Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 september 2016
gepubliceerd op 06 december 2016

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

bron
vlaamse overheid
numac
2016036585
pub.
06/12/2016
prom.
23/09/2016
ELI
eli/besluit/2016/09/23/2016036585/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, artikel 20, vervangen bij het decreet van 22 december 1993, en gewijzigd bij de decreten van 21 oktober 1997, 11 mei 1999, 6 februari 2004, 12 december 2008, 23 december 2010, 25 mei 2012 en 9 mei 2014;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 16.1.2, 1°, f) en artikel 16.4.27, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007;

Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, artikel 3, 9°, 13° en 23°, artikel 5, 6, § 1, gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013, artikel 9, § 1, derde lid, artikel 13, § 1 en § 2, artikel 14, 21, 22, 26, 32, 35, 39, § 2 en § 3, artikel 40, 49, 57, 60 en 63;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2015;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 29 februari 2016;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 18 februari 2016;

Gelet op advies 59.798/1/V van de Raad van State, gegeven op 26 augustus 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van : 1° richtlijn 2015/1127 van de Commissie van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen, inclusief rectificatie;2° het besluit van de Commissie van 18 december 2014 tot wijziging van Beschikking 2000/532/EG betreffende de lijst van afvalstoffen overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad;3° richtlijn (EU) 2015/2087 van de Commissie van 18 november 2015 houdende wijziging van bijlage II van Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Art. 2.In artikel 5.2.2.5.2, § 8, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de inleidende zin wordt vervangen door wat volgt : "Met behoud van de toepassing van artikel 5.2.5.3/1, § 1 en § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen moet niet-herbruikbare afgedankte elektrische of elektronische apparatuur op de volgende wijze verwerkt worden :"; 2° in punt 2°, a), worden de woorden "AEEA moeten" vervangen door de woorden "afgedankte elektrische of elektronische apparatuur moeten";3° in punt 2° wordt punt b) vervangen door wat volgt : "b) de volgende onderdelen worden als volgt behandeld : 1) beeldbuizen : de fluorescerende laag wordt afgezonderd; 2) gasontladingslampen : het kwik wordt afgezonderd.".

Art. 3.In artikel 5.2.2.6.4, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De demontage en het vernietigen, met inbegrip van het indrukken, en elke andere behandeling van voertuigwrakken worden altijd voorafgegaan door een depollutie van het voertuigwrak. In afwijking van de depollutieplicht moeten werkplaatsen voor het nazicht, de herstelling en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) alvorens te demonteren, alleen de onderdelen depollueren die aanleiding kunnen geven tot lekkage van vloeistoffen, of die het vrijkomen van gevaarlijke stoffen of andere milieuschade kunnen veroorzaken.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

Art. 4.Bijlage VIII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

Art. 5.In artikel 1.1.1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt : "10° richtlijn 2013/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's, wat het op de markt brengen van cadmiumhoudende draagbare batterijen en accu's voor gebruik in draadloos elektrisch gereedschap en van knoopcellen met een laag kwikgehalte betreft, en houdende intrekking van Beschikking 2009/603/EG van de Commissie;"; 2° er wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt : "11° richtlijn 2015/1127 van de Commissie van 10 juli 2015 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen;"; 3° er wordt een punt 12° toegevoegd, dat luidt als volgt : "12° richtlijn (EU) 2015/2087 van de Commissie van 18 november 2015 houdende wijziging van bijlage II van Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen."; 4° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Dit besluit voorziet in de omzetting van het besluit van de Commissie van 18 december 2014 tot wijziging van Beschikking 2000/532/EG betreffende de lijst van afvalstoffen overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad.".

Art. 6.In artikel 1.2.1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 november 2012 en 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2 wordt voor punt 1°, dat punt 1° /1 wordt, een nieuw punt 1° ingevoegd, dat luidt als volgt : "1° afgedankte EEA : EEA die afvalstoffen vormen in de zin van artikel 3, 1°, van het Materialendecreet, daaronder begrepen alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt;"; 2° in paragraaf 2 wordt punt 13° opgeheven; 3° in paragraaf 2 wordt punt 14° vervangen door wat volgt : "14° brekerzeefzand : zand dat afkomstig is van het zeven, voorafgaand aan het breken van puin met uitzondering van asfaltpuin en freesasfalt;"; 4° in paragraaf 2 wordt een punt 50° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "50° /1 matrassen : producten die bestemd zijn om op te slapen en te rusten, geschikt voor het gebruik door de mens voor een lange periode, bestaande uit een sterke hoes, gevuld met materialen, en die kunnen worden geplaatst op een bestaande ondersteunende bedstructuur;"; 5° in paragraaf 2 wordt een punt 89° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "89° /1 zeefzand van asfalt : brekerzeefzand en brekerzand van asfalt bekomen voor en na het breken of zeven van het asfaltpuin en freesasfalt;"; 6° in paragraaf 2 worden punt 92° tot en met 94° opgeheven; 7° in paragraaf 3/1 wordt punt 8° vervangen door wat volgt : "8° hergebruikcentrum voor EEA : een rechtspersoon of natuurlijke persoon die gebruikte EEA beroepsmatig opslaat, sorteert en scheidt in potentieel herbruikbare EEA en niet-herbruikbare afgedankte EEA, en die potentieel herbruikbare EEA voorbereidt voor hergebruik;".

Art. 7.In artikel 2.3.2.1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan paragraaf 1 wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : "6° de maximale gehalten aan fysische verontreinigingen zijn voor vlottende verontreinigingen 5,0 cm®/kg droge stof, voor niet-vlottende verontreinigingen 1,0% (massa/massa) en voor glas 2,0% (massa/massa)."; 2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : " § 2.In afwijking van paragraaf 1 hoeven de materialen, vermeld in bijlage 2.2, afdeling 2, meer bepaald asfaltgranulaat, gerecycleerde bitumineuze granulaten en zeefzand van asfalt, niet te voldoen aan de totaalconcentratie voor de parameter minerale olie.

Onder pak-houdend zeefzand van asfalt wordt verstaan dat de norm voor een van de polycyclische aromatische koolwaterstoffen, vermeld in bijlage 2.3.2.A, wordt overschreden.

De vaststelling of asfaltgranulaat pak-houdend is, gebeurt aan de hand van de pak-spray-test. Als bij gebruik van de pak-spraytest een gele verkleuring wordt verkregen, wordt het asfaltgranulaat geacht pak-houdend te zijn, tenzij uit een tegenproef bestaande uit een chemische analyse op pak via GC-MS blijkt dat de normen niet overschreden worden. Het eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten vermeldt de proefmethode en de conformiteitscontrole van de pak-spray-test.

In afwijking van paragraaf 1, punt 1°, hoeft het voormelde pak-houdende asfaltgranulaat en pak-houdend zeefzand van asfalt niet te voldoen aan de totaalconcentratie voor de parameters pak bij gebruik overeenkomstig artikel 5.3.3.4."; 3° een paragraaf 3 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : " § 3.In afwijking van paragraaf 1, punt 6°, mag in sorteer- en brekerzeefzand het maximale gehalte aan vlottende verontreinigingen 7,5 cm®/kg bedragen.".

Art. 8.In artikel 3.1.1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 8° wordt vervangen door wat volgt : "8° afgedankte matrassen;"; 2° punt 10° en punt 12° worden opgeheven.

Art. 9.In artikel 3.4.2.2 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : " § 1. De verwerking van de met toepassing van de aanvaardingsplicht ingezamelde afgedankte voertuigen moet ertoe leiden dat de volgende doelstellingen worden bereikt : 1° minimaal 95% van het gewicht van alle afgedankte voertuigen moet worden hergebruikt of nuttig toegepast; 2° minimaal 85% van het gewicht van alle afgedankte voertuigen moet worden hergebruikt of gerecycleerd.".

Art. 10.In artikel 3.4.4.6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het derde lid worden de woorden "beschikbaar AEEA" vervangen door de woorden "beschikbare afgedankte EEA";2° in het vierde lid worden de woorden "beschikbaar AEEA" vervangen door de woorden "beschikbare afgedankte EEA".

Art. 11.In artikel 3.4.4.10 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° wordt de zinsnede "in artikel 3.2.3.6" vervangen door de zinsnede "in artikel 3.4.4.15"; 2° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : "2° het ondernemingsnummer van de producent van EEA;".

Art. 12.In artikel 3.4.4.12 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, 3°, wordt punt d) vervangen door wat volgt : "d) werden aangeboden aan een hergebruikcentrum voor EEA met het oog op de voorbereiding voor hergebruik;"; 2° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 4° opgeheven; 3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° het ondernemingsnummer van de producent van EEA;"; 4° in paragraaf 2, eerste lid, 4°, wordt punt d) vervangen door wat volgt : "d) werden aangeboden aan een hergebruikcentrum voor EEA met het oog op de voorbereiding voor hergebruik;"; 5° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 5° vervangen door wat volgt : "5° de hoeveelheden afvalstoffen die voortkomen uit de verwerking van afgedankte EEA, uitgedrukt in kilogram en opgesplitst per materiaal als vermeld in artikel 3.4.4.7, en per categorie als vermeld in artikel 3.4.4.2, die : a) werden voorbereid voor hergebruik;b) werden gerecycleerd;c) op een andere wijze nuttig werden toegepast;d) werden verwijderd in installaties voor de verbranding van afvalstoffen; e) werden verwijderd door storten."; 6° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt : " § 3.Met behoud van de toepassing van artikel 3.2.1.4 vermelden de distributeur van EEA en de producent van EEA ook de gegevens, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°, en paragraaf 2, eerste lid, 4°, van dit artikel, in het afvalstoffenregister.".

Art. 13.In artikel 3.4.5.2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° wordt punt d) vervangen door wat volgt : "d) tijdens recycling wordt het kwik afgezonderd in een identificeerbare stroom, die een veilige bestemming krijgt en geen nadelige gevolgen voor mens of milieu kan veroorzaken;"; 2° in punt 3° wordt punt d) vervangen door wat volgt : "d) tijdens recycling wordt het kwik afgezonderd in een identificeerbare stroom, die een veilige bestemming krijgt en geen nadelige gevolgen voor mens of milieu kan veroorzaken;".

Art. 14.In hoofdstuk 3, afdeling 3.4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, 29 november 2013 en 23 mei 2014, wordt onderafdeling 3.4.8, die bestaat uit artikel 3.4.8.1 tot en met 3.4.8.3, vervangen door wat volgt : "Onderafdeling 3.4.8. Afgedankte matrassen Art. 3.4.8.1. Voor afgedankte matrassen wordt de uitgebreide producenten-verantwoordelijkheid ingevuld door middel van de aanvaardingsplicht, vermeld in afdeling 3.2. De aanvaardingsplicht is van toepassing vanaf 1 januari 2018.

Art. 3.4.8.2. De aanvaardingsplicht voor afgedankte matrassen moet ertoe leiden dat alle afgedankte matrassen die worden aangeboden, worden ingezameld.

De ingezamelde afgedankte matrassen moeten nuttig worden toegepast.

Art. 3.4.8.3. De eindverkoper en de tussenhandelaar van matrassen of de organisatie die daarvoor is aangewezen, bezorgen de OVAM vóór 1 juli van elk jaar een overzicht van de totale hoeveelheid matrassen, uitgedrukt in aantal en in kilogram, die in het kader van de aanvaardingsplicht in ontvangst zijn genomen gedurende het voorgaande kalenderjaar.

De producent van matrassen of de organisatie die hij daarvoor heeft aangewezen, stelt jaarlijks vóór 1 juli de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar ter beschikking van de OVAM : 1° de totale hoeveelheid matrassen, uitgedrukt in aantal en in kilogram, die in het Vlaamse Gewest op de markt zijn gebracht;2° de totale hoeveelheid afgedankte matrassen, uitgedrukt in aantal en in kilogram, die in het Vlaamse Gewest zijn ingezameld in het kader van de aanvaardingsplicht;3° de inrichtingen waar en de wijze waarop de ingezamelde afgedankte matrassen zijn verwerkt;4° de totale hoeveelheid van de materialen die voortkomen uit de verwerking van de afgedankte matrassen, uitgedrukt in kilogram, die : a) zijn hergebruikt;b) zijn gerecycleerd;c) nuttig zijn toegepast; d) zijn verwijderd.".

Art. 15.In hoofdstuk 3, afdeling 3.4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, 29 november 2013 en 23 mei 2014, wordt onderafdeling 3.4.10, die bestaat uit artikel 3.4.10.1 tot en met 3.4.10.3, opgeheven.

Art. 16.In hoofdstuk 3, afdeling 3.4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, 29 november 2013 en 23 mei 2014, wordt onderafdeling 3.4.12, die bestaat uit artikel 3.4.12.1, opgeheven.

Art. 17.Aan artikel 4.1.2 van hetzelfde besluit wordt een punt 30° toegevoegd, dat luidt als volgt : "30° afgedankte matrassen.".

Art. 18.Artikel 4.1.3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "Art. 4.1.3. Onder gevaarlijke afvalstoffen worden de afvalstoffen verstaan die in de lijst, vermeld in bijlage 2.1, met een asterisk zijn aangeduid.

De afvalstoffen, vermeld in het eerste lid, worden geacht minstens een van de gevaarlijke eigenschappen te bezitten als vermeld in verordening (EU) 1357/2014 van de Commissie van 18 december 2014 ter vervanging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen.".

Art. 19.In artikel 4.1.4, § 2, 6°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "H3 tot en met H8, H10 en H11" vervangen door de zinsnede "HP3 tot en met HP8, HP10 en HP11".

Art. 20.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012, 16 november 2012, 1 maart 2013, 21 juni 2013, 29 november 2013 en 23 mei 2014, wordt een artikel 4.1.6 ingevoegd, dat luidt als volgt : "In afwijking van artikel 4.1.3 worden, voor zover dit selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval niet onder artikel 5.2.2.1, 10°, valt, niet als een gevaarlijke afvalstof beschouwd : 1° het selectief ingezameld afval van geledigde, leeggegoten of leeggeschraapte verpakkingen van huishoudelijke oorsprong die reinigings- of onderhoudsmiddelen hebben bevat die uitsluitend in waterige fase kunnen worden gebruikt, en die een of meer gevaarlijke stoffen hebben bevat die worden aangeduid door de pictogrammen GHS07 (uitroepingsteken), GHS05 (corrosief), subcategorie H318, overeenkomstig verordening (EG) 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van verordening (EG) 1907/2006 of door de pictogrammen Xi-irriterend en C-corrosief overeenkomstig de richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen en de richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten; 2° het selectief ingezameld afval van geledigde, leeggegoten of leeggeschraapte verpakkingen van huishoudelijke oorsprong die voeding of cosmetica hebben bevat, en die een of meer gevaarlijk stoffen hebben bevat die worden aangeduid door het pictogram GHS02 (ontvlambaar) overeenkomstig verordening (EG) 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van verordening (EG) 1907/2006 of door het pictogram F-ontvlambaar overeenkomstig de richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen en de richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten.".

Art. 21.In artikel 4.2.2, (*), van hetzelfde besluit worden de zinnen : "De formule wordt toegepast overeenkomstig het Europese referentiedocument over de beste beschikbare technieken voor afvalverbranding. De berekeningswijze en de toepassing van de formule worden goedgekeurd en geverifieerd door de OVAM." vervangen door de volgende zinnen : "De waarde van de energie-efficiëntieformule wordt op de onderstaande wijze met een klimaatcorrectiefactor (CCF) vermenigvuldigd : 1. CCF voor installaties die vóór 1 september 2015 in bedrijf zijn en over een vergunning beschikken overeenkomstig het toepasselijke Unierecht : CCF = 1 als HDD >= 3 350 CCF = 1,25 als HDD <= 2 150 CCF = - (0,25/1 200) x HDD + 1,698 als 2 150 < HDD < 3 350 2.CCF voor installaties waarvoor na 31 augustus 2015 een vergunning wordt afgegeven en voor installaties bedoeld in punt 1 na 31 december 2029 : CCF = 1 als HDD >= 3 350 CCF = 1,12 als HDD <= 2 150 CCF = - (0,12/1 200) x HDD + 1,335 als 2 150 < HDD < 3 350 (De daaruit resulterende CCF-waarde zal worden afgerond tot op drie decimalen). Als HDD-waarde (Heating Degree Days - graaddagen voor verwarming) moet het gemiddelde van de jaarlijkse HDD-waarden voor de locatie van de verbrandingsinstallatie gelden, berekend over een periode van 20 opeenvolgende jaren vóór het jaar waarvoor de CCF wordt berekend.

De HDD-waarde moet aan de hand van de volgende door Eurostat vastgestelde methode worden berekend : HDD is gelijk aan (18 ° C - Tm) x d als Tm minder bedraagt dan of gelijk is aan 15 ° C (verwarmingsdrempel), en is gelijk aan nul als Tm meer bedraagt dan 15 ° C, waarbij Tm de gemiddelde (Tmin + Tmax)/2 buitentemperatuur over een periode van d dagen is. De berekeningen moeten dagelijks worden uitgevoerd (d = 1) en voor een heel jaar worden opgeteld.

De formule wordt toegepast overeenkomstig het Europese referentiedocument over de beste beschikbare technieken voor afvalverbranding. De berekeningswijze en de toepassing van de formule worden goedgekeurd en geverifieerd door de OVAM.".

Art. 22.Aan artikel 4.3.1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 12° toegevoegd, dat luidt als volgt : "12° afgedankte matrassen.".

Art. 23.Aan artikel 4.3.2, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012 en 16 november 2012, wordt een punt 19° toegevoegd, dat luidt als volgt : "19° afgedankte matrassen.".

Art. 24.In artikel 4.3.4, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de woorden "mag de afvalstoffenproducent verschillende" vervangen door de zinsnede "mag de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar verschillende".

Art. 25.Artikel 5.2.4.1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "Art. 5.2.4.1. § 1. Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die afgedankte voertuigen depollueert, demonteert, vernietigt (met inbegrip van indrukken) of een andere behandeling op afgedankte voertuigen uitvoert, moet erkend zijn als centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen of moet een beroep doen op een centrum dat erkend is voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen dat behoort tot dezelfde milieutechnische eenheid.

Het erkende centrum moet de aangenomen afgedankte voertuigen depollueren en ontdoen van de verplicht te ontmantelen onderdelen overeenkomstig artikel 5.2.2.6.4, § 2, van titel II van het VLAREM. Na depollutie en demontage zorgt het erkende centrum voor de vernietiging van de afgedankte voertuigen. § 2. Werkplaatsen voor het nazicht, de herstelling en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) hoeven niet erkend te zijn als centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen op voorwaarde dat ze de gedemonteerde onderdelen alleen inzetten bij de herstellingen die uitgevoerd worden in de eigen werkplaats, dat ze het gebruik van de gedemonteerde onderdelen vermelden op de facturen van de herstelling en dat ze jaarlijks niet meer dan vijftien afgedankte voertuigen daarvoor demonteren. Ze houden daarvoor een register bij dat de volgende gegevens bevat : 1° de datum waarop het voertuig materieel de inrichting binnenkomt;2° het chassisnummer van het voertuig;3° de reden van aanwezigheid : voor demontage van onderdelen of aanvaard in het kader van de aanvaardingsplicht zonder demontage van onderdelen;4° de datum van verzending van het voertuig. Het register moet ingevuld worden op het moment dat het voertuig de inrichting binnenkomt. Het register dat in gebruik is, moet zich in de beroepslokalen bevinden in elke vestiging van het bedrijf.".

Art. 26.In artikel 5.2.4.2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt punt 1° vervangen door wat volgt : "1° als het niet is voorzien van de volgende boorddocumenten of als de eigenaar van het voertuig die niet binnen een maand kan voorleggen : a) een geldige inschrijving; b) een geldige keuring, tenzij het voertuig er niet over moet beschikken conform het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;"; 2° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, worden de woorden "het laatste reglementaire keuringsbewijs" vervangen door de woorden "de laatste reglementaire keuring" en worden de woorden "een jaar" vervangen door de woorden "twee jaar";3° in paragraaf 1, eerste lid, 3°, worden de woorden "één jaar" vervangen door de woorden "twee jaar";4° in paragraaf 2, derde lid, wordt de zinsnede ", het gelijkvormigheidsattest" opgeheven;5° in paragraaf 3, 2°, worden de woorden "het keuringsbewijs" vervangen door de woorden "de geldige keuring";6° aan paragraaf 3, 2°, wordt de zinsnede ", tenzij men alsnog over een geldige keuring beschikt" toegevoegd;7° aan paragraaf 3, 3° wordt de zinsnede ", tenzij men alsnog over een geldige keuring beschikt" toegevoegd; 8° in paragraaf 3 wordt punt 4° vervangen door wat volgt : "4° een maand nadat het voertuig een technisch totaal verlies werd tenzij binnen een maand de rehabilitatieprocedure is opgestart.".

Art. 27.In artikel 5.2.4.3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 5 wordt tussen de woorden "van het afgedankte voertuig" en de woorden "gratis een certificaat" de zinsnede ", voor het afgedankte voertuig het terrein verlaat," ingevoegd;2° in paragraaf 5 wordt de zinsnede "het inschrijvingsbewijs, het keuringsbewijs en het gelijkvormigheidsattest" vervangen door de woorden "de geldige inschrijving en de geldige keuring";3° in paragraaf 6 worden tussen de woorden "van afgedankte voertuigen verleent" en de woorden "alle informatie" de woorden "minstens per kwartaal" ingevoegd.

Art. 28.In artikel 5.2.4.5, § 1, van hetzelfde besluit wordt punt 5° vervangen door wat volgt : "5° een technisch rapport, gebaseerd op een initiële keuring door een onafhankelijke keuringsinstelling, geaccrediteerd op basis van ISO 17020, dat de conformiteit van het centrum voor depollutie, ontmanteling en vernietiging van afgedankte voertuigen met de wettelijke bepalingen attesteert. De keuringsinstelling bezorgt het rapport van de initiële keuring binnen twee maanden aan de OVAM.".

Art. 29.In artikel 5.2.4.7, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt : "2° jaarlijks een opvolgingskeuring van de bedrijfsactiviteiten door een onafhankelijke keuringsinstelling, geaccrediteerd op basis van ISO 17020, te laten uitvoeren.De keuringsinstelling bezorgt het rapport van de opvolgingskeuring binnen twee maanden aan de OVAM;"; 2° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° vijf jaar na het verlenen van de erkenning een initiële keuring van de bedrijfsactiviteiten door een onafhankelijke keuringsinstelling, geaccrediteerd op basis van ISO 17020, te laten uitvoeren.De keuringsinstelling bezorgt het rapport van de initiële keuring binnen twee maanden aan de OVAM;".

Art. 30.Artikel 5.2.5.3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, wordt vervangen door wat volgt : "Art. 5.2.5.3. Afgedankte EEA moeten worden verwerkt overeenkomstig artikel 5.2.2.5.2, § 8 en § 9, van titel II van het VLAREM."

Art. 31.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012, 16 november 2012, 1 maart 2013, 21 juni 2013, 29 november 2013 en 23 mei 2014, wordt een artikel 5.2.5.3/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 5.2.5.3/1. § 1. Met behoud van de toepassing van titel II van het VLAREM moet afgedankte EEA vanaf 1 januari 2018 verwerkt worden overeenkomstig de Europese norm EN50625, inclusief technische specificaties. § 2. Vanaf 1 januari 2018 mag afgedankte EEA alleen nog verwerkt worden door vergunde verwerkers die aan een van de volgende voorwaarden voldoen : 1° geslaagd zijn voor de WEEELABEX Conformity Verification, uitgevoerd door een auditeur die is goedgekeurd door de WEEELABEX Organisation, op basis van de Europese norm EN50625;2° gecertificeerd zijn door een onafhankelijke certificatie-instelling die geaccrediteerd is door BELAC of door een ander lid van de European co-operation for Accreditation (EA) om audits uit te voeren op basis van de Europese norm EN50625. De vergunde verwerker bezorgt een kopie van het certificaat, dat aantoont dat de verwerking gebeurt op basis van de Europese norm EN50625, aan de OVAM of aan de organisatie die daarvoor is aangewezen.

Op verzoek van de OVAM stelt de vergunde verwerker ook de auditrapporten ter beschikking van de OVAM. In afwijking van het eerste lid zijn vergunde verwerkers waar de verwerking van afgedankte EEA zich beperkt tot opslag en sortering niet verplicht om een WEEELABEX Conformity Verification te ondergaan of zich te laten certificeren op basis van de Europese norm EN50625. § 3. De houder die afgedankte EEA met het oog op verwerking naar een ander land overbrengt, draagt er zorg voor dat de afgedankte EEA passend zal worden verwerkt onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid. Op verzoek van de OVAM moet de houder dit kunnen aantonen aan de OVAM.".

Art. 32.In artikel 5.2.5.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "de kennisgever" worden telkens vervangen door de woorden "de kennisgever of opdrachtgever";2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 2° opgeheven; 3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 4° vervangen door wat volgt : "4° de hoeveelheid afgedankte EEA, uitgedrukt in kilogram en aantal, huishoudelijke of professionele apparatuur, per categorie als vermeld in artikel 3.4.4.2, die op het grondgebied dan wel binnen of buiten de Europese Unie zijn overgebracht die : a) in het kader van de uitoefening van de aanvaardingsplicht werden ingezameld voor rekening van een producent van EEA of een derde die handelt in naam van de producent van EEA, en het aandeel daarvan dat : 1) werd aangeboden aan een inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar;2) werd aangeboden aan een hergebruikcentrum voor EEA met het oog op de voorbereiding voor hergebruik;3) werd aangeboden aan een vergunde verwerker;b) buiten de aanvaardingsplicht om werd ingezameld, en het aandeel daarvan dat : 1) werd aangeboden aan een inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar;2) werd aangeboden aan een hergebruikcentrum voor EEA met het oog op de voorbereiding voor hergebruik; 3) werd aangeboden aan een vergunde verwerker;"; 4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 5° vervangen door wat volgt : "5° de hoeveelheden afvalstoffen die voortkomen uit de verwerking van afgedankte EEA, uitgedrukt in kilogram en opgesplitst per materiaal als vermeld in artikel 3.4.4.7, en per categorie als vermeld in artikel 3.4.4.2, die : a) voor het hergebruikcentrum : werden voorbereid voor hergebruik;b) voor de verwerker en de kennisgever of opdrachtgever, vermeld in verordening (EG) 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen : 1) werden voorbereid voor hergebruik;2) werden gerecycleerd;3) op een andere wijze nuttig werden toegepast;4) werden verwijderd in installaties voor de verbranding van afvalstoffen; 5) werden verwijderd door storten.".

Art. 33.In artikel 5.2.5.8, 2° en 3°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de woorden "afgedankte EEA" telkens vervangen door de woorden "gebruikte EEA".

Art. 34.In artikel 5.2.5.11, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, wordt de zinsnede "voorbereid voor hergebruik in een hergebruikcentrum voor EEA overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 5.2.5.8," vervangen door de woorden "beoordeeld of getest voor hergebruik".

Art. 35.Aan hoofdstuk 5, afdeling 5.2, van hetzelfde besluit gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, 29 november 2013 en 23 mei 2014, wordt een onderafdeling 5.2.12, die bestaat uit artikel 5.2.12.1 tot en met 5.2.12.3, toegevoegd, die luidt als volgt : "Onderafdeling 5.2.12. Gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong Art. 5.2.12.1. Naast de gemeentelijke inzameling in het kader van de zorgplicht kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een inzameling van gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong opzetten onder de volgende voorwaarden : 1° de gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong worden ingezameld op het privéterrein van eindverkopers die dierlijke en plantaardige vetten en oliën voor huishoudelijk gebruik te koop aanbieden;2° de eindverkoper heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de organisator van de inzameling;3° de ingezamelde hoeveelheden gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong staan in verhouding tot de te koop aangeboden hoeveelheden;4° de ingezamelde gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong worden opgeslagen zonder schade, hinder of verontreiniging aan mens, milieu of de directe omgeving;5° er wordt gezorgd voor een georganiseerde regelmatige afvoer van de ingezamelde gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong;6° de recipiënten waarin de gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong ingezameld en getransporteerd worden, zijn technisch geschikt.De recipiënten worden in goede staat van werking gehouden; 7° de ingezamelde gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong worden nuttig toegepast. Art. 5.2.12.2. § 1. De natuurlijke persoon of rechtspersoon, vermeld in artikel 5.2.12.1, houdt een register bij dat de volgende gegevens bevat : 1° de naam, het adres en het identificatienummer van de eindverkoper waar de inzameling heeft plaatsgevonden, van Belgische eindverkopers het ondernemingsnummer en van buitenlandse het btw-nummer;2° de datum van de afvoer bij de eindverkoper;3° de hoeveelheid in het Vlaamse Gewest ingezamelde gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong in kilogram;4° als dat van toepassing is, de naam, het adres en het identificatienummer van de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar die ingeschakeld wordt voor de inzameling, van Belgische inzamelaars, afvalstoffen-handelaars of -makelaars het ondernemingsnummer en van buitenlandse het btw-nummer;5° de verwerkings- of toepassingswijze van de gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong : hergebruik, composteren, recyclage, sortering, andere voorbehandeling, verbranden met energierecuperatie (R1), andere afvalverbranding (D10), storten;6° de naam, het adres en het identificatienummer van de verwerker van de gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong, van Belgische verwerkers het ondernemingsnummer en van buitenlandse het btw-nummer. Het register wordt ten minste elke maand aangevuld met de meest recente gegevens.

Het register wordt gedurende vijf jaar bijgehouden. Het register ligt ter inzage op de exploitatiezetel.

Als afvalstoffenregister kan een verzameling van handelsdocumenten als vermeld in artikel 12, § 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende de dierlijke bijproducten en afgeleide producten gebruikt worden. § 2. Van de plicht tot het bijhouden van een register als vermeld in paragraaf 1 kan worden afgeweken als de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar van de afgevoerde gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong aan de toezichthoudende overheid online-inzagerecht geeft in zijn register, vermeld in onderafdeling 7.2.1, op voorwaarde dat de bepalingen van het online-inzagerecht zijn goedgekeurd door de OVAM. Art. 5.2.12.3. § 1. De natuurlijke persoon of rechtspersoon, vermeld in artikel 5.2.12.1, stelt voor 1 april van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar ter beschikking van de OVAM : 1° de hoeveelheid ingezamelde gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong;2° de inrichtingen waar en de wijze waarop de ingezamelde gebruikte dierlijke en plantaardige vetten en oliën van huishoudelijke oorsprong zijn verwerkt. De OVAM kan voor de rapportage, vermeld in het eerste lid, een sjabloon en een formaat opleggen. § 2. De eindverkopers en de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, vermeld in artikel 5.2.12.1, verstrekken op verzoek van OVAM alle aanvullende informatie die de OVAM nuttig acht voor de evaluatie en de controle van de inzameling.".

Art. 36.Aan artikel 5.3.3.4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "pak-houdend brekerzeefzand van asfalt en pak-houdend brekerzand van asfalt" worden vervangen door de woorden "pak-houdend zeefzand van asfalt"; 2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Het gebruik in een specifieke toepassing als vermeld in het eerste lid, is niet meer toegelaten na 1 mei 2019.".

Art. 37.Aan artikel 6.1.1.3 van hetzelfde besluit wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : "4° als het afval niet door de afvalstoffenproducent wordt vervoerd, moet het vervoer van de afvalstoffen uitgevoerd worden door een vervoerder die geregistreerd is overeenkomstig artikel 6.1.2.1.".

Art. 38.In artikel 6.1.1.4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012 en 23 mei 2014, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "In afwijking van het eerste lid, 2°, geldt dat de kennisgever, vermeld in verordening (EG) 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, niet hoeft te beschikken over een geactualiseerd intern kwaliteitsborgingssysteem en geen keuring hoeft te laten uitvoeren als vermeld in artikel 6.1.1.6, § 2, voor de transporten waarvoor een goedgekeurde kennisgeving is gedaan.".

Art. 39.In artikel 6.1.1.6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, 29 november 2013 en 23 mei 2014, wordt paragraaf 1 opgeheven.

Art. 40.In artikel 6.1.2.2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 en 23 mei 2014, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "Als de aanvraag van een registratie als vervoerder van afvalstoffen betrekking heeft op het vervoer van dierlijke bijproducten en afgeleide producten, moet de aanvraag ook de categorieën van dierlijke bijproducten of afgeleide producten bevatten.".

Art. 41.Aan artikel 6.2.3 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Als de kennisgever akkoord gaat met de digitale verzending van de bijlagen bij het kennisgevingsdossier via het webloket dat de OVAM beschikbaar stelt via haar website, hoeft alleen het originele kennisgevingsformulier, het originele vervoersdocument en het originele attest van de bankwaarborg naar de OVAM gestuurd te worden en moeten de andere bijlagen bij het kennisgevingsformulier worden opgeladen in het webloket. Er is dan geen afschrift en geen extra exemplaar voor elk doorvoerland nodig.".

Art. 42.In artikel 7.2.1.2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "Aanvullend op de gegevens, vermeld in het eerste lid, vermeldt de inzamelaar, de afvalstoffenhandelaar of -makelaar die afgedankte EEA inzamelt of handelt of erin makelt, of met het oog op verwerking aanbiedt aan een derde, ook de gegevens vermeld in artikel 5.2.5.4, § 2, eerste lid, 4°, in het afvalstoffenregister.".

Art. 43.In artikel 7.2.1.4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "Aanvullend op de gegevens, vermeld in het eerste lid, vermeldt de verwerker die afgedankte EEA verwerkt ook de gegevens vermeld in artikel 5.2.5.4, § 2, eerste lid, 4°, in het afvalstoffenregister.".

Art. 44.In artikel 9.1.1 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : " § 1. De door de leidend ambtenaar van de OVAM aangestelde ambtenaren en personeelsleden van de OVAM zijn belast, voor rekening van het Vlaamse Gewest, met de inning, de invordering en de controle van de milieuheffingen.

Een door de leidend ambtenaar van de OVAM aangestelde ambtenaar van de OVAM is bevoegd voor het treffen van dadingen, het kwijtschelden of verminderen van de administratieve geldboete, het verlenen van uitstel van betaling en het uitvaardigen van dwangbevelen overeenkomstig de artikelen 60 tot en met 63 van het Materialendecreet.".

Art. 45.Bijlage 2.1 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 46.In bijlage 2.2, afdeling 1, bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, wordt in de tabel de volgende rij opgeheven :

Mest

afkomstig van dieren die niet als vee worden beschouwd volgens het mestdecreet, en niet van proefdieren

artikel 2.3.1.1


".

Art. 47.In bijlage 2.2, afdeling 2, bij hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende rijen :

Betongranulaat, metselwerkgranulaat, menggranulaat en asfaltgranulaat

afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval

artikel 2.3.2.1 en artikel 2.3.2.2 materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten

Brekerzand van asfalt, brekerzeefzand en sorteerzeefzand

afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval

artikel 2.3.2.1 en artikel 2.3.2.2 materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten

Sorteerzeefgranulaat

afkomstig van een vergunde vaste recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval

artikel 2.3.2.1 materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten

Gewassen uitgesorteerd beton- of gewassen metselwerkgranulaat

afkomstig van installaties die vergund zijn voor het reinigen van verontreinigde bodemmaterialen

artikel 2.3.2.1 en artikel 2.3.2.2 grondstofverklaring verplicht

Ruimingsspecie

afkomstig van het verdiepen en/of verbreden en/of onderhouden van oppervlaktewateren, zoals gedefinieerd in het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, en dat niet onder de definitie baggerspecie valt

artikel 2.3.2.1 en artikel 2.3.2.2 grondstofverklaring verplicht

Baggerspecie

afkomstig van het onderhouden, verdiepen en/of verbreden van bevaarbare waterlopen die behoren tot het openbaar hydrografisch net en/of de aanleg van nieuwe waterinfrastructuur

artikel 2.3.2.1 en artikel 2.3.2.2 grondstofverklaring verplicht

Behandeld zand van rioolkolken, zandvangers en veegvuil

afkomstig van vergunde inrichtingen voor de reiniging van verontreinigde anorganische afvalstoffen

artikel 2.3.2.1 en artikel 2.3.2.2 grondstofverklaring verplicht


, vervangen door de volgende rijen :

Betongranulaat, metselwerkgranulaat, menggranulaat en brekerzeefzand

afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval

artikel 2.3.2.1 en artikel 2.3.2.2 materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten

Niet-pak-houdend zeefzand van asfalt en niet-pak-houdend asfaltgranulaat

afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval

artikel 2.3.2.1 en artikel 2.3.2.2 materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten

Pak-houdend zeefzand van asfalt en pak-houdend asfaltgranulaat

afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval

artikel 2.3.2.1 grondstofverklaring verplicht; gebruiksverbod na 1 mei 2019

Sorteerzeefgranulaat en sorteerzeefzand

afkomstig van een vergunde vaste recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval

artikel 2.3.2.1 en artikel 2.3.2.2 materiaal, onderworpen aan het eenheidsreglement betreffende gerecycleerde granulaten

Gewassen uitgesorteerd beton- of gewassen metselwerkgranulaat

afkomstig van installaties die vergund zijn voor het reinigen van verontreinigde bodemmaterialen

artikel 2.3.2.1 grondstofverklaring verplicht

Ruimingsspecie

afkomstig van het verdiepen en/of verbreden en/of onderhouden van oppervlaktewateren, zoals gedefinieerd in het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, en dat niet onder de definitie baggerspecie valt

artikel 2.3.2.1 grondstofverklaring verplicht

Baggerspecie

afkomstig van het onderhouden, verdiepen en/of verbreden van bevaarbare waterlopen die behoren tot het openbaar hydrografisch net en/of de aanleg van nieuwe waterinfrastructuur

artikel 2.3.2.1 grondstofverklaring verplicht

Gewassen zand van rioolkolken, zandvangers en veegvuil

afkomstig van vergunde inrichtingen voor de fysico-chemische reiniging van verontreinigde anorganische afvalstoffen

artikel 2.3.2.1 grondstofverklaring verplicht


".

Art. 48.In bijlage 2.2, afdeling 3, bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, wordt in de tabel de volgende rij opgeheven :

Brekerzeefzand en sorteerzeefzand

afkomstig van een vergunde recuperatie-inrichting van bouw- en sloopafval

artikel 2.3.3.1


".

Art. 49.In bijlage 5.1.4 bij hetzelfde besluit wordt onder de fractie brengmethode tussen de rij : "zuiver steenpuin zonder milieurisico : 0 euro/kg 0,03 euro/kg" en de rij : "grofvuil 0,02 euro/kg 0,3 euro/kg" en de volgende rij ingevoegd : "huisvuil 0,1 euro/kg 0,3 euro/kg".

Art. 50.Bijlage 5.2.10.A bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 51.Artikel 22 en 23 treden in werking op 1 januari 2018.

Art. 52.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 september 2016.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^