gepubliceerd op 04 juli 2024
Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek en diverse wetten betreffende de scheepvaartregelgeving
16 MEI 2024. - Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek en diverse wetten betreffende de scheepvaartregelgeving (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijzigingen van het Wetboek van Strafvordering
Art. 2.Artikel 590, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, vervangen bij de wet van 8 augustus 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1997 pub. 24/08/2001 numac 2001009578 bron ministerie van justitie Wet betreffende het Centraal Strafregister type wet prom. 08/08/1997 pub. 20/02/2003 numac 1999015194 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Democratische Volksrepubliek Algerije tot het vermijden van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse bijstand inzake belastingen naar het inkomen en het vermogen, ondertekend te Algiers op 15 december 1991 (2) sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2018, wordt aangevuld met een bepaling onder 20°, luidende: "20° de havenverboden zoals bedoeld in artikel 4, § 3bis, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen en in artikel 4.1.2.48, § 4, van het Belgisch Scheepvaartwetboek."
Art. 3.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 596bis ingevoegd, luidende: "
Art. 596bis.Wanneer het uittreksel bedoeld in artikel 596, eerste lid, wordt aangevraagd ten einde toegang te krijgen tot een activiteit in een haven, een havenfaciliteit, een terminal gelegen in het binnenland of een vestigingseenheid met impact op de maritieme beveiliging, zoals bedoeld in artikel 2.5.2.3, 4°, 5°, 16° en 17°, van het Belgisch Scheepvaartwetboek, vermeldt het uittreksel: 1° de veroordelingen en de beslissingen bedoeld in artikel 596, eerste lid;2° de veroordelingen bedoeld in artikel 590, eerste lid, 1°, 3°, 17° en 20° ;3° gedurende drie jaar vanaf de dag van de veroordeling de beslissingen bedoeld in artikel 594, 4° tot 6° in het geval deze betrekking hebben op inbreuken op: i.de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen, en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen; ii. één van de misdrijven bedoeld in boek II, titel VI, hoofdstuk I van het Strafwetboek; iii. één van de misdrijven bedoeld in boek II, titel IX, hoofdstuk I, afdeling I van het Strafwetboek; iv. één van de misdrijven bedoeld in boek II, titel IX, hoofdstuk III, afdeling VIIIbis van het Strafwetboek; v. een ongeoorloofde actie in de zin van artikel 4.1.2.48, § 2 of § 3, van het Belgisch Scheepvaartwetboek.
De Koning bepaalt de voorwaarden en de nadere regels voor het uitreiken van dit uittreksel. Voor een natuurlijke persoon die een woon- of verblijfplaats heeft in België, wordt het uittreksel uitgereikt door het gemeentebestuur van de woon- of verblijfplaats.
Indien de betrokkene in België geen woon- of verblijfplaats heeft, wordt het uittreksel uitgereikt door de dienst van het Strafregister van de Federale Overheidsdienst Justitie. Wanneer het een rechtspersoon betreft, wordt dit uittreksel uitgereikt door de dienst van het Strafregister van de Federale Overheidsdienst Justitie." Afdeling 2. - Wijziging van het Strafwetboek
Art. 4.Artikel 546/1 van het Strafwetboek, ingevoegd door de wet van 20 mei 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/05/2016 pub. 27/05/2016 numac 2016009242 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 27 avril 2016 tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt met betrekking tot de benoemingscommissies voor het notariaat type wet prom. 20/05/2016 pub. 13/09/2016 numac 2016000518 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 27 april 2016 tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt met betrekking tot de benoemingscommissies voor het notariaat. - Duitse vertaling type wet prom. 20/05/2016 pub. 02/06/2016 numac 2016009245 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op het strafbaar stellen van het zonder machtiging of toestemming binnenkomen of binnendringen in een havenfaciliteit of onroerend dan wel roerend goed binnen de grenzen van een haven type wet prom. 20/05/2016 pub. 07/03/2017 numac 2017010893 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op het strafbaar stellen van het zonder machtiging of toestemming binnenkomen of binnendringen in een havenfaciliteit of onroerend dan wel roerend goed binnen de grenzen van een haven. - Duitse vertaling sluiten en gewijzigd door de wetten van 8 mei 2019 en 13 oktober 2022 wordt aangevuld met de woorden "of een terminal gelegen in het binnenland zoals bedoeld in artikel 2.5.2.3, 16° van het Belgisch Scheepvaartwetboek". Afdeling 3. - Wijziging van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende
het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen
Art. 5.In artikel 4, § 3bis, eerste lid, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, vervangen door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de woorden "binnen één of meerdere van de Belgische havens of havenfaciliteiten" vervangen door de woorden "binnen de Belgische havens of havenfaciliteiten". Afdeling 4. - Wijzigingen van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
Art. 6.In artikel 74/2, § 1, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd door de wet van 14 juli 1987 en gewijzigd door de wet van 8 maart 1995, wordt het woord "passagier" vervangen door het woord "vreemdeling" en wordt het woord "passagiers" telkens vervangen door het woord "vreemdelingen".
Art. 7.In artikel 74/4 van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 14 juli 1987 en vervangen door de wet van 22 december 2004, wordt het woord "passagier" telkens vervangen door het woord "vreemdeling".
Art. 8.In artikel 74/4bis, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 8 maart 1995 en laatstelijk gewijzigd door de wet van 19 maart 2014, wordt het woord "passagier" telkens vervangen door het woord "vreemdeling". Afdeling 5. - Wijziging van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling
van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten
Art. 9.Artikel 14/4 van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten, ingevoegd door de wet van 12 oktober 2022, wordt vervangen als volgt: "
Art. 14/4.§ 1. De bevoegde autoriteit kan voor inbreuken op het Belgisch Scheepvaartwetboek en zijn uitvoeringsbesluiten en de scheepvaartwetten en hun uitvoeringsbesluiten die bestraft kunnen worden met een administratieve geldboete, een administratieve minnelijke schikking voorstellen, hetzij onmiddellijk of hetzij binnen een door de bevoegde autoriteit bepaalde termijn volgens de door de bevoegde autoriteit bepaalde nadere regels.
Het bedrag van deze som mag niet hoger zijn dan het maximum van de geldboete die op die inbreuk staat, vermeerderd met de opdeciemen.
Naast deze som kan er een administratieve toeslag van 10,02 euro geheven worden bij dossiers zonder aangetekende zending. De administratieve toeslag bij dossiers met aangetekende zending bedraagt 28,71 euro.
Deze administratieve toeslagen worden geheven ten voordele van Federale Overheidsdienst Justitie in het kader van de uitvoering van het Crossborder programma. De door de overtreder verrichte betalingen worden eerst op deze administratieve toeslag toegerekend.
Het bedrag van deze administratieve toeslag wordt elk jaar op 1 januari automatisch aangepast in functie van de evolutie van de consumptieprijsindex van de maand november van het voorgaande jaar. § 2. De ambtenaren en overheidspersonen aangewezen door de Koning zijn belast met de toepassing van dit artikel en van de ter uitvoering ervan genomen maatregelen. § 3. Wanneer de administratieve minnelijk schikking niet binnen de bepaalde termijn wordt betaald kan de bevoegde autoriteit de administratieve vervolging instellen." Afdeling 6. - Wijzigingen van het Belgisch Scheepvaartwetboek
Art. 10.Artikel 1.1.1.2 van het Belgisch scheepvaartwetboek, gewijzigd door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende: "13° MIK+: het Maritiem Informatiekruispunt aangevuld met de Dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid, Leefmilieu en Veiligheid van de Voedselketen, en het Belgisch Mathematisch model voor de Noordzee."
Art. 11.In artikel 2.4.4.2 van hetzelfde Wetboek, dat gedeeltelijk vernietigd is bij arrest nr. 75/2022 van het Grondwettelijk Hof, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "in het bijzonder" ingevoegd tussen de woorden "te ontschepen," en de woorden "indien een verwijdering";2° in paragraaf 3 wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende: "De Scheepvaartpolitie laat toe om de verstekeling te ontschepen in de volgende gevallen: 1° indien de verstekeling de Belgische nationaliteit heeft of gemachtigd of toegelaten is tot verblijf in België zodra die hoedanigheid, die machtiging of die toelating is aangetoond;2° indien de verstekeling een verzoek om internationale bescherming doet, gedurende het onderzoek van zijn verzoek;3° indien de verstekeling beschouwd kan worden als een niet-begeleide minderjarige vreemdeling is overeenkomstig artikel 6 van de programmawet van 24 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten7 (art.479) - Titel XIII, Hoofdstuk VI betreffende de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen; 4° indien de gezondheidstoestand van de verstekeling, volgens een medische diagnose, een dringende medische behandeling vereist die niet kan worden verstrekt aan boord van het schip."; 3° het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt vervangen als volgt: "De Scheepvaartpolitie kan bevelen om de verstekeling die zonder de toelating bedoeld in paragraaf 2, eerste lid het schip heeft verlaten, of indien de voorwaarden voor deze toelating niet langer vervuld zijn, opnieuw in te schepen waarbij de gezagvoerder op de verplichtingen vastgelegd in paragraaf 2 wordt gewezen."; 2° een paragraaf 3/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 3/1.De verstekeling die niet toegelaten wordt te ontschepen en die de binnenkomst geweigerd wordt overeenkomstig artikel 3 van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, maakt het voorwerp uit van een beslissing tot vasthouding overeenkomstig artikel 74/5 van de vermelde wet, waarbij het schip de plaats van vasthouding is.
De beroepsprocedures van artikel 71 tot 74 van de vermelde wet, zijn van toepassing op deze vasthouding.
Artikel 62, § 2 en 3, van de vermelde wet is van toepassing op de kennisgeving van de beslissing tot vasthouding, waarbij de verstekeling in een taal die hij verstaat op de hoogte wordt gebracht van de redenen van zijn vasthouding, dat hij het recht heeft een jurisdictioneel beroep in te stellen en dat de mogelijkheid bestaat om juridische bijstand, in voorkomend geval kosteloos, te verkrijgen om zulk een beroep in te stellen."
Art. 12.In artikel 2.5.2.3 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 1° worden tussen de woorden "en de havenfaciliteiten" en de woorden "en de Belgische maritieme zones" de woorden ", de terminal gelegen in het binnenland" ingevoegd; 2° de bepaling onder 15° wordt vervangen als volgt: "15° "ongeoorloofde actie": elke opzettelijke actie die gezien de aard of context ervan schade kan toebrengen aan de bouw- of kunstwerken, kabels en pijpleidingen in de Belgische maritieme zones, aan zeeschepen in het internationale en binnenlands zeescheepvaartverkeer, aan bemanning, passagiers of lading, of aan de desbetreffende havens of havenfaciliteiten of terminals gelegen in het binnenland, of het gebruik van zeeschepen of van andere vervoersmiddelen om via havens en havenfaciliteiten of via terminals gelegen in het binnenland verboden voorwerpen of producten in- of uit België te brengen, personen of dieren zonder toelating te laten inschepen of ontschepen, deze in België bij transit door te voeren, alsook de verboden voorwerpen of producten te verwijderen of uit te halen uit voornoemde havens, havenfaciliteiten of terminals of alle hiermee verband houdende activiteiten;"; 3° het artikel wordt aangevuld door de bepalingen onder 16°, 17° en 18°, luidende: "16° "terminal gelegen in het binnenland": plaats gelegen buiten een havenfaciliteit waar goederen ingevoerd via zeeschepen of bestemd voor uitvoer via zeeschepen geladen, gelost of tijdelijk opgeslagen worden;17° "vestigingseenheid met impact op de maritieme beveiliging": een lokaal of bedrijfsterrein gelegen buiten een havenfaciliteit of een terminal gelegen in het binnenland van waaruit operaties gestuurd kunnen worden die een impact hebben op de maritieme beveiliging, met uitzondering van de bewoonde lokalen; 18° "BFSO": de beveiligingsbeambte van een terminal gelegen in het binnenland."
Art. 13.Artikel 2.5.2.4 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, wordt aangevuld met de paragrafen 6 en 7, luidende: " § 6. Dit hoofdstuk is van toepassing op terminals gelegen in het binnenland en op het vervoer van lading tussen havenfaciliteiten en terminals gelegen in het binnenland door middel van het vervoer via andere middelen dan zeeschepen.
De Koning stelt de coördinaten vast van elke terminal gelegen in het binnenland.
Indien de terminal gelegen in het binnenland in of nabij een haven ligt, wordt dit opgenomen in de havenbeveiligingsbeoordeling en in het havenbeveiligingsplan. § 7. Dit hoofdstuk is van toepassing op vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging. De Koning duidt deze vestigingseenheden aan na advies van de NAMB."
Art. 14.In artikel 2.5.2.6 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepalingen onder 4° en 5°, luidende: "4° in terminals gelegen in het binnenland; 5° in vestigingseenheden met impact op de maritieme beveiliging."; 2° paragraaf 3 wordt aangevuld met de bepalingen onder 16°, 17°, 18°, 19° en 20°, luidende: "16° de evaluatie en goedkeuring van de beveiligingsbeoordelingen van terminals gelegen in het binnenland;17° het beoordelen, evalueren en goedkeuren van de beveiligingsplannen van terminals gelegen in het binnenland;18° het verlenen van een Verklaring van Goedkeuring als gevolg en bewijs van de goedkeuring van de beveiligingsplannen van de terminal gelegen in het binnenland;19° het intrekken van beveiligingsplannen van terminals gelegen in het binnenland en de Verklaringen van Goedkeuring; 20° het opleggen van corrigerende maatregelen aan terminals gelegen in het binnenland na een evaluatie."
Art. 15.In artikel 2.5.2.8 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de woorden "havens en havenfaciliteiten" vervangen door de woorden "havens, havenfaciliteiten of terminals gelegen in het binnenland".
Art. 16.Artikel 2.5.2.9, eerste lid, van hetzelfde Wetboek vervangen door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende: "7° het uitvoeren van de taken bedoeld onder 1° tot 6° voor wat betreft de terminals gelegen in het binnenland."
Art. 17.In artikel 2.5.2.20, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden tussen de woorden "van een havenfaciliteit" en de woorden "volstaat een jaarlijkse goedkeuring" de woorden "of van een terminal gelegen in het binnenland" ingevoegd.
Art. 18.In artikel 2.5.2.41, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, wordt de bepaling onder 4° opgeheven.
Art. 19.Artikel 2.5.2.44 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4 wordt aangevuld met de bepalingen onder 15° en 16°, luidende: "15° procedures voor het uitvoeren van de artikelen 2.5.2.99 en 2.5.2.101; 16° onverminderd de bepalingen van de wet van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten1 tot wazigmaking van de beelden van nucleaire installaties en kritieke inrichtingen, en tot inperking van het maken of verspreiden van luchtfoto's van die installaties en inrichtingen, in het belang van de openbare veiligheid, het voorkomen dat beveiligingsinfrastructuur zichtbaar is op publieke websites."
Art. 20.In hoofdstuk 2 van titel 5 van boek 2 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden na artikel 2.5.2.46, de afdelingen 4/1 en 4/2 ingevoegd, bestaande uit de artikelen 2.5.2.46/1 tot en met 2.5.2.46/22, luidende: "Afdeling 4/1. Beveiliging van terminals gelegen in het binnenland
Art. 2.5.2.46/1. Beveiligingsniveau De beveiligingsniveaus van artikel 2.5.2.24 zijn van overeenkomstige toepassing op terminals gelegen in het binnenland en worden ingesteld overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 2.5.2.25.
Art. 2.5.2.46/2. Toepassingsgebied § 1. Deze afdeling is van toepassing op: 1° binnenschepen die de goederen bedoeld in paragraaf 2, vervoeren van of naar een havenfaciliteit;2° terminals gelegen in het binnenland en langs een bevaarbare waterloop waar de goederen bedoeld in paragraaf 2 zonder verdere overslag worden ontvangen of geladen om naar havenfaciliteiten via binnenschepen te worden vervoerd of tijdelijk worden opgeslagen. § 2. Deze afdeling is van toepassing op containers of voedsel verpakt als stukgoed of in bulk.
De koning kan de lijst van goederen bedoeld in het eerste lid uitbreiden na advies van de NAMB. Art. 2.5.2.46/3. Samenhang met artikel 2.5.2.28 Een terminal gelegen in het binnenland die voldoet aan de voorwaarden van deze afdeling, kan zeeschepen ontvangen onder de voorwaarden omschreven in artikel 2.5.2.28. Zodra een terminal gelegen in het binnenland meer dan 10 zeeschepen per jaar of andere goederen dan vermeld in artikel 2.5.2.28 ontvangt, moet de terminal gelegen in het binnenland voldoen aan de voorwaarden opgelegd aan een havenfaciliteit.
Art. 2.5.2.46/4. Uitvoering van de beveiligingsbeoordeling van de terminal gelegen in het binnenland Het LCMB in wiens gebied de terminal gelegen in het binnenland zich bevindt, stelt een beveiligingsbeoordeling hiervan op, overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door de Koning op advies van de NAMB. De mogelijkheid om een beveiligingsbeoordeling meer dan één terminal gelegen in het binnenland te laten omvatten, kan enkel worden toegestaan na uitdrukkelijk voorafgaandelijk akkoord van de NAMB. Art. 2.5.2.46/5. Goedkeuring van de beveiligingsbeoordeling van de terminal gelegen in het binnenland De NAMB beslist binnen de dertig dagen nadat het LCMB de beveiligingsbeoordeling van de terminal gelegen in het binnenland heeft overgemaakt aan de NAMB of deze wordt goedgekeurd of dat bijkomende actie vereist is.
Art. 2.5.2.46/6. Geldigheidsduur van de beveiligingsbeoordeling van de terminal gelegen in het binnenland Elke beveiligingsbeoordeling van een terminal gelegen in het binnenland wordt minste eenmaal om de vijf jaar door het LCMB herzien.
Een beveiligingsbeoordeling van een terminal gelegen in het binnenland kan na de goedkeuring gedurende drie maanden gebruikt worden voor het opstellen van het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland. Indien het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland niet binnen deze termijn is opgesteld of het plan vernieuwd moet worden, is een nieuwe beveiligingsbeoordeling van de terminal gelegen in het binnenland vereist.
Het tweede lid is niet van toepassing indien het beveiligingsplan van terminal gelegen in het binnenland gewijzigd wordt overeenkomstig artikel 2.5.2.46/10, tweede lid.
Art. 2.5.2.46/7. BFSO Elke onderneming die een terminal gelegen in het binnenland exploiteert stelt een verantwoordelijk voor de beveiliging aan, hierna BFSO, en tenminste een plaatsvervanger aan, waarop de bepalingen van artikel 2.5.2.33 en 2.5.2.39 van toepassing zijn.
Art. 2.5.2.46/8. Opstellen van het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland De onderneming die de terminal gelegen in het binnenland exploiteert, stelt het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland op.
Het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland moet opgesteld worden overeenkomstig de door de Koning vastgestelde normen op advies van de NAMB. Art. 2.5.2.46/9. Goedkeuring van het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland De BFSO legt het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland voor aan het betrokken LCMB ter goedkeuring binnen de drie maanden na de goedkeuring van de beveiligingsbeoordeling van de terminal gelegen in het binnenland. Binnen de dertig dagen geeft het betrokken LCMB een gemotiveerd advies aan de NAMB. De NAMB beslist binnen de dertig dagen over goedkeuring van het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland.
De goedkeuring geldt voor vijf jaar waarna een nieuw beveiligingsplan moet worden opgesteld op grond van een vernieuwde beveiligingsbeoordeling.
Art. 2.5.2.46/10. Wijziging van het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland Elke substantiële wijziging moet ook aan het betrokken LCMB en de NAMB worden voorgelegd ter goedkeuring. De Koning bepaalt, op advies van de NAMB, wat als substantiële wijziging dient te worden beschouwd. De geldigheidsduur bepaald overeenkomstig artikel 2.5.2.46/9, tweede lid, blijft onveranderd bij de goedkeuring van een substantiële wijziging.
Bij tijdelijke evenementen of voorvallen, kan de NAMB, op advies van het LCMB, het beveiligingsplan aanpassen voor de duur van het evenement of voorval.
Art. 2.5.2.46/11. Intrekking van het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland § 1. Het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland kan door de NAMB worden ingetrokken ingeval: 1° de beveiliging in de terminal gelegen in het binnenland niet meer gegarandeerd kan worden met het goedgekeurde beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland;2° de onderneming die de terminal gelegen in het binnenland exploiteert heeft gehandeld in strijd met beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland, dit hoofdstuk of zijn uitvoeringsbesluiten; 3° de onderneming die de terminal gelegen in het binnenland exploiteert geen gevolg geeft aan de in artikel 2.5.2.46/12 bedoelde instructies.
De intrekking kan enkel geheel zijn. § 2. Beroep tegen de intrekking kan worden ingesteld bij de minister binnen de tien dagen nadat de beslissing ter kennis werd gebracht.
De minister neemt binnen de dertig dagen een beslissing, na de exploitant van de terminal gelegen in het binnenland en de NAMB gehoord te hebben.
Het beroep schorst de beslissing niet.
Art. 2.5.2.46/12. Tussentijdse evaluaties § 1. Het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland wordt door het LCMB geëvalueerd: 1° in de periode tussen de zesentwintig en vierendertig maanden na de goedkeuring;2° indien de beveiliging van de terminal gelegen in het binnenland door één of meer ongeoorloofde acties niet meer kan gegarandeerd worden of er een vermoeden is dat deze niet meer gegarandeerd kan worden. § 2. Het LCMB maakt de evaluatie over aan de NAMB die op basis van deze evaluatie: 1° termijnen kan vaststellen waarbinnen een aanpassing van het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland moet worden ingediend overeenkomstig artikel 2.5.2.46/10; 2° het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland geheel kan intrekken overeenkomstig artikel 2.5.2.47/11; 3° het LCMB een nieuwe beveiligingsbeoordeling kan laten uitvoeren. Art. 2.5.2.46/13. Oefening Het beveiligingsplan van de terminal gelegen in het binnenland wordt ten minste eenmaal per kalenderjaar getest door middel van een oefening waarvan de vereisten worden vastgelegd door de Koning.
De terminal gelegen in het binnenland bezorgt het verslag uiterlijk één maand na de oefeningen bedoeld in het eerste lid.
Art. 2.5.2.46/14. Verklaring van Goedkeuring De NAMB reikt aan elke terminal gelegen in het binnenland waarvan het beveiligingsplan werd goedgekeurd een Verklaring van Goedkeuring uit.
De Verklaring van Goedkeuring bevat de volgende gegevens: 1° de terminal gelegen in het binnenland;2° het feit dat de terminal gelegen in het binnenland voldoet aan de bepalingen van dit hoofdstuk en zijn uitvoeringsbesluiten;3° de geldigheidstermijn van de Verklaring van Goedkeuring is maximaal vijf jaar en kan nooit langer zijn dan de geldigheidsduur van het beveiligingsplan. Art. 2.5.2.46/15. Verplichtingen voor de binnenschepen Binnenschepen die de goederen bedoeld in artikel 2.5.2.46/2, § 2, van of naar een havenfaciliteit vervoeren moeten: 1° ten alle tijden het AIS-systeem waarvan de technische kenmerken door het bevoegde gewest worden vastgesteld, geactiveerd houden;2° de lijst van opvarenden actueel houden en ter beschikking stellen van de inspectiediensten en de PFSO en de BFSO. De verplichtingen in het eerste lid gelden ook voor het transport naar of vanuit het buitenland zodra het vaartuig zich op de Belgische waterwegen bevindt.
Art. 2.5.2.46/16. Onderrichtingen door de NAMB De NAMB kan onderrichtingen geven aan de terminals gelegen in het binnenland voor de punten bedoeld in artikel 2.5.2.44.
De Koning kan de onderrichtingen bedoeld in het eerste lid bekrachtigen, waardoor deze van dwingend recht worden. Afdeling 4/2. Beveiliging van de vestigingseenheden met een impact op
de maritieme beveiliging
Art. 2.5.2.46/17. Toepassingsgebied Deze afdeling is van toepassing op vestigingseenheden die door hun werkzaamheden of ligging een impact kunnen hebben op de fysieke of digitale beveiliging van een haven, een havenfaciliteit of een terminal gelegen in het binnenland, evenals op Belgische schepen.
Het is niet noodzakelijk dat vanop deze vestigingseenheden maritieme activiteiten worden ontplooid.
Art. 2.5.2.46/18. Aanduiding § 1. Op advies van een LCMB of de Cel Maritieme Beveiliging evalueert de NAMB of een vestigingseenheid een impact heeft op de maritieme beveiliging. Indien de NAMB van oordeel is dat er een impact is, wordt de exploitant van de vestigingseenheid hiervan ingelicht waarbij deze beschikt over een termijn van dertig dagen om eventuele opmerkingen over te maken.
Op basis van het evaluatierapport van de NAMB en de opmerkingen van de exploitant kan de koning, na advies van de NAMB, de vestigingseenheid met een impact op de maritieme beveiliging aanduiden.
Deze aanduiding geldt voor een termijn van 5 jaar, waarna deze verlengd kan worden na evaluatie door de NAMB en advies van het LCMB of de Cel Maritieme Beveiliging. § 2. Indien de exploitant van oordeel is dat zijn vestigingseenheid niet langer een impact heeft op de maritieme beveiliging, kan de exploitant de NAMB verzoeken om een evaluatie te maken. Na advies van het LCMB of de Cel Maritieme Beveiliging evalueert de NAMB of de vestigingseenheid al dan niet nog een impact heeft op de maritieme beveiliging.
De koning kan de aanduiding van de vestigingseenheid met een impact op de maritieme beveiliging intrekken.
Art. 2.5.2.46/19. Doelstellingen Een vestigingseenheid met impact op de maritieme beveiliging moet ervoor zorgen dat: 1° onbevoegden geen toegang kunnen hebben tot die delen van de vestigingseenheid die de maritieme beveiliging kunnen bedreigen;2° de informatica- en netwerksystemen op dermate wijze worden beveiligd dat onbevoegden geen toegang hebben tot de data die de maritieme beveiliging kan bedreigen. De koning kan bij een Ministerraad overlegd besluit, na advies van de NAMB, bijkomende doelstellingen opleggen aan vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging.
Art. 2.5.2.46/20. Beveiligingsplan Om de doelstellingen in artikel 2.5.2.46/19 te bereiken stelt de exploitant van de vestigingseenheid een beveiligingsplan op dat aan de Cel Maritieme Beveiliging wordt overgemaakt.
De exploitant van de vestigingseenheid kan om de doelstellingen te bereiken gebruik maken van de biometrische gegevens bedoeld in artikel 2.5.2.84, na het uitvoeren van een effectbeoordeling inzake gegevensbescherming, zoals bedoeld in artikel 35 van de AVG. Aan de hand van inspecties controleert de CMB of het beveiligingsplan voldoende is om de doelstellingen te bereiken. Indien dit niet het geval is kan de Cel Maritieme Beveiliging aan de NAMB voorstellen om bijkomende maatregelen op te leggen aan de vestigingseenheid.
Art. 2.5.2.46/21. Beroep Beroep tegen de maatregelen vastgesteld door de NAMB, kan worden ingesteld bij de minister binnen de dertig dagen nadat de maatregelen per aangetekend schrijven ter kennis werden gebracht.
De minister neemt binnen de dertig dagen een beslissing, na de exploitant van de vestigingseenheid en de NAMB gehoord te hebben.
Art. 2.5.2.46/22. Onderrichtingen door de NAMB De NAMB kan onderrichtingen geven aan de exploitanten van vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging voor de punten bedoeld in artikel 2.5.2.44.
De Koning kan de onderrichtingen bedoeld in het eerste lid bekrachtigen waardoor deze van dwingend recht worden."
Art. 21.In artikel 2.5.2.78 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden in de bepaling onder 9° de woorden "en de havenfaciliteiten" vervangen door de woorden ", de havenfaciliteiten en de terminals gelegen in het binnenland";2° in paragraaf 1, tweede lid, worden in de bepaling onder 17° de woorden "en CSO's" vervangen door de woorden ", CSO's, BFSO en exploitanten van vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging"; 3° paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de bepalingen onder 18, luidende: "18° het bijhouden van de lijst van vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging."; 4° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "16° " vervangen door het woord "18° ";5° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden ", de Scheepvaartpolitie" ingevoegd tussen de woorden "de Cel Maritieme Beveiliging" en de woorden "en de inspectiediensten";6° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden ", de Scheepvaartpolitie" ingevoegd tussen de woorden "de Cel Maritieme Beveiliging" en de woorden "en de inspectiediensten".
Art. 22.In artikel 2.5.2.82 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "van havens of havenfaciliteiten" worden vervangen door de woorden "van havenfaciliteiten, terminals gelegen in het binnenland of vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging"; 2° het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "Camera's die geïnstalleerd worden door de havenkapiteinsdiensten moeten voldoen aan de bepalingen van het hoofdstuk 4 van deze titel.".
Art. 23.In artikel 2.5.2.83, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de woorden "exploitanten van havens en havenfaciliteiten" vervangen door de woorden "exploitanten van havenfaciliteiten of terminals gelegen in het binnenland".
Art. 24.In artikel 2.5.2.86 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden in de bepaling onder 1°, de woorden "en de havenfaciliteiten" vervangen door de woorden ", de havenfaciliteiten, de terminals gelegen in het binnenland en de vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging";2° in het eerste lid worden in de bepaling onder 4°, de woorden "en de havenfaciliteiten" vervangen door de woorden ", de havenfaciliteiten, de terminals gelegen in het binnenland en de vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging"; 3° in het eerste lid wordt de bepaling onder 8° aangevuld met de woorden "en de BFSO's zoals bedoeld in artikel 2.5.2.46/7"; 4° in het tweede lid worden de woorden "van de Scheepvaartpolitie en" ingevoegd tussen de woorden "De gegevens van de leden" en de woorden "van de inspectiediensten".
Art. 25.In artikel 2.5.2.87 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 1° worden tussen de woorden "van havenfaciliteiten" en de woorden "en de personeelsleden" de woorden ", van terminals gelegen in het binnenland en van vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging" ingevoegd;2° worden in de bepaling onder 2° de woorden "en SSO" vervangen door de woorden ", SSO en BFSO"; 3° wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° leden van de Scheepvaartpolitie en de inspectiediensten bedoeld in artikel 4.2.4.4;".
Art. 26.In artikel 2.5.2.88 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin van paragraaf 1 worden tussen de woorden "van havenfaciliteiten" en de woorden "mogen de volgende" de woorden ", van terminals gelegen in het binnenland en van vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging" ingevoegd;2° in paragraaf 1 worden in de bepaling onder 8° tussen de woorden "de havenfaciliteit" en de woorden "binnen- en buitenrijden" de woorden ", de terminal gelegen in het binnenland en de vestigingseenheid met een impact op de maritieme beveiliging" ingevoegd; 3° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 10°, luidende: "10° in voorkomend geval, de datum waarop het positief veiligheidsadvies overeenkomstig artikel 2.5.2.98 werd bekomen."; 4° in de inleidende zin van paragraaf 2 worden de woorden "en SSO" vervangen door de woorden ", SSO, BFSO en de exploitant van de vestigingseenheid met een impact op de maritieme beveiliging";5° de bepaling onder 5° in paragraaf 2 wordt aangevuld met de woorden en "en BFSO's".
Art. 27.In artikel 2.5.2.89 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de woorden "de Scheepvaartpolitie," ingevoegd tussen de woorden "de Cel Maritieme Beveiliging," en de woorden "het openbaar ministerie".
Art. 28.Artikel 2.5.2.90 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4 wordt aangevuld met een vierde lid, luidende: "De gegevens van de oefeningen die persoonsgegevens bevatten worden bewaard gedurende een maximale termijn van tien jaar."
Art. 29.Artikel 2.5.2.91 eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, wordt aangevuld met de volgende zinnen, luidende: "De exploitant van de terminal gelegen in het binnenland is de verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens van de bezoekers van een terminal gelegen in het binnenland bedoeld in artikel 2.5.2.88, § 1, die worden verwerkt voor de doeleinden bedoeld in artikel 2.5.2.86. De exploitant van de vestigingseenheid met impact op de maritieme beveiliging is de verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens van de bezoekers van een vestigingseenheid met impact op de maritieme beveiliging bedoeld in artikel 2.5.2.88, § 1, die worden verwerkt voor de doeleinden bedoeld in artikel 2.5.2.86."
Art. 30.Hoofstuk 2 van titel 5 van boek 2 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, wordt aangevuld met de afdeling 11 dat de artikelen 2.5.2.97 tot en met 2.5.2.100 omvat, afdeling 12 dat artikel 2.5.2.101 omvat en afdeling 13 dat de artikelen 2.5.2.102 en 2.5.2.103 omvat, luidende: "Afdeling 11. Veiligheidsverificaties
Art. 2.5.2.97. Lijst van kritieke functies Na het doorlopen van de procedure zoals vastgesteld door de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst, bepaalt de NAMB de lijst van beroepen, functies en mandaten waarvoor een veiligheidsverificatie overeenkomstig de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst vereist is. Deze lijst wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en is bindend.
Ter informatie zal de lijst op de website van het DG Scheepvaart worden bekendgemaakt.
De NAMB bepaalt bij elk beroep, functie, mandaat de overgangsperiode en modaliteiten waarbinnen iedereen die deze beroepen, functies of mandaten uitoefent de veiligheidsverificatie moet ondergaan hebben.
Art. 2.5.2.98. Veiligheidsadvies Personen mogen enkel het beroep, functie of mandaat of werkzaam zijn op een locatie bedoeld in artikel 2.5.2.97 uitoefenen indien een positief veiligheidsadvies werd bekomen. In afwijking van artikel 22quinquies/1, § 3, van de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst wordt het ontbreken van een veiligheidsadvies niet als positief aanzien voor de beroepen, functies en mandaten, bedoeld in artikel 2.5.2.97.
Art. 2.5.2.99. Toegangsbadge § 1. De volgende gegevens van de persoon die een positief veiligheidsadvies heeft bekomen worden overgemaakt aan de veiligheidsofficier van de onderneming die de persoon tewerkstelt of waarvoor de persoon een functie of mandaat uitoefent: 1° de naam en voornaam;2° het rijksregisternummer of het bis-identificatienummer toegekend door de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid;3° de datum waarop het positief veiligheidsadvies werd bekomen;4° de geldigheidsduur van het veiligheidsadvies. Het rijksregisternummer kan enkel worden doorgegeven aan andere entiteiten van de onderneming die de persoon tewerkstelt indien deze entiteit gevestigd is binnen de Europees Economische Ruimte of in een land waarvoor de Europese Commissie een in artikel 45 van de AVG bedoelde adequaatheidsbesluit werd genomen. § 2. De veiligheidsofficier stelt in overleg met de PSO, PFSO, BFSO of exploitant van de vestigingseenheid met een impact op de maritieme beveiliging een procedure op waarin minstens volgende elementen zijn opgenomen: 1° de wijze waarop deze gegevens worden verwerkt en bewaard;2° een procedure hoe de badge gedeactiveerd wordt na afloop van de termijn waarvoor het positief veiligheidsadvies geldt of dat het positief veiligheidsadvies onherroepelijk wordt ingetrokken. De PSO, PFSO, BFSO of exploitant van de vestigingseenheid met een impact op de maritieme beveiliging neemt deze procedure op in het beveiligingsplan.
Op een toegangsbadge van een persoon waarvoor geen positief veiligheidsadvies werd afgegeven, moet door middel van de letters VA/AS op een rode of oranje achtergrond dit worden aangegeven.
Art. 2.5.2.100. Onderrichtingen De NAMB kan onderrichtingen vaststellen voor: 1° de wijze waarop de veiligheidsverificatie moet worden aangevraagd;2° het gebruik van de toegangsbadge. Op advies van de NAMB kan de Koning de onderrichtingen bedoeld in het eerste lid, bekrachtigen waardoor deze van dwingend recht worden. Afdeling 12. Integriteitsbeleid
Art. 2.5.2.101.
Wet van 28 november 2022Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
24/02/1921
pub.
17/12/2004
numac
2004000617
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling
sluiten5 De
wet van 28 november 2022Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
24/02/1921
pub.
17/12/2004
numac
2004000617
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling
sluiten5 betreffende de bescherming van melders op inbreuken op het Unie- of nationale recht vastgesteld binnen een juridische entiteit in de private sector is van toepassing op de bedrijven die havens, havenfaciliteiten, terminals gelegen in het binnenland, vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging of Belgische schepen exploiteren, voor wat betreft het melden van mogelijke ongeoorloofde acties. Afdeling 13. Meldingsplatform
Art. 2.5.2.102. Portwatch Bij de Cel Maritieme Beveiliging wordt een meldplatform genaamd "Portwatch" opgericht waarbij burgers verdachte situaties in de havens, havenfaciliteiten, terminals gelegen in het binnenland of vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging kunnen melden.
Het meldingsplatform moet toegankelijk zijn via het internet en moet zo ingericht worden dat anonieme meldingen mogelijk zijn waarbij na de sessie geen enkel gegeven kan terugleiden naar de melder.
Art. 2.5.2.103. Verwerking De geanonimiseerde gegevens van de meldingen worden opgeslagen in het ISPS-Platform bij de relevante haven, havenfaciliteit, terminal gelegen in het binnenland of vestigingseenheid met een impact op de maritieme beveiliging.
De meldingen worden onmiddellijk doorgeleid naar de bevoegde politiediensten. De Cel Maritieme Beveiliging maakt hiervoor de nodige afspraken met deze diensten."
Art. 31.Titel 5 van boek 2 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een hoofdstuk 4, dat de afdeling 1, bestaande uit de artikelen 2.5.4.1 tot en met 2.5.4.11 omvat en afdeling 2 bestaande uit het artikel 2.5.4.12, luidende: "Hoofstuk 4. Bijzondere regelingen voor de havens Afdeling 1. Cameragebruik
Art. 2.5.4.1. Toepassingsgebied § 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de plaatsing en het gebruik van camera's door de havenkapiteinsdienst binnen: 1° het geografische gebied dat overeenstemt met de coördinaten van de havenfaciliteit zoals vastgesteld door de Koning overeenkomstig artikel 2.5.2.4, § 2, tweede lid; 2° het geografische gebied dat overeenstemt met de coördinaten van de haven zoals vastgesteld door de Koning overeenkomstig artikel 2.5.2.4, § 2, derde lid. § 2. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op derden, al dan niet concessiehouders, die camera's in de haven of havenfaciliteit plaatsen of gebruiken, behalve voor wat betreft hun verplichting tot het delen van camerabeelden zoals bedoeld in artikel 2.5.4.9. § 3. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op camera's die toegelaten zijn door een bijzondere wet, decreet of artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel. § 4. De
wet van 21 maart 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/03/2007
pub.
31/05/2007
numac
2007000528
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's
type
wet
prom.
21/03/2007
pub.
20/11/2007
numac
2007000952
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's. - Duitse vertaling
sluiten tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's is niet van toepassing op het plaatsen of gebruiken door de havenkapiteinsdienst van camera's in de havens of havenfaciliteiten die onder het toepassingsgebied van dit hoofdstuk vallen. De
wet van 21 maart 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/03/2007
pub.
31/05/2007
numac
2007000528
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's
type
wet
prom.
21/03/2007
pub.
20/11/2007
numac
2007000952
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's. - Duitse vertaling
sluiten tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's blijft van toepassing op derden, al dan niet concessiehouders die camera's plaatsen in een haven of havenfaciliteit.
Art. 2.5.4.2. Definities Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° camera: elk observatiesysteem dat beelden verwerkt voor de doeleinden uit artikel 2.5.4.3, ongeacht of het observatiesysteem tijdens de observatie op een vaste plaats blijft om vanaf deze locatie beelden te verwerken, dan wel of het observatiesysteem tijdens de observatie kan worden verplaatst om vanaf verschillende plaatsen of posities beelden te verwerken, zoals observatiesystemen geïnstalleerd aan boord van een vervoermiddel van de havenkapitein of aan boord van een ander voertuig, vaartuig, vliegtuig of een onbemand luchtvaartuigsysteem (UAS); 2° intelligente camera: camera die ook onderdelen en software bevat die, al dan niet gekoppeld aan registers of bestanden, de verzamelde camerabeelden al dan niet autonoom kan verwerken. Art. 2.5.4.3. Doel § 1. De havenkapiteinsdienst kan in het gebied bedoeld in artikel 2.5.4.1, § 1, camera's plaatsen of gebruiken voor één of meerdere van de volgende doelen: 1° het voorkomen, vaststellen of opsporen en bestraffen van ongeoorloofde acties of misdrijven tegen personen of goederen;2° het garanderen van de maritieme beveiliging in havens en de havenfaciliteiten;3° het garanderen van de beveiliging van de personen die aanwezig zijn in de havens en de havenfaciliteiten; 4° het controleren van de naleving van het verbod opgelegd overeenkomstig artikel 4, § 3bis, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen of artikel 4.1.2.48 van het Belgisch Scheepvaartwetboek; 5° het controleren van de naleving van het verbod dat personen die krachtens hoofdstuk X van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis, de voorwaarde om zich niet in een haven of havenfaciliteit te begeven opgelegd hebben gekregen;6° het garanderen van de beveiliging van de haven, bouw- en kunstwerken, kabels en pijpleidingen;7° het garanderen van de scheepvaartveiligheid;8° het vaststellen en onderzoeken van de veiligheid van vaarwegen, infrastructuur en kades;9° het monitoren van de toegankelijkheid van en de verkeersafwikkeling in het havengebied;10° het beschermen van het mariene milieu, met inbegrip van voorkomen van verontreiniging door emissies;11° het uitvoeren van wetenschappelijk, statistisch en historisch onderzoek in de zin van artikel 89 AVG;12° het uitvoeren en verstrekken van de opleiding van personen met specifieke taken;13° het behoud van de biodiversiteit en de levende rijkdommen;14° het vaststellen, onderzoeken en behandelen van averij;15° het voeren van onderzoek naar de oorzaak van ongevallen overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel 7 van boek 2. § 2. Het gebruik van camera's die biometrische gegevens van personen kunnen verwerken, is enkel toegestaan wanneer dit noodzakelijk is om de doeleinden bedoeld in paragraaf 1 te bereiken, in het bijzonder om de aanwezigheid van personen vast te stellen binnen het gebied bedoeld in artikel 2.5.4.1, § 1. De noodzaak van dit gebruik dient voorafgaand in het havenbeveiligingsplan te worden aangetoond op basis van concrete elementen in de havenbeveiligingsbeoordeling.
Wanneer biometrische gegevens verzameld op basis van camera's zijn bedoeld om een persoon te identificeren, is dat enkel toegelaten voor de doeleinden bedoeld in § 1, 1°, 2°, 3°, 4° en 5°.
Tijdens de in deze paragraaf bedoelde verwerkingen van persoonsgegevens zijn de volgende waarborgen inzake bescherming van persoonsgegevens van toepassing: 1° de categorieën van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens, worden aangewezen door de havenkapiteinsdienst met een beschrijving van hun functie ten aanzien van de verwerking van de gegevens in kwestie;2° de lijst van de aangewezen personen om de in deze paragraaf bedoelde gegevens te verwerken, stelt de havenkapiteinsdienst ter beschikking van de toezichthoudende autoriteit;3° de aangewezen personen moeten, op grond van een wettelijke of statutaire verplichting, of een overeenkomstige contractuele bepaling, het vertrouwelijke karakter van de gegevens in kwestie in acht nemen;4° er worden gepaste technische of organisatorische maatregelen getroffen om de persoonsgegevens tegen toevallige of niet-toegelaten vernietiging, tegen toevallig verlies of wijziging of elke andere niet-toegelaten verwerking van die gegevens te beschermen;5° de verwerkingsverantwoordelijken vermelden in hun gegevensbeschermingsbeleid de te ondernemen acties om de verwerking van die gegevenscategorieën te beschermen en om de kwaliteit van de verwerkte gegevens te waarborgen, met name voor aspecten in verband met de beoordeling van de kwaliteit van de gegevens die in deze gegevensbestanden worden verwerkt, onder andere voor de aspecten in verband met de juistheid, volledigheid, betrouwbaarheid en de mate waarin zij actueel zijn.De bevoegde functionarissen voor gegevensbescherming zien erop toe dat dat beleid gevolgd wordt.
De Koning kan in andere gepaste aanvullende waarborgen voorzien. § 3. Verdere verwerking van de beelden en geluidsopnames is enkel toegelaten voor volgende doeleinden: 1° het beschikken over archieven met beeld- en geluidsmateriaal, nadat deze geanonimiseerd werden overeenkomstig artikel 89 van de AVG, onverminderd de Archief wet van 24 juni 1955Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/06/1955 pub. 31/12/2010 numac 2010000717 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Archiefwet sluiten;2° voor didactische en pedagogische doeleinden in het kader van de opleiding van de LCMB en NAMB nadat de beelden werden geanonimiseerd overeenkomstig artikel 89 van de AVG;3° voor het sensibiliseren en informeren van de bevolking, nadat de beelden geanonimiseerd werden overeenkomstig artikel 89 van de AVG. Art. 2.5.4.4. Plaatsen en gebruik van camera's § 1. Voor camera's die zijn opgenomen in het havenbeveiligingsplan, neemt de havenkapiteinsdienst het initiatief tot het plaatsen of gebruiken van een vaste camera of het gebruiken van een mobiele camera, al dan niet tijdelijk en al dan niet met registratie van geluid, in havens of havenfaciliteiten. Er wordt melding gemaakt van de bestaande camera's gemaakt aan de Cel Maritieme Beveiliging. § 2. Voor camera's die niet zijn opgenomen in het havenbeveiligingsplan, dient de havenkapiteinsdienst een aanvraag in bij de Cel Maritieme Beveiliging voor het plaatsen en gebruiken van één of meer vaste camera's of het gebruiken van één of meer mobiele camera's, al dan niet tijdelijk, in havens of havenfaciliteiten.
Alvorens deze aanvraag in te dienen, vraagt de havenkapiteinsdienst een advies aan het bevoegde LCMB over de punten 1° tot en met 4° van paragraaf 3. § 3. De aanvraag bedoeld in paragraaf 2 bevat minstens de volgende zaken: 1° locatie van het plaatsen of het gebruik van de camera;2° de perimeter waarbinnen de camera beelden kan verwerken;3° het doeleinde van het gebruik van de camera;4° de specificaties van de camera; 5° de bewaringstermijn die de maximale duur zoals bepaald in artikel 2.5.2.90 niet te boven mag gaan; 6° de categorieën van ontvangers;7° de wijze waarop de verwerking van de gegevens gebeurt;8° het gunstig advies van het bevoegde LCMB over punten 1° tot en met 4°. De Koning bepaalt de vorm en de inhoud van het aanvraagformulier. § 4. De Cel Maritieme Beveiliging bezorgt het dossier samen met het advies van het bevoegde LCMB aan de minister die beslist over de plaatsing of het gebruik en de modaliteiten van de camera. De beslissing van de minister is geldig voor een termijn van vijf jaar waarna deze vernieuwd moet worden, tenzij de camera voor het aflopen van deze termijn is opgenomen in een havenbeveiligingsplan, zoals bedoeld in paragraaf 1. De beslissing van de minister wordt bij uittreksel bekendgemaakt op de website van de Cel Maritieme Beveiliging. § 5. Camera's die onder dit hoofdstuk vallen mogen niet worden gericht op privéwoningen of -domeinen, ongeacht of die privéwoningen of -domeinen zich in de geografische gebieden bedoeld in artikel 2.5.4.1, § 1 bevinden. Indien er een reëel risico bestaat dat een camera die onder dit hoofdstuk valt een privéwoning of -domein zou kunnen filmen, dan dient de verwerkingsverantwoordelijke technische en organisatorische maatregelen te treffen die dat verhinderen.
Camerabeelden gemaakt in strijd met deze paragraaf, dienen door de verwerkingsverantwoordelijke te worden verwijderd. § 6. De Cel Maritieme Beveiliging bezorgt aan de politiediensten de lijst van camera's die zijn geplaatst of toegelaten overeenkomstig de paragrafen 1 en 4 van dit artikel of overeenkomstig artikel 4.6.1.6, § 2.
De Cel Maritieme Beveiliging bezorgt de beslissing van de minister, evenals de lijst van de camera's die zijn geplaatst of toegelaten overeenkomstig de paragrafen 1 en 4 van dit artikel aan de gemeente waar de camera is geplaatst.
Art. 2.5.4.5. Intelligente Camera's De havenkapiteinsdienst kan intelligente camera's inzetten voor de doeleinden bedoeld in artikel 2.5.4.3, op voorwaarde dat de plaatsing en het gebruik zijn opgenomen in het havenbeveiligingsplan of er een aanvraag overeenkomstig artikel 2.5.4.4., § 2, wordt ingediend.
Het plaatsen en gebruik van intelligente camera's met het oog op de automatische nummerplaatherkenning of automatische herkenning van voertuigen of vaartuigen door de havenkapiteinsdienst is toegelaten.
Het plaatsen en gebruik van intelligente camera's met het oog op gezichtsherkenning is niet toegelaten.
Het gebruik van individuele camera's zoals bepaald in artikel 25/2 van de wet op het politieambt door de leden van de havenkapiteinsdienst is niet toegelaten onder de bepalingen van dit hoofdstuk.
Art. 2.5.4.6. Transparantieverplichtingen § 1. De havenkapiteinsdienst dient elke betrokkene die de haven of havenfaciliteit betreedt transparant te informeren over de aanwezigheid van camera's in de haven of de havenfaciliteit.
Voor de toegangswegen tot de haven of havenfaciliteit via het land, maakt de havenkapiteinsdienst de aanwezigheid van camera's in de haven of havenfaciliteit bekend door middel van een pictogram bij deze toegangsweg. De Koning bepaalt de vorm en inhoud van dit pictogram.
Tevens wordt de locatie van de camera's gepubliceerd op de website van het DG Scheepvaart.
Voor de toegangswegen tot de haven of havenfaciliteit via het water, maakt de exploitant van een haven of havenfaciliteit de aanwezigheid van camera's in de haven of havenfaciliteit bekend door middel van een Bericht aan Zeevarenden en vermelding op de website van het DG Scheepvaart. § 2. De havenkapiteinsdienst houdt een register bij met de lijst van camera's die zijn toegestaan, sinds wanneer en voor welke doeleinden, evenals alle beeldverwerkingsactiviteiten van de camera's uitgevoerd onder zijn verantwoordelijkheid.
Voor elk gebruik worden de volgende gegevens opgenomen in het register: 1° de vermelding van de plaats;2° het gebruikte type camera en hun plaats, desgevallend aangegeven op een plan;3° de beschrijving van de bewaakte zones en de gebruiksperiodes;4° de plaats waar de beelden worden verwerkt;5° het feit dat het in real time of tijdens het incident bekijken van de beelden al dan niet wordt georganiseerd en, in voorkomend geval, de manier waarop dit wordt georganiseerd;6° de personen die kennis hebben genomen van de beelden en geluidsopnames;7° het ogenblik en de plaats van deze kennisneming;8° de redenen van deze kennisneming;9° de personen die toegang hebben gekregen tot het register. Art. 2.5.4.7. Toegang tot de camerabeelden § 1. Toegang tot camerabeelden en geluidsopnames, al dan niet van derden overeenkomstig artikel 2.5.4.9, wordt enkel verkregen op grond van de wet of kan worden verleend door de bevoegde havenkapiteinsdienst onder de voorwaarden bepaald in dit artikel. De havenkapiteinsdienst is enkel bevoegd om toegang te verlenen tot camerabeelden en geluidsopnames van camera's die onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Toegang betekent in dit artikel het bekijken, beluisteren en analyseren, al dan niet in real time, van camerabeelden en geluidsopnames. De toegang omvat ook het overdragen van camerabeelden en geluidsopnames zelf nadat deze gemaakt zijn. § 2. Onderstaande personen, diensten of entiteiten hebben in elk geval toegang tot de camerabeelden en geluidsopnames: 1° de personen, diensten of entiteiten bedoeld in artikel 4.2.4.4, in overeenstemming met de beperkingen daarin bepaald, om te kunnen ingrijpen bij een misdrijf, schade, overlast of een verstoring van de openbare orde; 2° de personen, diensten of entiteiten die op basis van bijzondere wetgeving toegang hebben tot de camerabeelden of geluidsopnames in de haven of havenfaciliteit, in overeenstemming met de beperkingen en waarborgen bepaald in de bijzondere wetgeving. § 3. Aan personen, diensten of entiteiten die niet onder paragraaf 2 vallen, kan de bevoegde havenkapiteinsdienst toegang verlenen indien onderstaande cumulatieve toegangsvoorwaarden vervuld zijn: 1° de toegang is noodzakelijk voor het uitvoeren van de wettelijke opdracht toegekend aan die persoon, dienst of entiteit;en 2° de persoon, dienst of entiteit streeft geen andere doeleinden na dan die bedoeld in artikel 2.5.4.3, tenzij die persoon, dienst of entiteit een wettelijke taak heeft; en 3° de bevoegde havenkapiteinsdienst heeft gecontroleerd dat er aan de toegangsvoorwaarden bedoeld in 1° en 2° is voldaan, behoudens in uitzonderlijke en dringende omstandigheden zoals bedoeld in paragraaf 4. § 4. In uitzonderlijke en dringende omstandigheden kan de bevoegde havenkapiteinsdienst toegang verlenen zonder de voorafgaande controle bedoeld in paragraaf 3, 3°. In dat geval, dient de havenkapiteinsdienst de controle ten laatste binnen 24 uren na het verlenen van de toegang uit te voeren. Indien de havenkapiteinsdienst bij deze controle vaststelt dat de toegangsvoorwaarden niet zijn vervuld of indien de havenkapiteinsdienst deze controle niet binnen 24 uren uitvoert, moet de toegang onmiddellijk worden ingetrokken. § 5. De bewakingsagenten die hun bevoegdheden uitoefenen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/10/2017 pub. 31/10/2017 numac 2017031388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid type wet prom. 02/10/2017 pub. 18/12/2017 numac 2017031910 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid. - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid kunnen enkel camerabeelden in real time bekijken, beluisteren of analyseren onder toezicht van de havenkapiteinsdienst opdat de bevoegde diensten onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde. § 6. De toegang bedoeld in de paragrafen 2 en 3 wordt ingetrokken indien die persoon, dienst of entiteit niet meer voldoet aan één of meerdere toegangsvoorwaarden. Indien een persoon binnen een dienst of entiteit niet meer voldoet aan één of meerdere toegangsvoorwaarden, is die dienst of entiteit verantwoordelijk om de toegang van die persoon zelf in te trekken overeenkomstig deze paragraaf, dan wel de havenkapiteinsdienst hiervan onverwijld in te lichten zodat de havenkapiteinsdienst de toegang van die persoon kan intrekken. Deze intrekking gebeurt in elk geval zonder onredelijke vertraging en ten laatste binnen 1 maand nadat vast komt te staan dat de persoon, dienst of entiteit één of meerdere toegangsvoorwaarden niet meer vervult. § 7. De havenkapiteinsdienst kan uitzonderlijk de real time toegang van bepaalde personen, diensten of entiteiten tijdelijk opschorten indien dit noodzakelijk is om de veiligheid van andere personen te waarborgen. Deze tijdelijke opschorting mag niet langer duren dan strikt noodzakelijk.
Art. 2.5.4.8. Bewaartermijn Niet-geanonimiseerde camerabeelden die aanleiding geven tot een verwerking van persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan strikt noodzakelijk.
Niet-geanonimiseerde camerabeelden worden niet langer dan strikt noodzakelijk bewaard en elk geval voor een maximum periode van 12 maanden. Indien de camerabeelden of geluidsopnames een onderdeel zijn van een juridische procedure of een geschil dat tot een juridische procedure kan leiden, mogen de camerabeelden of geluidsopnames uitzonderlijk langer bewaard worden tot op het moment van de beëindiging van het geschil of, in het geval van een juridische procedure, dat er geen enkel gewoon of buitengewoon rechtsmiddel meer open staat tegen de definitieve beslissing in het kader van die juridische procedure.
De beelden en geluidsopnames worden door de havenkapiteinsdienst bewaard op een gegevensdrager die beveiligd is volgens de beginselen van gegevensbescherming door ontwerp en gegevensbescherming door standaardinstellingen.
Art. 2.5.4.9. Delen van camerabeelden De havenkapiteinsdienst kan te allen tijde de camerabeelden of geluidsopnames van camera's geplaatst of gebruikt door private ondernemingen in de haven of op een havenfaciliteit opvragen, al dan niet in real time, en dit voor de doeleinden bedoeld in artikel 2.5.4.3. Deze derden zijn verplicht om dergelijke camerabeelden of geluidsopnames op eerste verzoek van en kosteloos met de havenkapiteinsdienst te delen en er toegang toe te verlenen. In de mate dat deze derden gebonden zijn door de bepalingen van de wet van 21 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's type wet prom. 21/03/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007000952 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's. - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, vormt deze paragraaf een uitzondering op artikel 9 van de wet van 21 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's type wet prom. 21/03/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007000952 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's. - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's.
Deze gegevens worden uitgewisseld na het sluiten van een protocol zoals bedoeld in artikel 20 van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten0 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
Art. 2.5.4.10. Verwerking van persoonsgegevens § 1. De havenkapiteinsdienst die onder het toepassingsgebied van dit hoofdstuk valt en die, alleen of samen met anderen, het doel van en de middelen bepaalt voor de verwerking van persoonsgegevens zoals bedoeld in paragraaf 2 en 3 via camera's treedt op als verwerkingsverantwoordelijke. § 2. Van eenieder die een haven of havenfaciliteit betreedt, mogen camerabeelden of geluidsopnames worden verwerkt, alsook de persoonsgegevens die uit deze camerabeelden of geluidsopnames zouden blijken. § 3. Het verwerken van camerabeelden of geluidsopnames die aanleiding geven tot een verwerking van persoonsgegevens is uitsluitend toegestaan voor de verwezenlijking van de doelstellingen bedoeld in artikel 2.5.4.3. § 4. In afwijking van de artikelen 13 en 14 van de AVG, kan het recht op informatie geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld, beperkt of uitgesloten voor wat betreft de verwerkingen van de persoonsgegevens bedoeld in paragraaf 2 met het oog op de doelstellingen zoals bepaald in artikel 2.5.4.3. De in deze paragraaf bedoelde verwerkingen zijn deze die de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van de gevoerde onderzoeken, met inbegrip van gerechtelijke onderzoeken en de eventuele toepassing van een administratieve sanctie, tot doel hebben. § 5. In afwijking van artikel 15 van de AVG, kan het recht op toegang, waaronder het recht op een kopie, geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld en beperkt voor wat betreft de verwerkingen van de persoonsgegevens bedoeld in paragraaf 2 met het oog op de doelstellingen zoals bepaald in artikel 2.5.4.3. De in deze paragraaf bedoelde verwerkingen zijn deze die de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van de gevoerde onderzoeken, met inbegrip van gerechtelijke onderzoeken en de eventuele toepassing van een administratieve sanctie, tot doel hebben. § 6. In afwijking van artikel 16 van de AVG, kan het recht op rectificatie geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld en beperkt voor wat betreft de verwerkingen van de persoonsgegevens bedoeld in paragraaf 2 met het oog op de doelstellingen zoals bepaald in artikel 2.5.4.3. De in deze paragraaf bedoelde verwerkingen zijn deze die de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van de gevoerde onderzoeken, met inbegrip van gerechtelijke onderzoeken en de eventuele toepassing van een administratieve sanctie, tot doel hebben. § 7. In afwijking van artikel 18 van de AVG, kan het recht op beperking van de verwerking geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld en beperkt voor wat betreft de verwerkingen van de persoonsgegevens bedoeld in paragraaf 2 met het oog op de doelstellingen zoals bepaald in artikel 2.5.4.3. De in deze paragraaf bedoelde verwerkingen zijn deze die de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van de gevoerde onderzoeken, met inbegrip van gerechtelijke onderzoeken en de eventuele toepassing van een administratieve sanctie, tot doel hebben. § 8. De beperkingen van de rechten bedoeld in de paragrafen 4 tot en met 7 kunnen worden ingeroepen door de havenkapiteinsdienst. Deze beperkingen gelden gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een controle of een onderzoek, met inbegrip van de voorbereidende handelingen, en gedurende de periode die nodig is voor de vervolging, voor zover de uitoefening van de rechten afbreuk zou doen aan de behoeften van de controle, het onderzoek of de voorbereidende handelingen. De duur van de voorbereidende handelingen mag niet meer bedragen dan één jaar vanaf de ontvangst van een verzoek overeenkomstig de artikelen 13, 14, 15, 16 of 18 van de AVG. § 9. Bij ontvangst van een verzoek overeenkomstig de artikelen 13, 14, 15, 16 of 18 van de AVG, bevestigt de verwerkingsverantwoordelijke de ontvangst hiervan.
De verwerkingsverantwoordelijke informeert de betrokkene schriftelijk, onverwijld, en in ieder geval binnen een termijn van één maand na de ontvangst van het verzoek over iedere weigering of beperking, alsook over de redenen voor deze weigering of beperking. De informatie over de weigering of beperking kan achterwege worden gelaten wanneer de verstrekking daarvan één van de doelstellingen bedoeld in artikel 2.5.4.3 zou ondermijnen. Afhankelijk van de complexiteit van de verzoeken en van het aantal verzoeken kan die termijn indien nodig met nog eens twee maanden worden verlengd. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen één maand na ontvangst van het verzoek in kennis van deze verlenging en van de redenen van het uitstel.
De verwerkingsverantwoordelijke licht de betrokkene in over de mogelijkheid om klacht in te dienen bij de Gegevensbeschermingsautoriteit en om een beroep in rechte in te stellen.
De verwerkingsverantwoordelijke vermeldt de feitelijke of juridische redenen waarop zijn beslissing steunt. Deze inlichtingen worden ter beschikking gesteld van de Gegevensbeschermingsautoriteit.
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke gebruik heeft gemaakt één van de uitzonderingen bepaald in de paragrafen 4 tot en met 7, en met uitzondering van de situaties bedoeld in paragraaf 10, wordt de uitzonderingsregel onmiddellijk opgeheven na de afsluiting van de controle of van het onderzoek. De verwerkingsverantwoordelijke brengt de betrokkene hiervan onverwijld op de hoogte. § 10. Wanneer een dossier wordt overgemaakt aan de gerechtelijke overheid, worden de rechten van de betrokkene pas hersteld na machtiging door de gerechtelijke overheid of nadat de gerechtelijke fase is beëindigd en, in voorkomend geval, nadat de bevoegde dienst voor administratieve geldboeten een beslissing heeft genomen. Evenwel mogen inlichtingen die werden ingewonnen tijdens de uitoefening van plichten voorgeschreven door de rechterlijke overheid slechts worden meegedeeld mits uitdrukkelijke machtiging van deze laatste.
Art. 2.5.4.11. Strafbepalingen Overtreding van de artikelen 2.5.4.1 tot 2.5.4.9 wordt gestraft met een geldboete van 100 euro tot 10.000 euro. Wordt gestraft met dezelfde geldboete, de persoon die opzettelijk de beschikking heeft over of gebruik maakt van een beeld of geluidsopname terwijl de persoon wist of moest weten dat dit beeld of geluid verkregen werd met schending van deze artikelen. Afdeling 2. Bijzonder strafregister
Art. 2.5.4.12. Wetboek van Strafvordering Werkgevers die personen tewerkstellen in een haven, een havenfaciliteit, een terminal gelegen in het binnenland of een vestigingseenheid met impact op de maritieme beveiliging of aan boord van Belgische schepen mogen bij de aanwerving van deze persoon het uittreksel bedoeld in artikel 596bis van het Wetboek van Strafvordering opvragen voor de effectieve indiensttreding.
De werkgever moet de indiensttreding weigeren indien de persoon een effectief havenverbod heeft opgelegd gekregen overeenkomstig artikel 4, § 3bis, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen of artikel 4.1.2.48, § 4, van het Belgisch Scheepvaartwetboek, dat territoriaal van toepassing is op de plaats van tewerkstelling.".
Art. 32.In artikel 2.7.7.15, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden in de inleidende zin de woorden "de aangezochte onderzoeksrechter" vervangen door de woorden "de onderzoeksrechter of in zaken waarbij geen onderzoeksrechter werd aangesteld, het bevoegde openbaar ministerie of de betrokken politiediensten".
Art. 33.In de Franse tekst van artikel 4.1.1.1, § 1, van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het vierde lid worden de woorden "une peine d'emprisonnement" vervangen door de woorden "un emprisonnement";2° in het vijfde lid worden de woorden "une peine d'emprisonnement" vervangen door de woorden "un emprisonnement";3° in het zesde lid worden de woorden "une peine d'emprisonnement" vervangen door de woorden "un emprisonnement".
Art. 34.In artikel 4.1.2.48 van hetzelfde Wetboek, vervangen door de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden in de bepaling onder 3° de woorden ", de Scheepvaartpolitie" ingevoegd tussen de woorden "Cel Maritieme Beveiliging" en de woorden "en de inspectiediensten";2° in paragraaf 2 worden tussen de woorden "uit het Strafwetboek" en de woorden "die hierop is gesteld" de woorden "of de bijzondere strafwetten" ingevoegd;3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidende: " § 7.Personen die het verbod bedoeld in artikel 2.5.2.98 overtreden worden gestraft met een sanctie van niveau 4 en kunnen gestraft worden met het havenverbod overeenkomstig de nadere regels van artikel 4, § 3bis, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Werkgevers die personen tewerkstellen in een beroep, functie of mandaat zoals bedoeld in artikel 2.5.2.97 zonder over een positief veiligheidsadvies te beschikken, worden gestraft met een sanctie van niveau 4."
Art. 35.In artikel 4.1.2.48, § 4, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "binnen een of meer havens of havenfaciliteiten" worden vervangen door de woorden "binnen de Belgische havens of havenfaciliteiten"; 2° de paragraaf wordt aangevuld met een tweede lid luidende: "Elke overtreding van het verbod bedoeld in het eerste lid wordt gestraft met de straf bepaalt in artikel 4, § 5, van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen."
Art. 36.In artikel 4.1.2.48/1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4 worden de woorden "van een haven of havenfaciliteit bedoeld in artikel 2.5.2.3, 4° en 5°, zonder toelating van de havenbeheerder of de havenfaciliteit" vervangen door de woorden "van een haven, een havenfaciliteit of de terminal gelegen in het binnenland zoals bedoeld in artikel 2.5.2.3, 4°, 5° en 16°, zonder de toelating van de havenbeheerder of de exploitant van de havenfaciliteit of de terminal gelegen in het binnenland".
Art. 37.In de Franse tekst van artikel 4.1.2.48/2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de woorden "d'une peine d'emprisonnement" vervangen door de woorden "d'un emprisonnement".
Art. 38.Artikel 4.2.1.11 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt: "Art. 4.2.1.11. Borgsom bij aanhouding van het schip Bij ernstige vermoedens van inbreuken als bedoeld in titel 1, kunnen de scheepvaartcontroleurs het schip aanhouden, tenzij als waarborg een geldsom wordt geconsigneerd bij de Deposito-en Consignatiekas, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 11 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2018 pub. 20/07/2018 numac 2018040362 bron federale overheidsdienst financien Wet op de Deposito- en Consignatiekas sluiten op de Deposito-en Consignatiekas, waarbij alle gebeurlijke kosten ten laste blijven van de vermoedelijke dader.
De hoogte van de borgborg wordt door de Scheepvaartcontrole vastgesteld. Dit bedrag mag de maximale geldboete voor de inbreuken, verhoogd met de opdeciemen, niet overschrijden.
Het ontvangstbewijs dat door de Deposito- en Consignatiekas wordt afgeleverd, geldt als rechtstitel tegenover de Deposito- en Consignatiekas en wordt onverwijld door de vermoedelijke dader als bewijs van betaling van de borgsom bezorgd aan de inspecteur die de overtreding vaststelde.
Het storten van de borgsom kan, zonder kosten voor de overheid, worden vervangen door een bankgarantie verleend door een in België gevestigde bank of een door de Scheepvaartcontrole ontvankelijk verklaarde garantie getekend door een "Protection and Indemnity Club".
De geldboete die is opgelegd door een definitieve beslissing ingevolge administratieve vervolging, een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde of door een minnelijke schikking wordt, naar gelang van het geval, verhaald op de borgsom."
Art. 39.Boek 4 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met titel 7 dat de artikelen 4.7.1.1 tot en met 4.7.2.5 omvat, luidende: "Titel 7. Gegevensbescherming en gegevensuitwisseling Hoofdstuk 1. DG Scheepvaart Afdeling 1. Handhaving
Art. 4.7.1.1. Toepassing Deze afdeling is van toepassing op de gegevensbescherming en de gegevensuitwisseling met betrekking tot de handhaving van dit wetboek, de scheepvaartwetten zoals bedoeld in artikel 2 van de
wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
25/12/2016
pub.
19/01/2017
numac
2017030001
bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten
sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten en de uitvoeringsbesluiten.
Art. 4.7.1.2. Doel De gegevens bedoeld in artikel 4.7.1.4 mogen verwerkt worden voor de volgende doeleinden: 1° het voorkomen, vaststellen, opsporen, administratief of strafrechtelijke vervolgen en bestraffen van inbreuken op dit wetboek, de internationale en Unierechtelijke verdragen en akten betreffende de scheepvaart of de scheepvaartwetten, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten, en de uitvoeringsbesluiten;2° het bijhouden van de veroordelingen tot administratieve geldboetes door de door de Koning aangewezen bevoegde autoriteit overeenkomstig de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten;3° het maken van statistieken om de trends, bedreigingen en evoluties bij de inbreuken op dit wetboek, de scheepvaartwetten zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten en de uitvoeringsbesluiten op te maken. Art. 4.7.1.3. Betrokken natuurlijke personen De gegevens van de volgende personen mogen verwerkt worden: 1° iedereen die verdacht wordt of een inbreuk heeft gepleegd op dit wetboek, de internationale en Unierechtelijke verdragen en akten betreffende de scheepvaart of de scheepvaartwetten, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten, en de uitvoeringsbesluiten;2° de leden van de autoriteiten belast met de handhaving van dit Wetboek, de internationale en Unierechtelijke verdragen en akten betreffende de scheepvaart of de scheepvaartwetten, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten, en de uitvoeringsbesluiten. Art. 4.7.1.4. Te verwerken gegevens § 1. Van de personen bedoeld in artikel 4.7.1.3, 1°, mogen de volgende gegevens verwerkt worden: 1° naam en voornamen;2° het rijksregisternummer of het bis-identificatienummer toegekend door de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid;3° geboortedatum en adres voor niet-Belgen;4° e-mailadres;5° eventuele foto's of bewegende beelden waarop de betrokkene herkenbaar is;6° omschrijving van de uiterlijke kenmerken van de betrokkene op het ogenblik van de vermeende inbreuk;7° resultaten van alcohol en drugstesten;8° eerdere veroordelingen door de door de Koning aangewezen bevoegde autoriteit overeenkomstig de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten. § 2. Van de leden van de autoriteiten belast met de handhaving van dit wetboek, de internationale en Unierechtelijke verdragen en akten betreffende de scheepvaart of de scheepvaartwetten, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten, en al hun uitvoeringsbesluiten mogen de volgende gegevens worden verwerkt: 1° naam en voornamen;2° identificatienummer gegeven door de overheidsdienst waarvoor de inspecteur werkt;3° e-mailadres. § 3. Voor de toepassing van dit artikel, worden de verwerkers gemachtigd om het rijksregister te gebruiken met toepassing van artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Art. 4.7.1.5. Toegang De volgende diensten kunnen toegang hebben tot de gegevens bedoeld in artikel 4.1.7.4: 1° de door de Koning aangewezen bevoegde autoriteit overeenkomstig de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten;2° het openbaar ministerie;3° de onderzoeksrechters;4° leden van de autoriteiten belast met de handhaving van dit wetboek, de internationale en Unierechtelijke verdragen en akten betreffende de scheepvaart of de scheepvaartwetten, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten, en de uitvoeringsbesluiten;5° de Federale Overheidsdienst Justitie in het kader van de uitvoering van het Crossborder programma. Art. 4.7.1.6. Bewaartermijn De gegevens bedoeld in artikel 4.1.7.4 worden bewaard tot: 1° maximaal het overlijden van de persoon indien er een effectieve inbreuk werd vastgesteld door de door de Koning aangewezen bevoegde autoriteit overeenkomstig de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten;2° één jaar nadat de persoon werd vrijgesproken door de door de Koning aangewezen bevoegde autoriteit overeenkomstig de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten;3° één jaar nadat de vermeende inbreuk werd geseponeerd door de door de Koning aangewezen bevoegde autoriteit overeenkomstig de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 19/01/2017 numac 2017030001 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten sluiten tot instelling van administratieve geldboetes van toepassing in geval van inbreuken op de scheepvaartwetten;4° één jaar nadat het openbaar ministerie beslist heeft om de zaak zelf te behandelen of de zaak om constitutionele elementen te seponeren. Art. 4.7.1.7. Verwerkingsverantwoordelijke Het Directoraat-generaal Scheepvaart is de verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking bedoeld in deze afdeling. Afdeling 2. Meldplatform
Art. 4.7.1.8. Toepassing Deze afdeling is van toepassing op de gegevensbescherming en de gegevensuitwisseling met betrekking tot het meldplatform bedoeld in artikel 2.5.2.102.
Art. 4.7.1.9. Doel De gegevens bedoeld in artikel 4.7.1.11 mogen verwerkt worden voor de volgende doeleinden: 1° het voorkomen van ongeoorloofde acties;2° het verhogen van de beveiliging in de havens, havenfaciliteiten, terminals gelegen in het binnenland of vestigingseenheden met een impact op de maritieme beveiliging;3° het opsporen van inbreuken op de maritieme beveiliging, de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen en de Schengengrenscode. Art. 4.7.1.10. Betrokken natuurlijke personen De gegevens van de melders die niet anoniem wensen te blijven kunnen worden verwerkt.
Art. 4.7.1.11. Te verwerken gegevens De volgende gegevens kunnen worden verwerkt: 1° naam en voornaam;2° telefoonnummer;3° e-mailadres;4° locatie op moment van de melding;5° eventuele foto's of bewegende beelden waarop de melder herkenbaar is. Art. 4.7.1.12. Toegang De Cel Maritieme Beveiliging, de politiediensten, de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen, het openbaar Ministerie en de onderzoeksrechters hebben toegang tot de gegevens bedoeld in artikel 4.7.1.10.
Art. 4.7.1.13. Bewaringstermijn De gegevens bedoeld in artikel 4.7.1.10 kunnen maximaal tot 1 jaar na de melding worden bewaard.
Art. 4.7.1.14. Verwerkingsverantwoordelijke De Cel Maritieme Beveiliging is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking bedoeld in deze afdeling.
Hoofdstuk 2. Het MIK+
Art. 4.7.2.1. Gegevensuitwisseling binnen MIK+ De partijen binnen het MIK+ mogen gegevens met elkaar uitwisselen, met inbegrip van alle persoonsgegevens, op voorwaarde dat het gebruik bij de ontvangende partner een van de bedoeld is voor één van de doelstellingen bedoeld in artikel 4.7.2.2.
De bepalingen van dit hoofdstuk hebben voorrang op bijzondere wetgevingen.
Data kunnen enkel worden uitgewisseld met uitdrukkelijk akkoord van de verwerkingsverantwoordelijke van de brondata.
De ontvanger van de data mag deze niet doorgeleiden naar externe partners zonder het uitdrukkelijke akkoord van de verwerkingsverantwoordelijke van de brondata.
Art. 4.7.2.2. Doeleinden De gegevens bedoeld in artikel 4.7.2.1 mogen worden uitgewisseld voor de volgende doeleinden: 1° het voorkomen, opsporen, vaststellen, vervolgen of bestraffen van misdrijven tegen personen of goederen;2° het garanderen van de maritieme beveiliging;3° het garanderen van de beveiliging van de personen die werkzaam zijn in de maritieme sector;4° het verdedigen van de openbare orde en de nationale veiligheid;5° het garanderen van de beveiliging van de haven, bouw en kunstwerken, kabels en pijpleidingen;6° het garanderen van de scheepvaartveiligheid;7° het interveniëren bij noodgevallen;8° het monitoren van de van het verkeer in de Belgische maritieme zones en havens;9° het beschermen van het mariene milieu, met inbegrip van het voorkomen van verontreiniging door emissies;10° het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en de opleiding van personen met specifieke taken;11° het behoud van de biodiversiteit en de levende rijkdommen. Art. 4.7.2.3. Bewaartermijn en verwerkingsverantwoordelijke De uitgewisselde data mag niet langer worden bijgehouden dan de termijn van bewaring die geldt voor de broninformatie. De partner die de data ontvangt is verwerkingsverantwoordelijke voor de ontvangen data.
Art. 4.7.2.4. Overeenkomst De partners binnen het MIK+ sluiten een overeenkomst met betrekking tot de praktische afhandeling van dit hoofdstuk."
Art. 4.7.2.5. MRCC De gegevens bedoeld in artikel 4.7.2.1 kunnen worden uitgewisseld met het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum (MRCC) van het Vlaamse Gewest, onder de voorwaarde dat dit noodzakelijk is voor het bereiken van de doelstellingen bedoeld in artikel 4.7.2.2.
De informatie kan enkel worden uitgewisseld na het sluiten van een overeenkomst met betrekking tot de praktische afhandeling, en onder de voorwaarde dat de gegevens niet verder worden doorgeleid zonder akkoord van de eigenaar van de brondata en de bewaring de maximale termijn zoals vastgesteld voor de brondata niet overschrijdt." Afdeling 7. - Wijziging van de wet van 23 april 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten2 tot implementatie
van het UNESCO-verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken
Art. 40.In artikel 7, § 3, van de wet van 23 april 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten2 tot implementatie van het UNESCO-verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken worden de woorden "in artikel 5bis, § 3, van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België" vervangen door de woorden "in artikel 24, § 3, van de wet van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten3 ter bescherming van het marien milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden". Afdeling 8. - Wijziging van de wet van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten3 ter
bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden
Art. 41.Artikel 3 van de wet van 11 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten3 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden wordt aangevuld met een lid 43°, luidende: "43° zwaar ongeval: met betrekking tot een installatie of verbonden infrastructuur: a) een incident met daarbij een explosie, brand of verlies van controle over de boorput;of lekkage van olie, gas of gevaarlijke stoffen, waarbij sprake is van of een aanzienlijke kans bestaat op slachtoffers of ernstig lichamelijk letsel; b) een incident dat tot ernstige schade aan de installatie of de verbonden infrastructuur leidt, waarbij sprake is van of een aanzienlijke kans bestaat op slachtoffers of ernstig lichamelijk letsel;c) elk ander incident leidend tot de dood of ernstige verwonding van vijf of meer personen die aanwezig zijn op de offshore-installatie waar het gevaar zijn oorsprong vindt of die betrokken zijn bij een offshore olie- of gasactiviteit in verband met de installatie of de verbonden infrastructuur;of d) ieder zwaar milieuincident dat voortvloeit uit de incidenten als bedoeld onder a), b) en c). Met het oog op het vaststellen of een incident een groot ongeval vormt als bedoeld onder a), b) of d), wordt een installatie die normaliter onbemand is, beschouwd als een bemande installatie."
Art. 42.Artikel 31 van dezelfde wet, wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4. In België geregistreerde bedrijven die zelf, of via een dochteronderneming, offshore olie- en gasactiviteiten verrichten buiten de Europese Unie, als vergunningshouder of exploitant, brengen op verzoek van de dienst Marien Milieu of de BMM verslag uit over de omstandigheden van elk zwaar ongeval waarbij zij betrokken waren. De dienst Marien Milieu of de BMM specificeert in het verzoek de gegevens die gevraagd worden."
Art. 43.In artikel 44, § 1, 2°, van dezelfde wet worden de woorden "door artikel 31, § 1 en § 2, 1° tot en met 3° " vervangen door de woorden "door artikel 31, § 1, § 2, 1° tot en met 3°, en § 4".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 44.De LCMB's moeten uiterlijk 1 jaar na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 2.5.4.46/6 van het Belgisch Scheepvaartwetboek een beveiligingsbeoordeling opmaken voor de terminals gelegen langs de binnenwateren.
Art. 45.De camera's die vallen onder het toepassingsgebied van artikel 2.5.4.1 moeten uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze wet in overeenstemming met de bepalingen van deze wet worden gebracht. Tot die tijd blijft de wet van 21 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007000528 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's type wet prom. 21/03/2007 pub. 20/11/2007 numac 2007000952 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's. - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's van toepassing op deze camera's.
Art. 46.Voor alle personen die een functie, mandaat of beroep uitoefenen voor 1 januari 2025 waarvoor de NAMB overeenkomstig artikel 2.5.2.97 van het Belgisch Scheepvaartwetboek een veiligheidsverificatie vereist, wordt in afwijking van artikel 2.5.2.98 van het Belgisch Scheepvaartwetboek het ontbreken van veiligheidsadvies overeenkomstig de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6 betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst, gelijkgesteld met een positief advies. Deze maatregel geldt ook voor alle adviezen die niet uitdrukkelijk negatief zijn.
Functies, beroepen en mandaten die onder het koninklijk besluit van 5 juli 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten8 betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid vallen, kunnen niet eerder worden aangeduid overeenkomstig artikel 2.5.2.97 van het Belgisch Scheepvaartwetboek dan op een datum te bepalen door de Koning die evenwel niet meer dan drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet kan bedragen.
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 47.Deze wet treedt in werking op 1 juni 2024.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 16 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Justitie en Noordzee, P. VAN TIGCHELT De Minister van Defensie, L. DEDONDER De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, N. DE MOOR Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 55-3962 Integraal verslag : 2 mei 2024