Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 19 november 2020
gepubliceerd op 26 november 2020

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de classificatie van de georganiseerde sportbeweging en tot vaststelling van subsidies voor de ontwikkeling van sport op hoog niveau en kaderopleiding

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2020043737
pub.
26/11/2020
prom.
19/11/2020
ELI
eli/besluit/2020/11/19/2020043737/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de classificatie van de georganiseerde sportbeweging en tot vaststelling van subsidies voor de ontwikkeling van sport op hoog niveau en kaderopleiding


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 07/10/2019 numac 2019014854 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de in de Franse Gemeenschap georganiseerde sportbeweging sluiten betreffende de in de Franse Gemeenschap georganiseerde sportbeweging, de artikelen 21 tot en met 33 en 37 tot en met 42;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 06/07/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007029320 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de rangschikking van de sportfederaties, recreatieve sportfederaties en sportverenigingen, tot regeling van hun subsidiëring alsook die van de clubs aangesloten bij erkende verenigingen die aangepaste sportactiviteiten organiseren. sluiten tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de classificatie van sportfederaties, vrijetijdssportfederaties en sportverenigingen en tot regeling van hun subsidiëring en die van de kringen die zijn aangesloten bij erkende verenigingen die aangepaste sportactiviteiten organiseren;

Gelet op de gendertest van 8 november 2019, uitgevoerd met toepassing van artikel 4, lid 2, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 15 april 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 30 april 2020;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Sport, uitgebracht op 28 mei 2020;

Gelet op het advies nr. 74/2020 van de Overheid voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 24 augustus 2020, in toepassing van artikel 23, § 1, 1), van de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit sluiten tot oprichting van de Overheid voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op advies nr. 68.121/4 van de Raad van State, uitgebracht op 28 oktober 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de noodzaak om de nadere regels voor het indienen van aanvragen voor erkenning, classificatie en subsidiëring van de georganiseerde sportbeweging te specificeren;

Op de voordracht van de Minister van Sport;

Na overleg, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden: 1° "Minister" : het lid van de Regering van de Franse Gemeenschap dat sport in zijn bevoegdheid heeft;2° "Decreet": het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 07/10/2019 numac 2019014854 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de in de Franse Gemeenschap georganiseerde sportbeweging sluiten betreffende de in de Franse Gemeenschap georganiseerde sportbeweging;3° "Administratie" : de Algemene Administratie van Sport van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;4° "Conseil supérieur": de Conseil supérieur des Sports ("de Hoge raad voor Sport") ingesteld bij het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 09/11/2011 numac 2011029546 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 542 van 31 maart 1987 houdende de organisatie, de werking en het beheer van de rijksuniversitaire ziekenhuizen van Gent en Luik type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping type decreet prom. 20/10/2011 pub. 01/12/2011 numac 2011029569 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het Protocol tot wijziging van het Protocol betreffende de overgangsbepalingen gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, aangenomen op 23 juni 2010 type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad sluiten;5° "werkdag": elke andere dag dan zaterdag, zondag en feestdagen. HOOFDSTUK 2. - Indiening en onderzoek van de erkenningsaanvragen

Art. 2.Om te worden erkend, dienen sportfederaties en -verenigingen een aanvraag in bij de Administratie met behulp van de door deze laatste verstrekte formulieren.

Art. 3.Aanvragen om erkenning, alsmede de bijlagen daarbij, worden per aangetekende post naar de Administratie gestuurd.

Art. 4.Sportfederaties, niet-competitieve sportfederaties, de sportfederatie voor gehandicapten, multidisciplinaire sportverenigingen en de vereniging voor vrijetijdssport voor gehandicapten voegen de volgende bijlagen bij hun erkenningsaanvraag, zodat de Administratie zich ervan kan vergewissen dat zij aan de in het decreet vastgestelde erkenningsvoorwaarden voldoen: 1° een kopie van hun statuten en een bewijs van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad;2° een kopie van alle reglementen die ter uitvoering van hun statuten zijn opgesteld;3° een bijgewerkte lijst van hun kringen, met vermelding, voor elk van ze: a) de statutaire zetel;b) de gebruikelijke plaats van haar activiteiten;c) het huidige aantal van haar atleten, gedifferentieerd naar leeftijd en geslacht en naar type handicap, geclassificeerd voor degenen die zijn aangesloten bij de in artikel 23 bedoelde federatie en naar type handicap voor degenen die zijn aangesloten bij de in artikel 26 van het decreet bedoelde federatie ;d) een lijst van hun leiders, met vermelding van hun naam, adres en ambt binnen de kring;e) de aanwezigheid van een Automatische Externe Defibrillator (AED) in de sportfaciliteiten die in hun omgeving worden gebruikt en de organisatie van voortdurende training voor de leden voor het gebruik ervan;4° een bijgewerkte lijst van de leden van hun verkozen bestuursorgaan met voor elk van hen de naam, het adres, het geslacht en het ambt dat zij bekleden;5° een bijgewerkte lijst van hun personeelsleden, met vermelding, voor elk van hen: a) gegevens met betrekking tot zijn identificatie (naam, voornaam, geboortedatum, geslacht, adres);b) zijn hoedanigheid;c) de aard van zijn overeenkomst;d) zijn ambt;e) zijn kwalificaties;f) het aantal gewerkte uren, uitgedrukt in voltijds equivalent;g) de elementen met betrekking tot zijn loonkosten of vergoedingen;6° een activiteitenverslag over hetzij drie jaar bestaan en regelmatige sportactiviteiten in het kader van een communautaire structuur, hetzij een jaar bestaan en regelmatige sportactiviteiten in het kader van een reeds bestaande nationale structuur.Wanneer de federatie of vereniging die de erkenning aanvraagt, afkomstig is uit een nationale sportstructuur, kunnen de activiteiten die gedurende een jaar in het nationale kader worden uitgevoerd, in aanmerking worden genomen; 7° een kopie van de verzekeringspolis die de wettelijke aansprakelijkheid en de vergoeding van lichamelijk letsel van hun leden dekt of, in geval van een verzekering die rechtstreeks door de aangesloten kringen of een andere intermediaire structuur wordt afgesloten, een document waarin de belangrijkste bepalingen van de contracten met betrekking tot deze dekking worden vermeld;8° een kopie van de statuten en de samenstelling van het beheersorgaan van de nationale federatie waarvan de federatie of vereniging, in voorkomend geval, deel uitmaakt;9° een lijst van de communautaire, nationale, internationale of Olympische sportorganisaties waarmee de federatie of vereniging organisch verbonden is;10° een lijst van de maatregelen die zijn genomen om de veiligheid van hun leden, begeleiders, toeschouwers of andere deelnemers aan de activiteiten die zij organiseren, te waarborgen;11° de naam, de voornaam, het ambt en de contactadressen van de in toepassing van artikel 21, 16°, van het decreet aangewezen contactpersonen die belast zijn met de ethische kwesties en het levensproject;12° een kopie van het medisch reglement dat werd aangenomen in uitvoering van het decreet van 3 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2014 pub. 14/08/2014 numac 2014029373 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 24 maart 2006 betreffende het instellen, bevorderen en versterken van samenwerkingsverbanden tussen Cultuur en Onderwijs type decreet prom. 03/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014029287 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de mededelingen langs elektronische weg tussen de gebruikers en de overheid van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 03/04/2014 pub. 18/06/2014 numac 2014029349 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instemming met het samenwerkingsakkoord van 17 december 2013 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de implementatie van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt type decreet prom. 03/04/2014 pub. 02/10/2014 numac 2014029606 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de oprichting van een Commissie voor Beroepsregels en Ethiek type decreet prom. 03/04/2014 pub. 26/05/2014 numac 2014029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instemming met het samenwerkingsakkoord van 7 januari 2014 tussen de Federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten betreffende het strafrechtelijk beleid en het veiligheidsbeleid type decreet prom. 03/04/2014 pub. 14/08/2014 numac 2014029384 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de beeldende kunsten type decreet prom. 03/04/2014 pub. 07/08/2014 numac 2014029396 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de risicopreventie voor gezondheid op sportgebied sluiten betreffende de preventie van gezondheidsrisico's in de sport. In voorkomend geval worden de in het eerste lid, 1° tot 12°, bedoelde gegevens jaarlijks bijgewerkt, op de verjaardag van de erkenning, op verzoek van de Administratie of op initiatief van de betrokken sportfederatie of -vereniging.

Art. 5.De sportfederatie voor gehandicapten voegt, naast haar aanvraag tot erkenning, een verslag bij waaruit blijkt dat de opdrachten en activiteiten voldoen aan de voorwaarden van artikel 23 van het decreet.

Elk jaar, op de verjaardag van de toekenning van de erkenning, stuurt de sportfederatie voor gehandicapten aan de Administratie een verslag waarin staat dat haar opdrachten en activiteiten in overeenstemming blijven met de voorwaarden van artikel 23 van het decreet.

Art. 6.De niet-competitieve sportfederaties voegen, naast hun aanvraag tot erkenning, een verslag bij waaruit blijkt dat zij voldoen aan de bijzondere voorwaarden van artikel 24 van het decreet.

Elk jaar, op de verjaardag van de toekenning van de erkenning, sturen de niet-competitieve sportfederaties de Administratie een verslag toe waarin wordt vastgesteld dat haar opdrachten en activiteiten nog steeds voldoen aan de voorwaarden van artikel 24 van het decreet.

Art. 7.Multidisciplinaire sportverenigingen voegen de volgende bijlagen bij hun erkenningsaanvraag: 1° een verslag waaruit blijkt dat hun opdrachten en activiteiten voldoen aan de voorwaarden van artikel 25 van het decreet;2° een lijst van de beoefende disciplines. Elk jaar, op de verjaardag van de toekenning van de erkenning, sturen de multidisciplinaire sportverenigingen de Administratie een verslag waarin wordt vastgesteld dat hun opdrachten en activiteiten in overeenstemming zijn met de voorwaarden van artikel 25 van het decreet.

Art. 8.De vrijetijdssportvereniging voor gehandicapten voegt, naast haar aanvraag tot erkenning, een verslag bij waaruit blijkt dat haar opdrachten en activiteiten voldoen aan de voorwaarden van artikel 26 van het decreet.

Elk jaar, op de verjaardag van de toekenning van de erkenning, stuurt de vereniging voor vrijetijdssporters met een handicap aan de Administratie een verslag waarin wordt vastgesteld dat haar opdrachten en activiteiten in overeenstemming zijn met de voorwaarden van artikel 26 van het decreet.

Art. 9.De schoolsportvereniging voegt de volgende bijlagen bij haar erkenningsaanvraag, zodat de Administratie zich ervan kan vergewissen dat de vereniging aan de in het decreet vastgestelde erkenningsvoorwaarden voldoet: 1° een kopie van de statuten en een bewijs van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad;2° een kopie van alle reglementen die ter uitvoering van haar statuten zijn opgesteld;3° een bijgewerkte lijst van de schoolsportfederaties van elk van de onderwijsnetwerken die lid zijn;4° een bijgewerkte lijst van de leden van haar bestuursorgaan, met voor elk van hen de naam, het adres, het geslacht en het ambt, alsook de identificatie van de sportfederatie waarvan hij de vertegenwoordiger is;5° een bijgewerkte lijst van haar personeelsleden, met vermelding van elk van hen: a) gegevens met betrekking tot zijn identificatie (naam, voornaam, geboortedatum, geslacht, adres);b) zijn hoedanigheid;c) de aard van zijn overeenkomst;d) zijn ambt;e) zijn kwalificaties;f) het aantal gewerkte uren, uitgedrukt in voltijds equivalent;g) de elementen met betrekking tot zijn loonkosten of vergoedingen;6° een activiteitenverslag over het lopende jaar;7° voor elk van de aangesloten schoolsportfederaties: a) een kopie van de statuten en een bewijs van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad;b) een kopie van alle reglementen die ter uitvoering van haar statuten zijn vastgesteld;c) een bijgewerkte lijst van de schoolsportfederaties van elk van de aangesloten onderwijsnetwerken;d) een bijgewerkte lijst van de leden van het bestuursorgaan met voor elk van hen de naam, het adres en het ambt en de identificatie van de schoolsportfederatie waarvan hij de vertegenwoordiger is;e) elk document waaruit blijkt dat de deelnemers aan de activiteiten die zij organiseert, verzekerd zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid en schadevergoeding voor lichamelijk letsel. In voorkomend geval worden deze gegevens jaarlijks, op de verjaardag van de toekenning van de erkenning, op verzoek van de Administratie of op initiatief van de vereniging, bijgewerkt.

Art. 10.De sportvereniging voor het hoger onderwijs voegt de volgende bijlagen bij haar erkenningsaanvraag, zodat de Administratie zich ervan kan vergewissen dat de vereniging aan de in het decreet vastgestelde erkenningsvoorwaarden voldoet: 1° een kopie van de statuten en een bewijs van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad;2° een kopie van alle reglementen die ter uitvoering van haar statuten zijn opgesteld;3° een bijgewerkte lijst van de sportcentra in het hoger onderwijs die lid zijn;4° een bijgewerkte lijst van de leden van haar bestuursorgaan, met voor elk van hen de naam, het adres, het geslacht en het ambt, alsook de identificatie van het sportcentrum in het hoger onderwijs waarvan het de vertegenwoordiger is;5° een bijgewerkte lijst van haar personeelsleden, met vermelding van elk van hen: a) gegevens met betrekking tot zijn identificatie (naam, voornaam, geboortedatum, geslacht, adres);b) zijn hoedanigheid;c) de aard van zijn overeenkomst;d) zijn ambt;e) zijn kwalificaties;f) het aantal gewerkte uren, uitgedrukt in voltijds equivalent;g) de elementen met betrekking tot zijn loonkosten of vergoedingen;6° een activiteitenverslag voor het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de erkenningsaanvraag wordt ingediend, plus, indien van toepassing, een activiteitenverslag voor het lopende jaar;7° voor elk van de aangesloten sportcentra in het hoger onderwijs: a) een kopie van de statuten en reglementen;b) een bijgewerkte lijst van de leden van het bestuursorgaan, met voor elk van hen de naam en het ambt dat zij bekleden;c) elk document waaruit blijkt dat de deelnemers aan de activiteiten die het organiseert, verzekerd zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid en schadevergoeding voor lichamelijk letsel;d) een gedetailleerde lijst van de sportfaciliteiten waarover het beschikt voor de ontwikkeling van zijn activiteiten. In voorkomend geval worden deze gegevens jaarlijks, op de verjaardag van de verlening van de erkenning, op verzoek van de Administratie of op initiatief van de vereniging bijgewerkt.

Art. 11.De door de Administratie verzamelde gegevens, bedoeld in artikel 4, 3°, d), 4°, 5° en 11°, artikel 9, 4°, 5° en 7°, d), en artikel 10, 4°, 5° en 7°, b), worden slechts bewaard voor de duur van de uitoefening van het betrokken ambt. De gegevens worden door de Administratie verwijderd zodra de betrokken federatie of vereniging in kennis wordt gesteld van de wijziging van het ambt. HOOFDSTUK 3. - Verlening van de erkenning, niet-erkenning, opschorting en intrekking van de erkenning

Art. 12.De Minister is verantwoordelijk voor het nemen van beslissingen tot erkenning, niet-erkenning, opschorting of intrekking van de erkenning.

Art. 13.Op straffe van nietigheid moet elk beroep tegen de beslissingen genomen op grond van artikel 12 binnen de in artikel 33, § 2 van het decreet bepaalde termijn bij de Minister worden ingediend en moet de identiteit worden vermeld van de persoon of personen die de sportfederatie of -vereniging vertegenwoordigen en die door de Hoge raad willen worden gehoord, indien nodig.

Art. 14.Na administratieve verificatie van het dossier stelt de Administratie de sportfederatie of -vereniging per aangetekende brief in kennis van de data en tijdstippen waarop de Hoge raad het beroep, om advies, zal onderzoeken.

De Hoge raad komt daartoe ten vroegste vijftien werkdagen na de datum van verzending van de aangetekende brief bijeen en hoort de persoon (personen) die de sportfederatie of -vereniging vertegenwoordigt (vertegenwoordigen), indien van toepassing.

De Hoge raad brengt binnen zestig werkdagen na het beroep advies uit.

De Regering beslist over het beroep binnen de in artikel 33, § 3, 1°, van het decreet bepaalde termijnen. HOOFDSTUK 4. - Afwezigheid van beslissing in erkenningszaken

Art. 15.De betrokken sportfederatie of -vereniging kan bij de Regering beroep instellen indien de Minister zijn beslissing niet binnen zes maanden na de aanvraag tot erkenning van de aanvrager heeft bekendgemaakt.

Art. 16.Op straffe van nietigheid moet het beroep bij aangetekend schrijven worden ingesteld binnen dertig werkdagen na afloop van de zesde maand volgend op de datum waarop het erkenningsdossier in overeenstemming is gebracht. HOOFDSTUK 5. - Classificatie en herziening ervan

Art. 17.De Minister deelt, na advies van de Hoge raad, elke erkende sportfederatie of -vereniging in overeenkomstig artikel 1 van het decreet. De beslissing wordt tegelijk met de beslissing over de erkenning genomen en ter kennis gebracht.

Art. 18.Op straffe van nietigheid wordt elk verzoek tot herziening van de classificatie als bedoeld in artikel 30 van het decreet per aangetekende brief aan de Minister voorgelegd.

Het vermeldt de redenen voor het verzoek en de nieuwe elementen die de federatie of vereniging voornemens is aan te dragen.

Art. 19.De beslissing wordt door de Minister genomen binnen negentig werkdagen na het advies van de Hoge raad.

De Hoge raad moet zijn advies geven binnen zestig werkdagen na de datum van het verzoek.

Art. 20.Tijdens de erkenningsperiode kan de Minister, in geval van belangrijke wijzigingen in de organisatie van de sport, op eigen initiatief de classificatie van een sportfederatie of -vereniging herzien.

Voorafgaand aan zijn beslissing stelt de Minister de betrokken federatie of vereniging per aangetekende brief op de hoogte van zijn voornemen om de classificatie te wijzigen.

Deze laatste kan binnen dertig werkdagen na de datum van de aangetekende brief haar argumenten naar voren brengen.

De Hoge raad moet binnen zestig werkdagen na het verstrijken van de in lid 3 bedoelde termijn van dertig dagen advies uitbrengen.

De beslissing wordt genomen door de Minister, na ontvangst van het advies van de Hoge raad, binnen negentig werkdagen na het advies van de Hoge raad.

Art. 21.Op straffe van nietigheid moet elk beroep tegen beslissingen genomen krachtens de artikelen 17, 18, 19 en 20 worden ingediend bij de Minister en moet de identiteit worden vermeld van de persoon of personen die de sportfederatie of -vereniging vertegenwoordigen en die, in voorkomend geval, door de Hoge raad wenst/wensen te worden gehoord.

Art. 22.Na administratieve verificatie van het dossier stelt de Administratie de sportfederatie of -vereniging per aangetekende brief in kennis van de datum en het tijdstip waarop de Hoge raad het beroep, om advies, zal onderzoeken.

De hoge raad komt daartoe ten vroegste vijftien werkdagen na de datum van verzending van de aangetekende brief bijeen en hoort in voorkomend geval de persoon (personen) die de federatie of vereniging vertegenwoordigt (vertegenwoordigen).

De Hoge raad brengt binnen 60 werkdagen na het in artikel 21 bedoelde beroep advies uit.

De Regering beslist over het beroep binnen de in artikel 33, § 3, 3°, van het decreet bepaalde termijn. HOOFDSTUK 6. - Sancties

Art. 23.De Minister is verantwoordelijk voor het nemen van de bepalingen inzake ingebrekestelling en de sancties bedoeld in artikel 32, § 2, van het decreet.

Art. 24.Indien de federatie zich niet houdt aan de ingebrekestelling bedoeld in artikel 32, § 2, van het decreet, kan de Minister op eigen initiatief tegen de federatie of de sportbond beslissen om het bedrag van de subsidie(s) bedoeld in de artikelen 28, 31, 36 en 38 te verminderen of af te schaffen voor het boekjaar dat volgt op het jaar waarin de inbreuk werd gepleegd.

De opgelegde sanctie staat in verhouding tot de geconstateerde inbreuk.

Art. 25.Voorafgaand aan zijn beslissing stelt de Minister de betrokken federatie of vereniging bij aangetekend schrijven in kennis van zijn voornemen om het bedrag van de in de artikelen 28, 31 en 36 bedoelde subsidie(s) af te schaffen of te verminderen.

Deze laatste kan binnen 10 werkdagen na de aangetekende brief haar argumenten naar voren brengen.

De Hoge raad brengt binnen tien werkdagen na het verstrijken van de in lid 2 bedoelde termijn van tien dagen advies uit.

Art. 26.De beslissing wordt door de Minister genomen binnen tien werkdagen na het verstrijken van de in artikel 25, lid 3, bedoelde termijn van tien dagen. De beslissing wordt per aangetekend schrijven aan de betrokken sportfederatie of -vereniging meegedeeld.

Op straffe van nietigheid moet tegen de in lid 1 bedoelde beslissing beroep worden ingesteld bij de Minister en moet de identiteit worden vermeld van de persoon of personen die de sportfederatie of -vereniging vertegenwoordigen en die, indien nodig, door de Hoge raad wensen te worden gehoord.

Na administratieve verificatie van het dossier stelt de Administratie de sportfederatie of -vereniging bij aangetekend schrijven in kennis van de datum en het tijdstip waarop de Hoge raad het beroep om advies zal onderzoeken.

De Hoge raad komt daartoe ten vroegste vijftien werkdagen na de datum van verzending van de aangetekende brief bijeen en hoort in voorkomend geval de persoon (personen) die de federatie of vereniging vertegenwoordigt (vertegenwoordigen).

De Hoge raad brengt binnen vijftien werkdagen na het in lid 2 bedoelde beroep advies uit.

De Regering neemt een beslissing over het beroep binnen zestig werkdagen na de verzending ervan. HOOFDSTUK 7. - Indiening van subsidieaanvragen voor de ontwikkeling van topsport

Art. 27.§ 1. De minimale richtlijnen in het programmaplan van elke sportfederatie en van de sportfederatie voor gehandicapten als bedoeld in artikel 37, § 1, van het decreet worden in ontwerpvorm gepresenteerd.

De ontwerpen zijn : 1° ondersteund door een gedetailleerde motivering, waarin wordt aangegeven: a) de nagestreefde kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen;b) de administratieve, logistieke en technische vereisten die nodig zijn voor de uitvoering ervan;2° gepland over een periode van vier jaar;3° geïntegreerd in de programmering voor het jaar en gepresenteerd in volgorde van prioriteit;4° vergezeld van een gedetailleerde budgettaire evaluatie;5° ondersteund: a) door een door het federaal technisch directoraat opgesteld activiteitenverslag over het niveau van de uitvoering van de projecten die in het voorgaande begrotingsjaar voor subsidie in aanmerking kwamen;b) door een algemeen activiteitenverslag aan het einde van elke olympiade, dat de duur van de olympiade bestrijkt, zowel voor de sportfederaties als voor de sportfederaties voor gehandicapten. § 2 De Minister stelt de procedure vast die moet worden gevolgd voor de indiening van het in § 1 bedoelde programmaplan.

Art. 28.Ter ondersteuning van de verzoeken om aanvullende subsidies vermelden de sportfederaties en de in artikel 23 van het decreet bedoelde vereniging, met alle passende motivering, de volgende gegevens: 1° het aantal leden van het sportkader dat nodig is voor de uitvoering van het programmaplan;2° het profiel van hun ambt;3° de aard van de opgelegde opdrachten;4° het vereiste kwalificatieniveau en de vereiste ervaring.

Art. 29.Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidie als bedoeld in artikel 37 van het decreet, moeten de erkende sportfederaties en de vereniging als bedoeld in artikel 23 van het decreet een aanvraag indienen bij de Administratie op basis van de door deze laatste afgegeven formulieren.

Art. 30.De in artikel 29 bedoelde formulieren worden uiterlijk op 31 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar ingediend.

Zij worden ingevuld, samen met alle vereiste documenten en ondertekend door ten minste twee daartoe gemachtigde bestuurders.

Aanvragen die na de in het eerste lid genoemde datum worden ingediend, zijn niet ontvankelijk, behalve in het geval van een vooraf naar behoren met redenen omkleed verzoek om afwijking. HOOFDSTUK 8. - Berekening van de subsidie voor de ontwikkeling van de topsport

Art. 31.De Minister beslist voor elke sportfederatie en voor de vereniging bedoeld in artikel 23 van het decreet: 1° de projecten die in aanmerking komen voor de subsidie;2° de aard van de uitgaven die als subsidiabel worden beschouwd, met inbegrip van de voorwaarden voor de toekenning van het deel van de subsidie dat in voorkomend geval bestemd is voor de dekking van de kosten die zijn bepaald voor de bezoldiging van het personeel van het sportkader;3° de eventuele interventieplafonds die van toepassing zijn op de uitgaven die als subsidiabel worden beschouwd.Tenzij de Minister een afwijking toestaat, mag de subsidie die bedoeld is om het brutobedrag van de bezoldiging, het vakantiegeld, de eindejaarsuitkeringen of -vergoedingen en de door de werkgever krachtens de sociale zekerheidswetgeving betaalde bijdragen te dekken, niet meer bedragen dan 85.000 euro per sportbestuurder die het ambt van technisch directeur uitoefent. Dit bedrag is gekoppeld aan de schommelingen van het consumentenprijsindexcijfer. Het basisindexcijfer is dat van de maand voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit; 4° het bedrag van de toegekende subsidie. Daartoe kan de Minister rekening houden met de eigen financiële middelen van de potentiële begunstigde en met het niveau van de uitvoering van eerdere programma's, zowel kwantitatief als kwalitatief.

Art. 32.De toegekende subsidie mag niet worden gebruikt voor uitgaven die reeds geheel of gedeeltelijk door de Franse Gemeenschap zijn gesubsidieerd, waarvoor een maximum geldt of die door de Franse Gemeenschap op grond van andere wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen als niet-subsidiabel worden beschouwd. HOOFDSTUK 9. - Opleiding

Art. 33.De Minister is verantwoordelijk voor het nemen van beslissingen met betrekking tot de uitvoering van de bepalingen bedoeld in de artikelen 38, 39, 40, 41 en 42 van het decreet, inzonderheid: 1° het verlenen van brevetten op het gebied van de begeleiding, met een pedagogische, veiligheids- of managementrol;2° de wijze van organisatie van de algemene opleiding te bepalen;3° om de inhoud van de opleiding, bedoeld in artikel 38, § 5, van het decreet, te bepalen;4° de organisatie van de algemene opleidingen eventueel geheel of gedeeltelijk delegeren binnen de grenzen van artikel 38, § 6 van het decreet;5° het geheel of een deel van de algemene opleidingen die worden georganiseerd door openbare of particuliere onderwijsinstellingen of door openbare of particuliere instellingen die gespecialiseerd zijn in opleiding, te erkennen;6° de organisaties aanwijzen waaraan de organisatie van alle of een deel van de algemene opleidingen als bedoeld in 4° wordt gedelegeerd onder de voorwaarden van artikel 39, § 1, tweede lid, van het decreet;7° stemmen in met de sportfederaties die zijn aangewezen om de organisatie van de specifieke opleidingen geheel of gedeeltelijk te delegeren aan de instellingen en organen bedoeld in artikel 39, § 2, van het decreet;8° de specifieke opleidingen die worden georganiseerd door openbare of particuliere onderwijsinstellingen of door openbare of particuliere instellingen die gespecialiseerd zijn in opleiding, geheel of gedeeltelijk kunnen erkennen onder de voorwaarden van artikel 39, § 3, van het decreet ;9° de homologatie toe te kennen van brevetten die specifieke opleidingen die door de aangewezen sportfederaties worden ingediend, bekrachtigen;10° de operatoren aan te stellen die belast zijn met de organisatie van de veiligheids- of managementopleidingen, zoals bepaald in artikel 40, § 1, van het decreet;11° het opleidingsreferentiesysteem vast te stellen onder de voorwaarden van artikel 40, § 2, van het decreet ;12° de opleidingen, beschreven in artikel 40, § 1, van het decreet, geheel of gedeeltelijk te kunnen erkennen, georganiseerd door instanties of instellingen met een goede reputatie op het betrokken gebied.

Art. 34.De adviesbevoegdheid van de verschillende pedagogische commissies die krachtens artikel 41 van het decreet zijn opgericht om zich uit te spreken over de opleiding van kaderleden in de betrokken discipline en meer bepaald voor elk type en niveau van opleiding, heeft betrekking op: 1° de bevoegdheidsdomeinen;2° organisatorische voorwaarden;3° het programma en de inhoud;4° de toegangsvoorwaarden;5° de evaluatiemethoden;6° de nuttige kwalificaties en ervaring die van de deelnemers worden verlangd;7° de voorwaarden voor de vrijstelling van elementen van de opleiding;8° de erkenning van organisaties of instellingen die subdelegatie krijgen om opleidingen te verzorgen;9° de voorwaarden voor de homologatie van de door de sportbonden afgegeven brevetten. De Pedagogische commissie is bevoegd om de Administratie elke wijziging of aanpassing op deze verschillende punten voor te stellen.

De Commissie neemt binnen een maand na de installatie haar huishoudelijk reglement aan. § 2 De Pedagogische commissie bestaat enerzijds uit vertegenwoordigers van de sportfederatie van de betrokken discipline of uit vertegenwoordigers van de federaties van de betrokken discipline en anderzijds uit vertegenwoordigers van de Administratie, volgens de volgende verdeling: 1° voor de sportfederatie die door de Regering is gedelegeerd om alle of een deel van de specifieke opleidingen te organiseren: a) haar voorzitter en haar secretaris-generaal of hun vertegenwoordiger;b) twee vertegenwoordigers, van wie ten minste één technicus;2° de andere sportfederaties waarvan het maatschappelijk doel verband houdt met de betrokken discipline, kunnen zich op hun verzoek laten vertegenwoordigen door een vertegenwoordiger;3° de Administratie wordt vertegenwoordigd door ten minste twee vertegenwoordigers, van wie ten minste één een technicus is;4° de Pedagogische commissie kan een beroep doen op deskundigen voor zeer specifieke problemen. § 3. De Pedagogische commissie komt ten minste tweemaal per jaar bijeen op verzoek van de Administratie of van de federatie(s). § 4. De Administratie verzorgt het secretariaat van de onderwijscommissies. HOOFDSTUK 1 0. - Indiening van subsidieaanvragen voor de opleiding van sportkaderleden

Art. 35.De minimale richtlijnen in het opleidingsprogramma voor de kaderleden van elke sportfederatie en van de sportfederatie voor gehandicaptensport als bedoeld in artikel 42, § 1, van het decreet worden in ontwerpvorm gepresenteerd.

De ontwerpen zijn : 1° gestructureerd naar opleidingsniveau en, indien van toepassing, naar type van sportbeoefening ;2° ondersteund door een met redenen omklede uiteenzetting: a) de nagestreefde kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen;b) de administratieve, logistieke en technische behoeften die nodig zijn voor de uitvoering ervan;c) de strategie die is ontwikkeld om het gebruik van gekwalificeerde begeleiding in de aangesloten kringen aan te moedigen;3° gepland over een periode van vier jaar;4° gepresenteerd in volgorde van prioriteit;5° samen met een gedetailleerde budgettaire evaluatie;6° samen met een activiteitenverslag over het niveau van de kwalitatieve en kwantitatieve verwezenlijking van de projecten die in het vorige boekjaar voor de subsidie in aanmerking kwamen.

Art. 36.Om in aanmerking te komen voor de aanvullende subsidie ter ondersteuning van de uitvoering van een opleidingsprogramma voor kaderleden als bedoeld in artikel 42 van het decreet, moeten de sportfederaties en de sportfederatie voor gehandicapten een aanvraag indienen bij de Administratie op basis van de formulieren die door deze laatste worden afgegeven.

Art. 37.Verzoeken om aanvullende subsidies ter ondersteuning van de uitvoering van een in artikel 42 van het decreet bedoeld opleidingsprogramma voor kaderleden moeten uiterlijk op 31 oktober van het jaar voorafgaand aan dat van het begrotingsjaar worden ingediend.

Zij worden ingevuld, samen met alle vereiste documenten en ondertekend door ten minste twee daartoe gemachtigde bestuurders.

Aanvragen die na de in het eerste lid genoemde datum worden ingediend, zijn niet ontvankelijk, behalve in het geval van een naar behoren met redenen omkleed verzoek om afwijking. HOOFDSTUK 1 1. - Berekening van de subsidie voor de opleiding van sportkaderleden

Art. 38.De Minister beslist voor elke federatie en erkende vereniging als bedoeld in artikel 39 van het decreet: 1° de projecten die voor subsidie in aanmerking komen;2° de aard van de uitgaven die ontvankelijk worden beschouwd;3° eventuele interventiemaxima die van toepassing zijn op uitgaven die ontvankelijk worden beschouwd;4° het bedrag van de toegekende subsidie. Daartoe kan de Minister rekening houden met de inkomsten uit de inning van de opleidingsinschrijvingskosten, de eigen financiële middelen van de potentiële begunstigde en de uitvoering van eerdere programma's, zowel kwantitatief als kwalitatief.

Art. 39.De toegekende subsidie mag niet worden gebruikt voor uitgaven die reeds geheel of gedeeltelijk door de Franse Gemeenschap worden gesubsidieerd, waarvoor een maximum geldt of die door de Franse Gemeenschap op grond van andere wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen als niet-ontvankelijk worden beschouwd. HOOFDSTUK 1 2. - Overgangs-, intrekkings- en slotbepalingen

Art. 40.Subsidieaanvragen die in 2019 worden ingediend overeenkomstig de hoofdstukken 8, 9, 10, 11, 12 en 13 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 06/07/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007029320 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de rangschikking van de sportfederaties, recreatieve sportfederaties en sportverenigingen, tot regeling van hun subsidiëring alsook die van de clubs aangesloten bij erkende verenigingen die aangepaste sportactiviteiten organiseren. sluiten tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de classificatie van sportfederaties, vrijetijdssportfederaties en sportverenigingen, waarbij hun subsidie wordt geregeld, alsmede die van kringen die zijn aangesloten bij erkende verenigingen die aangepaste sportactiviteiten organiseren en waarvan het bedrag moet worden vastgelegd en vereffend uit de begroting voor 2020, worden geacht te zijn ingediend op basis van dit besluit.

Art. 41.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 06/07/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007029320 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de rangschikking van de sportfederaties, recreatieve sportfederaties en sportverenigingen, tot regeling van hun subsidiëring alsook die van de clubs aangesloten bij erkende verenigingen die aangepaste sportactiviteiten organiseren. sluiten tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de classificatie van sportfederaties, vrijetijdssportfederaties en sportverenigingen en tot regeling van hun subsidie, alsmede die van de kringen die zijn aangesloten bij erkende verenigingen die aangepaste sportactiviteiten organiseren, wordt opgeheven, met uitzondering van de artikelen 19 tot en met 23.

Art. 42.De Minister die sport in zijn hoedanigheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 november 2020.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-president, P.-Y. JEHOLET De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire Ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, de Promotie van Brussel, Jeugd en Sport, V. GLATIGNY

^