tegemoetkoming van 2,05 euro wordt toegekend per plaat per plaats beschutte woning met het oog op het verhogen van de waarde van ongemakkelijke prestaties, tussen 19.00 en 20.00 uur, verleend door personeel dat niet valt onder lid 1 overeenkomstig de procedures van genoemd lid 1. § 13. Deze paragraaf is alleen van toepassing op initiatieven voor beschut wonen die zijn geselecteerd voor de opdrachten van psychiatrische zorg aan patiënten thuis en die zijn erkend door het Agentschap.

In het kader van het Sociaal Akkoord tussen de werknemers- en werkgeversorganisaties wordt tegemoetkoming verleend aan initiatieven voor beschut wonen om de kosten voor de aanwerving van extra personeel te dekken.

In de initiatieven voor beschut wonen in de privésector bedraagt de tegemoetkoming 65.804,08 euro per voltijds equivalent voor de effectieve creatie van 27 voltijdse equivalenten (VTE) op bachelor niveau in kwalificaties die de verbetering van de opvang en de psychosociale begeleiding mogelijk maken, zoals uitgevoerd in het kader van de uitvoering van artikel 1, M), a) van het koninklijk besluit van 18 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten2 houdende vaststelling van de regels volgens dewelke het budget van financiële middelen, het quotum van verblijfdagen en de prijs per verblijfdag voor initiatieven van beschut wonen worden bepaald.

In de initiatieven voor beschut wonen bedraagt de bijdrage 63.387,59 euro per voltijds equivalent voor de effectieve creatie van 3 voltijdse equivalenten (VTE) bestemd om de reactivering te versterken, zoals uitgevoerd in het kader van de uitvoering van artikel 1, M), b), van het koninklijk besluit van 18 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten2 houdende vaststelling van de regels volgens dewelke het budget van financiële middelen, het quotum van verblijfdagen en de prijs per verblijfdag voor initiatieven van beschut wonen worden bepaald. § 14. Een bijdrage van 38,71 euro per plaats voor beschut wonen wordt toegekend om de financiële bijdrage van de werkgever in de vervoerskosten van de werknemers te dekken, in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009. § 15. Voor initiatieven voor beschut wonen in de privésector wordt een jaarlijks bedrag van 26 352,12 euro per initiatief voor beschut wonen toegekend voor de coördinatiefunctie.

Voor de toepassing van deze financiering en de bepaling van het overeenkomstige aantal voltijdsequivalenten worden de totale jaarlijkse kosten van één voltijdsequivalent geraamd op 79 056,35 euro.

Voor een woonzorginitiatief uit de privésector met meer dan vijftien erkende plaatsen wordt dit bedrag van 26.352,12 euro verhoogd met X euro per initiatief voor beschut wonen, volgens de volgende formule: X = (Y - 15) * Z waarin : Y = Aantal erkende plaatsen van het initiatief van beschut wonen Z = 1.568,58 euro.

De aanwerving voor de coördinatiefunctie wordt uitgevoerd, hetzij door de aanwerving van een nieuwe werknemer, hetzij door het verhogen van de werktijd van een werknemer die al in dienst was bij het initiatief voor beschut wonen voordat hij aan de coördinatiefunctie werd toegewezen. De arbeidsovereenkomst of het aanhangsel ervan vermeldt uitdrukkelijk de verwijzing naar de maatregel voor de aanwerving van bijkomend personeel genomen in het kader van de driedelige intersectorale kaderovereenkomst voor de Waalse non-profitsector 2021-2024 van 27 mei 2021.

Om in aanmerking te komen voor de financiering bedoeld voor de coördinatiefunctie, moet het initiatief voor beschut wonen het Agentschap uiterlijk op 31 maart het volgende bezorgen: 1° een afschrift van de arbeidsovereenkomst of het aanhangsel van de arbeidsovereenkomst van de werknemers die in de loop van het betrokken jaar zijn aangeworven;2° op een elektronische drager, volgens het door het Agentschap opgestelde model, de gegevens over het personeelslid waarop de coördinatiefunctie betrekking heeft. Op basis van de voltijdse equivalenten die tijdens het jaar N in dienst waren en de theoretische schaal van 68 817,47 euro per voltijds equivalent berekent het Agentschap het bedrag van de subsidie die aan het einde van de periode gerechtvaardigd is. Deze berekening wordt tijdens het volgende jaar gemaakt.

Onder coördinatiefunctie wordt verstaan de organisatie van opvang en begeleiding van volwassenen die om psychiatrische of psychosociale redenen geholpen moeten worden in hun leef- en woonomgeving, om hen in staat te stellen sociale vaardigheden te verwerven en/of te re-integreren in de samenleving. De werknemer belast met de coördinatiefunctie zorgt voor een goed therapeutisch beheer, human resources, en het patrimonium van het initiatief van beschut wonen.

Om de coördinatiefunctie uit te voeren, moeten werknemers in het bezit zijn van een master- of bachelordiploma uit de volgende lijst: 1° in de verpleegkunde;2° in de menswetenschappen;3° in de volksgezondheid;4° in de psychologie;5° in de criminologie;6° van maatschappelijk assistent;7° van opvoeder;8° in de ergotherapie. § 16. De bedragen bedoeld in dit artikel worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. ".

Art. 111.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/50 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/50.§ 1. Het quotum van verblijfsdagen is gelijk aan het aantal dagen waarop de beschikbare plaatsen tijdens het boekjaar daadwerkelijk bezet waren.

Voorzieningen worden berekend op basis van 100% bezetting. § 2. De definitieve berekening gebeurt aan de hand van een terugvorderingsbedrag dat wordt toegepast op de begroting van de financiële middelen voor het volgende boekjaar. ".

Art. 112.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/51 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/51.De balans en de resultatenrekening worden opgesteld op basis van het model opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 29 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten1 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. ".

Art. 113.In hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt, na artikel 1768/51, een afdeling 4 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 4. Programmering en erkenning". ".

Art. 114.In afdeling 4 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/52 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/52.De Minister stelt een nieuw programma op in het jaar volgend op de aanneming van het strategisch plan voor geestelijke gezondheid bedoeld in artikel 47/20 van het decreetgevend deel van het Wetboek.

Bij de programmering wordt rekening gehouden met de doelstellingen, acties en strategieën in het strategisch plan voor geestelijke gezondheid.

Tenzij anders bepaald in het strategisch plan voor geestelijke gezondheid, beperkt de programmering het aantal individuele opvolgingssessies voor een initiatief voor beschermd wonen tot maximaal een tiende van het totale aantal goedgekeurde plaatsen, inclusief individuele opvolging, voor dit initiatief voor beschut wonen. ".

Art. 115.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/53 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/53.De deontologische regels bedoeld in artikel 53/75, lid 1, 19° van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn in bijlage 144 vermeld. ".

Art. 116.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/54 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/54.De erkenningsaanvraag wordt door het initiatief voor beschut wonen elektronisch ingediend bij het Agentschap.

De aanvraag omvat : 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door het initiatief voor beschut wonen, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van het initiatief voor beschut wonen, de hoedanigheid en het mandaat van haar vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....; ; f) de verbintenis om de opdracht bedoeld in artikel 538/43 van het decreetgevend deel van het Wetboek te vervullen;g) de verbintenis om overeenkomstig artikel 538/44 van het decreetgevend deel van het Wetboek om de vijf jaar een nieuw dienstverleningsproject op te stellen;h) de verbintenis om zijn dienstverleningsproject uit te voeren;i) in voorkomend geval, de verbintenis een of meer overeenkomsten als bedoeld in artikel 538/47 van het decreetgevend deel van het Wetboek te sluiten;j) de verbintenis om lid te zijn van ten minste één overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;k) de verbintenis om te beschikken over een multidisciplinair team dat voldoet aan de bepalingen van de artikelen 538/50 tot 538/53 van het decreetgevend deel van het Wetboek;l) de verbintenis om het multidisciplinaire overleg bedoeld in artikel 538/54 van het decreetgevend deel van het decreet te organiseren;m) een verbintenis om de in artikel 538/55 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde contacten te onderhouden;n) de verbintenis te voldoen aan de eisen van de artikelen 538/64 en 538/65 van het decreetgevend deel van het Wetboek;o) de verbintenis om voor elke begunstigde het individuele dossier bedoeld in artikel 538/66 van het decreetgevend deel van het Wetboek bij te houden;p) de verbintenis om de rechten van de begunstigde, zoals bepaald in de artikelen 538/68 tot 538/70 van het decreetgevend deel van het Wetboek, na te leven;q) de verbintenis om geen hogere verblijfkosten aan te rekenen dan die welke overeenkomstig artikel 538/71 van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn vastgesteld;r) de verbintenis om de socio-epidemiologische gegevens bedoeld in artikel 538/73 van het decreetgevend deel van het Wetboek te verzamelen en mee te delen;s) de verbintenis om de door de Regering vastgestelde deontologische regels, bedoeld in artikel 538/75, lid 1, 19°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, na te leven;t) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van het bestuursorgaan tijdens welke de beslissing om de erkenning aan te vragen, is aangenomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° de lijst van de leden bedoeld in artikel 538/47 van het decreetgevend deel van het Wetboek;5° het eerste dienstverleningsproject;6° een beschrijving van het gebouw met de kenmerken bedoeld in de artikelen 538/58 tot 538/63 van het decreetgevend deel van het Wetboek;7° een door de inrichtende macht gedateerd en ondertekend attest waaruit blijkt dat binnen het aan het psychiatrisch verzorgingstehuis toegewezen gebouw voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van brand zijn genomen, of een door de bevoegde brandweerdienst afgegeven attest waaruit blijkt dat het gebouw voldoet aan de normen inzake brandbeveiliging;8° het protocol voor de bescherming van persoonsgegevens bedoeld in artikel 538/67, tweede lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek;9° in voorkomend geval, de vergunningsaanvraag bedoeld in artikel 1768/39, § 2, vierde lid en 1768, vierde lid.10° in voorkomend geval, de verzoeken tot afwijking bedoeld in de artikelen 1768/42, derde lid, 1768/43, derde lid, 1768/42, vierde lid;11° elk ander document dat het initiatief voor beschut wonen relevant acht om haar aanvraag te ondersteunen.".

Art. 117.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/55 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/55.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag langs elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

Het initiatief voor beschut wonen beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag, om zijn dossier te vervolledigen. Indien dit niet het geval is, wordt zijn erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap maakt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier over aan de Minister. § 4. De Minister beslist over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.

De Minister of zijn afgevaardigde geeft het betrokken initiatief voor beschut wonen kennis van zijn beslissing. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap toegezonden. § 5. In geval van een met redenen omkleed spoedeisend verzoek van het initiatief voor beschut wonen worden de in de paragrafen 3 en 4 genoemde termijnen van twee maanden teruggebracht tot vijftien dagen. ".

Art. 118.In hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt, na artikel 1768/55, een afdeling 5 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 5. Beoordeling, controle en sancties Beoordeling, controle en sancties. ".

Art. 119.In afdeling 5 van hoofdstuk I/2 van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1768/56 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/56.De Minister stelt het model van activiteitenverslag, bedoeld in artikel 46 van het decreetgevend deel van het decreet, op.

Dit model omvat: 1° de partijen bedoeld in artikel 12/3;2° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 538/44 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden nageleefd.3° het in artikel 12/2 bedoelde dossier ter rechtvaardiging van het gebruik van de subsidie;4° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 538/75 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden nageleefd. Het in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde verslag wordt overeenkomstig artikel 12/3 aan het Agentschap toegezonden. ".

Art. 120.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/57 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/57.§ 1. De evaluatie van het initiatief voor beschut wonen is gebaseerd op : 1° het dienstverleningsproject;2° de ingediende activiteitenverslagen;3° de vorige evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° de positieve of negatieve verschillen tussen het dienstverleningsproject en de uitgevoerde acties vaststellen en verklaren;2° aanbevelingen uitwerken ter verbetering van de acties en praktijken van het initiatief voor beschut wonen. § 3. Het initiatief voor beschut wonen of de afdeling medisch toezicht op het werk voert ten minste om de drie jaar een zelfevaluatie uit.

Het zelfevaluatieverslag wordt elektronisch aan het Agentschap toegezonden.

Het Agentschap maakt, indien nodig, opmerkingen over het hem toegezonden zelfevaluatieverslag. § 4. Een evaluatiegesprek vindt plaats op initiatief van het initiatief voor beschut wonen, dan wel op initiatief van het Agentschap, wanneer een van deze partijen een dergelijk gesprek nuttig acht. § 5. Het in paragraaf 3 bedoelde zelfevaluatieverslag wordt, met de eventuele opmerkingen van het Agentschap, binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het initiatief voor beschut wonen.

Het in paragraaf 4 bedoelde verslag van het evaluatiegesprek wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het initiatief voor beschut wonen. ".

Art. 121.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/58 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/58.De conclusies van de in artikel 538/80 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde controle worden binnen een termijn van drie maanden toegezonden aan het initiatief voor beschut wonen,, dat over een termijn van een maand beschikt, te rekenen vanaf de ontvangst van de conclusies, om haar opmerkingen aan het Agentschap te doen toekomen. ".

Art. 122.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/59 ingevoegd, luidend als volgt: " § 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een initiatief voor beschut niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het dit initiatief voor beschut wonen in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn om hieraan te voldoen, die niet korter mag zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Na afloop van de termijn voor het in overeenstemming brengen doet het Agentschap, indien de vastgestelde tekortkomingen blijven bestaan, een voorstel tot intrekking van de erkenning, waarvan het kennis geeft aan het betrokken het initiatief voor beschut wonen.

Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen vanaf de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt het betrokken initiatief voor beschut wonen uitgenodigd voor een hoorzitting, teneinde zijn argumenten naar voren te brengen. Het kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.

Binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de hoorzitting wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en overgemaakt aan het verhoorde initiatief voor beschut wonen dat over vijftien dagen beschikt om haar opmerkingen te laten gelden.

Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van de erkenning binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het volledige dossier. § 4. De Minister zal met de steun van het Agentschap de nodige stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat de begunstigden worden overgeplaatst naar een ander initiatief voor beschut wonen en dat hun therapeutische zorg wordt voortgezet. ".

Art. 123.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1768/60 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1768/60.De procedure van artikel 1768/59 is ook van toepassing wanneer de vastgestelde inbreuken slechts betrekking hebben op een van de beschutte woningen die worden beheerd door het initiatief voor beschut wonen.

In het in lid 1 bedoelde geval heeft de intrekking van de erkenning uitsluitend betrekking op het betrokken initiatief voor beschut wonen. ". Afdeling 6. - Wijzigingen betreffende de diensten voor geestelijke

gezondheidszorg

Art. 124.Het opschrift van deel II, titel III, hoofdstuk II, van boek VII van het Wetboek wordt vervangen als volgt: "Hoofdstuk II. Diensten voor geestelijke gezondheidszorg ".

Art. 125.Artikel 1769 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1769.De definities in artikel 539/1 van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn van toepassing op dit hoofdstuk.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "inrichtende macht" verstaan: het orgaan dat belast is met het bestuur van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg ".

Art. 126.Het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt: "Afdeling 2. Opdrachten en werking ".

Art. 127.Het opschrift van deel II, titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 1, van boek VII van het Wetboek wordt vervangen als volgt: "Onderafdeling 1. - Dienstverleningsproject ".

Art. 128.Punt "A. Erkenningsvoorwaarden" van afdeling 2, onderafdeling 1, van hoofdstuk II van titel III van boek VII van het tweede deel van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 129.Punt "A.1. Dienstverleningsproject" van afdeling 2, onderafdeling 1, van hoofdstuk II van titel III van boek VII van het tweede deel van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 130.Artikel 1770 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt gewijzigd als volgt: 1° in het eerste lid: a) de woorden "De dienst werkt een dienstproject uit" worden vervangen door de woorden "De dienst voor geestelijke gezondheidszorg werkt een dienstproject uit";b) de woorden "waarvan de inhoud aangepast wordt" worden vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 541 van het decreetgevend deel van het Wetboek";2° in het tweede lid: a) de woorden "uit meer dan één team bestaat" worden vervangen door de woorden "voor geestelijke gezondheidszorg over een erkenning beschikt"; b) de woorden ", waarbij het deel bedoeld in artikel 541, derde lid, van het tweede deel van het decreetgevend deel van het Wetboek gemeenschappelijk kan zijn." worden opgeheven; 3° het derde lid wordt opgeheven;4° in lid 4, dat lid 3 geworden is: a) de woorden "voor geestelijke gezondheidszorg" worden ingevoegd tussen de woorden "Elke dienst" en de woorden "kan om een steun" ;b) de woorden "het referentiecentrum" worden vervangen door de woorden "een referentiecentrum voor geestelijke gezondheid of een specifiek referentiecentrum";c) het woord "eerste" wordt opgeheven; b) worden de woorden "om de tot eerste autoevaluatie ervan over te gaan." vervangen door de woorden "om tot de autoevaluatie over te gaan"; 5° in lid 5, dat lid 4 geworden is: a) de woorden "De aanvraag om individuele steunverlening" wordt vervangen door de woorden "De aanvraag om steunverlening bedoeld in lid 3" ;b) de woorden "wordt schriftelijk aan het referentiecentrum gericht" worden vervangen door de woorden "wordt langs elektronische weg aan het centrum voor geestelijke gezondheid of aan het specifiek referentiecentrum gericht".

Art. 131.In artikel 1771 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, worden de woorden "de administratie" telkenmale vervangen door de woorden "het Agentschap".

Art. 132.Artikel 1772 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1772.§ 1. Voordat het dienstverleningsproject wordt goedgekeurd, wordt het voorgelegd aan : 1° aan het driemaandelijks multidisciplinair overleg bedoeld in artikel 547 van het decreetgevend deel van het Wetboek;2° voor overleg met de adviesraad bedoeld in artikel 583 van decreetgevend deel van het Wetboek; Het dienstverleningsproject wordt definitief goedgekeurd door de inrichtende macht na het in lid 1 bedoelde overleg. § 2. Het dienstverleningsproject geeft aan welke periode het bestrijkt, die niet langer mag zijn dan vijf jaar. § 3. De dienst voor geestelijke gezondheidszorg dient zijn nieuwe dienstverleningsplan elektronisch in bij het Agentschap vóór het einde van de zesde maand voorafgaand aan het verstrijken van zijn lopende dienstverleningsprojecten.

Het Agentschap bericht ontvangst van het dienstverleningsproject binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de verzending.

Het Agentschap keurt het dienstverleningsproject goed binnen de drie maanden te rekenen van zijn ontvangst. Als het Agentschap niet binnen deze termijn reageert, betekent dit dat het dienstverleningsproject wordt goedgekeurd. § 4. In afwijking van paragraaf 1 wordt het eerste dienstverleningsproject door de inrichtende macht goedgekeurd zonder voorafgaand overleg.

In afwijking van paragraaf 3 dient het psychiatrische verzorgingstehuis zijn eerste dienstverleningsproject elektronisch in bij het Agentschap als bijlage bij haar erkenningsaanvraag.

De toekenning van de erkenning impliceert stilzwijgende goedkeuring van het dienstverleningsproject.

Over het eerste dienstverleningsproject wordt binnen een maand na de vorming van het multidisciplinaire team en de adviesraad overleg gepleegd overeenkomstig lid 1. Indien nodig zal de inrichtende macht het aanpassen om rekening te houden met de resultaten van het overleg.

De procedure van paragraaf 3 is van toepassing op de in lid 4 bedoelde aanpassingen. § 5. Het dienstverleningsproject is voor verandering vatbaar. De dienst voor geestelijke gezondheidszorg past het dienstverleningsproject aan als dat nodig is als gevolg van de impact van de acties in het project, de doelstellingen en strategieën van het strategisch plan voor geestelijke gezondheid en veranderingen in de gezondheidssituatie.

De in paragraaf 1 en 3 bedoelde procedure is van toepassing op de aanpassingen van de in het dienstverleningsproject vermelde doelstellingen. ".

Art. 133.In afdeling 2 van hoofdstuk II van titel II van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1772 een onderafdeling 2 ingevoegd, met als opschrift : "Onderafdeling 2. - Registratie van tegemoetkomingsaanvragen. ".

Art. 134.In onderafdeling 2 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van het deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1772/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1772/1.De registratie van de tegemoetkomingsaanvragen bedoeld in artikel 542, § 2, tweede lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek gebeurt in elektronische vorm.

Het registratiemechanisme voorziet in : 1° de mogelijkheid om de tegemoetkomingsaanvragen te rangschikken in volgorde van binnenkomst;2° een indicatie van het gevolg dat aan elk verzoek om tegemoetkoming is gegeven.".

Art. 135.Punt "A.2. Overeenkomst betreffende de continuïteit van de zorgverlening" van onderafdeling 2 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel 2 van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een Onderafdeling 3, met als opschrift "Onderafdeling 3.". Overeenkomst betreffende de continuïteit van de zorgverlening ".

Art. 136.In artikel 1773 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin worden de woorden "van het tweede deel" vervangen door de woorden ", lid 3,"; 2° in 2°, worden de woorden "en de frequentie van de prestatie;" vervangen door de woorden "de prestaties"; 3° in 3°, worden de woorden "waar de dienst verleend wordt;" vervangen door de woorden "waar de prestaties verleend worden"; 4° punt 4° wordt aangevuld met de volgende woorden: "van de aanvragers of begunstigden" ; 5° punt 5° wordt vervangen als volgt: "5° de verplichting voor alle partijen bij de overeenkomst om de bepalingen van de artikelen 539 tot 617 van het decreetgevend deel van Wetboek, en de artikelen 1769 tot 1820 van dit Wetboek na te leven;".

Art. 137.Punt "A.3. multidisciplinaire overleg" van onderafdeling 3 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 4 met als opschrift "Onderafdeling 4.". Multidisciplinair overleg ".

Art. 138.Artikel 1774 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "Art. 1774 Het multidisciplinair overleg bedoeld in artikel 545 van het decreetgevend deel van het Wetboek heeft minstens betrekking op de volgende punten: 1° het onderzoek van alle nieuwe aanvragen ;2° de identificatie binnen het multidisciplinaire team van de interveniënt(en) die de aanvrager kunnen begeleiden;3° de beslissing om de aanvrager te begeleiden of door te verwijzen naar een andere meer geschikte dienst;4° bespreking van de diagnose, het verloop van de behandeling of elk ander probleem in verband met een begunstigde, op verzoek van een van de leden van het team;5° elk extern project onderzoeken of beoordelen dat de opdrachten van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg zoals bepaald in artikel 540 van het decreetgevend deel van het Wetboek vervult. Voorafgaand aan elke multidisciplinaire overlegvergadering wordt een agenda gestuurd naar elke persoon die deelneemt, in overeenstemming met de procedures die zijn vastgelegd in het dienstverleningsproject.

Van elke multidisciplinaire overlegvergadering worden notulen opgesteld volgens de procedures die in het dienstverleningsproject staan. ".

Art. 139.Artikel 1775 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1775.Het driemaandelijks multidisciplinair overleg is gepland op jaarbasis.

De bijeenroeping voor een multidisciplinaire overlegvergadering, samen met een agenda, wordt ten minste twee weken voor de geplande datum van de vergadering naar alle personeelsleden gestuurd, in overeenstemming met de procedures die in het dienstverleningsproject zijn uiteengezet.

De notulen van elke driemaandelijkse multidisciplinaire overlegvergadering worden opgesteld in overeenstemming met de procedures die in het dienstverleningsproject zijn uiteengezet en worden binnen een maand na de vergadering aan alle personeelsleden meegedeeld op dezelfde wijze als de in lid 2 bedoelde bijeenroeping. ".

Art. 140.Punt "A.4. Expertises" van onderafdeling 4 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van het tweede deel van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 141.Artikel 1777 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 142.Punt "A.5. Werk in netwerkverbanden en institutioneel overleg" van onderafdeling 4 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van het tweede deel van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 143.Artikel 1778 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 144.Artikel 1779 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 145.Punt "A.6. Multidisciplinair team" van onderafdeling 4 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 5 met als opschrift "Onderafdeling 5.". Multidisciplinair team. ".

Art. 146.In artikel 1780 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° lid 1 wordt vervangen door wat volgt : "De aanvraag tot toekenning van een aanvullende functie bedoeld in artikel 556, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek maakt deel uit van de erkenningsaanvraag bedoeld in artikel 1799."; 2° een nieuw lid wordt ingevoegd tussen lid 1 en lid 2, luidend als volgt: "In afwijking van lid 1, wanneer de dienst voor geestelijke gezondheidszorg reeds geniet van een erkenning, vormt de aanvraag tot toekenning van een aanvullende functie bedoeld in artikel 556, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek een aanvraag tot wijziging van de erkenning die onderworpen is aan artikel 1801."; 3° in lid 2, thans lid 3, worden de woorden "via een bijwerking van het project inzake" vervangen door de woorden "voor de".

Art. 147.In artikel 1781 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° voor het enige lid, dat paragraaf 3 wordt, worden twee leden ingevoegd, luidend als volgt: "Voor de in artikel 556, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde aanvullende functies gelden de volgende kwalificaties:: 1° geneesheer: 2° verpleegkundige;3° opvoeder ;4° criminoloog ;5° psychomotricus ;6° logopedist ;7° ergotherapeut ;8° fysiotherapeut ; De Minister kan de lijst vastgelegd in lid 1 wijzigen of aanvullen. "; 2° in de inleidende zin van het enige lid, nu lid 3 : a) worden de woorden "in artikel 556, § 2, tweede lid, van het tweede deel van het decreetgevend deel van het Wetboek" vervangen door de woorden "in lid 1" ;b) worden de woorden "aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg," opgeheven.

Art. 148.Artikel 1783 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt gewijzigd als volgt: 1° in paragraaf 1: a) wordt lid 1 vervangen door de volgende bepaling: "Elke persoon die een functie uitoefent bedoeld in artikel 556 van het decreetgevend deel van het Wetboek moet een minimum van twee dagen opleiding per jaar volgen."; b) lid 2 wordt opgeheven.c) in lid 3, thans lid 2, worden de woorden de woorden "met de bijscholingsactiviteit " vervangen door de woorden "met de voortgezette opleiding";2° in paragraaf 2 : a) in lid 1 wordt de zin "De diensten delen één keer per jaar uiterlijk voor 31 maart de bijscholingsactiviteiten die tijdens het afgelopen werkingsjaar door elke werknemer worden gevolgd, aan de administratie mede" vervangen door de zin "De diensten delen één keer per jaar uiterlijk voor 31 maart de voortgezette opleiding die tijdens het afgelopen werkingsjaar door elke werknemer worden gevolgd, aan het Agentschap mede";b) lid 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : "De dienst voor geestelijke gezondheidszorg bewaart de bewijzen van deelname aan voortgezette opleiding of, bij gebrek daaraan, de gegevens over de organisator, de duur en de inhoud van de voortgezette opleiding gedurende een periode van tien jaar vanaf het einde van het jaar in kwestie.".

Art. 149.Artikel 1784 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1784.§ 1. Wanneer een lid van het multidisciplinaire team dat zijn functie heeft verlaten, niet binnen zes maanden na zijn vertrek wordt vervangen overeenkomstig artikel 558, § 2, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek, vraagt de dienst voorgeestelijke gezondheid een verlenging van deze vervangingstermijn aan.

Om deze verlenging te verkrijgen, richt de dienst voor geestelijke gezondheidszorg binnen een maand na het verstrijken van de termijn van zes maanden bedoeld in artikel 558, § 2, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Agentschap een met redenen omkleed verzoek langs elektronische weg aan het Agentschap. Dit verzoek moet vergezeld gaan van een dossier waarin de stappen worden gerechtvaardigd die zijn ondernomen om tot vervanging over te gaan. Het Agentschap beslist over de aanvraag tot binnen een termijn van twee maanden die ingaat op de datum van ontvangst door het Agentschap. De beslissing van het Agentschap wordt meegedeeld aan de aanvragende dienst voor geestelijke gezondheidszorg.

De verlenging wordt toegekend voor een periode van maximaal een jaar, te rekenen vanaf het verstrijken van de termijn van zes maanden bepaald in artikel 558, § 2, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek.

Indien de dienst voor geestelijke gezondheidszorg aan het einde van de overeenkomstig lid 2 verlengde periode nog niet tot de vervanging is overgegaan, dient hij een nieuw verzoek om verlenging in. De leden 2 en 3 zijn van toepassing op dit nieuwe verlengingsverzoek.

De dienst voor geestelijke gezondheidszorg verzoekt om een verlenging van de vervangingstermijn totdat de vervanging heeft plaatsgevonden. § 2. Wanneer ten gevolge van de afwezigheid van een vervanger binnen de termijn van zes maanden bepaald in artikel 558, § 2, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek, een van de functies opgesomd in artikel 556, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek niet langer wordt uitgeoefend, stelt de dienst voor geestelijke gezondheidszorg compenserende maatregelen voor die de tijdelijke uitoefening van de niet uitgeoefende functie kunnen garanderen.

Als de psychiatrische functie niet wordt uitgevoerd, hebben de compenserende maatregelen ook betrekking op het therapeutisch beheer.

De voorgestelde compenserende maatregelen worden bij het in lid 2, paragraaf 1, bedoelde met redenen omklede verzoek om verlenging gevoegd. Het Agentschap geeft zijn mening over deze compenserende maatregelen.

Aanvaarding van de compenserende maatregelen door het Agentschap ontslaat de dienst voor geestelijke gezondheidszorg niet van de verplichting om alle nodige stappen te ondernemen om het lid van het multidisciplinaire team dat zijn functies heeft neergelegd, te vervangen. ".

Art. 150.In artikel 1785, lid 3, van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1° wordt opgeheven; in 3° wordt het woord "bijkomende" vervangen door het woord "aanvullende"; 3° in 4° worden de woorden "het houden van de individuele dossiers van de gebruikers en de naleving van de bepalingen betreffende de toegang van de gebruikers" vervangen door de woorden "de naleving van de bepalingen betreffende de toegang van de begunstigden"; 4° in 10° worden de woorden "van de vormen en termijnen i.v.m. de toepassing van hoofdstuk II, titel II, boek VI van het tweede deel van het decreetgevend deel van het Wetboek en van dit hoofdstuk." vervangen door de woorden "van alle verplichtingen waarin het decreetgevend deel van het Wetboek en dit Wetboek voorzien".

Art. 151.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1785/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1785/1.De therapeutisch directeur is verantwoordelijk voor de volgende taken, in overeenstemming met het dienstverleningsproject: 1° de therapeutische verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de zorg te verzekeren zonder elke interveniënt van zijn of haar individuele verantwoordelijkheid te ontslaan;2° coördinatie van multidisciplinaire teamvergaderingen ;3° de beslissingen van het multidisciplinaire team met betrekking tot een bepaalde situatie valideren;4° het nemen van eindbeslissingen over situaties die hem worden voorgelegd en het beslechten van meningsverschillen binnen het multidisciplinaire team;5° ervoor zorgen dat het multidisciplinaire team crisissituaties doeltreffend aanpakt, of het nu gaat om een individuele crisis van een specifieke begunstigde of om een collectieve gezondheids- of andere crisis;6° samenwerken in aanvullende activiteiten en activiteiten die verband houden met netwerking, in termen van therapeutische inhoud ;7° werken in teamverband en in nauwe samenwerking met de verschillende personen die betrokken zijn bij de dienst geestelijke gezondheidszorg;8° deelnemen aan werkvergaderingen over de therapeutische werking en de organisatie van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg.".

Art. 152.Artikel 1786 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1786.De administratief directeur en de therapeutisch directeur zijn samen verantwoordelijk voor de volgende taken: 1° het verzekeren van de continuïteit en de kwaliteit van de zorg ;2° deelnemen aan de aanwerving van personeel;3° het coördineren van alle activiteiten van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg. De administratief directeur en de therapeutisch directeur zijn samen verantwoordelijk voor de betrekkingen tussen de dienst voor geestelijke gezondheidszorg en het Agentschap. Zij stellen het Agentschap binnen een maand in kennis van hun aanwijzing.

Art. 153.Punt "A.7. Verstrekkingen van de leden van het team" van onderafdeling 5 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 6 getiteld "Onderafdeling 6. - Prestaties van de leden van het multidisciplinaire team. ".

Art. 154.In onderafdeling 6 van afdeling 2 van hoofdstuk II van Titel II van Boek VI van Deel 2 van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 1786/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1786/1.De Regering of haar afgevaardigde bepaalt het aantal gesubsidieerde voltijdsequivalenten dat aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg wordt toegekend voor het administratief directeur. ".

Art. 155.In artikel 1787 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin wordt het woord "gesubsidieerde" ingevoegd tussen het woord "aantal" en het woord "arbeidsplaatsen";2° in 2°, wordt in de Franse versie het woord "d'équivalents" vervangen door de woorden "total des équivalents";3° in 3°, wordt in de Franse versie het woord "d'équivalents" vervangen door de woorden "total des équivalents";4° het artikel wordt aangevuld met een lid 2, luidend als volgt: "De Minister kan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg een verhoging van het aantal voltijdsequivalenten met betrekking tot lid 1 toekennen om rekening te houden met de specifieke situatie van die dienst.".

Art. 156.In artikel 1788 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin wordt het woord "gesubsidieerde" ingevoegd tussen het woord "aantal" en het woord "arbeidsplaatsen"; 2° de zin "basisteam dat tot de dienst voor geestelijke gezondheidszorg behoort." wordt vervangen door "dienst voor geestelijke gezondheidszorg". 3° het artikel wordt aangevuld met een lid 2, luidend als volgt: "De Minister kan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg een verhoging van het aantal voltijdsequivalenten met betrekking tot lid 1 toekennen om rekening te houden met de specifieke situatie van die dienst.".

Art. 157.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1788/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1788/1.Het aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen overeenstemmend met de psychologische functie is minstens gelijk aan een voltijdse equivalent per dienst voor geestelijke gezondheidszorg. "De Minister kan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg een verhoging van het aantal voltijdsequivalenten met betrekking tot lid 1 toekennen om rekening te houden met de specifieke situatie van die dienst. ".

Art. 158.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1788/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1788/2.§ 1. Het aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen dat overeenkomt met de psychiatrische functie is minstens gelijk aan vijftien en een half uur per dienst geestelijke gezondheidszorg. "De Minister kan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg een verhoging van het aantal voltijdsequivalenten met betrekking tot lid 1 toekennen om rekening te houden met de specifieke situatie van die dienst. § 2. Het minimumaantal uren dat wordt toegekend aan de dienst geestelijke gezondheidszorg voor therapeutische bestuur wordt bepaald door de Minister. ".

Art. 159.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1788/3 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1788/3.De Minister bepaalt het aantal gesubsidieerde voltijdsequivalenten dat aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg wordt toegekend voor de aanvullende functies. ".

Art. 160.Artikel 1789 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1789.§ 1. De samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 568 van het decreetgevend deel van het Wetboek moet ten minste de volgende informatie bevatten: 1° de volledige identiteit van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, met inbegrip van zijn ondernemingsnummer ;2° de volledige identiteit van de onafhankelijke dienstverlener, met inbegrip van zijn ondernemingsnummer;3° een aanduiding van de functie die de onafhankelijke dienstverlener uitoefent;4° een aanduiding van de termijn waarbinnen de onafhankelijke dienstverlener de dienst ter beschikking moet stellen;5° de plaats waar de prestaties van de onafhankelijke dienstverlener plaatsvinden.6° een aanduiding van de wijze waarop de onafhankelijke dienstverlener deelneemt aan het multidisciplinair overleg bedoeld in artikel 545 van het decreetgevend deel van het Wetboek;7° de verbintenis van de onafhankelijke dienstverlener om deel te nemen aan de uitvoering van het dienstverleningsproject bedoeld in artikel 541 van het decreetgevend deel van het Wetboek;8° een opgave van de aan de begunstigden aangerekende erelonen ;9° de erelonen van de onafhankelijke dienstverlener;10° een aanduiding van de bijdrage van de onafhankelijke dienstverlener in de beheerskosten van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, uitgedrukt als percentage van de erelonen bedoeld in 9° ;11° de verbintenis van de onafhankelijke dienstverlener om alle wettelijke of reglementaire bepalingen na te leven die van toepassing zijn op de dienst voor geestelijke gezondheid;12° de aanduiding van de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst;13° de aanduiding van de datum van inwerkingtreding van de samenwerkingsovereenkomst;14° de aanduiding van de modaliteiten voor de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst;15° de aanduiding van de namen en functies van de ondertekenaars;16° de ondertekening door de partijen; De bijdrage in de beheerskosten bedoeld in het eerste lid, 11°, mag in geen geval minder bedragen dan vijftien procent van de ontvangen erelonen § 2. De in paragraaf 1 bedoelde samenwerkingsovereenkomst wordt binnen een maand na de inwerkingtreding ervan ter informatie naar het Agentschap gestuurd. ".

Art. 161.Punt "A.8. Individueel dossier van de gebruiker" van onderafdeling 6 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 7, met als opschrift "Onderafdeling 7. Individueel dossier van de begunstigde. ".

Art. 162.Artikel 1790 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1790.Het verzoek om inzage in het individueel dossier bedoeld in artikel 570, § 3, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt geformuleerd als volgt: 1° mondeling tijdens een gesprek met de dienst voor geestelijke gezondheidszorg ;2° of per brief gericht aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg;3° hetzij per elektronische weg. In het geval bedoeld in lid 1, 1°, wordt het verzoek schriftelijk geregistreerd door het lid van het team van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg dat het verzoek ontvangt. ".

Art. 163.Punt "A.9. Verzameling van sociaal-epidemiologische gegevens" van onderafdeling 7 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 8, met als opschrift "Onderafdeling 8.

Verzameling van sociaal-epidemiologische gegevens ".

Art. 164.Artikel 1791 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 165.Artikel 1792 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1792.Socio-epidemiologische gegevens worden elektronisch naar het Agentschap gestuurd. Het Agentschap zal de dienst voor geestelijke gezondheidszorg de nodige instructies geven om deze gegevens veilig te verzenden.

Het Agentschap verstuurt zijn rapport met socio-epidemiologische gegevensanalyse elektronisch: 1° aan de Minister ;2° aan elke dienst voor geestelijke gezondheidszorg. Het in lid 2 bedoelde analyserapport wordt bekendgemaakt op de door de minister vastgestelde wijze. ".

Art. 166.Punt "A.10. Toegankelijkheid en infrastructuur" van onderafdeling 8 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 9, met als opschrift "Onderafdeling 9. Raadpleegtijden en -procedures. ".

Art. 167.Artikel 1793 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1793.§ 1. De dienst voor geestelijke gezondheidszorg bepaalt zijn spreekuren in overeenstemming met de minimumvereisten in dit artikel.

De dienst voor geestelijke gezondheidszorg geeft zijn spreekuren aan: 1° in zijn dienstenproject bedoeld in artikel 541 van het decreetgevend deel van het Wetboek;2° in elk schrijven, elke email of andere verzending aan een persoon buiten de dienst voor geestelijke gezondheidszorg; 3 in voorkomend geval, op zijn website; 4° aan de ingang van de lokalen die hij in gebruik heeft;5° in de schriftelijke informatie bedoeld in artikel 571 van het decreetgevend deel van het Wetboek § 2.Spreekuren zijn elke werkdag beschikbaar, van maandag tot vrijdag, van 9.00 tot 18.00 uur.

Buiten deze uren kan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, op verzoek van de begunstigde, 's ochtends of 's avonds en op zaterdagochtend consultaties organiseren, tot een maximum van vier uur per week voor de dienst voor geestelijke gezondheidszorg als geheel.

De in lid 2 bedoelde uren die door het personeel worden gewerkt, mogen niet meer bedragen dan vier procent van het totale aantal uren dat aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg is toegewezen. § 3. In afwijking van paragraaf 2 is het de dienst voor geestelijke gezondheidszorg toegestaan drie werkdagen per jaar te sluiten.

Deze sluitingsdagen zijn bedoeld voor : 1° het organiseren van activiteiten om de werking van het multidisciplinaire team te verbeteren;2° het toekennen van buitengewoon verlof aan de leden van het multidisciplinair team. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden stelt de dienst voor geestelijke gezondheidszorg de gebruikers op de hoogte van elke sluitingsdag als bedoeld in dit lid, door mededelingen op te hangen bij de ingang van de gebouwen die hij gebruikt en in de wachtkamer.

Behalve in uitzonderlijke omstandigheden stelt de dienst voor geestelijke gezondheidszorg het Agentschap elektronisch in kennis van elke in dit paragraaf bedoelde sluitingsdag.

Behalve in uitzonderlijke omstandigheden wordt de in de vorige leden bedoelde informatie ten minste dertig dagen voor de geplande sluitingsdatum verstrekt. § 4. De dienst voor geestelijke gezondheid mag consultaties op afstand organiseren onder de volgende voorwaarden: 1° de begunstigde heeft ingestemd met de organisatie van consultaties op afstand;2° het multidisciplinaire team heeft ingestemd met de organisatie van consultaties op afstand;3° de consultatie op afstand gebeurt via videoconferentie;4° de consultatie op afstand vereist visueel en auditief contact tussen de patiënt en het lid van het multidisciplinaire team;5° de begunstigde wordt op de hoogte gebracht of de raadpleging op afstand al dan niet wordt opgenomen;6° de begunstigde heeft het recht zich te verzetten tegen elke opname van de consultatie op afstand;7° het lid van het multidisciplinair team voert de raadpleging op afstand uit vanuit de lokalen van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg;8° de dienst voor geestelijke gezondheid garandeert de volledige vertrouwelijkheid van de consultatie op afstand.".

Art. 168.Punt "A.11. Boekhouding" van onderafdeling 9 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 10 met als opschrift "Onderafdeling 10.". Boekhouding. ".

Art. 169.Artikel 1794 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt in de volgende lezing hersteld: "

Art. 1794.Overeenkomstig artikel 410/591 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden de balans en de resultatenrekening opgesteld op basis van het model opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 29 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten1 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. ".

Art. 170.Punt "A.12. De gebruiker" van onderafdeling 10 van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 11 met als opschrift "Onderafdeling 11. De begunstigde. ".

Art. 171.Artikel 1796 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt gewijzigd als volgt: 1° in het eerste lid: a) in de inleidende zin worden de woorden "van het tweede deel van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde informatiedocument dat aan het begin van elke verzorging aan de gebruiker overgemaakt wordt," vervangen door de woorden "van het decreetgevend deel van het Wetboek";b) in 5° worden de woorden "van de gebruiker en de voorwaarden voor de toegang" vervangen door de woorden "van de begunstigde en de voorwaarden voor toegang tot het gereduceerde tarief of"; b) punt 7° wordt vervangen als volgt : "7° de spreekuren en de mogelijkheid om buiten deze uren een afspraak te bekomen;"; 2° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "Het informatiedocument wordt verstrekt aan elke aanvrager of begunstigde die daarom vraagt: 1° hetzij op papier;2° hetzij per elektronische weg."; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid 3, luidend als volgt: "Het informatiedocument wordt elektronisch naar het Agentschap gestuurd voordat het wordt gebruikt voor aanvragers of begunstigden. ".

Art. 172.In artikel 1797 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : " § 1.Het maximumtarief bedoeld in artikel 581 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedraagt : 1° 13,19 euro per consult voor een individuele consultatie ;2° 20 euro per consult voor een koppel;3° 25 euro per consult voor een gezin met kinderen;4° 10 euro per deelnemer voor groepsactiviteiten van twee deelnemers die drie uur duren. De bedragen van 13,19 euro, 20 euro, 25 euro en 10 euro waarnaar in lid 1 wordt verwezen, zijn gekoppeld aan de spilindex 123,14 in de basis 2013 = 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt.

Het tarief bedoeld in paragraaf 1 is van toepassing op dienstverleningen geleverd door de dienst voor geestelijke gezondheid, met uitzondering van diensten gedekt door de federale ziekte- en invaliditeitsverzekering of het Waalse sociale beschermingsstelsel.

Administratieve diensten zijn gratis. "; 2° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidend als volgt: " § 1/1.Aan de volgende begunstigden kan korting of gratis vervoer worden verleend: 1° begunstigden die een vervangingsinkomen hebben ;2° de begunstigden van het verhoogde uitkering bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;3° de begunstigden die grote financiële moeilijkheden aantonen;4° de begunstigden die bewijzen dat ze het normale tarief niet kunnen betalen. De begunstigde of zijn vertegenwoordiger moet bij een lid van het multidisciplinaire team een aanvraag indienen voor een gereduceerd of gratis tarief. Dit verzoek wordt gemotiveerd.

De beslissing om het gereduceerde of gratis tarief toe te kennen of te weigeren wordt genomen door de administratieve directie na het wekelijkse multidisciplinaire overleg over de aanvraag.

De beslissing om een gereduceerd of gratis tarief toe te kennen is een jaar geldig. Het kan van jaar tot jaar worden verlengd.

Het tarief wordt niet verlaagd of kwijtgescholden als er andere manieren zijn om de zorg voor de begunstigde te financieren. "; 3° in paragraaf 2 : a) in het eerste lid wordt het woord "bijkomende" vervangen door het woord "aanvullende";b) in het tweede lid wordt het woord "bijkomende" vervangen door het woord "aanvullende".

Art. 173.Punt "B Erkenningsprocedure" van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 3 met als opschrift "Afdeling 3. Erkenning.".

Art. 174.Artikel 1798 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1798.De deontologische regels bedoeld in artikel 600, § 1, lid 1, 19° van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn in bijlage 144 vermeld. ".

Art. 175.Artikel 1799 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1799.§ 1. De aanvraag tot erkenning van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg wordt door de dienst voor geestelijke gezondheidszorg bij het Agentschap ingediend.

De aanvraag omvat : 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele andere zetels en bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....; f) in de lijn liggen van de programmering die de Regering of haar afgevaardigde overeenkomstig artikel 597 van het decreetgevend deel van het Wetboek heeft opgesteld;g) de dagen en uren waarop de dienst voor geestelijke gezondheidszorg werkzaam is en een toezegging dat de openingstijden in overeenstemming zullen zijn met de door de Regering krachtens artikel 590 van het decreetgevend deel van het Wetboek vastgestelde vereisten;h) het aantal personeelsleden, met de werktijden;i) de in het multidisciplinair team aanwezige functies in voltijdsequivalenten;j) in voorkomend geval, de gemotiveerde thesauriseringsaanvraag bedoeld in artikel L3343-4, § 1780, van het Wetboek.i) de aanduiding of de ruimten toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit, of de reden waarom de ruimten niet toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit;l) zich ertoe verbinden om overeenkomstig artikel 541 om maximum de vijf jaar een nieuw dienstverleningsproject op te stellen;m) zich ertoe verbinden zijn dienstverleningsproject uit te voeren;n) zich ertoe verbinden elk verzoek tot tegemoetkoming te registreren overeenkomstig artikel 542, § 2;o) zich ertoe verbinden een of meerdere overeenkomsten als bedoeld in artikel 543, lid 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek te sluiten;p) zich ertoe verbinden uitsluitend de multidisciplinaire overleggen bedoeld in de artikelen 545 en 547 van het decreetgevend deel van het Wetboek te organiseren;q° zich ertoe verbinden samen te werken met de netwerken; r)° zich ertoe verbinden te beschikken over een multidisciplinair team dat voldoet aan de bepalingen van de artikelen 555 tot 568 van het decreetgevend deel van het Wetboek; s) zich ertoe verbinden voor elke begunstigde het individuele dossier bedoeld in artikel 570 van het decreetgevend deel van het Wetboek bij te houden;t) zich ertoe verbinden de rechten van de begunstigde, zoals bepaald in de artikelen 571 tot 579 van het decreetgevend deel van het Wetboek na te leven;u) zich ertoe verbinden geen hogere dienstverleningskosten aan te rekenen dan die welke overeenkomstig de artikelen 580 tot 582 van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn vastgesteld;v) zich ertoe verbinden te zorgen voor de installatie van de in artikel 583 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde adviesraad;w) zich ertoe verbinden de socio-epidemiologische gegevens bedoeld in artikel 585, § 1 van het decreetgevend deel van het Wetboek te verzamelen en mee te delen;x) zich ertoe verbinden om de deontologische regels die de Regering vastlegt, in acht nemen.y) zich ertoe verbinden om lokalen ter beschikking te stellen die voldoen aan de artikelen 587, § 2 en § 2/1, 588 en 589 van het decreetgevend deel van het Wetboek; ) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger; 2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van bestuursorgaan waarop de beslissing tot het aanvragen van de erkenning werd genomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° het eerste dienstverleningsproject;5° een protocol voor de bescherming van persoonsgegevens opstellen als bedoeld in artikel 570/1, tweede lid van decreetgevend deel van het Wetboek;6° een verklaring op erewoord dat elke persoon die een functie bedoeld in artikel 556 van het decreetgevend deel van het Wetboek uitoefent, over de kwalificaties en diploma's beschikt die door het genoemde decreetgevend deel van het Wetboek of door dit Wetboek worden vereist;7° in voorkomend geval, het dossier dat de aanvraag voor bijkomende functies, bedoeld in artikel 1780, rechtvaardigt;8° elk ander document dat de dienst voor geestelijke gezondheid relevant acht om haar aanvraag te ondersteunen. § 2. De aanvraag tot erkenning van een specifiek initiatie wordt door de dienst voor geestelijke gezondheidszorg bij het Agentschap ingediend.

De aanvraag omvat : 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door de dienst voor geestelijke gezondheid, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele andere zetels en bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....; f) de erkenningsdatum van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg;g) de beknopte beschrijving van het specifieke initiatief ;h) indien van toepassing, de aanvraag voor een afwijking van de locatie van de bedrijfsruimten, zoals bepaald in artikel 593 van het decreetgevend deel van het Wetboek;i) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van bestuursorgaan waarop de beslissing tot het aanvragen van de erkenning werd genomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° een gedetailleerde omschrijving van elke aangevraagde wijziging;5° in geval van een aanvraag tot afwijking van de ligging van de lokalen, bedoeld in artikel 593 van het decreetgevend deel van het Wetboek, een plan met het gebruik van de lokalen, hun afmetingen en een dossier ter staving van de aanvraag;6° elk ander document dat de dienst voor geestelijke gezondheid relevant acht om haar aanvraag te ondersteunen. § 3. De aanvraag tot erkenning van een therapeutische club wordt door de dienst voor geestelijke gezondheidszorg bij het Agentschap ingediend.

Het verzoek omvat : 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door de dienst voor geestelijke gezondheid, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele andere zetels en bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....; f) de erkenningsdatum van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg;g) de beknopte beschrijving van de therapeutische club;h) indien van toepassing, de aanvraag voor een afwijking van de locatie van de bedrijfsruimten, zoals bepaald in artikel 595 van het decreetgevend deel van het Wetboek;i) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van bestuursorgaan waarop de beslissing tot het aanvragen van de erkenning werd genomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° een gedetailleerde omschrijving van elke therapeutische club;5° in geval van een aanvraag tot afwijking van de ligging van de lokalen, bedoeld in artikel 595 van het decreetgevend deel van het Wetboek, een plan met het gebruik van de lokalen, hun afmetingen en een dossier ter staving van de aanvraag;6° elk ander document dat de dienst voor geestelijke gezondheid relevant acht om haar aanvraag te ondersteunen.".

Art. 176.Artikel 1800 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1800.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag langs elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

De dienst voor geestelijke gezondheidszorg heeft een maand de tijd om zijn dossier af te ronden. Zo niet wordt de erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap maakt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier over aan de Minister. § 4. De Minister beslist over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.

De Minister of zijn afgevaardigde geeft de betrokken dienst voor geestelijke gezondheidszorg kennis van zijn beslissing. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap overgemaakt. ".

Art. 177.Artikel 1801 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt gewijzigd als volgt: 1° in het eerste lid: a) de woorden "van het tweede deel" worden opgeheven;(b) de woorden "dezelfde procedure en onder voorbehoud van de noodzaak van een inspectiebezoek" worden vervangen door "artikel 1800" ;2° in lid 2 worden de woorden "de administratie belast met de diensten voor geestelijke gezondheidszorg" vervangen door de woorden "het Agentschap".

Art. 178.Artikel 1802 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 179.Punt "C. Evaluatie, controle en sancties" van afdeling 3 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 4 met als opschrift "Afdeling 4. Evaluatie, controle en sancties ".

Art. 180.Punt "C.1. Evaluatie en controle" van afdeling 4 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 1 met als opschrift "Onderafdeling 1. Evaluatie en controle ".

Art. 181.Artikel 1803 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1803.§ 1. De evaluatie van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg is gebaseerd op: 1° het dienstverleningsproject: 2° de ingediende activiteitenverslagen;3° de vorige evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° de positieve of negatieve verschillen tussen het dienstenproject en de uitgevoerde acties vaststellen en verklaren;2° aanbevelingen uitwerken ter verbetering van de acties en praktijken van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg. § 3. De evaluatie wordt uitgevoerd tijdens een evaluatiegesprek dat, voor zover mogelijk, de volgende mensen betrekt: 1° alle leden van het multidisciplinaire team van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg;2° alle personeelsleden van het Agentschap die belast zijn met de evaluatie van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg;3° eventueel andere personen die gezamenlijk door dienst voor geestelijke gezondheidszorgen het Agentschap worden uitgenodigd. Het evaluatiegesprek vindt ten minste éénmaal om de drie jaar op initiatief van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg of van het Agentschap plaats. § 4. Aan het einde van het evaluatiegesprek stelt het Agentschap een evaluatierapport op.

Dit evaluatieverslag wordt binnen de maand na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg.

De dienst voor geestelijke gezondheidszorg heeft vanaf de ontvangst van het evaluatieverslag één maand de tijd om zijn opmerkingen elektronisch bij het Agentschap in te dienen.

Het Agentschap verwerkt de opmerkingen van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg in het definitieve evaluatieverslag. § 5. Het definitieve evaluatieverslag wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg. ".

Art. 182.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1803/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1803/1.§ 1. De administratieve controle bestaat erin na te gaan of aan de erkenningsvoorwaarden van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg. is voldaan.

De financiële controle bestaat uit de controle van het gebruik van alle aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg toegekende subsidies. § 2. De conclusies van de in artikel 612, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde administratieve controle worden zeven maanden na de overmaking van het jaarlijkse activiteitenverslag bedoeld in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg meegedeeld.

De conclusies van de in artikel 612, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde financiële controle worden binnen tien maanden na de overmaking van het in artikel 47/1 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde activiteitenverslag en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan de dienst voor geestelijke gezondheidszorg meegedeeld.

Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering heeft na ontvangst van de controlebevindingen één maand de tijd om zijn opmerkingen aan het Agentschap voor te leggen. De dienst voor geestelijke gezondheidszorg kan voorstellen formuleren om de problemen die eventueel besproken zijn te verhelpen. § 3. In afwijking van paragraaf 2 zijn de artikelen 1804 tot 1806 van toepassing, wanneer de bevindingen van de controle tot intrekking van de erkenning kunnen leiden. ".

Art. 183.Punt "C.2. Schorsing en intrekking" van afdeling 4 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 2 met als opschrift "Onderafdeling 2. Intrekking van de erkenning. ".

Art. 184.Artikel 1804 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1804.Wanneer het Agentschap vaststelt dat een dienst voor geestelijke gezondheidszorg niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het deze dienst voor geestelijke gezondheidszorg in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn om hieraan te voldoen. ".

Art. 185.Artikel 1805 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1805.Na afloop van de termijn voor het in overeenstemming brengen doet het Agentschap, indien de vastgestelde tekortkomingen blijven bestaan, een voorstel tot intrekking van de erkenning, waarvan het kennis geeft aan de betrokken dienst voor geestelijke gezondheidszorg.

Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen vanaf de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt het betrokken plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering uitgenodigd voor een hoorzitting, teneinde zijn argumenten naar voren te brengen. Het kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.

Binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de hoorzitting wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en overgemaakt aan de verhoorde dienst voor geestelijke gezondheidszorg die over vijftien dagen beschikt om haar opmerkingen te laten gelden.

Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. ".

Art. 186.In artikel 1806 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "tot schorging of" worden opgeheven;2° het artikel wordt aangevuld met de woorden "vanaf de datum van ontvangst van het volledige dossier";

Art. 187.Artikel 1807 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1807.Een dienst voor geestelijke gezondheidszorg waarvan de erkenning wordt ingetrokken, is verplicht om begunstigden door te verwijzen naar andere erkende diensten voor geestelijke gezondheidszorg. ".

Art. 188.Artikel 1808 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 189."Onderafdeling 2. - Subsidiëring" van afdeling 4 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 5 met als opschrift "Afdeling 5. - Subsidiëring. ".

Art. 190.Het punt "A. Personeelskosten" van afdeling 5 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 1 met als opschrift "Onderafdeling 1. Personeelskosten ".

Art. 191.In artikel 1809 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "(openbare sector) en Bijlage 131bis (privésector)" worden ingevoegd tussen de woorden "bijlage 131" en de woorden ", bepaalde loonschalen".2° de woorden "dit hoofdstuk" worden vervangen door de woorden "artikel 1810";3° het artikel wordt aangevuld met een lid 2, luidend als volgt: "De in bijlage 131bis gedefinieerde schalen komen overeen met de schalen die van toepassing zijn na de maatregel tot herwaardering van de schalen waartoe is besloten in het kader van de tripartiete raamovereenkomst voor de non-profitsector 2021-2024."; 4° het artikel wordt aangevuld met een lid 3, luidend als volgt: "Alleen de voltijdsequivalenten die in het erkenningsbesluit worden genoemd, komen in aanmerking voor subsidie."; 5° het artikel wordt aangevuld met een lid 4, luidend als volgt: "De bedragen in de schalen van bijlage 131 en bijlage 131bis zijn gekoppeld aan de spilindex 123,14 in de basis 2013 = 100.Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. ".

Art. 192.Artikel 1810 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt gewijzigd als volgt: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "De in artikel 604 van het tweede deel van het decreetgevend deel van het Wetboekdecreet " worden vervangen door de woorden "Voor de toepassing van de in artikel 1809 bedoelde overwogen anciënniteit" ;2° in de inleidende zin van lid 2 worden de woorden "Ze wordt berekend" vervangen door de woorden "De anciënniteit bedoeld in lid 1 wordt gecorrigeerd";3° in het tweede lid, worden de woorden "de administratie" vervangen door de woorden "het Agentschap".

Art. 193.In artikel 1811 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 vormt, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de inleidende zin van het eerste lid, wordt het woord "ook" ingevoegd tussen het woord "kunnen" en de woorden "gedekt worden";2° in 2° van het nieuwe paragraaf 1 wordt het woord "beperkt" vervangen door het woord "berekend" en worden de woorden "de administratie" vervangen door de woorden "het Agentschap"; 3° punt 3° van het nieuw paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende zin: ", d.w.z. het voortijdig vakantiegeld voor het lopende jaar. Een opzegvergoeding die wordt betaald aan een werknemer die de opzegtermijn niet uitzit, komt niet ten laste van de subsidies"; 4° in punt 6° van het nieuw paragraaf 1 worden de woorden "de administratie" vervangen door de woorden "het Agentschap";5° het nieuw paragraaf 1 wordt aangevuld met een punt 9°, luidend als volgt: "9° de eindejaarspremie, beperkt tot de volgende bedragen : a) Voor de privésector: het maximumbedrag dat in aanmerking komt, stemt overeen met het bedrag van de premie die aan de werknemers moet worden betaald overeenkomstig de CAO van 25 februari 2022.Dit bedrag komt overeen met de som van de volgende bedragen, van toepassing vanaf 1 januari 2022: een forfaitair bedrag van €486,87, toegekend op grond van de niet-marktconforme overeenkomsten 2010-2011 en 2018-2020, en een forfaitair bedrag van €780,13, plus een variabel bedrag van 2,5% van de geïndexeerde brutojaarvergoeding en een variabel bedrag van 7% van de bruto vergoeding voor de maand oktober, toegekend op grond van de niet-marktconforme overeenkomsten 2021-2024; b) Voor de overheidssector: het maximale in aanmerking komende bedrag komt overeen met het bedrag van de premie berekend volgens de regels die van toepassing zijn op de personeelsleden van de administratie, verhoogd met een bedrag van 585,83 euro per voltijds equivalent voor de diensten die zich hebben aangesloten bij de maatregel tot verhoging van de eindejaarspremie waartoe is besloten in het kader van de niet-marktconforme overeenkomsten 2018-2020 ;2° de bedragen bedoeld in a) 29 die worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 111,53 in de basis 2013= 100.Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt.

Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. "; 6° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidend als volgt: " § 2.De subsidie voor de psychiatrische functie is beperkt tot vijfenzeventig procent van het op basis van de anciënniteit van de werknemer toe te kennen bedrag, overeenkomstig de schalen in de bijlagen 131 en 131bis. "; 7° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidend als volgt: " § 3.Deze paragraaf is van toepassing wanneer de psychiatrische of psychologische functie wordt uitgevoerd door een zelfstandige dienstverlener bedoeld in artikel 558, § 1, eerste lid 1, 3°, van het decreetgevend deel van het Wetboek.

De toegekende subsidie voor de psychiatrische of psychologische functie kan worden gebruikt in de vorm van werkingskosten onder de volgende voorwaarden: 1° de arbeidstijd voorzien in het kader voor de psychiatrische of psychologische functie kon niet volledig worden gepresteerd;2° een psychiater, kinderpsychiater of psycholoog is tewerkgesteld voor de niet-bezette periode. De kosten bedoeld in lid 2 zijn uitsluitend bestemd voor de financiering van de diensten van een onafhankelijke psychiater, kinderpsychiater of psycholoog.

Wanneer de psychiater, kinderpsychiater of psycholoog als zelfstandige dienstverlener werkt, wordt het subsidiabele bedrag begrensd door een forfaitair bedrag dat pro rata temporis wordt berekend op basis van de jaarlijkse arbeidstijd van de betrokkene, zoals bepaald in het erkenningsbesluit voor het jaar voorafgaand aan dat waarin de subsidie wordt toegekend. De methode voor de berekening van dit forfaitair bedrag wordt door het Agentschap verstrekt in een omzendbrief. "; 8° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidend als volgt: " § 4.Elke dienst voor geestelijke gezondheidszorg ontvangt een subsidie voor administratief beheer, ongeacht het aantal plaatsen, specifieke initiatieven of therapeutische clubs die het organiseert.

Dit is een forfaitaire subsidie.

Het bedrag wordt toegekend aan het personeelslid dat is aangewezen om de administratieve leiding uit te oefenen in de vorm van een vergoeding en mag niet minder zijn dan €5.426,53 per jaar.

Het bedrag van 5.426,53 bedoeld in lid 2 wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. "; 9° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidend als volgt: " § 5.Elke dienst voor geestelijke gezondheidszorg waarvan de erkenning een verbindingsfunctie omvat, komt in aanmerking voor een subsidie bij wijze van overgangsmaatregel, in overeenstemming met artikel 608 van het decreetgevend deel van het Wetboek.

De subsidie voor de verbindingsfunctie wordt op forfaitaire basis berekend, waarbij rekening wordt gehouden met het aantal voltijdsequivalenten dat aan de verbindingsfunctie is toegewezen. Het wordt gebruikt voor extra personeel of operationele kosten in verband met de verbindingsfunctie. Ze mag niet meer bedragen dan 5.295,99 euro.

Het in aanmerking komende bedrag wordt begrensd door een forfaitair bedrag dat pro rata temporis wordt berekend op basis van de jaarlijkse arbeidstijd van de betrokkene, zoals bepaald in het erkenningsbesluit voor het jaar voorafgaand aan dat waarin de subsidie wordt toegekend.

De methode voor de berekening van dit forfaitair bedrag wordt door het Agentschap verstrekt in een omzendbrief.

Het bedrag van 5.295,99 bedoeld in lid 2 wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. ".

Art. 194.In artikel 1812 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid: 2) de woorden "Wanneer het" worden vervangen door de woorden "Wanneer een";b) de woorden "gedekt worden door de toelagen als de betrokken werknemer vervangen wordt aan het einde van de eerste maand van het ziekteverlof" worden vervangen door de woorden "die hem betreffen ten laste komen van de subsidies indien de dienst voor geestelijke gezondheidszorg gedurende dertig dagen vanaf het begin van de afwezigheid kosten maakt, mits het personeelslid niet wordt vervangen";2° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "Bij vervanging van een personeelslid met ziekteverlof komen alleen de personeelskosten in aanmerking die de dienst geestelijke gezondheidszorg heeft gemaakt in verband met het vervangingscontract. ".

Art. 195.Punt "B. Werkingskosten" van onderafdeling 1 van afdeling 5 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het Wetboek wordt vervangen door een onderafdeling 2 met als opschrift "Onderafdeling 2. Werkingskosten ".

Art. 196.Artikel 1813 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1813.§ 1. De subsidie ter dekking van de werkingskosten van de dienst voorgeestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van specifieke initiatieven en therapeutische clubs, bestaat uit twee delen: 1° een vast forfaitair deel vastgesteld op 19.620,65 euro ; 2° een variabel gedeelte dat overeenstemt met 1.750 euro per voltijds equivalent dat in aanmerking komt voor de subsidie in het erkenningsbesluit zoals van toepassing op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt toegekend. § 2. De subsidie om de werkingskosten van specifieke initiatieven te dekken bestaat uit twee delen: 1° een vast forfaitair deel dat wordt vastgesteld in het erkenningsbesluit volgens de specifieke behoeften van elk specifiek initiatief ; 2° een variabel gedeelte dat overeenstemt met 1.750 euro per voltijds equivalent dat in aanmerking komt voor de subsidie in het erkenningsbesluit zoals van toepassing op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt toegekend. § 3. De subsidie ter dekking van de werkingskosten van therapeutische clubs wordt berekend volgens paragraaf 1. § 4. De bedragen bedoeld in dit artikel worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. ".

Art. 197.Artikel 1814 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt gewijzigd als volgt: 1° in het eerste lid: a) er wordt een punt 17 ingevoegd, luidend als volgt: "1° /1 de door werkgevers uit de privésector gemaakte reiskosten tussen woning en werkplaats, andere dan bedoeld in artikel 1811, 6° ; " ; b) punt 7° wordt opgeheven ;c) in 8° wordt de woorden "de diverse belastingen" vervangen door de woorden "de diverse belastingen die aan de gezondheidsdienst in het kader van zijn opdracht kunnen worden toegerekend";d) de woorden "van het tweede deel" worden opgeheven;e) in punt 11 worden de woorden "artikel 610, § 1, lid 3, van het tweede deel van het decreetgevend deel van het Wetboek;vervangen door de woorden "artikel 12/1;"; f) het lid wordt aangevuld met een punt 12°, luidend als volgt: "12° de kosten voor verwarming, elektriciteit en stromend water;" ; g) het lid wordt aangevuld met een punt 13°, luidend als volgt: "13° de bijdragen aan de orde der artsen in verhouding tot de subsidiabele voltijdse equivalenten vermeld in het erkenningsbesluit voor de psychiatrische functie;" ; h) het lid wordt aangevuld met een punt 14°, luidend als volgt: "14° de bijdragen aan de orde der artsen in verhouding tot de subsidiabele voltijdse equivalenten vermeld in het erkenningsbesluit voor de psychiatrische functie;" ; i) het lid wordt aangevuld met een punt 15°, luidend als volgt: "15° de kosten van de inrichting van de ruimten, met voorafgaande toestemming van het Agentschap;" ; het lid wordt aangevuld met een punt 16°, luidend als volgt: "16° de kosten van dranken die gratis worden verstrekt aan personeel of begunstigden, met uitzondering van alcoholische dranken;" ; k) het lid wordt aangevuld met een punt 17°, luidend als volgt: "17° de kosten van klein materiaal en verbruiksgoederen voor kantoren, sanitaire voorzieningen en maaltijden voor het personeel, met uitzondering van de kosten van maaltijden" ; l) het lid wordt aangevuld met een punt 18°, luidend als volgt: "18° redelijke representatiekosten die rechtstreeks verband houden met netwerken;" ; m) het lid wordt aangevuld met een punt 19°, luidend als volgt: "19° de kosten met betrekking tot activiteiten uitgevoerd ten behoeve van begunstigden buiten de gebouwen van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg."; 2° het tweede lid wordt vervangen door de volgende bepaling : "Voor de toepassing van paragraaf 1, 6°, komen inschrijvingsgelden voor conferenties colloquia of opleidingen in aanmerking voor subsidie binnen de volgende grenzen: 1° zonder beperking voor registratierechten tot 500 euro ;2° met voorafgaande toestemming van het Agentschap voor registratierechten van meer dan 500 euro;3° met de voorafgaande toestemming van het Agentschap voor inschrijvingskosten voor conferenties, colloquia of opleidingen die in het buitenland worden georganiseerd."; 3° het artikel wordt aangevuld met vier leden, luidend als volgt: "Voor de toepassing van lid 1, 5°, 12° en 15° komen de kosten slechts voor subsidie in aanmerking voor zover zij betrekking hebben op het gedeelte van het gebouw dat bestemd is voor de opdrachten van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg, het specifiek initiatief of de therapeutische club.Indien van toepassing, wanneer deze kosten niet zijn uitgesplitst volgens het gebruik van het gebouw, komen ze in aanmerking voor subsidie naar rato van de oppervlakte van het gebouw die is toegewezen aan de opdrachten in verhouding tot de totale oppervlakte van het gebouw.

Voor de toepassing van lid 1, 19°, gaat het bewijs van het bedrag van de uitgaven vergezeld van een gedetailleerde beschrijving van de activiteit, met inbegrip van het doel, de locatie, het tijdschema en het aantal deelnemers.

Het voorafgaand akkoord van het Agentschap, vermeld in lid 1, 15° en lid 2, 2° en 3°, wordt elektronisch aangevraagd. Als het Agentschap niet binnen een maand na het versturen van de aanvraag reageert, staat dit gelijk aan een overeenkomst over de betreffende kosten.

De Minister specificeert bij omzendbrief de in aanmerking komende kosten, bedoeld in lid 1. ".

Art. 198.Artikel 1815 van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt gewijzigd als volgt: 1° in paragraaf 1: a) de inleidende zin van lid 1 wordt vervangen als volgt: "De afschrijvingen van vermogensgoederen met een geschatte gebruiksduur van meer dan een jaar komt met voorafgaande toestemming van het Agentschap in aanmerking voor subsidie als werkingskosten, mits de afschrijvingsperiode ten minste overeenkomt met de volgende perioden: ";b) in 3° van lid 1 worden de woorden "software" vervangen door de woorden "computerhardware, software en onderwijsuitrusting";c) lid 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : Het voorafgaand akkoord van het Agentschap, vermeld in lid 1, wordt elektronisch aangevraagd.Als het Agentschap niet binnen een maand na het versturen van de aanvraag reageert, staat dit gelijk aan een overeenkomst over de betreffende kosten. "; d) lid 3 wordt opgeheven.2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.De afschrijving bedoeld in paragraaf 1 moet overeenstemmen met die voorzien in het afschrijvingsschema.

Ze zijn beperkt tot de aanschaffingswaarde van het af te schrijven goed, met uitsluiting van elke andere post.

Voor goederen verworven op of na 1 januari 2024 wordt enkel rekening gehouden met lineaire afschrijvingen. ".

Art. 199.In artikel 1816 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 2° wordt opgeheven;2° aan het vijfde lid worden de woorden "andere dan die bedoeld in artikel 1814, eerste lid, 18° " toegevoegd.

Art. 200.In afdeling 5 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1816 een onderafdeling 3 met als opschrift "Onderafdeling 3" ingevoegd.

Specifieke subsidies gekoppeld aan tripartiete kaderovereenkomsten voor de Waalse non-profitsector. ".

Art. 201.Artikel 1817 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1817.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel komt het in aanmerking genomen aantal voltijdsequivalenten overeen met het aantal voltijdsequivalenten dat door de dienst voor geestelijke gezondheidszorg in het kadaster van de non-profit tewerkstelling is aangegeven op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de subsidie wordt toegekend. . § 2. De diensten voor geestelijke gezondheidszorg die beheerd worden door een private organiserende overheid krijgen een specifieke subsidie om de kosten te dekken die verbonden zijn aan de compenserende aanwerving van personeel als gevolg van de toekenning van extra verlofdagen door de Franstalige en Duitstalige sector van de sociale bijstand en de gezondheidszorg die afhankelijk is van het Waals Gewest, zoals voorzien in tripartiete kaderovereenkomsten voor de non-profitsector van 2007-2009 en 2010-2011.

De in lid 1 bedoelde subsidie bedraagt 954,04 euro per voltijdsequivalent. § 3. Diensten voor geestelijke gezondheidszorg die beheerd worden door een private inrichtende macht krijgen een specifieke subsidie om de opleidingskosten voor hun personeel te dekken, zoals bepaald in de tripartiete kaderovereenkomst voor de non-profitsector van 2007-2009 en 2010-2011.

De in lid 1 bedoelde subsidie bedraagt 42,23 euro per voltijdsequivalent. § 4. De bedragen bedoeld in dit artikel worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. ".

Art. 202.Artikel 1818 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt in de volgende lezing hersteld: "

Art. 1818.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel komt het in aanmerking genomen aantal voltijdsequivalenten overeen met het aantal voltijdsequivalenten dat door de dienst voor geestelijke gezondheidszorg in het kadaster van de non-profit tewerkstelling is aangegeven op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de subsidie wordt toegekend. . ". § 2. Diensten voor geestelijke gezondheidszorg die beheerd worden door een openbare inrichtende macht krijgen een specifieke subsidie om de kosten te dekken van de compenserende aanwerving van personeel in het kader van de planning aan het einde van de loopbaan, zoals bepaald in de tripartiete niet-marktafspraken voor 2011-2012, op voorwaarde dat de dienst besloten heeft deze afspraken na te leven en deze maatregel uit te voeren.

De in lid 1 bedoelde compenserende aanwerving compenseert het extra verlof dat aan het einde van de loopbaan aan het personeel wordt toegekend volgens onderstaande tabel:

Leeftijd

Aantal extra vrije dagen per jaar

Totaal aantal extra verlofdagen

52 jaar

+ 5.

5

53 jaar

+ 3.

8

54 jaar

+ 2.

10

55 jaar

+ 3.

13

56 jaar

+ 2.

15

57 jaar

+ 3.

18

58 jaar

+ 2.

20


Het bedrag van de in lid 1 bedoelde uitkering komt overeen met 99,95 euro per voltijdsequivalent in de betreffende leeftijdscategorie, vermenigvuldigd met het totale aantal dagen aanvullend verlof.

De bedragen bedoeld in lid 3 die worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. ".

Art. 203.Punt "C. Bepalingen eigen aan specifieke initiatieven en therapeutische club" van onderafdeling 3 van afdeling 5 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van het tweede deel van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een afdeling 6 met als titel "Afdeling 6.". Bepalingen eigen aan specifieke initiatieven en therapeutische clubs ".

Art. 204.In artikel 1819, 2°, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "van het tweede deel" opgeheven.

Art. 205.In hoofdstuk II van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1820 een afdeling 7 met als opschrift "Onderafdeling 7" ingevoegd. Federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg ".

Art. 206.In afdeling 7 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1820/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1820/1.De federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg dient de erkenningsaanvraag elektronisch in bij het Agentschap.

De aanvraag omvat : 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door de federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van de federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, de hoedanigheid en het mandaat van haar vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....; ; f) de erkenningsdatum van de federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg;g) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van de Raad van bestuur tijdens welke de beslissing om de erkenning aan te vragen, is aangenomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° het activiteitenprogramma bedoeld in artikel 617/1, § 3, 3°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;5° elk ander document dat de federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg relevant acht om zijn aanvraag te ondersteunen.".

Art. 207.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1820/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1820/2.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag langs elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

De federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag, om haar dossier te vervolledigen. Indien dit niet het geval is, wordt zijn erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap maakt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier over aan de Minister. § 4. De Minister beslist over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.

De Minister of zijn afgevaardigde geeft de federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg kennis van zijn beslissing. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap toegezonden. ".

Art. 208.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1820/3 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1820/3.§ 1. De federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg krijgt een totale subsidie van 72.500,00 euro toegewezen.

Het bedrag bedoeld in artikel 1 die wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt.

De subsidie, bedoeld in het eerste lid, geïndexeerd overeenkomstig het tweede lid, wordt onder de federaties verdeeld naar rato van het aantal van hun leden in het voorafgaande jaar ten opzichte van het totale aantal erkende diensten voor geestelijke gezondheidszorg aangesloten bij een federatie.

Wanneer een dienst voor geestelijke gezondheidszorg lid is van meer dan één federatie van diensten voor geestelijke gezondheidszorg, kiest hij voor de toepassing van lid 3 een van deze federaties. § 2. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde subsidie. § 3. Personeelskosten komen in aanmerking voor de in paragraaf 1 bedoelde subsidie binnen de grenzen van de artikelen 1809 tot en met 1812.

Personeelskosten komen in aanmerking voor de in paragraaf 1 bedoelde subsidie binnen de grenzen van de artikelen 1814 tot en met 1816. ".

Art. 209.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1820/4 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1820/4.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een federatie van diensten voor geestelijke gezondheidszorg niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het deze federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn om hieraan te voldoen, die niet korter mag zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Na afloop van de termijn voor het in overeenstemming brengen doet het Agentschap, indien de vastgestelde tekortkomingen blijven bestaan, een voorstel tot intrekking van de erkenning, waarvan het kennis geeft aan de betrokken federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg.

Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen vanaf de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt de betrokken federatie van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg uitgenodigd voor een hoorzitting, teneinde zijn argumenten naar voren te brengen. Het kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.

Binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de hoorzitting wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en overgemaakt aan de verhoorde federatie van diensten voor geestelijke gezondheidszorg die over vijftien dagen beschikt om haar opmerkingen te laten gelden.

Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van de erkenning binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het volledige dossier. ".

Art. 210.In hetzelfde Wetboek wordt bijlage 131 vervangen door bijlage 1 die bij dit besluit gaat.

In hetzelfde Wetboek is een bijlage 131 bis ingevoegd, die is opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit. Afdeling 7. - Wijzigingen betreffende de overlegplatforms inzake

geestelijke gezondheid.

Art. 211.Dezelfde "afdeling 3 - Referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg" van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een hoofdstuk II/1 met als opschrift "Hoofdstuk II/1. overlegplatforms inzake geestelijke gezondheid ".

Art. 212.In hoofdstuk II/1 van titel III van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling 1 ingevoegd, met als opschrift: "Afdeling 1. Algemene bepalingen. ".

Art. 213.In afdeling 1 van hoofdstuk II/1 van titel II van boek VII van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1820/5 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1820/5.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "inrichtende macht" verstaan, het orgaan dat belast is met het bestuur van overlegplatform inzake geestelijke gezondheidszorg De definities in artikel 679/2 van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn van toepassing op dit hoofdstuk. ".

Art. 214.Onderafdeling 1. - Uitvoeringsmodaliteiten van de opdrachten" van afdeling 1 van hoofdstuk II/1 van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een afdeling 2 met als opschrift "Afdeling 2. Opdrachten. ".

Art. 215.Artikel 1821 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt vervangen met de volgende bepaling : "

Art. 1821.§ 1. Het overlegcomité bedoeld in artikel 679/5 van het decreetgevend deel van het Wetboek bestaat uit twee afgevaardigden van elk overlegplatform inzake geestelijke gezondheid.

Het overlegcomité nodigt alle deskundigen die het nuttig acht voor zijn besprekingen uit om zijn vergaderingen bij te wonen.

Het Overlegcomité brengt het Agentschap op de hoogte van de agenda. § 2. Het overlegcomité neemt zijn huishoudelijk reglement aan.

Het overlegcomité vergadert zo vaak als zijn opdrachten zulks vereisen, en ten minste eenmaal per halfjaar.

De notulen van de vergaderingen van het overlegcomité worden aan de leden en genodigden medegedeeld overeenkomstig de modaliteiten van het huishoudelijk reglement. De notulen van de vergaderingen van het overlegcomité worden bewaard tot ten minste 31 december van het tiende jaar na de opstelling daarvan. ".

Art. 216.In hoofdstuk II/1 van titel II van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1821 een afdeling 3 met als opschrift "Afdeling 3" ingevoegd. Organisatie. ".

Art. 217.Artikel 1822 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1822.§ 1. De in artikel 679/7, § 2, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde samenwerkingsovereenkomst omvat ten minste de volgende elementen: 1° de identiteit van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;2° de identiteit van de instelling die zich ertoe verbindt samen te werken met het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;3° de modaliteiten van de deelname van de instelling bedoeld in 2° aan de vergaderingen georganiseerd door het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;4° de modaliteiten van de deelname van de instelling bedoeld in 2° aan bepaalde werkgroepen georganiseerd door het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;5° de modaliteiten voor de organisatie en uitvoering van gezamenlijke acties tussen het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid en de instelling bedoeld in 2° ;6° de duur van de samenwerkingsovereenkomst;7° de procedures voor eenzijdige beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst. § 2. De samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 679/7, § 2, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt binnen vijftien dagen na de sluiting ervan langs elektronische weg naar het Agentschap gezonden.

Het Agentschap bericht ontvangst van de samenwerkingsovereenkomst binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de zending.

Het Agentschap keurt de samenwerkingsovereenkomst goed binnen de drie maanden te rekenen van zijn ontvangst. Als het Agentschap niet binnen deze termijn reageert, betekent dit dat de samenwerkingsovereenkomst wordt goedgekeurd. ".

Art. 218.Artikel 1823 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten4, wordt in de volgende lezing hersteld: "

Art. 1823.De actoren die actief zijn op het gebied van de geestelijke gezondheid bedoeld in artikel 679/7, § 3, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn : 1° de zorg- en hulpverleningsdiensten gespecialiseerd in verslavingen 2° de huisartsenkringen : 3° de medische huizen;4° de verenigingen van begunstigden inzake geestelijke gezondheid.5° de verenigingen van familieleden van begunstigden inzake geestelijke gezondheid.6° de verenigingen van peer-helpers;7° de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging. Andere actoren die actief zijn op het gebied van de geestelijke gezondheid dan de in lid 1 bedoelde actoren, kunnen met instemming van het Agentschap lid worden van een overlegplatform inzake geestelijke gezondheid. ".

Art. 219.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1823/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1823/1.§ 1. De in artikel 679/7, § 4, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde samenwerkingsovereenkomst omvat ten minste de volgende elementen: 1° de identiteit van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;2° de identiteit van het lid;3° de modaliteiten inzake deelname van het lid aan de activiteiten van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;4° de modaliteiten voor de communicatie van informatie tussen het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid en het lid;5° de verplichtingen van het lid ten aanzien van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, met inbegrip van de deelname aan vergaderingen en werkgroepen;6° de procedures voor de uitoefening van de bemiddelingsfunctie door het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;7° de duur van de samenwerkingsovereenkomst;8° de procedures voor eenzijdige beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst. § 2. De samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 679/7, § 4, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt binnen vijftien dagen na de sluiting ervan langs elektronische weg naar het Agentschap gezonden.

Het Agentschap bericht ontvangst van de samenwerkingsovereenkomst binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de zending.

Het Agentschap keurt de samenwerkingsovereenkomst goed binnen de drie maanden te rekenen van zijn ontvangst. Als het Agentschap niet binnen deze termijn reageert, betekent dit dat de samenwerkingsovereenkomst wordt goedgekeurd. ".

Art. 220.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1823/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1823/2.§ 1. De in artikel 679/8, § 2, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde samenwerkingsovereenkomst omvat ten minste de volgende elementen: 1° de identiteit van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;2° de identiteit van het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheid of van het specifieke referentiecentrum;3° de modaliteiten voor de uitwisseling van expertise tussen het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid en het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheid of het specifiek referentiecentrum;4° de modaliteiten voor de communicatie van informatie tussen het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid en het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheid of het specifiek referentiecentrum;5° de modaliteiten van de deelname van het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheid en het specifieke referentiecentrum aan de vergaderingen georganiseerd door het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;6° de modaliteiten van de deelname van het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheid en het specifieke referentiecentrum aan bepaalde werkgroepen georganiseerd door het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;7° de modaliteiten voor het organiseren en uitvoeren van gezamenlijke acties tussen het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid en het referentiecentrum inzake geestelijke gezondheid of het specifiek referentiecentrum;8° de duur van de samenwerkingsovereenkomst;9° de procedures voor eenzijdige beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst. § 2. De samenwerkingsovereenkomst bedoeld in artikel 679/8, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt binnen vijftien dagen na de sluiting ervan langs elektronische weg naar het Agentschap gezonden.

Het Agentschap bericht ontvangst van de samenwerkingsovereenkomst binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de zending.

Het Agentschap keurt de samenwerkingsovereenkomst goed binnen de drie maanden te rekenen van zijn ontvangst. Als het Agentschap niet binnen deze termijn reageert, betekent dit dat de samenwerkingsovereenkomst wordt goedgekeurd. ".

Art. 221."Onderafdeling 2. - Erkenning" van afdeling 3 van hoofdstuk II/1 van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een afdeling 4 met als opschrift "Afdeling 4. Programmering en erkenning". ".

Art. 222.Artikel 1824 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1824.De programmering omvat maximaal zes overlegplatforms inzake geestelijke gezondheidszorg.

Elk overlegplatform inzake geestelijke gezondheid voert zijn opdrachten uit in een gebied dat zich onderscheidt van het gebied van de andere overlegplatforms inzake geestelijke gezondheid. ".

Art. 223.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1824/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1824/1.Het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid stelt het actieplan op bedoeld in artikel 679/10, eerste lid, 7° van het decreetgevend deel van het Wetboek, met vermelding voor elke activiteit bedoeld in artikel 679/4 van het decreetgevend deel van het Wetboek: 1° van de aangewende methode en de gebruikte concrete middelen om zijn doelstellingen te halen 2° van de prioritering en timing van acties ;3° van de evaluatie-indicatoren van elke acties bedoeld in 1° ;4° van de procedures voor zelfevaluatie. Het actieplan heeft een open einde en kan worden aangepast om rekening te houden met de impact van acties die al zijn ondernomen en externe omstandigheden die van invloed kunnen zijn. ".

Art. 224.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1824/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1824/2.§ 1. Voordat het actieplan wordt goedgekeurd, wordt het ter raadpleging aan de leden voorgelegd.

Het actieplan wordt definitief goedgekeurd door de inrichtende macht na het in lid 1 bedoelde overleg. § 2. Het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid dient zijn nieuwe actieplan langs elektronische weg bij het Agentschap in vóór het einde van de zesde maand vóór het verstrijken van zijn lopende actieplan.

Het Agentschap bericht ontvangst van het actieplan binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de zending.

De Minister keurt het actieplan binnen drie maanden na ontvangst van dit actieplan goed. Als het Agentschap niet binnen deze termijn reageert, betekent dit dat het actieplan wordt goedgekeurd. § 3. In afwijking van paragraaf 1 wordt het eerste actieplan door de inrichtende macht goedgekeurd zonder voorafgaand overleg.

In afwijking van paragraaf 2 dient het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid zijn eerste actieplan elektronisch in bij het Agentschap als bijlage bij haar erkenningsaanvraag. ".

Art. 225.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1824/3 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1824/3.De deontologische regels bedoeld in artikel 679/10, lid 1, 9° van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn in bijlage 144 vermeld. ".

Art. 226.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1824/4 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1824/4.De erkenningsaanvraag wordt elektronisch door het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid bij het Agentschap ingediend, na een oproep in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel 679/3, § 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek. De termijn voor het indienen van de aanvraag wordt in de oproep vermeld.

De aanvraag omvat : 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....; ; f) het gebied waarvoor het overlegplatform voor geestelijke gezondheidszorg erkend wil worden;g) een opgave van de leden, met vermelding van de categorie van instellingen bedoeld in artikel 679/7, § 1, eerste lid, waartoe zij behoren;h) het aantal personeelsleden, met de werktijden;i) de verbintenis om de in of krachtens artikel 679/3 bepaalde opdrachten uit te voeren;j) de verbintenis om de in of krachtens artikel 679/4 van het decreetgevend deel van het Wetboekbepaalde acties uit te voeren;k) de verbintenis om de overeenkomsten bedoeld in artikel 679/7, § 4, van het decreetgevend deel van het Wetboek te sluiten;l) de verbintenis om de overeenkomsten bedoeld in artikel 679/8, te sluiten;m) een verbintenis om een vijfjarig actieplan op te stellen, in overeenstemming met de vereisten van artikel 679/10, lid 1, 7°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;n) de verbintenis om de deontologische regels van bijlage 144 na te leven;m) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van het bestuursorgaan tijdens welke de beslissing om de erkenning aan te vragen, is aangenomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° het eerste actieplan;5° in voorkomend geval de samenwerkingsovereenkomsten bedoeld in artikel 679/2, § 2, tweede lid van het decreetgevend deel van het Wetboek;6° elk ander document dat het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid relevant acht om zijn aanvraag te ondersteunen.".

Art. 227.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1824/5 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1824/5.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag langs elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.

Het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag, om zijn dossier te vervolledigen. Indien dit niet het geval is, wordt zijn erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap maakt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier over aan de Minister. § 4. De Minister beslist over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.

De Minister of zijn afgevaardigde brengt het betrokken overlegplatform voor geestelijke gezondheidszorg op de hoogte van zijn beslissing. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap toegezonden. ".

Art. 228."Onderafdeling 3. - Sturingscomité" van afdeling 4 van hoofdstuk II/1 van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een afdeling 5 met als opschrift "Afdeling 5. Subsidiëring ".

Art. 229.Artikel 1825 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1825.§ 1. Erkende overlegplatforms inzake geestelijke gezondheid ontvangen een subsidie, waarvan het bedrag wordt berekend overeenkomstig de leden 2 tot en met 5. § 2. Een basisbedrag wordt als volgt toegekend aan overlegplatforms inzake geestelijke gezondheid: 1° 25.872,58 euro voor het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, waarvan het grondgebied maximaal 300.000 inwoners telt; 2° 12.936,29 euro voor het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, waarvan het grondgebied minimaal 300.001 inwoners en maximaal 500.000 inwoners telt; 3° 5.174,52 euro voor het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, waarvan het grondgebied minimaal 500.001 inwoners en maximaal 899.999 inwoners telt;

Het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, waarvan het grondgebied minstens 900.000 inwoners telt, ontvangt geen basisbedrag.

De bedragen van 25.872,58 euro, 20 euro, 25 euro en 5.174,52 euro waarnaar in lid 1 wordt verwezen, zijn gekoppeld aan de spilindex 123,14 in de basis 2013 = 100. Die bedragen worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. § 3. Een totaalbedrag van 918.948,62 euro, verminderd met de overeenkomstig paragraaf 2 toegewezen bedragen, wordt verdeeld over alle overlegplatforms inzake geestelijke gezondheidszorg.

Deze verdeling gebeurt in verhouding tot de bevolking van het grondgebied van elk overlegplatform inzake geestelijke gezondheid. Om de pro rata te berekenen, wordt rekening gehouden met de laatst bekende bevolkingscijfers op 1 januari van het betreffende boekjaar.

Het bedrag van 918.948,62 euro in lid 1 dat wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100. Dit bedrag wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. § 4. Het totaal van de overeenkomstig de paragrafen 2 en 3 berekende bedragen wordt aangepast om de financiering te waarborgen : 1° van 0,5 euro voltijds equivalenten voor het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, waarvan het grondgebied maximaal 250.000 inwoners telt; 2° van 0,75 euro voltijds equivalenten voor het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, waarvan het grondgebied tussen 250.000 en 500.000 inwoners telt;

Voor de toepassing van lid 1 wordt de waarde van een voltijdsequivalent vastgesteld op 64.681,46 euro. 2° de bedragen bedoeld in artikel 2 die worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 in de basis 2013= 100.Dit bedrag wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, de aanpassing wordt toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand die volgt op de maand waarin het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt. § 5. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde subsidie. § 6. De Minister bepaalt per omzendbrief de lijst van de subsidiabele kosten die ten laste komen van de subsidie bedoeld in dit artikel.

Deze omzendbrief wordt elektronisch aan het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid overgemaakt. ".

Art. 230.Artikel 1826 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1826.De balans en resultatenrekening worden opgesteld op basis van het model dat is opgenomen in bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 29 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten1 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. ".

Art. 231.In hoofdstuk II/1 van titel II van boek VII van Deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt na artikel 1826 een afdeling 6 met als opschrift "Afdeling 6" ingevoegd. Evaluatie, controle en sancties ".

Art. 232.In afdeling 6 van hoofdstuk II/1 van titel III van boek VI van deel 2 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1826/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1826/1.De Minister stelt het model van activiteitenverslag, bedoeld in artikel 46 van het decreetgevend deel van het decreet, op.

Dit model omvat: 1° de partijen bedoeld in artikel 12/3;2° de gegevens met betrekking tot de uitvoering van het actieplan bedoeld in artikel 679/10, eerste lid, 7° van het decreetgevend deel van het Wetboek;3° het in artikel 12/2 bedoelde dossier ter rechtvaardiging van het gebruik van de subsidie;4° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 679/10, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek worden nageleefd. Het in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde verslag wordt overeenkomstig artikel 12/3 aan het Agentschap toegezonden. ".

Art. 233.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1826/2 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1826/2.§ 1. De evaluatie van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid is gebaseerd op : 1° het actieplan;2° de ingediende activiteitenverslagen;3° de vorige evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° de positieve of negatieve verschillen tussen het actieplan en de uitgevoerde acties vaststellen en verklaren;2° aanbevelingen uitwerken ter verbetering van de acties en praktijken van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid § 3.het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid voert ten minste om de drie jaar een zelfevaluatie uit.

Het zelfevaluatieverslag wordt elektronisch aan het Agentschap toegezonden.

Het Agentschap maakt, indien nodig, opmerkingen over het hem toegezonden zelfevaluatieverslag. § 4. De evaluatie wordt uitgevoerd tijdens een evaluatiegesprek dat, voor zover mogelijk, de volgende mensen betrekt: 1° alle leden van het gesubsidieerde personeel van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;2° een vertegenwoordiger van de inrichtende macht van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;3° alle medewerkers van het Agentschap die verantwoordelijk zijn voor de evaluatie van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;4° eventueel andere personen die gezamenlijk door het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid en het Agentschap worden uitgenodigd. Het evaluatiegesprek vindt ten minste éénmaal om de drie jaar op initiatief van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid of van het Agentschap plaats. § 5. Aan het einde van het evaluatiegesprek stelt het Agentschap een evaluatierapport op.

Dit evaluatieverslag wordt binnen de maand na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid.

Het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid heeft vanaf de ontvangst van het evaluatieverslag één maand de tijd om zijn opmerkingen elektronisch bij het Agentschap in te dienen.

Het Agentschap verwerkt de opmerkingen van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid in het definitieve evaluatieverslag. § 6. Het definitieve evaluatieverslag wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid. ".

Art. 234.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1826/3 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1826/3.De conclusies van de in artikel 679/16 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde controle worden binnen een termijn van drie maanden toegezonden aan het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid, dat over een termijn van een maand beschikt, te rekenen vanaf de ontvangst van de conclusies, om haar opmerkingen aan het Agentschap te doen toekomen. ".

Art. 235.Er wordt in hetzelfde Wetboek een artikel 1826/4 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 1826/4.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een overlegplatform inzake geestelijke gezondheid niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het dit overlegplatform inzake geestelijke gezondheid in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn om hieraan te voldoen, die niet korter mag zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Na afloop van de termijn voor het in overeenstemming brengen doet het Agentschap, indien de vastgestelde tekortkomingen blijven bestaan, een voorstel tot intrekking van de erkenning, waarvan het kennis geeft aan het betrokken overlegplatform inzake geestelijke gezondheid.

Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen vanaf de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt het betrokken overlegplatform inzake geestelijke gezondheid uitgenodigd voor een hoorzitting, teneinde zijn argumenten naar voren te brengen. Het kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.

Binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de hoorzitting wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en overgemaakt aan het verhoorde overlegplatform inzake geestelijke gezondheid dat over vijftien dagen beschikt om haar opmerkingen te laten gelden.

Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van de erkenning binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het volledige dossier. ". Afdeling 8. - Andere wijzigingen


Art. 236."Onderafdeling 4. - Kadaster van het aanbod" van afdeling 6 van hoofdstuk II van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een hoofdstuk II/2 met als opschrift "Hoofdstuk II/2. Kadaster van het zorgaanbod in de geestelijke gezondheid. ".

Art. 237.In artikel 1827 van hetzelfde Wetboek wordt het woord « de administratie » vervangen door het woord « het Agentschap ».

Art. 238.Artikel 1829 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 1829.Het Agentschap publiceert op zijn website een lijst van psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven voor beschut wonen en diensten voor geestelijke gezondheidszorg en werkt deze lijst voortdurend bij met een indicatie voor elk van hen,: 1° van het ambtsgebied van de instellingen ;2° van hun toegankelijkheid voor personen met een handicap;3° van de definitie van hun dienstenaanbod ;4° van de openingstijden.".

Art. 239.Dezelfde "afdeling 4 - Tele-onthaalcentra" van hoofdstuk II/ van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een hoofdstuk II/3 met als opschrift "Hoofdstuk II/3. Tele-onthaalcentrum en coördinatiecel. ".

Art. 240."Onderafdeling 1. - Tele-onthaalcentra" van afdeling 3 van hoofdstuk II/3 van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een afdeling 1 met als opschrift "Afdeling 1. Tele-onthaalcentrum ".

Art. 241."Onderafdeling 2. - Coördinatiecel." van afdeling 3 van hoofdstuk II/3 van titel III van boek VII van deel twee van het hetzelfde Wetboek wordt vervangen door een afdeling 2 met als opschrift "Afdeling 2. Coördinatiecel. ".

Art. 242.In artikel 144 van hetzelfde Boek, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het opschrift worden de woorden "en 12/76" vervangen door de woorden ", 12/76, 1609/8, 1768/24, 1768/53, 1798 en 1824/3" ; 2° punt I.1 wordt vervangen door de volgende bepaling : " I.1. I.1. Deze deontologische regels zijn van toepassing op: - de lokale centra voor gezondheidsbevordering; - de kenniscentra voor gezondheidsbevordering; - de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde; - de operatoren inzake gezondheidsbevordering. - de referentiecentra inzake geestelijke gezondheidszorg - de specifieke referentiecentra - de psychiatrische verzorgingstehuizen; - de initiatieven voor beschut wonen; - de geestelijke gezondheidsdiensten; - de overlegplatforms inzake geestelijke gezondheid: De in lid 1 bedoelde instellingen worden hierna "erkende instellingen" genoemd. "; 3° in punt II.1.1., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 4° in punt II.1.2., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 5° in punt II.1.3. : a) worden de woorden "De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" vervangen door de woorden "De erkende instellingen";b) in de Franse versie wordt het woord "discrimination" vervangen door het woord "discriminations"; 6° in punt II.2., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 7° in punt II.3.1., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 8° in punt II.3.2., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 9° in punt II.4., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 10° in punt II.5., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 11° in punt III., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" telkens vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 12° in punt IV., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" telkens vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 13° in punt V., worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" telkens vervangen door de woorden "De erkende instellingen"; 14° in punt VI., 3. worden de woorden De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering" telkens vervangen door de woorden "De erkende instellingen";

HOOFDSTUK III. - Andere- Wijzigingsbepalingen. Afdeling 1. - Wijziging van het besluit Gelet op het besluit van de

Franse Gemeenschapsexecutieve van 5 november 1987 tot bepaling van de nadere regels voor de erkenning en de sluiting alsook van de procedure inzake beroep voor de ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten, afdelingen, functies, initiatieven van beschut wonen en samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten

Art. 243.In de titel van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 5 november 1987 tot bepaling van de nadere regels voor de erkenning en de sluiting alsook van de procedure inzake beroep voor de ziekenhuizen en de ziekenhuisdiensten, afdelingen, functies, initiatieven van beschut wonen en samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", functies, initiatieven van beschut wonen en samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "en functies".

Art. 244.In artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "of een afdeling".

Art. 245.In artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "of een afdeling".

Art. 246.In artikel 3 van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de punten III en IV opgeheven.

Art. 247.In artikel 4, lid 5 van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "of een afdeling".

Art. 248.In artikel 5, lid 1, van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "of een afdeling".

Art. 249.In artikel 8, lid 2 van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "of een afdeling".

Art. 250.In artikel 9, lid 2, van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° 2° luidend als volgt : 2° als het om een initiatief van beschut wonen gaat : deze bedoeld in artikel 3, III, 3°, 4°, van dit besluit;" wordt opgeheven; 2° 3° luidend als volgt : 3° als het om een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen of diensten gaat : deze bedoeld in artikel 3, IV, A, 1° of, naargelang het geval, IV, B, 1° van dit besluit;" wordt opgeheven; 3° 3° luidend als volgt : 3° als het om een initiatief van beschut wonen gaat : deze bedoeld in artikel 3, III, 5°, 6° en 7° van dit besluit" wordt opgeheven;4° 4° luidend als volgt : 4° als het om een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen of diensten gaat : deze bedoeld in artikel 3, IV, A, 2° en 3° of, naargelang het geval, IV, B, 2°, 3°, 4° en 5°. " wordt opgeheven;

Art. 251.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "of een afdeling".

Art. 252.In artikel 12, lid 3 van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", de functie, de afdeling, het initiatief van beschut wonen of het samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten " vervangen door de woorden "de functie of een afdeling".

Art. 253.In artikel 13, § 1, van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "of een afdeling".

Art. 254.In artikel 14, lid 1 van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", de functie, de afdeling, het initiatief van beschut wonen of het samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten " vervangen door de woorden "de functie of een afdeling".

Art. 255.In artikel 28 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 januari 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 1 worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "of een afdeling".2° in lid 3 worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "de functie of een afdeling".3° in lid 4 worden de woorden ", een afdeling, een initiatief van beschut wonen of een samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "of een afdeling".

Art. 256.In artikel 29, lid 2 van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 6 januari 1992, worden de woorden ", de functie, de afdeling, het initiatief van beschut wonen of het samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten " vervangen door de woorden "de functie of de afdeling". Afdeling 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0

houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van psychiatrische verzorgingstehuizen

Art. 257.In het opschrift van het Koninklijk Besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0 tot vaststelling van de normen voor bijzondere erkenningen van psychiatrische verzorgingstehuizen worden de woorden "tot vaststelling van de normen voor bijzondere erkenningen" vervangen door de woorden "tot vaststelling van de minimale psychiatrische gegevens".

Art. 258.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling:

Art. 259.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° "psychiatrische verzorgingstehuis": het psychiatrisch verzorgingstehuis bedoeld in artikel 538/1, 1°, van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid.2° "Het Agentschap": het Agentschap bedoeld in artikel 2 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid ".

Art. 260.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 261.Hoofdstuk II en de artikelen 3 tot 5 van hetzelfde besluit, worden opgeheven.

Art. 262.Hoofdstuk III en de artikelen 6 tot 24 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 263.Het opschrift van Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door "Hoofdstuk IV Minimale psychiatrische gegevens".

Art. 264.De artikelen 25 tot 31 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 265.In artikel 31bis van hetzelfde besluit, zoals ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/1998 pub. 11/12/1998 numac 1998022638 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde minimale psychiatrische statistische gegevens van de initiatieven van beschut wonen moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 20/09/1998 pub. 11/12/1998 numac 1998022636 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de initiatieven van beschut wonen en op de samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten type koninklijk besluit prom. 20/09/1998 pub. 22/10/1998 numac 1998022639 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 augustus 1991 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend in de experimenten inzake palliatieve hulp sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° In paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "het hoofd van de Directie Gezondheidszorgbeleid van het Bestuur van de Gezondheidszorgen van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "het Agentschap";2° In paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "De directeur-generaal van het Bestuur van de Gezondheidszorgen van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "het Agentschap";

Art. 266.In artikel 31ter van hetzelfde besluit, zoals ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/1998 pub. 11/12/1998 numac 1998022638 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde minimale psychiatrische statistische gegevens van de initiatieven van beschut wonen moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 20/09/1998 pub. 11/12/1998 numac 1998022636 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de initiatieven van beschut wonen en op de samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten type koninklijk besluit prom. 20/09/1998 pub. 22/10/1998 numac 1998022639 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 augustus 1991 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend in de experimenten inzake palliatieve hulp sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1erworden de woorden "de Federale Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft." vervangen door de woorden "het Agentschap"; 1° in paragraaf 2 worden de woorden "de Federale Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft." vervangen door de woorden "het Agentschap"; 3° in paragraaf 3, lid 2, worden de woorden "de Federale Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft" vervangen door de woorden "het Agentschap.4° in paragraaf 4, vierde lid, worden de woorden "het hoofd van de directie Gezondheidszorgbeleid van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "het Agentschap" en worden de woorden "de Federale Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft" vervangen door de woorden "het Agentschap".

Art. 267.In artikel 31 quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/09/1998 pub. 11/12/1998 numac 1998022638 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde minimale psychiatrische statistische gegevens van de initiatieven van beschut wonen moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft type koninklijk besluit prom. 20/09/1998 pub. 11/12/1998 numac 1998022636 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de initiatieven van beschut wonen en op de samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten type koninklijk besluit prom. 20/09/1998 pub. 22/10/1998 numac 1998022639 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 augustus 1991 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen mag worden verleend in de experimenten inzake palliatieve hulp sluiten, worden de woorden "van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu; zijn identiteit wordt medegedeeld aan de Federale Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft." vervangen door de woorden "van het Agentschap".

Art. 268.Hoofdstuk V en de artikelen 32 tot 39 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 269.Hoofdstuk Vbis en artikel 39bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 15 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten0, worden opgeheven.

Art. 270.In artikel 40 van hetzelfde besluit worden de woorden "Onze Minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft". Afdeling 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0

houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten.

Art. 271.In het opschrift van het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten, worden de woorden "de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten" vervangen door de woorden "de uitoefening van de bemiddelingsfunctie door de overlegplatforms inzake geestelijke gezondheid".

Art. 272.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling:

Art. 273.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° "overlegplatform inzake geestelijke gezondheid" : het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid gedefinieerd in artikel 679/2, 1°, van de Waalse Wetboek voor Sociale Actie en Gezondheid.2° "wet betreffende de rechten van de patiënt" : de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten betreffende de rechten van patiënt;3° "inrichtende macht": de instelling die belast is met het bestuur van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;4° "Het Agentschap": het Agentschap bedoeld in artikel 2 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid ".

Art. 274.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 275.Hoofdstuk II en de artikelen 3 tot 6 van hetzelfde besluit, worden opgeheven.

Art. 276.Het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt vervangen door "Hoofdstuk III Uitoefening van de bemiddelingsfunctie

Art. 277.De artikelen 7 tot 10bis van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 278.In artikel 11 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten7, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1: a) wordt lid 1 vervangen door de volgende bepaling: "Elk overlegplatform inzake geestelijke gezondheid moet beschikken over een bemiddelingsfunctie zoals bedoeld in artikel 11 van de wet betreffende de rechten van de patiënt, die voldoet aan de voorwaarden die in dit besluit worden gesteld."; b) in paragraaf 2 worden de woorden "bij het samenwerkingsverband aangesloten instellingen en diensten bedoeld in artikel 8, § 3, 2°, 3° en 5° " vervangen door de woorden "bij het overlegplatform aangesloten instellingen en diensten";b) lid 3 wordt opgeheven.2° in paragraaf 2 worden de woorden "door het in artikel 10 bedoelde comité" vervangen door de woorden "inrichtende macht".

Art. 279.In artikel 134 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: b) in paragraaf 2 worden de woorden "samenwerkingsverband" vervangen door de woorden "overlegplatform inzake geestelijke gezondheid";2° in punt b), worden de woorden "het comité zoals bedoeld in artikel 10" vervangen door het woord "de inrichtende macht";3° in punt c) in paragraaf 2 worden de woorden "het samenwerkingsverband" vervangen door de woorden "het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid";

Art. 280.In artikel 14 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten8, worden de woorden "het comité" telkenmale vervangen door het woord "de inrichtende macht".

Art. 281.In artikel 20, § 1, zesde lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 juli 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten6, wordt punt 1° vervangen als volgt; "1° de inrichtende macht, die erop toeziet dat het jaarverslag wordt verspreid onder de instellingen en diensten die deel uitmaken van het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid;".

Art. 282.In artikel 21 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 2 wordt het woord "het comité van het samenwerkingsverband" vervangen door het woord "de inrichtende macht".2° in lid 3 worden de woorden "het samenwerkingsverband" vervangen door de woorden "het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid";

Art. 283.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de woorden "Onze Minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft". Afdeling 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten3

betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.

Art. 284.Artikel 52 van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten3 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2012, wordt opgeheven.

HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepalingen.

Art. 285.De volgende besluiten worden opgeheven: 1° het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de initiatieven van beschut wonen en op de samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten 2° het koninklijk besluit van 10 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten0 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten.3° het koninklijk besluit van 10 december 1990 houdende vaststelling van de regels voor het bepalen van de opnemingsprijs voor personen die worden opgenomen in psychiatrische verzorgingstehuizen;4° het koninklijk besluit van 16 juni 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten1 houdende vaststelling van het maximum aantal plaatsen van beschut wonen dat in gebruik mag worden genomen alsmede van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van een aantal ziekenhuisbedden zoals bedoeld in artikel 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987;5° het koninklijk besluit van 18 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten2 houdende vaststelling van de regelen volgens dewelke het budget van financiële middelen, het quotum van verblijfdagen en de prijs per verblijfdag voor initiatieven van beschut wonen worden bepaald;6° het koninklijk besluit van 17 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten4 houdende vaststelling van de regelen volgens welke een gedeelte van de opnemingsprijs in psychiatrische verzorgingstehuizen ten laste van de Staat wordt gelegd ;7° het koninklijk besluit van 23 juni 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten5 houdende vaststelling van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van een aantal ziekenhuisbedden zoals bedoeld in artikel 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987 8° het ministerieel besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van het programmacijfer voor psychiatrische verzorgingstehuizen 9° het ministerieel besluit van 10 juli 1990tot vaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, in de psychiatrische verzorgingstehuizen. HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 286.Het referentiecentrum voor geestelijke gezondheid dat erkend is overeenkomstig artikel 296 van het decreet van 10 januari 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten3 tot wijziging van het Waalse Wetboek voor sociale actie en gezondheid betreffende de geestelijke gezondheid en de actieve diensten ervan in Wallonië, moet uiterlijk op 31 december van het tweede jaar na de inwerkingtreding van dit besluit voldoen aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 287.Het psychiatrisch verzorgingstehuis dat op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit een erkenning heeft, moet uiterlijk op 31 december van het tweede jaar na inwerkingtreding van dit besluit voldoen aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 288.Het initiatief voor beschut wonen dat een erkenning heeft op het moment dat dit besluit in werking treedt, moet uiterlijk op 31 december van het tweede jaar na de inwerkingtreding van dit besluit voldoen aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 289.De dienst voor geestelijke gezondheidszorg die erkend is wanneer dit besluit van kracht wordt, moet uiterlijk op 31 december van het tweede jaar na de inwerkingtreding van dit besluit voldoen aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 290.Het overlegplatform inzake geestelijke gezondheid dat erkend is wanneer dit besluit in werking treedt, moet uiterlijk op 31 december van het tweede jaar na de inwerkingtreding van dit besluit voldoen aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 291.Het eerste strategisch plan voor geestelijke gezondheid wordt aangenomen in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit, ten laatste op de termijn bepaald in artikel 301 van het decreet van 10 januari 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten3 tot wijziging van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de geestelijke gezondheid en zijn diensten die actief zijn in Wallonië

Art. 292.Het decreet van 10 januari 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten3 tot wijziging van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid betreffende de geestelijke gezondheid en zijn diensten die actief zijn in Wallonië treedt in werking op 1 januari 2024

Art. 293.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2024.

Art. 294.De Minister van Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 25 april 2024.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Tewerkstelling, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE .


^