Etaamb.openjustice.be
Wet van 23 november 2023
gepubliceerd op 01 december 2023

Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2023047484
pub.
01/12/2023
prom.
23/11/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 NOVEMBER 2023. - Wet betreffende het Garantiefonds voor financiële diensten (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Voorwerp en definities

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels en in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels.

De verwijzingen in de bestaande wettelijke, regelgevende en bestuursrechtelijke bepalingen naar de door Richtlijn 2014/49/EU opgeheven richtlijnen, gelden als verwijzingen naar Richtlijn 2014/49/EU.

Art. 3.Voor de toepassing van deze wet en de besluiten en reglementen genomen ter uitvoering ervan, wordt verstaan onder: 1° Bankwet: de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen;wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten: de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies;wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen type wet prom. 13/03/2016 pub. 26/04/2016 numac 2016015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (2) sluiten: de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen type wet prom. 13/03/2016 pub. 26/04/2016 numac 2016015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (2) sluiten op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen;wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2: de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2 op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen;5° Garantiefonds: het Garantiefonds voor financiële diensten bedoeld in artikel 4;6° de depositobeschermingsregeling: de beschermingsregeling bedoeld in hoofdstuk 2;7° de beleggersbeschermingsregeling: de beschermingsregeling bedoeld in hoofdstuk 3;8° de beschermingsregeling voor levensverzekeringen: de beschermingsregeling bedoeld in hoofdstuk 4;9° lidstaat: een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER);10° derde land: een staat die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;11° NBB: de Nationale Bank van België als bedoeld in artikel 2 van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België;12° FSMA: de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, als bedoeld in artikel 44 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;13° EBA: de Europese Bankautoriteit opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit nr. 2009/78/EG van de Commissie; 14° AVG: Verordening (EU) nr.2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG; 15° wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten0: de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten0 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;16° persoonsgegevens: de persoonsgegevens als bedoeld in artikel 4, 1), van de AVG;17° verwerking van gegevens: een verwerking als bedoeld in artikel 4, 2), van de AVG;18° Richtlijn 2014/49/EU: de Richtlijn (EU) 2014/49 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels;19° Verordening 1093/2010: Verordening (EU) nr.1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie; 20° de Verordening 575/2013: de Verordening (EU) nr.575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012; 21° lid: een deelnemer aan het Garantiefonds overeenkomstig artikelen 6, 31 en 43;22° richtlijn 2009/65/EG: de richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's).

Art. 4.§ 1. Binnen de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën wordt een afzonderlijke dienst opgericht met de naam "Garantiefonds voor financiële diensten", die onder het gezag van de minister van Financiën staat.

Het Garantiefonds heeft tot opdracht het beheer van: 1° een depositobeschermingsregeling overeenkomstig artikel 380 van de Bankwet;2° het onderdeel "geldmiddelen" van de beleggersbeschermingsregeling overeenkomstig de artikelen 96 en 98, tweede lid van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten en Boek VIII van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2;3° een beschermingsregeling voor levensverzekeringen als bedoeld in artikel 62 van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen type wet prom. 13/03/2016 pub. 26/04/2016 numac 2016015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (2) sluiten. § 2. De Koning kan de organisatie en de werking van het Garantiefonds bepalen, alsook de globale kosten van het beheer van de beschermingsregelingen en de berekening van het aandeel in deze kosten dat elk lid moet betalen naar rata van het bedrag aan gedekte deposito's bedoeld in artikel 5, 3°, of de gedekte geldmiddelen bedoeld in artikel 30, 10°, of de beschermde contracten bedoeld in artikel 44, § 1, van elk lid. HOOFDSTUK 2. - Depositobeschermingsregeling Afdeling 1. - Definities

Art. 5.Voor de toepassing van dit hoofdstuk en haar uitvoeringsbesluiten en -reglementen wordt verstaan onder: 1° deposito: een kredietsaldo dat wordt gevormd door op een rekening staande gelden of dat tijdelijk uit normale banktransacties voortvloeit, en dat de kredietinstelling onder de toepasselijke wettelijke en contractuele voorwaarden moet terugbetalen, met inbegrip van een termijn- en spaardeposito, maar met uitsluiting van een kredietsaldo indien: a) het bestaan ervan enkel aangetoond kan worden met een financieel instrument in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen type wet prom. 02/08/2002 pub. 12/12/2019 numac 2019015296 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, tenzij het een spaarproduct betreft dat wordt gestaafd met een op naam gesteld depositocertificaat en dat op 2 juli 2014 al in een lidstaat bestond;b) de hoofdsom niet a pari terugbetaalbaar is;c) de hoofdsom alleen a pari terugbetaalbaar is uit hoofde van een bepaalde door de kredietinstelling of door een derde verstrekte garantie of overeenkomst;2° in aanmerking komende deposito's: deposito's, als bedoeld in artikel 3, 69°, van de Bankwet, die niet zijn uitgesloten van de bescherming krachtens artikel 7, § 1, tweede lid;3° gedekte deposito's: de deposito's bedoeld in artikel 3, 68°, van de Bankwet;4° deposant: de houder van een deposito of, in geval van een gemeenschappelijke rekening, elk van de houders van een deposito;5° gemeenschappelijke rekening: een rekening die op naam van twee of meer personen is geopend of ten aanzien waarvan twee of meer personen rechten hebben die met de handtekening van een of meer van die personen kunnen worden uitgeoefend;6° de toezichthouder: de autoriteit bedoeld in artikel 3, 4°, van de Bankwet;7° onbeschikbaar deposito: een deposito dat verschuldigd en betaalbaar is, maar door een kredietinstelling niet onder de toepasselijke wettelijke of contractuele voorwaarden terugbetaald is, en waarbij: a) de toezichthouder de beslissing, bedoeld in artikel 381, tweede lid, van de Bankwet, heeft genomen;of b) een rechterlijke instantie, om redenen welke rechtstreeks verband houden met de financiële positie van de kredietinstelling, een uitspraak heeft gedaan die leidt tot schorsing van de rechten van deposanten om vorderingen in te stellen jegens deze kredietinstelling;8° kredietinstellingen: de instellingen als bedoeld in artikel 1, § 3, eerste lid, 1°, van de Bankwet, met uitzondering van die bedoeld in artikel 2 van diezelfde wet;9° bijkantoor: een bedrijfszetel als bedoeld in artikel 3, 64°, van de Bankwet;10° streefbedrag: het bedrag aan beschikbare financiële middelen waarover het Garantiefonds overeenkomstig artikel 15 moet beschikken;11° beschikbare financiële middelen: contant geld, deposito's en activa met een laag risico die kunnen worden geliquideerd binnen een tijdsbestek dat de in artikel 381 van de Bankwet bepaalde termijn niet overschrijdt, alsook betalingsverplichtingen tot de in artikel 20 gestelde limiet;12° betalingsverplichtingen: volledig door zekerheden gedekte betalingsverplichtingen van een lid als bedoeld in artikel 6 jegens het Garantiefonds, op voorwaarde dat de zekerheden: a) bestaan uit activa met een laag risico;b) niet met rechten van derden zijn bezwaard en voor het Garantiefonds beschikbaar zijn;13° activa met een laag risico: posten die vallen in de eerste of de tweede categorie als bedoeld in tabel 1 van artikel 336 van Verordening 575/2013, of activa die de bevoegde of aangewezen autoriteit in vergelijkbare mate veilig en liquide acht;14° lidstaat van herkomst: een lidstaat als omschreven in artikel 4, § 1, 43), van Verordening 575/2013;15° lidstaat van ontvangst: een lidstaat als omschreven in artikel 4, § 1, 44), van Verordening 575/2013;16° bevoegde autoriteit: voor België, de autoriteit als bedoeld in artikel 3, 10°, van de Bankwet;17° aangewezen autoriteit: voor België, de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën;18° afwikkelingsautoriteit: de autoriteit bedoeld in artikel 3, 52°, van de Bankwet. Afdeling 2. - Toepassingsgebied

Art. 6.Moeten in het kader van de depositobeschermingsregeling deelnemen aan het Garantiefonds: 1° de kredietinstellingen naar Belgisch recht, als bedoeld in artikel 380 van de Bankwet;2° kredietinstellingen die onder het recht van een derde land ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, waarop artikel 44 van de Bankwet van toepassing is overeenkomst artikel 333, § 1, 6°, van de Bankwet.

Art. 7.§ 1. De bescherming van het Garantiefonds in het kader van de depositobeschermingsregeling betreft de in aanmerking komende deposito's.

De Koning legt de categorieën van deposito's en deposanten vast die van het toepassingsgebied van de bescherming van het Garantiefonds uitgesloten worden. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde bescherming wordt verworven vanaf het moment dat een lid als bedoeld in artikel 6 toestemming krijgt om zijn werkzaamheden in België uit te oefenen. § 3. Onder voorbehoud van artikel 384/1, § 2, van de Bankwet blijven de in aanmerking komende deposito's die gehouden worden op de datum waarop een lid als bedoeld in artikel 6 uitgesloten wordt van het Garantiefonds naar aanleiding van de intrekking van haar vergunning overeenkomstig Titel V van boek II van de Bankwet, beschermd door het Garantiefonds.

Art. 8.§ 1. Het maximumbedrag van de terugbetaling van het Garantiefonds in geval van onbeschikbaarheid van de deposito's is vastgelegd in artikel 382 van de Bankwet.

De Koning bepaalt de betalingsvoorwaarden -en modaliteiten van de door het Garantiefonds uitgevoerde terugbetalingen. § 2. De door het Garantiefonds terugbetaalde bedragen vormen geen roerende inkomsten in de zin van artikel 17, § 1, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992. § 3. Bij elke terugbetaling door het Garantiefonds treedt het in de rechten van de schadeloos gestelde rechthebbende en treedt het, ten belope van het terugbetalingsbedrag, in de rechten van de schuldvordering die deze heeft ten opzichte van de in gebreke gebleven kredietinstelling.

De rangorde van de schuldvordering bedoeld in het eerste lid wordt bepaald door artikel 389, § 1, van de Bankwet. § 4. Wanneer het Garantiefonds uitkeringen stort in het kader van een afwikkelingsprocedure, onder meer bij het toepassen van afwikkelingsinstrumenten of het uitoefenen van afwikkelingsbevoegdheden overeenkomstig artikel 380, eerste lid, van de Bankwet, heeft het Garantiefonds een vordering tegen de betrokken kredietinstelling voor een bedrag dat gelijk is aan het bedrag van de door hem gestorte uitkeringen. Die vordering neemt dezelfde rangorde in als gedekte deposito's krachtens 389, § 1, van de Bankwet.

Art. 9.§ 1. Overeenkomstig artikel 380, vierde lid, van de Bankwet, worden deposanten bij bijkantoren die in België zijn gevestigd door kredietinstellingen die onder het recht van een andere lidstaat vallen, in het kader van de depositobescherming terugbetaald door het Garantiefonds namens en overeenkomstig de instructies van het depositogarantiestelsel van de lidstaat van herkomst waar de kredietinstelling gevestigd is.

Het Garantiefonds informeert de betrokken deposanten namens het depositogarantiestelsel van de lidstaat van herkomst en is gerechtigd de correspondentie van deze deposanten namens het depositogarantiestelsel van de lidstaat van herkomst in ontvangst te nemen.

Het Garantiefonds gaat pas over tot terugbetaling als het de nodige prefinanciering en instructies ontvangen heeft van het depositogarantiestelsel van de lidstaat van herkomst in kwestie.

Het Garantiefonds kan niet aansprakelijk gesteld worden als het handelingen uitvoert conform deze instructies. § 2. In geval van onbeschikbaarheid van de deposito's van een bijkantoor van een kredietinstelling naar Belgisch recht dat in een andere lidstaat is gevestigd, geeft het Garantiefonds aan het depositogarantiestelsel van de lidstaat van ontvangst de nodige instructies om de deposanten van dat bijkantoor te informeren en terug te betalen. § 3. Het Garantiefonds, vertegenwoordigd door de administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Thesaurie die het Garantiefonds bindt, sluit overeenkomsten met andere depositogarantiestelsels om de samenwerking met hun te vergemakkelijken.

De aangewezen autoriteit stelt de EBA in kennis van het bestaan en de inhoud van dergelijke overeenkomsten. Indien het Garantiefonds geen overeenkomst kan bereiken of indien er een geschil bestaat over de interpretatie van een overeenkomst, kan elke partij overeenkomstig artikel 19 van de Verordening 1093/2010 de zaak aan de EBA voorleggen.

Het ontbreken van dergelijke overeenkomsten doet geen afbreuk aan het recht van verhaal van de deposanten op het Garantiefonds als bepaald in artikel 52, noch aan het recht van kredietinstellingen om hun bijdragen over te dragen wanneer zij overeenkomstig artikel 21 van het ene depositogarantiestelsel naar het andere overstappen.

Art. 10.De aangewezen autoriteit oefent doorlopend toezicht uit op het Garantiefonds voor wat betreft de naleving van Richtlijn 2014/49/EU. De Algemene Administratie van de Thesaurie is eveneens de bevoegde autoriteit zoals bedoeld in artikel 4, § 2, iii), van de Verordening 1093/2010. Afdeling 3. - Financiering

Onderafdeling 1. - Financieringswijze

Art. 11.De financiële bronnen van het Garantiefonds bestaan uit zijn beschikbare financiële middelen, buitengewone bijdragen en voorschotten van de Schatkist, bedoeld in de onderafdelingen 2, 5 en 6 van deze afdeling.

Voor de toepassing van artikel 27, maakt het Garantiefonds in de eerste plaats gebruik van zijn beschikbare financiële middelen. Indien de beschikbare financiële middelen ontoereikend zijn, betalen de in artikel 6 bedoelde leden buitengewone bijdragen. Indien de beschikbare financiële middelen ontoereikend zijn en de buitengewone bijdragen niet onmiddellijk beschikbaar of toereikend zijn, schiet de Schatkist de nodige bedragen voor aan het Garantiefonds.

Art. 12.De schuldvorderingen van het Garantiefonds in hoofdsom, interesten en bijkomstigheden op een lid bedoeld in artikel 6 uit hoofde van de middelen van de depositobeschermingsregeling nemen dezelfde rangorde in als de gedekte deposito's, overeenkomstig artikel 389, § 1, van de Bankwet.

De aanwending bij voorrang, ingevoerd bij artikel 19 in fine van de Hypotheekwet van 16 december 1851, is van toepassing op de schuldvorderingen van het Garantiefonds bedoeld in eerste lid.

Onderafdeling 2. - De beschikbare financiële middelen

Art. 13.Het Garantiefonds beschikt over adequate systemen ter bepaling van zijn eventuele verplichtingen. De beschikbare financiële middelen staan in verhouding tot die verplichtingen.

Art. 14.Het Garantiefonds verwerft zijn beschikbare financiële middelen door: 1° de periodieke bijdragen betaald door zijn leden bedoeld in artikel 6;2° de overdrachten van bijdragen van een depositogarantiestelsel van een andere lidstaat;3° de opbrengsten afkomstig van de beleggingsstrategie van de beschikbare financiële middelen;4° de teruggevorderde bedragen in het kader van een vereffenings-, faillissements- of afwikkelingsprocedure.

Art. 15.§ 1. De beschikbare financiële middelen moeten een minimaal streefbedrag van 0,8 procent van het bedrag van de gedekte deposito's van de leden bedoeld in artikel 6 van het Garantiefonds bereiken.

In afwijking van het eerste lid, kan de Koning in gemotiveerde gevallen en na goedkeuring door de Europese Commissie, bij een Ministerraad overlegd besluit, een lager minimaal streefbedrag toestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a) de verlaging berust op de veronderstelling dat het onwaarschijnlijk is dat een aanzienlijk deel van de beschikbare financiële middelen voor andere dan de in artikel 380, eerste lid, tweede en vierde zin, van de Bankwet omschreven maatregelen ter bescherming van gedekte deposanten zal worden gebruikt, en b) de bankensector waarin de aangesloten leden bedoeld in artikel 6 opereren, kent een sterke concentratie van grote hoeveelheden activa die worden aangehouden door een klein aantal kredietinstellingen of bankgroepen, die onderworpen zijn aan toezicht op geconsolideerde basis, die, gezien hun omvang, wanneer zij in gebreke blijven, waarschijnlijk aan een afwikkelingsprocedure onderworpen zullen worden. Het verminderde minimaal streefbedrag mag niet lager zijn dan 0,5 % van de gedekte deposito's. § 2. Het streefbedrag is vastgesteld op 1,8 procent van het bedrag van de gedekte deposito's van de leden bedoeld in artikel 6 van het Garantiefonds.

De Koning kan het streefbedrag aanpassen, dat niet lager mag zijn dan het minimaal streefbedrag bedoeld in paragraaf 1. § 3. De Koning bepaalt de wijze waarop het bedrag van de gedekte deposito's van zijn leden aan het Garantiefonds wordt medegedeeld. § 4. Wanneer de beschikbare financiële middelen achterblijven bij het streefbedrag zoals bedoeld in paragraaf 2, wordt de betaling van periodieke bijdragen in elk geval hervat totdat het streefbedrag opnieuw is bereikt.

Zijn de beschikbare financiële middelen, nadat het streefbedrag zoals bedoeld in paragraaf 2 voor het eerst is bereikt, ten gevolge van de aanwending van de fondsen: 1° lager dan twee derde van het streefbedrag, dan wordt de periodieke bijdrage vastgesteld op een niveau waarbij het streefbedrag binnen zes jaar bereikt kan worden;2° lager dan vijf zesde maar hoger dan twee derde van het streefbedrag, dan wordt de periodieke bijdrage vastgesteld op een niveau waarbij het streefbedrag binnen twee jaar bereikt kan worden. § 5. De bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregelingen op grond van titel VII van Richtlijn 2014/59/EU, met inbegrip van de beschikbare financiële middelen die in aanmerking moeten worden genomen om het streefbedrag van de afwikkelingsfinancieringsregelingen als bedoeld in de wet van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het afwikkelingsfonds te bereiken, worden niet in aanmerking genomen voor het te bereiken streefbedrag.

Art. 16.Het Garantiefonds stelt de EBA jaarlijks op 31 maart in kennis van het bedrag van de gedekte deposito's van zijn leden en van het bedrag van de beschikbare financiële middelen, als berekend per 31 december van het voorgaande jaar.

Onderafdeling 3. - Periodieke bijdragen

Art. 17.De leden bedoeld in artikel 6 zijn een jaarlijkse periodieke bijdrage verschuldigd aan het Garantiefonds totdat het streefbedrag bedoeld in artikel 15, § 2, is bereikt.

Er wordt naar behoren rekening gehouden met de conjunctuurcyclus en met het effect dat procyclische bijdragen kunnen hebben bij de vaststelling van de periodieke bijdragen in het kader van dit artikel.

Daartoe kan de bevoegde autoriteit een wijziging van de berekeningsmethode eisen ten einde naar behoren rekening te houden met de evolutie van de conjunctuurcyclus en met het procyclische effect van de bijdragen.

Art. 18.De bijdragen worden berekend door het Garantiefonds in functie van het bedrag aan gedekte deposito's en de mate van het risico dat het betrokken lid loopt.

Voor de berekening van de bijdragen worden risicogebaseerde berekeningsmethoden gebruikt. De berekening van deze bijdragen is evenredig aan het risico van de leden bedoeld in artikel 6 van het Garantiefonds en houdt terdege rekening met de risicoprofielen van de verschillende bedrijfsmodellen. Bij deze methoden wordt ook rekening gehouden met de activazijde van de balans en met risico-indicatoren, zoals kapitaaltoereikendheid, kwaliteit van de activa en liquiditeit.

De berekeningsmethoden en alle wijzigingen aan de methoden worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit, die daarbij samenwerkt met de aangewezen autoriteit. Het Garantiefonds stelt de EBA in kennis van de goedgekeurde berekeningsmethoden en de wijzigingen aan de methoden.

De Koning bepaalt de nadere regels voor de betaling van de bijdragen.

Art. 19.§ 1. De periodieke bijdragen van de leden bedoeld in artikel 6 worden berekend op basis van de volgende formule: Ci = CR * ARWi * CDi * µ Waarbij: Ci staat voor de jaarlijkse bijdrage van het lid "i";

CR staat voor het bijdragepercentage;

ARWi staat voor het geaggregeerd risicogewicht voor het lid "i";

CDi staat voor de gedekte deposito's voor het lid "i" op 31 december van het jaar voorafgaand aan de berekening van de bijdrage; µ staat voor de aanpassingscoëfficiënt. § 2. De aanpassingscoëfficiënt (µ) voor elk lid bedoeld in artikel 6 wordt berekend aan de hand van volgende formule:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waarbij: ATL staat voor het jaarlijks streefbedrag (in euro);

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld is een sommatieteken, voor i van 1 tot n, waarbij "n" staat voor het totale aantal leden "i";

CR staat voor het bijdragepercentage;

ARWi staat voor het geaggregeerd risicogewicht voor het lid "i";

CDi staat voor de gedekte deposito's voor het lid "i" op 31 december van het jaar voorafgaand aan de berekening van de bijdrage. § 3. Het geaggregeerde risicogewicht (ARWi) van een lid "i", bedoeld in artikel 6, wordt bepaald op basis van de intervallen voor zijn geaggregeerde risicoscore (ARSi), zoals opgenomen in bijlage 1.

De geaggregeerde risicoscore (ARSi) voor lid "i" wordt berekend volgens de volgende formule:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waarbij: IWj staat voor het indicatorgewicht van de indicator Aj;

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld is een sommatieteken, voor j van 1 tot m, waarbij "m" staat voor het totale aantal indicatoren "Aj";

IRSj staat voor de individuele risicoscore voor indicator Aj.

De indicatoren (Aj) en hun indicatorgewicht (IWj) die moeten worden gebruikt voor de berekening van de op risicogebaseerde bijdragen zijn opgenomen in bijlage 2.

De intervallen die de individuele risicoscore (IRS) bepalen die aan elke risico-indicator (Aj) moet worden toegekend, in functie van zijn waarde, zijn opgenomen in bijlage 3. § 4. Het bijdragepercentage (CR) voor de berekening van de periodieke bijdragen wordt jaarlijks berekend volgens de volgende formule:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waarbij: ATL staat voor het jaarlijks streefbedrag (in euro);

CD staat voor de som van de gedekte deposito's op 31 december van het voorgaande jaar van alle leden bedoeld in artikel 6. § 5. Het jaarlijks streefbedrag (ATL) wordt jaarlijks berekend volgens de volgende formule:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waarbij: TL staat voor het streefbedrag zoals bepaald in artikel 15, § 2 (in euro);

AFM staat voor het bedrag aan beschikbare financiële middelen;

Y staat voor het aantal resterende jaren zoals bedoeld in artikel 15, § 4, tweede lid, 1° of 2° of in artikel 59 om het streefbedrag te bereiken bedoeld in artikel 15 § 2. Bij ontstentenis van een tijdslimiet is de Y gelijk aan 1. § 6. De NBB deelt jaarlijks aan het Garantiefonds, of op zijn verzoek, de berekende waarde van de indicatoren van de leden zoals bedoeld in artikel 6 mee, die toelaten hun individuele risicoscore te bepalen.

Indien de bevoegde autoriteit de waarde van de indicatoren van een lid bedoeld in artikel 6 niet kan verstrekken, wordt aan dit lid een ARWi toegekend dat gelijk is aan het gewogen gemiddelde van de ARW (AARW) van de in artikel 6 bedoelde leden waarvoor een ARWi-score wordt berekend op basis van de door de bevoegde autoriteit verstrekte indicatorwaarden. De AARW wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waarbij:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld is een sommatieteken, voor i van 1 tot n, waarbij "n" staat voor het totale aantal leden "i", bedoeld in artikel 6, waarvoor een ARWi-score wordt berekend op basis van de door de bevoegde autoriteit verstrekte indicatorwaarden;

CDi staat voor de gedekte deposito's voor het lid "i", bedoeld in artikel 6, waarvoor een ARWi-score wordt berekend op basis van de door de bevoegde autoriteit verstrekte indicatorwaarden, op 31 december van het jaar voorafgaand aan de berekening van de bijdrage;

ARWi staat voor het geaggregeerd risicogewicht voor het lid "i", bedoeld in artikel 6, waarvoor een ARWi-score wordt berekend op basis van de door de bevoegde autoriteit verstrekte indicatorwaarden;

CD° staat voor de som van de gedekte deposito's op 31 december van het voorgaande jaar van alle leden bedoeld in artikel 6, waarvoor een ARWi-score wordt berekend op basis van de door de bevoegde autoriteit verstrekte indicatorwaarden. § 7. Onverminderd de artikelen 17 en 18 en de richtsnoeren van de EBA, kan de Koning de formule voor de berekening van de periodieke bijdragen wijzigen, met inbegrip van de vaststelling van aanvullende risico-indicatoren, de aanpassing van de indicatorgewichten (IWi), de aanpassing van de intervallen voor de bepaling van het geaggregeerde risicogewicht (ARWi) van een lid "i", bedoeld in artikel 6, op basis van zijn geaggregeerde risicoscore (ARSi), en de aanpassing van de intervallen voor de bepaling van de individuele risicoscore (IRS) die aan elke risico-indicator (Aj) moet worden toegekend in functie van zijn waarde.

Elke wijziging die overeenkomstig het eerste lid wordt aangebracht, moet de goedkeuring krijgen van de bevoegde autoriteit in samenwerking met de aangewezen autoriteit.

Art. 20.Het Garantiefonds kan een lid als bedoeld in artikel 6 toelaten zijn periodieke jaarlijkse bijdrage te betalen door het aangaan van een betalingsverplichting. Het totale aandeel van de betalingsverplichtingen mag niet meer bedragen dan 30 procent van het totale bedrag van de beschikbare financiële middelen van het Garantiefonds.

De Koning bepaalt de nadere regels van de betalingsverplichtingen overeenkomstig de richtsnoeren van de EBA. Onderafdeling 4. - Overdrachten van bijdragen

Art. 21.§ 1. Indien een lid bedoeld in artikel 6, 1°, niet langer deelneemt aan het Garantiefonds en zich aansluit bij een ander depositogarantiestelsel, worden de bijdragen die in de twaalf maanden vóór de beëindiging van de deelneming zijn betaald, met uitzondering van de buitengewone bijdragen, aan het andere depositogarantiestelsel overgedragen.

Indien sommige activiteiten van een lid zoals bedoeld in artikel 6, 1°, naar een andere lidstaat worden overgedragen en zodoende onder een ander depositogarantiestelsel komen te vallen, worden de bijdragen van dat lid die in de twaalf maanden vóór de overdracht zijn betaald, met uitzondering van de buitengewone bijdragen, aan het andere depositogarantiestelsel overgedragen naar rata van het bedrag van de overgedragen gedekte deposito's. § 2. Indien een lid zoals bedoeld in artikel 6, 1°, voornemens heeft van het Garantiefonds naar een ander depositogarantiestelsel over te stappen, geeft hij ten minste zes maanden van tevoren kennis van dat voornemen aan het Garantiefonds. Tijdens die periode blijft dat betrokken lid verplicht tot betaling, van zowel de periodieke bijdragen als buitengewone bijdragen aan het Garantiefonds.

Onderafdeling 5. - Buitengewone bijdragen

Art. 22.Artikel 18 is van toepassing op de berekening van de buitengewone bijdragen.

Art. 23.De buitengewone bijdragen te betalen aan het Garantiefonds door de leden bedoeld in artikel 6 worden berekend door het Garantiefonds op basis van de formule van de periodieke bijdragen, met uitzondering van het jaarlijks streefbedrag (ATL), dat wordt vervangen door het bedrag dat tekort is.

Onverminderd de artikelen 22, 24 en 25 en de richtsnoeren van de EBA, kan de Koning de berekeningsmethode van de buitengewone bijdragen wijzigen.

Art. 24.De buitengewone bijdragen van de leden bedoeld in artikel 6 mogen, per kalenderjaar, niet meer bedragen dan 0,5 procent van hun gedekte deposito's. In uitzonderlijke omstandigheden en indien de bevoegde autoriteit toestemming heeft gegeven, kan het Garantiefonds hogere buitengewone bijdragen verlangen.

Art. 25.De bevoegde autoriteit kan een betaling door een lid bedoeld in artikel 6 van buitengewone bijdragen aan het Garantiefonds geheel of gedeeltelijk opschorten als de bijdragen de liquiditeit of de solvabiliteit van dat lid zouden bedreigen. Een zodanige opschorting wordt niet verleend voor een periode langer dan zes maanden, maar kan op verzoek van het lid worden verlengd. De opgeschorte buitengewone bijdragen worden betaald op het moment dat de betaling niet langer de liquiditeit of solvabiliteit van het lid bedreigt.

Onderafdeling 6. - Voorschotten

Art. 26.§ 1. De in artikel 11 bedoelde voorschotten worden toegekend overeenkomstig artikel 70 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat. § 2. De voorschotten, met inbegrip van de interesten, worden door het Garantiefonds aan de Schatkist terugbetaald door middel van de buitengewone bijdragen. § 3. De Koning kan de interesten, de aflossingstabel en de andere terugbetalingsregels van de voorschotten vaststellen na overeenstemming tussen de bevoegde autoriteit en de aangewezen autoriteit.

Onderafdeling 7. - Gebruik van middelen

Art. 27.De financiële bronnen van het Garantiefonds worden gebruikt voor de financiering van: 1° de tussenkomsten zoals bedoeld in artikel 380, eerste lid, van de Bankwet;2° de overdrachten van bijdragen van het Garantiefonds aan andere depositogarantiestelsels;3° de kosten resulterend uit de beleggingsstrategie van de beschikbare financiële middelen;4° de kosten die voortvloeien uit de voorbereiding, uitvoering en terugvordering van de tussenkomsten bedoeld in artikel 380 van de Bankwet. Afdeling 4. - Samenwerking

Art. 28.De bevoegde autoriteit, aangewezen autoriteit, afwikkelingsautoriteit en de toezichthoudende autoriteit werken met elkaar samen en oefenen hun bevoegdheden uit overeenkomstig de Richtlijn 2014/49/EU. Deze samenwerking vindt plaats overeenkomstig artikel 54.

Art. 29.Het Garantiefonds wisselt met de depositogarantiestelsels van de lidstaten van ontvangst de in de volgende artikelen bedoelde informatie uit, onverminderd de in die artikelen vastgelegde beperkingen: 1° artikel 9, § 1, tweede lid, en § 2;2° artikel 380, vijfde lid, van de Bankwet;3° artikel 381, eerste en vierde lid, van de Bankwet. Deze uitwisseling vindt plaats overeenkomstig artikel 54. HOOFDSTUK 3. - De Beleggersberschermingsregeling Afdeling 1. - Definities

Art. 30.Voor de toepassing van dit hoofdstuk en haar uitvoeringsbesluiten en -reglementen wordt verstaan onder: 1° beursvennootschap: de vennootschap bedoeld in artikel 2 van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2 en/of de instelling bedoeld in artikel 1, § 3, eerste lid, 2°, van de Bankwet;2° bijkantoor van een beursvennootschap: een bedrijfszetel bedoeld in artikel 3, 79°, van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2 en/of in artikel 3, 64°, van de Bankwet;3° beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging: de vennootschap bedoeld in artikel 3, 12°, van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen;4° bijkantoor van een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging: een bedrijfszetel bedoeld in artikel 3, 35°, van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen;5° beheervennootschap van AICB's: de vennootschap bedoeld in artikel 3, 12°, van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 09/06/2016 numac 2016000324 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders;6° bijkantoor van een beheervennootschap van AICB's: de bedrijfszetel bedoeld in artikel 3, 20°, van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 09/06/2016 numac 2016000324 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders;7° vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies: de vennootschap bedoeld in titel 3 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten;8° bijkantoor van een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies: de bedrijfszetel die niet het hoofdkantoor is en die een onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid vormt van een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies;alle bedrijfszetels in eenzelfde lidstaat van een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies met hoofdkantoor in een andere lidstaat worden als één enkel bijkantoor beschouwd. 9° in aanmerking komende geldmiddelen: gelddeposito's die niet zijn uitgesloten van de bescherming krachtens artikel 32, § 2;10° gedekte geldmiddelen: de geldmiddelen die gedekt zijn door de beschermingsregeling bedoeld in artikel 32, § 1, ten belope van het niveau van dekking bepaald in artikel 33. Afdeling 2. - Onderdeel geldmiddelen

Onderafdeling 1. - Toepassingsgebied

Art. 31.§ 1. Moeten in het kader van het onderdeel geldmiddelen van de beleggersbescherming deelnemen aan het Garantiefonds: 1° beursvennootschappen naar Belgisch recht bedoeld in artikel 274 van de wet van 22 juli 2022 en de beursvennootschappen naar Belgisch recht bedoeld in artikel 384/3, § 2, eerste lid, van de Bankwet;2° beursvennootschappen die onder het recht van een derde land ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, bedoeld in artikel 226 van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2 en waarop artikel 43 van dezelfde wet van toepassing is overeenkomstig paragraaf 1, tweede lid, 5°, van voormeld artikel 226 en de beursvennootschappen die onder het recht van een derde land ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, bedoeld in artikel 384/2, tweede lid, van de Bankwet;3° beursvennootschappen die onder het recht van een lidstaat ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, bedoeld in artikel 224 van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2 en waarop artikel 43 van die wet van toepassing is, overeenkomstig artikel 224, tweede lid, en artikel 226, tweede lid, 5°, van die wet;4° de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging en de beheervennootschappen van AICB's, naar Belgisch recht, bedoeld in artikel 96 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten;5° de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging die onder het recht van een derde land ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, met uitzondering van deze bedoeld in artikel 96, tweede lid, tweede zin, van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten;6° de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, naar Belgisch recht, als bedoeld in artikel 96 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten;7° de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies die onder het recht van een derde land ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, met uitzondering van die bedoeld in artikel 96, tweede lid, tweede zin, van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten;8° de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies die onder het recht van een andere lidstaat ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, bedoeld in artikel 83 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten en waarop artikel 29 van die wet van toepassing is overeenkomstig de artikelen 83 en 84, § 2, 4°, van die wet; § 2. De volgende entiteiten mogen deelnemen aan het Garantiefonds, ter aanvulling van de garanties verstrekt door de beleggersbeschermingsregeling, onderdeel geldmiddelen, waarbij ze in hun lidstaat van herkomst zijn aangesloten: 1° beursvennootschappen die onder het recht van een andere lidstaat ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, overeenkomstig artikel 278 van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2 of artikel 384/6 van de Bankwet;2° de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, van beheervennootschappen van AICB's en van beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging die onder het recht van een andere lidstaat ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, bedoeld in artikel 100 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten. De Koning bepaalt de voorwaarden en nadere regels van deze aansluiting.

Art. 32.§ 1. De bescherming van het Garantiefonds met betrekking tot het onderdeel geldmiddelen van de beleggersbescherming betreft: 1° in geval van faillissement van een beursvennootschap of van een beslissing genomen door de NBB overeenkomstig artikel 275, tweede lid, van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2 of artikel 384/3, § 2, tweede lid, van de Bankwet, de geldmiddelen die voor rekening van de beleggers worden gehouden en die bestemd zijn voor de verwerving van financiële instrumenten, voor de belegging in gestructureerde deposito's of voor terugbetalingen, ongeacht de munteenheid waarin ze zijn uitgedrukt, die de genoemde beursvennootschap niet kan terugbetalen overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en contractuele voorwaarden, en die nog niet door het Garantiefonds zijn terugbetaald in het kader van de depositobeschermingsregeling;2° in geval van faillissement van een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, van een beheervennootschap van AICB's of van een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, of van een beslissing met betrekking tot een van deze vennootschappen genomen door de FSMA overeenkomstig artikel 97 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten, de geldmiddelen bedoeld in artikel 98, tweede lid, van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten. § 2. De Koning bepaalt de categorieën geldmiddelen en beleggers die uitgesloten worden van het toepassingsgebied van de bescherming van het Garantiefonds. § 3. De in paragraaf 1 bedoelde bescherming wordt verworven vanaf het moment dat een lid als bedoeld in artikel 31, § 1, toestemming krijgt om zijn werkzaamheden in België uit te oefenen. § 4. De dekking in het kader van het onderdeel geldmiddelen van de beleggersbescherming blijft verzekerd na de intrekking of herroeping van de vergunning, overeenkomstig artikel 200 van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2, artikel 233, tweede lid van de Bankwet, artikelen 63 en 64 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten, artikelen 249 en 250 van de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 18/02/2015 numac 2015000044 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, en artikelen 359 en 360 van de wet van 19 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2014 pub. 17/06/2014 numac 2014003229 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders type wet prom. 19/04/2014 pub. 09/06/2016 numac 2016000324 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, voor de deposito's in verband met beleggingsverrichtingen uitgevoerd vóór de datum van deze intrekking of herroeping.

Art. 33.§ 1. In de gevallen bedoeld in artikel 32, § 1, is het maximumbedrag van de terugbetaling van het Garantiefonds bepaald in artikel 276, tweede lid, van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2, artikel 98, tweede lid, van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten en artikel 384/4, tweede lid, van de Bankwet.

De Koning kan het bedrag voorzien in artikel 276, tweede lid, van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2, artikel 98, tweede lid, van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten en artikel 384/4, tweede lid, van de Bankwet aanpassen, om het in overeenstemming te brengen met deze voorzien in artikel 382 van de Bankwet.

Het Garantiefonds betaalt de gedekte geldmiddelen terug, bepaald overeenkomstig dit hoofdstuk en haar uitvoeringsbesluiten, die gehouden worden in een bijkantoor zoals bedoeld in artikel 31, § 1, 2°, 3°, 5°, 7°, 8°, en § 2, ten belope van het verschil tussen het bedrag van de terugbetaling van de evenwaardige beschermingsregeling van het land van herkomst en het bedrag van de tussenkomst vastgelegd in het eerste lid.

De Koning bepaalt de betalingsvoorwaarden en nadere regels van de terugbetaling bedoeld in het eerste en derde lid. § 2. De door het Garantiefonds terugbetaalde bedragen vormen geen roerende inkomsten in de zin van artikel 17, § 1, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992. § 3. Bij elke terugbetaling die het Garantiefonds uitvoert, subrogeert het in de rechten van de rechthebbende die schadeloos is gesteld en treedt het, ten belope van het terugbetalingsbedrag, in de rechten van de schuldvordering die deze heeft ten opzichte van de in gebreke gebleven instelling.

Wanneer de rechthebbende slechts voor een deel van zijn vordering door het Garantiefonds schadeloos wordt gesteld, staat hij, in afwijking van artikel 5.223 van het Burgerlijk Wetboek, in rang gelijk met het Garantiefonds voor de uitoefening van zijn rechten met betrekking tot hetgeen hem nog verschuldigd blijft.

Onderafdeling 2. - Financiering

Art. 34.De financiële bronnen van het Garantiefonds voor de financiering van de tussenkomsten, de kosten resulterend uit de beleggingsstrategie van de beschikbare financiële middelen en de kosten die voortvloeien uit de voorbereiding, uitvoering en terugvordering van de tussenkomsten, in het kader van het onderdeel geldmiddelen van de beleggersbeschermingsregeling worden gevormd door de beschikbare financiële middelen, bestaande uit de periodieke bijdragen van de leden bedoeld in artikel 31, § 1, 1°, 2° en 3°, door de buitengewone bijdragen en door voorschotten van de Schatkist.

Art. 35.De schuldvorderingen van het Garantiefonds in hoofdsom, interesten en bijkomstigheden op een lid van het Garantiefonds, met betrekking tot de middelen van de beleggersbeschermingsregeling, zijn bevoorrecht op alle roerende goederen van dit lid.

Het in het eerste lid bedoelde voorrecht komt onmiddellijk na de voorrechten bedoeld in artikel 19, 4° nonies, van de Hypotheekwet van 16 december 1851.

De aanwending bij voorrang, ingevoerd bij artikel 19 in fine van de hypotheekwet van 16 december 1851, is van toepassing op de schuldvorderingen van het Garantiefonds bedoeld in het eerste lid.

Art. 36.De leden bedoeld in artikel 31, § 1, 1°, 2° en 3°, zijn een periodieke jaarlijkse bijdrage verschuldigd van 0,105 procent van het bedrag op 31 december van het voorgaand jaar, van de gedekte geldmiddelen die zij aanhouden.

Ingeval van deelname aan het Garantiefonds in de loop van het jaar voorafgaand aan het jaar van berekening van de periodieke jaarlijkse bijdrage, worden deze bijdragen pro rata temporis berekend.

De Koning bepaalt de nadere regels voor de mededeling aan het Garantiefonds van het bedrag aan gedekte geldmiddelen van zijn leden bedoeld in artikel 31, § 1, 2° en 3°.

De Koning stelt de nadere regels voor de betaling van deze bijdragen vast.

Art. 37.§ 1. In het geval van een tussenkomst van het Garantie-fonds in een situatie als bedoeld in artikel 32, § 1, 1°, wanneer de beschikbare financiële middelen van de beleggersbeschermingsregeling van het Garantiefonds ontoereikend zijn, betalen de in artikel 31, § 1, 1°, 2° en 3°, bedoelde leden buitengewone bijdragen om het Garantiefonds in staat te stellen zijn verbintenissen na te komen. § 2. De buitengewone bijdragen worden berekend door het Garantiefonds.

Voor elk lid komt het bedrag van de buitengewone bijdrage overeen met de helft van het bedrag van de periodieke jaarlijkse bijdrage.

De Koning stelt de nadere regels voor de betaling van deze bijdragen vast. § 3. Indien de beschikbare financiële middelen ontoereikend zijn en indien de buitengewone bijdragen niet onmiddellijk beschikbaar of toereikend zijn, schiet de Schatkist de nodige bedragen voor aan het Garantiefonds.

Het voorschot van de Schatkist wordt toegekend overeenkomstig artikel 70 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat.

Het voorschot, met inbegrip van de interesten, wordt aan de Schatkist terugbetaald door het Garantiefonds door middel van de bedragen die teruggevorderd worden uit een vereffeningsprocedure of faillissement of door middel van buitengewone bijdragen betaald door de leden zoals bedoeld in artikel 31, § 1, 1°, 2° en 3°.

De Koning bepaalt de interesten, de aflossingstabel en alle andere terugbetalingsmodaliteiten van het voorschot.

Art. 38.§ 1. In geval van faillissement van een lid bedoeld in artikel 31, § 1, 4° tot 8°, of van een beslissing met betrekking tot een van deze vennootschappen genomen door de FSMA overeenkomstig artikel 97 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten, schiet de Schatkist aan het Garantiefonds de bedragen voor die nodig zijn.

Het voorschot wordt toegekend overeenkomstig artikel 70 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat.

Het voorschot, met inbegrip van de interesten, wordt door het Garantiefonds aan de Schatkist terugbetaald door middel van de bedragen teruggevorderd uit een vereffeningsprocedure of faillissement of door middel van buitengewone bijdragen. § 2. Deze buitengewone bijdragen verschuldigd door de leden bedoeld in artikel 31, § 1, 4° tot 8°, worden door het Garantiefonds als volgt berekend: 1° elk lid betaalt een eerste bijdrage van 4.000 euro; 2° elk lid betaalt een tweede bijdrage die is vastgesteld op 0,5 procent van de jaarlijkse positieve bruto-opbrengst. De Koning bepaalt de interesten, de aflossingstabel en alle andere terugbetalingsmodaliteiten van het voorschot.

Art. 39.De leden vermeld in artikel 31, § 2, dragen bij overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling. Deze bijdragen zijn echter slechts verschuldigd op basis van het verschil in dekking tussen de beleggersbeschermingsregeling(en) van de lidstaat van herkomst van het bijkantoor en de regeling vastgelegd door het Garantiefonds.

Onderafdeling 3. - Samenwerking

Art. 40.Het Garantiefonds kan samenwerkingen tot stand brengen met andere beleggersbeschermingsstelsels, om informatie uit te wisselen en om samen te werken voor wat terugbetalingsaanvragen betreft. Afdeling 3. - Onderdeel financiële instrumenten

Art. 41.Het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten, opgericht bij artikel 3, eerste lid, van de wet van 17 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten, verzekert het beheer en de verrichtingen van het deel financiële instrumenten van de beleggersbeschermingsregeling als bedoeld in de artikelen 384/4 van de Bankwet, artikel 276, eerste lid, van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2 en in de artikelen 96 en 98, eerste lid, van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten, overeenkomstig de artikelen 419/3 van de Bankwet, 423 van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten2 en artikel 115 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen sluiten. HOOFDSTUK 4. - De beschermingsregeling voor levensverzekeringen Afdeling 1. - Definities

Art. 42.Voor de toepassing van dit hoofdstuk en zijn uitvoeringsbesluiten en -reglementen wordt verstaan onder verzekeringsonderneming, de onderneming bedoeld in artikel 5, eerste lid, 1° van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen type wet prom. 13/03/2016 pub. 26/04/2016 numac 2016015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (2) sluiten. Afdeling 2. - Toepassingsgebied

Art. 43.Moeten in het kader van de bescherming van levensverzekeringen deelnemen aan het Garantiefonds, verzekeringsondernemingen, die vergund zijn voor het sluiten van levensverzekeringscontracten met een gewaarborgd rendement, behorend tot tak 21 zoals bepaald in Bijlage II van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen type wet prom. 13/03/2016 pub. 26/04/2016 numac 2016015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (2) sluiten: 1° naar Belgisch recht, bedoeld in artikel 62 van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen type wet prom. 13/03/2016 pub. 26/04/2016 numac 2016015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (2) sluiten;2° die onder het recht van een derde land ressorteren en in België een bijkantoor hebben gevestigd, bedoeld in artikel 585, § 1, 5°, van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen type wet prom. 13/03/2016 pub. 26/04/2016 numac 2016015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (2) sluiten.

Art. 44.§ 1. De bescherming van het Garantiefonds in het kader van de bescherming van de levensverzekeringen betreft de levensverzekeringscontracten met gewaarborgd rendement, onderworpen aan het Belgisch recht, behorend tot tak 21, zoals bepaald in bijlage I van het koninklijk besluit van 22 februari 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten4 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, met uitzondering van de contracten bedoeld in: 1° de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;2° de bepalingen van de programmawet (I) van 24 december 2002 betreffende de aanvullende pensioenen van zelfstandigen; De levensverzekeringscontracten die overeenkomstig lid 1 in aanmerking komen voor de bescherming van het Garantiefonds worden hierna "beschermde contracten" genoemd. § 2. De Koning kan de in paragraaf 1 vastgestelde lijst van contracten die van de bescherming van het Garantiefonds zijn uitgesloten, wijzigen. § 3. De bescherming verstrekt door het Garantiefonds treedt in werking vanaf de ontvangst van de betaling van de jaarlijkse bijdrage door een lid bedoeld in artikel 43.

Opdat de bescherming bij het aanvatten van de activiteiten zou gelden, vooraleer hun activiteit als levensverzekeringsonderneming met gewaarborgd rendement behorend tot tak 21 zoals bepaald in Bijlage II van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen type wet prom. 13/03/2016 pub. 26/04/2016 numac 2016015026 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (2) sluiten aan te vatten, dient deze zich aan te melden bij het Garantiefonds.

De Koning kan bijkomende verplichtingen in verband met hun deelname opleggen aan de in het artikel 43 bedoelde leden.

Art. 45.§ 1. In geval een lid bedoeld in artikel 43 in gebreke blijft, komt het Garantiefonds tussen ten belope van maximum 100.000 euro.

De Koning kan dit bedrag aanpassen om het in overeenstemming te brengen met dat van de andere beschermingsregelingen bedoel in artikel 4, § 1, tweede lid.

De terugbetaling wordt beperkt tot de theoretische afkoopwaarde van de beschermde contracten bedoeld in artikel 29 van het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten3 betreffende de levensverzekeringsactiviteit, berekend op de dag voorafgaand aan de dag waarop het in gebreke blijven van de verzekeringsondernemingen wordt vastgesteld. Van deze afkoopwaarde worden de taksen afgetrokken.

Het plafond vermeld in het eerste lid is van toepassing op het geheel aan beschermde contracten die door eenzelfde verzekeringsnemer bij een verzekeringsonderneming worden afgesloten. § 2. Het in gebreke blijven wordt vastgesteld: 1° hetzij wanneer het lid bedoeld in artikel 43 failliet is verklaard;2° hetzij wanneer de NBB het Garantiefonds ter kennis heeft gebracht dat zij vastgesteld heeft dat de financiële toestand van het lid bedoeld in artikel 43 haar ertoe geleid heeft de terugbetaling van een opeisbaar tegoed te weigeren en haar niet meer in staat stelt om een dergelijk tegoed onmiddellijk of binnen afzienbare termijn terug te betalen. § 3. De voorwaarden en nadere regels van de terugbetaling bedoeld in paragraaf 1 worden vastgesteld door de Koning. § 4. Bij elke terugbetaling die het Garantiefonds uitvoert, subrogeert het in de rechten van de rechthebbende die schadeloos is gesteld en treedt het, ten belope van het terugbetalingsbedrag, in de rechten van de schuldvorderingen die deze heeft ten opzichte van de in gebreke gebleven onderneming.

Wanneer de rechthebbende slechts voor een deel van zijn vordering door het Garantiefonds schadeloos wordt gesteld, staat hij, in afwijking van artikel 5.223 van het Burgerlijk Wetboek, in rang gelijk met het Garantiefonds voor de uitoefening van zijn rechten met betrekking tot hetgeen hem nog verschuldigd blijft.

Art. 46.De in artikel 43 bedoelde leden delen aan het Garantiefonds het bedrag van de te beschermen verbintenissen ten overstaan van de verzekeringsnemers en begunstigden mee, alsook het bedrag en de samenstelling van de erop betrekking hebbende waarden.

De Koning kan de andere inlichtingen bepalen die deze verzekeringsondernemingen aan het Garantiefonds dienen mee te delen.

De Koning kan de wijze bepalen waarop de in dit artikel bedoelde inlichtingen aan het Garantiefonds worden medegedeeld. Afdeling 3. - Financiering

Art. 47.De financiële bronnen van het Garantiefonds voor de financiering van de tussenkomsten, de kosten resulterend uit de beleggingsstrategie van de beschikbare financiële middelen en de kosten die voortvloeien uit de voorbereiding, uitvoering en terugvordering van de tussenkomsten, in het kader van de bescherming van de levensverzekeringen worden gevormd door de beschikbare financiële middelen, opgebouwd door de jaarlijkse periodieke bijdragen van de leden bedoeld in artikel 43, de buitengewone bijdragen en door de voorschotten van de Schatkist.

Art. 48.De schuldvorderingen van het Garantiefonds in hoofdsom, interesten en bijkomstigheden op een lid van het Garantiefonds, met betrekking tot de middelen van de beschermingsregeling voor levensverzekeringen, zijn bevoorrecht op alle roerende goederen van dit lid.

Het in het eerste lid bedoelde voorrecht komt onmiddellijk na de voorrechten bedoeld in artikel 19, 4° nonies, van de Hypotheekwet van 16 december 1851.

De aanwending bij voorrang, ingevoerd bij artikel 19 in fine van de hypotheek wet van 16 december 1851, is van toepassing op de schuldvorderingen van het Garantiefonds bedoeld in het eerste lid.

Art. 49.De leden bedoeld in artikel 43 zijn een jaarlijkse bijdrage verschuldigd van 0,15 procent van het bedrag van de inventarisreserves op 30 september van het vorig jaar, zoals bepaald in bijlage II van het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten3 betreffende de levensverzekeringsactiviteit, van de beschermde contracten.

Ingeval van deelname aan het Garantiefonds in de loop van het jaar voorafgaand aan het jaar van berekening van de bijdragen bedoeld in het eerste lid, worden deze bijdragen pro rata temporis berekend en op basis van de inventarisreserves van de beschermde contracten op het ogenblik van toetreding.

De Koning bepaalt de nadere regels voor de mededeling aan het Garantiefonds van het bedrag van de inventarisreserves van de leden bedoeld in artikel 43 en stelt de nadere regels vast voor de betaling van de bijdragen.

Art. 50.§ 1. In het geval van tussenkomst van het Garantiefonds in een situatie als bedoeld in artikel 45, § 2, wanneer de beschikbare financiële middelen van de beschermingsregeling voor levensverzekeringen van het Garantiefonds ontoereikend zijn, betalen de leden bedoeld in artikel 43 buitengewone bijdragen om het Garantiefonds in staat te stellen zijn verbintenissen na te komen.

De buitengewone bijdragen worden berekend door het Garantiefonds. Voor elk lid komt het bedrag van de buitengewone bijdrage overeen met de helft van het bedrag van de periodieke jaarlijkse bijdrage. § 2. Indien de beschikbare financiële middelen ontoereikend zijn en indien de buitengewone bijdragen niet onmiddellijk beschikbaar of toereikend zijn, schiet de Schatkist de nodige bedragen voor aan het Garantiefonds.

Het voorschot van de Schatkist wordt toegekend overeenkomstig artikel 70 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat.

Het voorschot, met inbegrip van de interesten, wordt aan de Schatkist terugbetaald met de bedragen die teruggevorderd worden uit een vereffeningsprocedure of faillissement of door middel van buitengewone bijdragen betaald door de leden zoals bedoeld in artikel 43.

De Koning bepaalt de interesten, de aflossingstabel en alle andere terugbetalingsregels van het voorschot. HOOFDSTUK 5. - Bepalingen die van toepassing zijn op de in hoofdstuk 2 tot en met 4 bedoelde beschermingsregelingen Afdeling 1. - Sancties

Art. 51.Indien een lid niet voldoet aan de verplichtingen die krachtens deze wet op hem rusten, worden de NBB of de FSMA, in functie van hun respectieve bevoegdheden, daarvan onverwijld in kennis gesteld en nemen deze, in samenwerking met het Garantiefonds, onmiddellijk alle passende maatregelen, zo nodig met inbegrip van sancties, om ervoor te zorgen dat het lid zijn verplichtingen nakomt. Afdeling 2. - Beroep

Art. 52.Beroep kan tegen de beslissingen genomen door het Garantiefonds met betrekking tot de terugbetaling van de rechthebbenden worden ingesteld bij de hoven en rechtbanken. Afdeling 3. - Communicatie

Art. 53.Elke communicatie tussen het Garantiefonds en derden, met inbegrip van deze die rechtsgevolgen teweegbrengt, gebeurt via de elektronische diensten die door de Federale Overheidsdienst Financiën ter beschikking worden gesteld voor elke uitwisseling van informatie of documenten met de Administratie van de Thesaurie.

In afwijking van het eerste lid, zijn de natuurlijke personen vrijgesteld van de verplichting om een elektronische dienst te gebruiken voor de communicatie met het Garantiefonds, zolang zij niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikken om aan deze verplichtingen te voldoen. In dit geval geschiedt de communicatie op papier.

De Koning kan de voorwaarden, uitzonderingen en nadere regels bepalen van de communicatie bedoeld in het eerste lid. Afdeling 4. - Gegevensbescherming

Art. 54.§ 1. Het Garantiefonds draagt zorg voor de geheimhouding en de bescherming, overeenkomstig de AVG en de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten0, van de persoonsgegevens in het kader van zijn opdrachten bedoeld in artikel 4, § 1. § 2. Het betreft de aan het Garantiefonds meegedeelde persoonsgegevens die betrekking hebben op de identificatie van de rechthebbende van de terugbetaling van het Garantiefonds, namelijk: 1° zijn klantnummer;2° zijn identificatienummer van het Rijksregister of BIS-nummer;3° zijn naam;4° zijn voornaam;5° zijn geboortedatum;6° zijn woonplaats;7° zijn financiële gegevens;8° de eventuele beperkingen van terugbetaling. § 3. De Federale Overheidsdienst Financiën, vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité, is verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de AVG en de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten0, van de persoonsgegevens bedoeld in paragraaf 2. § 4. Het Garantiefonds verwerkt deze persoonsgegevens uitsluitend met het oog op: 1° de terugbetalingen bedoeld in de artikelen 8, 33 en 45;2° de uitvoering van de stresstests zoals bedoeld in artikel 380, vijfde lid, van de Bankwet;3° de samenwerking bedoeld in de artikelen 28, 29 en 40.In dat geval kan het Garantiefonds de persoonsgegevens uitwisselen met de betrokken autoriteiten. § 5. Deze persoonsgegevens worden bewaard gedurende 10 jaar vanaf de afsluiting van de procedure die tot de tussenkomst van het Garantiefonds heeft geleid. § 6. De Koning kan de nadere regels van de verwerking van persoonsgegevens verduidelijken.

Art. 55.Met als enig doel de verplichtingen opgelegd door deze wet, hebben de leden van het Garantiefonds krachtens deze wet de toelating om het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen of BIS-nummer over te maken aan het Garantiefonds. Het Garantiefonds mag deze identificatienummers gebruiken om de rechthebbenden te identificeren en terug te betalen.

Art. 56.Tenzij wanneer zij worden opgeroepen om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie te getuigen, mogen de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Thesaurie belast met het beheer van het Garantiefonds en eenieder die betrokken is bij het beheer van of het toezicht op het beheer van dit Garantiefonds, de vertrouwelijke gegevens waarover zij beschikken uit hoofde van hun functie in het kader van de werking van het Garantiefonds aan geen enkele persoon noch autoriteit meedelen.

Op het verbod bedoeld in het eerste lid wordt een uitzondering gemaakt voor het bezorgen van gegevens aan de nationale autoriteiten en aan de autoriteiten en instellingen van de Europese Unie, waaronder de Europese Centrale bank, en autoriteiten van andere Staten belast met het prudentiële toezicht op de leden, aan het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en aan de instellingen die beschermingsregelingen voor deposito's of levensverzekeringen van andere Staten beheren, in het kader van de noodzakelijke samenwerking met deze instellingen.

Op het verbod bedoeld in het eerste lid wordt eveneens een uitzondering gemaakt voor het ter beschikking stellen aan alle ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën, voor zover die ambtenaren regelmatig belast zijn met de vestiging of de invordering van de belastingen, van alle toereikende, ter zake dienende en niet overmatige inlichtingen die in het bezit zijn van het Garantiefonds, en voor zover die gegevens bijdragen tot de vervulling van de opdracht van die ambtenaren tot de vestiging of de invordering van eender welke door de Staat geheven belasting. Deze uitzondering geldt uitsluitend wanneer het Garantiefonds tussenkomt in het kader van de beschermingsregeling van levensverzekeringen en de verplichtingen moet naleven die rusten op de schuldenaars van in te houden belastingen.

Overtredingen van dit artikel worden bestraft met de straffen bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek.

De voorschriften van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op elke overtreding van dit artikel. Afdeling 5. - Boekhouding

Art. 57.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit dat genomen zal worden ter uitvoering van artikel 37 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, is de administrateur-generaal van de Administratie van de Thesaurie de rekenplichtige van het Garantiefonds. Hij legt jaarlijks, voor 1 maart, zijn beheersrekening ter controle voor aan het Rekenhof.

Art. 58.§ 1. De financiële bronnen van elke beschermingsregeling bedoeld in artikel 4, § 1, worden niet met het vermogen van de Schatkist vermengd.

De Algemene Administratie van de Thesaurie boekt deze op afzonderlijke posten van het rekeningstelsel geopend voor elke beschermingsregeling zoals bedoeld in artikel 4, § 1. § 2. De financiële bronnen van elke beschermingsregeling worden met laag risico en op voldoende gediversifieerde wijze belegd. De Koning bepaalt de beleggingsstrategie voor elke beschermingsregeling.

De interesten en kosten van de beleggingsstrategie van elk beschermingsregeling worden geboekt op de rekening van elk in paragraaf 1 bedoeld beschermingsregeling. HOOFDSTUK 6. - Opheffings- en overgangsbepalingen

Art. 59.§ 1. De beschikbare financiële middelen moeten uiterlijk op 3 juli 2024 het in artikel 15, § 1, bedoelde minimaal streefbedrag bereiken. Voor de periodieke bijdragen die voor die datum zijn berekend, kan het in artikel 19, § 5, bedoelde jaarlijks streefbedrag (ATL) niet lager zijn dan het minimaal jaarlijks streefbedrag (ATL Min) dat jaarlijks wordt berekend volgens de volgende formule:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waarbij: TL staat voor het streefbedrag zoals bepaald in artikel 15, § 1 (in euro);

AFM staat voor het bedrag aan beschikbare financiële middelen;

Y staat voor het aantal resterende jaren om het in het eerste lid bedoelde minimale streefbedrag te bereiken. § 2. De beschikbare financiële middelen moeten uiterlijk op 3 juli 2025 het in artikel 15, § 2, bedoelde streefbedrag bereiken. § 3. De in de eerste en tweede paragrafen bedoelde datums worden met vier jaar uitgesteld in geval het Garantiefonds vóór die datum gecumuleerde tussenkomsten ten bedrage van meer dan 0,8 procent van de gedekte deposito's heeft verricht.

Art. 60.Artikel 19 is van toepassing op de periodieke bijdragen die in 2023 verschuldigd zijn.

Indien de periodieke bijdragen die in 2023 verschuldigd zijn, reeds betaald zijn op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet, in toepassing van het koninklijk besluit van 14 november 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten5 tot uitvoering van de crisismaatregelen voorzien in de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, voor wat betreft de oprichting van het Garantiefonds voor financiële diensten, wordt op elk van deze bijdragen een correctie naar boven toegepast om te komen tot het bedrag van de periodieke bijdrage berekend overeenkomstig artikel 19, tenzij het jaarlijkse streefbedrag, zoals bepaald in datzelfde artikel, reeds werd bereikt.

Die aanpassingen worden aan het Garantiefonds betaald met 1 december 2023 als valutadatum.

Art. 61.§ 1. De interventiereserves bedoeld in artikel 28 van het koninklijk besluit van 16 maart 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten6 betreffende de bescherming van deposito's en levensverzekeringen door het Garantiefonds voor financiële diensten worden gestort op de afzonderlijke posten van het rekeningstelsel geopend voor elke beschermingsregeling zoals bedoeld in artikel 58, § 2.

De interventiereserve bedoeld in artikel 28, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit van 16 maart 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten6 is onderverdeeld in afzonderlijke posten van het rekeningstelsel voor de depositobeschermingsregeling en voor het onderdeel geldmiddelen van de beleggersbeschermingsregeling ten belope van de in hetzelfde artikel bedoelde bijdragen, toegangsrechten en liquiditeiten, die de leden van iedere beschermingsregeling aan de interventiereserve hebben gestort.

Voor de onderverdeling bedoeld in het tweede lid, wordt uitgegaan van de volgende regels: 1° het aan de depositobeschermingsregeling toegewezen bedrag wordt verminderd met het bedrag van de in artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 16 maart 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten6 bedoelde tegemoetkomingen en de bijhorende kosten ingevolge het in gebreke blijven van een kredietinstelling en met de in artikel 24/1 van hetzelfde besluit bedoelde overdrachten van bijdragen aan het depositogarantiestelsel van een andere lidstaat;2° het aan de beleggersbeschermingsregeling toegewezen bedrag wordt verminderd met het bedrag van de in artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 16 maart 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten6 bedoelde tegemoetkomingen en de bijhorende kosten ingevolge het in gebreke blijven van een beursvennootschap. De interventiereserve bedoeld in artikel 28, § 2, van hetzelfde koninklijke besluit van 16 maart 2009 wordt gestort op de post van het rekeningstelsel geopend voor de beschermingsregeling voor de levensverzekeringen, ten belope van het bedrag van de in hetzelfde artikel bedoelde bijdragen, toegangsrechten en liquide middelen, na aftrek van de in artikel 29, § 2, van hetzelfde besluit bedoelde tegemoetkomingen en de bijhorende kosten ingevolge het in gebreke blijven van een verzekeringsonderneming. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde stortingen worden uiterlijk op 31 januari 2024 verricht. Zolang deze stortingen niet werden verricht, vallen, in afwijking van deze wet, de te storten bedragen onder de definitie van de beschikbare financiële middelen, met uitzondering van de beschikbare financiële middelen bedoeld in het tweede lid.

Bij het in gebreke blijven van een kredietinstelling, een beursvennootschap of een verzekeringsonderneming, voor deze stortingen en indien de beschikbare financiële middelen van de betrokken beschermingsregeling ontoereikend zijn, worden de tegemoetkomingen en de bijhorende kosten van het Garantiefonds gefinancierd met de in deze wet bedoelde voorschotten van de Schatkist. In afwijking van artikelen 26, § 2, 37, § 3, derde lid, en 50, § 2, derde lid, worden deze voorschotten, met inbegrip van de intresten, eerst terugbetaald aan de Schatkist door de in paragraaf 1 bedoelde stortingen.

Art. 62.Vanaf de inwerkingtreding van het gehele hoofdstuk 11 van de wet van 26 januari 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten1 betreffende de dematerialisatie van de relaties tussen de Federale Overheidsdienst Financiën, de burgers, rechtspersonen en bepaalde derden en tot wijziging van diverse fiscale wetboeken en wetten, zoals bepaald in artikel 219 van deze wet, wordt artikel 53 als volgt vervangen: "

Art. 53.Elke vorm van communicatie tussen het Garantiefonds en derden geschiedt overeenkomstig hoofdstuk 11 van de wet van 26 januari 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten1 betreffende de dematerialisatie van de relaties tussen de Federale Overheidsdienst Financiën, de burgers, rechtspersonen en bepaalde derden en tot wijziging van diverse fiscale wetboeken en wetten."

Art. 63.Het koninklijk besluit van 14 november 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten5 tot uitvoering van de crisismaatregelen voorzien in de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, voor wat betreft de oprichting van het Garantiefonds voor financiële diensten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 augustus 2021, wordt opgeheven.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 23 november 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Met 's Lands zegel gezegeld: De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-3535 Integraal verslag: 16 november 2023

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^