Etaamb.openjustice.be
Wet van 16 juli 2002
gepubliceerd op 05 september 2002

Wet tot wijziging van verschillende bepalingen teneinde inzonderheid de verjaringstermijnen voor de niet-correctionaliseerbare misdaden te verlengen

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2002009814
pub.
05/09/2002
prom.
16/07/2002
ELI
eli/wet/2002/07/16/2002009814/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JULI 2002. - Wet tot wijziging van verschillende bepalingen teneinde inzonderheid de verjaringstermijnen voor de niet-correctionaliseerbare misdaden te verlengen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering

Art. 2.In artikel 21 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, vervangen bij de wet van 30 mei 1961 en gewijzigd bij de wet van 24 december 1993, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1) het tweede lid van dit artikel wordt vervangen als volgt : « Nochtans is de termijn vijftien jaar ingeval dit misdrijf een misdaad is die niet in een wanbedrijf kan worden omgezet met toepassing van artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden.»; 2) het artikel wordt aangevuld met het volgende lid : « Anderzijds is de termijn een jaar ingeval een wanbedrijf wordt omgezet in een overtreding.»

Art. 3.Artikel 24 van dezelfde titel, vervangen bij de wet van 11 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 4 juli 2001, wordt vervangen als volgt : «

Art. 24.De verjaring van de strafvordering is geschorst wanneer de wet dit bepaalt of wanneer er een wettelijk beletsel bestaat dat de instelling of de uitoefening van de strafvordering verhindert.

Gedurende de behandeling van een door de verdachte, de burgerlijke partij of de burgerrechtelijk aansprakelijke partij voor het vonnisgerecht opgeworpen exceptie van onbevoegdheid, onontvankelijkheid of nietigheid is de strafvordering geschorst.

Indien het vonnisgerecht de exceptie gegrond verklaart of indien de beslissing over de exceptie bij de zaak zelf wordt gevoegd, is de verjaring niet geschorst. » HOOFDSTUK III. - Bepaling tot wijziging van het Wetboek van strafvordering

Art. 4.In artikel 9 van het Wetboek van strafvordering, gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1967, 10 oktober 1967, 11 februari 1986, 3 augustus 1992, 4 maart 1997, 12 maart 1998, 7 en 22 december 1998, 19 april 1999 en 21 juni 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1) de inleidende zin wordt vervangen als volgt : « De gerechtelijke politie wordt, onder het gezag van de hoven van beroep en, binnen zijn bevoegdheden onder het gezag van de federale procureur, uitgeoefend volgens het hierna gemaakte onderscheid :";2) in 1° worden de woorden "door de burgemeesters en de schepenen," weggelaten;3) in 1° worden tussen de woorden "door de procureurs des Konings en hun substituten," en de woorden ", door de rechters in de politierechtbank", de woorden "door de arbeidsauditeurs en hun substituten" ingevoegd;4) in 2° worden tussen de woorden "artikel 144bis, § 3, eerste en tweede lid" en de woorden ", zijn toevertrouwd" de woorden "van het Gerechtelijk Wetboek" ingevoegd. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling

Art. 5.1) Artikel 2 van deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt; 2) artikel 3 van deze wet treedt in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekengemaakt in het Belgisch Staatsblad ;3) artikel 4 van deze wet heeft uitwerking met ingang van 21 mei 2002. Kondigen deze wet af, beleven dat zij met 's Land zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 16 juli 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Ministere van Justitie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Ministere van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zitting 2001-2002 : Kamer van volksvertegenwoordigers. Parlementaire bescheiden : 50-1625/1 : Wetsvoorstel. 50-1625/2 tot 4 : Amendementen. 50-1625/5 : Verslag namens de commissie. 50-1625/6 : Tekst aangenomen door de commissie na amendering. 50-1625/7 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming door Kamer 10 juli 2002.

Senaat.

Parlementaire bescheiden : 2-1211/1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

^