Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 23 juni 2017
gepubliceerd op 14 juli 2017

Ordonnantie betreffende de tewerkstellingssteun in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017020463
pub.
14/07/2017
prom.
23/06/2017
ELI
eli/ordonnantie/2017/06/23/2017020463/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 JUNI 2017. - Ordonnantie betreffende de tewerkstellingssteun in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, het geen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen wordt verstaan onder : 1° « werkuitkering » : de uitkering als bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 7°, b), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen ;2° « de verminderingen van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid » : de verminderingen bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 7°, a), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen ;3° « niet-werkende werkzoekende » : de persoon met woonplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die als werkzoekende bij Actiris is ingeschreven en geen beroepsactiviteit of vergelijkbare activiteit uitoefent ;4° « werknemer » : de niet-werkende werkzoekende die aangeworven is door een werkgever en een steunmaatregel als bepaald in deze ordonnantie geniet ;5° « indiensttreding » : de datum waarop de arbeidsovereenkomst van de niet-werkende werkzoekende bij de werkgever begint te lopen ;6° « koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten3 » : het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten3 houdende de werkloosheidsreglementering ;7° « Regering » : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. HOOFDSTUK II. - Maatregelen van inschakeling op de arbeidsmarkt Afdeling 1. - Inschakelingscontract

Art. 3.Met het oog op de competentieversterking van de niet-werkende langdurig werkzoekende na het einde van zijn studies, de bevordering van de doorstroming naar een duurzame en kwaliteitsvolle betrekking en de verwerving van beroepservaring, kan de Regering steun toekennen aan de werkgevers die met een niet-werkende langdurig werkzoekende een voltijdse arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd van een jaar sluiten.

De steun neemt de vorm aan van een premie ter vermindering van de loonkost van de werknemer.

Art. 4.De Regering bepaalt de werkgeverscategorie die in aanmerking komt voor de premie, de toekenningscriteria, de aanvraagprocedure, het bedrag en de nadere regels voor de premiebetaling, alsook de nadere regels voor de arbeidsovereenkomst.

Voor de toepassing van artikel 3 bepaalt de Regering wat verstaan wordt onder een niet-werkende langdurig werkzoekende na het einde van zijn studies. De werkloosheidsduur is minstens gelijk aan 18 maanden voor de toepassing van deze afdeling. Afdeling 2. - De maatregel betreffende de inschakelingsbaan in de

sociale economie

Art. 5.Met het oog op de inschakeling van bepaalde categorieën van niet-werkende werkzoekenden die, rekening houdend met hun psychosociale toestand of hun kort- of laaggeschooldheid, ver verwijderd staan van de arbeidsmarkt, kan de Regering steun toekennen aan de werkgevers als bedoeld in artikel 2, 7° en 8°, van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en de financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inschakelingsondernemingen, die een arbeidsovereenkomst sluiten met een werkzoekende die ver van de arbeidsmarkt verwijderd staat.

De steun neemt de vorm aan van een premie ter vermindering van de loonkost van de werknemer.

Art. 6.De Regering bepaalt de toekenningscriteria, de aanvraagprocedure, het bedrag en de nadere regels voor de premiebetaling.

Voor de toepassing van artikel 5 bepaalt de Regering wat verstaan wordt onder een werkzoekende die ver verwijderd staat van de arbeidsmarkt. Zij bepaalt de nadere regels voor de arbeidsovereenkomst. Afdeling 3. - De maatregel bedoeld in de artikelen 60, § 7, en 61 van

de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

Art. 7.In artikel 5 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4bis, derde lid, ingevoerd bij de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, worden de woorden « de Koning » vervangen door de woorden « de Brusselse Hoofdstedelijke Regering » ;2° in de Nederlandse versie van § 4bis, vierde lid, wordt het woord « hij » vervangen door het woord « zij » ;3° in § 4ter, derde lid, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, worden de woorden « De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, » vervangen door de woorden « De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt ».

Art. 8.In artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het derde lid worden de woorden « sociale economie » vervangen door het woord « Tewerkstelling » ;2° in het vierde lid, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, wordt het woord « Koning » vervangen door de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke Regering ».

Art. 9.In artikel 36, § 2 van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie wordt het woord « Koning » telkens vervangen door de woorden « Brusselse Hoofdstedelijke Regering ».

In de Nederlandse versie van artikel 36, § 2, wordt het woord « hij » vervangen door het woord « zij ».

Art. 10.In artikel 38, derde lid van dezelfde wet worden de woorden « De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, » vervangen door de woorden « De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt ». Afdeling 4. - Vormend tewerkstellingsinstrument voor jonge

werkzoekenden

Art. 11.Om de niet-werkende werkzoekenden jonger dan 30 jaar en ten hoogste houder van een diploma of getuigschrift hoger secundair onderwijs de mogelijkheid te bieden beroepservaring te verwerven en hun beroepsgerichte competenties te vergroten via een opleiding gekoppeld aan werk, kan de Regering steun toekennen aan een werkgever uit de openbare sector die met een werkzoekende een voltijdse arbeidsovereenkomst sluit met een maximale duur van één jaar, die eenmaal verlengbaar is en een luik opleiding omvat.

De steun neemt de vorm aan van een premie ter vermindering van de loonkosten van de werknemer.

Art. 12.De Regering bepaalt de werkgeverscategorieën van de openbare sector die voor de premie in aanmerking komen.

Art. 13.De Regering bepaalt de opleidingen die recht geven op de premie, de toekenningsvoorwaarden, de aanvraagprocedure, het bedrag en de betalingsmodaliteiten van de premie. HOOFDSTUK III. - Maatregelen van activering via werk Afdeling 1. - Activa

Art. 14.De sinds twaalf maanden niet-werkende werkzoekende heeft, gedurende een periode van dertig maanden, die aanvangt op de datum van zijn indiensttreding, recht op een werkuitkering, voor zover hij voor ten minste zes maanden wordt aangeworven met een minstens halftijdse arbeidsovereenkomst.

Art. 15.De Regering bepaalt de toekenningsvoorwaarden, de aanvraagprocedure, de duur, het bedrag, en de nadere regels voor de betaling van de werkuitkering, alsook de periodes die worden gelijkgesteld met inschrijvingsperiodes als niet-werkende werkzoekende. Zij kan eveneens de niet-werkende werkzoekenden bepalen die vrijgesteld worden van de inactiviteitsperiode van twaalf maanden als bedoeld in artikel 14.

Art. 16.In afwijking van artikel 14 wordt de minimumduur van de arbeidsovereenkomst geschrapt, indien de niet-werkende werkzoekende aangeworven wordt als uitzendkracht met het motief instroom in toepassing van artikel 1, §§ 1bis en 5bis, van de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. Afdeling 2. - Activa voor verminderde arbeidsgeschiktheid

Art. 17.De niet-werkende werkzoekende met een verminderde arbeidsgeschiktheid heeft, gedurende een periode van zesendertig maanden, die aanvangt op de datum van zijn indiensttreding, recht op een werkuitkering.

Art. 18.De Regering bepaalt de toekenningsvoorwaarden, de aanvraagprocedure, de duur, het bedrag en de nadere regels voor de betaling van de werkuitkering. Zij bepaalt eveneens de criteria, de procedure en de instellingen die met een attest kunnen bevestigen dat de arbeidsgeschiktheid van de niet-werkende werkzoekende is verminderd. Afdeling 3. - Aanmoedigingssteun voor opleiding

Art. 19.Ter aanvulling van de werkuitkering als bedoeld in de artikelen 14 en 17 kan de werkgever financiële steun krijgen om de kosten te dekken van de competentieontwikkeling via opleiding van de werknemer. De steun loopt gedurende de activeringsperiode van de werkuitkering en kan enkel worden toegekend voor zover de werknemer voltijds is aangeworven met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, en ten hoogste over een diploma of een attest van het lager middelbaar onderwijs beschikt.

Het bedrag van de financiële steun mag de werkelijke kost van de door de werknemer gevolgde opleiding niet overschrijden.

Art. 20.De Regering bepaalt de opleidingen die recht geven op de financiële steun, alsook de toekenningsvoorwaarden en het maximale bedrag. Zij bepaalt eveneens de categorieën van werknemers die de toekenning van de premie beoogt. Afdeling 4. - Aan de afdelingen 1 en 2 gemeenschappelijke bepalingen

Art. 21.In afwijking van de artikelen 14 en 17 komen de volgende werkzoekenden niet in aanmerking voor een werkuitkering : 1° de werkzoekenden die worden aangeworven, vanaf het ogenblik dat zij vastbenoemd zijn ;2° de werkzoekenden die worden aangeworven als leden van het academisch en wetenschappelijk personeel door de instellingen van universitair onderwijs of als leden van het onderwijzend personeel in de andere onderwijsinstellingen ;3° de werkzoekenden die worden aangeworven door : a) het Rijk, met daarin begrepen de rechterlijke macht, de Raad van State, het leger en de federale politie ;b) de Gemeenschappen en de Gewesten met uitzondering van de onderwijsinstellingen voor de werknemers die niet bedoeld worden in 1° en 2° ;c) de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ;d) de instellingen van openbaar nut en de openbare instellingen die onder het toezicht vallen van de onder a), b) en c) voornoemde instellingen, met uitzondering van : de openbare kredietinstellingen, de autonome overheidsbedrijven, de openbare maatschappijen voor personenvervoer, de onderwijsinstellingen voor de werknemers die niet bedoeld worden in 1° en 2°. De Regering wordt gemachtigd om de lijst met de niet-werkende werkzoekenden als bedoeld in het eerste lid aan te passen.

Art. 22.De bedragen van de werkuitkeringen zoals bepaald door de Regering in toepassing van de artikelen 15 en 18 komen ten goede aan de voltijds in dienst genomen werknemers voor wie de normale contractuele arbeidsduur overeenstemt met de krachtens de wet in de onderneming geldende maximale arbeidsduur en die een bezoldiging ontvangen die overeenstemt met die welke verschuldigd is voor een volledige werkweek.

Als de niet-werkende werkzoekende deeltijds wordt aangeworven, worden de werkuitkeringen pro rata aangepast, overeenkomstig de nadere regels die de Regering bepaalt.

De werkgever trekt de maandbedragen van de werkuitkeringen af van het nettoloon waarop de werknemer voor de betrokken maanden recht heeft.

De werkuitkering mag het nettoloon van de werknemer niet overschrijden.

Art. 23.De werknemer die niet langer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedomicilieerd is, kan de voordelen voorzien in de artikelen 14 en 17 blijven genieten aan de voorwaarden vastgesteld door een samenwerkingsakkoord tussen Gewesten of, bij ontstentenis, door de Regering.

Art. 24.De niet-werkende werkzoekende dient bij Actiris een aanvraag in ter verkrijging van een Activakaart, met het oog op de activering van de werkuitkeringen als bedoeld in de artikelen 14 en 17.

De Activakaart stelt vast dat de niet-werkende werkzoekende de voorwaarden van de artikelen 14 en 17 en van de uitvoeringsmaatregelen van deze ordonnantie vervult.

De Regering bepaalt de vermeldingen en het model van de kaart.

Art. 25.Binnen de termijn als bepaald door de Regering dient de werkzoekende de aanvraag van activering van de werkuitkeringen in bij de organismen als bedoeld in artikel 7, § 1, derde lid, littera i) van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten5 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Voor het geval van laattijdige ontvangst van de aanvraag kan de activeringsduur worden beperkt in de mate als bepaald door de Regering.

Art. 26.De betaling van de werkuitkering wordt geweigerd als Actiris volgens de nadere, door de Regering bepaalde regels vaststelt dat behoudens tegenbewijs : 1° de niet-werkende werkzoekende voor dezelfde functie werd aangeworven ter vervanging van een ontslagen personeelslid, met als hoofddoel de door deze ordonnantie bepaalde voordelen te verkrijgen ;2° de niet-werkende werkzoekende tijdens de door de Regering te bepalen periode die aan de aanwervingsdatum voorafgaat al in dienst is geweest van dezelfde werkgever of bij de werkgeversgroepering in de zin van artikel 187 van de wet van 12 augustus 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/08/2000 pub. 31/08/2000 numac 2000003530 bron diensten van de eerste minister en ministerie van financien Wet houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen sluiten houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, waartoe die werkgever behoort. Het eerste lid, 2°, is niet van toepassing op de werknemer die voor een bepaalde tijd werd tewerkgesteld en die opnieuw in dienst wordt genomen met een contract van onbepaalde duur. Afdeling 5. - Maatregel ter ondersteuning van het werk als

zelfstandige

Art. 27.De Regering kan steun toekennen aan de niet-werkende werkzoekende die zich als zelfstandige in hoofdberoep vestigt, om in zijn eigen tewerkstelling te voorzien.

Art. 28.De steun neemt de vorm aan van een premie bedoeld om de niet-werkende werkzoekende tijdelijk financieel bij te staan, en kan worden toegekend voor zover hij de volgende voorwaarden vervult : 1° hij beschikt over een ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen ;2° hij gedurende alle fasen van zijn vestiging als zelfstandige werknemer wordt begeleid door een bevoegde structuur die de technische, commerciële en financiële haalbaarheid en de opportuniteiten van de voorgenomen activiteit bestudeert ;3° hij geen overeenkomst heeft gesloten met een activiteitencoöperatie als bedoeld in artikel 82 van de wet van 1 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/2007 pub. 14/03/2007 numac 2007200604 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (III).

Art. 29.De Regering bepaalt de toekenningsvoorwaarden, de aanvraagprocedure, het bedrag, de mate van afname en de nadere regels voor de betaling van de premie. Zij bepaalt eveneens de criteria, de begeleidingsvoorwaarden en de voor die begeleiding bevoegde instellingen. HOOFDSTUK IV. - Maatregelen tot behoud op de arbeidsmarkt Afdeling 1. - Algemene bepaling

Art. 30.In de programmawet (I) van 24 december 2002, wordt een artikel 338/2 ingevoegd, luidend : «

Artikel 338/2.- Opdat een werkgever een van de doelgroepverminderingen voor een werknemer zou genieten met toepassing van de onderafdelingen 2, 5bis, 7, en 10 tot en met 14 van deze afdeling, moet die werknemer tewerkgesteld worden in een vestigingseenheid die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen is.

Als de werkgever niet over een vestigingseenheid in België beschikt, maar een werknemer in België tewerkstelt, zijn de doelgroepverminderingen als bedoeld in de onderafdelingen 2, 5bis, 7, en 10 tot en met 14 van deze afdeling in afwijking van het eerste lid van toepassing als de werknemer tijdens het betrokken kwartaal overwegend op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt tewerkgesteld. ». Afdeling 2. - Oudere werknemers

Art. 31.Artikel 339 van de programmawet (I) van 24 december 2002, vervangen door de wet van 27 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2012 pub. 31/12/2012 numac 2012018484 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse dringende bepalingen type wet prom. 27/12/2012 pub. 28/12/2012 numac 2012011520 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 339.- De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan volgens de voorwaarden die zij bepaalt een doelgroepvermindering toekennen aan de werkgevers die oudere werknemers tewerkstellen.

De tewerkstelling van de oudere werknemer voldoet minstens aan de volgende voorwaarden : 1° de oudere werknemer behoort tot de werknemerscategorie 1 als bedoeld in artikel 330 ;2° de oudere werknemer is op de laatste dag van het kwartaal minstens 55 jaar oud ;3° het refertekwartaalloon van de oudere werknemer is lager dan de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalde loongrens. De vermindering neemt een einde op de laatste dag van het kwartaal in de loop waarvan de oudere werknemer de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan het forfaitaire bedrag en de toekenningsduur van de doelgroepvermindering alsook de gerechtigde leeftijdscategorieën bepalen. ». HOOFDSTUK V. - Maatregelen voor specifieke steun op de arbeidsmarkt

Art. 32.Met het oog op de bevordering van hun inschakeling op de arbeidsmarkt, kan de Regering afhankelijk van de kenmerken die eigen zijn aan de werkzoekende, een premie toekennen aan bepaalde werkgeverscategorieën of categorieën van niet-werkende werkzoekenden die het werk hervatten.

Art. 33.De erkende onderneming in de zin van artikel 2bis van het kaderakkoord tot samenwerking betreffende de alternerende opleiding, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, of van artikel 7 van het Vlaams decreet van 10 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten4 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen, kan een jaarpremie van maximaal 1.000 euro per mentor verkrijgen voor zover de in het voormelde kaderakkoord tot samenwerking of het decreet bepaalde voorwaarden worden nageleefd.

De Regering bepaalt het premiebedrag, de toekenningsvoorwaarden alsook de voorwaarden in verband met de leerlingen. HOOFDSTUK VI. - Controle en toezicht

Art. 34.Onverminderd de inspectie- en controlebevoegdheden van de federale instellingen bevoegd voor de werkuitkeringen en de sociale zekerheidsbijdragen die ter zake de enige administratieve en technische operatoren zijn, controleren de door de Regering aangewezen ambtenaren de uitvoering van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen, en houden toezicht op de naleving ervan.

Deze ambtenaren oefenen die controle of dit toezicht uit in overeenstemming met de bepalingen van de ordonnantie van 30 april 2009 betreffende het toezicht op de reglementeringen inzake werkgelegenheid die tot de bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behoren en de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze reglementeringen.

Art. 35.De bepalingen van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie of de bijzondere, in de uitvoeringsmaatregelen van deze ordonnantie bepaalde regels zijn van toepassing voor de terugbetaling van de premies en de uitkeringen als bedoeld in de hoofdstukken II, III en V.

Art. 36.Onverminderd de voorbehouden bevoegdheden van de administratieve en technische operatoren als bedoeld in artikel 6, § 1, IX, 7°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, nemen de door de Regering aangewezen overheden : 1° de beslissingen met betrekking tot de toekenning, de opschorting en de stopzetting van de door deze ordonnantie ingevoerde premies en uitkeringen ;2° de beslissingen over de wegens een inbreuk op de bepalingen van deze ordonnantie of haar uitvoeringsmaatregelen onterecht gebleken betaling van de premies en uitkeringen, alsook over hun terugvordering. De Regering bepaalt de nadere regels voor de beslissingen als bedoeld in 1° en 2°. HOOFDSTUK VII. - Opheffingsbepalingen

Art. 37.De Regering kan regels aannemen tot volledige of gedeeltelijke opheffing van de reglementering betreffende de activering van de uitkeringen en van de reglementering betreffende de verminderingen van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid die vastgesteld worden naargelang de kenmerken die eigen zijn aan de werknemers, als bepaald in : 1° het koninklijk besluit van 19 december 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten0 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurige werkzoekenden ;2° het koninklijk besluit van 29 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten2 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten5 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ter bevordering van de tewerkstelling van laaggeschoolde of erg laag geschoolde jongeren ;3° het koninklijk besluit van 9 juni 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/06/1997 pub. 21/06/1997 numac 1997012449 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de doorstromingsprogramma's sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten5 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de doorstromingsprogramma's ;4° het koninklijk besluit van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012432 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012433 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1bis, vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten5 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen ;5° de artikelen 78ter, 129bis tot 129quater, 131, 131quater, 131quinquies, 131septies tot 131nonies, van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten3 ;6° het koninklijk besluit van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten1 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen. HOOFDSTUK VIII. - Overgangsbepalingen

Art. 38.Als een werknemer in een ander Gewest een activering van werkuitkeringen geniet met toepassing van de door of krachtens deze ordonnantie opgeheven federale bepalingen, en zijn hoofdverblijf in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vestigt, vrijwaart Actiris het voordeel van die activering van werkuitkeringen ten voordele van die werknemer, tot de datum waarop het verstrijkt, in elk geval uiterlijk op 31 december 2018.

Als een werknemer in een ander Gewest de verminderingen van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid geniet met toepassing van de door of krachtens deze ordonnantie opgeheven federale bepalingen, en overgeplaatst wordt naar een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen vestigingseenheid, vrijwaart Actiris de toekenning van die vermindering van sociale zekerheidsbijdragen, tot de datum waarop ze verstrijkt, in elk geval uiterlijk op 31 december 2018.

Het eerste en tweede lid gelden niet als de aanwerving van de werknemer waaraan de activering van werkuitkeringen of de vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen hun toepassing ontlenen, heeft plaatsgevonden na de opheffing van de bedoelde federale bepalingen door het Gewest waarin respectievelijk zijn hoofdverblijf of de vestigingseenheid, plaats van zijn tewerkstelling, waren gelegen. HOOFDSTUK IX. - Slotbepaling

Art. 39.De Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding voor elke bepaling van deze ordonnantie.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 23 juni 2017.

R. VERVOORT, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid G. VANHENGEL, De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking D. GOSUIN, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp P. SMET, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken C. FREMAULT, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie _______ Nota (1) Gewone zitting 2016-2017 Documenten van het Parlement.- Ontwerp van ordonnantie, A-516/1. - Verslag, A-516/2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 16 juni 2017.

^