Etaamb.openjustice.be
Wet van 20 juli 2022
gepubliceerd op 02 september 2022

Wet tot wijziging van de wet van 23 mei 2017 houdende de militaire programmering van investeringen voor de periode 2016-2030

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2022015617
pub.
02/09/2022
prom.
20/07/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JULI 2022. - Wet tot wijziging van de wet van 23 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/05/2017 pub. 08/06/2017 numac 2017012398 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de militaire programmering van investeringen voor de periode 2016-2030 sluiten houdende de militaire programmering van investeringen voor de periode 2016-2030 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het opschrift van de wet van 23 mei 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/05/2017 pub. 08/06/2017 numac 2017012398 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende de militaire programmering van investeringen voor de periode 2016-2030 sluiten houdende de militaire programmering van investeringen voor de periode 2016-2030 wordt vervangen als volgt: "wet houdende de militaire programmering op het gebied van investeringen, personeel en technologische versterking voor de periode 2023-2030".

Art. 3.In dezelfde wet wordt het opschrift van hoofdstuk 1 vervangen als volgt: "Inleidende bepalingen".

Art. 4.In hoofdstuk 1 van dezelfde wet wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 1/1.Voor de toepassing van deze wet wordt begrepen onder: 1° "hoofdmaterieel": de wapensystemen en de daaraan verbonden technologie die wegens de lange vernieuwingscyclus en de aanzienlijke investeringsbedragen niet kunnen worden geprogrammeerd in het kader van de courante investeringen;2° "Ministerie": het Ministerie van Landsverdediging; 3° "defensie-inspanning": de jaarlijkse, Belgische vereffeningsuitgaven voor defensie, met inbegrip van de uitgaven buiten de defensiebegroting (externe uitgaven voor defensie), in verhouding tot het bruto binnenlands product en uitgedrukt in percentage (of het BBP-percentage).".

Art. 5.In hoofdstuk 1 van dezelfde wet wordt een artikel 1/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 1/2.Deze wet bepaalt de basisprincipes gedurende de periode 2023-2030 voor: 1° de evolutie van het personeelbestand, de werving van personeel en de revalorisatiemaatregelen bij het Ministerie;2° de investeringen in hoofdmaterieel; 3° de versterking van de technologische en industriële basis in het domein van veiligheid en defensie.".

Art. 6.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk 1/1 ingevoegd, luidende: "De evolutie van het personeelsbestand, de personeelswerving en de revalorisatie".

Art. 7.In hoofdstuk 1/1, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel 1/3 ingevoegd, luidende: "

Art. 1/3.De begrotingsmiddelen ondersteunen de evolutie van het personeelsbestand van het Ministerie volgens een groeipad dat overeenstemt met het ambitieniveau en de revalorisatie van het defensiepersoneel.

Het ambitieniveau bedraagt 29100 militaire en burgerpersoneelsleden in 2030.".

Art. 8.In hetzelfde hoofdstuk 1/1 wordt een artikel 1/4 ingevoegd, luidende: "

Art. 1/4.De personeelswerving waarborgt de gewenste evolutie van het personeelsbestand naast en in overeenstemming met de investeringen in hoofdmaterieel. De geraamde wervingsaantallen voor militair en burgerpersoneel zijn opgenomen in bijlage I met het te bereiken doel zoals vermeld in artikel 1/3.".

Art. 9.In hetzelfde hoofdstuk 1/1 wordt een artikel 1/5 ingevoegd, luidende: "

Art. 1/5.De begrotingsmiddelen laten toe de arbeidsvoorwaarden bij het Ministerie in overeenstemming te brengen met diegene die van toepassing zijn op de arbeidsmarkt in het federaal openbaar ambt in het algemeen, en de veiligheids- en defensiesector in het bijzonder.".

Art. 10.In het opschrift van het hoofdstuk 2 van dezelfde wet worden de woorden "in hoofdmaterieel" ingevoegd tussen de woorden "De investeringen" en de woorden "en hun financiering".

Art. 11.Artikel 2 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "

Art. 2.De programma's voor de investeringen in militair hoofdmaterieel voor de periode 2023-2030, samengebracht per dimensie, zijn opgenomen als bijlage II. Worden vastgesteld in die bijlage: een indicatieve omschrijving van de programma's, de budgettaire raming uitgedrukt in constante euro 2022 en het jaar waarin de vastlegging van een contract gepland is.".

Art. 12.Artikel 3 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 januari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/2019 pub. 18/03/2019 numac 2019030127 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en ministerie van landsverdediging Wet tot wijziging van bepalingen betreffende het wetenschapsbeleid, de geïntegreerde politie en defensie sluiten, wordt vervangen als volgt: "

Art. 3.De noodzakelijke vastleggingskredieten voor de realisatie van de in artikel 2 bedoelde investeringen, uitgedrukt in constante euro 2022, bedragen 11 176 070 000 euro.".

Art. 13.In artikel 4 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "benodigde kredieten, in vastlegging en in vereffening" worden vervangen door de woorden "vastleggings- en vereffeningskredieten die benodigd zijn voor de realisatie van de in artikel 2 bedoelde investeringen";2° de woorden "zullen jaarlijks worden" worden vervangen door de woorden "worden jaarlijks";3° de woorden "organisatie-afdeling 50-22," worden vervangen door de woorden "organisatieafdeling-programmaactiviteit 50-23";4° de woorden "ter dekking van de uitgaven in dat begrotingsjaar in hoofde van de lopende en nieuw aan te gane verbintenissen" worden opgeheven; 5° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "De vereffeningskredieten voor de investeringsdossiers vermeld in bijlage III worden ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting, sectie 16, organisatieafdeling-programma-activiteit 50-22.".

Art. 14.In artikel 5 van dezelfde wet worden de woorden "die verworven worden tot en met 2030 uit de verkoop van hoofdmateriëlen die vervangen worden door het materieel dat als bijlage bij deze wet wordt opgesomd, worden jaarlijks ter beschikking gesteld voor de financiering van de in artikel 2 bedoelde investeringsdossiers" vervangen door de woorden "tot en met 2030 uit de verkoop van hoofdmaterieel dat vervangen wordt door het in bijlage II bedoelde materieel worden in de Schatkist gestort".

Art. 15.In artikel 6 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "vereffende" wordt vervangen door het woord "vastgelegde";2° de woorden "in artikel 2 bedoelde investeringsdossiers" worden vervangen door de woorden "investeringen bedoeld in artikel 2,";3° de woorden "uitgedrukt in constante euro 2022 en" worden ingevoegd tussen de woorden "bedoelde investeringen," en de woorden "ingeschreven in de respectieve, algemene uitgavenbegrotingen";4° de woorden ", uitgedrukt in constante euro 2015," worden opgeheven; 5° de zin "Indien er verschillen zijn inzake de aankoopprijzen van materieel, kunnen de hiermee verbonden investeringsprogramma's uitsluitend budgettair gecompenseerd worden binnen de betrokken dimensie." wordt vervangen door de volgende zin: "Bij verschillen in de aankoopprijzen van hoofdmaterieel kan worden gecompenseerd tussen de investeringsprogramma's.".

Art. 16.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk 2/1 ingevoegd, luidende: "Budgettaire aanrekening van aangevangen, maar onvoltooide investeringen".

Art. 17.In hoofdstuk 2/1, ingevoegd bij artikel 16, wordt een artikel 6/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 6/1.De investeringsdossiers die geprogrammeerd waren voor vastlegging ten laste van de begrotingskredieten van 2022 en die opgenomen zijn in bijlage III, kunnen in geval van niet-vastlegging in 2022 alsnog worden vastgelegd na de datum van inwerkingtreding van deze wet. Daartoe worden de niet-aangewende en geannuleerde vastleggingskredieten van 2022 opnieuw ingeschreven in een volgende algemene uitgavenbegroting, sectie 16, organisatieafdeling-programma-activiteit 50-22.".

Art. 18.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk 2/2 ingevoegd, luidende: "Versterking van de technologische en industriële basis in het domein van veiligheid en defensie".

Art. 19.In hoofdstuk 2/2, ingevoegd bij artikel 18, wordt een artikel 6/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 6/2.De begrotingsmiddelen ondersteunen de versterking van de nationale technologische en industriële basis in het domein van veiligheid en defensie, opdat België zou worden aangemerkt als een voorname en betrouwbare partner op technologisch gebied met het oog op de ontwikkeling van Europese en trans-Atlantische capaciteiten, en opdat België zou beschikken over de technologische en industriële autonomie die nodig is in bepaalde kritische domeinen.

Deze versterking bestaat uit twee luiken: 1° de financiering via de defensiebegroting van de Strategie voor Defensie, Industrie en Onderzoek (SDIO of "Defence, Industry and Research Strategy", DIRS) die een pragmatisch partnerschap beoogt tot stand te brengen tussen het Ministerie, de onderzoekinstellingen en de industriële sector; 2° de financiële bijdrage via de defensiebegroting aan grootschalige Europese en trans-Atlantische ontwikkelingsprogramma's."

Art. 20.In hetzelfde hoofdstuk 2/2 wordt een artikel 6/3 ingevoegd, luidende: "

Art. 6/3.Het is de bedoeling om vanaf 2026 ieder begrotingsjaar de helft van de defensie-inspanning voor te behouden voor de financiering van de SDIO, toegerekend op de defensiebegroting.

Middelen voor de deelname van België aan grootschalige en langlopende ontwikkelingsprogramma's in Europees en trans-Atlantisch verband worden gereserveerd, als volgt: 1° in het begrotingsjaar 2027 bedraagt de provisie 80 miljoen euro uitgedrukt in constante euro 2022;2° in het begrotingsjaar 2028 bedraagt de provisie 160 miljoen euro uitgedrukt in constante euro 2022; 3° in de begrotingsjaren 2029 en 2030 is de provisie gelijk aan het drievoud van de defensie-inspanning, toegerekend op de defensiebegroting.".

Art. 21.In artikel 7 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "minister" wordt vervangen door het woord "Minister";2° de woorden "verslag uit" worden ingevoegd tussen de woorden "brengt jaarlijks" en de woorden "aan de Kamer";3° de woorden "verslag uit" worden opgeheven tussen de woorden "Kamer van volksvertegenwoordigers" en de woorden "over de uitvoering van het investeringsplan";4° de bepaling wordt aangevuld met de woorden "en het plan voor de evolutie van het personeelsbestand, en over de versterking van de nationale technologische en industriële basis in het domein van veiligheid en defensie"; 5° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "De minister van Defensie evalueert deze wet tijdens elke legislatuur en stelt de conclusies voor aan de Kamer.".

Art. 22.In dezelfde wet wordt de bijlage vervangen door de bijlage I gevoegd bij deze wet. Deze bijlage wordt in de gewijzigde wet aangeduid als "bijlage I".

Art. 23.In dezelfde wet worden de bijlagen II en III ingevoegd die respectievelijk als bijlagen II en III zijn gevoegd bij deze wet.

Art. 24.Deze wet treedt in werking op 1 januari 2023.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, L. DEDONDER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota's (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers (2) (www.dekamer.be): (3) Stukken: 55-2737 (4) Integraal verslag: 14 juli 2022

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^