Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 maart 2004
gepubliceerd op 06 mei 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn en Volksgezondheid

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035639
pub.
06/05/2004
prom.
26/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/26/2004035639/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 MAART 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn en Volksgezondheid


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1;

Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 6, § 2;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsmodaliteiten voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen zoals bedoeld in artikel 3, § 1bis, van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 14 november 1990, 12 december 1990, 24 juli 1991, 2 augustus 1991, 15 december 1993, 30 maart 1994, 15 juni 1994, 24 juli 1997, 15 december 2000, 13 juli 2001, 19 juli 2002, 6 december 2002 en 18 juli 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1990 houdende coördinatie en ondersteuning van de thuisverzorging, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 18 december 1991, 28 januari 1997, 7 april 1998 en 30 november 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 tot uitvoering van het decreet van 23 maart 1994 betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk in de welzijns- en gezondheidssector, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 21 juli 1994 en 10 november 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 tot aanwijzing van ambtenaren belast met het toezicht op de toepassing van de bepalingen van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de sluiting van ziekenhuizen, ziekenhuisdiensten, onderdelen van ziekenhuizen en samenwerkingsvormen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1998 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor ontwikkelingsstoornissen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 25 februari 2000, 17 juli 2000, 10 juli 2001, 15 juli 2002, 19 juli 2002 en 6 december 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden voor toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 november 2001 en 19 juli 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 10 juli 2001, 14 december 2001, 1 februari 2002, 13 december 2002 en 28 maart 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 houdende de toekenning van subsidies aan de initiatiefnemers die personeelsleden te werk stellen in een gewezen DAC-statuut;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 februari 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 april 2002 betreffende interlandelijke adoptie;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 mei 2002 betreffende erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 december 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van een steunpunt voor kennisbeheer en netwerkvorming met betrekking tot de hulp- en dienstverlening aan specifieke subdoelgroepen van personen met een handicap;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en begroting, gegeven op 29 januari 2004;

Gelet op het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van dertig dagen;

Gelet op het advies 36.498/3 van de Raad van State, gegeven op 17 februari 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat het wenselijk is, voor een efficiënte vervulling van sommige taken van beleidsuitvoering inzake welzijn en volksgezondheid, binnen het Vlaams Ministerie van Welzijn en Volksgezondheid een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid op te richten;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Artikel 1.Binnen het Vlaams Ministerie van Welzijn en Volksgezondheid wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht onder de benaming Inspectie Welzijn en Volksgezondheid, hierna het agentschap te noemen.

Het agentschap wordt opgericht voor de uitvoering van het beleid inzake welzijn en volksgezondheid.

Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid.

Art. 2.Het agentschap heeft als missie om, ten aanzien van de doelgroep, toezicht te houden op de toepassing van de voor deze voorzieningen geldende regelgeving met betrekking tot het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid.

Hierdoor wil het agentschap een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening van deze voorzieningen, de rechtmatige besteding van overheidsmiddelen en een optimale beleidsvoorbereiding en -evaluatie.

De doelgroep waarop de activiteiten van het agentschap betrekking hebben, wordt gevormd door : 1° voorzieningen die door het departement en de andere agentschappen van het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid kunnen worden erkend, geattesteerd, vergund of gesubsidieerd of anderszins ondersteund of die zich bij het departement of een agentschap van het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid moeten melden;2° de begunstigden van individuele tegemoetkomingen die door het departement of een agentschap van het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid rechtstreeks worden uitgekeerd. Bij het opnemen van zijn missie streeft het agentschap ernaar om zich te ontwikkelen tot een competente, professionele, flexibele en klantgerichte organisatie. Het inzetten van de meest adequate inspectietechniek vormt daarbij een permanente opdracht.

Art. 3.Het agentschap heeft tot taak : 1° het controleren, toetsen, checken, vaststellen van het concrete functioneren van de doelgroep, bedoeld in artikel 2, tweede lid, met het oog op het evalueren van de conformiteit ten overstaan van de normen, zoals vervat in formele referentieteksten;in het kader van een vergunnings-, attesterings- of erkenningsprocedure of in het kader van zijn autonome voortgangscontroleopdracht, of op verzoek van het departement of een agentschap dat behoort tot het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid of in het kader van klachten over de dienstverlening van de door het agentschap geïnspecteerde voorzieningen; 2° de rapportering en de adviesverlening aan het departement en de andere agentschappen die behoren tot het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid, in het kader van artikel 3, eerste lid, 1°;3° de adviesverlening aan de door het agentschap geïnspecteerde voorzieningen of begunstigden met betrekking tot de conformiteit, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°;4° het signaleren van beleidsrelevante informatie aan het departement en de andere agentschappen die behoren tot het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid. De taken, bedoeld in het eerste lid, omvatten in elk geval alle activiteiten inzake toezicht met betrekking tot : 1° de vergunnings-, attesterings- of erkenningsnormen en andere geformaliseerde afspraken met betrekking tot het functioneren van de voorzieningen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, 1°;2° de voortgangscontrole en evaluatie van het kwaliteitsbeleid van deze voorzieningen;3° de aanwending van de overheidsmiddelen, ter beschikking gesteld aan deze voorzieningen of aan de begunstigden, bedoeld in artikel 2, tweede lid, 2°.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1° van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria.

Art. 5.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op namens de rechtspersoon Vlaamse Gemeenschap.

Art. 6.Het agentschap vervult zijn taken ten aanzien van de doelgroep in samenhang met : 1° het door andere beleidsdomeinen en beleidsniveaus gevoerde beleid;2° het door de Vlaamse Gemeenschap gevoerde beleid inzake welzijn en gezondheid. Het agentschap ontwikkelt terreinexpertise met betrekking tot de taken, vermeld in het artikel 3.

Het agentschap stelt kennis en expertise die het verworven heeft, ter beschikking van de beleidsondersteuning.

Het agentschap zorgt voor de permanente optimalisering en vernieuwing van zijn dienstverlening op basis van actuele ontwikkelingen inzake kennis en expertise.

Het agentschap registreert en verwerkt alle gegevens, verzameld in het kader van zijn opdracht, die noodzakelijk zijn om : 1° de taken, bedoeld in artikel 3 uit te voeren;2° de beleidsgerichte input, bedoeld in artikel 4, § 3, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003. De minister, bevoegd voor het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid, hierna de minister te noemen, bepaalt de nadere regels met betrekking tot de gegevensregistratie en verwerking, onverminderd de toepassing van de regelgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van de persoonsgegevens.

Art. 7.Het agentschap werkt voor de realisatie van zijn missie en taken samen en sluit samenwerkingsovereenkomsten met instanties, instellingen, diensten en verenigingen die op het vlak van de toegewezen taak actief zijn.

Art. 8.Het agentschap is verplicht alle noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen van het departement en de agentschappen binnen het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid die door de Vlaamse regering zijn aangewezen voor de aansturing van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde voorzieningen. Tussen het agentschap en deze entiteiten wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten.

De minister bepaalt de nadere regels met betrekking tot deze samenwerkingsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Aansturing en leiding van het agentschap

Art. 9.Het agentschap ressorteert onder het hiërarchische gezag van de minister.

Art. 10.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst.

Art. 11.Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. HOOFDSTUK III. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden

Art. 12.Het hoofd van het agentschap heeft delegatie van beslissingsbevoegdheid voor de aangelegenheden die zijn vastgesteld in het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid.

Met betrekking tot de aangelegenheden, bedoeld in artikel 16, 2°, 4° en 5°, van het in het eerste lid bedoelde besluit, geldt, ter uitvoering van artikel 17 van het in het eerste lid bedoelde besluit, de volgende specifieke beperking op de algemene delegatie aan het hoofd van het agentschap : deze beslissingsbevoegdheid kan enkel aangewend worden voor de taken die niet zijn toegekend aan het departement of aan andere agentschappen van het beleidsdomein.

Art. 13.Bij het gebruik van de delegaties gelden de algemene regelingen, voorwaarden en beperkingen, zoals vervat in het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, met inbegrip van de bepalingen inzake subdelegatie, de regeling bij vervanging en de verantwoording.

Daarnaast geldt inzake het gebruik van de delegaties nog de volgende bepaling : bij de delegatie inzake toezichts-, controle- en inspectietaken heeft het hoofd van het agentschap een algemene bevoegdheid om alle nodig geachte handelingen te stellen om een kwaliteitsvolle inspectie, binnen de grenzen van de taak, omschreven in artikel 3, eerste lid, uit te voeren. Hij kan daarbij dossiers, registers of andere documenten die persoonsgegevens bevatten, opvragen en inzien. HOOFDSTUK IV. - Controle, opvolging en toezicht

Art. 14.Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap.

Art. 15.De minister kan, in het kader van de opvolging en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 16.Volgende besluiten van de Vlaamse regering worden gewijzigd : 1° in artikel 23 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsmodaliteiten voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen zoals bedoeld in artikel 3, § 1bis, van het koninklijk besluit nr.81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 14 november 1990, 12 december 1990, 24 juli 1991, 2 augustus 1991, 15 december 1993, 30 maart 1994, 15 juni 1994, 24 juli 1997, 15 december 2000, 13 juli 2001, 19 juli 2002, 6 december 2002 en 18 juli 2003, worden de woorden « ambtenaren van de administratie » vervangen door de woorden « personeelsleden van het bevoegde agentschap »; 2° in artikel 1, § 3, lid 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1990 houdende coördinatie en ondersteuning van de thuisverzorging, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 18 december 1991, 28 januari 1997, 7 april 1998 en 30 november 2001, worden de woorden « de Inspectie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Gezondheidszorg » vervangen door de woorden « het bevoegde agentschap »;3° in artikel 19 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 tot uitvoering van het decreet van 23 maart 1994 betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk in de welzijns- en gezondheidssector, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 21 juli 1994 en 10 november 1998, wordt het woord « ambtenaren » vervangen door het woord « personeelsleden »;4° in artikel 26 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de sluiting van ziekenhuizen, ziekenhuisdiensten, onderdelen van ziekenhuizen en samenwerkingsvormen, worden de woorden « de ambtenaren » vervangen door de woorden « de personeelsleden van het bevoegde agentschap »;5° in de artikelen 19 en 24 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1998 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor ontwikkelingsstoornissen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 25 februari 2000, 17 juli 2000, 10 juli 2001, 15 juli 2002, 19 juli 2002 en 6 december 2002, worden de woorden « de ambtenaren van het Fonds » vervangen door de woorden « de personeelsleden van het bevoegde agentschap »;6° in het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap, worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in artikel 3, worden de woorden « ambtenaren van het Fonds » vervangen door de woorden « personeelsleden van het bevoegde agentschap »;b) in artikel 4, § 1 en § 2 worden de woorden « de gemachtigde ambtenaar van het Fonds » vervangen door de woorden « het gemachtigde personeelslid van het bevoegde agentschap »;7° in artikel 19 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden voor toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 november 2001 en 19 juli 2002, worden de woorden « de ambtenaren van het Vlaams Fonds » vervangen door de woorden « de personeelsleden van het bevoegde agentschap »;8° in artikel 27, § 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 10 juli 2001, 14 december 2001, 1 februari 2002, 13 december 2002 en 28 maart 2002, worden de woorden « ambtenaren van K & G » vervangen door de woorden « personeelsleden van het bevoegde agentschap »;9° in artikel 23 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2002, worden de woorden « de ambtenaren van K & G » vervangen door de woorden « de personeelsleden van het bevoegde agentschap »;10° in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 houdende de toekenning van subsidies aan de initiatiefnemers die personeelsleden te werk stellen in een gewezen DAC-statuut, worden de woorden « ambtenaren van K & G » vervangen door de woorden « de personeelsleden van het bevoegde agentschap »;11° in artikel 54 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 februari 2003, worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in de eerste zin worden de woorden « Kind en Gezin » vervangen door de woorden « het bevoegde agentschap »;b) in de tweede zin worden de woorden « de ambtenaren van Kind en Gezin » vervangen door de woorden « de personeelsleden van het bevoegde agentschap »;12° in het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind, worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in artikel 52, § 2, eerste zin worden de woorden « Kind en Gezin » vervangen door de woorden « het bevoegde agentschap »;b) in artikel 52, § 2, tweede zin worden de woorden « de ambtenaren van Kind en Gezin » vervangen door de woorden « de personeelsleden van het bevoegde agentschap »;c) in artikel 53, § 1, worden de woorden « de aangewezen medewerkers van Kind en Gezin » vervangen door de woorden « de personeelsleden van het bevoegde agentschap »;13° in artikel 92 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 april 2002 betreffende interlandelijke adoptie worden de woorden « de Vlaamse Centrale Autoriteit » vervangen door de woorden « het bevoegde agentschap »;14° in artikel 20 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 mei 2002 betreffende erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2003 worden de woorden « Kind en Gezin » vervangen door de woorden « het bevoegde agentschap ».15° in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 december 2002 betreffende de erkenning en subsidiëring van een steunpunt voor kennisbeheer en netwerkvorming met betrekking tot de hulp- en dienstverlening aan specifieke subdoelgroepen van personen met een handicap worden de woorden « de ambtenaren van het Fonds » vervangen door de woorden « de personeelsleden van het bevoegde agentschap ».

Art. 17.Het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 tot aanwijzing van ambtenaren belast met het toezicht op de toepassing van de bepalingen van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap wordt opgeheven.

Art. 18.De Vlaamse regering stelt de datum vast waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 19.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, het gezondheidsbeleid, de gelijke kansen en de investeringen voor verzorgingsinstellingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 maart 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER

^