Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 06 oktober 2006
gepubliceerd op 10 november 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de sectorale regelgeving inzake adoptie in het kader van de operatie Beter Bestuurlijk Beleid

bron
vlaamse overheid
numac
2006036797
pub.
10/11/2006
prom.
06/10/2006
ELI
eli/besluit/2006/10/06/2006036797/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 OKTOBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de sectorale regelgeving inzake adoptie in het kader van de operatie Beter Bestuurlijk Beleid


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, gewijzigd bij de decreten van 3 mei 1989, 23 februari 1994, 24 juni 1997, 15 juli 1997, 7 juli 1998 en 9 maart 2001;

Gelet op het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, gewijzigd bij de decreten van 7 mei 2004 en 15 juli 2005;

Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;

Gelet op het decreet van 15 juli 2005 tot regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 betreffende de interlandelijke adoptie;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 betreffende het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betreffende de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van agentschappen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreffende de wijziging van regelgeving met betrekking tot dat beleidsdomein;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 29 september 2006;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een besluitswijziging dringend noodzakelijk is gezien zes maanden na de inwerkingtreding van Beter Bestuurlijk Beleid de sectorale regelgeving inzake adoptie nog steeds niet werd aangepast aan het delegatiebesluit van 10 oktober 2003 waarbij de bevoegdheid om erkenningen te verlenen werd toevertrouwd aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen; overwegende dat voormeld delegatiebesluit bovendien bepaalt dat alle regelgeving die uiterlijk drie maand na de inwerkingtreding van het besluit niet werd aangepast, stilzwijgend geacht wordt te zijn opgeheven en het derhalve dringend noodzakelijk is onverwijld over te gaan tot de aanpassing van de sectorale regelgeving inzake adoptie, wordt afgezien van het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State;

Overwegende dat de erkenning van de adoptiediensten die bemiddelen voor interlandelijke adopties afloopt op 30 september 2006; dat bijgevolg de regelgeving inzake adoptie onverwijld in overeenstemming moet worden gebracht met de nieuwe delegatieregeling teneinde de erkenning van de buitenlandse adoptiediensten vlot te laten verlopen en de dienstverlening aan kandidaat-adoptanten niet in het gedrang te brengen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - De binnenlandse adoptie

Artikel 1.In artikelen 2, 7, 11, 24, 26, 30, 32 § 1, § 2 en § 4, artikel 33 § 1, artikel 36, 38 en 40 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen, worden de woorden « Kind en Gezin » telkens vervangen door de woorden « de Vlaamse Centrale Autoriteit ».

Art. 2.In artikel 18, 21, 34 en 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 worden de woorden « Kind en Gezin » telkens vervangen door de woorden « de Vlaamse Centrale Autoriteit ».

Art. 3.In artikelen 18, 3°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005, worden de woorden « de adoptant » vervangen door de woorden « het kind ».

Art. 4.In artikel 32 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De Vlaamse Centrale Autoriteit oefent het toezicht uit op de naleving van de regelgeving door de adoptiediensten. Het toezicht wordt op stukken of ter plaatse uitgeoefend.

Het toezicht ter plaatse gebeurt door de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn en Volksgezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004. Zij krijgen daartoe de vrije toegang tot de lokalen van de adoptiedienst. Zij hebben het recht alle administratieve stukken te raadplegen. De coördinator geeft hen op verzoek toegang tot de dossiers en de wachtlijsten. »

Art. 5.In artikel 33 van hetzelfde besluit worden § 2, § 3 en § 4, vervangen door wat volgt : « § 2. De Vlaamse Centrale Autoriteit onderzoekt de aanvraag, eventueel na opvraging van extra stukken of inlichtingen. Kind en Gezin neemt binnen drie maanden na ontvangst een gemotiveerde beslissing, op advies van de Vlaamse Centrale Autoriteit. § 3. De adoptiedienst wordt onmiddellijk van de beslissing over de erkenning op de hoogte gebracht, nog voor de erkenningstermijn verlopen is. § 4. De adoptiedienst wordt erkend voor een hernieuwbare termijn van maximaal vijf jaar. De adoptiedienst moet zijn aanvraag tot hernieuwing van de erkenning indienen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de erkenningstermijn, en dit op de wijze, vermeld in § 1. » Art.6. Artikel 34 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 34.Als de adoptiedienst niet meer aan alle erkenningsvoorwaarden voldoet, kan Kind en Gezin de erkenning van de adoptiedienst intrekken of voor een bepaalde termijn schorsen.

De Vlaamse Centrale Autoriteit brengt de adoptiedienst vooraf per aangetekende brief op de hoogte van die intrekking of schorsing. De adoptiedienst kan binnen veertien dagen na ontvangst van de brief verzoeken om te worden gehoord. » HOOFDSTUK II. - De Interlandelijke adoptie

Art. 7.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 betreffende de interlandelijke adoptie, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° Kind en Gezin : het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, opgericht bij het decreet van 30 april 2004, hierna het agentschap genoemd.»;

Art. 8.In artikelen 3, 7, 21, 24 en 38 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vlaamse minister » en de woorden « de minister » vervangen door de woorden « Kind en Gezin »;

Art. 9.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.§ 1. Het voorbereidingscentrum richt zijn aanvraag tot erkenning per aangetekende brief aan de Vlaamse Centrale Autoriteit.

Bij die brief zitten alle nodige stukken waaruit blijkt dat het centrum aan de gestelde voorwaarden voldoet. § 2. De Vlaamse Centrale Autoriteit onderzoekt de aanvraag, eventueel na opvraging van extra stukken of inlichtingen. Kind en Gezin neemt binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag een gemotiveerde beslissing, op advies van de Vlaamse Centrale Autoriteit. § 3. Het voorbereidingscentrum wordt onmiddellijk van de beslissing over de erkenning op de hoogte gebracht, nog voor de erkenningstermijn verlopen is. § 4. Het voorbereidingscentrum wordt erkend voor een hernieuwbare termijn van maximaal vijf jaar. Het voorbereidingscentrum moet zijn aanvraag tot hernieuwing van de erkenning indienen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de erkenningstermijn, en dit op de wijze, vermeld in § 1. »

Art. 10.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 5.Als het voorbereidingscentrum niet meer aan alle erkenningsvoorwaarden voldoet, kan Kind en Gezin de erkenning van het voorbereidingscentrum intrekken of voor een bepaalde termijn schorsen.

De Vlaamse Centrale Autoriteit brengt het voorbereidingscentrum vooraf per aangetekende brief op de hoogte van de intrekking of schorsing.

Het voorbereidingscentrum kan binnen veertien dagen na ontvangst van de brief verzoeken om te worden gehoord. »

Art. 11.In artikel 8, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Het toezicht op de naleving van regelgeving wordt op stukken of ter plaatse uitgeoefend. Het toezicht ter plaatse gebeurt door de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn en Volksgezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004. Zij krijgen daartoe de vrije toegang tot de lokalen van die diensten. Zij hebben het recht alle administratieve stukken te raadplegen en krijgen op hun verzoek toegang tot de individuele dossiers en de wachtlijsten. »

Art. 12.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 22.§ 1. De dienst voor maatschappelijk onderzoek richt zijn aanvraag tot erkenning per aangetekende brief aan de Vlaamse Centrale Autoriteit. Bij die brief zitten de statuten van de dienst en alle nodige stukken waaruit blijkt dat aan de gestelde erkenningsvoorwaarden is voldaan. § 2. De Vlaamse Centrale Autoriteit onderzoekt de aanvraag, eventueel na opvraging van extra stukken of inlichtingen. Kind en Gezin neemt binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag een gemotiveerde beslissing, op advies van de Vlaamse Centrale Autoriteit. § 3. De dienst voor maatschappelijk onderzoek wordt onmiddellijk van de beslissing over de erkenning op de hoogte gebracht, nog voor de erkenningstermijn verlopen is. § 4. De dienst voor maatschappelijk onderzoek wordt erkend voor een hernieuwbare termijn van maximaal vijf jaar. De dienst voor maatschappelijk onderzoek moet zijn aanvraag tot hernieuwing van de erkenning indienen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de erkenningstermijn, en dit op de wijze, vermeld in § 1. »

Art. 13.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 23.Als de dienst voor maatschappelijk onderzoek niet meer aan alle erkenningsvoorwaarden voldoet, kan Kind en Gezin de erkenning van de dienst intrekken of voor een bepaalde termijn schorsen.

De Vlaamse Centrale Autoriteit brengt de dienst voor maatschappelijk onderzoek hiervan vooraf per aangetekende brief op de hoogte. De dienst voor maatschappelijk onderzoek kan binnen veertien dagen na ontvangst van de brief verzoeken om te worden gehoord. »

Art. 14.Aan artikel 24 van hetzelfde besluit wordt een zevende lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De subsidiëring, vermeld in artikel 24, tweede en derde lid, wordt voor de overgangsperiode van 2006 en 2007 aangepast op de volgende wijze : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Daarnaast wordt aan de dienst voor maatschappelijk onderzoek, per gerealiseerd maatschappelijk onderzoek boven op het hieronder bepaalde aantal op jaarbasis en binnen de beschikbare kredieten een extra subsidie toegekend van 1.537 euro : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 15.In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Het toezicht op de naleving van de regelgeving wordt op stukken of ter plaatse uitgeoefend. Het toezicht ter plaatse gebeurt door de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn en Volksgezondheid, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004. Zij krijgen daartoe de vrije toegang tot de lokalen van die diensten. Zij hebben het recht alle administratieve stukken te raadplegen en krijgen op hun verzoek toegang tot de individuele dossier en de wachtlijsten. »

Art. 16.Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 39.§ 1. De adoptiedienst richt zijn aanvraag tot erkenning per aangetekende brief aan de Vlaamse Centrale Autoriteit. Bij die brief zitten de statuten van de dienst en alle nodige stukken waaruit blijkt dat aan de gestelde erkenningsvoorwaarden is voldaan. § 2. De Vlaamse Centrale Autoriteit onderzoekt de aanvraag, eventueel na opvraging van extra stukken of inlichtingen. Kind en Gezin neemt binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag een gemotiveerde beslissing, op advies van de Vlaamse Centrale Autoriteit. § 3. De adoptiedienst wordt onmiddellijk van de beslissing over de erkenning op de hoogte gebracht, nog voor de erkenningstermijn verlopen is. § 4. De adoptiedienst wordt erkend voor een hernieuwbare termijn van maximaal vijf jaar. De adoptiedienst moet zijn aanvraag tot hernieuwing van de erkenning indienen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de erkenningstermijn, en dit op de wijze, vermeld in § 1. » Art.17. Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 40.Als de adoptiedienst niet meer aan alle erkenningsvoorwaarden voldoet, kan Kind en Gezin de erkenning van de dienst intrekken of voor bepaalde termijn schorsen.

De Vlaamse Centrale Autoriteit brengt de adoptiedienst hiervan vooraf per aangetekende brief op de hoogte. De adoptiedienst kan binnen veertien dagen na ontvangst van de brief verzoeken om te worden gehoord. »

Art. 18.Aan artikel 67 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. Het toezicht op de naleving van regelgeving wordt op stukken of ter plaatse uitgeoefend. Het toezicht ter plaatse gebeurt door de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn en Volksgezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004.

Zij krijgen daartoe de vrije toegang tot de lokalen van de adoptiediensten. Zij hebben het recht alle administratieve stukken te raadplegen en krijgen op hun verzoek toegang tot de individuele dossiers en de wachtlijsten. »

Art. 19.In artikel 68 van hetzelfde besluit wordt § 3 opgeheven.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006.

Brussel, 6 oktober 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

^