gepubliceerd op 06 december 2011
Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad
20 OKTOBER 2011. - Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad (1)
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK EEN. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° « Raad » : de Hoge Sportraad ingesteld met toepassing van artikel 2 van dit decreet;2° « sportgebied » : alle aangelegenheden met betrekking tot de lichamelijke opvoeding, sport en het openluchtleven in de zin van artikel 4, 9° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;3° « Bestuur » : de Algemene Directie voor Sport van het Algemeen Bestuur voor Hulpverlening aan de Jeugd, Gezondheid en Sport in de Franse Gemeenschap;4° « Minister » : het lid van de Regering bevoegd voor Sport. HOOFDSTUK II. - De Hoge Sportraad Eerste Afdeling. - Algemene bepalingen
Art. 2.Er wordt bij de Regering een Hoge Sportraad ingesteld die bevoegd is voor alle aangelegenheden betreffende het sportgebied. Afdeling II. - Doel en opdrachten
Art. 3.§ 1. De Regering vraagt het advies van de Raad aan over elk ontwerp van decreet of besluit betreffende het sportgebied. § 2. Op aanvraag van de Regering of van het Parlement verleent de Raad een advies over de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap op sportgebied ressorteren. § 3. De Raad brengt zijn met redenen omkleed advies uit binnen een termijn van 35 dagen na de ontvangst van de geschreven aanvraag van de Regering of het Parlement. De helft van deze termijn moet buiten de periodes van schoolverlof vallen. Indien de laatste dag van de termijn op een wettelijke feestdag valt, of op een zaterdag of een zondag, wordt het einde van de termijn overgedragen naar de eerste werkdag die volgt.
In geval van behoorlijk met redenen omklede noodzakelijkheid kan de Regering of het Parlement aanvragen dat de Raad een advies uitbrengt binnen een termijn die niet tien dagen mag overschrijden. Indien de laatste dag van de termijn op een wettelijke feestdag valt, of op een zaterdag of een zondag, wordt het einde van de termijn overgedragen naar de eerste werkdag die volgt.
Indien de Raad zijn advies niet overbrengt binnen de bepaalde termijn, en indien de termijn niet verlengd werd door de Regering of door het Parlement van de Franse Gemeenschap, kan verder gegaan worden zonder rekening te houden met het mogelijk daarna uitgebrachte advies.
Art. 4.De raad kan zorgen voor de ontwikkeling van elk onderzoek, instrument of elke stap met als doel het verbeteren van de werking van het sportgebied, inzonderheid door wijzigingen van de reglementering op sportgebied voor te stellen. In dit kader kan de Raad, uit eigen initiatief, thema's in verband met het sportgebied, op gemeenschaps-, Belgisch of Europees niveau, aansnijden en analyseren.
Deze voorstellen zijn voor de Regering niet bindend.
Ook stelt hij een inventaris van de wetgeving en de reglementering op inzake sport op het niveau van de Franse Gemeenschap, op Belgisch, Europees en internationaal niveau, en moet hij deze updaten.
Art. 5.Elk jaar, ten laatste tegen 31 januari, zendt de Raad aan de Regering een verslag over: 1° De activiteiten van de Raad van het vorige kalenderjaar, inzonderheid : a) de lijst van de voorgelegde dossiers;b) de uitgebrachte adviezen en de criteria waarmee rekening werd gehouden tijdens het opstellen ervan;c) de aanwezigheid van de leden tijdens de vergaderingen;d) de door de Raad genomen initiatieven;2° De evolutie van de sportwereld in de Franse Gemeenschap;3° De inventaris van de wetten en reglementen opgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 4, derde lid. Dat verslag wordt bekendgemaakt op de officiële site van het Bestuur.
Het wordt tevens aan het Parlement van de Franse Gemeenschap overgezonden. Afdeling III. - Werking
Art. 6.De adviezen van de Raad worden met redenen omkleed en uitgewerkt na een debat onder de leden ervan. Nochtans, in geval van dringende noodzakelijkheid of, in bijzonder met redenen omklede omstandigheden, kan het advies van de Raad schriftelijk uitgewerkt worden.
Art. 7.De Raad neemt zijn eigen huishoudelijk reglement aan bij de driederde meerderheid der aanwezige leden gedurende de maand van de instelling ervan.
Erin worden, namelijk, de volgende punten bepaald: - het minimale aantal jaarlijkse vergaderingen dat minstens zes moet bedragen; - de verplichting met redenen omklede notulen op te stellen van de debatten gehouden gedurende elke vergadering; - de wijze van overzending van de documenten aan de leden; - de procedure voor de bijéénroeping van de leden voor de vergaderingen; - de nadere regels voor de uitwerking van de schriftelijke procedure voor het uitbrengen van een advies in geval van dringende noodzakelijkheid of in bijzonder met redenen omklede omstandigheden, zoals bedoeld bij artikel 6; - de al dan niet publieke aard van de vergaderingen van de instelling; - desgevallend, de voorwaarden en toestanden waarin de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen of de documenten kan worden toegepast; - de zetel en de plaats voor de vergaderingen van de instelling; - de nadere regels voor de raadpleging van het jaarlijkse verslag; - de regels bepaald inzake verlening van een volmacht aan een ander lid van de instelling, met verstaande dat elk lid enkel één volmacht mag hebben; - de gevallen waarin het verhoor van de verantwoordelijke voor het project verplicht is; - de regels van belangenconflict waarbij een lid belemmerd wordt te beraadslagen en te beslissen over punten waarin het direct belang heeft; - de regels voor de werking van het vast secretariaat van de Hoge sportraad alsook de nadere regels voor het informeren door de Voorzitter van de Raad van de leden van de Raad wat betreft de opdrachten die hij aan het vast secretariaat toevertrouwt.
De Raad legt aan de goedkeuring van de regering het ontwerp van huishoudelijk reglement alsook elke latere wijziging die hij eraan wenst aan te brengen.
De regering keurt het ontwerp goed of weigert het binnen de 45 dagen van de ontvangst van de aanvraag. Indien de laatste dag van de termijn op een wettelijke feestdag valt, of op een zaterdag of een zondag, wordt het einde van de termijn overgedragen naar de eerste werkdag die volgt. Bij gebrek aan beslissing aangenomen binnen deze termijn worden het reglement of zijn wijzigingen als goedgekeurd geacht.
Art. 8.De Raad vergadert op oproeping gezonden door de Voorzitter per email en per post aan alle leden van de Raad alsook aan de Minister, ter informatie, minstens 7 werkdagen vóór de datum bepaald voor de vergadering, behoudens in geval van dringende noodzakelijkheid.
De oproeping bevat een gedetailleerde agenda, het geheel van de voorbereidende documenten alsook een nauwkeurig ontwerp van notulen waarin de debatten van de vorige vergaderingen samengevat worden.
De goedgekeurde vergaderingsnotulen worden aan de Minister overgezonden binnen de acht dagen na hun goedkeuring.
Er wordt aan de leden van de Raad een zitpenning toegekend van een bedrag van 100 euro per plenaire vergadering alsook een tegemoetkoming in de verplaatsingskosten overeenkomstig de kilometervergoeding die op de ambtenaren van de diensten van de Regering van toepassing is of de terugbetaling van hun vervoertitel per trein in de eerste klasse of via elk ander gemeenschappelijk vervoermiddel.
Art. 9.De Raad kan enkel geldig beraadslagen als de helft van de leden aanwezig is.
Indien het aanwezigheidsquorum bedoeld bij het eerste lid niet bereikt wordt, wordt een nieuwe vergadering van de Raad bijééngeroepen die geldig zal kunnen beraadslagen, wat ook het aantal aanwezige leden ook zij. De tweede vergadering, over dezelfde agenda, kan enkel eerst twee werkdagen na de datum bepaald voor de eerste vergadering gehouden worden.
De beslissingen van de Raad worden bij de eenvoudige meerderheid der aanwezige leden aangenomen. Bij staking van stemmen is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.
Er kunnen minderheidsnota's ingediend worden. Ze worden bij de notulen van de vergadering gevoegd. Afdeling IV. - Samenstelling
Art. 10.§ 1. De Raad wordt samengesteld uit 21 leden aangesteld door de Regering in functie van hun bijzondere bevoegdheden en hun persoonlijke ervaring op sportgebied.
Voor ieder werkend lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen dat enkel in de afwezigheid van het werkend lid dat het vervangt, kan zetelen. § 2. De Raad wordt samengesteld zodat ervoor gezorgd wordt dat in zijn midden de kennis van de leden van de volgende kringen of instellingen van de Franse Gemeenschap voldoend is : 1. één lid voor sport op school;2. één lid voor sport in het hoger onderwijs;3. één lid voor ontspanningssport;4. één lid voor sport voor gehandicapte personen;5. één lid voor de Steden en Gemeenten;6. één lid voor de Vereniging voor sportinrichtingen;7. één lid voor de « Association interfédérale du Sport francophone »;8. één lid voor het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité;9. zeven leden voor de sportfederaties waaronder één sportbeoefenaar of oud-beoefenaar die sinds minder dan tien jaar niet meer aan competitiesport doet;10. één lid voor sport bij het leger;11. één lid voor sportgeneeskunde;12. vier vertegenwoordigers van de ideologische en filosofische strekkingen. De leden van de Raad zetelen ten persoonlijke titel.
De Raad mag niet meer dan twee derde van vertegenwoordigers van hetzelfde geslacht tellen. § 3. Niemand mag als lid aangewezen worden als hij veroordeeld werd of lid is van een organisatie of vereniging die veroordeeld werd, krachtens een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing, wegens niet-inachtneming van de beginsels van de democratie zoals verwoord door het Verdrag tot bescherming van de rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden, door de Grondwet, door de wet van 30 juli 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1981 pub. 20/05/2009 numac 2009000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden of door de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaalsocialistische regime is gepleegd.
Dit verbod is niet meer geldig tien jaar na de bovenvermelde beslissing als vastgesteld kan worden dat de persoon of de vereniging publiek verzaakt heeft op haar vijandigheid tegenover de democratische beginsels verwoord in de bepalingen bedoeld bij het vorige lid.
Het houdt op één jaar na de bovenvermelde justitiebeslissing indien de persoon haar ontslag heeft ingediend bij de vereniging wegens en onmiddellijk na de veroordeling van de vereniging als gevolg van het niet in acht nemen van de democratische beginsels bedoeld bij de bepalingen van het eerste lid. § 4. De aanwijzing geschiedt op basis van een oproep tot de kandidaten bekendgemaakt op de website van het Bestuur en overgezonden aan de organisaties die de kringen of instellingen vertegenwoordigen bedoeld bij § 2 die belang hebben bij de ambten die toegekend dienen te worden, minstens zes maanden vóór de verjaring van de te begeven ambten.
Deze organisaties of instellingen zorgen voor de bekendmaking van deze oproep tot de kandidaten bij al hun leden.
De oproep tot de kandidaten bevat de volgende elementen : 1° de onverenigbaarheden bedoeld bij de derde paragraaf;2° de benaming en het doel van de te begeven ambten met inbegrip van de kring of de instelling waarvan de kandidaat zijn kennis zal moeten bewijzen;3° de inhoud van de kandidatuurakte zodat deze volledig en ontvankelijk wordt verklaard;4° het adres waarop de akte toegezonden dient te worden;5° de termijn waarbinnen deze toegezonden dient te worden. De kandidatuurakte moet : 1° de redenen bevatten waarom de kandidaat binnen de instelling wenst te zetelen en het gevraagde ambt wenst te bekleden;2° de hoedanigheid vermelden en verantwoorden waarop de kandidaat steunt, met vermelding van één van de categorieën bedoeld bij § 2, alsook zijn bevoegdheid voor of zijn ervaring met de betrokken instelling of kring.Daartoe gaat met de akte elk door de kandidaat relevant geacht document samen. 3° met een CV van de kandidaat samen gaan. De kandidaturen worden aan het Bestuur toegestuurd binnen een termijn van vijftig dagen vanaf de bekendmaking van de oproep tot de kandidaten. Indien de laatste dag van de termijn op een wettelijke feestdag valt, of op een zaterdag of een zondag, wordt het einde van de termijn overgedragen naar de eerste werkdag die volgt.
De kandidaturen en de bijlagen worden ofwel bij ter post aangetekende zending ten laatste de laatste dag van de termijn bedoeld bij het vorige lid toegestuurd ofwel via email, ofwel ter plaatste afgegeven, ter attentie van de persoon vermeld in de oproep tot de kandidaten.
Er wordt een bericht van ontvangst door het Bestuur afgegeven voor de kandidaturen waarin, desgevallend, vermeld wordt dat er ontbrekende stukken zijn. Het Bestuur zendt dat bericht van ontvangst binnen de veertien dagen na de ontvangst van de kandidaturen. De ontbrekende stukken worden bij het dossier gevoegd als ze aan het Bestuur binnen de veertien dagen van het bericht van ontvangst van de kandidatuur medegedeeld worden. De ontbrekende stukken moeten gestuurd worden ofwel bij ter post aangetekende zending, ten laatste de laaste dag van de termijn bedoeld bij dit lid, ofwel via email, ofwel ter plaatste afgegeven, ter attentie van de persoon vermeld in de oproep tot de kandidaten. Worden enkel ontvankelijk verklaard de volledige kandidatuurdossiers.
Het Bestuur zendt de ontvankelijke kandidatuurdossiers aan de minister over binnen de veertien dagen van de vaststelling van de volledigheid ervan.
De Regering stelt de leden aan binnen de dertig dagen na de overzending van de ontvankelijke kandidatuurdossiers door het Bestuur en licht er simultaan de al dan niet goedgekeurde kandidaten over in.
Indien de kandidaturen niet toelaten het geheel van de ambten binnen de Raad te begeven, stelt de Regering van ambtswege de persoon die ze het meest geschikt acht dit ambt te voeren. § 5. De leden van de Raad worden door de Regering aangesteld voor een periode van vijf jaar. Hun aanstelling wordt verlengd, desgevallend, tot de ambtsbekleding van het lid aangesteld om ze op te volgen overeenkomstig paragraaf 4.
Wanneer de ambten van één of meer leden een eind nemen vóór de bepaalde termijn, wordt een nieuwe oproep tot de kandidaten gedaan overeenkomstig de procedure bedoeld bij paragraaf 4. De aanstelling is één keer vernieuwbaar. § 6. Wordt als ontslagnemend beschouwd, na voorafgaand verhoor van de betrokkene en op met redenen omklede beslissing van de Raad en mits goedkeuring door de Regering binnen de vijf werkdagen van de ontvangst ervan, het lid dat: 1° ) onverantwoord op meer dan drie opeenvolgende vergaderingen afwezig was waarvoor het regelmatig werd opgeroepen;2° ) onverantwoord op meer dan de helft van de vergaderingen gehouden gedurende de laatste twaalf maanden afwezig was waarvoor het regelmatig werd opgeroepen;3° ) de vertrouwelijke aard van de beraadslagingen of van de documenten hem overgezonden overeenkomstig artikel 7 niet in acht neemt wanneer een dergelijke vertrouwelijke aard erkend is in overeenkomst met de wettelijke of reglementaire bepalingen, met inbegrip van deze die voortvloeien uit het huishoudelijk reglement. § 7. Bij elke vijfjarige vernieuwing stelt de Regering binnen de Raad een voorzitter en een ondervoorzitter aan. § 8. De Raad kan externe deskundigen bij zijn activiteiten betrekken.
Tevens kan hij de verantwoordelijke horen voor het project waarop het aangevraagde advies betrekking heeft of diens vertegenwoordiger.
Art. 11.Er wordt een vast secretariaat van de Hoge sportraad ingesteld administratief gevoegd bij de Algemene Directie Sport van het Algemeen Bestuur voor Hulverlening aan de Jeugd, gezondheid en Sport van de Franse Gemeenschap.
Het vast secretariaat, minstens samengesteld uit drie leden, heeft tot opdracht de Hoge sportraad bij te staan bij de opdrachten die hem toevertrouwd worden op aanvraag en volgens de nadere regels bepaald door de Voorzitter van de Hoge Sportraad, overeenkomstig de bepalingen bedoeld bij het huishoudelijk reglement. Het wordt namelijk belast met het toezenden van de oproepingen en het opstellen van de notulen van de vergaderingen van de Raad.
Dit secretariaat zal tevens belast worden met het behandelen van de dossiers van aanvraag om advies, het zorgen voor een documentatie- en inventariswerk van de wetgeving inzake sport, het voorbereiden van het jaarlijkse verslag van de Raad en het ontwikkelen van elk onderzoek, instrument of elke stap in verband met de verbetering van de werking van de sportwereld in de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK III. - Overgangs- en opheffingsbepalingen
Art. 12.§ 1. In afwijking van artikel 10, paragraaf 2, wordt de Raad samengesteld uit de huidige leden van de Hoge raad voor lichamelijke opvoeding, sport en opluchtleven zoals ingesteld bij het decreet van 23 december 1988 tot het einde van hun aanstelling.
Hun aanstelling wordt, desgevallend, verlengd tot de ambtsbekleding van de nieuwe leden van de Raad aangesteld met toepassing van artikel 10 van dit decreet. § 2. De Raad neemt zijn eigen huishoudelijk reglement aan binnen de twee maanden van de inwerkingtreding van dit decreet.
Art. 13.Het decreet van 23 december 1988 houdende instelling van de Hoge Raad voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven bij de Executieve van de Franse Gemeenschap, wordt opgeheven.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 20 oktober 2011.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, J.-C. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET _______ Nota (1) Zitting 2010-2011 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 251-1. - Commissieamendementen, nr. 251-2. - Verslag, nr. 251-3. - Vergaderingsamendementen, nr. 251-4.
Zitting 2011-2012 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 18 oktober 2011.