Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 juli 2003
gepubliceerd op 04 augustus 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2003022790
pub.
04/08/2003
prom.
08/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/08/2003022790/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 97, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, inzonderheid artikel 79, § 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 november 2002;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, van 13 februari 2003;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 april 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting gegeven op 16 april 2003;

Gelet op het advies 35.389/3 van de Raad van State, gegeven op 10 juni 2003 met toepassing van artikel 3, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 25 april 2003 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 juni 2003, wordt aangevuld als volgt : « 30° de middelen toegekend aan de ziekenhuizen bedoeld onder artikel 76quater. »

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 76quater toegevoegd, luidend als volgt : « Art. 76quater . Voor ziekenhuizen bedoeld in artikel 7, 2°, g) , 1°, wordt een budget toegekend hetwelk het verschil vertegenwoordigt inzake basispunten betreffende het verpleegkundig personeel dat verbonden is aan de universitaire bedden buiten de campus die in aanmerking wordt genomen voor de toekenning van de 60 %, zoals bedoeld in alinea 2, punt 2, van artikel 79, § 1. »

Art. 3.Artikel 79, § 1, van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 november 2002 wordt vervangen als volgt : «

Artikel 79.§ 1. a) . Onderdeel B7 A wordt als volgt vastgesteld : B7A = A + B + C + D + E Waarbij : A = het bedrag overeenstemmend met de som van volgende elementen : 1. het budget overeenstemmend met het verschil van de op 30 juni 2002 toegekende punten en de punten dewelke op 1 juli 2002 zouden toegekend zijn, indien men de bepalingen van artikel 46 toegepast had.Dit budget wordt op 1 juli 2003 verminderd voor wat betreft de bijkomende punten voor de diensten C, D en E. Het budget overeenstemmend met het verschil inzake basispunten betreffende het verpleegkundig personeel dat verbonden is aan de universitaire bedden buiten de campus die in aanmerking wordt genomen voor de toekenning van de 60 %, zoals bedoeld in alinea 2, punt 2, van het onderdeel B7A van het budget van de financiële middelen, wordt op 1 juli 2003 naar het onderdeel B4 overgedragen. 2. de vermindering van het budget bedoeld in artikel 42, § 8, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 op zijn waarde op 30 juni 2002;3. de bedragen die equivalent zijn met de vermindering van de totale budgetten voor klinische biologie en medische beeldvorming en de partiële budgettaire doelstellingen voor dialyse en de forfaitaire ligdagen (wat de niet-chirurgische daghospitalisatie betreft), die toegepast zal worden bij wijziging in de financieringsregels in deze verschillen sectoren op dusdanige wijze dat de weerslag voor de betrokken ziekenhuizen geneutraliseerd wordt, voor zover deze bedragen tot een verhoging van het globaal budget van de ziekenhuizen bedoeld in artikel 87 van de wet op de ziekenhuizen aanleiding geven. B = de waarde op 30 juni 2002 van de financiering toegekend bij toepassing van artikel 48, § 14, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986;

C = de waarde op 30 juni 2002 van de financiering toegekend bij toepassing van artikel 48, § 28, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986.

De verdeling van de som van de in de leden A, B en C bedoelde budgetten gebeurt als volgt : 1. Teneinde de kosten te dekken die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de universitaire opdracht : - 25 % van het budget wordt verdeeld onder de ziekenhuizen die voldoen aan het criterium van wetenschappelijke publicaties inzake toegepast klinisch onderzoek en ontwikkeling, evaluatie en toepassing van nieuwe technologieën.De universitaire ziekenhuizen moeten minimaal 3 publicaties per 10 bedden realiseren over een periode van 3 jaar die voorafgaat aan het dienstjaar waarvoor het budget wordt vastgelegd.

Tevens dient een minimum van 4 publicaties in het domein van ten minste 10 verschillende medische specialismen over de beschouwde periode te worden gerealiseerd. De publicaties die hiervoor in aanmerking komen zijn publicaties in de tijdschriften opgenomen in de Science Citation Index (SCI) van de Web of Science (WoS) van het Institute of Scientifique Information (ISI) en waarvan één of meerdere stafleden van het ziekenhuis (co-)auteur is.

Voor elk ziekenhuis dat aan de, in het vorige lid vermelde, voorwaarden voldoet is het toegekende bedrag gelijk aan 25 % van de per 30 juni 2003 geldende waarde voor de leden A, B en C. Het behoud van die financiering hangt af van de neerlegging bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen, van een nota over de onderzoeksstrategie en van een verslag over de uitvoering van de onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten alsook over de toepassing ervan in de medische praktijk. - 15 % van het budget wordt verdeeld onder de ziekenhuizen teneinde de kosten voor het klinisch onderwijs en de opleiding te dekken. Het aan elk ziekenhuis toegekend bedrag wordt berekend op basis van een bedrag van 30.460,50 EUR (waarde op 1 januari 2003) per stagemeester en 4.822,92 EUR (waarde op 1 januari 2003) per geneesheer-specialist in opleiding. 2. Teneinde de kosten te dekken die onrechtstreeks voortvloeien uit de universitaire opdracht : 60 %van het budget wordt verdeeld onder de ziekenhuizen op basis van het aandeel van elk ziekenhuis in het per 1 juli 2003 toegekende budget van het onderdeel B2. D = het bedrag van de verdeling van een budget van 9.915.741 EUR (waarde 1 juli 2002) op basis van een verdeelsleutel die gelijk is aan T x N;

Waarbij : T = het relatieve aandeel uitgedrukt in percentage van de sociale patronale lasten, desgevallend beperkt teneinde de equivalente sociale voordelen te bereiken in verhouding tot de brutoverloning van de gesalarieerde artsen opgenomen onder N, gewogen naargelang van de categorie van geneesheer met name de contractuele geneesheer, de statutaire geneesheer en de geneesheer van openbaar ambt met uitzondering van de assistent-geneesheren;

N = het aantal gesalarieerde geneesheren uitgedrukt in aantal voltijdse equivalenten gedurende het laatst gekende jaar voor hetwelk de patronale bijdragen werden betaald, en die behoren tot de categorieën van de contractuele geneesheren, de statutaire geneesheren en de geneesheren van openbaar ambt, met uitzondering van de assistent-geneesheren.

Om deze financiering te genieten, dienen de betrokken ziekenhuizen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen de lijst van de geneesheren bedoeld in punt T te bezorgen met vermelding van de naam, nationaal nummer, arbeidstijd uitgedrukt in 11den en het aantal maanden tijdens welke ze in dienst zijn.

E = de op 30 juni 2002 toegekende bedragen, bij toepassing van artikel 22bis , § 3, 1°, en 47, 1°, van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 voor wat de op basis van artikel 7 van het koninklijk besluit van 27 oktober 1989 toegekende uitrusting betreft.

De gegevens gebruikt bij de verdeling van de budgetten waarvan sprake in de leden A, B en C enerzijds en van het budget waarvan sprake in lid D anderzijds zijn deze met betrekking tot één campus per universitair ziekenhuis, zoals bedoeld in artikel 7, 2°, g) , 1°.

De gegevens van andere campussen worden in rekening gebracht voor zover ze reeds 10 jaar onafgebroken deel uitmaken van het universitair ziekenhuis.

Indien een campus gesloten wordt, kunnen enkel de gegevens in rekening gebracht worden met betrekking tot de getransfereerde bedden naar de campus van het universitair ziekenhuis.

Om het relatieve gewicht van de in aanmerking genomen campussen voor de toekenning van de 60 %van het onderdeel B7A van het universitaire ziekenhuis in verhouding tot al de vestigingsplaatsen van dit ziekenhuis te berekenen, wordt het op 1 juli 2003 berekende budget B2 vermenigvuldigd met een coëfficiënt die overeenstemt met het aandeel van het voor de fusie van de vestigingsplaats van het universitair ziekenhuis laatst gekende budget in verhouding tot het laatste budget B2 van het gehele ziekenhuis. b) Het overeenkomstig de bepalingen van punt a) vastgestelde budget B7A wordt het « doelbudget B7 A » genoemd. De overstap van het budget B7A van toepassing op 30 juni 2003 naar het doelbudget B7A gebeurt over een periode van 5 dienstjaren, naar rato van 20 % per dienstjaar. c) Teneinde het voordeel van deze financiering te behouden, moeten de ziekenhuizen voldoen aan de voorwaarden uit bijlage 12, punt 1., §§ 1 en 2, punten 1° tot en met 7° en punt 2., tweede lid.

Bovendien moeten de ziekenhuizen elk jaar tegen 1 mei aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen, de hierna volgende inlichtingen meedelen : - het aantal stagemeesters en geneesheren-specialisten in opleiding; - een lijst met de referenties van de wetenschappelijke publicaties inzake toegepast klinisch onderzoek en ontwikkeling, evaluatie en toepassing van nieuwe medische technieken die de medische stafleden van het ziekenhuis tijdens de periode van 3 jaar, die voorafgaat aan het dienstjaar waarvoor het budget wordt vastgelegd, hebben gepubliceerd; - het bewijs dat ze voldoen aan de voorwaarden, met betrekking tot de wetenschappelijke publicaties, bedoeld in dit artikel.

Art. 4.In bijlage 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : - In de eerste lid, worden de woorden « artikel 79, § 1, punten B et C » vervangen door de woorden « artikel 79, § 1, a) , punten B et C »; - In punt 1. Nieuwe medische technieken, § 1, eerste lid, worden de woorden « artikel 79, § 1, punten B et C » vervangen door de woorden « artikel 79, § 1, a) , punten B et C ».

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2003.

Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^